Provinciale Producten Catalogus

Transcriptie

1 e-provincies en de maart 2005 Provinciale Producten Catalogus Minder willen regelen, betere diensten leveren, slagvaardiger werken en vaker optrekken met maatschappelijke organisaties. Dát is wat je als burger verlangt van je overheid. Er is genoeg over gesproken, nu komt het aan op daden. Een van die daden is het onderbrengen van de Provinciale Producten Catalogus (PPC) in de provinciale website. In deze uitgave van e-provincies vindt u: Provinciale Producten Catalogus bij acht provincies open voor publiek, door Bert Campfens, programmabureau, e-provincies, projectleider e-dienstverlening. Samenwerking van overheidsloketten, door Ferdinand Harmsen, adviseur bij AdviesOverheid.nl en Rob Evelo, Ministerie van Binnenlandse Zaken. Provincie Utrecht geeft handen en voeten aan provinciale productencatalogus, door Josien van Dommelen, innovatiemanager bij provincie Utrecht. De Provinciale Producten Catalogus, een noodzakelijke ontwikkeling met randvoorwaarden, door Ralph de Vries, D66-Statenlid te Utrecht. Brabant op weg naar andere provincie, door Peter van Vugt, gedeputeerde voor bestuur en middelen in de provincie Noord- Brabant. Bedrijvenloket: PPC op maat voor bedrijven, door Harold Siekmann, project Bedrijvenloket e-provincies. Provinciale Producten Catalogus bij acht provincies open voor publiek Door Bert Campfens Het gaat goed met de Provinciale Producten Catalogus (PPC). Eind eerste kwartaal 2005 hebben acht provincies de PPC op hun eigen website opengesteld voor publiek. De andere vier provincies doen dat in de loop van Alle provincies presenteren dan de circa 120 generieke producten, die de provincies vanuit hun wettelijke taken moeten uitvoeren. Het programma e-provincies is het PPC-traject begin 2003 gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden voor een producten- en dienstencatalogus voor provincies. Bij ICTU, de ICTuitvoeringsorganisatie van en voor overheden waar e-provincies is ondergebracht, was al ervaring opgedaan met de implemen- tatie van een gemeentelijke producten- en dienstencatalogus (VIND) bij twee superpilotgemeenten, Enschede en Dordrecht. Ook was toen zojuist de productencatalogus van de rijksoverheid ontwikkeld en ontsloten op Lees verder op pagina 2

2 2 Vervolg van pagina 1 Het programma e-provincies stelde van meet af aan dat de productencatalogus van de provincies deel moest uitmaken van een overheidsbrede catalogus. Ze stuurde daarom aan op integratie van de PPC in het overheidsloket van De producten van de provincies konden dan zowel via de eigen provinciale websites als via de landelijke productencatalogus worden getoond. Overijssel beet het spits af en werd pilotprovincie voor de PPC. Eind 2003 was er een werkende Provinciale Producten Catalogus met circa 120 generieke producten. Vanwege het succes van de pilot in Overijssel besloten de stuurgroep en de BOAG e-provincies de Provinciale Producten Catalogus landelijk uit te rollen. Alle provincies zegden toe de catalogus via hun eigen website te ontsluiten. Het programma e-provincies kreeg eind 2003 na evaluatie van de eerste fase een vervolg voor de periode Een van de speerpunten was het project e-dienstverlening, een logisch vervolg op het PPC-traject. Januari 2004 ontstond een projectteam, met uit elke provincie een projectleider, onder aansturing van de landelijk projectleider van e-provincies. Voor 2004 waren de doelstellingen ondermeer dat, de catalogus bij elke provincie via de website toegankelijk zou zijn en het beheer van de catalogus geregeld zou zijn. Tevens is er afgesproken dat zes provincies 50 documenten of formulieren hebben gekoppeld, en er bij twee provincies gebruik wordt gemaakt van een intelligent formulier en er een proef met authenticatie wordt uitgevoerd. In 2005 zorgen alle provincies voor een compleet gevulde catalogus met bijbehorende formulieren. Nu, eind eerste kwartaal 2005, is de stand van zaken: Acht provincies hebben de Provinciale Producten Catalogus via hun website ontsloten. Medio 2004 was dit al het geval bij de provincies Overijssel en Brabant. De provincies Zeeland, Utrecht, Flevoland, Gelderland, Groningen en Drenthe hebben zich daar nu bij aangesloten. Noord-Holland, Zuid-Holland, Friesland en Limburg volgen in de loop van De acht genoemde provincies hebben allen de circa 120 generieke producten voorzien van aanvullende informatie. Een aantal provincies heeft producten toegevoegd die alleen voor de eigen provincie gelden. Het beheer van de inhoud van de catalogus wordt uitgevoerd door de provincies zelf. Er is een interprovinciaal beheerdersoverleg ingesteld om wijzigingen goed te keuren. Kwaliteitscontrole en eindredactie worden vooralsnog uitgevoerd door De projectleiders e-dienstverlening van alle provincies bijeen. het bedrijf E-Grant, dat deze functie ook voor de rijksproducten verzorgd. Er is een databestand met interessante provinciale formulieren aangelegd (in de projectomgeving Project Place). Dit bestand wordt vanuit de provincies gevoed met formulieren voor gezamenlijk gebruik. Zo kunnen provincies gebruikmaken van elkaars ervaringen. De acht vooroplopende provincies hebben al formulieren en documenten gekoppeld aan de producten uit de PPC. Soms zijn dit downloads (in pdfformaat) vergezeld van invulinstructies, soms formulieren aangemaakt met een formulierengenerator. In een enkel geval gaat het om zogenaamde intelligente formulieren. Op het gebied van intelligente formulieren zijn er drie pilots uitgevoerd. Een pilot in Overijssel, die de aanvrager via een aantal vragen naar het juiste formulier (= vragenset) leidt. Noord-Brabant heeft ten behoeve van agrariërs een digitale aangifte met betrekking tot grondwateronttrekking geïmplementeerd en provincie Groningen is bezig intelligente formulieren te ontwerpen voor haar producten op basis van de open X-forms-standaard. Met het gebruik van authenticatie zijn nog geen resultaten geboekt. Met het beschikbaar komen van de verificatiedienst DigiD is een belangrijke eerste stap gezet voor de interactie tussen burgers en gemeenten. Bij de volgende fasen van DigiD, waar interactie met bedrijven aan de orde is, sluiten de provincies aan. Gelderland heeft zich als pilot aangemeld. Het projectteam e-dienstverlening zal aansluiting blijven zoeken bij ontwikkelingen in de provincies. Vanuit e-provincies worden een aantal routekaarten gemaakt, als leidraad voor de implementatie van belangrijke bouwstenen van de elektronische overheid. De eerste routekaarten spitsen zich toe op de implementatie van actieve/intelligente e-formulieren, beveiligde toegang (identificatie, authenticatie, autorisatie) en aansluiting op en gebruik van het Basisbedrijvenregister (BBR). Meer informatie vindt u op

3 3 De volgende stap voor overheidsloketten Samenwerking van overheidsloketten Door Ferdinand Harmsen en Rob Evelo Provincies zijn druk bezig met het plaatsen van producten- en dienstenloketten op hun websites. Daarin volgen provincies het goede voorbeeld van gemeenten en Rijk. Ook de waterschappen zullen hen nu snel volgen. Nog even, en het hele productenen dienstenaanbod van de overheid staat online. Om er nu voor te zorgen dat mensen vanuit elk loket altijd de gezochte productinformatie kunnen vinden, en niet alleen die van het ene loket waar zij zijn gestart, wordt het project Samenwerkende Catalogi uitgevoerd. Dit in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, uitgevoerd door Advies Overheid.nl, een programma van Stichting ICTU. De provincies Noord-Brabant en Overijssel participeren hierin. Mevrouw De Vries heeft gehoord dat er een nieuw bestemmingsplan in de maak is. Het gerucht gaat dat in het weiland tegenover haar huis een klein bedrijventerrein zal komen. Omdat ze zich zorgen maakt, wil ze het voorlopige bestemmingsplan graag inzien. Ze heeft gehoord dat de provincie, die veel te maken heeft met ruimtelijke ordening, net een nieuw loket heeft geopend op haar website. In dat loket zal ze wel informatie kunnen vinden over het inzien van bestemmingsplannen. Helaas. Mevrouw De Vries weet niet dat je het inzien van een bestemmingsplan regelt met de gemeente. In het loket van de provincie vindt ze wel informatie over bestemmingsplannen, maar niet over hoe zij het voorlopige bestemmingsplan kan inzien. Ze snapt niet wat ze fout doet. Sinds enkele maanden zijn provincies begonnen met het openen van producten- en dienstenloketten op hun websites. De loketten helpen burgers, bedrijven en medeoverheden om hun weg te vinden in de ruim honderd subsidies, vergunningen, uitkeringen etc. die de provincies aanbieden. De transparantie over de concrete rechten en plichten die je als burger, bedrijf of medeoverheid hebt ten opzichte van de provincie, is hierdoor enorm toegenomen. Nog even en alle overheden, Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen bieden op hun websites overzichten aan van de producten en diensten. Dit klinkt mooi, maar voor mevrouw De Vries is nog steeds niet duidelijk hoe zij aan de juiste informatie moet komen. Met alle afzonderlijke overzichten van producten en diensten per overheidslaag, bestaat nog steeds het probleem dat mensen niet altijd weten bij welke overheidsorganisaties ze moeten zijn. Zoals bekend wil minister De Graaf in samenwerking met andere overheden de dienstverlening aan de burger verbeteren. Daarvoor heeft hij het programma Andere Overheid opgesteld. Provincies hebben hierop hun eigen aanvullingen gemaakt. Een van de concrete voornemens uit het plan van De Graaf is het koppelen van alle online producten- en dienstencatalogi van overheden, zodat mevrouw De Vries toch vindt wat zij zoekt. Het project dat dit mogelijk moet maken heet Samenwerkende Catalogi. De concrete doelstelling is om loketten met productbeschrijvingen (catalogi) zodanig te koppelen dat zij met elkaar kunnen communiceren. Voor burgers en bedrijven bestaat er dan geen wrong door meer. Uiteindelijk zullen alle provincies in 2006 bekend zijn met het project Samenwerkende Catalogi. Enkele provincies zullen in het kader van Samenwerkende Catalogi voor die tijd als spitsproject proefdraaien. Zij zullen standaarden, die momenteel worden ontwikkeld, implementeren in hun catalogi en deze vervolgens koppelen aan catalogi van gemeenten en waterschappen in hun provincie, en aan de catalogus van het Rijk op Overheid.nl. De eerste tests van Samenwerkende Catalogi beginnen in mei en lopen tot eind dit jaar. Vervolgens worden de resultaten van deze spitsprojecten geëvalueerd, waarna de eerste officiële versie van de standaarden kan worden bepaald. Provincies die vermoedelijk aan deze spitsprojecten mee zullen doen zijn Noord-Brabant en Overijssel. Na koppeling van hun catalogi kunnen burgers en bedrijven in principe alle producten van alle overheden via hun loket vinden. Contactpersoon: Ila Bujar, (070) ,

4 4 Door Josien van Bommelen Milieuvergunningen, subsidies voor jeugdhulpverlening en het krediet zorg. Zo maar een greep uit de producten van de Provinciale Producten Catalogus. De provincie Utrecht was een van de zes provincies die heeft besloten in 2004 aan te sluiten op de landelijk ontwikkelde productencatalogus. De volgende stap was de Provinciale Producten Catalogus inhoudelijk en technisch daadwerkelijk handen en voeten geven. Provincie Utrecht geeft handen en voeten aan Provinciale Producten Catalogus Provinciale Staten hebben, geheel in lijn met de Informatiestrategie van de provincie Utrecht, besloten deel te nemen aan de landelijk ontwikkelde productencatalogus. Doel van de productencatalogus was verdere invulling geven aan de elektronische provincie, met een vraaggerichte dienstverlening. provincie was die met de inhoud aan de gang is gegaan, liepen wij tegen alle onvolkomenheden aan die in de productencatalogus zaten. Deze exercitie heeft flink wat tijd gekost. Na de instructie was het noodzaak de beleidsmedewerkers aan te sporen verder met hun producten aan de slag te gaan. Voordat het publiek gebruik kon gaan maken van de Provinciale Producten Catalogus, moest enerzijds de techniek worden geregeld. Anderzijds moest de inhoud van de productencatalogus (123 provinciale producten) worden aangevuld met provinciespecifieke informatie. Bij de provincie Utrecht zijn we begonnen met dit laatste aspect. Kwaliteit in beheer De provincie Utrecht heeft een nadrukkelijke keuze gemaakt voor kwaliteit in beheer van de producten. Om het beheer zo dicht mogelijk bij het product te brengen, hebben we de producten uitgezet bij de beleidsmedewerkers die met subsidies en dergelijke te maken hebben. Op zich al een hele klus om te achterhalen wie, van de circa duizend medewerkers in onze organisatie, over welk product iets kan zeggen. Als valkuil zagen we bij de start van het project te beperkt draagvlak voor de productencatalogus binnen de organisatie. Daarom hebben we eerst de directieraad op de hoogte gesteld, vervolgens het middenmanagement en tot slot zijn de medewerkers geïnformeerd. Bij de vakdiensten van onze organisatie is wisselend gereageerd op de productencatalogus: variërend van enthousiast tot weinig interesse. Hier en daar moest dus extra inspanning worden geleverd om mensen mee te krijgen. In totaal zijn bij de provincie Utrecht circa vijftig medewerkers eigenaar van producten. Een jurist van E-Grant, die betrokken is geweest bij het formuleren van de producten, heeft instructies gegeven, waarin de nodige aandacht is besteed aan het belang van de productencatalogus en de werking van het contentmanagementsysteem. Omdat onze organisatie de eerste Bij dit alles leek de techniek van de productencatalogus een peulenschil. Het ging alleen nog om de gewenste lay-out en het leggen van de juiste verbindingen. Wij hadden er niet op gerekend hier ook enig pionierswerk te moeten verrichten. Centraal en decentraal beheer Gedurende de implementatie van de productencatalogus is alvast nagedacht over de vraag waar het structurele beheer van de productencatalogus moest worden ondergebracht. Eén persoon binnen de organisatie moet verantwoordelijkheid dragen voor het actueel blijven van de catalogus, en als aanspreekpunt dienen voor het landelijk beheerdersoverleg. Bij onze organisatie is het beheer van de catalogus nu bij de sector Documentaire Informatievoorziening ondergebracht. De beheerder heeft deze rol gedurende het traject van de implementatie alvast op zich genomen. Binnen de vakdiensten zijn ook aanspreekpunten ingesteld, zodat in de toekomst nieuwe producten en wijzigingen redelijk snel binnen de diensten kunnen worden uitgezet. Nu de productencatalogus op internet beschikbaar is, is er een uitstekende basis voor verdere ontwikkelingen op weg naar een Andere Overheid. Onze volgende stap is de ontwikkeling van elektronische formulieren en de samenwerking met andere loketten. We houden hierbij aansluiting op het landelijk project vanuit het programma e-provincies. Dit blijkt in de praktijk een vruchtbare samenwerking! Contactpersoon: Josien van Dommelen (innovatiemanager), Beheerder: Co Schimmel,

5 5 De Provinciale Producten Catalogus Een noodzakelijke ontwikkeling met randvoorwaarden Door Ralph de Vries ICT en de overheid lijken nog steeds een moeizame relatie te onderhouden, maar gelukkig is daar e-provincies. Met e-provincies willen de samenwerkende provincies overheidsinformatie toegankelijker maken door deze ook elektronisch beschikbaar te stellen. Dit streven sluit naadloos aan bij de inzet die minister Thom de Graaf pleegt met zijn actieprogramma Andere Overheid. Provincies kunnen niet achterblijven met het verder digitaliseren van hun producten en diensten. Niet in de vorm van een simpele website, die feitelijk een digitale versie van gedrukte informatie is, maar een interactieve site, waarop burgers, gemeenten en maatschappelijke organisaties informatie kunnen opvragen en uitwisselen. Ze moeten dan wel weten wat er zoal in de provincie te koop is. Voordelen Hét instrument om dit vorm te geven is de Provinciale Producten Catalogus (PPC). Ten eerste biedt de PPC een compleet en toegankelijk overzicht van alle wettelijk voorgeschreven diensten en producten, die de provincie aanbiedt aan burgers, bedrijven en medeoverheden. In Utrecht gaat het dan al gauw om 153 diensten en producten (123 landelijke en 30 specifiek Utrechtse). Ten tweede kunnen bestaande papieren formulieren via de PPC voor burgers, bedrijven en medeoverheden als elektronische en intelligente formulieren worden aangeboden. Terwijl het e-formulier vooral een statische, gedigitaliseerde versie van het papieren formulier is, biedt de ontwikkeling van intelligente formulieren de mogelijkheid tot op vraag en voorwaarden toegespitste formulieren. In Utrecht is dit nog toekomstmuziek. Er is prioriteit gegeven aan het opzetten en regelen van de inhoud van de PPC door de vakdiensten. Maar via e-provincies kunnen nieuwe ideeën en ontwikkelingen worden gedeeld en overgenomen. Ten slotte draagt de PPC bij aan de zichtbaarheid van de provincie als essentieel midden-bestuur in Nederland. Taken en verantwoordelijkheden zijn in één oogopslag zichtbaar. Randvoorwaarden Een aantal voorwaarden zijn van groot belang voor het welslagen van de PPC. Allereerst is standaardisatie binnen de provinciale catalogi niet alleen efficiënt, maar ook bittere noodzaak. Andere overheid betekent ook een toegankelijke, ontschotte overheid, die de burger en ondernemer moeiteloos zonder omwegen naar het antwoord op zijn vraag loodst. Daar past een wirwar aan verschillende regelingen, formulieren, etc. niet bij. Maar standaardisatie mag niet tot een statische PPC leiden. Wet- en regelgeving veranderen tenslotte voortdurend. Daarmee komen structureel onderhoud en beheer aan de orde. Momenteel is het beheer van de PPC in handen van E-grant, op basis van incidentele financiering. Willen de provincies beheer en onderhoud serieus ter hand nemen, dan zal hiervoor structureel geld in de begroting moeten worden opgenomen. Zoals gezegd vergt het ontwikkelen van een PPC meer dan het digitaliseren van standaardinformatie en het downloaden van formulieren. Net zo belangrijk is de bijbehorende dienstverlening: de aftersales. Burgers en ondernemers moeten ervan op aan kunnen dat zij door de PPC adequaat verder worden geholpen. Dit vereist van (vak)diensten een open mind en een omslag in werkprocessen. Tot slot een waarschuwing. Neem in het begin niet teveel hooi op de vork. Het verdient de voorkeur om, zoals in Utrecht, met een goed functionerende beperkte PPC te beginnen en deze gaandeweg uit te breiden naar aanvullende werkterreinen en diensten. Rol van Provinciale Staten De PPC hoeft zich naar mijn mening niet te beperken tot het terrein van ambtelijke diensten. Toch is de rol van Provinciale Staten nog onhelder. In Utrecht blijkt de PPC vooral een ambtelijke aangelegenheid, waardoor rol en functie voor Provinciale Staten onduidelijk blijven. Ook vanuit dit perspectief zou naar de PPC moeten worden gekeken. Hopelijk kan dit bij verdere uitbouw van de Utrechtse PPC alsnog worden meegenomen.

6 6 Producten- en dienstencatalogus belangrijke pijler Brabant op weg naar andere provincie Door Peter van Vugt Bén de elektronische provincie! Onder dit inspirerende en motiverende motto is de provincie Noord-Brabant druk op weg haar ambities op dat terrein waar te maken. In het motto zit een verwijzing naar het actieprogramma Andere Overheid van het kabinet. Niet alleen praten, maar de handen uit de mouwen om de voornemens te realiseren. De provincie Noord-Brabant heeft, evenals een aantal andere provincies, een producten- en dienstencatalogus op haar website. Een belangrijke stap en pijler in de uitbreiding van de elektronische dienstverlening naar burgers, bedrijven, maatschappelijke instellingen en andere overheidsorganisaties. Bovendien draagt de catalogus in grote mate bij aan een transparante provincie. Transparantie en toegankelijkheid Met de producten- en dienstencatalogus heeft men op een makkelijke manier toegang tot de producten en diensten die de provincie levert. Het eerste pluspunt is: inzicht in wat we nu eigenlijk allemaal doen. En dat is nogal wat. Meer dan tweehonderd producten en diensten! Om die producten en diensten zichtbaar te maken zijn er verschillende mogelijkheden. Men kan zoeken aan de hand van een trefwoord. Men kan ook op categorie zoeken, om meer te worden geleid richting relevante producten of diensten. Het is de bedoeling en uitdaging de toegankelijkheid van onze producten in de toekomst te vergroten. Belangrijk uitgangspunt is dat een klant niet hoeft te weten wie een bepaald product levert. Het maakt dan niet uit via welke overheidswebsite een burger of bedrijf een aanvraag doet. Men wordt automatisch doorgeleid naar het juiste product van het juiste orgaan. Dat kan al via het digitale loket van Overheid.nl. Daar moet het echter niet bij blijven! Ook de productencatalogi van lagere overheden, belangenorganisaties en bijvoorbeeld het bedrijvenloket van Vereniging van Kamers van Koophandel moeten in de toekomst naar elkaar verwijzen. Een ondernemer wordt dan, indien relevant, vanuit het bedrijvenloket gewezen op een subsidiemogelijkheid voor revitalisering van bedrijventerreinen bij de provincie. Een voorbeeld van pro-actieve dienstverlening. Dienstverlening Het overzicht van gezamenlijke producten van de provincies met een beschrijving is al een hele winst. Veel provincies, ook Brabant, moeten nog komen tot een vollediger overzicht van alle producten en diensten, inclusief de eigen specifieke producten. Indien relevant moet bij een product minimaal de mogelijkheid worden geboden om een digitaal formulier te downloaden. Nog beter is het wanneer de belanghebbende de beschikking krijgt over een digitaal formulier, waarmee eenvoudig iets kan worden aangevraagd of gemeld. Een dergelijk formulier helpt bij de invoer, voorkomt fouten en bewaakt de volledigheid. Zo kan men in Brabant sinds kort via internet opgave doen van de hoeveelheid onttrokken grondwater. Hiermee kunnen in potentie ongeveer 7500 van onze burgers en bedrijven zeven dagen per week, 24 uur per dag van deze snelle en eenvoudige wijze van communicatie gebruikmaken. Gedurende de eerste drie weken hebben al ongeveer 1600 belanghebbenden dit gedaan. Er waren veel positieve reacties, met name over de snelheid, overzichtelijkheid, het gebruikersgemak en de mogelijkheid tot het automatisch ontvangen van een opdrachtbevestiging via . Met de mogelijkheid om digitaal producten af te nemen verbetert de dienstverlening aanzienlijk. Bij elektronische dienstverlening wordt ook binnen de provinciale organisatie een flinke efficiencywinst behaald. Gegevens van de aanvrager zijn immers digitaal aanwezig, hetgeen mogelijkheden biedt voor automatische verwerking in administratieve systemen. De kosten van administratieve afhandeling verminderen hierdoor. De producten- en dienstencatalogus is een belangrijke stap in de richting van elektronische provincies. We staan aan het begin van deze veranderende dienstverlening, met nog een lange maar interessante weg te gaan. Meer informatie vindt u op:

7 7 Bedrijvenloket: PPC op maat voor bedrijven Door Harold Siekmann i.s.m. Astrid Buur De overheid streeft naar administratieve lastenverlichting voor bedrijven en organisaties. Tevens wil zij haar eigen dienstverlening verbeteren. Een van de ontwikkelingen die hieraan tegemoetkomt is de Provinciale Producten Catalogus (PPC), die in deze speciale uitgave in het middelpunt staat. De PPC helpt burgers, bedrijven en instellingen bij het vinden van producten en diensten, waarvan de uitvoering berust bij provincies (o.a. subsidies, voorzieningen en vergunningen). Kenmerk van de PPC is dat zij het aanbod van provinciale producten en diensten op overzichtelijke wijze presenteert. De ontwerpers van de PPC hebben zich gerealiseerd dat burgers, bedrijven en instellingen niet willen worden gehinderd door de vraag bij welke overheid zij een bepaald product moeten zoeken. Daarom is besloten dat de PPC qua structuur voor alle provincies gelijk dient te zijn en de PPC in het overheidsloket moet worden geïntegreerd. Feitelijk werd hiermee een stapje gezet in de richting van een meer vraaggerichte benadering. Maar het kan nog mooier De Kamers van Koophandel ontwikkelden een virtueel Bedrijvenloket, waar de ondernemer geïntegreerde informatie over wetten en regels krijgt van alle relevante overheidsorganisaties. In de PPC zit ook informatie die voor ondernemers van belang is. Inhoudelijk hebben de PPC en het Bedrijvenloket overlap en dus rijst de vraag: zitten we met de PPC op een goed spoor, of is het Bedrijvenloket een beter spoor? En wat betekent dat in het verdere traject voor de relatie tussen de PPC en het Bedrijvenloket? De PPC is aanbodgericht en het Bedrijvenloket is vraaggericht. Beide benaderingen zijn nodig en het Bedrijvenloket en de PPC vullen elkaar dus prima aan. De overheidscatalogus, waar de PPC deel van uitmaakt, streeft naar een compleet overzicht van alle producten en diensten van de overheid. Het Bedrijvenloket streeft ernaar de meestgestelde vragen van ondernemers te beantwoorden. Daarom staan er bijvoorbeeld ook 150 vragen en antwoorden van gemeenten in, die door participerende gemeenten kunnen worden aangevuld met lokale details. Dezelfde opzet kan ook voor provincies worden gebruikt. Daarnaast kunnen de overheidscatalogus en het Bedrijvenloket worden gekoppeld. De antwoorden uit het Bedrijvenloket worden dan aangevuld met het aanbod uit de diverse catalogi, met name die van uitvoeringsinstellingen, provincies, gemeenten en waterschappen. De meerwaarde van het Bedrijvenloket is de vraaggerichtheid. Daardoor vinden ondernemers snel en makkelijk geïntegreerde informatie. Het Bedrijvenloket geeft echter niet op alle mogelijke vragen antwoord. De directe informatie uit de aanbodgerichte catalogi kunnen hier prima aanvullen. Het wordt, met steeds weer nieuwe loketten en portalen, niet duidelijker bij welk loket ondernemers en organisaties moeten zoeken. Daarom wordt gedacht aan geïntegreerd aanbieden van de overheidscatalogus en het Bedrijvenloket. Logisch en praktisch is het achter elkaar plaatsen van de overheidscatalogus en het Bedrijvenloket. Het Bedrijvenloket fungeert dan als eerste hulp. Die eerste hulp beantwoordt de meestgestelde vragen. Vinden gebruikers in het Bedrijvenloket niet het gewenste antwoord, dan worden ze geholpen door de samenwerkende catalogi (zie p.3). De ondernemer kan zelf verder zoeken naar de producten en diensten die hij nodig heeft. Lees verder op pagina 8

8 8 Vervolg van pagina 7 Het Bedrijvenloket en de PPC verbeteren zo de administratieve lastenverlichting en dienstverlening voor bedrijven en organisaties. Als gevolg gaan provincies kijken hoe zij op het Bedrijvenloket kunnen aansluiten. e-provincies wil in 2005 een aantal proefprojecten starten. Contactpersoon: Harold Siekmann, harold.siekmann@ictu.nl, (070) Vraag via het Overheidsloket aan het Bedrijvenloket. Overheidsloket Het Bedrijvenloket voorziet de vrager van een antwoord dat is samengesteld uit bijdragen uit afzonderlijke overheidscatalogi. Bedrijvenloket Catalogi van Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en uitvoeringsorganisaties. Beschrijving van de weg vanuit het Overheidsloket naar het Bedrijvenloket, die haar informatie haalt uit de catalogi. Het blijft ook mogelijk rechtstreeks naar het Bedrijvenloket of de verschillende catalogi te gaan. Dit is een uitgave van e-provincies Voor vragen en/of suggesties met betrekking tot deze uitgave kunt u contact opnemen met John Kuipéri of Conny Pronk. Postbus AA Den Haag Nieuwe Duinweg AD Den Haag T (070) E e-provincies@ictu.nl I Redactie e-provincies Ontwerp De Rotterdamsche. Druk Drukkerij De Eendracht, Schiedam Oplage 7000