De volgende instellingen zijn partij in deze samenwerkingsovereenkomst

Transcriptie

1 CONVENANT DOORZON Politie eenheid Amsterdam, Gemeente Amsterdam, Netbeheerder Liander, Vesteda, Makelaarsvereniging Amsterdam (MvA), de Amsterdamse corporaties en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties AMSTERDAM, 10 januari 2017

2 1 Inleiding Op verzoek van de Amsterdamse politie is enige jaren geleden het project Doorzon tot stand gekomen. Dit verzoek kwam voort uit de behoefte aan een bestuurlijke aanpak van de criminele infrastructuur in mensensmokkelzaken. Geconstateerd was dat vaak dezelfde woningen telkens opnieuw werden gebruikt om naar Nederland gesmokkelde illegalen onder te brengen. Zonder aanpak van deze voorraad van woningen voor het criminele circuit bleek de strafrechtelijke aanpak van mensensmokkel niet effectief genoeg. Vanuit de idee van geïntegreerde aanpak van criminaliteit is in de periode het Project Doorzon gestart, dat goed aansloot bij het project Tegenhouden van de Amsterdamse politie. De doelstelling van de projecten Tegenhouden en Doorzon was het belemmeren van criminelen in hun criminele activiteiten. Het project Doorzon is in de periode vanaf 2008-heden nieuw leven ingeblazen, in de vorm van een samenwerkingsverband tussen de politie, de gemeente en de Federatie van Woningcorporaties te Amsterdam. Doorzon is toen gericht geraakt op het terugdringen van het onrechtmatige gebruik van woningen en het onttrekken hiervan aan het criminele circuit. Dit gelet op het zwaarwegend algemeen belang om de openbare orde en de veiligheid in buurten te waarborgen. Om de aanpak verder te optimaliseren, is het bestaande samenwerkingsverband gaandeweg de jaren aangevuld met nieuwe partijen. In 2012 is Netbeheerder Liander tot het convenant toegetreden. Bij de verlenging van 2015 wordt er voor gekozen om het samenwerkingsverband uit te breiden met Vesteda en Makelaarsvereniging Amsterdam (MvA). Kern van de aanpak Doorzon is dat woningen uit het criminele circuit worden gehaald door, door het onrechtmatig gebruik van de woningen dan wel de onrechtmatige bewoning ervan (kortweg: woonfraude) te beëindigen. Gemeenten en verhuurder werken binnen het samenwerkingsverband Zoeklicht samen om woonfraude te bestrijden. Daarbij treden de verhuurders civielrechtelijk op, onder meer door de beëindiging van de huurovereenkomst, en/of het inzetten en inroepen van (boete) bedingen in de huurovereenkomsten. De gemeente treedt voornamelijk bestuursrechtelijk op, vanuit haar vergunningverlenende, toezicht- en handhavingstaken uit hoofde van de huisvestingsregelgeving en het omgevingsrecht. Project Doorzon vormt aan aanvulling op Zoeklicht. Op grond van het convenant Doorzon en het besluit van de korpschef op grond van artikel 20 Wet Politiegegevens, is het de politie toegestaan op structurele basis politiegegevens te verstrekken die de aanpak van woonfraude mogelijk maken. Daartoe is het Doorzon- Proces Verbaal (PV) ontwikkeld, waarbij uitgegaan van een voor dit doel vastgesteld format en bijbehorende checklist. In geval van het crimineel gebruik van een woning, verstrekt de politie de gegevens over dit gebruik aan de Gemeente Amsterdam (het Meldpunt Zoeklicht), door middel van het PV-Woonfraude (het Doorzon-PV ). Van daaruit wordt het verder uitgezet bij de betrokken samenwerkende partner(s). Deze zorgen voor herstel van de rechtmatige toestand. 2

3 Daarnaast verstrekt de politie op basis van Convenant Doorzon de gegevens die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de sluitingsbevoegdheden uit hoofde van artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria), artikel 14 Woningwet (Wet Victor) en artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles). Bestaande dossiers van partijen worden met de informatie van de politie verrijkt en bij eventuele gerechtelijke procedures gebruikt. De onderliggende overeenkomst bevat een verdere uitbreiding van het reeds bestaande samenwerkingsverband en geeft daarnaast een nadere omschrijving over de wijze waarop gegevensuitwisseling in dit verband tot stand kan komen. 2 Partijen De volgende instellingen zijn partij in deze samenwerkingsovereenkomst a) Politie, eenheid Amsterdam b) Gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam De Burgemeester van de gemeente Amsterdam De Dagelijks besturen van de Stadsdelen van de gemeente Amsterdam c) Liander d) Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, alsmede de volgende woningcorporaties: de Alliantie Amsterdam Woningstichting Eigen Haard Woonstichting De Key Woonstichting Rochdale Ymere Woningcorporatie Stadgenoot e) Makelaarsvereniging Amsterdam (MvA) f) Vesteda Investment Management BV 2.1 Taken Partijen participeren in deze samenwerkingsovereenkomst, ieder de eigen (wettelijke) taken en verplichtingen, a) Voor wat betreft de Politie, eenheid Amsterdam bestaan uit: handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven, waaronder onder meer wordt verstaan: opsporing van strafbare feiten; handhaving van de openbare orde. Daarbij ter zake het verwerken van persoonsgegevens gebonden aan de voorschriften gesteld bij of krachtens de Wet Politiegegevens. b) voor wat betreft de bestuursorganen van de Gemeente Amsterdam bestaan uit: sluitingsbevoegdheden uit hoofde van: artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria) 3

4 artikel 14 Woningwet (Wet Victor), artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles), uitvoering van de vergunningverlenende taken, alsmede de toezichtzicht- en handhavingstaken, bij of krachtens: Gemeentewet (en de APV) Wet Basisregistratie personen; Huisvestingswet 2014; Woningwet (en het Bouwbesluit); Wet algemene bepalingen omgevingsrecht alsmede de coördinatie en regie bij de aanpak van woon-, uitkerings- en inschrijvingsfraude en het bewaken van de leefbaarheid. Daarbij ter zake het verwerken van persoonsgegevens gebonden aan de voorschriften gesteld bij of krachtens de Wet bescherming persoonsgegevens. c) voor wat betreft netwerkbeheerder Liander, bestaan uit: beheer van de elektriciteits- en gasnetten; het waarborgen van de veiligheid en betrouwbaarheid van de elektriciteits- en gasnetten op grond van de Electriciteitswet 1998 en de Gaswet. Daarbij ter zake het verwerken van persoonsgegevens gebonden aan de voorschriften gesteld bij of krachtens de Wet bescherming persoonsgegevens, Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. d) voor wat betreft de Woningcorporaties bestaan uit: in hun hoedanigheid als eigenaar/ toegelaten instelling ex artikel 19 Woningwet, het garanderen van een juist gebruik van corporatiebezit, in hun hoedanigheid van eigenaar/ goed verhuurder, het bewaken van de leefbaarheid van buurten en tegengaan van woonfraude. Daarbij ter zake het verwerken van persoonsgegevens gebonden aan de voorschriften gesteld bij of krachtens de Wet bescherming persoonsgegevens. e) voor wat betreft de MVA en Vesteda bestaan uit: in hun hoedanigheid van eigenaar en goed verhuurder, het toezien op een juist gebruik van woningbezit; het bewaken van de leefbaarheid van buurten en tegengaan van woonfraude. Daarbij ter zake het verwerken van persoonsgegevens gebonden aan de voorschriften gesteld bij of krachtens de Wet bescherming persoonsgegevens. 2.2 Grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens en politiegegevens 1. Binnen de samenwerking onder de werking van dit convenant, verwerken partijen persoonsgegevens: voor zover dit noodzakelijk is ter uitvoering van een overeenkomsten waarbij de betrokkenen partij zijn, zoals bedoeld in artikel 8 onder b van de Wet bescherming Persoonsgegevens (de woningcorporaties, de MVA en Vesteda); 4

5 voor zover dit noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak door het desbetreffende bestuursorgaan (de bestuursorganen van de gemeente Amsterdam). Voor zover noodzakelijk is taken van de netbeheerder als genoemd in artikel 16, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 (artikel 26 ab jº artikel 95 ca van deze wet) en/of artikel 10, eerste tot en met derde en vijfde lid jº 13b van de Gaswet (Liander); 2. De politie verstrekt in het kader van dit convenant politiegegevens, voor zover dit met het oog op een zwaarwegend algemeen belang noodzakelijk is ten behoeve van dit samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 20 van de Wet politiegegevens 3. Partijen verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens (als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming Persoonsgegevens): voor zover zij zijn belast met de toepassing van het strafrecht, als bedoeld in artikel 22 eerste lid van de Wetbescherming persoonsgegevens (de politie) ten behoeve van dit samenwerkingsverband, indien de verwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken van partijen, als bedoeld in artikel 22 zesde lid van de Wet bescherming persoonsgegevens. Met in achtneming van hun (wettelijke) taken en verplichtingen, waaronder mede begrepen de verplichtingen uit hoofde van de Wet persoonsgegevens (hierna Wbp) komen de partijen tot de navolgende samenwerkingsafspraken: 3 Definities Persoonsgegeven Politiegegeven Betrokkene Medewerker Bronregistratie Verwerking van Persoonsgegevens elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; elk persoonsgegeven dat in het kader van de uitoefening van de politietaak wordt verwerkt de eigenaar, de huurder, onderhuurder, bewoner of inwonende van een woning op wie een persoonsgegeven of politiegegeven betrekking heeft; degene die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een convenantpartij; het oorspronkelijke bestand van een deelnemer waaruit de gegevens afkomstig zijn; elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens; 5

6 verstrekken van politiegegevens Woonfraude PV-Woonfraude het bekend maken of ter beschikking stellen van politiegegevens; Het onrechtmatig gebruik van een woning, waarbij de woning in strijd met de bij of krachtens de in de Huisvestingswet, Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingswet wordt gebruikt voor andere doeleinden dan permanente bewoning, dan wel: De onrechtmatige bewoning van een woning, waarbij een woning die is aangewezen als behorend tot de goedkope woningvoorraad in strijd met het bepaalde bij en krachtens artikel 8 van de Huisvestingswet wordt bewoond. een standaard proces verbaal voor de uitvoering van dit convenant waarop de politie de gegevens verstrekt over de situatie in een woning tussen partijen. 4 Doelstelling Partijen komen overeen de uitvoering van hun taken, verantwoordelijkheden en verplichtingen (als benoemd in artikel 2.2 van dit Convenant ) op elkaar af te stemmen en de samenwerkingen aan te gaan, ten aanzien van de gemeenschappelijk erkende (handhavings)doelstellingen. Door de samenwerking aan te gaan kunnen partijen efficiënter en effectiever omgaan met de middelen die hen voor deze taken, verantwoordelijkheden en verplichtingen ter beschikking zijn gesteld. Dit betreft de navolgende doelstellingen: Beëindigen van onrechtmatige bewoning van woningen in die behoren tot de aangewezen goedkopen voorraad (als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet); Het bevorderen van de rechtvaardige verdeling van betaalbare woonruimte. Beëindiging van het onrechtmatig gebruik van woningen in de gemeente Amsterdam, waarbij in strijd wordt gehandeld met de bij of krachtens gestelde voorschriften van de Huisvestingswet, de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Beëindiging van het gebruik van woningen voor criminele doeleinden c.q. het faciliteren van strafbare feiten; Het vergroten van leefbaarheid en veiligheid in buurten. Ten einde de samenwerking en afstemming tussen partijen in projecten en in individuele dossiers goed te laten verlopen, is het noodzakelijk dat de politie politiegegevens verstrekt aan de Gemeente Amsterdam, in die gevallen waarin zij woonfraude tegenkomt. Voorts is noodzakelijk dat de Gemeente deze informatie verder mag verstrekken aan de overige partijen in dit convenant, zodat zij deze gegevens kunnen inbrengen in de juridische procedures die gevoerd moeten worden om een illegale situatie te beëindigen. 6

7 5 Gegevensverwerking binnen Doorzon 5.1 Verstrekking van gegevens door Liander, aan de politie Wanneer bij Liander op basis van hen ter beschikking staande feitelijke gegevens of andere informatie het vermoeden bestaat dat er sprake is van de exploitatie van een hennepkwekerij, dan informeert Liander de politie over de plaats van de vermoedelijke hennepkwekerij alsmede de aanleiding waarop het vermoeden is gebaseerd. De politie beoordeelt vervolgens samen met de Officier van justitie (OM) of de Hulp Officier van Justitie (politie) in hoeverre deze informatie voldoende is (er voldoende verdenking bestaat) om een bepaald pand binnen te treden op basis van de Opiumwet. 5.2 Verstrekking van gegevens van de politie, aan de gemeente 1. De politie kan op grond van artikel 20 Wet politiegegevens, politiegegevens verstrekken aan de Gemeente Amsterdam, aan de medewerker van het Meldpunt Zoeklicht, indien er (vermoedelijk) sprake is van: a. onrechtmatig gebruik van woningen, waarbij in strijd wordt gehandeld met de bij of krachtens gestelde voorschriften van de Huisvestingswet, de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b. onrechtmatige bewoning van woningen in die behoren tot de aangewezen goedkopen voorraad (als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet); c. gedragingen in woningen waardoor de openbare orde rond deze woningen wordt verstoord, als bedoeld in artikel 174a van de Gemeentewet; d. in woningen dan wel in of op bij woningen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II behorend bij de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. 2. De politie verstrekt de gegevens over de situatie in een woning in een apart proces-verbaal, waarvoor gebruik gemaakt wordt van een standaard, het zogeheten PV-Woonfraude. Deze standaard is bij dit Convenant opgenomen als bijlage I. 3. Indien een woning onrechtmatig wordt bewoond, wordt in het proces-verbaal in ieder geval aandacht besteed aan het adres en degene(n) die in de woning als bewoner zijn aangemerkt. 4. Indien een woning onrechtmatig wordt gebruikt wordt in het proces-verbaal in ieder geval aandacht besteed aan de aard van het gebruik en eventuele verklaringen van om- of inwonenden. 5. Indien in een woning leegstand wordt geconstateerd wordt hier in het procesverbaal melding van gemaakt. 6. Indien de Burgemeester van Amsterdam ter handhaving van de openbare orde maatregel wil nemen op grond van artikel 13b Opiumwet en/of artikel 174a Gemeentewet (toepassing van de Wet Victor), kan de politie op grond van artikel 16 lid1, onder c sub 2 Wet Politiegegevens (aanvullende)gegevens verstrekken aan de Burgemeester. 7. De te verstrekken gegevens zijn gelet op de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig. 5.3 Toestemming van de officier van justitie en doorgeleiding aan gemeente 1. Ingeval de constatering voortkomt uit een justitieel onderzoek, wordt voorafgaand aan de verstrekking door de politie aan de zaaksofficier van 7

8 Justitie per proces-verbaal toestemming verzocht voor de verstrekking van de politiegegevens aan de Gemeente Amsterdam. In dat verzoek wordt omschreven dat de verstrekking zal plaatsvinden binnen de kaders van Convenant Doorzon en dat partijen de politiegegevens zullen gebruiken in bestuursrechtelijke en civielrechtelijke procedures die erop zijn gericht om de onrechtmatige bewoning / het onrechtmatige gebruik van de woning te beëindigen en maatregelen te treffen tegen de betrokkene(n). 2. Vanuit het politie bedrijfsprocessensysteem Basis Voorziening Handhaving (BVH) wordt het proces-verbaal woonfraude rechtstreeks per naar de officier van justitie gezonden welke belast is met de toetsing van procesverbaal woonfraude. Deze officier stuurt, na goedkeuring, het betreffende proces-verbaal door naar het Meldpunt Zoeklicht. 6 Doorverstrekking van de gegevens 6.1 Verdere verstrekking door de Gemeente 1. Het Meldpunt Zoeklicht van de Gemeente Amsterdam controleert het ontvangen proces-verbaal een tweede maal (na controle door de politie bij verstrekking) op de aanwezigheid van strafrechtelijke informatie die niet direct noodzakelijk is voor de door partijen te nemen maatregelen. Indien daar aanleiding toe is, informeert de Doorzon-coördinator de politie over de bovenmatig verstrekte gegevens. De Doorzon-coördinator zal dan de politie adviseren het verstrekte PV-Woonfraude terug te nemen en een nieuwe PV- Woonfraude op te maken en te verstrekken met daarin uitsluitend de noodzakelijke-strafrechtelijke informatie. 2. De medewerker van het Meldpunt Zoeklicht neemt de meldingen als bedoeld onder 5.3 in ontvangst en zorgt voor de registratie van de betrokken adressen in WVS (het Woningvolgsysteem). 3. Vanuit het Meldpunt Zoeklicht wordt er zorg voor gedragen dat: a. meldingen over corporatiewoningen worden doorgezonden aan de daartoe aangewezen medewerker bij de corporatie, die eigenaar is van de woning; b. meldingen over particuliere woningen die in bezit of beheer zijn van Vesteda of MvA-leden worden doorgezonden aan de daartoe aangewezen medewerker bij Vesteda of de MvA. 4. Meldingen over woonfraude worden tevens doorgezonden naar de Gemeente Amsterdam, Wonen, afdeling Toezicht & Handhaving. Indien nodig voor de aanpak van het onderliggende probleem wordt deze informatie ook gedeeld met de bestuurscommissies van de stadsdelen, ten behoeve van de uitoefening van de gemeentelijke bevoegdheden die zijn gedelegeerd of gemandateerd aan de bestuurscommissies. 5. De wijze van doorgeleiden van de PV s Woonfraude vanuit Meldpunt Zoeklicht naar de Corporaties, de directie OOV, en de stadsdelen is nader uitgewerkt in de Werkinstructie Zoeklicht, behorend bij dit convenant en Convenant Zoeklicht. 6.2 Verzoek om sluiting van een woning of een lokaal Meldingen van de politie waarbij sprake is van drugsgerelateerde feiten, worden met een door de wijkteamchef ondertekend verzoek aan de burgemeester om een bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174a Van de Gemeentewet en/of artikel 8

9 13b van de Opiumwet. De melding wordt gezonden aan de Gemeente Amsterdam, directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Een medewerker van de Directie OOV kan op basis van het ontvangen procesverbaal woonfraude de betreffende verbalisant verzoeken om aanvullende informatie aan te leveren voor de Burgemeester teneinde bestuurlijke maatregelen te treffen. 6.3 Registratie en wijze van doorgeleiden van gegevens 1. Partijen verplichten zich er toe schriftelijk vast te leggen welke (persoons)gegevens zij in het kader van dit convenant hebben verstrekt of hebben ontvangen, alsmede aan/van welke partij zij de gegevens verstrekken/ ontvangen en ten behoeve van welk doel de gegevens zijn verstrekt/ ontvangen. 2. De (persoons)gegevens die partijen in het kader van dit convenant worden verstrekt en ontvangen, worden in bestaande systemen opgenomen. Dit betreft voor: Bij de politie eenheid Amsterdam: Bedrijfsprocessysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) de Woningcorporaties: bestanden onrechtmatige bewoning; Gemeente Amsterdam, OOV: bestand voorgenomen ontruimingen Gemeente Amsterdam, stadsdelen: bestanden Vergunning verlening, toezicht- en handhaving gemeente Amsterdam, Wonen: WVS (Woningvolgsysteem); Bij Netbeheerder Liander: registratiesysteem tbv stroomverbruik MVA en Vesteda: bestanden onrechtmatige bewoning; 3. De deelnemers rapporteren de cijfers (resultaat/ geen resultaat) per adres terug aan het meldpunt Zoeklicht teneinde een overzicht van de behaalde resultaten mogelijk te maken. 7 Het beheer van de gegevens 7.1 Verantwoordelijkheid voor de gegevensverwerking De het College van B&W van de gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens binnen Meldpunt Zoeklicht. Na ontvangst van de persoonsgegevens vanuit het Meldpunt Zoeklicht zijn partijen allen ieder voor zich verantwoordelijk voor de (persoons) gegevens die zij ontvangen en verwerken in het kader van dit convenant. 7.2 Doelbinding in het gebruik van de gegevens 1. De gegevens die partijen in overeenstemming met de bepalingen van dit convenant ontvangen, worden uitsluitend gebruikt in bestuursrechtelijke en civielrechtelijke procedures die erop zijn gericht om de onrechtmatige bewoning dan wel het onrechtmatige gebruik van de woning te beëindigen en maatregelen te treffen tegen de betrokkene(n). 2. In het kader van de bestuursrechtelijke en civielrechtelijke maatregelen als bedoeld onder 7.1, kunnen de gegevens aan de betrokkene(n) ter beschikking 9

10 worden gesteld. Hierbij wordt schriftelijk vastgelegd welke gegevens aan wie ter beschikking worden gesteld en welk belang (doel) hiermee gediend wordt. 7.3 Beveiliging van de persoonsgegevens binnen Zoeklicht a. Partijen zijn verplicht tot geheimhouding van de in het kader van dit convenant ontvangen gegevens, over gehanteerde toezicht strategieën en over al hetgeen waarvan redelijkerwijs is aan te nemen dat bekendmaking daarvan de belangen van de andere partner zou schaden, behoudens hetgeen de partners bij of krachtens wettelijk voorschrift of de bepalingen van dit convenant toe verplicht zijn. Partijen leggen aan de medewerkers die inzage hebben in gegevens die worden verwerkt in het kader van dit convenant een geheimhoudingsplicht op. b. Partijen beveiligen de persoonsgegevens van de betrokkenen tegen verlies, of enige andere vorm van onrechtmatige verwerking, waaronder onbevoegde raadpleging. Daartoe worden door de deelnemers de nodige passende technische en organisatorische maatregelen getroffen. c. De basis voor de te treffen (technische) maatregelen is de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG) en de Richtsnoeren beveiliging van persoonsgegevens (Autoriteit Persoonsgegevens), aangevuld met maatregelen gebaseerd op de Privacy Impact Assessment. d. Partners verplichten zich om, indien persoonsgegevens die deel uitmaken van de samenwerking binnen Zoeklicht ongeautoriseerd in handen van derden komen, en/of deze persoonsgegevens verloren raken, de andere partijen hiervan onmiddellijk in kennis te stellen. In geval van een ernstig datalek meldt de partij waar het lek zich voordoet het incident bij de Autoriteit Persoonsgegevens en betrokkene. Partijen hanteren bij de beoordeling van een datalek de eigen organisatierichtlijnen, als wel de Beleidsregels meldplicht datalekken van de Autoriteit Persoonsgegevens. 7.4 Bewaartermijn en vernietiging van de gebruikte gegevens De (persoons)gegevens die verwerkt worden in het kader van dit convenant, worden door partijen niet langer bewaard, dan noodzakelijk is voor de maatregelen die in het kader van dit convenant zijn genomen. Daarbij wordt aansluiting gezocht met de daarvoor geldende wettelijk voorgeschreven bewaartermijn. Na het verstrijken van deze bewaartermijn worden de gegevens vernietigd. 8 Melding 1. Op de uit deze samenwerkingsovereenkomst voortvloeiende gegevensverwerking is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. De gemeente Amsterdam draagt zorg voor de melding van de gegevensverwerking bij het Autoriteit Persoonsgegevens. 2. Indien de verstrekking van gegevens aan dit samenwerkingsverband consequenties heeft voor eventuele reeds bestaande meldingen bij het College Bescherming Persoonsgegevens draagt iedere organisatie zelf de verantwoordelijkheid om deze melding op correcte wijze aan te passen. 10

11 9 Rechten van betrokkenen 9.1 Informatieverstrekking aan betrokkenen Partijen dragen zelf zorg voor de informatieverplichting aan betrokkenen omtrent de verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit Convenant en de samenwerkingsovereenkomst zoals die is neergelegd in Convenant Zoeklicht (als bedoeld in artikel 33 en verder van de Wet bescherming persoonsgegevens) Zij informeren betrokkenen hierover actief, middels mededelingen op de website van partij, maar ook bij de aanvraag van een uitkering of huisvestingsvergunning, of het aangaan van een huurovereenkomst. 9.2 Recht op inzage van persoonsgegevens 1. Een betrokkene als bedoeld in artikel 1 onder f van de Wet bescherming persoonsgegevens kan zich in het kader van zijn rechten neergelegd in hoofdstuk 6 van de Wet bescherming persoonsgegevens wenden tot het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. 2. Het College hanteert een doorzendplicht met betrekking tot verzoek tot inzage van persoonsgegevens indien dit verzoek ziet op persoonsgegevens die zijn verwerkt in het kader van dit convenant, en het verzoek kennelijk ziet op de verwerking van persoonsgegevens door een andere partij. 10 Samenhang met de samenwerking in convenant Zoeklicht Deelnemers worden geacht te participeren in het Programmateam Zoeklicht. Dit programmateam houdt onder meer toezicht op een zorgvuldige uitvoering van de bepalingen in dit Convenant. 11 Wijzigingen en aanvullingen van het convenant 11.1 Toetreding 1. Dit convenant staat open voor toetreding door derden. Indien, na inwerkingtreding van dit convenant, deelnemende partijen van mening zijn dat een nieuw toetredende partij een bijdrage kan leveren aan het behalen van de doelstellingen, kan zij in het samenwerkingsverband participeren, zulks met inachtneming van de bepalingen van dit convenant. 2. Alvorens een derde partij kan toetreden tot dit convenant, moet de politie beoordeeld hebben in hoeverre het besluit van de korpschef op grond van artikel 20 Wet Politiegegevens hiervoor moet worden aangepast. Toetreding kan pas plaatsvinden nadat geoordeeld is dat aanpassing niet noodzakelijk is, dan wel na aanpassing van het besluit van de korpschef ex artikel 20 Wet Politiegegevens Wijzigingen in het convenant 1. Wijzigingen in de doeleinden van de gegevensverwerkingen als bedoeld in dit convenant en wijzigingen in het gebruik en de wijze van verkrijging van de persoonsgegevens, dienen te leiden tot wijziging dan wel aanvulling (addendum) bij dit convenant. 2. Wijzigingen en aanvullingen van dit convenant, behoeven de instemming van alle partijen. De wijziging in de gegevensverwerking die hieruit voortvloeit dient te worden gemeld aan het Autoriteit Persoonsgegevens. 11

12 12 Inwerkingtreding en looptijd van het convenant Dit convenant treedt in werking vanaf 31 januari 2015 en wordt aangegaan voor de duur van 3 jaar, en zal na ommekomst hiervan steeds stilzwijgend voor de duur van een jaar worden verlengd. Aldus overeengekomen te Amsterdam en getekend in januari