Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeervragen gesteld in 2013, 1 ste semester

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeervragen gesteld in 2013, 1 ste semester"

Transcriptie

1 Federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Gezondheidszorg DM - Data Management Cel TCG & Audit Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeervragen gesteld in 2013, 1 ste semester Oktober 2013 FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 1

2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 2 INLEIDING... 5 ALGEMENE VRAGEN... 6 Vraag 2013.sem1.C.1: Precisering van een code op basis van labo resultaten... 6 Vraag 2013.sem1.C.2: keuze van de HD: dehydratatie of gastro-enteritis... 6 HFDST NEOPLASMATA... 7 Vraag 2013.sem1.hfdst02.1: Actieve tumor versus non actieve tumor... 7 Vraag 2013.sem1.hfdst02.2: Goedaardig hersenneoplasma behandeld met radiochirurgie... 7 Vraag 2013.sem1.hfdst02.3: M-codes... 7 HFDST ENDOCRIENE, NUTRITIONELE, METABOLE EN IMMUNOLOGISCHE AANDOENINGEN... 8 Vraag 2013.sem1.hfdst03.1: Diabetische voet... 8 Vraag 2013.sem1.hfdst03.2: secundaire diabetes of diabetes mellitus... 8 Vraag 2013.sem1.hfdst03.3: Keuze van hoofddiagnose bij opname wegens de novo diabetes... 9 Vraag 2013.sem1.hfdst03.4: Gluthationreductase deficiëntie Vraag 2013.sem1.hdfst03.5: Euthyroidie Vraag 2013.sem1.hfdst03.6: Traps-syndroom HFDST MENTALE AANDOENINGEN Vraag 2013.sem1.hfdst05.1: Druggeïnduceerde encefalopathie HFDST AANDOENINGEN VAN ZENUWSTELSEL EN ZINTUIGLIJKE ORGANEN Vraag 2013.sem1.hfdst06.1: Acuut CVA of laat gevolg van CVA Vraag 2013.sem1.hfdst06.2: Auto-/dysimmune limbische en neocorticale encefalitis HDST AANDOENINGEN VAN HET CIRCULATOIR SYSTEEM Vraag 2013.sem1.hfdst07.1: (re)trombose in femorale en popliteale synthetische greffe Vraag 2013.sem1.hfdst07.2: Epilepsie na CVA Vraag 2013.sem1.hfdst07.3: Keuze van hoofddiagnose bij heropname na PTCA bij oorspronkelijk niet-cardiale reden van opname in het eerste verblijf Vraag 2013.sem1.hfdst07.04: Keuze van hoofddiagnose bij heropname na PTCA voor bijkomende behandeling die niet gericht is op het ischemisch hartlijden Vraag 2013.sem1.hfdst07.5: codering van PTA Vraag 2013.sem1.hfdst07.6: Trombose van een intracraniële veneuze sinus Vraag 2013.sem1.hfdst07.7: Schommelende bloeddrukken HDST AANDOENINGEN VAN HET RESPIRATOIR STELSEL Vraag 2013.sem1.hfdst08.1: Status astmaticus bij tot COPD geëvolueerd astma HFST 10 - AANDOENINGEN VAN UROGENITAAL SYSTEM Vraag 2013.sem1.hfdst10.1: CAST-nefropathie HFDST CONGENITALE ANOMALIEËN Vraag 2013.sem1.hfdst14.1: Prematuriteit voedingsproblematiek FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 2

3 Vraag 2013.sem1.hfdst14.2: Pes planus, verworven of congenitaal HFDST. 17A - TRAUMA S EN ONGEVALLENLETSELS Vraag 2013.sem1.hdst17a.1: ingekapseld hematoom na een val HDST. 17C - VERGIFTIGINGEN EN BIJWERKINGEN VAN GENEESMIDDELEN Vraag 2013.sem1.hfdst17c.1: Langtermijn ingreepsekwellen HDST. 17D - COMPLICATIES VAN HEELKUNDE EN MEDISCHE ZORGEN Vraag 2013.sem1.hfdst17d.1: accidental cut or puncture Vraag 2013.sem1.hfdst17d.2: Fitting and adjustment OF complicatie van stent als HD AD1 CODES V EN E Vraag 2013.sem1.Ad1.1: Other specified administrative purpose V68.89 of V Vraag 2013.sem1.Ad1.2: Observatie en evaluatie voor verdachte conditie, niet bevestigd: Vraag 2013.sem1.Ad1.3: V24.0 Postpartum care & examination immediately after delivery Vraag 2013.sem1.Ad1.4: Blaassonde uitgetrokken door verwarde patiënt AD2 PROCEDURES Vraag 2013.sem1.Ad2.1: Nieuwe TRAM code Vraag 2013.sem1.Ad2.2: Cardioversie Vraag 2013.sem1.Ad2.3: Foraminale infiltratie Vraag 2013.sem1.Ad2.4: Continue positieve luchtwegdruk (cpap) Vraag 2013.sem1.Ad2.5: Revisie van de femorale prothese met het plaatsen van een acetabulair component Vraag 2013.sem1.Ad2.6: Procedures by borst neoplasmata Vraag 2013.sem1.Ad2.7: Plaatsen van een patellaprothese Vraag 2013.sem1.Ad2.8: Gebruik van cell-saver peroperatoir Vraag 2013.sem1.Ad2.9: Bottrepanatie voor maxillaire cyste Vraag 2013.sem1.Ad2.10: Peridurale anesthesie tijdens arbeid en bevalling Vraag 2013.sem1.Ad2.11: Behandeling van Cam of Pincerletsel Vraag 2013.sem1.Ad2.12: Xiapex behandeling by ziekte van Dupuytren FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 3

4 IN SAMENWERKING MET: DESKUNDIGEN G. Bouhy CHIREC, Bruxelles C. Fierens AZ KLINA, Brasschaat S. Regout Cliniques Unibersitaires St Luc, Bruxelles ARTS AUDITEURS F Ameye FOD VVVL D. Desantoine FOD VVVL N. Farhat FOD VVVL M.-A. Lambot FOD VVVL A. Lesage FOD VVVL F. Proot FOD VVVL S. Van Malderen FOD VVVL K. Wijmeersch FOD VVVL FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 4

5 INLEIDING Deze brochure is een aanvulling op het Handboek ICD-9-CM-codering 2013 uitgegeven door de FOD Volksgezondheid (zie ook referenties onderaan) en beantwoordt de codeerproblemen gesteld door de ziekenhuizen in 2013/1 ste semester. De antwoorden op de codeervragen van ziekenhuizen hebben alleen betrekking op de in de vragen beschreven codeerproblemen. De antwoorden die hier gegeven zijn, mogen niet in andere contexten gebruikt worden. De codeervragen & antwoorden zijn gegroepeerd in dezelfde volgorde van de hoofdstukken van het codeerhandboek Een verwijzingscode werd toegewezen aan elke vraag en ter beschikking gesteld van ziekenhuizen die een vraag & antwoord willen verduidelijken. Referenties: 1. ICD-9-CM 9th Revision Clinical Modification - Sixth Edition , Hospital Edition, volumes 1,2 & 3, PMIC (Practice Management Information Corporation), Los Angeles, CA, USA 2. Handboek ICD-9-CM-Codering 2013 officiële versie. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 5

6 ALGEMENE VRAGEN Vraag 2013.sem1.C.1: Precisering van een code op basis van labo resultaten Betreft: codeeradviezen op vragen van ziekenhuizen gesteld in 2012 sem. 1 (FAQ 2012 sem. 1). Enerzijds mag men het protocol van een scan gebruiken ter precisering van de metastasen (HFDST.02 NEOPLASIE vraag ch02.03 Blz. 10) en anderzijds mag men het labo resultaat bij een urineweginfectie niet gebruiken om de oorzakelijke kiem erbij te plaatsen die in het labo te vinden is (ALGEMENE VRAGEN vraag C.1 Blz. 7). De redenering in beide casussen is hier toch identiek, het gaat om een precisering van een code, niet om eigen interpretatie van het labo gegeven. Het labo gegeven wordt enkel gebruikt om de soort kiem bij de door de arts aangegeven infectie (welke dan ook) te vervolledigen. Waarom wordt daar een verschil in gemaakt? Antwoord 2013.sem1.C.1: De redenering is verschillend: Onder precisering wordt verstaan het verbeteren van een ongespecificeerde code (NOS-NEC) naar een gespecificeerde code aan de hand van gegevens in het dossier die niet rechtsreeks afkomstig zijn van de behandelend arts maar waarvan de relevantie onomstotelijk is. Gebruik van deze informatie voor het toevoegen van extra codes of zonder dat de relevantie vaststaand is, is niet toelaatbaar. Resultaten van culturen zijn heel vaak bijbesmetting of commensalen en de betrokkenheid bij een bepaalde infectie mag niet zonder meer worden aangenomen. In het geval van een urine-infectie betreft het bovendien een bijkomende code. Vraag 2013.sem1.C.2: keuze van de HD: dehydratatie of gastro-enteritis Een kind dat wordt opgenomen wegens dehydratatie als gevolg van acute gastro-enteritis (rotavirus). We stellen ons de vraag wat hier de hoofddiagnose moet zijn: A) De dehydratatie als hoofddiagnose (276.51): aangezien het kind niet zo opgenomen geweest als het kind alleen een gastro-enteritis had. Het is de dehydratatie die voor een opname zorgt. B) De acute gastroenteritis door rota (008.61) als hoofddiagnose: aangezien dehydratatie het gevolg is van deze gastroenteritis. Dehydratatie is immers een symptoom van gastroenteritis (cfr. codeerhandboek FOD 2011/2012, punt 1.3: Een symptoom wordt maar gecodeerd als hoofddiagnose wanneer er geen diagnose werd gesteld door de arts die de patiënt behandelt. ) Antwoord 2013.sem1.C.2: Dit soort vragen kan alleen beantwoord worden door de behandelend arts want zowel dehydratatie als gastro-enteritis kunnen hoofddiagnose zijn afhankelijk van de context van opname. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 6

7 HFDST NEOPLASMATA Vraag 2013.sem1.hfdst02.1: Actieve tumor versus non actieve tumor Moeten we een bronchuscarcinoma dat bestraald is met curatieve intentie maar waarvan niet kan worden bevestigd of het nu genezen is of niet coderen als actief of als V10? Spinocellulaire bronchuscarcinomata kunnen curatief worden behandeld met radiotherapie. Helaas is het achteraf vaak moeilijk om ondubbelzinnig vast te stellen of de tumor nu volledig geëradiceerd is of niet, vooral in aanwezigheid van radiatiepneumonitis. Wat moeten wij coderen zolang de behandelend arts aangeeft dat hij niet met zekerheid kan stellen of de tumor nog aanwezig is? De code voor de actieve tumor maar dan met waarschijnlijkheidsgraad 1 of de toepasselijke V-10 code of beide samen? Antwoord 2013.sem1.hfdst02.1: In geval van klinische twijfel die duidelijk gedocumenteerd wordt in het medische dossier is het aangewezen om alleen de actieve code mee te geven met zekerheidsgraad 2 zeker. Vraag 2013.sem1.hfdst02.2: Goedaardig hersenneoplasma behandeld met radiochirurgie Moeten we een goedaardig hersenneoplasma behandeld met radiochirurgie nog tijdelijk coderen als actief of met V12.41 "Personal history of benign neoplasm of brain"? Radiochirurgie ("gamma knife") vernietigt hersenletsels slechts geleidelijk en wij vinden in dossiers dan ook beschrijvingen als "Gekend vestibularis schwannoom uitpuilend in de brughoek aan de linkerzijde, inmiddels status na radiochirurgie." Vanaf wanneer moeten wij een benigne hersentumor als personal history (V12.41) beschouwen? Bij de eerstvolgende opname na die voor de radiochirurgie of pas wanneer de behandelend arts vermeld dat de tumor "genezen" is? Antwoord 2013.sem1.hfdst02.2: In geval van klinische twijfel die duidelijk gedocumenteerd wordt in het medische dossier is het aangewezen om alleen de actieve code mee te geven met zekerheidsgraad 2 zeker. Vraag 2013.sem1.hfdst02.3: M-codes Moeten wij de M-codes meegeven zelfs voor de daghospitalen in 2013? Antwoord 2013.sem1.hfdst02.3: Het is altijd aangewezen om M-codes te registreren voor inschrijvingen in verband met neoplasmata. M-codes zijn in principe verplicht ook voor daghospitalisaties. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 7

8 HFDST ENDOCRIENE, NUTRITIONELE, METABOLE EN IMMUNOLOGISCHE AANDOENINGEN Vraag 2013.sem1.hfdst03.1: Diabetische voet a) Een patiënt met diabetische voet, Ruth 5, wonde teen IV met botcontact. Over diabetische angiopathie is niks weergegeven. Is dit te coderen als ? b) Een patiënt met diabetische voet, Ruth 5, wonde teen IV met necrose. Hier ook of ? c) Beiden met partiële amputatie digit 4. Antwoord 2013.sem1.hfdst03.1: a) Diabetes with other specified manifestations (Diabetes met andere gespecificeerde afwijkingen, type 2, zonder vermelding van niet onder controle) Ulcer of other part of foot (Ulcus van overig deel van voet ) volstaat, vermits geen expliciete vermelding van atheromatose. Zoals voor andere classificaties (bv. TNM) volstaat het vermelden van een bepaalde Rutherford-graad niet om atheromatose te coderen. Bijkomende documentatie in het dossier of navragen bij de behalend behandelend arts is wel sterk aanbevolen. b) Ook hier is er onvoldoende argumentatie om atheromatose te coderen. Bovendien staat necrose niet gelijk aan gangreen wat ook tot uiting komt in de Rutherford-graad die immers in geval van gangreen 6 zou moeten zijn. Necrose zonder meer in deze context kan dan ook niet gecodeerd worden. c) Gezien een behandeling geen invloed heeft op de codering van diagnoses, blijft het codeeradvies ongewijzigd. Vraag 2013.sem1.hfdst03.2: secundaire diabetes of diabetes mellitus In een ontslagbrief vinden we de vermelding van DM type 2 vanaf 2003, maar vanaf 2008 beschouwt de arts deze diabetes als secundair tgv. chronische calcifiërende pancreatitis, waarbij wordt overgeschakeld naar insulinetherapie. Er is tevens diabetische retinopathie aanwezig. Hoe coderen we dit: als DM type 2 met retinopathie en chronische calcifiërende pancreatitits, of als een secundaire diabetes met chronische pancreatitis? De arts stelt in zijn antwoord voor om beide types te weerhouden: Ik heb deze patiënte maar eenmaal gezien i.k.v. haar diabetes. Retrospectief is het moeilijk op basis van de gegevens die ik ter beschikking heb om hierover volledige uitspraak te doen. Ik neem aan dat deze dame type 2 diabetes heeft sinds 2003, maar omgeschakeld werd naar insuline in 2008 gezien verdere achteruitgang van haar pancreasfunctie i.k.v. een chronische pancreatitis. De diagnose DM2 van 2003 zou ik aanhouden; secundaire diabetes vanaf Gezien secundaire diabetes niet samen met diabetes mellitus mag gecodeerd worden, stelt zich hier een probleem. Wat coderen we hier best? Codeervoorstel 1: : Diabetes mellitus with ophthalmic manifestations, type II or unspecified type, not stated as uncontrolled : Background diabetic retinopathy (manifestation) V58.67: Long-term (current) use of insulin 577.1: Chronic pancreatitis FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 8

9 Codeervoorstel 2(onze voorkeur): : Secondary diabetes mellitus with ophthalmic manifestations, not stated as uncontrolled, or unspecified : Background diabetic retinopathy (manifestation) V58.67: Long-term (current) use of insulin 577.1: Chronic pancreatitis Antwoord 2013.sem1.hfdst03.2: Het antwoord van de arts endocrinoloog bevestigt dat het in eerste instantie om een primaire diabetes gaat met daarop gesuperponeerde secundaire diabetes. Bij verstek moet daarom gebruik worden gemaakt van categorie 250 => voorkeur voor codeervoorstel 1. De code voor diabetische retinopathie zonder bijkomende specificatie is echter niet die enkel geldt voor behandelde of spontaan uitgedoofde (background) retinopathie, maar wel Nonproliferative diabetic retinopathy (Niet proliferatieve diabetische retinopathie, niet anders gespecificeerd). Vraag 2013.sem1.hfdst03.3: Keuze van hoofddiagnose bij opname wegens de novo diabetes In het codeerhandboek 2013 staat op p.77 dat evaluatie, oppuntstelling van de medicatie bij een gekende diabetespatiënt met complicaties moet gecodeerd worden met 250.9x als hoofddiagnose om een homogenere groepering te bekomen. Maar wat als het gaat om een niet-gekende diabetespatiënt waarbij tijdens opname één of meerdere chronische complicaties worden ontdekt? Op de diavoorstellingen werd dit onderscheid niet gemaakt en het lijkt mij ook onlogisch. Bij verder nazicht blijkt het kader trouwens niet aangepast te zijn sinds de versie 2007/2008. Antwoord 2013.sem1.hfdst03.3: Inderdaad over het hoofd gezien erratum. En de complicatiecodes die als nevendiagnose mogen worden gecodeerd zijn beperkt tot 250.4x-8x maar ook van toepassing voor de categorie 249. Bijgevolg moet het kader op pagina 77 vervangen worden door het volgende: Belangrijk: Evaluatie, oppuntstelling en aanpassing van de medicatie bij een gekende diabetespatiënt met complicaties : Als een diabetespatiënt met gekende of tijdens opname ontdekte chronische verwikkelingen enkel wordt opgenomen voor een oppuntstelling of regeling van de medicatie dan wordt de code 250.9x als hoofddiagnose gebruikt. De complicatiecodes (250.4x tot 250.8x en 249.4x tot 249.8x) voor alle gekende en/of ontdekte chronische verwikkelingen worden als nevendiagnose geregistreerd. Deze regel wijkt af van de algemene codeerrichtlijnen van ICD-9-CM om een homogenere groepering van diabetes mellitus te bekomen (één enkele DRG). Deze regel geldt evenwel niet voor zwangeren (zie verder). FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 9

10 Vraag 2013.sem1.hfdst03.4: Gluthationreductase deficiëntie Hoe codeer je "gluthationreductase deficiëntie waardoor verhoogd risico op hemolytische crisis bij infectie"? Gluthationreductase is een enzym dat glutathiondisulfide (GSSG) reduceert tot thiol glutathion (GSH), dat een belangrijke cellulaire antioxidant is. In cellen die bloot gesteld worden aan een hoge dosis oxidatieve stress, zoals bij de rode bloedcellen, leidt dysfunctie hiervan tot lysis van de cellen en bloedarmoede (Wikipedia). Partiële deficiëntie is een relatief frequent gevolg van suboptimale nutritie en riboflavinedeficiëntie, maar is niet geassocieerd met klinische hematologische afwijkingen. Genetisch bepaalde deficiëntie daarentegen is extreem zeldaam en kan wel hemolyse veroorzaken (UpToDate). In ICD-10 bestaan voor de verworven vorm de code E53.0 riboflavinedeficiëntie [overeenkomend met ICD-9-CM 266.0] en voor de genetische vorm, in geval van anemie, een D55.1 "Anemia due to other disorders of glutathione metabolism" [overeenkomend met ICD-9-CM 282.2]. Voor de genetische vorm zonder aanwezigheid van anemie vind ik echter geen codes. Zouden we hiervoor de code (overige gespecificeerde stoornissen van het aminozuur metabolisme) mogen gebruiken? Antwoord 2013.sem1.hfdst03.4: Ja. Vraag 2013.sem1.hdfst03.5: Euthyroidie Op onze dienst heerst er discussie over het begrip euthyroidie. Wanneer met de codefinder euthyroidism opgezocht wordt, bekomt men code unspecified acquired hypothyroidism. Maar euthyroidie zonder sprake van een schildklieraandoening en gebruik van relevante medicatie betekent het volledig normaal werken van de schildklier en hoeft toch niet gecodeerd te worden? Antwoord 2013.sem1.hfdst03.5: Uw redenering omtrent euthyroidie is correct: state of having normal thyroid gland function (Wikipedia). Op zich kan dit dus niet gecodeerd worden. Meestal wordt deze term evenwel gebruikt in aanwezigheid van beginnend of (al dan niet onder chronische behandeling) gestabiliseerd schildklierlijden. Zo niet gedocumenteerd in het patiëntendossier is navragen bij de behandelend arts dus aan te raden. Helaas verwijst de index voor Euthyroïdie inderdaad naar Unspecified hypothyroidism (Niet gespecificeerde hypothyreoidie). Dit is echter niet correct. Vraag 2013.sem1.hfdst03.6: Traps-syndroom Mogen we de code (familiale mediterrane koorts) gebruikten voor het TRAPS-syndroom? Antwoord 2013.sem1.hfdst03.6: Gelieve afkortingen in de vraagstelling te vermijden. Als u TNF receptor associated periodic syndrome bedoelt, is het antwoord ja. Het gaat immers ook om een vorm van amyloïdose met gelijkaardige oorzaak en symptomatologie (cfr. zoals beschreven onder de includes van Familial Mediterranean fever (Familiale mediterrane koorts). De FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 10

11 overeenstemmende code in ICD-10-PCS zijnde E850 heeft trouwens een veel vager label: Nonneuropathic heredofamilial amyloidosis. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 11

12 HFDST MENTALE AANDOENINGEN Vraag 2013.sem1.hfdst05.1: Druggeïnduceerde encefalopathie Hoe wordt druggeïnduceerde encefalopathie het best gecodeerd? Codeerhandboek 2013 p. 119 stelt dat "alcoholische encefalopathie wordt gecodeerd als (Alcohol-geïnduceerde persisterende dementie). Mogen we dan naar analogie de (pathologische) druggeïnduceerde encefalopathie coderen met drugs-geinduceerde persisterende dementia? Of moeten we dit coderen met (toxische encefalopathie) met bijhorende E-code? En wat als de encefalopathie wordt geweten aan langdurig alcohol- en drugsmisbruik? Antwoord 2013.sem1.hfdst05.1: Volgens de alfabetische index komen we op: Encephalopathy (acute) alcoholic due to birth injury (intracranial) dialysis transient drugs - (see also Table of Drugs and Chemicals) In de systematische lijst staat: Encephalopathy, not elsewhere classified Encephalopathy, unspecified Metabolic encephalopathy Septic encephalopathy Excludes: toxic metabolic encephalopathy (349.82) Other encephalopathy Excludes: encephalopathy: alcoholic (291.2) hepatic (572.2) hypertensive (437.2) toxic (349.82) Er is dus niets dat ons toestaat om bij verstek Drug-induced persisting dementia (Door drugs geïnduceerde dementie) te coderen voor (pathologische) druggeïnduceerde encefalopathie zoals het wel het geval is voor alcoholische encefalopathie. Indien het dossier of navraag bij de behandelend arts echter kan aantonen dat het gaat om drugs-geïnduceerde dementie, wat specifieker is, is dit wel correct. In geval van encefalopathie geweten aan langdurig alcohol- en drugsmisbruik moet dus bij verstek een Pathological drug intoxication (Alcohol- geïnduceerde persisterende dementie) gecombineerd worden met Other encephalopathy (Andere encephalopathie). FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 12

13 Hfdst Aandoeningen van zenuwstelsel en zintuiglijke organen Vraag 2013.sem1.hfdst06.1: Acuut CVA of laat gevolg van CVA In een ontslagbrief lezen we het volgende besluit: Uw patiënt bood zich aan via de cerebrovasculaire polikliniek, meerdere weken na het ontstaan van de eerste klachten en klinische tekens. Hij is opgevangen door het team van de Eenheid voor Beroertezorg. Op basis van de klinische gegevens werd 'beroerte' als werkhypothese gehanteerd. Fenomenologisch presenteerde de beroerte zich als een lacunair syndroom (LACS), er was een episode van een linker hemiparese, met heden nog een milde linker hemiataxie met een gescandeerde spraak bij klinisch neurologisch onderzoek. Onze vraag: gezien de patiënt zich pas meerdere weken na het ontstaan van de klachten aanbiedt voor onderzoek, moeten we dit coderen als een acuut CVA met hemiparese, hemiataxie en dysfasie, of moeten we dit beschouwen als laat gevolg van een CVA, ook al wordt de diagnose nu pas gesteld? Wij zouden de eerste optie voorstellen, coderen als acuut CVA. Antwoord 2013.sem1.hfdst06.1: AHA Coding Clinic Fourth Quarter 1999 Page: 3 tot 4 lijkt uw voorstel te bevestigen: Code Acute,, cerebrovascular disease is reserved for the initial (first) episode of care for the acute CVA. En dit is ook in concordantie met de redenering voor acuut myocardinfarct zoals beschreven in het Handboek ICD-9-CM-codering 2013 p. 159: Het vijfde cijfer van categorie 410 duidt aan of het om een initiële zorgepisode dan wel om een volgende opname gaat in het kader van hetzelfde myocardinfarct. Dit heeft niets te maken met de termen acuut en chronisch. en de algemene redenering voor sekwel/laat effect p. 375 van het codeerhandboek Het is duidelijk dat dit evenwel een zeldzaamheid zou moeten zijn. Vraag 2013.sem1.hfdst06.2: Auto-/dysimmune limbische en neocorticale encefalitis Hoe moeten we een auto-/dysimmune limbische en neocorticale encefalitis met anti NMDAreceptorantistoffen coderen? Voorstel: Encephalitis and encephalomyelitis Autoimmune disease, not elsewhere classified. Antwoord 2013.sem1.hfdst06.2: De index geeft onder encephalitis, specified cause NEC de code Other causes of encephalitis and encephalomyelitis (Andere oorzaken van encefalitis en encefalomyelitis). Vermits dit een NEC-code is, mag er geen bijkomende code worden toegevoegd met bijkomende informatie. De ICD-9-CM is immers een gesloten classificatie. Voor elke aandoening of procedure wordt door de classificatie één enkele plaats voorzien. Zeldzame diagnoses of procedures zijn gegroepeerd onder codes met de omschrijving other of not elswhere classified (NEC) (cfr. Codeerhandboek 2013 p. 5). FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 13

14 HDST Aandoeningen van het circulatoir systeem Vraag 2013.sem1.hfdst07.1: (Re)trombose in femorale en popliteale synthetische greffe Een patiënte wordt opgenomen met een acute ischemie van het linker lidmaat op basis van een occlusie door een (re)trombose in de reeds vroeger uitgevoerde femorale en popliteale synthetische greffe. Er is in de brief geen sprake van atherosclerose in het lidmaat/greffe. Moet een dergelijke thrombose ook gecodeerd worden met de ICD 9 code atherosclerosis of bypass graft of extremities? Thrombose van de arteriën van onderste lidmaat wordt gecodeerd met de ICD 9 code Arterial embolism or thrombosis of lower extremity maar zo kunnen we niet aantonen dat het hier gaat om een thrombose van een synthetische greffe. Antwoord 2013.sem1.hdst.07.1: Zo alleen sprake van trombose zonder vermelding van atheromatose/arteriosclerose is het niet toegestaan om dit laatste te coderen en kan alleen een Arterial embolism and thrombosis of arteries of the extremities, lower extremity (Arteriële embolie en trombose van arteriën van de ledematen, onderste lidmaat) worden meegegeven. Zo de arts aangeeft dat het gaat om een complicatie van de greffe moet dit gecodeerd worden met Mechanical complication of other vascular device/implant/graft (Mechanische complicatie van een ander vasculair toestel, implantaat en greffe) als het gaat om een rechtsreeks gevolg van de stent of als Infection and inflammatory reaction due to other vascular device/implant/graft (Infectie en inflammatoire reactie door ander vasculair toestel, implantaat en greffe) als het beschreven wordt als een inflammatoire reactie (na te vragen zo nodig) met in beide gevallen de als bijkomende diagnose. Vraag 2013.sem1.hfdst07.2: Epilepsie na CVA Betreft: FAQ 2012 sem1 Vraag ch7.1: Epilepsie na CVA Een patiënt ontwikkelt epilepsie na een CVA en wordt opgenomen voor zijn epilepsie. Codeervoorstel: HD: ND: Of HD: ND: Late effects of cerebrovascular disease Epilepsy, unspecified, without intractable epilepsy Grand mal status Late effects of cerebrovascular disease Grand mal status Antwoord ch7.1: Het correcte voorstel is HD en ND Vraag 1: klopt het eerste codeervoorstel waarbij zowel een ongespecificeerde code voor epilepsie als de grand mal status worden gecombineerd; wij dachten dat hier eerder enkel code bedoeld werd? FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 14

15 Vraag 2: het antwoord geeft aan dat er gekozen wordt voor de grand mal status hoewel dit niet gespecificeerd wordt in de korte casusbeschrijving. Mag men in deze dan standaard uitgaan van een grand mal status bij een laat gevolg van CVA? Wij zouden hier opteren voor Antwoord 2013.sem1.hfdst07.2: Vraag 1: Alles wat in het (donker)grijze kader staat zijn zaken die voorgesteld worden door de vraagsteller. Vanzelfsprekend zijn die voorstellen bij verstek NIET correct. Vraag 2: Uw opmerking is volledig terecht. Het betreft hier een vertaalfout van de casusbeschrijving. In de oorspronkelijke Franstalige vraagstelling stond immers un état de mal épileptique die had moeten vertaald worden als status epilepticus. Vraag 2013.sem1.hfdst07.3: Keuze van hoofddiagnose bij heropname na PTCA bij oorspronkelijk niet-cardiale reden van opname in het eerste verblijf In het hoofdstuk 7, Ischemische hartaandoeningen (handboek 2013 p. 158) wordt uitvoerig ingegaan op de keuze van hoofddiagnose bij heropname na coronaro of PTCA. Hierbij wordt echter altijd uitgegaan dat de oorspronkelijke reden van opname een cardiaal event is. Wat als dit een nietcardiaal probleem is (bv. CVA) waarvan onderzoek en/of behandeling worden hervat bij heropname na coronaro/ptca? Moet dan toch verplicht een aftercarecode worden gebruikt of zijn in dit geval de normale regels voor bepaling van hoofddiagnose (zoals beschreven in het handboek 2013 p. 15) van toepassing? Antwoord 2013.sem1.hfdst07.3: De regel waarbij een aftercare-, revalidatie- of infarctcode moet worden gebruikt als hoofddiagnose bij overname op een ander specialisme of opname in een ander ziekenhuis onmiddellijk volgend op een coronarografie met of zonder PTCA is ondergeschikt aan de algemene regels voor bepaling van de hoofddiagnose. Als dus uit het dossier duidelijk kan worden opgemaakt dat de patiënt van specialisme verandert of in een ander ziekenhuis wordt (her)opgenomen specifiek voor een andere reden dan diegene waarvoor hij initieel werd opgenomen of een bijkomende behandeling van een nog niet uitbehandeld probleem, mag deze als hoofddiagnose worden gecodeerd. Vraag 2013.sem1.hfdst07.04: Keuze van hoofddiagnose bij heropname na PTCA voor bijkomende behandeling die niet gericht is op het ischemisch hartlijden In het hoofdstuk 7, Ischemische hartaandoeningen (handboek 2013 p. 158) wordt uitvoerig ingegaan op de keuze van hoofddiagnose bij heropname na coronaro of PTCA. Hierbij wordt echter altijd uitgegaan dat de reden voor heropname nazorg of revalidatie van cardiaal ischemisch lijden betreft maar wat als de heropname bedoeld is voor bijkomende behandeling die niet gericht is op ischemisch hartlijden (bv. cardioversie onder narcose van VKF)? Moet dan toch verplicht een aftercarecode worden gebruikt of zijn in dit geval de normale regels voor bepaling van hoofddiagnose (zoals beschreven in het handboek 2013 p. 15) van toepassing? Antwoord 2013.sem1.hfdst07.4: De regel waarbij een aftercare-, revalidatie- of infarctcode moet worden gebruikt als hoofddiagnose bij overname op een ander specialisme op opname in een ander ziekenhuis onmiddellijk volgend op FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 15

16 een coronarografie met of zonder PTCA is ondergeschikt aan de algemene regels voor bepaling van de hoofddiagnose. Als dus uit het dossier duidelijk kan worden opgemaakt dat de patiënt van specialisme verandert of in een ander ziekenhuis wordt (her)opgenomen specifiek voor een andere reden dan diegene waarvoor hij initieel werd opgenomen of een bijkomende behandeling van een nog niet uitbehandeld probleem, mag deze als hoofddiagnose worden gecodeerd. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 16

17 Vraag 2013.sem1.hfdst07.5: codering van PTA Wij ondervinden vooral moeilijkheden bij de codering van: - Behandeling van ostiale vaataandoeningen - Behandeling op de overgang tussen 2 vaten - Behandeling van trifurcaties Casus 1: Endarteriectomie van de distale arteria femoralis communis en de ostiale arteria femoralis superficialis en profunda 38.18: Endarterectomy lower limb arteries 00.42: Procedure on three vessels 00.44: Procedure on vessel bifurcation Casus 2: Dilatatie van de trifurcatie (arteria poplitea & tibialis anterior & posterior & fibularis) 39.50: Angioplasty or atherectomy of other non-coronary vessel 00.43: Procedure on four or more vessels 00.44: Procedure on vessel bifurcation (aantal 2), wij coderen een trifurcatie als zijnde 2 bifurcaties Casus 3: Dilatatie van de truncus tibio-fibularis 39.50: Angioplasty or atherectomy of other non-coronary vessel 00.42: Procedure on three vessels 00.44: Procedure on vessel bifurcation OF 39.50: Angioplasty or atherectomy of other non-coronary vessel 00.43: Procedure on four or more vessels 00.44: Procedure on vessel bifurcation Casus 4: Dilatatie van een stenose op de overgang arteria femoralis superficialis poplitea 39.50: Angioplasty or atherectomy of other non-coronary vessel 00.41: Procedure on two vessels Antwoord 2013.sem1.hfdst07.5: Casus 1 en 4 zijn correct. In casus 2 moet het aangegeven aantal wel maar 1 bedragen, gezien de telling bedoeld is voor het aantal operatievelden waarvan er hier maar één is (cfr. Richtlijnen MZG, domein 5 Medische Gegevens (M) 2013, veld 16) Voor casus 3 is het eerste voorstel te verkiezen. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 17

18 Vraag 2013.sem1.hfdst07.6: Trombose van een intracraniële veneuze sinus Hoe coderen we best een trombose van een intracraniële veneuze sinus? Het codeerhandboek 2013 p.181 stelt dat omwille van het moeilijke onderscheid tussen trombose en tromboflebitis, een diepe veneuze trombose (DVT) zonder verdere specificatie moet gecodeerd worden als tromboflebitis tenzij de behandelende geneesheer echter expliciet in het dossier vermeldt dat het om een eenvoudige trombose gaat zonder ontsteking. Nu staat dit enkel gespecificeerd voor de grote en perifere venen (respectievelijk categorieën 451 en 453), maar lijkt het logisch om dit te extrapoleren naar de intracraniële veneuze sinussen (respectievelijke codes 325 en 437.6). Maar bij deze codes gaat het om verschillende hoofdstukken en andere libellering ("flebitis en tromboflebitis van intracraniale veneuze sinus" (325) versus "niet-etterige trombose van intracraniale veneuze sinus" (437.6)) die erop lijkt te wijzen dat het gaat om een infectieuze versus niet-infectieuze oorzaak waartussen klinisch wel degelijk verschil kan worden gemaakt. Er zijn geen AHA Coding Clinics betreffende deze problematiek en in ICD-10 is de onderverdeling en labeling gelijklopend (respectievelijk G08 intracranial and intraspinal phlebitis and thrombophlebitis en I676 Nonpyogenic thrombosis of intracranial venous system). Alleen in geval van bijhorend CVA wordt er verwezen naar I636 cerebral infarction due to cerebral venous thrombosis, nonpyogenic wat overeenkomt met een cerebral thrombosis with cerebral infarction in ICD-9-CM. Welke houding moet er nu best gehanteerd worden? Antwoord 2013.sem1.hfdst07.6: De Belgische regel die stelt dat een DVT zonder verdere specificatie moet gecodeerd worden als tromboflebitis is beperkt tot de perifere venen en dus niet van toepassing voor de centrale vaten (cfr Andere trombosen, flebitis en veneuze embolen, Codeerhandboek 2013 p.182). Hiervoor moet de door de behandelend arts gebruikte terminologie worden gebruikt om op de juiste code te komen. In het geval van een trombose van een intracraniële sinus die niet gespecificeerd wordt als niet-etterig, verwijst de index naar de code 325 Phlebitis and thrombophlebitis of intracranial venous sinuses (Flebitis en tromboflebitis van intracraniale veneuze sinussen) die hier dus bij verstek van toepassing is. Zo uit de klinische context kan worden opgemaakt dat het hoogstwaarschijnlijk toch een niet-etterige tromboflebitis betreft, is het aan de behandelend arts om dit te documenteren. Vraag 2013.sem1.hfdst07.7: Schommelende bloeddrukken Wat coderen we als hoofddiagnose voor "schommelende bloeddrukken"? Op geriatrie worden patiënten vaak opgenomen met vage klachten en diagnoses zoals "schommelende bloeddrukken". Bedoeld wordt dat hypertensie en hypotensie elkaar afwisselen met vaak vallen als gevolg. Wat moeten we in dit geval coderen als hoofddiagnose? omdat het in feite gaat om een moeilijke oppunstelling van hypertensie OF omdat de oorzaak van het vallen hypotensie is OF V15.88 omdat het wezenlijke probleem het frequent vallen is? Navragen is hier zinloos omdat voor een geriater schommelende bloeddrukken een goed gedefinieerd probleem is en hij/zij geen bijkomende verduidelijking kan geven. Antwoord 2013.sem1.hfdst07.7: Schommelende bloeddrukken zijn op zich geen diagnose maar een symptoom. Als het onderliggend lijden gekend is (bv. essentiële/secundaire hypertensie in combinatie met orthostatisme, Shy-Dräger syndroom, medicatie, ) kan dit gecodeerd worden. Zo geen onderliggend lijden wordt gedocumenteerd kunnen alleen de symptoomcodes Elevated blood pressure reading without diagnosis of hypertension (Verhoogde bloeddrukmeting zonder de diagnose van hypertensie) en FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 18

19 796.3 Nonspecific low blood pressure reading (Niet-specifieke verlaagde bloeddrukmeting) worden gehanteerd. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 19

20 HDST Aandoeningen van het respiratoir stelsel Vraag 2013.sem1.hfdst08.1: Status astmaticus bij tot COPD geëvolueerd astma Hoe codeer je een status astmaticus bij tot COPD geëvolueerd astma? Het codeerhandboek 2013 stelt op p. 232 "code 493.2x Chronic obstructive asthma (Chronisch obstructief astma): volgens de huidige consensus GOLD moet deze code vervangen worden door code 491.2x". Maar 491.2x heeft geen vijfde cijfer voor status astmaticus. Hoe moet deze notie dan worden meegegeven? Antwoord 2013.sem1.hfdst08.1: Zoals blijkt uit de instructies bij de corresponderende ICD-10-categorie voor COPD (J44 Other chronic obstructive pulmonary disease): Includes: asthma with chronic obstructive pulmonary disease Code also: type of asthma, if applicable (J45.-) Moeten we de exclude tussen astma en COPD in ICD-9-CM niet beperkend interpreteren en is het dus toegestaan om beide samen te coderen, voor zover de astmacode bijkomende informatie bevat zoals hier het geval is. Voor de keuze van hoofddiagnose zijn de algemene regels van toepassing. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 20

21 Hfst 10 - Aandoeningen van urogenitaal system Vraag 2013.sem1.hfdst10.1: CAST-nefropathie Welke codes kunnen we gebruiken voor het coderen van een CAST-nefropathie bij een patiënt met multiple myeloom, waarbij acuut nierfalen optreedt door de hypercalcemie en patiënt tijdelijke dialyse nodig heeft? Ons codeervoorstel: Diagnoses: Multiple myeloma without mention of having achieved remission/failed remission - M Plasma cell myeloma Acute kidney failure, unspecified of Acute kidney failure with pathological lesion in kidney Nephritis and nephropathy in diseases classified elsewhere (manifestation) of Nephritis/nephropathy with other specified pathological lesion of Specified disorders resulting from impaired renal function Procedure: hemodialysis Antwoord 2013.sem1.hfdst10.1: De codes voor multiple myeloom zitten in categorie 203 en niet in 230. De correcte myeloomcode in dit geval is dan ook Multiple myeloma without mention of having achieved remission failed remission (Multipel myeloom, zonder vermelding van remissie) en niet (bestaat niet). De M-codes zijn geen typische ICD-9-CM codes en hebben een eigen notatie, in dit geval M9730/3. De juiste code voor het acuut nierfalen is hier Acute kidney failure with other specified pathological lesion in kidney (Acute nierinsufficientie met andere gespecificeerde histologische afwijkingen) gezien het mechanisme bekend is. (Wikipedia: Myeloma cast nephropathy, also cast nephropathy, is the formation of plugs (urinary casts) in the renal tubules from free immunoglobulin light chains leading to renal failure in the context of multiple myeloma.) en zijn overbodig want deze geven geen bijkomende informatie. Een code voor de hypercalcemie kan hier echter wel van toepassing zijn, voor zover dit specifiek werd opgevolgd en/of behandeld. Standaard is het echter inherent aan multiple myeloma en wordt het niet gecodeerd. De code Other specified disorders resulting from impaired renal function (Niet gespecificeerde aandoening als gevolg van nierinsufficiëntie) is enkel bedoeld voor gevolgen van de nierinsufficiëntie waarvan er hier geen worden vernoemd. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 21

22 Hfdst Congenitale anomalieën Vraag 2013.sem1.hfdst14.1: Prematuriteit voedingsproblematiek Betreft: FAQ 2012 sem. 1 Vraag 2012.ch14.1 Vraag ch14.1: Prematuriteit - voedingsproblematiek ZH1: Geboorte tweeling (26/01/2011) op 26 weken, gewicht 910 g Transfer naar ZH2 op 29/04/2011 Opnamediagnose in ZH2: prematuriteit en voedingsproblematiek Codeervoorstel voor het verblijf in ZH2: Other preterm infants, grams, completed weeks of gestation, Feeding difficulty and mismanagement Na groepering komt het dossier in APR-DRG 955. Zijn de gebruikte codes fout? Antwoord ch14.1: Nee, de codes die u hebt voorgesteld, zijn de goede codes om te registreren in dit geval. Het probleem is inderdaad dat deze verblijven geklasseerd worden in APR-DRG 955 in versie 15 van de 'grouper'. Het probleem is blijkbaar opgelost in versie 28 van de 'grouper'. Er staan geen specifieke richtlijnen in het codeerhandboek 2011/2012. We baseren ons op een codeertraining MKG REGISTRATIE EN CODERING te Leuven, 3 april Veel voorkomende fouten bij registratie (E. Vander Meersch / Fouten in MKG registratie: resultaten van externe audits, Studiecentrum Gezondheidszorg Stevens vzw) Casus: opname premature baby, geboortegewicht gr. HD Other preterm infants, grams ND refluxoesofagitis Ingreep: inbrengen maagsonde. Aldus geregistreerd valt het verblijf in een rest DRG, AP DRG 496 diagnose niet geldig als hoofddiagnose. De correcte registratie voor dit verblijf is als volgt: HD V58.89 overige gespecificeerde nazorg ND overige onvoldragen kinderen refluxoesofagitis Ingreep Insertion of (naso-)gastric tube Het verblijf valt dan in AP DRG 636 infant aftercare for weight gain, age between 28 days and 1 year Antwoord 2013.sem1.hdst14.1: De hoofddiagnose is de reden van opname en dit is de prematuriteit: 765.1x Other preterm infants (Andere onvoldragen kinderen). Er is inderdaad een probleem, dat reeds herhaaldelijk is aangegeven, op niveau van de APR-DRG-grouper versie 15 in het geval dat de leeftijd van de baby bij transfer hoger is dan 28 dagen (DRG 955 principal diagnosis invalid as discharge diagnosis). Maar in APR-DRG versie 28 leidt een hoofddiagnose 765.xx in dat geval naar de DRG 863 Neonatal Aftercare. Het is dus duidelijk dat het niet foutief is om de prematuriteit als hoofddiagnose te coderen maar het een grouperfout betreft die opgelost is in de meer recente versies. De door u voorgestelde aanpassing is dus niet aangewezen. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 22

23 Vraag 2013.sem1.hfdst14.2: Pes planus, verworven of congenitaal Moeten we een pes planus met sterke valguskanteling zonder duidelijke etiologie bij een volwassen patiënt coderen als verworven of congenitaal? De index verwijst bij Pes, planus in eerste instantie naar acquired (734), maar bij Pes, valgus in primaire instantie naar de congenitale code De behandelende arts kan geen uitsluitsel geven over al dan niet congenitaal. Wat heeft dan voorrang? Antwoord 2013.sem1.hfdst14.2: In geval dat dossier en behandelend arts geen uitsluitsel kunnen geven over al dan niet congenitaal moet de index gevolgd worden. In dit geval moet dus de pes planus gecodeerd worden als verworven met 734 Flat foot (Platvoeten). Voor de pes valgus moet in eerste instantie worden uitgemaakt of ze niet inherent is aan de pes planus. Zo niet, moet deze bij verstek worden gecodeerd als congenitaal. Gelukkig is in ICD-10 gekozen voor verworven als standaard default voor alle afwijkingen zodat deze incongruenties snel tot het verleden zullen behoren. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 23

24 HFDST. 17a - TRAUMA S EN ONGEVALLENLETSELS Vraag 2013.sem1.hdst17a.1: ingekapseld hematoom na een val Betreft: FAQ 2012 sem1, vraag ch16a.1 Vraag ch16a.1: Ingekapseld hematoom na een val Hoe codeert men een ingekapseld hematoom voortkomend uit een val op de trap 6 weken voordien: Contusion of hip? Traumatic compartment syndrome of lower extremity? + E929.3 Late effects of accidental fall? Antwoord ch16a.1: Contusion of hip late effect of contusion + E929.3 late effects of accidental poisoning. Indien het hematoom nog altijd als acuut beschouwd wordt (bespreek met behandelend arts): E880.9 fall from other stairs or steps. Bemerking: De omschrijving van E929.3 klopt niet, moet zijn late effects of accidental fall Vraag: In het eerste deel van het antwoord wordt een laat-gevolg code gecombineerd met een acute aandoening: in het codeerhandboek pag. 40 wordt nochtans gesteld: Voor eenzelfde aandoening wordt tijdens een verblijf nooit zowel de code voor een huidige aandoening of kwetsuur als de laat gevolg code gebruikt. De laat gevolg code kan enkel gebruikt worden in een volgend verblijf. Wij zouden enkel codes en E929.3 weerhouden als het hematoom niet als acuut beschouwd wordt. Antwoord 2013.sem1.hfdst17a.1: Bedankt voor uw opmerkzaamheid. Het betreft een nog niet eerder aangegeven erratum waarvoor onze excuses. Hieronder het correcte antwoord: Vraag ch16a.1: Ingekapseld hematoom na een val Hoe codeert men een ingekapseld hematoom voortkomend uit een val op de trap 6 weken voordien: Contusion of hip? Traumatic compartment syndrome of lower extremity? + E929.3 Late effects of accidental fall? Antwoord ch16a.1: Bij verstek: Contusion of hip Late effect of contusion (Laat gevolg van contusie) + E929.3 Late effects of accidental poisoning fall (Late gevolgen van accidentele val). Indien het hematoom nog altijd als acuut beschouwd wordt (bespreek met behandelend arts): Contusion of hip (Contusie van de heup) + E880.9 Fall from other stairs or steps (Val op of van andere trappen of treden). FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 24

25 Hdst. 17c - Vergiftigingen en bijwerkingen van geneesmiddelen Vraag 2013.sem1.hfdst17c.1: Langtermijn ingreepsekwellen Hoe moeten we langtermijn ingreepsekwellen coderen (bv. urinaire incontinentie geweten aan prostatectomie)? Veel voorkomende sekwellen van frequent uitgevoerde ingrepen zoals urinaire incontinentie ten gevolge van prostatectomie zijn moeilijk te coderen. Er is geen specifieke incontinentiecode voor dit geval, alleen het type incontinentie kan worden gecodeerd (stress, urge, mixed, without sensory awareness, nocturnal, continuous leakage, overflow, functional). Er is evenmin een goede late effect code: de enige beschikbare is de uiterst aspecifieke "late effect of complications of surgical and medical care" die bovendien vereist dat er tijdens of na de operatie een oorzakelijke complicatie was die aan de bron ligt van het huidige probleem, terwijl het hier een direct gevolg is (albeit ongewenst). Om het als directe complicatie te coderen (997.5) moet het bovendien een "abnormale of onverwachte problematiek" betreffen wat in dit geval vaak moeilijk is vast te stellen vermits een zekere graad van incontinentie normaal is (maar wat in het geval van bv. chronisch gebruik van een condoomkatheter?). Er zijn geen AHA-coding clinics betreffende dit onderwerp. In ICD-10 is er wel een NEC-code voor incontinentie (N39.498) maar geen code voor "late effect of complications of surgical and medical care" meer. Er wordt hiervoor gebruik gemaakt van de actieve complicatiecode met een 7de karakter S (van sequela) in plaats van A (initial encounter) of D (subsequent encounter). Wat stelt u voor? Antwoord 2013.sem1.hfdst17c.1: Zoals u aangeeft is voor het gebruik van een complicatiecode een "abnormale of onverwachte problematiek" vereist. Als uit het dossier kan worden opgemaakt dat bv. urinaire incontinentie als abnormaal wordt beschouwd (het louter gebruik van een condoomcatheter volstaat hiervoor niet, maar kan wel een aanleiding vormen om dit bij de behandelend arts na te vragen), mag een Urinary complications (Urinaire complicaties) worden gebruikt samen met de gepaste incontinentiecode. In de overige gevallen volstaat de incontinentiecode, voor zover de incontinentie relevant is voor het gecodeerde verblijf, in combinatie met een code voor antecedent van heelkunde, bv. V45.77 Acquired absence of genital organs (Verworven afwezigheid van geslachtsorganen) voor antecedent van prostatectomie. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 25

26 Hdst. 17d - Complicaties van heelkunde en medische zorgen Vraag 2013.sem1.hfdst17d.1: accidental cut or puncture Gelden voor de code (niet-bedoelde punctie of laceratie gedurende een verrichting) dezelfde codeerrichtlijnen als voor (persisterende postoperatieve fistel)? Voor (persisterende postoperatieve fistel) staat in het codeerhandboek 2013 p. 257: "Als de oorzaak van de fistel een complicatie van medische en/of chirurgische zorg is, coderen we (complicaties van het spijsverteringskanaal) samen met de specifieke code voor de beschouwde fistel." De redenering hierbij is dat een NEC-code is die dus maar zeldzaam mag meegegeven worden. Nu is diezelfde redenering natuurlijk toepasselijk voor de ganse 998-categorie zoals mag blijken uit de uitgebreide lijst van excludes bij de meeste codes inclusief Maar welke complicatiecode mogen we dan gebruiken samen met de specifieke code voor de bloeding of de zenuwuitval om aan te geven dat het ging om een accidentele lesie? Of volstaan in dit geval de E-codes? Antwoord 2013.sem1.hfdst17d.1: In het codeerhandboek 2013 op p. 400 staat: De codes van categorie 998 maken het mogelijk verschillende heelkundige complicaties te registreren zoals postoperatieve shock, postoperatieve bloedingen, peroperatieve laceraties, het loslaten van wondhechtingen, de aanwezigheid van een vreemd lichaam, postoperatieve infecties en fistels. Aangezien deze codes specifiek zijn, worden geen bijkomende codes ter verduidelijking van het probleem toegevoegd. Enkel de codes 998.5x, postoperatieve infecties, kunnen gespecificeerd worden door het bijvoegen van een code voor de infectie en/of een code voor het organisme. De code Persistent postoperative fistula, not elsewhere classified (persisterende postoperatieve fistel niet elders geclassificeerd) wordt enkel gebruikt indien er in het medisch dossier geen bijkomende informatie aangetroffen wordt omtrent de fistel. Gelijklopend wordt deze code gebruikt indien er geen bijkomende informatie omtrent de oorsprong en de anatomische lokalisatie in het dossier wordt aangetroffen. Er wordt dus duidelijk een uitzondering gemaakt voor de code die niet mag worden generaliseerd voor andere codes van de categorie 998. Vraag 2013.sem1.hfdst17d.2: Fitting and adjustment OF complicatie van stent als HD Een patiënt wordt opgenomen voor verdere investigatie en observatie vanuit de raadpleging. Een maand tevoeren werd een Double-J-stent geplaatst omwille van een proximale obstructieve ureterlithiasis. Sindsdien uitblijven van koliekpijnen maar wel wat last ten gevolge van de stent. Controle CT bij opname toonde een migratie van de ureterlithiase naar de calices interpolair. Er werd conservatieve houding aangenomen en de stent werd verwijderd. Codeervoorstel: - HD: Complication due to genitourinary device/implant/graft (last tg vd stent) - ND: Calculus of kidney (Relevant of niet?) + E879.6 Urinary catheterization, with abnormal reaction (Complicatie met E-code). FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 26

27 - PROC: Removal of ureterostomy,tube and ureteral catheter CT abdomen (Uitgevoerd onderzoek) Antwoord 2013.sem1.hdfst17d.2: Gezien vermelding dat patiënt wordt opgenomen voor verdere investigatie en observatie is een fitting and adjustment -code hier niet van toepassing. Deze zijn immers inderdaad bedoeld voor opnames voor een geplande interventie zonder aanwezigheid van problemen met het vreemd materiaal. Een code is theoretisch correct hoewel het natuurlijk niet abnormaal is dat de aanwezigheid van vreemd materiaal gevoeld wordt door de patiënt. De vraag dient dan ook gesteld of het niet de persisterende urolithiasis is die de klachten veroorzaakt. In deze specifieke casus legt echter de behandelend arts uitdrukkelijk het verband tussen de stent en de klachten, waardoor een code (+ E-codes) gewettigd is. En vermits migratie van de ureterlithiase naar de calices interpolair staat beschreven is een als nevendiagnose relevant. De procedures zijn eveneens correct. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 27

28 Ad1 CODES V EN E Vraag 2013.sem1.Ad1.1: Other specified administrative purpose V68.89 of V70.3 Betreft: contradictie tussen FAQ 2012, 1ste sem. en Handboek ICD-9-CM Codering 2011/ Antwoord chAd1.1 -> Bij opname voor administratieve reden bij apneu moeten we V68.89 other specified administrative purpose gebruiken. Handboek ICD-9-CM Codering 2011/2012 p. 415: Opmerking: het komt voor dat het ziekenfonds voor de verlenging van de terugbetaling van bepaalde behandelingen (C Pap, zuurstoftherapie) eist dat de patiënt in het ziekenhuis opgenomen wordt voor een controle. In het algemeen gaat het hier over zeer korte opnames. In deze specifieke gevallen moet de code V70.3 Other medical examination for administrative purposes (Ander medisch onderzoek voor administratieve doeleinden als hoofddiagnose geplaatst worden en niet een V67 code.) Antwoord 2013.sem1.Ad1.1: Hartelijk bedankt voor het opmerken van deze incongruentie waarvoor onze excuses. De codering van de FAQ 2012 sem 1 is correct; wat in het handboek 2011/2012 staat is een erratum dat helaas niet tijdig werd opgepikt voor verbetering in de versie De sectie V70-V82 PERSONS WITHOUT REPORTED DIAGNOSIS ENCOUNTERED DURING EXAMINATION AND INVESTIGATION OF INDIVIDUALS AND POPULATIONS is immers uitdrukkelijk bedoeld voor personen zonder beschreven diagnose waarvoor investigaties in kader van individueel of populatie-onderzoek, terwijl het hier gaat om evaluatie van gekende pathologie in kader van wettelijke vereisten. Vraag 2013.sem1.Ad1.2: Observatie en evaluatie voor verdachte conditie, niet bevestigd Betreft: FAQ 2012 sem 1 in tegenstelling met het handboek 2011/2012 Vraag chAd1.2: Observatie en evaluatie voor verdachte conditie, niet bevestigd 1- Patiënt opgenomen voor een coloscopie omwille van gestegen CEA en dus vermoeden van darmneoplasm. De observatie is negatief. Wat is de hoofddiagnose: verhoogd CEA of V71.1 Observation for suspected neoplasm? 2- Indien bij dezelfde patiënt tijdens coloscopie diverticulosis gevonden is, wat wordt dan de hoofddiagnose? of wordt de diverticulosis beschouwd als een toevallige vondst? Antwoord chAd1.2: 1- men dient de verhoging van de CEA (795.81) als hoofddiagnose te coderen. 2- in dit geval raden we u aan om de code colondiverticulose als hoofddiagnose te registreren en de verhoging van CEA als nevendiagnose, indien ze aanwezig is en vermeld wordt door de arts. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 28

29 Dit antwoord is in tegenstelling met het handboek 2011/2012 officiële versie, zie schema 30 blz. 418 symptomen: In deze casus wordt de patiënt opgenomen voor een gericht onderzoek naar darmneoplasm en dat op basis van verhoogd CEA. De observatie naar darmneoplasm is negatief, de colondiverticulose is eigenlijk een toevallige vondst en deze houdt geen verband met het gestegen CEA. Het symptoom verhoging van de CEA (795.81) zou de hoofddiagnose. Antwoord 2013.sem1.Ad1.2: Het probleem dat u aankaart heeft te maken met de dubbelzinnigheid in de vraag die wordt beantwoord in de FAQ. Het is inderdaad waarschijnlijker dat de behandelend arts op zoek was naar een colontumor en de diverticulose slechts een toevallige bevinding is. De vraag is hier echter beantwoord uitgaande van diverticulose als verklaring voor het gestegen CEA (naar analogie met verhoogd PSA bij postaathypertrofie), gebaseerd op literatuur die aangeeft dat CEA ook gestegen kan zijn ten gevolge van benigne aandoeningen (bv. Locker GY, Hamilton S, Harris J, et al. ASCO 2006 update of recommendations for the use of tumor markers in gastrointestinal cancer. J Clin Oncol. 2006;24: ) In geval van twijfel over de juiste interpretatie is daarom contactname met de behandelend arts noodzakelijk. Vraag 2013.sem1.Ad1.3: V24.0 Postpartum care & examination immediately after delivery Mogen we in geval van bevalling vóór opname in het ziekenhuis bij de mama een V24.0 Postpartum care & examination immediately after delivery gebruiken als opnamediagnose en een V27.x toevoegen om het resultaat van de bevalling te specificeren? Referentie: Codeeradviezen en antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering FAQ de semester (december 2011): Antwoord 2013.sem1.Ad1.3: Een V24-code is hier inderdaad geïndiceerd voor zover de moeder geen bevallingscomplicaties heeft bij opname in het ziekenhuis. Gezien het gaat om een bevalling vóór dat de moeder in het ziekenhuis werd opgenomen is een V27-code niet van toepassing. FOD Volksgezondheid ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.1 29

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 2)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 2) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie april 2017 (nr. 2) FOD Volksgezondheid Publicatie april 2017 (nr. 2) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2017 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie mei 2016 (deel 3)

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie mei 2016 (deel 3) Codeeradviezen Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie mei 2016 (deel 3) FOD Volksgezondheid Publicatie mei 2016 (Deel 3) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015 1

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 1)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 1) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie april 2017 (nr. 1) FOD Volksgezondheid Publicatie april 2017 (nr. 1) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2017 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juni 2016 (deel 5)

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juni 2016 (deel 5) Codeeradviezen Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 5) FOD Volksgezondheid Publicatie juni 2016 (Deel 5) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie maart 2016 (deel 1)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie maart 2016 (deel 1) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie maart 2016 (deel 1) FOD Volksgezondheid Publicatie maart 2016 (Deel 1) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Codeeradviezen Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie april 2016 (deel 2) FOD Volksgezondheid Publicatie april 2016 (Deel 2) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak 1. Veld 31: A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH Veld 31 A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH behoort tot het bestand STAYHOSP in domein 3 van de administratieve gegevens.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5:... 50 Het patientendossier als referentiedocument... 50 1. Inleiding... 51 2. Inhoud van het patientendossier... 52

Hoofdstuk 5:... 50 Het patientendossier als referentiedocument... 50 1. Inleiding... 51 2. Inhoud van het patientendossier... 52 Hoofdstuk 5:... 50 Het patientendossier als referentiedocument... 50 1. Inleiding... 51 2. Inhoud van het patientendossier... 52 Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 5 49 Hoofdstuk 5: Het patientendossier

Nadere informatie

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente 20 maart 2015 Ziekenhuisgroep Twente T.a.v. mw. Eggert en dhr. Gorgels Postbus 7600 7600 SZ Almelo Introductie In deze rapportage

Nadere informatie

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus THEMA IV.3. Diabetes Mellitus Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a) en bovendien als hoofddiagnose

Nadere informatie

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Inhoud 1. e hoofddiagnose van een specialisme... 1 1.1. Algemene regel... 1 1.2. Uitzonderingen... 1 2. e geverifieerde opnamediagnose... 2 2.1. Algemene

Nadere informatie

Bijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH)

Bijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH) BESTUUR VAN DE GEZONDHEIDSZORGEN DIRECTIE GEZONDHEIDSZORGBELEID M.K.G.-cel Contactpersoon: dr. C Hauzeur Geneesheer-inspecteur - diensthoofd : (02) 210.47.81 : (02) 210.47.91 : christiane.hauzeur@health.fgov.be

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 4)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 4) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 4) FOD Volksgezondheid Publicatie juni 2016 (Deel 4) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie De volgende regel is steeds van toepassing geweest voor alle verblijven (met uitzondering van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN OVERZICHT - Vele symptomen en tekenen worden in hoofdstuk 18 van ICD-10-CM geclassificeerd wanneer zijn veroorzaakt kunnen worden door verschillende

Nadere informatie

FEEDBACK DSM-IV code combinaties

FEEDBACK DSM-IV code combinaties FEEDBACK DSM-IV code combinaties Populatie: Beëindigde verblijven in de Minimale Psychiatrische Gegevens 2004 (N= 88551) Sectoren: Psychiatrische ziekenhuizen (PZ) en psychiatrische afdelingen van algemene

Nadere informatie

Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering

Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering Federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Codeeradviezen en Antwoorden

Nadere informatie

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen De Praktijk Index Rembrandtlaan 31 3723 BG Bilthoven 030-244 0326 www.depraktijkindex.nl maart 2016 Introductie In deze rapportage worden de

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juli 2017 (nr. 4)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juli 2017 (nr. 4) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juli 2017 (nr. 4) FOD Volksgezondheid Publicatie juli 2017 (nr. 4) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2017 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens. Het bestand Gegevens over de diagnoses 1. Het bestand Gegevens over de diagnoses 1.1. NAAM XXX-Z-VERS-M-DIAGNOSE-YYYY-PP.TXT Voorbeeld: 001-Z-1.0-M-DIAGNOSE-2007-01.TXT

Nadere informatie

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Een betrouwbare HSMR berekening is alleen mogelijk als ziekenhuizen volgens dezelfde regels, dus op uniforme wijze hun opnamen in de LMR (en diens opvolger

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 6 55

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 6 55 Hoofdstuk 6... 56 Basisstappen in de ICD-10-CM codering... 56 1. Inleiding... 57 2. Lokaliseer de vermelding van de code in de alfabetische lijst... 57 3. Verifieer de code in de systematische lijst...

Nadere informatie

23 april 2015 Dr. Luc Belmans (RZ Tienen)

23 april 2015 Dr. Luc Belmans (RZ Tienen) 23 april 2015 Dr. Luc Belmans (RZ Tienen) Pentalfa sessie ICD-10-BE Wat gaan de codeurs u vragen als ziekenhuisarts? Agenda Waarom gaan de codeurs u vragen stellen? Wanneer gaan de codeurs u vragen stellen?

Nadere informatie

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN DAGHOSPITALISATIES INHOUD INHOUD...1 1. Domein MEDISCHE GEGEVENS en FACTURATIEGEGEVENS...3 1.1 Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...3

Nadere informatie

Patiëntenbetrokkenheid bij medische beslissingen. Vragenlijst bij inclusie.

Patiëntenbetrokkenheid bij medische beslissingen. Vragenlijst bij inclusie. FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE Gelieve de onderstaande vragen samen met de patiënt in te vullen (sommige zaken zijn waarschijnlijk opgenomen in het medisch dossier, maar gelieve toch even te overlopen

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties Inhoud 1. DOMEIN MEDISCHE GEGEVENS EN FACTURATIEGEGEVENS... 1 1.1. Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Borstchirurgie: tumorectomie

Borstchirurgie: tumorectomie AZ Monica, campus Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40 AZ Monica, campus Deurne Florent Pauwelslei 1 2100 Deurne T 03 320 50 00 F 03 320 56 00 Borstchirurgie: tumorectomie

Nadere informatie

LIESPLASTIE (ENDARTERIËCTOMIE OF TEA)

LIESPLASTIE (ENDARTERIËCTOMIE OF TEA) LIESPLASTIE (ENDARTERIËCTOMIE OF TEA) BEHANDELING VAN VERNAUWDE OF VERSTOPTE BEKKEN- EN BEENSLAGADERS - Patiëntinformatie - INLEIDING Welkom op de dienst Vaatheelkunde. Bij u werd een vernauwing of volledige

Nadere informatie

Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen

Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen Tiende Revisie Deel 1 Systematische lijst versie 2014 Deel 2 Handleiding voor het gebruik versie 2014

Nadere informatie

Technische onderzoeken bij het vaataccess

Technische onderzoeken bij het vaataccess Technische onderzoeken bij het vaataccess Dr Thiéry Chapelle Dienst hepatobiliaire, endocriene en transplantatie heelkunde Universitair ziekenhuis Antwerpen Wanneer technisch onderzoeken uitvoeren? 1.

Nadere informatie

AZ Monica, campus Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40

AZ Monica, campus Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40 AZ Monica, campus Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40 AZ Monica, campus Deurne Florent Pauwelslei 1 2100 Deurne T 03 320 50 00 F 03 320 56 00 Borstchirurgie: segmentectomie

Nadere informatie

Aneurysma Spurium. Het zorgnetwerk van ons allemaal

Aneurysma Spurium. Het zorgnetwerk van ons allemaal Aneurysma Spurium Disclosure (Potentiële) belangenverstrengeling: Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven: Geen Inhoud Wat is een aneurysma spurium? Oorzaken Symptomen Onderzoek

Nadere informatie

BYPASS BEHANDELING VAN VERNAUWDE OF VERSTOPTE BEKKEN- EN BEENSLAGADERS. - Patiëntinformatie -

BYPASS BEHANDELING VAN VERNAUWDE OF VERSTOPTE BEKKEN- EN BEENSLAGADERS. - Patiëntinformatie - BYPASS BEHANDELING VAN VERNAUWDE OF VERSTOPTE BEKKEN- EN BEENSLAGADERS - Patiëntinformatie - INLEIDING Welkom op de dienst Vaatheelkunde. Bij u werd een vernauwing of volledige verstopping van de bekken-

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 4 37

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 4 37 Hoofdstuk 4:... 38 Het registreren van de diagnosen en de procedures in de MG-MZG... 38 1. Inleiding... 39 2. medische gegevens in de registratie... 39 3. De hoofddiagnose van het verblijf en de geverifieerde

Nadere informatie

Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering

Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering Codeeradviezen en Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering Codeervragen gesteld in 2013, 2 de semester Maart 2014 FOD Volksgezondheid 2013 - ICD-9-CM Codeerproblemen 2013/sem.2 1

Nadere informatie

Handleiding Morfologiecodering in de LBZ Publicatie februari 2014

Handleiding Morfologiecodering in de LBZ Publicatie februari 2014 Handleiding Morfologiecodering in de LBZ Publicatie februari 2014 Codeerinstructie morfologie in de LBZ Met ingang van het registratiejaar 2014 vindt de morfologiecodering binnen de LBZ plaats aan de hand

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Borstchirurgie: mastectomie met okselklieruitruiming

Borstchirurgie: mastectomie met okselklieruitruiming AZ Monica, campus Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40 AZ Monica, campus Deurne Florent Pauwelslei 1 2100 Deurne T 03 320 50 00 F 03 320 56 00 Borstchirurgie: mastectomie

Nadere informatie

APR-DRG (versie 15.0)

APR-DRG (versie 15.0) APR-DRG (versie 15.0) Met de AP-DRG s (All Patient Diagnosis Related Groups) kan de ernst van de aandoening, zoals gedefinieerd door de artsen (de ernst van de pathologie, de prognose, het risico op overlijden,

Nadere informatie

Ongeveer een half procent van de volwassen bevolking krijgt op enig moment in zijn of haar leven een open been of ulcus cruris.

Ongeveer een half procent van de volwassen bevolking krijgt op enig moment in zijn of haar leven een open been of ulcus cruris. De Enkel-Arm index; Waarom, wanneer en hoe? Ongeveer een half procent van de volwassen bevolking krijgt op enig moment in zijn of haar leven een open been of ulcus cruris. Deze ulcera vaatlijden, andere

Nadere informatie

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober

Nadere informatie

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen RAC Vesaliusgebouw Pachecolaan 19/5 1010 Brussel uw brief van uw kenmerk

Nadere informatie

23 april 2015 Dr. Hilde Pincé (UZ Leuven- KU Leuven) Dr. Ingrid Mertens (FOD Volksgezondheid)

23 april 2015 Dr. Hilde Pincé (UZ Leuven- KU Leuven) Dr. Ingrid Mertens (FOD Volksgezondheid) 23 april 2015 Dr. Hilde Pincé (UZ Leuven- KU Leuven) Dr. Ingrid Mertens (FOD Volksgezondheid) Pentalfa sessie ICD-10-BE Pentalfa sessie ICD-10-BE Wat zijn mogelijke financiële gevolgen voor uw ziekenhuis?

Nadere informatie

GUIDELINES PBO CONTROLE. bij solide tumoren

GUIDELINES PBO CONTROLE. bij solide tumoren GUIDELINES PBO CONTROLE bij solide tumoren 1 Algemene richtlijnen Witte bloedcellen Een grondige klinische evaluatie van de neutropene patiënt is essentieel. Bij de minste twijfel, gelieve met ons contact

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31463 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ocak, Gürbey Title: Vascular complications in kidney disease Issue Date: 2015-01-14

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 3 25

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 3 25 Hoofdstuk 3:... 26 ICD-10-CM conventies... 26 1. Inleiding... 27 2. Instructienota s... 27 2.1. Algemene instructienota s... 27 2.2. Inclusienota s en exclusienota s... 27 2.2.1. Inclusienota s... 28 2.2.2.

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS... 1 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD... 4 1.3. INDELING...

Nadere informatie

Compensatie verplicht eigen risico

Compensatie verplicht eigen risico Compensatie verplicht eigen risico 2011 In dit document vindt u de antwoorden op 26 vragen over de compensatie eigen risico 2011 (bijgewerkt tot 25 augustus 2011) 1. Wanneer kom ik in aanmerking voor compensatie

Nadere informatie

PTA BEHANDELING VAN VERNAUWDE OF VERSTOPTE BEKKEN- EN BEENSLAGADERS. - Patiëntinformatie -

PTA BEHANDELING VAN VERNAUWDE OF VERSTOPTE BEKKEN- EN BEENSLAGADERS. - Patiëntinformatie - PTA BEHANDELING VAN VERNAUWDE OF VERSTOPTE BEKKEN- EN BEENSLAGADERS - Patiëntinformatie - INLEIDING Welkom op de dienst Vaatheelkunde. Bij u werd een vernauwing of volledige verstopping van de bekken-

Nadere informatie

Rapport Project Team APR-DRG I Vergelijking en betekenis van de groepeerresultaten tussen de versies APR-DRG 15.0 en 28.0 op basis van ICD-9- CM

Rapport Project Team APR-DRG I Vergelijking en betekenis van de groepeerresultaten tussen de versies APR-DRG 15.0 en 28.0 op basis van ICD-9- CM UZ Leuven Rapport Project Team APR-DRG I Vergelijking en betekenis van de groepeerresultaten tussen de versies APR-DRG 15.0 en 28.0 op basis van ICD-9- CM Onderzoeksopdracht 2011-2012 Federale Overheidsdienst,

Nadere informatie

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Alle oorzaken Minder dan 5 jaar 573 0 324 249 Van 1 tot 4 jaar 86 0 48 38 Minder dan 28 dagen 335 0 193 142 Minder dan 7 dagen 254 0 143 111 Minder dan 1 dag 133 0 79

Nadere informatie

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS...1 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES...4 1.1. NAAM...4 1.2. INHOUD...4 1.3. INDELING...4

Nadere informatie

THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN

THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesie en heupfracturen Inleiding Pre-operatieveaandachtspunten Pre-operatiefmanagement Intra-operatief

Nadere informatie

Fast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA.

Fast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA. Fast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA. Isala Anouk Spijkerman & Marieke Hollewand 24 september 2014 Introductie Veel voorkomende operaties in Nederland: Totale knie prothese:

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Over de auteurs. 1 Inleiding 1

Inhoud. Voorwoord. Over de auteurs. 1 Inleiding 1 Voorwoord Over de auteurs V XIII 1 Inleiding 1 2 Anamnese 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Specifieke anamnese 3 2.3 Algemene anamnese 3 2.4 Ontwikkelingsanamnese 4 2.5 Voorgeschiedenis 4 2.6 Familieanamnese 5 3

Nadere informatie

Implementatie van SNOMED CT in het EPD: secundair gebruik van data voor ICD-10-BE 25/09/2015

Implementatie van SNOMED CT in het EPD: secundair gebruik van data voor ICD-10-BE 25/09/2015 Implementatie van SNOMED CT in het EPD: secundair gebruik van data voor ICD-10-BE 25/09/2015 Overzicht Inleiding Registratie van klinische gegevens in SNOMED CT Mapping SNOMED CT naar ICD-10-CM/PCS Semi-automatische

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE OVERZICHT - ICD-10-CM en ICD-10-PCS werden ontwikkeld om ICD-9-CM te vervangen - De overstap naar ICD-10-CM is noodzakelijk omwille

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeerproblemen gesteld in 2001. November 2002 CODEERHANDLEIDING 2001

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeerproblemen gesteld in 2001. November 2002 CODEERHANDLEIDING 2001 Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeerproblemen gesteld in 2001. November 2002 CODEERHANDLEIDING 2001 UNIVERSITAIRE COORDINATOREN Dr. Eric. Baert Universitair

Nadere informatie

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst Toelichting op het registratieformulier oktober 2014 Optionele variabelen zijn in donkergrijs weergegeven op het registratieformulier en in deze toelichting. Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 1 1

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 1 1 Hoofdstuk 1:... 2 Achtergrond van de ICD-10-CM en ICD-10-PCS classificatie... 2 1. Inleiding... 3 2. De ontwikkeling van ICD-10-CM... 4 3. De ontwikkeling van ICD-10-PCS... 4 4. Motivering voor de overstap...

Nadere informatie

Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s

Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s Toelichting op tabel indeling DKG s Bijlage 9 Indeling in ndxg 173,174 en 176 is gebaseerd op de in de tabel genoemde DBC-behandelcodes. Indeling in ndxg 175 is gebaseerd op in de tabel genoemde DBC-diagnosecodes

Nadere informatie

Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker

Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker % verblijven voor een implantatie van een (permanente) pacemaker waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Nadere informatie

Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd

Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Lotte Sondag, AIOIS neurologie Ewoud van Dijk, neuroloog Inhoud Casusbeschrijving Cerebraal veneuze sinustrombose Anatomie Pathofysiologie Epidemiologie en

Nadere informatie

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange

Nadere informatie

AANTAL BHR dysplasie cup 99. AANTAL conserve plus A Class 133 AANTAL conserve plus A Class uncemented 23 AANTAL ADEPT

AANTAL BHR dysplasie cup 99. AANTAL conserve plus A Class 133 AANTAL conserve plus A Class uncemented 23 AANTAL ADEPT Click here for the English version AANTAL RESURFACINGS (MET FOLLOW-UP) laatste update: 13/04/2012 TOTAAL 3685 AANTAL BHR 1978 AANTAL BHR dysplasie cup 99 AANTAL conserve plus thick shell 4 AANTAL BHR gewoon

Nadere informatie

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT 2013 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 juli 2013

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT 2013 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 juli 2013 Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT 2013 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 juli 2013 Declaratie 14B167 972804003 Operatie bij Verminderde vruchtbaarheid 2.565,08 1.928,13

Nadere informatie

THEMA III.1. APR-DRG* 194 Heart Failure

THEMA III.1. APR-DRG* 194 Heart Failure THEMA III.1. APR-DRG* 194 Heart Failure * All Patient Refined Diagnosis Related Groups - versie 15.0 (3M Health Information Systems) Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 INHOUD I Inhoud Hoofdstuk 1 Klinische aspecten van hypertensie 1 1. Voorkomen en definitie 1 2. Over risico en risicoreductie 3 3. Klinische manifestaties 9 4. De bloeddrukmeting 10 A. De bloeddrukmeting

Nadere informatie

CODEERHANDBOEK ICD-9-CM

CODEERHANDBOEK ICD-9-CM federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement CODEERHANDBOEK ICD-9-CM

Nadere informatie

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen P4P indicatorenset 2018 Domein Effectiviteit

Nadere informatie

Preventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen. FTO 15-10-13 Paul van Buuren

Preventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen. FTO 15-10-13 Paul van Buuren Preventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen FTO 15-10-13 Paul van Buuren Inhoud Trombo-embolische preventie bij ouderen Preventie bij atriumfibrilleren en behandeling longembolie Formularium

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 9 103

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 9 103 Hoofdstuk 9:... 104 Basisstappen van de ICD-10-PCS codering... 104 1. Inleiding... 105 2. Lokaliseer de hoofdtermen in de alfabetische lijst... 105 3. Gebruik de toepasselijke tabel... 106 4. Codeervoorbeelden...

Nadere informatie

Clinical Documentation Improvement

Clinical Documentation Improvement Clinical Documentation Improvement Diagnose- en verrichtingenthesaurus, ICD-10 en Snomed: wat kunnen België en Nederland van elkaar leren? Dr. Filip Veldeman Veldhoven, 21 nov 2013 Filip Veldeman Arts-informaticus

Nadere informatie

Samenvatting 9 122 Chapter 9 Diabetes mellitus is geassocieerd met langzaam progressieve veranderingen in het brein, een complicatie die diabetische encefalopathie genoemd wordt. Eerdere studies laten

Nadere informatie

Atherotrombose. Fig. 1: Vorming van de trombus op de plaque. Fig. 2: Dilatatie. Fig. 3: Stenting. Fig.

Atherotrombose.  Fig. 1: Vorming van de trombus op de plaque. Fig. 2: Dilatatie. Fig. 3: Stenting. Fig. Atherotrombose Fig. 1: Vorming van de trombus op de plaque Fig. 2: Dilatatie Fig. 3: Stenting Fig. 4: Endoprothese SABE.ENO.17.06.0273 Fig. 5: Bypass Atherotrombose Hebt u een hartaanval gehad? Heeft uw

Nadere informatie

GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING ziekte van Peyronie

GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING ziekte van Peyronie 1/4 GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING ziekte van Peyronie Geachte patiënt, Deze informatiebrochure werd geschreven door de Belgische Associatie van Urologie (BAU) en dankzij het Verbond der Belgische Beroepsvereniging

Nadere informatie

Dutch Spine Surgery Registry DSSR

Dutch Spine Surgery Registry DSSR pagina 1 Dutch Spine Surgery Registry DSSR Vetgedrukte items zijn verplicht Lumbale wervelkolom - Ongeïnstrumenteerd, versie: 2015-6-1 - v3.0.0 Identificatie Het BSN-nummer bestaat uit 9 cijfers, inclusief

Nadere informatie

HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING

HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING

Nadere informatie

Ulcus van de onderste extremiteit. V.N.Chigharoe aios chirurgie

Ulcus van de onderste extremiteit. V.N.Chigharoe aios chirurgie Ulcus van de onderste extremiteit V.N.Chigharoe aios chirurgie Casus 55 jr meneer VG: DM 2(15 jr), HT, teenamputaties li voet, DM retinopathie Intoxicaties: roken+ Presenteert met een niet genezende ulcus

Nadere informatie

Standaard prijslijst DBC-zorgproducten

Standaard prijslijst DBC-zorgproducten Standaard prijslijst DBC-zorgproducten DBCzorgproductcode 972804003 Operatie bij Verminderde vruchtbaarheid 14B167 20150401 20151231 2.962,25 972804004 Injectie van sperma met stimulatie - punctie - labonderzoek

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT / Overige Producten (OVP) 2014 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2014

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT / Overige Producten (OVP) 2014 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2014 Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT / Overige Producten (OVP) 2014 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2014 Declaratie 14B167 972804003 Operatie bij Verminderde vruchtbaarheid

Nadere informatie

Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie. Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten

Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie. Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten Inhoud o Epidemiologie Prevalentie Prognose Associatie met CV en andere aandoeningen o Definities & types

Nadere informatie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde v20110701 Ingangsdatum 1 januari 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Uitzonderingen op de algemene registratieregels... 4 2.1

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van de aanwezigheid bij opname

Bijkomende informatie voor de registratie van de aanwezigheid bij opname Bijkomende informatie voor de registratie van de aanwezigheid bij opname Deze variabele M1_PRESENT_ADM, veld 9 van het bestand DIAGNOSE in domein 5 van de medische gegevens, combineert eigenlijk 2 soorten

Nadere informatie

VERSTREKKINGEN DIE WORDEN GEACHT IN DE BEVOEGDHEID VAN DE KINESITHERAPEUTEN TE VALLEN (art. 7).

VERSTREKKINGEN DIE WORDEN GEACHT IN DE BEVOEGDHEID VAN DE KINESITHERAPEUTEN TE VALLEN (art. 7). VERSTREKKINGEN DIE WORDEN GEACHT IN DE BEVOEGDHEID VAN DE KINESITHERAPEUTEN TE VALLEN (art. 7). Nieuwe interpretatieregel 8 (blz. 5) INTERPRETATIEREGEL 1 (in voege vanaf 14/07/2006) In artikel 7, 10, derde

Nadere informatie

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. DM/MZG_RHM/n.58_08 DATUM 12/12/2008 BIJLAGE(N) 1 Omzendbrief aan - de algemeen directeur

Nadere informatie

Inhoud Voorwoord Algemene Richtlijnen Specifieke voorbeelden Referenties Bijlage

Inhoud Voorwoord Algemene Richtlijnen Specifieke voorbeelden Referenties Bijlage Inhoud Voorwoord ii Algemene Richtlijnen 1 1. Het begrip hoofddiagnose... 1 2. Het begrip nevendiagnose... 2 3. Definitie Laat Gevolg of Restletsel... 3 4. Registratie van ingrepen... 6 5. V-codes... 7

Nadere informatie

Vallen als symptoom: een alarmteken?

Vallen als symptoom: een alarmteken? h.-hartziekenhuis vzw Vallen als symptoom: een alarmteken? Dr. C. Mertens geriater www.hhzhlier.be 1 Vallen als symptoom Val bij ouderen meer dan een traumatologisch probleem! www.hhzhlier.be Valevaluatie

Nadere informatie

Doelstellingen basisstage neurologie

Doelstellingen basisstage neurologie Doelstellingen basisstage neurologie Zoals voor elke basisstage wordt het accent gelegd op vaak voorkomende problemen en op urgente problemen waarbij het van belang is ze tijdig te herkennen. Het is de

Nadere informatie

1. Voorbeelden voor de aanpak van een goed gesprek rond zelfzorggeneesmiddelen 2. 2. Feedbackformulier structuur van het gesprek.5

1. Voorbeelden voor de aanpak van een goed gesprek rond zelfzorggeneesmiddelen 2. 2. Feedbackformulier structuur van het gesprek.5 COMMUNICATIETRAINING ZELFZORGADVIEZEN INHOUDSTAFEL 1. Voorbeelden voor de aanpak van een goed gesprek rond zelfzorggeneesmiddelen 2 2. Feedbackformulier structuur van het gesprek.5 3. Feedbackformulier

Nadere informatie

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN Definitie, pathofysiologie, symptomatologie en diagnostiek Dr. Marcel Daniëls Jeroen Bosch Ziekenhuis s-hertogenbosch ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN pathofysiologie Definitie symptomatologie

Nadere informatie

FESS ENDONASALE SINUSCHIRURGIE. - Patiëntinformatie -

FESS ENDONASALE SINUSCHIRURGIE. - Patiëntinformatie - FESS ENDONASALE SINUSCHIRURGIE - Patiëntinformatie - FESS: Endonasale sinusoperatie Wat zijn sinussen? De sinussen zijn holten in de gelaatsbeenderen waarin zich onder normale omstandigheden lucht bevindt.

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 7 64

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 7 64 Hoofdstuk 7:... 65 Basis ICD-10-CM codeerregels... 65 1. Inleiding... 66 2. Gebruik zowel de alfabetische als de systematische lijst... 66 3. Gebruik enkel codes met de hoogste graad aan detail... 66 4.

Nadere informatie

AANTAL BHR dysplasie cup 46. AANTAL conserve plus A Class 135. AANTAL conserve plus A Class uncemented 33. AANTAL DUROM (oud concept) 14

AANTAL BHR dysplasie cup 46. AANTAL conserve plus A Class 135. AANTAL conserve plus A Class uncemented 33. AANTAL DUROM (oud concept) 14 Goto page 5 for the English version AANTAL RESURFACINGS (MET FOLLOW-UP) laatste update: 24/04/2014 TOTAAL 4002 AANTAL BHR 1990 AANTAL BHR dysplasie cup 46 AANTAL conserve plus thick shell 4 AANTAL BHR

Nadere informatie

Eigen spreekuur en chronische ziekten

Eigen spreekuur en chronische ziekten M.C.A.P.J. van Abeelen Eigen spreekuur en chronische ziekten Tweede druk Houten 2013 V Voorwoord Het werk van de doktersassistent is de afgelopen jaren uitgebreid. In dit AG-katern komt een aantal chronische

Nadere informatie

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Leefmilieu Bestuur Gezondheidszorgbeleid Dinsdag 17 september 2002 Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden Prof. Dr. W. Sermeus Prof. Dr. L.

Nadere informatie