Hoge Raad , BJN , (Den Haan/The Box Fashion)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion)"

Transcriptie

1 UJA-Nummer Instantie UJA_ datum wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) , BJN , (Den Haan/The Box Fashion) Samenvatting Casus Den Haan is op 15 oktober 1990 in dienst getreden bij The Box Fashion. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van twee maanden opgenomen. The Box Fashion wil Den Haan tijdens de proeftijd ontslaan en geeft op maandag 10 december 1990 aan één of twee medewerkers door dat Den Haan zich op vrijdag 14 december 1990 bij de directeur moet melden in verband met het voorgenomen ontslag. Den Haan verschijnt op deze datum niet bij de directeur. Op zondag 16 december 1990 zegt de directeur de arbeidsovereenkomst op in een telefoongesprek met Den Haan. Het telefonisch gegeven ontslag wordt tijdens een gesprek op maandag 17 december 1990 herhaald. Den Haan is van mening dat de ontslagaanzegging pas gedaan is na afloop van de proeftijd. Hij vordert in verband hiermee achterstallig loon. Kantongerecht Kent in het eindvonnis de vordering tot op een bepaalde hoogte toe. The Box Fashion tekent beroep aan tegen deze beslissing. Rechtbank Overweegt dat The Box Fashion weliswaar ervoor had kunnen zorgen dat de proeftijd niet werd overschreden door de opzegging eerder schriftelijk te doen, maar zij had er geen rekening mee hoeven houden dat Den Haan het geplande ontslaggesprek op vrijdag 14 december zou ontlopen. De rechtbank oordeelt dat Den Haan zich er niet te goeder trouw op kan beroepen dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet tijdig heeft plaats gevonden en vernietigt hiermee het eindvonnis de kantonrechter. Cassatiemiddel In cassatie dringt Den Haan aan op een strikte toepassing van de termijn van het proeftijdbeding. Stelt voorop dat in bepaalde omstandigheden een strikte toepassing van de termijn van het proeftijdbeding op grond van artikel 6:248 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Vervolgens overweegt de HR dat de rechtbank kennelijk noch de voormelde onaanvaardbaarheidmaatstaf heeft aangelegd, noch aan de omstandigheden van het geval de hiervoor bedoelde hoge eisen heeft gesteld. In dit geval acht de HR de enkele omstandigheid dat Den Haan niet is komen opdagen op het gesprek waarop zijn ontslag zou worden aangezegd, niet voldoende om het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te maken dat hij zich op overschrijding van de proeftijd beroept, wanneer de werkgever nalaat hem binnen de proeftijd op andere wijze, bijv. schriftelijk, te ontslaan. De HR vernietigt het vonnis van de rechtbank en bekrachtigt het eindvonnis van de kantonrechter. Uitspraak Hendrik den Haan, te Rotterdam, eiser tot cassatie, adv. mr. T. Cohen Jehoram, tegen The Box Fashion B.V., te Rotterdam, verweerster in cassatie, niet verschenen. Rechtbank: 3.5 Ad grief III. Zoals hiervoor bij de behandeling van grief II werd overwogen, staat aan de hand van de getuigenverklaringen vast, dat Den Haan wist dat (de direkteur van) The Box Fasion voornemens was hem in een gesprek op 14 december 1990, en derhalve tijdens de proeftijd, te ontslaan. Voorzover Den Haan in hoger beroep deze wetenschap wederom betwist, kan hem dat derhalve niet baten.

2 Uit hetgeen Den Haan bij antwoord in hoger beroep onder en naar voren heeft gebracht, leidt de rechtbank voorts af, dat Den Haan niet (langer) betwist, dat hij, in de hiervoor vermelde wetenschap dat de direkteur van The Box Fasion in een telefoongesprek op zondag 16 december 1990 aan Den Haan heeft meegedeeld dat hij de dienstbetrekking wenste op te zeggen, terwijl bij brief van 17 december 1990 van The Box Fasion aan Den Haan is meegedeeld Zoals reeds eerder met U besproken delen wij u mede dat de met u aangegane arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Deze beëindiging valt binnen de proeftijd. De rechtbank is van oordeel, dat gelet op de hiervoor vermelde vaststaande feiten en omstandigheden, Den Haan zich er niet te goeder trouw op kan beroepen, dat de arbeidsovereenkomst niet tijdig (namelijk tijdens de proeftijd) is opgezegd en derhalve voortduurde na 14 december In het bijzonder de omstandigheid, dat Den Haan het gesprek met de direkteur van The Box Fasion op 14 december 1990 heeft ontlopen, terwijl hij wist dat hem in dat gesprek ontslag tijdens de proeftijd zou worden aangezegd, met de kennelijke bedoeling aldus tijdige opzegging te ontgaan, staat aan een dergelijk beroep in de weg. Weliswaar is juist, dat The Box Fasion ervoor had kunnen zorgen, dat de opzegging binnen de proeftijd werd gedaan door de opzegging eerder schriftelijk te doen, maar zulks brengt nog niet mee, dat daarom de arbeidsovereenkomst voortduurde na 14 december The Box Fasion behoefde immers geen rekening te houden met het ontlopen van het gesprek met haar directeur op 14 december 1990 door Den Haan, met als doel opzegging binnen de proeftijd te vermijden. De rechtbank is dan ook van oordeel, dat het eindvonnis van de kantonrechter vernietigd moet worden en de loonvordering van Den Haan, voorzover deze betrekking heeft op de periode na 14 december 1990, alsnog afgewezen moet worden. Zijn vordering is toewijsbaar voor zover deze betrekking heeft op salaris over de periode 1 tot en met 14 december 1990 (ƒ 763,50 netto), alsmede op de vakantietoeslag over de periode van 15 oktober tot 14 december 1990 (ƒ 308,22 netto), derhalve tot een bedrag toewijsbaar is tot een percentage van 10, derhalve tot een bedrag van ƒ 127,18 netto, nu mede wettelijke rente is gevorderd en zal worden toegewezen. (enz.) Cassatiemiddel: Schending van het recht en/of verzuim van vormen waarvan de niet inachtneming nietigheid met zich meebrengt, doordien de Arrondissementsrechtbank heeft overwogen, recht gedaan en beslist als in het bestreden vonnis is opgenomen, om de volgende, mede in onderling verband in aanmerking te nemen, redenen: A. Eiser tot cassatie hierna te noemen: Den Haan is op 15 oktober 1990 in dienst getreden van verweerster in cassatie hierna: The Box Fasion. In de arbeidsovereenkomst werd tussen partijen een proeftijd van twee maanden overeengekomen. Vaststaat dat Den Haan (in ieder geval) niet vóór zondag 16 december 1990 door The Box Fasion ontslag is gegeven (r.ov. 3.4 van het bestreden vonnis). De arbeidsovereenkomst is niet tijdens de proeftijd opgezegd (r.ov. 3.5 van het vonnis). B. Voorts staat vast dat The Box Fasion er voor had kunnen zorgen dat de opzegging binnen de proeftijd werd gedaan door de opzegging eerder schriftelijk te doen (r.ov. 3.5 van het vonnis). C. Als door Den Haan gesteld en door de Rechtbank onbesproken gelaten, staat in cassatie tevens het volgende vast. Op vrijdagmiddag 14 december 1990 de directeur van The Box Fasion had de wens om die middag met Den Haan een gesprek te hebben; r.ov. 3.4 heeft Den Haan om u gebeld met de secretaresse van de directeur van The Box Fasion om hem mede te delen dat hij vrijaf had genomen en thuis was en de secretaresse zou dat doorgeven. Hij kreeg te horen dat de directeur misschien om u aanwezig zou zijn. Toen heeft Den Haan opnieuw gebeld en ook nu weer vernam hij dat de directeur niet aanwezig was. De directeur bleek voor Den Haan die middag onbereikbaar te zijn. Op zaterdag belde de directeur weer, maar toen was Den Haan niet thuis. De directeur zou later die dag terugbellen. Uiteindelijk hebben Den Haan en de directeur elkaar op zondagavond gesproken. Zie conclusie van antwoord in hoger beroep p. 4 en p. 14. D. Bij beschikking van de Kantonrechter te Rotterdam is de arbeidsovereenkomst tussen Den Haan en The Box Fasion, voor zover deze niet eerder zou zijn geëindigd, ontbonden per 1 april Nu Den Haan de beëindiging per 16 december 1990 niet heeft aanvaard en daarvan (tijdig) de nietigheid heeft ingeroepen, vordert hij (onder andere) salaris (met wettelijke verhoging en wettelijke rente) over (onder andere) de periode van 15 december 1990 tot en met 31 maart 1991 (het over de periode van 1 december tot en met 14 december 1990 gevorderde salaris is door de Rechtbank toegewezen). E. De Rechtbank heeft de loonvordering van Den Haan voor zover deze betrekking heeft op de periode na 14 december 1990 (anders dan de Kantonrechter) afgewezen. Daartoe overwoog zij: Aldus overwegende is de Rechtbank uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting en/of is het vonnis onvoldoende met redenen omkleed. I. Ten onrechte heeft de Rechtbank geoordeeld dat de goede trouw (redelijkheid en billijkheid) in de weg kan (kunnen) staan aan een beroep op het feit dat de arbeidsovereenkomst niet tijdens de proeftijd is beëindigd (zodat de werknemer volgens de Rechtbank bij beëindiging van het dienstverband na het einde van de proeftijd, niet altijd de bescherming van de wettelijke regeling omtrent ontslag geniet). De Rechtbank miskent

3 aldus dat niet alleen de bewoording, maar ook de strekking van art. 7A:1639n lid 3 BW erop neerkomt dat de periode gedurende welke voor partijen onzekerheid bestaat over de vraag of de dienstbetrekking op de voet van het eerste lid van dat artikel een einde zal vinden danwel definitief zal worden, in geen geval langer mag duren dan twee maanden, te rekenen van de aanvang van de dienstbetrekking af. II. Voorzover het cassatiemiddel onder I. niet tot cassatie kan leiden, is het oordeel van de Rechtbank rechtens onjuist in het licht van de omstandigheden omschreven onder B. en C. Onder deze omstandigheden kan, mede in het licht van de bewoordingen en strekking van art. 7A:1639n BW, geen beperking op het in art. 7A:1639n BW gestelde worden aanvaard. In het licht van de wetsgeschiedenis, waaronder de geschiedenis van de Wet van 17 december 1953, Stb. 619, waarbij het toenmalige nieuwe ontslagrecht is tot stand gekomen en art. 7A:1639n BW zijn huidige vorm heeft gekregen, moet ervan worden uitgegaan dat aan lid 3 daarvan de gedachte ten grondslag ligt dat een waarborg behoort te zijn dat de werknemer in elk geval niet langer dan twee maanden verstoken kan blijven van de bescherming, hem geboden door de wettelijke regeling omtrent ontslag. Aan deze strekking zou worden tekort gedaan, indien een werkgever die, zoals hier, niet alle, althans niet voldoende van de hem redelijkerwijs ter beschikking staande communicatiemiddelen heeft aangewend om de beëindiging van het dienstverband tijdig aan een werknemer mede te delen, en die bovendien naar de Rechtbank in r.ov. 3.4 heeft vastgesteld reeds enkele dagen vóór het verstrijken van de proeftijd het voornemen had haar werknemer Den Haan te ontslaan, de werknemer toch na het verstrijken van de proeftijd zou kunnen ontslaan zonder dat die werknemer de genoemde wettelijke bescherming kan inroepen, terwijl het verlangen van de proeftijd gebaseerd is op het door de werknemer frustreren van slechts één van die middelen. Zulks geldt temeer nu in casu (ook het voor ontslag meest gebruikte en/of meest gebruikelijke communicatiemiddel, te weten een (al dan niet aangetekende) brief, door de werkgever niet is benut. Voorzover dit oordeel niet rechtens onjuist is, is het vonnis onvoldoende gemotiveerd, want (in het licht van de onder B. en C. genoemde omstandigheden) onbegrijpelijk. III. Voorzover aangenomen moet worden dat de goede trouw (redelijkheid en billijkheid) in de weg kan (kunnen) staan aan een beroep op artikel 7A:1639n BW, had de Rechtbank (zeer) zware eisen moeten stellen aan de tegenwerping (van The Box Fasion) dat Den Haan zich niet te goeder trouw op zijn rechten uit artikel 7A:1639n BW kan beroepen, nu dat artikel een dwingendrechtelijk karakter heeft. De Rechtbank heeft die zware eisen ten onrechte niet gesteld. IV. Voorzover de Rechtbank geacht moet worden de zware eisen genoemd in het cassatiemiddel onder III wèl gesteld te hebben, is haar oordeel onvoldoende met redenen omkleed, want onbegrijpelijk. Immers: met de omstandigheden gereleveerd onder B. en C. en/of de omstandigheid dat de Rechtbank de beperkende werking van de goede trouw (redelijkheid en billijkheid) baseert op de omstandigheid dat Den Haan het gesprek waarin hem ontslag aangezegd zou worden, heeft ontlopen, valt niet te rijmen dat er zware eisen, zoals in het cassatiemiddel onder III omschreven, zijn gesteld. Va. Het bestreden vonnis is voorts onvoldoende met redenen omkleed want onbegrijpelijk doordat de Rechtbank (in r.ov. 3.5) heeft overwogen: Uit hetgeen Den Haan bij antwoord in hoger beroep onder en naar voren heeft gebracht, leidt de Rechtbank voorts af, dat Den Haan niet (langer) betwist, dat hij, in de hiervoor vermelde wetenschap dat de directeur van The Box Fasion voornemens was hem te ontslaan tijdens de proeftijd, opzettelijk niet bij deze directeur is verschenen op 14 december Bij conclusie van antwoord in hoger beroep heeft Den Haan onder en doen zeggen: Den Haan had veelvuldig overgewerkt en uit dien hoofde had hij aanspraak op extra vrije tijd opgebouwd, die hij op vrijdag 14 december 1990 heeft opgenomen. Den Haan heeft zijn vertrek 's middags gemeld en hij heeft dit ook nog later op de middag doorgegeven aan de secretaresse van Houkamp Houkamp wist of althans moest wel constateren vroeg in de middag, dat Den Haan niet zou komen voor het door The Box Fasion aangegeven beweerdelijke gesprek en als de directeur echt voornemens was geweest om tijdens het gesprek op 14 maart 1990 de arbeidsovereenkomst op te zeggen, dan valt niet in te zien, waarom de directeur na het wegblijven van Den Haan geen gebruik heeft gemaakt van de post of de telegramdienst om Den Haan onverwijld mededeling van zijn ontslag te doen. In plaats daarvan bleek Houkamp voor Den Haan onbereikbaar te zijn op die vrijdagmiddag. En toen Houkamp op de zaterdag met Den Haan belde en hem niet thuis trof, deed hij geen enkele mededeling over het voornemen van hem om Den Haan te ontslaan, hoewel daartoe alle gelegenheid bestond. Merkwaardig is het, dat The Box Fasion, als men haar moet geloven, het blijkbaar op de laatste dag liet aankomen om Den Haan te ontslaan, terwijl er reeds aan het begin van de betreffende werkweek volgens haar eigen zeggen bij haar het voornemen bestond om de dienstbetrekking te beëindigen. The Box Fasion had kunnen vermijden, dat de opzegging buiten de proeftijd werd gedaan, door eerder met Den Haan een gesprek te plannen of door de opzegging van de arbeidsovereenkomst schriftelijk te doen. Nu The Box Fasion die voorzorgsmaatregelen niet heeft genomen, kan zij aan Den Haan niet gaan verwijten, dat door zijn toedoen tijdens de proeftijd niet kon worden opgezegd. Van Den Haan kon en mocht niet gevergd worden, dat hij aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst, medewerking zou verlenen. (cursivering TCJ) Hieruit valt niet (op een begrijpelijke wijze of zonder een nadere motivering, die in het vonnis ontbreekt) af te leiden hetgeen de Rechtbank in r.ov. 3 heeft overwogen. Vb. Voorts is, in het licht van hetgeen in het cassatiemiddel onder Va. is vermeld, onbegrijpelijk de vaststelling van de Rechtbank in r.ov. 3.5:

4 dat Den Haan het gesprek met de directeur van The Box Fasion op 14 december 1990 heeft ontlopen, terwijl hij wist dat hem in dat gesprek ontslag tijdens de proeftijd zou worden aangezegd, met de kennelijke bedoeling aldus tijdige opzegging te ontgaan. (cursivering TCJ) Datzelfde geldt voor de overweging in r.ov. 3.5: The Box Fasion behoefde immers geen rekening te houden met het ontlopen van het gesprek met haar directeur op 14 december 1990 door Den Haan, met als doel opzegging binnen de proeftijd te vermijden. (cursivering TCJ) VI. Het bestreden vonnis is voorts onvoldoende met redenen omkleed doordat de Rechtbank is voorbijgegaan aan de (essentiële) stelling van Den Haan (hierboven onder C. omschreven) kort gezegd inhoudende dat hij op vrijdagmiddag 14 december 1990 meerdere malen (doch tevergeefs) getracht heeft de directeur van The Box Fasion telefonisch te bereiken. 1. Het geding in feitelijke instanties Met een op 11 juli 1991 gedateerd verzoekschrift heeft eiser tot cassatie verder te noemen: Den Haan zich gewend tot de Kantonrechter te Rotterdam met het verzoek verweerster in cassatie verder te noemen: The Box Fashion te veroordelen om aan hem te betalen een netto bedrag van ƒ ,80 met rente en kosten volgens de wet. Nadat The Box Fashion tegen de vordering verweer had gevoerd, heeft de Kantonrechter bij tussenvonnis van 17 februari 1992 partijen tot bewijslevering toegelaten. Na enquête heeft de Kantonrechter bij eindvonnis van 14 september 1992 The Box Fashion veroordeeld om aan Den Haan te betalen een netto bedrag van ƒ 7438,22, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 juli 1991, en het meer of anders gevorderde afgewezen. Tegen beide vonnissen heeft The Box Fashion hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Rotterdam. Bij vonnis van 20 mei 1994 heeft de Rechtbank het tussenvonnis van de Kantonrechter bekrachtigd, diens eindvonnis van 14 september 1992 vernietigd, en opnieuw rechtdoende, The Box Fashion veroordeeld om aan Den Haan te voldoen een bedrag van ƒ 1271,82 netto, vermeerderd met de wettelijke verhoging ten bedrage van ƒ 127,18 netto, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over genoemde bedragen vanaf 22 juli 1991, en het meer of anders gevorderde afgewezen. 3. Beoordeling van het middel 3.1. In cassatie moet van het volgende worden uitgegaan: Den Haan is op 15 oktober 1990 in dienst getreden van The Box Fashion. In de arbeidsovereenkomst werd tussen partijen een proeftijd van twee maanden overeengekomen. The Box Fashion heeft de arbeidsovereenkomst met Den Haan binnen deze proeftijd willen beëindigen. In verband daarmee heeft de directeur van The Box Fashion op maandag 10 december 1990 aan een of twee medewerkers medegedeeld dat hij voornemens was Den Haan de daarop volgende vrijdag te ontslaan en dat Den Haan zich daartoe op die vrijdag bij de directeur moest vervoegen. Den Haan heeft zich niet op de opgegeven tijd bij de directeur vervoegd. Ter zake van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft de directeur niet voor zondag 16 december 1990 contact met Den Haan gehad. Het toen telefonisch gegeven ontslag is bij een gesprek op maandag 17 december herhaald. Partijen hebben gestreden over de vraag of Den Haan geacht moet worden binnen de proeftijd te zijn ontslagen In het bestreden vonnis heeft de Rechtbank tot uitgangspunt genomen dat het voormelde ontslag niet voor het einde van de proeftijd heeft plaatsgevonden. Vervolgens heeft de Rechtbank geoordeeld dat Den Haan zich er niet te goeder trouw op kan beroepen dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet tijdig heeft plaatsgevonden en derhalve voortduurde na 14 december De Rechtbank heeft dit oordeel in het bijzonder gegrond op de omstandigheid dat Den Haan, naar de Rechtbank niet betwist heeft geacht, het gesprek met de directeur van The Box Fashion op 14 december 1990 heeft ontlopen, terwijl hij wist dat hem in dat gesprek ontslag tijdens de proeftijd zou worden aangezegd, met de kennelijke bedoeling aldus tijdige opzegging te ontgaan. De Rechtbank heeft daaraan nog toegevoegd dat weliswaar juist is dat The Box Fashion ervoor had kunnen zorgen dat de opzegging binnen de proeftijd werd gedaan door de opzegging eerder schriftelijk te doen, maar dat zulks nog niet meebrengt dat daarom de arbeidsovereenkomst voortduurde tot na 14 december 1990, nu The Box Fashion geen rekening behoefde te houden met het ontlopen door Den Haan van het gesprek met haar directeur op die datum. Tegen de hierop betrekking hebbende overwegingen richt het middel een reeks klachten Vooropgesteld moet worden dat art. 7A:1639n BW dat het mogelijk maakt de ontslagbescherming die een arbeidsovereenkomst in beginsel aan de werknemer biedt, gedurende de eerste twee maanden van die overeenkomst aan deze te onthouden moet worden uitgelegd op een wijze die

5 met het strikte karakter van deze uitzondering strookt. Dit sluit niet uit dat een beroep van de werknemer op een strikte toepassing van de termijn van het proeftijdbeding in de bewoordingen van het huidige art. 6:248 lid 2, die ook het voor 1 jan op dit punt geldende recht weergeven in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Aan deze omstandigheden dienen evenwel in het licht van het voorgaande hoge eisen te worden gesteld. Het voorgaande brengt mee dat het eerste onderdeel, dat hier elke werking aan redelijkheid en billijkheid wil ontzeggen, faalt, doch dat het derde onderdeel doel treft. De Rechtbank heeft kennelijk noch de voormelde onaanvaardbaarheidsmaatstaf aangelegd, noch aan de omstandigheden van het geval de hiervoor bedoelde hoge eisen gesteld. In het bijzonder is de enkele omstandigheid dat de werknemer, na enige dagen tevoren de mededeling te hebben ontvangen dat hij zich op de laatste (werk)dag van de proeftijd bij de directeur moet vervoegen teneinde te worden ontslagen, zich opzettelijk aan dat gesprek onttrekt, niet voldoende om het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te maken dat hij zich op overschrijding van de proeftijd beroept, wanneer de werkgever nalaat hem binnen de proeftijd op andere wijze, bijv. schriftelijk, te ontslaan. Het ligt voor de hand en de Rechtbank heeft dan ook vastgesteld dat zulks ook hier mogelijk zou zijn geweest, terwijl evenzeer voor de hand ligt dat een werknemer aan wie wordt opgedragen zich op de laatste (werk)dag van de proeftijd bij de directeur te vervoegen onder mededeling dat hem dan ontslag wacht, zich mogelijk aan dat gesprek zal onttrekken, zodat de werkgever, anders dan de Rechtbank heeft aangenomen, met die mogelijkheid rekening dient te houden Het bestreden vonnis kan derhalve niet in stand blijven. De overige onderdelen behoeven geen behandeling. De zal zelf recht doen in voege als hierna aan te geven. De derde appelgrief faalt, nu The Box Fashion geen andere omstandigheden heeft aangevoerd ten betoge dat Den Haan zich niet op overschrijding van de termijn van de proeftijd kan beroepen dan hiervoor onvoldoende zijn bevonden. De vierde appelgrief faalt eveneens, nu deze strekt tot matiging van de schadeloosstelling tot een lager bedrag dan de Kantonrechter bij zijn eindvonnis heeft toegekend, doch art. 1639r lid 5 aan een zodanige verdere matiging in de weg staat. Een en ander brengt mee dat behalve het reeds door de Rechtbank bekrachtigde tussenvonnis ook het eindvonnis van de Kantonrechter moet worden bekrachtigd. 4. Beslissing De : Vernietigt het vonnis van de Rechtbank te Rotterdam van 20 mei 1994, behoudens voor zover het vonnis van de Kantonrechter te Rotterdam van 17 februari 1992 daarbij werd bekrachtigd; Bekrachtigt het vonnis van de Kantonrechter te Rotterdam van 14 september 1992; Veroordeelt The Box Fashion in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Den Haan begroot op ƒ 672,25 aan verschotten en ƒ 3500 voor salaris; Veroordeelt The Box Fashion in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Den Haan begroot op ƒ 290 aan verschotten en ƒ 1065 voor salaris.

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker)

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101936, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101936 Hoge Raad datum 12-02-1999 wetsartikelen Art. 1639o oud-bw; art. 1639p oud-bw; art. 1639s oud-bw (art.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hoge Raad 07-10-1994, BJN 101924, (Dibbets)

Hoge Raad 07-10-1994, BJN 101924, (Dibbets) UJA-Nummer Instantie UJA_101924 Hoge Raad datum 07-10-1994 wetsartikelen Art. 1639g oud-bw; art. 1639o oud-bw; art. 1639r oud-bw (thans art. 7:669 BW, art. 7:677 BW en art. 7:680 BW) Hoge Raad 07-10-1994,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7 Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 8 oktober 2004 Vindplaats LJN AO9549 Naam Vixia / Gerrits Essentie uitspraak: De enkele schending van controlevoorschriften (de werknemer weigert bij de bedrijfsarts

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek)

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek) UJA-Nummer Instantie UJA_101944 datum 15-11-2002 wetsartikelen Art. 3:34 BW; art. 3:35 BW 15-11-2002, BJN 101944, (Sietses/Sneek) Samenvatting Casus Op 1 maart 1988 treedt Sneek voor onbepaalde tijd in

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema)

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema) UJA-Nummer Instantie UJA_101915 Hoge Raad datum 24-10-1986 wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) Hoge Raad 24-10-1986, BJN 101915, (Slijkoord/Hekkema) Samenvatting Casus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hoge Raad 24-05-1996, BJN 101925, (Van Zijl/Koppen)

Hoge Raad 24-05-1996, BJN 101925, (Van Zijl/Koppen) UJA-Nummer Instantie UJA_101925 Hoge Raad datum 24-05-1996 wetsartikelen Art. 1639e (oud-bw), art. 1639w (oud-bw) en art. 1639 aa(oud-bw) t/m art. 1639dd oud-bw (thans art. 7:685 BW, art. 7:667 BW en art.

Nadere informatie

B I J Z O N D E R E B E D I N G E N

B I J Z O N D E R E B E D I N G E N W E B I N A R S B I J Z O N D E R E B E D I N G E N SPREKER MR. M. GROOTVELD, LEGAL COUNSEL LABOUR AFFAIRS ABN AMRO 18 FEBRUARI 2014 12:00 14:15 UUR Magna Charta is onderdeel van de Academie voor de Rechtspraktijk

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 Instantie Datum uitspraak 31-03-2009 Datum publicatie 03-04-2009 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200.002.315 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Hoge Raad 26-06-1998, BJN 101932, (Van der Lely/Taxi Hofman)

Hoge Raad 26-06-1998, BJN 101932, (Van der Lely/Taxi Hofman) UJA-Nummer Instantie UJA_101932 Hoge Raad datum 26-06-1998 wetsartikelen Art. 7:611 BW Hoge Raad 26-06-1998, BJN 101932, (Van der Lely/Taxi Hofman) Samenvatting Casus Van der Lely is vanaf 3 maart 1989

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 13-10-2016 Zaaknummer 200.187.341 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-02-2015 Zaaknummer 3792692 CV EXPL 15-683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Goederenrecht

Nadere informatie

Hoge Raad , LJN AC6801, (Possemis/Hoogenboom)

Hoge Raad , LJN AC6801, (Possemis/Hoogenboom) UJA-Nummer Instantie UJA_101906 Hoge Raad datum 25-01-1980 wetsartikelen Art. 1637a oud-bw; art. 1638z oud-bw (thans art. 7:610 BW en art. 7:611 BW) Hoge Raad 25-01-1980, LJN AC6801, (Possemis/Hoogenboom)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-359 d.d. 28 december 2011 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en mr. J.W.H. Offerhaus, leden, en mr.

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101923, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101923 datum 17-06-1994 wetsartikelen Art. 1637a oud-bw (thans art. 7:610 BW) 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395 ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 28-02-2003 Datum publicatie 10-03-2003 Zaaknummer 124942 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op: 21 april 2015 Ingesteld door: Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 13-07-2004 Datum publicatie 22-09-2004 Zaaknummer C0301109-BR Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Aart Mondria, wonende te Dronten, eiser, gemachtigde: mr. J.M. van Remundt te Zoetermeer (Postbus 3012, 2700 KV),

Aart Mondria, wonende te Dronten, eiser, gemachtigde: mr. J.M. van Remundt te Zoetermeer (Postbus 3012, 2700 KV), vonnis RECHTBANK ZUTPHEN Sector Kanton Locatie Harderwijk Zaaknummer : 419340 CV EXPL 10-2115 Grosse aan : mr. Van Remundt Afschrift aan : mr. Messelink Verzonden d.d. : Vonnis van de kantonrechter d.d.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem. IN NAAM DES Ko"r,,,,'G~ vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Leiden/Gouda Locatie Alphen aan den Rijn TJ Rolnr.: 1258331 \CV EXPL 13-762 Datum: 2juli 2013 Vonnis in de voorziening bij voorraad )( wonende

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2002:AE4366

ECLI:NL:HR:2002:AE4366 ECLI:NL:HR:2002:AE4366 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2002 Datum publicatie 28-06-2002 Zaaknummer C01/012HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AE4366 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670 ECLI:NL:RBNHO:2016:10670 Instantie Datum uitspraak 12-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5495640 / VV EXPL 16-224 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr. 1258 d.d. 3 september 2009 in de zaak van:

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr. 1258 d.d. 3 september 2009 in de zaak van: Koninklijke Nederlandse Voetbalbond College van Arbiters ARBITRAAL VONNIS nr. 1258 d.d. 3 september 2009 in de zaak van: R.P.M. Kers, wonende te Maarssen, verzoeker, gemachtigde: Ph. Huisman tegen: Vereniging

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2018:1617 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14092018 Datum publicatie 14092018 Zaaknummer 17/02712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-12-2003 Datum publicatie 05-01-2004 Zaaknummer 207961 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden c. ' ir. ij i O 29 mei 1987 Eerste Kamer Nr. 12.908 AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. Peter STRUYCKEN, wonende te Gorinchem, 2. Gerard Anthony UNGER, wonende te Bussum, EISERS tot

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 14 maart 2008 Vindplaats LJN BC6699 Naam Zutekouw / van Oort Essentie uitspraak: Een wegens ziekte arbeidsongeschikte werknemer heeft geen recht op loondoorbetaling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-08-2004 Datum publicatie 30-08-2004 Zaaknummer Rolnummer 0300145 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2003:AF3057

ECLI:NL:HR:2003:AF3057 ECLI:NL:HR:2003:AF3057 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2003:af3057 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21 03 2003 Datum publicatie 21 03 2003 Zaaknummer C01/201HR

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 Instantie Datum uitspraak 16-09-2016 Datum publicatie 08-11-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5223266 \ AO VERZ 16-222 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden '" 13 februari 2015 Eerste Kamer in naam des Konings 10/02162 LZ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: l. LEIDSEPLEIN BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. Hendrikus Jacobus Marinus DE VRIES,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2315

ECLI:NL:HR:2004:AM2315 ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.183.591/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Wederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst

Wederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst ECLI:NL:RBNNE:2013:6766 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer KG-2442504 - CV EXPL 13-8338-L Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C03/1510 KA KG

ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C03/1510 KA KG ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 23-07-2004 Datum publicatie 09-11-2004 Zaaknummer C03/1510 KA KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ7947

ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ7947 ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ7947 Instantie Datum uitspraak 12-03-2013 Datum publicatie 19-04-2013 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 345512 / CV EXPL 12-2489 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2007:BA6231

ECLI:NL:HR:2007:BA6231 ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-10-2016 Datum publicatie 18-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie EA VERZ 16-968/16-1002/16-1126/C104420

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-10-2014 Datum publicatie 30-01-2015 Zaaknummer 200.126.703-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen.

Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Samenvatting Werknemer met mesothelioom spreekt werkgever aan. De schadevergoeding wordt

Nadere informatie

zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016

zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team I zaak.nummer : 200.168.839/01 zaak.nummer rechtbank Amsterdam : 2846345 \ CV EXPL 14-6113 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-237 d.d. 18 juli 2013 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. A.P. Luitingh en mr. J.Th. de Wit, leden, en mr. F. Faes, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2001:AD4914

ECLI:NL:HR:2001:AD4914 1 of 5 12-10-2014 15:35 ECLI:NL:HR:2001:AD4914 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2001 Datum publicatie 14-12-2001 Zaaknummer C00/042HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4914 Rechtsgebieden

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. ingediend door: i n d e k l a c h t nr. 054.01 hierna te noemen 'klager tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Hoge Raad 10 oktober 2003 nr. C02/122HR mrs. Neleman, Aaftink, De Savornin Lohman, Hammerstein, Kop concl. P-G Hartkamp

Hoge Raad 10 oktober 2003 nr. C02/122HR mrs. Neleman, Aaftink, De Savornin Lohman, Hammerstein, Kop concl. P-G Hartkamp Volledig arrest Van der Male/Den Hoed Van der Male/Den Hoedt, HR 10 oktober 2003, JAR 2003/263 (C02/122HR) JAR 2003/263 Hoge Raad 10 oktober 2003 nr. C02/122HR mrs. Neleman, Aaftink, De Savornin Lohman,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2358

ECLI:NL:HR:2004:AM2358 1 of 5 3-8-2014 18:56 ECLI:NL:HR:2004:AM2358 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden C02/239HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2358

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2011:BP3985

ECLI:NL:RBALM:2011:BP3985 ECLI:NL:RBALM:2011:BP3985 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 11-02-2011 Zaaknummer 364136 CV EXPL 1056/11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Driessen/Boulidam)

Hoge Raad , BJN , (Driessen/Boulidam) UJA-Nummer Instantie UJA_101937 datum 25-06-1999 wetsartikelen Art. 7:681 BW 25-06-1999, BJN 101937, (Driessen/Boulidam) Samenvatting Casus Boulidam is in 1970 in dienst getreden bij Handelsmaatschappij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. Kenmerk: 03/12. Arbitraal vonnis in de zaak van:

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. Kenmerk: 03/12. Arbitraal vonnis in de zaak van: SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 03/12 Arbitraal vonnis in de zaak van: X, wonende te Amsterdam eiseres, gemachtigde: jhr. mr. A.B. van Kinschot, tegen de stichting Y gevestigd te Z verweerster,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer 200.038.641 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering. In een geval

Nadere informatie