Zijn naasten van het slachtoffer binnenkort slachtoffer af?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zijn naasten van het slachtoffer binnenkort slachtoffer af?"

Transcriptie

1 Masterscriptie Privaatrecht Zijn naasten van het slachtoffer binnenkort slachtoffer af? Een bespreking van het wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade Désirée van Daal Juli 2015 Privaatrecht: Privaatrechtelijke rechtspraktijk 12 EC s M.I. Peereboom-Van Drunick Faculteit der Rechtsgeleerdheid

2 Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst p Inleiding p De huidige stand van zaken p Zorg- en affectieschade naar huidig recht p Het Wetboek van Strafvordering en Strafrecht p Rechtspraak p Affectieschade p Het Taxibus-arrest p Maja Bradaric p Tussenconclusie p Grenzen verhaalbaarheid zorgschade p Johanna Kruidhof p Krüter p Rijnstate p Tussenconclusie p Schadevergoeding op grond van het Wetboek van Strafvordering en Strafrecht p De Amsterdamse zedenzaak p Tussenconclusie p Uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens p Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens p Het EHRM en Nederland p Tussenconclusie p. 23

3 5. Het wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade p Aanpassingen in het Burgerlijk Wetboek p Overgangsrecht p Aanpassingen in het Wetboek van Strafvordering p Aanpassingen in het Wetboek van Strafrecht p Schadefonds Geweldsmisdrijven p Tussenconclusie p Kritiek op het wetsvoorstel p Conclusie p Literatuurlijst p Jurisprudentielijst p. 45

4 Verklarende woordenlijst Affectieschade De schade die ontstaat als gevolg van het ernstig gewond raken of overlijden van een persoon waarmee iemand een affectieve band heeft. Direct slachtoffer Degene die rechtstreeks schade/letsel heeft opgelopen of is overleden. Horizontale verhouding De verhouding tussen burgers onderling. Immateriële schade Schade die veroorzaakt wordt door verdriet, smart of geestelijk gemis en die niet in geld is uit te drukken. (Smartengeld). Indirect slachtoffer Degene die niet rechtstreeks schade/letsel heeft opgelopen of is komen te overlijden, maar schade lijdt als gevolg van het ernstig gewond raken of het overlijden van het directe slachtoffer. Materiële schade Schade die direct in geld is uit te drukken. Schade Nadeel, waardoor iemand in zijn vermogen of in zijn andere materiële belangen wordt getroffen. Shockschade Schade, zowel materiële als immateriële, die wordt toegebracht door de schokkende ervaring als gevolg van de waarneming van of confrontatie met een ongeval waarbij een ander ernstig gewond raakt of komt te overlijden. Bij shockschade gaat het niet om (verplaatste) schade in geval van het ernstig gewond raken of overlijden van een ander, maar om eigen, materiële of immateriële schade van de benadeelde. Smartengeld De schade die wordt veroorzaakt door verdriet, smart of geestelijk gemis. Verplaatste schade De kosten die een naaste heeft gemaakt ten behoeve van het slachtoffer, die het slachtoffer zelf had kunnen vorderen indien hij deze kosten had gemaakt. Verticale verhouding De verhouding tussen een burger en de overheid. Voeging in het strafproces De mogelijkheid voor een benadeelde partij om schadevergoeding te vorderen in het strafproces. Het gaat in feite om een civiele procedure binnen het strafproces. Zorgkosten Kosten voor verkregen of verstrekte zorg, zoals verpleging, verzorging en begeleiding. 1

5 Een bespreking van het wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade 1. Inleiding Stelt u zich eens voor dat u de krant opent en leest: Geen shockschade voor moeder vermoord zoontje Moeder en halfzusje vorderen shockschade van ex-man/stiefvader die op 11 februari 2013 het 7-jarig zoontje van de moeder heeft vermoord. De moeder stelt dat sprake is van shockschade doordat zij geconfronteerd werd met de ernstige gevolgen van het onrechtmatige handelen door haar ex-man, namelijk de dood, de wijze van overlijden en het dode lichaam van haar zoon. De rechtbank oordeelt echter anders. 1 Een vraag die dan bij velen naar boven komt is: hoe kan het dat de moeder geen recht heeft op shockschade en wat houdt shockschade eigenlijk in? Dit zijn vragen die direct in verband staan met het Nederlandse schadevergoedingsrecht. Uitgangspunt in het Nederlandse schadevergoedingsrecht is dat slechts voor zover de wet daartoe de mogelijkheid biedt schadevergoeding verschuldigd is. 2 In beginsel komt alleen de schade geleden door slachtoffers zelf voor vergoeding in aanmerking. Tot op heden heeft de wetgever geen grondslag geboden of aangereikt voor een vergoeding van schade geleden door naasten van het slachtoffer. Echter, uit de rechtspraak kan worden afgeleid dat hier in bepaalde gevallen wel behoefte aan is. De Hoge Raad heeft in enkele gevallen een schadevergoeding aan naasten toegekend. Duidt deze toekenning van schadevergoeding aan naasten erop dat een verandering nodig is in ons huidige schadevergoedingsrecht? Gelet op een aantal uitspraken van de Hoge Raad en op het feit dat er een wetsvoorstel in ontwikkeling is, lijkt dit het geval. Het nieuwe wetsvoorstel, het Wetsvoorstel schadevergoeding bij zorg- en affectieschade, beoogt een verbetering te brengen in de positie van zowel het slachtoffer als die van zijn naaste(n) en lijkt bij deze ontwikkeling aan te sluiten Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Kluwer 2012, p

6 Deze masterscriptie gaat over de vraag of de ontwikkeling die zich heeft voorgedaan in de jurisprudentie, met betrekking tot de schadevergoeding van zorg- en affectieschade, een aanvulling is ten opzichte van de huidige regeling. Ondanks het feit dat geen wettelijke grondslag bestaat, heeft de Hoge Raad in een aantal gevallen wel degelijk een vergoeding van deze kosten toegekend. Duidt dit op het beantwoorden van een behoefte die bij naasten bestaat? En is de verandering die het wetsvoorstel beoogt een verbetering van de positie van naasten ten opzichte van het huidige systeem? Door middel van literatuur en jurisprudentie onderzoek zijn bovenstaande vragen en de probleemstelling die centraal staat beantwoord. Ten eerste wordt de huidige stand van het Nederlandse schadevergoedingsrecht besproken, waarbij uiteengezet wordt wat zorg- en affectieschade is en wordt onderzocht waarom de wetgever tot op heden geen grondslag heeft geboden of aangereikt voor vergoeding hiervan. Daarna wordt ingegaan op een aantal uitspraken van de Hoge Raad en gerechtshoven, waarbij wordt onderzocht of deze uitspraken in lijn zijn met het huidige schadevergoedingsrecht of dat hierin sprake is van een ontwikkeling. Ten derde wordt aandacht besteed aan een aantal uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hierbij wordt onderzocht of in deze rechtspraak een vergoeding aan naasten wordt toegekend, wat daar de grondslag van is en hoe dit zich tot de Nederlandse rechtspraktijk verhoudt. Vervolgens wordt aandacht besteed aan het Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, waarbij de geplande veranderingen met betrekking tot het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht worden besproken. Ten slotte wordt de kritiek die bestaat op het wetsvoorstel besproken. In de conclusie wordt antwoord gegeven op de probleemstelling die in deze masterscriptie centraal staat: Is de verandering die het wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade beoogd een verbetering van de positie van naasten van het slachtoffer, ten opzichte van de huidige regeling? 3

7 2. De huidige stand van zaken 2.1 Zorg- en affectieschade naar huidig recht Het Nederlandse schadevergoedingsrecht is geregeld in het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Uitgangspunt in het Nederlandse schadevergoedingsrecht is dat slechts voor zover de wet daartoe de mogelijkheid biedt schadevergoeding verschuldigd is. De wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding zijn neergelegd in afdeling BW. Het eerste artikel van deze afdeling, artikel 6:95 BW, luidt als volgt: De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet worden vergoed, bestaat in vermogensschade en ander nadeel, dit laatste voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft. De belangrijkste artikelen die een (wettelijke) verplichting vormen tot schadevergoeding zijn de artikelen met betrekking tot wanprestatie, artikel 6:74 e.v. BW, en die met betrekking tot de onrechtmatige daad, artikel 6:162 e.v. BW. De schade die voor vergoeding in aanmerking komt bestaat in vermogensschade en ander nadeel, zo volgt uit de wet. Uit artikel 6:96 lid 1 BW volgt dat onder vermogensschade (materiële schade) zowel geleden verlies als gederfde winst moet worden verstaan. Uit datzelfde artikel volgt dat ook voor vergoeding in aanmerking komt redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade die als gevolg van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, mocht worden verwacht 3, redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid 4 en redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte 5. In beginsel komen alleen slachtoffers zélf in aanmerking voor een vergoeding van (hun) materiële schade. 6 Deze schade is direct in geld uit te drukken. Het is echter ook mogelijk dat de schade niet in geld is uit te drukken en bestaat uit ander nadeel, zoals volgt uit art. 6:95 BW. Dit is immateriële schade en wordt veroorzaakt door verdriet, smart of geestelijk gemis. Vergoeding hiervan wordt smartengeld genoemd. 7 3 Art. 6:96 lid 2 sub a BW. 4 Art. 6:96 lid 2 sub b BW. 5 Art. 6:96 lid 2 sub c BW. 6 Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Kluwer 2012, p Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Kluwer 2012, p

8 Smartengeld De wettelijke grondslag van smartengeld is artikel 6:106 BW. Dit artikel biedt alleen aan het slachtoffer zelf een grondslag voor vergoeding en vormt daarmee een gesloten stelsel. 8 De benadeelde (het slachtoffer) heeft recht op smartengeld vastgesteld naar billijkheid indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen 9, indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast 10 of indien het nadeel gelegen is in aantasting van de nagedachtenis van een overledene en toegebracht is aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner of een bloedverwant tot in de tweede graad van de overledene, mits de aantasting plaatsvond op een wijze die de overledene, ware hij nog in leven geweest, recht zou hebben gegeven op schadevergoeding wegens het schaden van zijn eer of goede naam 11. Deze opsomming is limitatief. Dit betekent dat er behalve deze gronden geen andere gronden mogelijk zijn waarop een slachtoffer schadevergoeding kan vorderen van zijn immateriële schade. 12 Het bijzondere van smartengeld is de functie ervan. Uit de parlementaire geschiedenis volgt: De vergoeding heeft een dubbele functie: enerzijds dient zij om, zij het ook op onvolmaakte wijze, het door de getroffene ondergane leed goed te maken, anderzijds kan het geschokte rechtsgevoel van de getroffene worden bevredigd doordat van de wederpartij een opoffering wordt verlangd. Daarom moet met alle omstandigheden van het geval rekening worden gehouden. 13 Smartengeld heeft dus zowel een compensatiefunctie als een functie in de sfeer van genoegdoening. 14 Daarnaast heeft smartengeld een hoogst persoonlijk karakter. 15 De toelichting die in de parlementaire geschiedenis wordt gegeven op het hoogst persoonlijke karakter van de vordering heeft betrekking op genoegdoening in de relatie tussen de aansprakelijke en het slachtoffer. Het artikel steunt op de gedachte van goedmaking van het onrecht dat het slachtoffer heeft ondergaan of ter bevrediging van zijn rechtsgevoel Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Kluwer 2012, p Art. 6:106 lid 1 sub a BW. 10 Art. 6:106 lid 1 sub b BW. 11 Art. 6:106 lid 1 sub c BW. 12 Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Kluwer 2012, p PG Boek 6, p Lindenbergh, Smartengeld: tien jaar later, Kluwer 2008, p. 10 e.v.. 15 PG Boek 6, p PG Boek 6, p

9 De rechter heeft bij toekenning van smartengeld een grote discretionaire bevoegdheid. 17 Omstandigheden waarmee volgens de Hoge Raad bij het billijkheidsoordeel rekening gehouden dient te worden zijn: de aard van de aansprakelijkheid, de aard, duur en intensiteit van de pijn en het verdriet en de gederfde levensvreugde die het gevolg zijn van de gebeurtenis. 18 Tevens dient de rechter bij begroting van smartengeld rekening te houden met uitspraken van andere Nederlandse rechters, waar, in vergelijkbare gevallen, smartengeld is toegekend. 19 Bij het bepalen van de omvang van de vergoeding mag hij rekening houden met alle omstandigheden van het geval en kan hij, indien hem dat aangewezen lijkt, geen schadevergoeding toekennen. Zoals uit artikel 6:95 BW valt af te leiden bestaat een verplichting tot schadevergoeding van ander nadeel alleen indien de wet op vergoeding hiervan recht geeft. Ander nadeel kan behalve uit letselschade, de schade geleden door het slachtoffer, ook uit overlijdensschade bestaan. Overlijdensschade treedt op bij naasten van het slachtoffer. Een schadevergoeding in geval van overlijdensschade wordt geregeld in artikel 6:108 BW. Indien iemand ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander jegens hem aansprakelijk is overlijdt, is die ander verplicht tot vergoeding van schade door het derven van levensonderhoud aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner en de minderjarige kinderen van de overledene, tot ten minste het bedrag van de krachtens de wet verschuldigde levensonderhoud 20, aan andere bloed- of aanverwanten van de overledene, mits deze reeds ten tijde van het overlijden geheel of ten dele in hun levensonderhoud voorzag of daartoe krachtens rechterlijke uitspraak verplicht was 21, aan degenen die reeds vóór de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, met de overledene in gezinsverband samenwoonden en in wier levensonderhoud hij geheel of voor een groot deel voorzag, voor zover aannemelijk is dat een en ander zonder het overlijden zou zijn voortgezet en zij redelijkerwijze niet voldoende in hun levensonderhoud kunnen voorzien 22 en aan degene die met de overledene in gezinsverband samenwoonde en in wiens levensonderhoud de overledene bijdroeg door het 17 Dit is de vrije beslissingsruimte van de rechter. 18 HR 8 juli 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0665 [online]. 19 HR 11 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8358, r.o. 3.2 [online]. 20 Art. 6:108 lid 1 sub a BW. 21 Art. 6:108 lid 1 sub b BW. 22 Art. 6:108 lid 1 sub c BW. 6

10 doen van de gemeenschappelijke huishouding, voor zover hij schade lijdt doordat na het overlijden op andere wijze in de gang van deze huishouding moet worden voorzien 23. Wat is zorgschade en wat is affectieschade? Behalve het slachtoffer zelf, kan een naaste van het slachtoffer ook immateriële schade lijden en daarmee behoefte hebben aan smartengeld. De immateriële schade geleden door een naaste van het slachtoffer kan bestaan uit zorg- en/of affectieschade. Zorgschade is de schade die bestaat uit kosten die gemaakt zijn voor de verzorging, verpleging en begeleiding van het slachtoffer. Affectieschade is de schade die ontstaat als gevolg van het ernstig gewond raken of overlijden van een persoon waarmee iemand een affectieve band heeft. 24 Een naaste van het slachtoffer kan ook shockschade lijden. Dit dient van affectieschade te worden onderscheiden. In dat geval gaat het namelijk niet om afgeleide schade. Het gaat niet om schade die is geleden door ernstig letsel of overlijden van een naaste. 25 Shockschade wordt in de parlementaire geschiedenis gedefinieerd als schade welke is ontstaan naar aanleiding van een shock die het gevolg is van het waarnemen of het geconfronteerd worden met een ongeval met dodelijke afloop. 26 Voor een naaste bestaat op grond van de huidige wetgeving geen grondslag voor een vergoeding van smartengeld. Slechts indien een naaste te maken heeft met verplaatste schade, biedt de wet een mogelijkheid tot vergoeding van zorgschade. 27 Uit de wet volgt dat indien iemand ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, die ander behalve tot vergoeding van de schade van de gekwetste zelf, ook verplicht is tot vergoeding van de kosten die een derde anders dan krachtens een verzekering ten behoeve van de gekwetste heeft gemaakt en die deze laatste, zo hij ze zelf zou hebben gemaakt, van die ander had kunnen vorderen. 28 Het gaat in dit geval dus om kosten die een derde, een naaste, heeft gemaakt ten behoeve van het slachtoffer. Het doet er echter niet toe of jegens naasten onrechtmatig is gehandeld Art. 6:108 lid 1 sub d BW. 24 Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Kluwer 2012, p Hartlief, De schrik van het burgerlijk recht, NJB 2009/35, 1710, p. 1 [online]. 26 PG Boek 6, p Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Kluwer 2012, p Art. 6:107 lid 1 BW. 29 Het artikel geeft een zelfstandig recht. 7

11 Waarom bestaat er geen wettelijke grondslag? Zowel artikel 6:106 BW als artikel 6:108 BW vormt een gesloten stelsel: alleen de gekwetste zelf heeft recht op smartengeld. Er is sprake van een beperkte kring van gerechtigden. Vanwege het persoonlijke karakter kan slechts het slachtoffer een vordering instellen 30 en komt aan naasten op grond van deze artikelen geen vergoeding van affectieschade toe. 31 In de parlementaire geschiedenis met betrekking tot Boek 6 van het BW worden drie argumenten gegeven voor het niet voorzien in een wettelijke grondslag voor de vergoeding van affectieschade van naasten. 32 Als eerste wordt gesteld dat hoe schrijnender het leed is waar het om gaat, hoe groter de weerstand tegen de gedachte dat dit leed op enige wijze vergoed zou kunnen worden door geld. Juist in gevallen van verdriet van anderen spreekt dit het sterkst. Ten tweede wordt als argument gegeven dat vergoeding leidt tot een commercialisering van verdriet. Dit wordt als volgt onderbouwd: het kan moeilijk anders dan om hoge bedragen gaan, tegen aansprakelijkheid waarvoor men zich zal moeten verzekeren, wat weer verhoging van de vergoeding in de hand pleegt te werken en aldus ook de instelling van partijen kan beïnvloeden. 33 Het laatste argument is gebaseerd op ervaringen in landen die wel een vergoeding van affectieschade toelaten. In die landen leidt het tot onsmakelijke procespraktijken. De gedaagde heeft er namelijk belang bij alles op tafel te leggen, ook intimiteiten, en de eisende partij zal op dergelijke details in moeten gaan. 2.2 Het Wetboek van Strafvordering en Strafrecht Indien schade is geleden op grond van een strafbaar feit volgt uit het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) dat degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding kan voegen als benadeelde partij in het strafproces. 34 Uit artikel 36f lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) volgt dat aan degene die bij rechterlijke uitspraak wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld tot een straf of aan wie bij rechterlijke uitspraak een maatregel of last als bedoeld in artikel 37 wordt opgelegd, of waarbij door de rechter bij strafoplegging rekening is gehouden met een strafbaar feit, waarvan in de dagvaarding is medegedeeld dat het door de verdachte is erkend en ter kennis van de rechtbank wordt gebracht dan wel jegens wie een strafbeschikking wordt 30 PG Boek 6, p Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Kluwer 2012, p PG Boek 6, p PG Boek 6, p Art. 51f lid 1 Sv. 8

12 uitgevaardigd, de verplichting kan worden opgelegd tot betaling aan de staat van een som geld ten behoeve van het slachtoffer of diens nabestaanden in de zin van artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering. De staat keert een ontvangen bedrag onverwijld uit aan het slachtoffer of diens nabestaanden in de zin van artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering. Het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht bieden aan het slachtoffer een mogelijkheid tot vergoeding van de schade die hij/zij heeft geleden als gevolg van een strafbaar feit. 9

13 3. Rechtspraak Het wettelijk kader is duidelijk. De wet biedt ruimte voor vergoeding van smartengeld aan het slachtoffer zelf, maar niet aan naasten van het slachtoffer. Uit rechtspraak van de Hoge Raad en de gerechtshoven blijkt echter dat in een aantal gevallen wel een vergoeding van zorg- en affectieschade aan naasten van het slachtoffer is toegekend. Hieronder worden een aantal arresten besproken die betrekking hebben op (eventuele) toekenning van zorg- en/of affectieschade. 3.1 Affectieschade Zoals gezegd heeft de rechter in een (beperkt) aantal gevallen behalve aan slachtoffers zelf, aan naasten een recht op schadevergoeding toegekend. Voorbeelden hiervan zijn het Taxibusarrest, waar het ging om de vraag naar de mogelijkheid van vergoeding van shockschade, en de zaak van Maja Braderic Het Taxibus-arrest Dit arrest betrof het geval waarin een meisje van vijf door een taxibusje werd overreden. Het busje was over het hoofd van het meisje gereden, waardoor zij opslag was overleden. De 28- jarige moeder van het meisje trof haar dochtertje met haar schedelinhoud (hersenen) op het wegdek aan en heeft als gevolg van deze confrontatie ernstig geestelijk letsel opgelopen. Dit letsel werd omschreven als een gestagneerd rouwproces resulterend in een ernstige depressie met melancholische (vitale) kenmerken en een ernstige posttraumatische stresstoornis waarbij ze onder meer de afschuwelijke confrontatie met haar dochter herbeleeft. 35 De moeder van het meisje heeft een vordering ingesteld met betrekking tot materiële en immateriële schadevergoeding. Met betrekking tot het recht op vergoeding van immateriële schade stelt de moeder dat sprake is van een aantasting van de persoon in de zin van artikel 6:106 lid 1 sub b BW. 36 Het betrof in deze zaak de mogelijkheid van vergoeding van shockschade. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat shockschade naar huidig recht in bijzondere gevallen op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b BW voor vergoeding in aanmerking komt. 35 HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356, r.o. 3.1 [online]. 36 Den Hollander, Affectie, shock en geld, TVP 2002, afl. 2, p. 33 [online]. 10

14 Voor de toekenning van shockschade is volgens de Hoge Raad voldoende dat een rechtstreeks verband bestaat tussen het gevaarzettend handelen enerzijds en het geestelijk letsel dat een derde door de confrontatie met de gevolgen van dit handelen oploopt anderzijds. Deze confrontatie kan ook plaatsvinden (kort) nadat de gebeurtenis die tot de dood of verwonding van een ander heeft geleid, heeft plaatsgevonden. De aard van deze schade brengt mee dat deze schade in het algemeen slechts voor vergoeding in aanmerking komt indien (i) de betrokkene rechtstreeks wordt geconfronteerd met de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden en, (ii) deze confrontatie bij de betrokkene een heftige schok teweeggebracht heeft, hetgeen zich met name kan voordoen indien sprake is van een nauwe (affectieve) band met degene die door het ongeval is gedood of gewond is geraakt. 37 De Hoge Raad oordeelt verder dat het verlies van een kind voor de betrokken ouders een zodanig verdriet en zodanige problemen van verwerking van het verlies van dit kind kan opleveren dat daardoor geestelijk letsel ontstaat dat aantasting van de persoon oplevert. In een dergelijk geval laat het wettelijk stelsel niet toe dat aan deze ouder een schadevergoeding wegens verdriet om de dood van een kind, wordt toegekend. Het wettelijk stelsel verzet zich echter niet tegen een vergoeding van immateriële schade, wanneer deze schade een gevolg is van de aan het onrechtmatig handelen van de veroorzaker toe te rekenen schokkende confrontatie met de ernstige gevolgen van het ongeval. Aan toekenning van een dergelijke vergoeding staat in het bijzonder niet in de weg dat ook verdriet is ontstaan door het letsel en de dood van het kind. 38 De Hoge Raad heeft in dit arrest voor het eerst bepaald dat een recht op vergoeding van shockschade bestaat, indien een naaste zelf geestelijk letsel oploopt als gevolg van het lichamelijk letsel of overlijden van een ander. 39 De Hoge Raad merkt met betrekking tot de vergoeding van affectieschade op dat het stelsel van de wet meebrengt dat nabestaanden ingeval iemand met wie zij een nauwe en/of affectieve band hadden, overlijdt ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander jegens hem aansprakelijk is, geen vordering geldend kunnen maken tot vergoeding van nadeel wegens het verdriet dat zij ondervinden als gevolg van dit overlijden. Artikel 6:108 BW geeft 37 HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356, r.o. 5.2 [online]. 38 HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356, r.o. 5.4 [online]. 39 Van Dam, Het Taxibus-arrest, VRA 2002, par. 1 [online]. 11

15 immers in een dergelijk geval slechts aan een beperkt aantal gerechtigden de mogelijkheid tot het vorderen van bepaalde vermogensschade Maja Bradaric In deze zaak waren de feiten als volgt. Maja werd in 2003 door haar vrienden gewurgd. Na de wurging hadden ze haar lichaam verbrand. De ouders van het overleden meisje werden door de politie gebeld om een lichaam identificeren. Dit hebben zij gedaan aan de hand van verkoolde kledingresten en sieraden die onderzoekers van het verkoolde lichaam hadden gehaald. Het lichaam dat geïdentificeerd moest worden was het lichaam van hun dochter. De confrontatie met het verbrande lichaam heeft bij hen een schok teweeg gebracht. De rechtbank heeft aan de ouders een vergoeding toegekend van de geleden en te de lijden materiële en immateriële schade. Tegen de uitspraak van de rechtbank is hoger beroep ingesteld, omdat niet voldaan zou zijn aan de in het Taxibus-arrest geformuleerde criterium dat de nabestaanden kort na de gebeurtenissen met de ernstige gevolgen daarvan zijn geconfronteerd. 41 Het oordeel van het hof was echter als volgt: Uit de stellingen van [geïntimeerden] volgt dat zij, kort nadat het lichaam van hun dochter is gevonden, zijn geconfronteerd met de ernstige gevolgen van de gebeurtenissen die tot haar dood hebben geleid en de omstandigheden waaronder die hebben plaatsgevonden. Deze confrontatie heeft bestaan uit het aanschouwen van verkoolde kledingresten en sieraden die van het verbrande lichaam van hun dochter afkomstig waren. Identificatie (en afscheid) van hun dochter kon niet meer plaatsvinden omdat het lichaam ernstig verminkt was. Het hof is van oordeel dat [geïntimeerden] met de hiervoor genoemde confrontatie alsmede de onmogelijkheid tot identificatie (en afscheid) van hun dochter op directe wijze zijn geconfronteerd met de ernstige gevolgen van de gebeurtenissen die haar dood tot gevolg hebben gehad en de omstandigheden waaronder dit heeft plaatsgevonden. 42 Het hof heeft het vonnis van de rechtbank van 13 april 2011 bekrachtigd. Aan de ouders komt een vergoeding toe van zowel hun materiële als immateriële schade. Deze immateriële schade komt voor vergoeding in aanmerking als gevolg van hetgeen waarmee zij zijn geconfronteerd. 40 HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356, r.o. 4.2 [online]. 41 Hof Arnhem-Leeuwarden 16 december 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9440, r.o. 4.3 [online]. 42 Hof Arnhem-Leeuwarden 16 december 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9440, r.o. 4.5 [online]. 12

16 3.1.3 Tussenconclusie Uit bovenstaande rechtspraak volgt dat het bij de toekenning van een vergoeding van immateriële schade van belang is dat een onderscheid wordt gemaakt tussen het verdriet dat ontstaat als gevolg van het overlijden van het slachtoffer (affectieschade) en de schade, het geestelijk letsel, die ontstaat als gevolg van de schokkende confrontatie met het ongeval (shockschade). Vergoeding van affectieschade wordt niet toegekend door de rechter, maar vergoeding van shockschade onder omstandigheden wel. Voor een toekenning van een vergoeding van shockschade is vereist dat sprake is van een rechtstreekse confrontatie met de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden en dat deze confrontatie een heftige shock teweeg gebracht heeft. 3.2 Grenzen verhaalbaarheid zorgschade Behalve dat naasten van het slachtoffer shockschade kunnen ondervinden, kunnen zij ook te maken krijgen met zorgschade. De Hoge Raad heeft in een drietal arresten over de grenzen van verhaalbaarheid van deze zorgschade uitspraak gedaan Johanna Kruidhof Johanna Kruidhof, toentertijd een elfjarig meisje, liep op school brandwonden op nadat haar t- shirt vlam had gevat. Door het oplopen van brandwonden moest Johanna meerdere malen naar het ziekenhuis voor operaties en behandelingen. De ouders van Johanna namen haar verzorging op zich en brachten haar, indien nodig, naar het ziekenhuis. Haar ouders vorderden een (schade)vergoeding wegens het verlies van vakantiedagen alsmede een (schade)vergoeding voor de tijd die zij hebben besteed aan de verpleging en begeleiding van Johanna. De Hoge Raad oordeelde: Indien het dan, zoals in het onderhavige geval, gaat om een gewond kind waarvan de ouders op redelijke gronden zelf de voor genezing en herstel noodzakelijke verpleging en verzorging op zich nemen in plaats van deze taken aan professionele, voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners toe te vertrouwen, voldoen de ouders in natura aan een verplichting die primair rust op de aansprakelijke. De redelijkheid brengt in een dergelijk geval mee dat het de rechter vrijstaat bij het beantwoorden van de vraag of het kind vermogensschade heeft geleden en op welk bedrag deze schade kan worden begroot, te abstraheren van de omstandigheden dat die taken in feite niet door dergelijke hulpverleners worden vervuld, dat de ouders jegens het kind geen aanspraak op geldelijke 13

17 beloning voor hun inspanning kunnen doen gelden, en dat zij zoals hier in staat zijn die taken te vervullen zonder daardoor inkomsten te derven. 43 Bij de toekenning van een vergoeding van de kosten van verpleging en verzorging, mag de rechter geen hogere vergoeding toekennen dan het geschatte bedrag van de bespaarde kosten van professionele hulpverlening. Met betrekking tot de vergoeding van de door de ouders opgenomen vakantiedagen oordeelde de Hoge Raad dat het verlies van vakantiedagen van de ouders door de tijd die gemoeid was met hun bezoeken aan het kind tijdens het verblijf in het ziekenhuis, niet op één lijn kan worden gesteld met de hiervoor besproken schadepost, nu het niet aannemelijk is dat professionele betaalde hulpverleners worden ingeschakeld voor ziekenhuisbezoek ingeval de ouders niet in de gelegenheid zijn zelf het kind te bezoeken. De heilzame invloed van bezoeken op het genezingsproces moet worden toegeschreven aan de persoonlijke band tussen het kind en de ouders. Het verlies van vakantiedagen kan derhalve, niet als door Johanna geleden schade worden aangemerkt. 44 De Hoge Raad heeft in dit arrest bepaald dat kosten die gemaakt zijn ter verzorging en verpleging ten behoeve van het slachtoffer wel in aanmerking komen voor vergoeding, in het kader van artikel 6:107 BW. De kosten als gevolg van opgenomen vakantiedagen komen, omdat zij niet als door Johanna geleden schade worden aangemerkt, niet voor vergoeding in aanmerking op grond van dat artikel Krüter In deze zaak betrof het een (oud-)werknemer van Wilton-Fijenoord, die tijdens zijn dienstverband aan asbest was blootgesteld. In 1996 werd de asbestziekte mesothelioom 45 vastgesteld, als gevolg waarvan Wilton-Fijenoord aansprakelijk is gesteld. De weduwe van de man vorderde een vergoeding van verzorgingskosten, ex artikel 6:107 BW, omdat zij hem gedurende de laatste zes weken van zijn leven thuis had verzorgd. De Hoge Raad verwijst in dit arrest naar het arrest van 28 mei 1999 (Johanna Kruidhof) waar het ging om aansprakelijkheid voor ernstig letsel, waarvan het herstel niet alleen 43 HR 28 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2912, r.o [online]. 44 HR 28 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2912, r.o [online]. 45 Een tumor aan/op de longvliezen. 14

18 ziekenhuisopname en medische ingrepen vergde, maar ook intensieve en langdurige verpleging en verzorging thuis, en de ouders op redelijke gronden zelf de voor genezing en herstel van het kind noodzakelijke verpleging en verzorging op zich hebben genomen in plaats van deze taken aan professionele, voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners toe te vertrouwen. 46 De Hoge Raad hanteert hier de maatstaf zoals neergelegd in het arrest van 28 mei Omdat het in dit geval niet normaal en gebruikelijk was om professionele hulp in te schakelen, kwamen de verzorgingskosten niet voor vergoeding in aanmerking. 47 De vordering van de weduwe werd niet toegewezen Rijnstate In dit arrest waren de feiten als volgt. Bij benadeelde was na een bevolkingsonderzoek een knobbeltje in de borst gevonden dat verwijderd moest worden. Tijdens de operatie is echter, zonder nader onderzoek, besloten ook enkele lymfelieren uit de linkeroksel te verwijderen, waarvan achteraf bleek dat dit niet noodzakelijk was. Als gevolg hiervan heeft benadeelde klachten gekregen en het ziekenhuis aansprakelijk gesteld. Ook hier betrof het de vraag of de kosten die gemaakt waren voor huishoudelijke hulp voor vergoeding in aanmerking kwamen. De Hoge Raad oordeelt dat in lijn van deze rechtspraak 48 moet met het hof worden aanvaard dat in geval van letselschade de kosten van huishoudelijke hulp door de aansprakelijke persoon aan de benadeelde moeten worden vergoed indien deze ten gevolge van het letsel niet langer in staat is de desbetreffende werkzaamheden zelf te verrichten, voor zover het gaat om werkzaamheden waarvan het in de situatie waarin het slachtoffer verkeerd normaal en gebruikelijk is dat zij worden verricht door professionele voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners. Dit is niet anders indien die werkzaamheden in feite worden verricht door personen die daarvoor geen kosten in rekening (kunnen) brengen. 49 Er bestaat geen grond deze regel te beperken tot gevallen van ernstig letsel. 50 Gesteld werd in deze zaak dat indien de kosten voor vergoeding in aanmerking komen, deze niet aan benadeelde maar aan haar partner toekomen. De Hoge Raad oordeelt echter dat in dit licht het feit dat artikel 6:107 BW, onder de in die bepaling genoemde omstandigheden, aan 46 HR 6 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5891, r.o. 3.3 [online]. 47 HR 6 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5891, r.o. 3.4 [online]. 48 HR 28 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2912 (Johanna Kruidhof) en HR 6 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5891 (Krüter) [online]. 49 HR 5 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998, r.o [online]. 50 HR 5 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998, r.o [online]. 15

19 derden een eigen recht op schadevergoeding toekent, niet afdoet aan de bevoegdheid van het slachtoffer om, in een geval als het onderhavige, ook zelf vergoeding van deze schade te vorderen. Daarbij verdient aantekening dat, indien de aansprakelijke persoon de schade heeft vergoed aan de derde die de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt, hij ook tegenover het slachtoffer is bevrijd, en omgekeerd Tussenconclusie Met betrekking tot de grenzen van verhaalbaarheid van zorgschade, kan op grond van bovenstaande arresten de volgende conclusie worden getrokken. De schadepost als gevolg van een behoefte aan zorg, is er een van het slachtoffer zelf, op grond waarvan hij een vergoeding kan vorderen. Wordt het slachtoffer door een naaste verzorgd, dan komt hem een vergoeding toe van de kosten die normaal en gebruikelijk zijn bij het inschakelen van deze zorg, op grond van artikel 6:107 BW. Deze vergoeding is niet hoger dan de besparing van de kosten van professionele hulp. Een naaste heeft echter ook recht op deze vergoeding, indien hij deze taken op zich neemt, maar daardoor geen inkomensschade lijdt. Niet voor vergoeding in aanmerking komt het verlies van vakantiedagen of overige vrije tijd die gemoeid is met het bezoeken van een naaste, omdat dit niet als verplaatste schade is aan te merken. 3.3 Schadevergoeding op grond van het Wetboek van Strafvordering en Strafrecht Buiten de mogelijkheid van een vordering tot schadevergoeding in het civiele recht, kan een slachtoffer, indien hij schade heeft geleden als gevolg van een strafbaar feit, zich met een vordering tot schadevergoeding voegen in het strafproces. 52 Maar behalve het slachtoffer zelf, kunnen ook naasten van het slachtoffer als gevolg van het strafbare feit, schade lijden. De Amsterdamse zedenzaak is een voorbeeld hiervan. 51 HR 5 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998, r.o. 3.7 [online]. 52 Art. 51f Sv. 16

20 3.3.1 De Amsterdamse zedenzaak De Amsterdamse zedenzaak betrof de veroordeling van Robert M. wegens seksueel misbruik van hele jonge kinderen. Hij heeft deze kinderen over een periode van vier jaar misbruikt, waarvan sommige meerdere malen gedurende een langere periode. De kinderen hadden een leeftijd van soms nog geen drie weken tot vier jaar oud. De keus om deze jonge kinderen te misbruiken was bewust, omdat zij in veel gevallen nog niet eens konden praten en de kans op ontdekking hiermee een stuk kleiner was. Robert M. werkte op een kinderdagverblijf en paste bij enige gezinnen thuis op. Door het misbruik heeft hij het welzijn van de aan zijn zorg toevertrouwde kinderen volledig ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen seksuele behoeften. De aard van het misbruik varieerde 53 en soms werd een kind, zoals gezegd, meerdere malen per dag misbruikt. In veel gevallen heeft Robert M. foto- en filmbeelden gemaakt van het misbruik en deze via internet verspreid. Hierdoor heeft hij ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de kinderen wiens beelden het betreft. Uit rapporten van deskundigen blijkt dat het misbruik voor de kinderen, ouders en hun omgeving gedurende lange tijd zeer schadelijke psychische gevolgen zal hebben. Behalve de (misbruikte) kinderen zijn de ouders in de ruimste zin van het woord ook als slachtoffer te beschouwen, aldus het hof. Ook de ouders hebben vorderingen tot schadevergoeding ingediend. Deze vorderingen zien op materiële en immateriële schade die door toedracht van Robert M. is geleden door de ouders en kinderen. Ten grondslag van deze vordering is in het bijzonder gelegd dat het misbruik van de kinderen inbreuk heeft gemaakt op in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens gegarandeerde grondrechten. Deze vorderingen zijn civielrechtelijk van aard. Het civiele (proces)recht voorziet in de regels voor de vaststelling van de rechtsverhouding tussen burgers onderling. Dus ook op de eventueel daaruit voortvloeiende verplichting tot schadevergoeding De wijze van misbruik benoem ik hier niet, vanwege de ernst ervan. Dit kan (indien daar behoefte aan bestaat) nagelezen worden in de uitspraak van het Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885 [online]. 54 Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885, p. 23 [online]. 17

21 Met betrekking tot de vorderingen van de ouders betreffende de schadevergoeding van de door Robert M. gepleegde feiten zijn civielrechtelijk drie posities te onderscheiden: a. de ouders kunnen optreden als wettelijke vertegenwoordigers van het kind en namens hun kind(eren) ter zake van de door het kind zelf geleden immateriële schade en vermogensschade vorderen; b. ze kunnen een vordering instellen voor zichzelf, op de grond dat de verdachte (ook) jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld; c. ze kunnen voor zichzelf een vordering instellen, op de grond dat ze als gevolg van de feiten kosten hebben gemaakt ten behoeve van hun kind(eren), waarbij het gaat om kosten die het kind, als het ze zelf zou hebben gemaakt, zelf van de verdachte had kunnen vorderen (verplaatste schade). Dat de ouders in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van hun kind(eren) schadevergoeding kunnen vorderen is niet in geschil. Wel in geschil zijn de vorderingen op grond van positie b en c. Omdat het hier een strafrechtelijke veroordeling betreft en het strafrecht niet ziet op de verhouding tussen burgers onderling, is de vraag die centraal staat met betrekking tot de vordering van schadevergoeding, of de ouders slachtoffer zijn in de zin van het Wetboek van Strafvordering. Volgens artikel 51a lid 1 Sv wordt als slachtoffer aangemerkt degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. 55 Uit artikel 51f lid 1 Sv volgt dat degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij kan voegen in het strafproces. In het licht van bovenstaande bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering kan worden afgeleid dat alleen het slachtoffer een vordering tot schadevergoeding kan indienen. Het Gerechtshof Amsterdam stelt dat het bij de slachtoffers van misdrijven als de onderhavige slechts kan gaan om de minderjarigen die fysiek misbruikt zijn (de misdrijven van de artikelen 244 en 247 Sr) en de kinderen van wier misbruik beeldopnamen bestaan (het misdrijf van artikel 240b Sr). Uit tekst noch wetsgeschiedenis van deze strafbepalingen kan volgen dat met deze strafbaarstelling tevens is beoogd de belangen van de ouders, zoals het 55 Uit hetzelfde lid volgt dat een rechtspersoon die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden met het slachtoffer gelijkgesteld wordt. Hier is dat echter niet van belang. 18

22 recht op respect voor hun familieleven, waarop in deze zaak een beroep wordt gedaan, te beschermen. 56 De wetgever heeft de positie van nabestaanden afzonderlijk geregeld, wat erop duidt dat zij niet als slachtoffer c.q. benadeelde partij kunnen worden beschouwd. Het ontbreken van een dergelijke wettelijke voorziening mag niet worden omzeild door uitbreiding van de groep slachtoffers naar analogie, aldus het hof. Dat de schade van het kind ook kan worden gezien als de schade van de ouder, door de onlosmakelijke verbondenheid tussen ouders en kinderen, maakt dat niet anders. 57 Het hof komt tot de conclusie dat de ouders in de strafrechtelijke procedure niet kunnen worden ontvangen in hun eigen vorderingen. Dit betekent niet dat Robert M. in het geheel niet aansprakelijk is voor de schade die de ouders hebben geleden, maar dat deze aansprakelijkheid door de burgerlijke rechter vastgesteld dient te worden. De schade van de ouders die voor vergoeding in aanmerking zou kunnen komen, is de schade, zoals hierboven vermeld onder punt b en c, die zij zelf hebben geleden en de verplaatste schade als bedoeld in artikel 6:107 BW. Het hof stelt ten aanzien van de verplaatste schade dat aangezien het ook bij een op die bepaling gebaseerde vordering gaat om een vordering van de ouders uit eigen hoofde en niet om een vordering van de kinderen zelf, ook hier de omstandigheid dat de ouders geen slachtoffer zijn in de zin van de artikelen 51a e.v. Sv. in de weg staat aan de ontvankelijkheid van hun vorderingen in zoverre. 58 Het hof is slechts bevoegd tot inhoudelijke beoordeling van de vorderingen tot vergoeding van de door de kinderen geleden immateriële schade. Dit zijn de vorderingen die door de ouders in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers zijn ingediend. Hierdoor valt de toe te kennen schadevergoeding aanzienlijk lager uit dan de gevorderde bedragen Tussenconclusie Uit bovenstaande zaak kan worden afgeleid dat op grond van het strafrecht alleen een vergoeding van schade wordt toegekend aan degenen die, in de zin van de artikelen 51a e.v. Sv, als slachtoffer worden aangemerkt. De ouders van de misbruikte kinderen konden alleen vorderingen indienen in de hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger, maar geen vorderingen met betrekking tot de door hen zelf geleden schade. 56 Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885, p. 27 [online]. 57 Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885, p. 27 [online]. 58 Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885, p. 29 [online]. 59 Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885, p. 29 [online]. 19

23 4. Uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Behalve de rechtsprekende instanties in Nederland en de landen om ons heen, zijn er ook Europese instanties die recht spreken, zoals bijvoorbeeld het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM). Ook deze rechtspraak is voor onze rechtspraktijk van belang. 4.1 Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) bevat rechten en vrijheden die de verdragspartijen volgens artikel 1 EVRM moeten verzekeren aan een ieder die ressorteert onder haar rechtsmacht. De rechten uit het EVRM gelden voor iedereen, de hier tegenoverstaande verplichtingen gelden slechts jegens de staten. 60 De rechten uit het EVRM kunnen door individuen rechtstreeks worden ingeroepen tegen de verdragsstaten. In Nederland wordt de grondslag hiervoor geboden door de artikelen 93 en 94 van de Grondwet. 61 Hieruit volgt dat bepalingen van verdragen die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden verbindende kracht hebben en indien toepassing van nationale wettelijke voorschriften met deze bepalingen niet verenigbaar is, deze nationale wettelijke voorschriften geen toepassing vinden. Het internationale recht werkt rechtstreeks door in de Nederlandse rechtsorde. 62 De bepalingen uit het EVRM hebben dus rechtstreekse verticale werking, wat betekent dat zij (door)werken in verhoudingen tussen een staat en een burger. Dit geldt ook voor de uitspraken van het EHRM, ook indien uitspraak is gedaan in zaken waarbij de verdragsstaten zelf geen partij waren. 63 Het EHRM en het EVRM Het EHRM is alleen in gevallen waarin een recht uit het EVRM wordt geschonden door een verdragsstaat of aan een verdragsstaat is toe te rekenen bevoegd om hiervan kennis te nemen Van Dam, Het EVRM en de aansprakelijkheid van private partijen, VR 2014/164, afl. 11, p. 2 [online]. 61 Van Dam, Het EVRM en de aansprakelijkheid van private partijen, VR 2014/164, afl. 11, p. 2 [online]. 62 Van Dam, Het EVRM en de aansprakelijkheid van private partijen, VR 2014/164, afl. 11, p. 2 [online]. 63 Emaus & Rijnhout, Naasten, fundamentele rechten en het Nederlands limitatief en exclusief werkende artikel 6:108 BW: één probleem, twee perspectieven, TVP 2013, p. 109 [online]. 64 Emaus & Rijnhout, Naasten, fundamentele rechten en het Nederlands limitatief en exclusief werkende artikel 6:108 BW: één probleem, twee perspectieven, TVP 2013, p. 110 [online]. 20

24 Het recht op leven, artikel 2 EVRM, en het verbod tot foltering, artikel 3 EVRM, zijn de meest fundamentele rechten van het EVRM. In veel zaken wordt gesteld dat een van deze of beide rechten zijn geschonden. Dit geldt ook voor Keenan v. The United Kingdom, waar een moeder schadevergoeding vorderde nadat haar zoon in de gevangenis was overleden. Het EHRM heeft geoordeeld dat het nationale recht, indien sprake is van een schending van artikel 2 of 3 van het EVRM, een recht op vergoeding van immateriële schade mogelijk dient te maken. 65 Deze regel werd door het EHRM herhaald in Bubbins v. The United Kingdom en in Kontrová v. Slovakia: The Court recalls in this connection that it has already had occasion to declare that in the case of a breach of Articles 2 and 3 of the Convention, which rank as the most fundamental provisions of the Convention, compensation for the non-pecuniary damage flowing from the breach should, in principle, be available as part of the range of redress. 66 In Keenan v. The United Kingdom werd geoordeeld dat niet alleen het slachtoffer zelf, maar ook zijn ouders recht hadden op een vergoeding. 67 Bubbins betrof het geval waarin de politie een (dronken) man, die een neppistool droeg, had doodgeschoten, omdat ze dachten dat ze met een gewelddadige inbreker te maken hadden. Later bleek dat het om de bewoner zelf ging. Van een schending van artikel 2 of 3 van het EVRM was hier geen sprake. De politieagenten werden strafrechtelijk niet veroordeeld, maar dat sloot civiele aansprakelijkheid niet uit. Omdat het nationale recht geen grondslag voor vergoeding van immateriële schade bood, oordeelde het EHRM dat sprake was van een schending van het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel, neergelegd in artikel 13 EVRM. 68 'It must be concluded that the applicant had no prospect of obtaining compensation for nonpecuniary damage suffered by her if, ultimately, a court were to rule in her favour. The Court would add that the impossibility to recover compensation for non-pecuniary damage would almost certainly have had a negative bearing on any application by her for legal aid to take civil proceedings against the police EHRM 3 april 2001, 27229/95 (Keenan v. The United Kingdom), par [online]. 66 EHRM 17 maart 2005, 50196/99 (Bubbins v. The United Kingdom), par. 171 [online]. EHRM 31 mei 2007, 7510/04 (Kontrová v. Slovakia), par. 64 [online]. 67 Emaus, Recht op vergoeding van affectieschade, L&S 2014, 2, p. 3 [online]. 68 Wijnakker, Vergoeding van affectieschade: via het EVRM ook in Nederland mogelijk, VR 2010, afl. 11, p. 313 [online]. 69 EHRM 17 maart 2005, 50196/99 (Bubbins v. The United Kingdom), par. 172 [online]. 21

25 In bovenstaande zaken (Keenan, Bubbins en Kontrová) betrof het een slachtoffer dat was overleden. Maar ook indien (alleen) sprake is van psychisch of fysiek letsel bestaat een recht op vergoeding van immateriële schade volgens het EHRM, zo volgt onder andere uit Keenan en Z. e.a. v. The United Kingdom. The Court has previously held that where a right with as fundamental an importance as the right to life or the prohibition against torture, inhuman and degrading treatment is at stake, Article 13 requires, in addition to the payment of compensation where appropriate, a thorough and effective investigation capable of leading to the identification and punishment of those responsible, including effective access for the complainant to the investigation procedure. (...) Where alleged failure by the authorities to protect persons from the acts of others is concerned, Article 13 may not always require that the authorities undertake the responsibility for investigating the allegations. There should, however, be available to the victim or the victim's family a mechanism for establishing any liability of State officials or bodies for acts or omissions involving the breach of their rights under the Convention. 70 Een recht op vergoeding van immateriële schade, op grond van het EVRM, bestaat alleen indien een schending hiervan heeft plaatsgevonden door een verdragsstaat. Uit Zavoloka v. Letland, waar een moeder haar dochter als gevolg van een dodelijk ongeluk had verloren en het een schending van een recht betrof door een ander individu, volgt dat gezien de grote diversiteit in rechtsorde van de verschillende verdragssluitende Staten inzake schadevergoeding bij overlijden, geen absolute en algemene verplichting tot een vergoeding van immateriële schade kan worden afgeleid. 71 De verplichting om in een schadevergoeding van immateriële schade te voorzien, beperkt zich, onder het EVRM, tot de situaties waarin een verdragsstaat verantwoordelijk is voor een inbreuk. 72 Over wat de hoogte van een dergelijke vergoeding moet zijn en wie er recht op heeft, is het EHRM niet duidelijk. Uit Oyal v. Turkey volgt wel dat wanneer het EHRM een vergoeding te laag acht, dit op zich een schending van het EVRM kan vormen. 73 Verder bieden de arresten geen houvast met betrekking tot de hoogte van de vergoeding. 70 EHRM 10 mei 2001, 29392/95 (Z. e.a. v. The United Kingddom), par. 109 [oniline]. 71 EHRM 7 oktober 2009, VR 2010, 83 (Zavoloka/Letland), par. 40 [online]. 72 Emaus, Recht op vergoeding van affectieschade, L&S 2014, 2, p. 3 [online]. 73 Wijnakker, Vergoeding van affectieschade: via het EVRM ook in Nederland mogelijk, VR 2010, afl. 11, p. 315 [online]. 22

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Themasessie Evenementenveiligheid VRU 1

Themasessie Evenementenveiligheid VRU 1 Even voorstellen Yme P.J. Drost Register-Expert Personenschade De afwikkeling van letselschade na evenementen en de betekenis van gemeentelijke vergunningen daarbij Waardoor ontstaat letsel? Verkeersongevallen

Nadere informatie

Wetsvoorstel verruiming vergoeding letsel- en overlijdensschade Bijeenkomst NIS 5 juni 2014

Wetsvoorstel verruiming vergoeding letsel- en overlijdensschade Bijeenkomst NIS 5 juni 2014 Wetsvoorstel verruiming vergoeding letsel- en overlijdensschade Bijeenkomst NIS 5 juni 2014 Esther Pans Esther.pans@kvdl.nl Opbouw presentatie - Achtergrond - Inhoud voorstel zorgkosten - Inhoud voorstel

Nadere informatie

Affectieschade in Nederland nu en in de toekomst

Affectieschade in Nederland nu en in de toekomst Affectieschade in Nederland nu en in de toekomst Sarah Schokker Studentnummer: 10315217 Master Privaatrecht Privaatrechtelijke rechtspraktijk Scriptiebegeleider: dhr. dr. drs. G.J.P. de Vries 24 juni 2016

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Shockschade. Directe confrontatie. Ernst normschending.

Onrechtmatige daad. Shockschade. Directe confrontatie. Ernst normschending. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 december 2014, nr. 200.090.627, ECLI:NL:GHARL:2014:9440 (mrs. Ch.E. Bethlem, M.B. Beekhoven van den Boezem, A.S. Gratama) Noot I. van der Zalm Onrechtmatige daad. Shockschade.

Nadere informatie

Letselschade Theorie en praktijk

Letselschade Theorie en praktijk Workshop 2014 Letselschade Theorie en praktijk mr. Judith Pol mr. Tim Gmelig Meijling 3 Waar ga ik het over hebben? Wat is letselschade? Wanneer is letselschade verhaalbaar? Wie kan letselschade verhalen?

Nadere informatie

Klachtenregeling. Schematisch overzicht klachtenregeling Zorgaanbieder:

Klachtenregeling. Schematisch overzicht klachtenregeling Zorgaanbieder: Klachtenregeling Klachtenregeling Hezenberg, hierna: de Zorgaanbieder, heeft deze Klachtregeling getroffen ter uitvoering van de verplichtingen van de Wet Kwaliteit Klachten Geschillen in de Zorg. De regeling

Nadere informatie

DE REDACTIE PRIVAAT VAN TRANEN, DUITEN, DIJKEN EN SLUIZEN OVER VERGOEDING VAN AFFECTIESCHADE EN SHOCKSCHADE IN NEDERLAND NA 1 JANUARI 2019

DE REDACTIE PRIVAAT VAN TRANEN, DUITEN, DIJKEN EN SLUIZEN OVER VERGOEDING VAN AFFECTIESCHADE EN SHOCKSCHADE IN NEDERLAND NA 1 JANUARI 2019 DE REDACTIE PRIVAAT VAN TRANEN, DUITEN, DIJKEN EN SLUIZEN OVER VERGOEDING VAN AFFECTIESCHADE EN SHOCKSCHADE IN NEDERLAND NA 1 JANUARI 2019 Siewert Lindenbergh* I. TRANEN MET DUITEN 1. Op 1 januari 2019

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 133 Besluit van 20 april 2018 tot vaststelling van bedragen voor nadeel van naasten dat niet in vermogensschade bestaat (Besluit vergoeding affectieschade)

Nadere informatie

Wie zijn wij? 11 maart 2014

Wie zijn wij? 11 maart 2014 Wie zijn wij? Programma Inleiding Mona de Vries Medisch Letsel Ed Klungers Whiplash Ellen Copini Schadeposten Ellen Copini Smartengeld quiz Mona de Vries Letselschade advocaat? Kwaliteit Kosten aansprakelijke

Nadere informatie

Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AD5356. Formele relaties

Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AD5356. Formele relaties ECLI:NL:HR:2002:AD5356, Hoge Raad, 22-02-2002, C00/227HR Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-02-2002 Datum Publicatie 22-02-2002 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AD5356

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

[naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvraagster

[naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvraagster Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: xxxxxx Datum uitspraak: 3 oktober 2014 De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Nadere informatie

Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen in de Zorg

Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen in de Zorg Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen in de Zorg Soms gaat er toch iets mis en dan. Heeft u problemen met mijn praktijkvoering Als u problemen hebt met mijn praktijkvoering, dan hoor ik dit graag en zal

Nadere informatie

Nieuwsbrief Aansprakelijkheid & Verzekering

Nieuwsbrief Aansprakelijkheid & Verzekering Nieuwsbrief Aansprakelijkheid & Verzekering Utrecht, 1 september 2014 In deze nieuwsbrief treft u de volgende onderwerpen aan: Smartengeld in beweging Shockschade Concept wetsvoorstel Zorg- en Affectieschade

Nadere informatie

Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade M.P.G. Schipper & I. van der Zalm Published in AV&S 2010/3, nr. 15,

Nadere informatie

Hoge Raad, 22 februari 2002; vereisten bij shockschade, geen vergoeding van affectieschade.

Hoge Raad, 22 februari 2002; vereisten bij shockschade, geen vergoeding van affectieschade. Hoge Raad, 22 februari 2002; vereisten bij shockschade, geen vergoeding van affectieschade. In het Taxibus-arrest gaat het om een moeder, die zwaar psychisch letsel opliep na confrontatie met haar net

Nadere informatie

Scriptie. De betekenis van de rechtsontwikkelingen op Europees niveau voor Nederlandse nabestaanden en naasten

Scriptie. De betekenis van de rechtsontwikkelingen op Europees niveau voor Nederlandse nabestaanden en naasten Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Scriptie De vergoeding van immateriële schade die gelegen is in het letsel of verlies van een dierbare naaste vanuit nationaal, rechtsvergelijkend

Nadere informatie

Affectieschade voor naasten en nabestaanden

Affectieschade voor naasten en nabestaanden Affectieschade voor naasten en nabestaanden Wat is de positie van naasten en nabestaanden van letselschadeslachtoffers binnen het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht onder huidige en toekomstige

Nadere informatie

Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M.

Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M. Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M. van Reijsen) M. (Melissa) de Groot, student-assistent, sectie Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:3937

ECLI:NL:RBDHA:2015:3937 ECLI:NL:RBDHA:2015:3937 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-04-2015 Datum publicatie 06-05-2015 Zaaknummer C-09-477807 - HA RK 14-638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Schadevergoeding nabestaanden MH 17 De stand van zaken. Prof. Arno Akkermans Vrije Universiteit Amsterdam

Schadevergoeding nabestaanden MH 17 De stand van zaken. Prof. Arno Akkermans Vrije Universiteit Amsterdam Schadevergoeding nabestaanden MH 17 De stand van zaken Prof. Arno Akkermans Vrije Universiteit Amsterdam Strafrecht en burgerlijk recht Het straffen van daders is een kwestie van strafrecht Het OM is verantwoordelijk

Nadere informatie

Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: verbetering van de positie van slachtoffers en naasten

Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: verbetering van de positie van slachtoffers en naasten Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: verbetering van de positie van slachtoffers en naasten Naar verwachting wordt begin 2015 het wetsvoorstel zorg- en affectieschade naar de Raad van

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

Klachtenregeling KLACHTENBEHANDELING DOOR DE KLACHTENFUCNTIONARIS VAN ALICE THUISZORG. Inleiding Pag. 2. Klachtenbehandeling Pag.

Klachtenregeling KLACHTENBEHANDELING DOOR DE KLACHTENFUCNTIONARIS VAN ALICE THUISZORG. Inleiding Pag. 2. Klachtenbehandeling Pag. Pagina 1 van 8 KLACHTENBEHANDELING DOOR DE KLACHTENFUCNTIONARIS VAN ALICE THUISZORG Inhoudsopgave Inleiding Pag. 2 Klachtenbehandeling Pag. 4 Hoofdstuk 1 Definities Pag. 4 Hoofdstuk 2 Procedure voor behandeling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Een jongetje van 4 jaar oud wordt door een pitbull terriër in het gezicht en in de arm gebeten. Zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

ECLI:NL:CRVB:2014:3463 ECLI:NL:CRVB:2014:3463 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3170

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-375 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 oktober 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Jurisprudentie. HR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./reaal Schadeverzekeringen)

Jurisprudentie. HR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./reaal Schadeverzekeringen) Jurisprudentie Shockschade HR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./reaal Schadeverzekeringen) Inleiding In het Taxibus-arrest uit 2002 heeft de Hoge Raad aangegeven onder welke omstandigheden

Nadere informatie

(deze tekst sluit aan bij ontwerp voor de solistisch werkende zorgaanbieder)

(deze tekst sluit aan bij ontwerp voor de solistisch werkende zorgaanbieder) (deze tekst sluit aan bij ontwerp voor de solistisch werkende zorgaanbieder) AANHANGSEL VOOR INSTELLINGEN (THERAPEUTICA E.D.) BIJ DE VOORBEELD KLACHTREGELING VOOR SOLISTISCH WERKENDE ZORGAANBIEDERS Voor

Nadere informatie

Tilburg University. Rechtsgeleerdheid, Accent privaatrecht. E. Schaeken

Tilburg University. Rechtsgeleerdheid, Accent privaatrecht. E. Schaeken 2014 Tilburg University Rechtsgeleerdheid, Accent privaatrecht E. Schaeken Het confrontatiecriterium; verruimen of beperken?! Een onderzoek naar de vraag hoe het confrontatiecriterium vandaag de dag toegepast

Nadere informatie

Centraal Justitieel Incassobureau

Centraal Justitieel Incassobureau Postbus 20301 2500 EH DEN HMG mr. F. Teeven www.cjib.rii 8901 CO Leeuwarden De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 1794 Afdeling Strategie & Beleid > Retouracires Postbus 1794d 8901. CB

Nadere informatie

Klachtenreglement FortaGroep

Klachtenreglement FortaGroep Klachtenreglement FortaGroep Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze klachtenregeling wordt verstaan onder: a) zorgaanbieder: de rechtspersoon die de

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WAT SCHRIJFT DE WET VOOR 3 3 DEFINITIES 4 4 PROCEDURE VOOR BEHANDELING 5 5 GESCHILLENINSTANTIE 6

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WAT SCHRIJFT DE WET VOOR 3 3 DEFINITIES 4 4 PROCEDURE VOOR BEHANDELING 5 5 GESCHILLENINSTANTIE 6 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WAT SCHRIJFT DE WET VOOR 3 3 DEFINITIES 4 4 PROCEDURE VOOR BEHANDELING 5 5 GESCHILLENINSTANTIE 6 6 ALGEMENE BEPALINGEN 7 Klachtenprocedure versie 1 - juli 2018

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22376 30 juli 2015 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek

Nadere informatie

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING I. Introductie 1. De toekenning van billijke genoegdoening is geen automatisch gevolg van de vaststelling door het Europees Hof voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van schade door letsel en overlijden te verruimen MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Volledige uitspraak: LJN: BI8583, Hoge Raad, 08/01994. Datum uitspraak: 09-10-2009. Datum publicatie: 09-10-2009. Rechtsgebied: Civiel overig

Volledige uitspraak: LJN: BI8583, Hoge Raad, 08/01994. Datum uitspraak: 09-10-2009. Datum publicatie: 09-10-2009. Rechtsgebied: Civiel overig Hoge Raad, 9 oktober 2009; geen vergoeding van shockschade voor nabestaanden na opzettelijk veroorzaakt ongeval. Niet voldaan aan vereiste van waarneming van het ongeval of de directe confrontatie met

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De Minister van Justitie d.t.v. mr. G.N. Roes Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin,

De Minister van Justitie d.t.v. mr. G.N. Roes Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin, Afdeling Ontwikkeling De Minister van Justitie d.t.v. mr. G.N. Roes Postbus 20 301 2500 EH DEN HAAG Bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Een prominentere rol voor naasten in het schadevergoedingsrecht: het wetsvoorstel schadevergoeding zorgschade en affectieschade

Een prominentere rol voor naasten in het schadevergoedingsrecht: het wetsvoorstel schadevergoeding zorgschade en affectieschade Artikel Mr. M.C.R. van Lent 1 en mr. dr. W.C.T. Weterings 2 Een prominentere rol voor naasten in het schadevergoedingsrecht: het wetsvoorstel schadevergoeding zorgschade en affectieschade 21 Affectieschade

Nadere informatie

Klachtenregeling. Inhoudsopgave

Klachtenregeling. Inhoudsopgave Klachtenregeling Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Definities 3. Procedure voor behandeling 4. Geschilleninstantie 5. Algemene bepalingen 6. Contactgegevens Inleiding Dit document komt voort uit de eisen die

Nadere informatie

Klachtenreglement Arja Thuiszorg Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. Definities 3. Procedure voor behandeling 4. Geschilleninstantie 5. Algemene bepalingen

Klachtenreglement Arja Thuiszorg Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. Definities 3. Procedure voor behandeling 4. Geschilleninstantie 5. Algemene bepalingen Klachtenreglement Arja Thuiszorg Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Definities 3. Procedure voor behandeling 4. Geschilleninstantie 5. Algemene bepalingen Inleiding Dit document komt voort uit de eisen die

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2001 Nr. 70 BRIEF

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057 ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 06-06-2011 Zaaknummer 361619 - HA ZA 10-2611 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

JA 2011/159 Rechtbank 's-hertogenbosch, , Shockschade, Taxibus-criteria, Eigen schuld. Samenvatting. Uitspraak. 1.

JA 2011/159 Rechtbank 's-hertogenbosch, , Shockschade, Taxibus-criteria, Eigen schuld. Samenvatting. Uitspraak. 1. JA 2011/159 Rechtbank 's-hertogenbosch, 25-07-2011, Shockschade, Taxibus-criteria, Eigen schuld Samenvatting Een vijf maanden oude baby is door de oppas zodanig geschud en geslagen dat zij na enkele dagen

Nadere informatie

Soort document Reglement waarin beschreven staat hoe Attenza B.V. omgaat met de afhandeling van klachten.

Soort document Reglement waarin beschreven staat hoe Attenza B.V. omgaat met de afhandeling van klachten. Klachtenreglement Attenza B.V. Soort document Reglement waarin beschreven staat hoe Attenza B.V. omgaat met de afhandeling van klachten. Doel Het op de juiste wijze registreren en afhandelen van ontvangen

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17523 10 november 2010 Besluit van *****, tot vaststelling van de bedragen voor vergoeding voor het door naasten geleden

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2014

Datum van inontvangstneming : 22/08/2014 Datum van inontvangstneming : 22/08/2014 Vertaling C-350/14-1 Datum van indiening: 21 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-350/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Tribunale civile di Trieste / Italië

Nadere informatie

1. Inleiding 1 2. Definities 2 3. Procedure voor behandeling 3 4. Geschilleninstantie 5 5. Algemene bepalingen 5

1. Inleiding 1 2. Definities 2 3. Procedure voor behandeling 3 4. Geschilleninstantie 5 5. Algemene bepalingen 5 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave pagina 1. Inleiding 1 2. Definities 2 3. Procedure voor behandeling 3 4. Geschilleninstantie 5 5. Algemene bepalingen 5 1. Inleiding De Wet kwaliteit, klachten en geschillen

Nadere informatie

Het verworpen wetsvoorstel affectieschade Hoe nu verder?

Het verworpen wetsvoorstel affectieschade Hoe nu verder? Het verworpen wetsvoorstel affectieschade Hoe nu verder? Naam: ANR: 523821 Angelica de Jong Opleiding: Afstudeerzitting: Examencommissie: Master Rechtsgeleerdheid Accentprogramma privaatrecht 24 augustus

Nadere informatie

Vergoeding ter zake van verzorging en huishoudelijke hulp bij letsel en overlijden

Vergoeding ter zake van verzorging en huishoudelijke hulp bij letsel en overlijden Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Vergoeding ter zake van verzorging en huishoudelijke hulp bij letsel en overlijden S.D. Lindenbergh en I. van der Zalm Published in [MvV 2009, p.

Nadere informatie

Klachtenregeling Kraamzorg Sara

Klachtenregeling Kraamzorg Sara Klachtenregeling Kraamzorg Sara Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------2 INLEIDING-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------3

Nadere informatie

Slachtoffer. Schade? van geweld? Wat het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor u kan doen

Slachtoffer. Schade? van geweld? Wat het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor u kan doen Slachtoffer van geweld? Schade? Wat het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor u kan doen Slachtoffer van geweld? Als u slachtoffer bent geworden van een geweldsmisdrijf, dan is dat een ingrijpende ervaring.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Resumé C-371/12-1 Zaak C-371/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 9 maart 2018 Betreft Staatsaansprakelijkheid MH17

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 9 maart 2018 Betreft Staatsaansprakelijkheid MH17 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie Datum 9 maart 2018 Betreft Staatsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-218 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 28 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Webinar PIV september Chris van Dijk

Webinar PIV september Chris van Dijk Webinar PIV september 2015 Chris van Dijk - Shockschade; - Wetsvoorstel affectieschade; - Billijkheidscorrectie. 2 Shockschade beperkte ruimte voor vergoeding van shockschade. De ratio hiervan is onder

Nadere informatie

AFFECTIESCHADE HET VERGOEDEN VAN HET ONVERGOEDBARE

AFFECTIESCHADE HET VERGOEDEN VAN HET ONVERGOEDBARE AFFECTIESCHADE HET VERGOEDEN VAN HET ONVERGOEDBARE In hoeverre dient het aansprakelijkheidsrecht een rol toe te komen als het gaat om hoogstpersoonlijk leed? MASTERSCRIPTIE Privaatrechtelijke rechtspraktijk

Nadere informatie

Hof 's-gravenhage, 19 september 2006; shockschade of affectieschade? Op grond van de billijkheid volledige schade vergoeden.

Hof 's-gravenhage, 19 september 2006; shockschade of affectieschade? Op grond van de billijkheid volledige schade vergoeden. Hof 's-gravenhage, 19 september 2006; shockschade of affectieschade? Op grond van de billijkheid volledige schade vergoeden. Vrouw vijf maanden zwanger, wacht samen met echtgenoot bij oversteekplaats op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:6800

ECLI:NL:RBLIM:2014:6800 ECLI:NL:RBLIM:2014:6800 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 08-07-2014 Datum publicatie 30-07-2014 Zaaknummer 04/804114-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/4/9 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/4 --------------------------- Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen 1. VAN DER HAEGEN Raymond 2. ROUAEN Denise

Nadere informatie

De Wkkgz stelt drie globale eisen waaraan de klachtenprocedure moet voldoen:

De Wkkgz stelt drie globale eisen waaraan de klachtenprocedure moet voldoen: Arja Thuiszorg Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Definities 3. Procedure voor behandeling 4. Geschilleninstantie 5. Algemene bepalingen Inleiding Dit document komt voort uit de eisen die de Wet kwaliteit,

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

COMPENSATIECOMMISSIE

COMPENSATIECOMMISSIE COMPENSATIECOMMISSIE Zaaknummer Compensatiecommissie 2012CC068 Zaaknummer Klachtencommissie 2010T119 datum uitspraak 14/02/2013 De Compensatiecommissie voor seksueel misbruik in de R.-K. Kerk van de Stichting

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

Klachtenprocedure versie Klachtenprocedure

Klachtenprocedure versie Klachtenprocedure Klachtenprocedure versie 1.0-01-01-2017 Klachtenprocedure Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Definities... 4 3. Procedure voor behandeling... 5 4. Geschilleninstantie... 7 5. Algemene bepalingen... 7 1.

Nadere informatie

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: ****** Datum uitspraak: 17 juli 2015 De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Nadere informatie

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister Bijlage Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister Versie 2016/2017 1 Inleiding recht Antwoorden Hoofdstuk 1 Antwoord 1: B Antwoord 2: B Antwoord 3: wetten (regelgeving), verdragen,

Nadere informatie

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp.

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp. De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Versie 3: normbedragen en termijn aangepast per 1 juli 2009 Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44630 31 december 2015 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2015, kenmerk 708251, tot vaststelling

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inhoud en aanleiding wetsvoorstel

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inhoud en aanleiding wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

een vooruitblik vergoeding van affectieschade is om Vanaf 1 januari 2019 gaat dit veran-

een vooruitblik vergoeding van affectieschade is om Vanaf 1 januari 2019 gaat dit veran- Jurisprudentie een vooruitblik door Annerie Joxhorst In het overgrote deel van Europa zijn juristen er al mee bekend: vergoeding De hoogte varieert. In Griekenland worden bedragen toegekend tot 380.000,-

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING 34257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

Immateriële schadevergoeding:

Immateriële schadevergoeding: Immateriële schadevergoeding: aansprakelijkheid jegens indirecte slachtoffers Corry Enting Masterscriptie in het kader van de opleiding Nederlands Recht Open Universiteit Nederland Corry Enting Studentnummer:

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Vergoeden op weg naar herstel

Vergoeden op weg naar herstel Over Rome, Keulen en Aken Vergoeden op weg naar herstel www.professorlindenbergh.nl Waar gaat het om in het aansprakelijkheidsrecht? 6:162: Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, is verplicht

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie