Opstel Nederlands Bedrogen door een droom

Transcriptie

1 Opstel Nederlands Bedrogen door een droom Opstel door een scholier 3324 woorden 17 mei ,9 60 keer beoordeeld Vak Nederlands Bedrogen door een droom. s Ochtends werd ik wakker. Ik had niet gedroomd, tenminste dat dacht ik dan. Ik stapte uit bed. Het eerste wat ik deed was naar de W.C. gaan. Ik moest erg nodig, dat kwam omdat ik de avond er voor erg veel had gedronken. Toen ik in de keuken kwam, sprong onze hond, Jannica tegen me op. Ik gaf haar te eten en dacht over de dag voor deze dag. De vorige dag dus. Die vorige dag was mijn vriend vertrokken naar Spanje. Zijn vader woont daar, en hij ging daar voor een jaar wonen. Jeetje, ik mis hem nu al. En dan te bedenken dat ik hem nog een jaar missen moet. Ik maakte mijn ontbijt klaar en at het op terwijl ik t.v. keek. Het was Zaterdag. Ik ben blij dat die eeuwenlange schoolweek gelukkig weer is afgelopen. Ik heb zo de pest aan school, en al helemaal aan die nerds uit mijn klas. Ze denken dat ze stoer zijn, maar dat zijn ze helemaal niet, ze zijn juist hartstikke kinderachtig. Zo die vieze boterham heb ik ook weer binnen. Nou dan nu maar even douchen en aankleden, dan ga ik Mark ophalen. Even later zat ik op de fiets richting Mark. Mark woont op een grote boerderij met 3 honden. Hij is net als ik alto. Hij houdt van kleren met heel veel verschillende felle kleuren. Ik houd meer van kleuren die echt niet bij elkaar passen. Ik was langzamerhand aangekomen bij Mark. Ik belde aan... zijn zus deed open... ik vroeg: is Mark ook thuis?... zijn zus antwoordde: ja zou ik hem even roepen?... ik zei: ja graag. Even later kwam mark aan de deur, en zoals gewoonlijk had hij fel gekleurde kleren aan. Hij zei: kom we gaan naar de stad, de bende is er ook. Dus gingen we naar de stad. In de stad kwamen we Jackey en Samantha tegen. Ze waren weer eens half stoned. Dat zag je meteen want ze zagen er uit als zombies en hadden de slappe lach. Ik maakte een praatje met ze, en vroeg waar de rest van de bende was. Maar dat maakte al niet meer uit want de rest van de bende had ons zien staan en was naar ons toegelopen. Orlando liep voorop. Dat was gewoonlijk want hij was de leider van de bende. Orlando kwam op me af en bood me een joint aan. Ik zei dat ik niet hoefde want ik wou vandaag nuchter blijven. Nick, een jongen uit de bende zei dat er die avond een feest was, hij vroeg of ik ook mee wou. Ach waarom niet, zei ik, ik heb wel zin in een lolletje. Dus ging ik s avonds naar dat feest. Mark wou gelukkig ook mee. Die avond thuis, stond ik voor mijn kleren kast. Ik wist niet wat ik aan moest trekken. Dus trok ik maar wat bij mijn zus uit de kast. Mijn zus en ik hadden de zelfde maat, en dat kwam nu mooi uit. Mijn moeder riep me naar beneden want Mark was er al. Hij kwam me ophalen om naar het feest te gaan. Hij was met de auto, zijn eigen auto. Een vette caprio, die had hij van zijn ouders gekregen op zijn achttiende verjaardag. Even was ik jaloers, had ik maar zulke ouders. We stapten in en reden naar de plek waar we afgesproken Pagina 1 van 5

2 hadden met de bende. Toen we daar aankwamen was iedereen er al. Iedereen had een scooter en Orlando de mooiste. Hé, moet je kijken man, wat een luxe, waar heb je die vandaan? riep Samantha. Oh gewoon bij ons uit de garage! riep Mark terug. Van je ouders gejat bedoel je! zei Nick. Nee hoor, deze is van mij zelf! zei Mark. Even was Mark trots en ik jaloers. De bende bekeek de auto nauwkeurig. Tweedehands? vroeg Jackey. Nee man, nieuw natuurlijk! zei Mark. Orlando startte zijn scooter en riep: kom we gaan, volg mij maar! Mark en de bende volgden Orlando. Ze kwamen uit bij een discotheek in Utrecht. Ik dacht dat ik gek werd. Jhéé, wat een gave muziek. Ik ging helemaal los. Ik had niet in de gaten dat Mark weg liep, hij ging naar de W.C. Ik zag dat Orlando wat tegen Nick en Samantha zei. Direct daarna liepen ze weg. Het kon me op dit moment niets schelen want ik ging helemaal echt helemaal los. Orlando kwam naar me toe en bood me een biertje aan. Hij vroeg of ik even mee ging ergens rustig zitten. Dat vond ik wel goed. Een paar mensen vanm de bende gingen ook mee. We besloten om naar buiten te gaan. Buiten stak Orlando een joint op. Hij vroeg of ik ook wou. Ik wou wel en stak ook een joint op. Het leek of ik ging zweven, het leek of ik alle macht had. Ik merkte niet dat Orlando me vast pakte. Hij ging met zijn hand onder mijn bloes. Er klonken schoten, hij drukte me plat tegen de grond ter bescherming. Eén van de bende rende weg, dat zag ik. Hij viel op de grond. Hij was doodgeschoten. Ik hoorde dat er in de verte gescholden werd. Hé, dit had ik eerder meegemaakt. Maar dat kan toch niet. Kut, ik heb het natuurlijk gedroomd. Nee toch, dat kan gewoon niet. Jezus man, riep ik. Dit was nog maar het begin van de droom/ Het einde wordt nog veel erger. Ik hoorde sirenes die steeds dichter bij kwamen. Er stopte een auto vlak achter ons. Ik hoorde voetstappen. Er werd geroepen dat we op moesten staan. Maar dat kan ik net. Ik voelde me rot. Moest ik ervan kotsen of toch niet. Nee ik hoefde niet. Toch stond ik maar op toen het geschreeuw harder werd. Ze grepen me direct vast en fouilleerden me. Ik was bang en baalde ontzettend. Ik moest huilen. Er kwam een traan. Oh, wat baalde ik, waarom moest mij dit nu weer overkomen. s Avonds werd ik naar huis gebracht door de politie. Mark heb ik die avond niet meer gezien. Toen ik thuis aankwam was er niemand thuis. Mijn zus was nog steeds stappen en mijn ouders waren op bezoek bij kennissen. Ik besloot om te gaan slapen. Toen ik in bed lag kon ik niet slapen. Dat was logisch want ik had barstende koppijn. Ik ging beneden een aspirine halen. Boven aangekomen kroop ik meteen weer in bed. Ik viel in slaap. De volgende ochtend besloot ik om zo lang mogelijk in bed te blijven liggen. Ik keek op mijn wekker, het was 5 over half elf. Ik hoorde dat mijn zus al uit bed ging. Zij sliep nooit lang uit. Mijn moeder riep me om te komen ontbijten. Ik had geen zin om antwoord te geven. Omdat ik geen antwoord gaf, kwam mijn moeder naar boven. Ze liep mijn kamer binnen. Ik draaide me om. Mijn moeder deed de gordijnen open. Jezus wat een licht. Ik stopte mijn hoofd onder de deken en gooide mijn kussen richting mijn moeder. Ik miste. Mijn moeder liep naar me toe en begon me te kietelen. Dat is echt iets waar ik een hekel aan heb. Ik schopte van me af, nu moest ze stoppen!! Ik sprong uit bed en begon terug te kietelen. Ze hield op, ik ook. Ik trok mijn badjas aan en ging samen met mijn moeder naar beneden. Mijn zus drukte een paar roomsoesjes in mijn mond. Die had mijn moeder voor ons gekocht. De bel ging. Ik deed open. Het was Mark en zo te zien was hij niet erg blij. Hij riep: Waar was je gister nou, ik heb je overal gezocht!? Ik zei: Niet zo hard en trok hem naar binnen. Weer had ik het idee dat ik dit eerder had meegemaakt. Ja natuurlijk, weer die droom. Klote, ik moet maar gaan oppassen, riep ik. Wat bedoel je zei Mark. Ik vertelde van gister en van de droom en ook dat dit in die droom voorkwam. Ik raakte een beetje in paniek want het einde van de droom was vreselijk. De eerste twee dingen uit de droom waren al gebeurd. Maar het derde ding!! Ne dat mocht niet gebeuren, dat was te erg voor woorden. Mark vond Pagina 2 van 5

3 dat ik hulp moest zoeken. Als eerste vertelde ik het aan mijn moeder. Mijn moeder had gezegd dat ik sterk moest blijven. Ik moest me door deze periode heen worstelen. Dit had me hoop gegeven, ik werd vrolijker. Maandag toen ik samen met Mark uit school fietste was ik alles al vergeten. Mijn rep. wiskunde was goed gegaan en daar was ik blij om. Het verbeterde vast mijn cijfer, nu stond ik op een 4½. Op weg vanuit school naar huis was een gevaarlijk stuk weg. We moesten een weg oversteken voor doorgaand verkeer. We stopten en wachtten tot we over konden. Er waren geen stoplichten, daarom was het zo gevaarlij. De auto s reden er 100 km per uur, terwijl je er maar 70 km per uur mag. Ja, we konden over als we snel waren, er kwamen even geen auto s meer. We staken over. Ik hoorde opeens SHIT achter me. Het was Mark, hij was uitgegleden en lag midden op de autoweg. Ik riep: Snel, sta op! Hij bewoog niet meer. Opeens, een flits, dit had ik eerder gezien. Oh, nee, die droom. Ik keek hoe het af zou gaan lopen. De tranen stonden in mijn ogen. Nee, ik wil Mark niet kwijt. Ik hoorde piepende remmen en zag een auto stoppen. Het scheelde maar een haartje. De automobilist stapte uit en rende naar Mark toe. Ik voelde me hulpeloos en verward tegelijk. Oh, gelukkig, Mark stond op. Hij had bloed op zijn voorhoofd. Wat er verder gebeurde kan ik me niet herinneren. Even later zaten we bij de dokter. Mark had een grote pleister op zijn hoofd. Toen opeens realiseerde ik me dat er niet echt was gebeurd wat er in die droom gebeurde. Ik was opgelucht, Mark leefde nog. Bedrogen door een droom. s Ochtends werd ik wakker. IK had niet gedroomd, tenminste dat dacht ik dan. Ik stapte uit bed. Het eerste wat ik deed was naar de W.C. gaan. Ik moest erg nodig, dat kwam omdat ik de avond er voor erg veel had gedronken. Toen ik in de keuken kwam, sprong onze hond, Jannica tegen me op. Ik gaf haar te eten en dacht over de dag voor deze dag. De vorige dag dus. Die vorige dag was mijn vriend vertrokken naar Spanje. Zijn vader woont daar, en hij ging daar voor een jaar wonen. Jeetje, ik mis hem nu al. En dan te bedenken dat ik hem nog een jaar missen moet. Ik maakte mijn ontbijt klaar en at het op terwijl ik t.v. keek. Het was Zaterdag. Ik ben blij dat die eeuwenlange schoolweek gelukkig weer is afgelopen. Ik heb zo de pest aan school, en al helemaal aan die nerds uit mijn klas. Ze denken dat ze stoer zijn, maar dat zijn ze helemaal niet, ze zijn juist hartstikke kinderachtig. Zo die vieze boterham heb ik ook weer binnen. Nou dan nu maar even douchen en aankleden, dan ga ik Mark ophalen. Even later zat ik op de fiets richting Mark. Mark woont op een grote boerderij met 3 honden. Hij is net als ik alto. Hij houdt van kleren met heel veel verschillende felle kleuren. Ik houd meer van kleuren die echt niet bij elkaar passen. Ik was langzamerhand aangekomen bij Mark. Ik belde aan... zijn zus deed open... ik vroeg: is Mark ook thuis?... zijn zus antwoordde: ja zou ik hem even roepen?... ik zei: ja graag. Even later kwam mark aan de deur, en zoals gewoonlijk had hij fel gekleurde kleren aan. Hij zei: kom we gaan naar de stad, de bende is er ook. Dus gingen we naar de stad. In de stad kwamen we Jackey en Samantha tegen. Ze waren weer eens half stoned. Dat zag je meteen want ze zagen er uit als zombies en hadden de slappe lach. Ik maakte een praatje met ze, en vroeg waar de rest van de bende was. Maar dat maakte al niet meer uit want de rest van de bende had ons zien staan en was naar ons toegelopen. Orlando liep voorop. Dat was gewoonlijk want hij was de leider van de bende. Orlando kwam op me af en bood me een joint aan. Ik zei dat ik niet hoefde want ik wou vandaag nuchter blijven. Nick, een jongen uit de bende zei dat er die avond een feest was, hij vroeg of ik ook mee wou. Ach waarom niet, zei ik, ik heb wel zin in een lolletje. Dus ging ik s avonds naar dat feest. Mark wou gelukkig ook mee. Pagina 3 van 5

4 Die avond thuis, stond ik voor mijn kleren kast. Ik wist niet wat ik aan moest trekken. Dus trok ik maar wat bij mijn zus uit de kast. Mijn zus en ik hadden de zelfde maat, en dat kwam nu mooi uit. Mijn moeder riep me naar beneden want Mark was er al. Hij kwam me ophalen om naar het feest te gaan. Hij was met de auto, zijn eigen auto. Een vette caprio, die had hij van zijn ouders gekregen op zijn achttiende verjaardag. Even was ik jaloers, had ik maar zulke ouders. We stapten in en reden naar de plek waar we afgesproken hadden met de bende. Toen we daar aankwamen was iedereen er al. Iedereen had een scooter en Orlando de mooiste. Hé, moet je kijken man, wat een luxe, waar heb je die vandaan? riep Samantha. Oh gewoon bij ons uit de garage! riep Mark terug. Van je ouders gejat bedoel je! zei Nick. Nee hoor, deze is van mij zelf! zei Mark. Even was Mark trots en ik jaloers. De bende bekeek de auto nauwkeurig. Tweedehands? vroeg Jackey. Nee man, nieuw natuurlijk! zei Mark. Orlando startte zijn scooter en riep: kom we gaan, volg mij maar! Mark en de bende volgden Orlando. Ze kwamen uit bij een discotheek in Utrecht. Ik dacht dat ik gek werd. Jhéé, wat een gave muziek. Ik ging helemaal los. Ik had niet in de gaten dat Mark weg liep, hij ging naar de W.C. Ik zag dat Orlando wat tegen Nick en Samantha zei. Direct daarna liepen ze weg. Het kon me op dit moment niets schelen want ik ging helemaal echt helemaal los. Orlando kwam naar me toe en bood me een biertje aan. Hij vroeg of ik even mee ging ergens rustig zitten. Dat vond ik wel goed. Een paar mensen vanm de bende gingen ook mee. We besloten om naar buiten te gaan. Buiten stak Orlando een joint op. Hij vroeg of ik ook wou. Ik wou wel en stak ook een joint op. Het leek of ik ging zweven, het leek of ik alle macht had. Ik merkte niet dat Orlando me vast pakte. Hij ging met zijn hand onder mijn bloes. Er klonken schoten, hij drukte me plat tegen de grond ter bescherming. Eén van de bende rende weg, dat zag ik. Hij viel op de grond. Hij was doodgeschoten. Ik hoorde dat er in de verte gescholden werd. Hé, dit had ik eerder meegemaakt. Maar dat kan toch niet. Kut, ik heb het natuurlijk gedroomd. Nee toch, dat kan gewoon niet. Jezus man, riep ik. Dit was nog maar het begin van de droom/ Het einde wordt nog veel erger. Ik hoorde sirenes die steeds dichter bij kwamen. Er stopte een auto vlak achter ons. Ik hoorde voetstappen. Er werd geroepen dat we op moesten staan. Maar dat kan ik net. Ik voelde me rot. Moest ik ervan kotsen of toch niet. Nee ik hoefde niet. Toch stond ik maar op toen het geschreeuw harder werd. Ze grepen me direct vast en fouilleerden me. Ik was bang en baalde ontzettend. Ik moest huilen. Er kwam een traan. Oh, wat baalde ik, waarom moest mij dit nu weer overkomen. s Avonds werd ik naar huis gebracht door de politie. Mark heb ik die avond niet meer gezien. Toen ik thuis aankwam was er niemand thuis. Mijn zus was nog steeds stappen en mijn ouders waren op bezoek bij kennissen. Ik besloot om te gaan slapen. Toen ik in bed lag kon ik niet slapen. Dat was logisch want ik had barstende koppijn. Ik ging beneden een aspirine halen. Boven aangekomen kroop ik meteen weer in bed. Ik viel in slaap. De volgende ochtend besloot ik om zo lang mogelijk in bed te blijven liggen. Ik keek op mijn wekker, het was 5 over half elf. Ik hoorde dat mijn zus al uit bed ging. Zij sliep nooit lang uit. Mijn moeder riep me om te komen ontbijten. Ik had geen zin om antwoord te geven. Omdat ik geen antwoord gaf, kwam mijn moeder naar boven. Ze liep mijn kamer binnen. Ik draaide me om. Mijn moeder deed de gordijnen open. Jezus wat een licht. Ik stopte mijn hoofd onder de deken en gooide mijn kussen richting mijn moeder. Ik miste. Mijn moeder liep naar me toe en begon me te kietelen. Dat is echt iets waar ik een hekel aan heb. Ik schopte van me af, nu moest ze stoppen!! Ik sprong uit bed en begon terug te kietelen. Ze hield op, ik ook. Ik trok mijn badjas aan en ging samen met mijn moeder naar beneden. Mijn zus drukte een paar roomsoesjes in mijn mond. Die had mijn moeder voor ons gekocht. De bel ging. Ik deed open. Het was Mark en zo te zien was hij niet erg blij. Hij riep: Waar was je gister nou, Pagina 4 van 5

5 ik heb je overal gezocht!? Ik zei: Niet zo hard en trok hem naar binnen. Weer had ik het idee dat ik dit eerder had meegemaakt. Ja natuurlijk, weer die droom. Klote, ik moet maar gaan oppassen, riep ik. Wat bedoel je zei Mark. Ik vertelde van gister en van de droom en ook dat dit in die droom voorkwam. Ik raakte een beetje in paniek want het einde van de droom was vreselijk. De eerste twee dingen uit de droom waren al gebeurd. Maar het derde ding!! Ne dat mocht niet gebeuren, dat was te erg voor woorden. Mark vond dat ik hulp moest zoeken. Als eerste vertelde ik het aan mijn moeder. Mijn moeder had gezegd dat ik sterk moest blijven. Ik moest me door deze periode heen worstelen. Dit had me hoop gegeven, ik werd vrolijker. Maandag toen ik samen met Mark uit school fietste was ik alles al vergeten. Mijn rep. wiskunde was goed gegaan en daar was ik blij om. Het verbeterde vast mijn cijfer, nu stond ik op een 4½. Op weg vanuit school naar huis was een gevaarlijk stuk weg. We moesten een weg oversteken voor doorgaand verkeer. We stopten en wachtten tot we over konden. Er waren geen stoplichten, daarom was het zo gevaarlij. De auto s reden er 100 km per uur, terwijl je er maar 70 km per uur mag. Ja, we konden over als we snel waren, er kwamen even geen auto s meer. We staken over. Ik hoorde opeens SHIT achter me. Het was Mark, hij was uitgegleden en lag midden op de autoweg. Ik riep: Snel, sta op! Hij bewoog niet meer. Opeens, een flits, dit had ik eerder gezien. Oh, nee, die droom. Ik keek hoe het af zou gaan lopen. De tranen stonden in mijn ogen. Nee, ik wil Mark niet kwijt. Ik hoorde piepende remmen en zag een auto stoppen. Het scheelde maar een haartje. De automobilist stapte uit en rende naar Mark toe. Ik voelde me hulpeloos en verward tegelijk. Oh, gelukkig, Mark stond op. Hij had bloed op zijn voorhoofd. Wat er verder gebeurde kan ik me niet herinneren. Even later zaten we bij de dokter. Mark had een grote pleister op zijn hoofd. Toen opeens realiseerde ik me dat er niet echt was gebeurd wat er in die droom gebeurde. Ik was opgelucht, Mark leefde nog. Pagina 5 van 5