Provinciaal blad van Noord-Brabant

Transcriptie

1 Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: Onderwerp Besluit tot vaststelling van de wegenlegger van de gemeente Haaren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n) Overeenkomstig artikel 34, eerste lid, van de Wegenwet heeft de gemeente Haaren een ontwerp-wegenlegger opgemaakt en ons met brief van 28 september 2015 verzocht de wegenlegger vast te stellen. 1. Procedure bij de gemeente De ontwerp-wegenlegger heeft van 10 juni 2015 tot en met 22 juli 2015 ter inzage gelegen. Belanghebbenden konden een schriftelijke zienswijze indienen. De volgende personen of organisaties hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt: 1. De heer en mevrouw Stubbe; 2. Ir. P.W. Chevalier en ir. L.R. Chevalier; 3. Krijger Advies namens de heer P.H.A. Bertens; 4. De bewoners van Distelberg 3, J. Peeters, M. Peeters-Henskens, A. Post- Peeters, M. Post, J. Post; 5. De gemeente Haaren heeft administratieve wijzigingen voorgesteld. 2. Beoordeling aanvraag Gedeputeerde Staten hebben de ontwerp-wegenlegger beoordeeld. De ontwerp-wegenlegger voldoet aan de vereisten, bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het Wegenleggerbesluit. Voor zover zienswijzen zijn ingediend over de ontwerp-wegenlegger volgt hierna onze reactie daarop. 2.1 Zienswijze van de heer en mevrouw Stubbe De zienswijze is een verzoek tot volledige onttrekking aan de openbaarheid van weg 129 uit de ontwerp-wegenlegger waarbij de heer en mevrouw Stubbe ter onderbouwing argumenten hebben aangevoerd. Deze argumenten hebben echter niet alleen betrekking op de onttrekking aan de openbaarheid maar zijn ook een inhoudelijk reactie op de wegenlegger. In de praktijk gaat het om het voetpad tussen de Dorpsstraat te Esch en Het Nieuwland te Esch. Dit voetpad is deels gelegen op eigendom van de heer en mevrouw Stubbe en deels op eigendom van de gemeente Haaren. In de ontwerp-wegenlegger is het voetpad

2 opgenomen als onverhard, met een lengte van 225m en breedte van 3,5m. In de vigerende (1e wijzigings)wegenlegger is het pad opgenomen als onverhard en is geen breedte vermeld. Als onderbouwing van het verzoek tot onttrekking aan de openbaarheid, voeren de heer en mevrouw Stubbe de volgende argumenten aan: 1. De weg kent in de ontwerp-wegenlegger een ander eindpunt dan in de vigerende wegenlegger en is daardoor verkort; 2. De in de ontwerp-wegenlegger opgenomen ligging van de weg is een momentopname. De daadwerkelijk ligging verschilt naar verloop van tijd; 3. In de ontwerp-wegenlegger heeft de weg een breedte meegekregen, terwijl dit in de vigerende wegenlegger ontbreekt. In de ontwerpwegenlegger is een breedte van 3,5 meter opgenomen, wat niet conform de feitelijke situatie is en doorgaans niet voor dergelijke voetpaden van toepassing is; 4. De weg is en blijft een voetpad, terwijl de huidige opname in de ontwerp-wegenlegger tot een andere functie kan leiden; 5. De weg is niet opgenomen in het bestemmingsplan kom Esch. 6. De weg ligt niet buiten de bebouwde kom en dient derhalve niet te zijn opgenomen in de wegenlegger; 7. De ontsluitingsmogelijkheden van de achtertuin en de uitbreidingsmogelijkheden van het perceel liggen op de locatie van de betreffende weg; 8. De weg ontsluit via particuliere grond op de Dorpsstraat, terwijl er mogelijkheden zijn de weg om te leggen via gemeentelijke gronden Met de gemeente zijn wij van mening dat het verzoek tot onttrekking aan de openbaarheid geen invloed heeft op de huidige ontwerp-wegenlegger. Een onttrekkingsverzoek dient op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wegenwet te worden gericht aan de gemeenteraad van de gemeente waarin de weg is gelegen. De weg is op dit moment openbaar en dat is niet gewijzigd. Derhalve is de betreffende weg terecht opgenomen in de ontwerp-wegenlegger. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding om wijzigingen aan te brengen in de ontwerp-wegenlegger. Ten aanzien van de aangevoerde argumenten ter onderbouwing van het verzoek reageren wij als volgt: 1. De beschrijving van de weg in de ontwerp-wegenlegger is aangepast aan ons besluit van 10 december 2014, kenmerk , provinciaal blad nr. 156/14, waarmee wij de grenzen van de bebouwde kom Wegenwet hebben vastgesteld. Het zuidelijke deel van de weg wordt volledig onderhouden door de gemeente Haaren en valt binnen de bebouwde kom. Het noordelijke deel van de weg wordt deels onderhouden door de gemeente en deels door de heer Stubbe. 2/11

3 Conform artikel 28 van de Wegenwet wordt van wegen, welke deels binnen en deels buiten de bebouwde kom van de gemeente zijn gelegen, ook het binnen de bebouwde kom gelegen deel in de wegenlegger en op de wegenleggerkaart opgenomen, indien en voor zover dat deel niet door de gemeente wordt onderhouden. Het noordelijke deel staat daarom terecht in de ontwerp-wegenlegger opgenomen, inclusief het deel gelegen binnen de bebouwde kom. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding om de ontwerpwegenlegger te wijzigen, overeenkomstig het standpunt van de gemeente; 2. De in de ontwerp-wegenlegger opgenomen ligging van de weg is een momentopname, maar volgt dezelfde contouren als in de vigerende (1e wijzigings)wegenlegger van de voormalige gemeente Esch. De werkelijke ligging in de praktijk kan enigszins verschillen van de gebruikte wegenleggerkaart, maar wordt in de omschrijving van de wegenlegger nader gedetailleerd. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding om de ontwerp-wegenlegger te wijzigen, overeenkomstig het standpunt van de gemeente; 3. In de ontwerp-wegenlegger is er voor gekozen ook voor onverharde wegen een breedte op te geven, om zo meer duidelijkheid te verschaffen. De gehanteerde breedte van 3,5 meter voor het gehele traject van de weg is inderdaad niet correct. Een nieuwe meting heeft aangetoond dat het pad, voor zover gelegen op eigendom van de heer Stubbe, minimaal gemiddeld 3,35 meter is. Het gedeelte gelegen op de eigendom van de gemeente Haaren en is een zogenaamd olifanten-paadje, zonder vaste breedte. De breedte van deze weg in de ontwerp-wegenlegger wordt voor de twee eigendommen gesplitst: 3,35 meter voor het deel gelegen op eigendom van de heer Stubbe en 1,00 meter voor het deel gelegen op eigendom van de gemeente Haaren, gelijk aan de feitelijke situatie. Wij nemen deze zienswijze over en hebben de ontwerp-wegenlegger hierop aangepast; 4. Gedeputeerde Staten is het eens met de zienswijze, de weg is in de ontwerp-wegenlegger met een beperking tot voetpad opgenomen omdat deze weg de functie heeft van een voetpad; 5. Met de gemeente zijn wij van mening dat de weg terecht is opgenomen in de ontwerp-wegenlegger. De weg is niet opgenomen in het bestemmingsplan kom Esch, omdat er geen verplichting bestaat om openbare wegen op te nemen in een bestemmingsplan. De weg staat terecht op de wegenlegger omdat wegen die zowel buiten als binnen de bebouwde kom gelegen zijn ingevolge artikel 28 Wegenwet in de wegenlegger opgenomen dienen te worden. In de Structuurvisie 2004 is de weg overigens wel opgenomen, vermeld als kerkpad; 6. Onder verwijzing naar onze reactie onder de punten 1 en 5 zijn wij van mening dat dit onderdeel van de zienswijze geen aanleiding geeft om de ontwerp-wegenlegger te wijzigen; 3/11

4 7. De weg stond reeds in 1958 op de (1e wijzigings)wegenlegger van de gemeente Esch. De toenmalige juridische status van de weg was openbaar. Deze verandert niet door de actualisatie van de wegenlegger omdat de gemeenteraad deze weg nooit aan de openbaarheid heeft onttrokken. Deze zienswijze lijdt niet tot wijziging van de ontwerp-wegenlegger; 8. De weg heeft als kerkpad een historische betekenis. Voor het verleggen van de weg naar gemeentelijk eigendom en het bestaande pad te sluiten is formeel onttrekking aan de openbaarheid noodzakelijk. Het onttrekken van de weg aan de openbaarheid is een procedure apart van het actualiseren van de wegenlegger. In een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 maart 2012 is besloten de weg niet aan de openbaarheid te onttrekken. De weg is openbaar en is terecht in de ontwerp-wegenlegger opgenomen. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding om de ontwerp-wegenlegger te wijzigen. 2.2 Zienswijze van ir. P.W. Chevalier en ir. L.R. Chevalier; De zienswijze heef betrekking op wegnummer 39 uit de ontwerp-wegenlegger c.q. wegnummer 36 uit de vigerende wegenlegger van de voormalige gemeente Helvoirt (d.d 23 november 1987). In de praktijk gaat het om de weg tussen de Giesbergsebaan en de Distelberg. Deze weg is gedeeltelijk eigendom van P.W. Chevalier en L.R. Chevalier en gedeeltelijk van de gemeente. In de ontwerp-wegenlegger is dit deel van wegnummer 39 opgenomen met de aard hoofdrijbaan - onverhard - lang 530m - breed 4,1m. Indieners verzoeken het deel van wegnummer 39, dat is gelegen op hun eigendom, te onttrekken aan de openbaarheid, met de volgende argumenten: 1. Tussen 1965 en 1970 is deze weg, plaatselijk bekend als de Van Hoef ten Halve 1, door de toenmalige eigenaar aangelegd en sindsdien ook onderhouden; 2. Er is nooit aan de Raad gevraagd te besluiten om de privétoegangswegen openbaar te maken; 3. De weg is nooit aangelegd voor doorgaand verkeer, maar alleen voor bestemmingsverkeer voor de aanliggende erven; 4. Indieners van de zienswijze wensen zeggenschap over het gebruik en onderhoud van de weg; 5. Nergens langs de weg staan erfafscheidingen, waardoor oneigenlijke toe-eigening van containerboompjes op de percelen langs de weg kan worden voorkomen; 6. Verkeer over de weg schaadt de privacy en verkeersveiligheid; 7. Parkeren van Duinoord zal overlast geven; 8. Aanliggende perceel-eigenaren hebben geen bezwaar tegen het onttrekken van dit deel van wegnummer 39 aan de openbaarheid. 4/11

5 Tenslotte geven P.W. Chevalier en L.R. Chevalier aan dat wegnummer 39 is opgenomen op de ontwerp-wegenlegger als hoofdrijbaan, terwijl dit begrip nergens is gedefinieerd. Met betrekking tot het verzoek en de daarbij behorende argumenten genummerd 1 tot en met 5 en 8 zijn wij met de gemeente van mening dat deze geen invloed hebben op de huidige ontwerp-wegenlegger. Een onttrekkingsverzoek dient op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wegenwet te worden gericht aan de gemeenteraad van de gemeente waarin de weg is gelegen. De weg is tot dusver niet aan de openbaarheid onttrokken en is daarom terecht opgenomen in de ontwerp-wegenlegger. De aanduiding hoofdrijbaan in de ontwerp-wegenlegger heeft geen juridische betekenis in de ontwerp-wegenlegger. Dit leidt niet tot aanpassing van de wegenleger. De argumenten 6 en 7 hebben betrekking op verkeersgedrag. Deze belangen worden beschermd door de wegenverkeerswetgeving en vinden derhalve in de procedure tot vaststelling van een wegenlegger geen toepassing. Deze zienswijze geeft geen aanleiding om wijzigingen aan te brengen in de ontwerpwegenlegger. 2.3 Zienswijze van Krijger Advies namens de heer P.H.A. Bertens; De zienswijze betreft wegnummer 17 en 18 uit de ontwerp-wegenlegger c.q. wegnummer 12 en 11 uit de vigerende wegenlegger van de voormalige gemeente Udenhout. In de zienswijze is de koppeling van de nummering in de vigerende en ontwerp-wegenlegger per abuis omgedraaid: 1. In de vigerende wegenlegger is voor het onverharde deel van wegnummer 17 geen breedte opgenomen. Voor het verharde deel is een breedte opgenomen van 4,00 meter. In de ontwerp-wegenlegger is wel een breedte voor het onverharde deel opgenomen van 3,50 meter. Voor het verharde deel zijn geen wijzigingen ten opzichte van de vigerende wegenlegger aangebracht. De heer Bertens is van oordeel dat de aangegeven breedte onvoldoende is voor het gebruik van de weg met landbouwmachines. Hij stelt een breedte voor van 4,50 meter, zodat alle verkeer van dit weggedeelte gebruik kan maken; 2. Wegnummer 18 (wegnummer 11 in de vigerende wegenlegger): begin- en eindpunt van deze weg zijn in hun beschrijving verkeerd om opgenomen, terwijl de beschrijving van de aard van de weg wel de juiste volgorde is aangehouden; 3. In de vigerende wegenlegger is voor het onverharde deel van deze weg geen breedte opgenomen. Dit betreft het deel waarvan de heer Bertens juist gebruik maakt. In de ontwerp-wegenlegger is een breedte voor dit onverharde deel opgenomen van 3,00 meter. De heer Bertens is van oordeel dat dit onvoldoende is voor het gebruik van de weg met landbouwmachines. Hij stelt een breedte voor van 4,50 meter, zodat alle verkeer van dit weggedeelte gebruik kan maken. 5/11

6 Met de gemeente zijn wij het eens dat in de ontwerp-wegenlegger voor wat betreft wegnummer 17 onjuiste maatvoering is opgenomen en bovendien dat de omschrijving van de samenstelling van de weg moet worden aangepast. Wij wijzigen daarom wegnummer 17, door de omschrijving van de aard van wegnummer 17 van bitumineus naar puin voor het verharde gedeelte aan te passen en de breedte van de weg op 4,00 meter te stellen, zodat het overeenkomt met de feitelijke situatie en toegankelijk is voor alle verkeer. Met betrekking tot argumenten 2 en 3 zijn wij het met de gemeente eens dat de zienswijze van Bertens moet leiden tot aanpassing van de omschrijving van de aard van wegnummer 18 en de breedte daarvan, als volgt: onverhard breed 4,00m lang 1270,0m puin breed 2,5m lang 59,0m klinkerkeien breed 3,0m lang 5,6m onderhoudsplicht van duiker 2 rustend op de gemeente Haaren te schrappen omdat deze duiker niet aanwezig is in de praktijk. 2.4 Zienswijze van de bewoners van Distelberg 3, J. Peeters, M. Peeters-Henskens, A. Post-Peeters, M. Post, J. Post; De zienswijze heeft betrekking op wegnummer 48 uit de ontwerp-wegenlegger, voorheen wegnummer 13 uit de vigerende wegenlegger van de voormalige gemeente Helvoirt. Indieners verzoeken om de weg verkeersarm te houden door het instellen van een parkeerverbod aan de zuidzijde van de weg en het plaatsen van een verwijderbaar obstakel, alleen toegankelijk voor bestemmingsverkeer. De verkeersveiligheid en wordt daarmee gediend en het voorkomt vormen van overlast zoals afval, parkeeroverlast en dergelijke. De argumenten hebben alle betrekking op verkeersgedrag of gedrag dat van invloed is op aspecten van openbare orde en veiligheid. Deze belangen worden beschermd door de wegenverkeerswetgeving of de gemeentelijke Algemene plaatselijke verordening en vinden derhalve in de procedure tot vaststelling van een wegenlegger geen toepassing. Met de gemeente zijn we van mening dat de ingebrachte zienswijze niet leidt tot aanpassing van de ontwerp-wegenlegger. 2.5 Administratieve wijzigingen gemeente Haaren De gemeente Haaren heeft in haar reacties op de ingekomen zienswijzen enkele administratieve wijzigingen voorgesteld. De voorgestelde administratieve wijzigingen hebben wij beoordeeld en in voorgaande reacties aangegeven deze over te nemen en in het ontwerp aan te passen in rood. 6/11

7 2.6 Conclusie Op grond van de ingebrachte zienswijzen en onze reactie daarop zijn wij voornemens de ontwerp-wegenlegger te wijzigen. Artikel 35, tweede lid, Wegenwet schrijft voor dat wij alvorens over te gaan tot vaststelling van een gewijzigd ontwerp, éérst afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht toepassen. 3. Toepassing afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht Het ontwerp-besluit ter vaststelling van de wegenlegger van de gemeente Haaren hebben wij gestuurd naar de bij ons bekende belanghebbenden en naar degene die bij de gemeente Haaren eerder een zienswijze hebben ingediend. Wij hebben de gelegenheid geboden om binnen de periode van 15 februari 2016 tot 14 maart 2016 schriftelijk of mondeling bij ons een reactie in te dienen. 4. Ingekomen zienswijzen bij de provincie 4.1 zienswijze van de heer Stubbe De zienswijze heeft betrekking op het voetpad tussen de Dorpsstraat te Esch en Het Nieuwland te Esch dat gedeeltelijk op eigendom van de heer Stubbe gelegen is (wegnummer 129). Het pad is, na de eerste zienswijze van de heer Stubbe op het ontwerpbesluit, gemeten door de gemeente. Het pad is in de ontwerp-wegenlegger omschreven als een voetpad met een breedte van 3.35 meter op het gedeelte dat in eigendom is van de heer Stubbe. De heer Stubbe stelt dat het pad voor het gedeelte dat is gelegen op zijn eigendom veel smaller is, namelijk ongeveer 40 centimeter breed. Een medewerker van de provincie Noord-Brabant is ter plaatse geweest en heeft het pad gemeten. Uit de meting blijkt dat het pad op eigendom van de heer Stubbe over de gehele lengte ongeveer een breedte heeft van 40 centimeter. De zienswijze van de heer Stubbe leidt tot aanpassing van de wegenlegger. 4.2 zienswijze van de heer Heijmans De zienswijze van de heer Heijmans heeft betrekking op wegnummer 18 in de ontwerp-wegenlegger. Volgens de heer Heijmans zou de weg met nummer 18 niet juist op de kaart behorende bij de ontwerp-wegenlegger zijn ingetekend. De weg zou moeten aansluiten bij de nieuwe bebouwing in Biezenmortel. Volgens de heer Heijmans is op het eerste gedeelte van wegnummer 18 vanaf de aansluiting Winkelsestraat een calamiteiten-pad aangelegd, die vervolgens naar het noorden afbuigt richting de nieuwe bebouwing. De weg met nummer 18 zoals die nu ingetekend is op de kaart van de ontwerp-wegenlegger, lopend vanaf de Winkelsestraat richting het oosten tot na het perceel van de heer Heijmans aan de Winkelsestraat 27 en dan afbuigt naar het noorden, zou volgens de heer Heijmans in de praktijk grotendeels niet meer bestaan. 7/11

8 Wegnummer 18 staat juist op de kaart. De heer Heijmans stelt dat het calamiteiten pad, dat later is aangelegd op grond van de heer van Roessel (eigenaar van het perceel ten noorden van wegnummer 18), voor een gedeelte wegnummer 18 betreft. Het calamiteiten pad is aangelegd voor het bouwverkeer van de wijk ten noorden van het perceel van de heer Van Roessel. Hierop rust voor het gebruik een 20 jarig recht van overpad. Het calamiteiten pad is slechts bedoeld voor (tijdelijk) bouwverkeer en hulpdiensten. Het pad is afgesloten door plaatsing van een slagboom en plaatsing van het bord eigen weg. Aan de noordzijde is de weg afgesloten met een hek. Het calamiteiten pad ligt voor een klein gedeelte direct aangrenzend aan het openbare pad met nummer 18. Het pad met wegnummer 18 bestaat langer dan het calamiteiten-pad. Wegnummer 18 bestaat nog steeds en is openbaar. Er is nimmer een besluit genomen om het pad (deels) te onttrekken aan de openbaarheid van het verkeer. De reden dat het pad in de praktijk gedeeltelijk niet meer toegankelijk is, is het gevolg van het plaatsen van prikkeldraad dwars over het pad. Daarnaast is het pad door het graven van een sloot en plaatsen van een haag smaller geworden. Het pad is van oudsher openbaar en heeft als functie de bereikbaarheid te garanderen van landbouwpercelen. De zienswijze van de heer Heijmans geeft geen aanleiding om wijzigingen aan te brengen in de ontwerp-wegenlegger 4.3 zienswijze van Krijger advies namens de heer Bertens De zienswijze heeft allereerst betrekking op de ontwerp-wegenlegger en houdt in dat de aanpassingen zoals vermeld in het ontwerp-besluit nog niet zijn overgenomen in de ontwerp-wegenlegger (in rood, zoals vermeld in het ontwerp-besluit) Ten tweede heeft de zienswijze betrekking op wegnummers 17 en 18 van de ontwerp-wegenlegger. Voor zowel wegnummer 17 en 18 is verzuimd een waaier op te nemen aan de zijde met de aansluiting Winkelsestraat. De heer Bertens dient om zijn percelen te bereiken, gebruik te maken van wegnummer 17 en 18 en daar met zijn landbouwvoertuigen in te draaien en verzoekt daarom een waaier op te nemen met de afmetingen 10 meter bij 9 meter, teruglopend naar 4 meter (de vernoemde breedte van wegnummer 17 en 18), zoals deze buiten aanwezig zijn. De zienswijze met betrekking tot het nog niet aanpassen van de wijzigingen in rood in de ontwerp-wegenlegger geeft geen aanleiding om de wegenlegger te wijzigingen. Gedeputeerde staten kiezen, om reden van duidelijkheid en netheid, om de zienswijzen die hebben geleid tot wijziging van de ontwerp- 8/11

9 wegenlegger pas in de wegenlegger op te nemen op het moment dat de wegenlegger wordt vastgesteld. Gedeputeerde Staten hebben voor deze wijze gekozen omdat het ontwerpbesluit dat door Gedeputeerde Staten werd voorbereid ter inzage lag en de mogelijkheid bestond dat meerdere zienswijzen, die wederom betrekking konden hebben op de door ons gehonoreerde zienswijzen, zouden volgen. De ontwerp-wegenlegger zal tegelijkertijd met de vaststelling van het besluit aangepast worden, waarbij alle wijzigingen in de ontwerp-wegenlegger in rood worden opgenomen. De zienswijze met betrekking tot het vermelden van een waaier bij de toegang tot wegnummer 18 en wegnummer 17 vanaf de Winkelsestraat leidt tot aanpassing van de wegenlegger. Een waaier is bij beide wegen reeds aanwezig en zal als zodanig omschreven worden met de volgende tekst: waaier met de afmetingen 10 meter bij 9 meter, teruglopend naar 4 meter. 5. Conclusie Nu gebleken is dat één of meerdere ingediende zienswijzen aanleiding geven om wijzigingen in de ontwerp-wegenlegger aan te brengen, kan de wegenlegger met inachtneming van de voornoemde wijzigingen worden vastgesteld. 9/11

10 BESLUIT Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant 1. Gelet op artikel 35, eerste lid, van de Wegenwet; 2. Gelet op het Wegenleggerbesluit; 3. Overwegende de ingekomen zienswijzen en onze reactie daarop; Besluiten: Artikel I De volgende wegenleggers in te trekken: 1. Haaren, 15 april Helvoirt, 23 november Esch, 1 mei Het gedeelte Biezenmortel (van de voormalige gemeente Udenhout) in te trekken Artikel II De wegenlegger van Haaren vast te stellen, met in achtneming van de in rood aangebrachte wijzigingen. Artikel III Dat het besluit in werking treedt met ingang van de dag na de datum van publicatie in het provinciaal blad. Beroep Belanghebbenden die het met dit besluit niet eens zijn kunnen schriftelijk beroep indienen binnen zes weken na de verzending van dit besluit. Het beroepschrift moet voorzien zijn van een handtekening, naam en adres, datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en waarom u het met dat besluit niet eens bent. Het beroepschrift moet worden gericht aan: Arrondissementsrechtbank s-hertogenbosch, sector Bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA s-hertogenbosch. 10/11

11 Voorlopige voorziening Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde voorlopige voorziening te vragen bij de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank s-hertogenbosch, sector Bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA te s-hertogenbosch. Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van een spoedeisend belang. Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. s-hertogenbosch, 7 juni 2016 Gedeputeerde Staten voornoemd, de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk de secretaris mw. ir. A.M. Burger Kenmerk: Uitgegeven, 8 juni 2016 De secretaris van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, mw. ir. A.M. Burger. 11/11