Jaarverslag 2008 soa-polikliniek GGD Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2008 soa-polikliniek GGD Amsterdam"

Transcriptie

1

2

3 Jaarverslag 28 soa-polikliniek GGD Amsterdam Uitgave GGD Amsterdam, cluster Infectieziekten Tekst M.S. van Rooijen en J.S.A. Fennema Vormgeving M.S. van Rooijen

4

5 Colofon Jaarverslag 28 Soa-polikliniek, GGD Amsterdam Samengesteld door en onder redactie van: - Martijn van Rooijen - Han Fennema Lay-out en tekstbewerking: - Martijn van Rooijen GGD Amsterdam, postbus 22, CE Amsterdam Telefoon: Overname van de inhoud of gedeelten daarvan is - met bronvermelding - toegestaan Het jaarverslag van de soa-polikliniek van de GGD Amsterdam wordt onder andere verzonden aan de wethouders volksgezondheid van de gemeenten Amsterdam, Diemen, Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn, gemeenteraadsleden, artsen, sociaal verpleegkundigen, ziekenhuizen, poliklinieken, de Stichting Soa Aids Nederland, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Streeklaboratoria voor de Volksgezondheid in Nederland, Hoofdinspectie voor de gezondheidszorg, Inspectie voor de gezondheidszorg Noord-Holland en GGD-en in Nederland. Het jaarverslag wordt op aanvraag eveneens aan andere geïnteresseerden toegezonden. Verzoek hiertoe kan schriftelijk of telefonisch worden gericht aan het secretariaat van de soa-polikliniek. Het jaarverslag is ook te lezen en te downloaden op de website van de GGD Amsterdam (

6

7 Jaarverslag 28 soa-polikliniek GGD Amsterdam Voorwoord ) Curatieve soa-bestrijding 3.) Nieuwe consulten 3.2) Syfilis 4.3) Gonorroe 5.4) Chlamydia 6.5) Lymfogranuloma venereum 7.6) Niet-specifieke genitale infecties 7.7) Complicaties van de bovenste tractus urogenitalis bij vrouwen 7.8) Ulceraties uitgezonderd syfilis 7.9) Vaginitiden en overige aandoeningen 8.) Seksueel overdraagbare aandoeningen bij intraveneuze druggebruikers 8.) Seksueel overdraagbare aandoeningen naar geslacht, seksuele gerichtheid en prostitutie 9.2) Infectierates van syfilis, gonorroe en chlamydia, naar geslacht, seksuele gerichtheid en prostitutie 9.3) Chlamydia screening implementatie (CSI).4) MAN tot MAN (M2M).5) Het spreekuur voor hiv-positieve MSM.6) Soa screening in het homo-cohort van de Amsterdamse cohort studies 2.7) Hepatitis C 2 2) Niet-curatieve soa bestrijding 5 2.) Contactopsporing 5 2.2) Uitslagen via internet 5 2.3) Consult op afspraak 6 2.4) Training en voorlichting 7 2.5) Zedendelicten 7 2.6) Seksuele vorming in het Amsterdamse VMBO 7 2.7) Testresultaten van het vrijwillig onderzoek op hiv-antistoffen 8 2.8) Hiv-sneltesten 8 2.9) Anonieme vrijwillige hiv-surveillance bij bezoekers van de soa-polikliniek van de GGD Amsterdam, ) Landelijke Vaccinatiecampagne Hepatitis B risicogroepen 2 3) Soa-spreekuur op buitenlocaties 23 3.) Penitentiaire Inrichting Havenstraat 23

8 3.2) Male Sex Worker ) Gezondheidsvoorlichting, soa-controle en Hepatitis B vaccinatie bij prostituees 25 4) Kwaliteit 27 5) Tabellen 29 tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel ) Figuren 47 figuur figuur figuur figuur figuur figuur figuur figuur figuur figuur ) Bijlage 53 7.) Medewerkers van de soa-polikliniek in ) Bijlage ) Publicaties van de soa-polikliniek GGD Amsterdam in ) Wetenschappelijk Onderzoek op de soa-polikliniek GGD Amsterdam in ) Participatie van medewerkers in landelijke werkgroepen, commissies en overlegvormen 58 9) Bijlage ) Diagnoses en diagnostische criteria 6 ) Bijlage 4 65.) Notities 65

9 Voorwoord Per januari 28 is de GGD Amstelland de Meerlanden opgeheven en is het verzorgingsgebied van de GGD Amsterdam uitgebreid met de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn. In het verslagjaar kon men op afspraak terecht op het soa spreekuur op de locatie in Amstelveen. Vanwege de geringe belangstelling is deze locatie eind 28 echter gesloten en worden praktisch alle taken verricht op en vanuit de GGD Amsterdam. Het totaal aantal nieuwe consulten in 28 is met 6% toegenomen ten opzichte van 27. In het verslagjaar werden nieuwe consulten verricht. Het aantal consulten bij vrouwen steeg met 2%; het aantal consulten bij mannen steeg met %, het aandeel hierin van mannen die seks hebben met mannen (MSM) nam toe tot 38%. De toename in het aantal nieuwe consulten is mede mogelijk geworden door de grotere capaciteit van de nieuwe polikliniek, in combinatie met een verbeterde zorglogistiek. Regelmatig bleek de zorgvraag in 28 echter nog het zorgaanbod te overtreffen, waardoor een beperking van de instroom van bezoekers noodzakelijk bleef. Door deze beperking geeft de toename in nieuwe consulten mogelijk een wat vertekend beeld van de reële zorgvraag. Het aantal gevallen van infectieuze syfilis nam in 28 toe met 9% tot 276. Deze stijging komt na een aantal jaren van een relatief stabiele trend. Onder heteroseksuele bezoekers nam het aantal syfilis gevallen af. De stijging komt geheel voor rekening van MSM (+28%), bij wie 262 gevallen werden gediagnosticeerd. Sinds 998 is het aantal gevallen van infectieuze syfilis onder MSM bijna verdertigvoudigd. Ook het aantal gevallen van gonorroe nam weer toe in 28, met 8% tot.76 gevallen. Onder heteroseksuele mannen en vrouwen zien we in dit verslagjaar een daling van het aantal gonorroe diagnoses met 7%. Bij MSM stijgt het aantal gonorroe diagnoses in 28 met 23%, maar het aantal diagnoses anorectale gonorroe bij deze groep daalde licht, met 2%. In 28 werden gevallen van Chlamydia trachomatis (Ct) gediagnosticeerd op de polikliniek, dat is een toename van 35% ten opzichte van 27. Van alle gevallen van Ct bij vrouwen wordt bijna de helft gevonden in de leeftijdscategorie 2-24 jaar, maar de hoogste prevalentie wordt gezien bij jonge vrouwen van 5-9 jaar (24 per ). Ten opzichte van 27 steeg in de groep MSM het aantal anorectale Ct infecties met 63% tot 558 gevallen, waaronder 8 gevallen van lymfogranuloma venereum (LGV); sinds 998 is het aantal anorectale Ct infecties bij MSM met ruim 3% toegenomen. Een hiv-test wordt standaard verricht in het kader van het soa-onderzoek. De cliënt wordt vooraf hierover geïnformeerd en dient zelf actief aan te geven wanneer hij/zij dat niet wil. Het aantal hiv-testen in 28 steeg met 7% ten opzichte van het voorgaande jaar, tot een totaal van testen, waarvan (5%) een hivsneltest betrof. Dit betekent dat bij 92% van de nieuwe consulten in 28 een hiv-test is verricht. De diagnose hiv-infectie werd 78 (27: 63) maal gesteld, dat is,7% van de totale groep op hiv-antistoffen nagekeken bezoekers in 28 (27:,7%; 26:,8%).

10 In de loop van 27 zijn een aantal belangrijke stappen gezet voor het vastleggen van het kwaliteitssysteem van de polikliniek, conform de normen van de Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ). Daarna is het kwaliteitshandboek van de polikliniek samengesteld. Deze inspanningen van vele medewerkers van de polikliniek werden beloond en na een externe audit is de soa-polikliniek in 28 officieel gecertificeerd. In de loop der jaren is het aantal bezoekers aan de polikliniek sterk toegenomen. Om de bezoekersstromen in goede banen te leiden is een meer proces- en cliëntgerichte opzet van de spreekuren gerealiseerd. Dit vergt een zeer strakke planning om wachtrijen te voorkomen en wachttijden te minimaliseren. Om deze processen te faciliteren is de functie manager bedrijfsvoering ingevoerd en werd vanaf maart 28 mevrouw D. Lubbers op deze positie aangesteld. Per 3 december van 28 legde de heer H. Thiesbrummel zijn functie als hoofd van de soa-polikliniek neer om een nieuwe betrekking elders te aanvaarden Mede namens alle medewerkers van de soa-polikliniek wens ik u veel leesplezier. Dr. Han Fennema, arts-epidemioloog waarnemend hoofd soa-polikliniek clusterhoofd infectieziektebestrijding 2

11 ) Curatieve soa-bestrijding Verslag: M.S. van Rooijen en J.S.A. Fennema.) Nieuwe consulten (zie tabel en figuur 6., ) Het registratiesysteem van de soa-polikliniek is gebaseerd op nieuwe consulten. Het eerste bezoek aan de polikliniek van een nog niet bekende cliënt geldt daarbij als een nieuw consult. Indien een reeds bekende cliënt de polikliniek bezoekt met een klacht die niet met het vorige bezoek in verband gebracht kan worden, telt dit bezoek als een nieuw consult. Als een cliënt aangeeft sedert een eerder bezoek opnieuw seksueel contact te hebben gehad met een onbehandelde partner, dan wordt dit bezoek eveneens beschouwd als een nieuw consult. Binnen het jaarverslag kan één cliënt op deze wijze voor meerdere nieuwe consulten zorgen. Per consult kunnen meerdere diagnoses gesteld worden. Het totaal aantal nieuwe consulten bedroeg in , dit is een stijging van 6% ten opzichte van 27 (27: 26.28; 26: ; tabel , tabel en figuur 6.). Daarnaast zijn 58 (27: 3) extra consulten uitgevoerd in het kader van het MAN tot MAN project ( welke in hoofdstuk.4 apart beschreven worden. De drukste maand in 28 was juni (2.57 consulten) en de rustigste maand maart (2.32 consulten; tabel 5.7). Bij vrouwen vonden.952 nieuwe consulten plaats, 2% meer dan in het voorgaande jaar (27:.75). Van de nieuwe consulten bij vrouwen is het percentage prostituees 7% (27: 7%). Het totaal aantal consulten van vrouwelijke prostituees in 28 was 852; het totaal aantal vrouwelijke prostituees was 586 (27: 67; 26: 526). Bij mannen vonden nieuwe consulten plaats (27: 4.458). Van de nieuwe consulten bij mannen vond 38% plaats bij MSM (27: 33%; 26: 34%). Het totaal aantal nieuwe consulten bij MSM was 6.88 (27: 4.829; 26: 4.572). Van 768 heteroseksuele mannen was bekend dat zij contact met een prostituee hadden gehad in de zes maanden voorafgaande aan het consult (27: 779). Hiervan hadden 78% de Nederlandse nationaliteit. Van 33 mannelijke bezoekers was bekend dat zij werkzaam waren in de prostitutie (27: 2; 26: 33). Het betrof hier 77 nieuwe consulten (27: 57; 26: 6). Van de mannelijke prostitués had 38% (27: 36; 26: 4%) een Nederlandse nationaliteit, % (27: 7; 26: 4%) een Zuid- of Midden-Amerikaanse nationaliteit, 4% (27: 28%; 26: 8%) een Oost-Europese / Russische nationaliteit, 9% (27: 6%; 26: 22%) een West-Europese (niet-nederlandse) nationaliteit en 3% (27: 4%; 26: 5%) een overige nationaliteit. Het aantal verschillende bezoekers dat zich in 28 eenmaal of vaker op de polikliniek meldde, bedroeg Dit is een toename van 4% ten opzichte van het aantal in het voorgaande jaar (27: 22.94; 26: 9.685). Van hen bezochten (87%) de polikliniek één keer voor een nieuw consult (27: 86%; 26: 88%), (%) bezoekers 2 keer, 487 x 3 keer, 48 x 4 keer en 55 bezoekers 5 of meer keren. Van de nieuwe consulten had 83,8% de Nederlandse nationaliteit (27: 84,8%; 26: 84,5%),,5% de Marokkaanse (27:,4%; 26:,6%),,4% de Turkse 3

12 (27:,4%; 26:,5%),,9% een Zuid- of Midden-Amerikaanse (27:,9%; 26: 2,%) en 3,5% een Oost-Europese nationaliteit (27: 3,%; 26: 2,4%; tabel 5.2). Bij,2% van de nieuwe consulten was de nationaliteit onbekend. Het aantal nieuwe consulten bij vrouwen met de Nederlandse nationaliteit bedroeg.224. Het aantal nieuwe consulten bij vrouwen met een niet-nederlandse nationaliteit was.79. Het aantal nieuwe consulten bij vrouwen met een onbekende nationaliteit daalde, van 23 in 27 naar 9 in 28. Het aantal nieuwe consulten bij mannen met de Nederlandse nationaliteit was Er waren nieuwe consulten bij mannen met een niet-nederlandse nationaliteit. Het aantal nieuwe consulten bij mannen waarvan de nationaliteit onbekend was, daalde licht van 46 in 27 naar 42 in 28. Van de bezoekers met een nieuw consult gaf 73% aan woonachtig te zijn in Amsterdam, 3% elders in de provincie Noord-Holland, % elders in Nederland en van 4% was de woonplaats onbekend of buiten Nederland. Aan alle bezoekers van de soa-polikliniek werd hun verzekeringsstatus gevraagd. Hiervan meldden.98 bezoekers (7%; 27: 7%; 26: 9%) onverzekerd te zijn en van % was de verzekeringsvorm onbekend. Van de onverzekerden was % afkomstig uit Zuid- of Midden-Amerika en het Caribische gebied (27: %; 26: 5%), 4% (27: 3%; 26: 5%) uit Noord-Afrika of Turkije, 28% (27: 25%; 26: 6%) uit Oost-Europa of Rusland, 6% (27: 3%; 26: 3%) uit West-Europa exclusief Nederland en 8% (27: 23%; 26: 23%) uit Nederland; 24% was van elders afkomstig en van,2% van de onverzekerden was de nationaliteit onbekend..2) Syfilis (zie tabel 5.6, 5.8, , ) Het aantal gevallen van infectieuze syfilis (syfilis stadium, syfilis stadium 2, recent latente syfilis) in 28 bedroeg 276, dat is 9% meer dan in 27. Het totaal aantal gevallen van infectieuze syfilis is sinds 998 bijna verachtvoudigd (27: 232; 26: 238; 25: 249; 24: 24; 23: 238; 22: 24; 2: 99; 2: 26; 999: 77; 998: 35). Bij heteroseksuele mannen werden 7 gevallen van infectieuze syfilis vastgesteld, dit is 53,3% minder dan het voorgaande jaar (27: 5; 26: 27); hiervan was prostituant (4% van de heteroseksuele mannen met infectieuze syfilis). Van de 7 vrouwen met infectieuze syfilis (27: 2; 26: 5) was (4% van de vrouwen met infectieuze syfilis) werkzaam in de prostitutie (27: 7%; 26: 33%). Bij MSM werden 262 gevallen van infectieuze syfilis vastgesteld, dat is 97% van de mannen met infectieuze syfilis (27: 93%; 26: 88%). Na de explosieve stijging in de voorgaande jaren bleef bij MSM het aantal sinds 22 min of meer stabiel waarna deze in 28 weer toenam. Het totaal aantal gevallen van infectieuze syfilis bij MSM is sinds 998 bijna dertigvoudig gestegen (28: 262; 27: 25; 26: 96; 25: 25; 24: 22; 23: 25; 22: 26; 2: 77; 2: 92; 999: 39; 998: 9). De infectierate van syfilis bij MSM bedroeg 43 per. consulten (27: 42; 26: 43). Het aantal gevallen van latente syfilis van onbepaalde duur en laat latente syfilis bedroeg 6 (27: 62; 26: 79). Hiervan had 62% de Nederlandse nationaliteit, 2% een Surinaamse, 2% een Zuid- of Midden-Amerikaanse, 8% een Oost-Europese, % een Afrikaanse, 7% een overige nationaliteit en % een onbekende nationaliteit. 4

13 .3) Gonorroe (zie tabel 5.6, , en figuur , 6.9) Het totaal aantal gonorroe diagnoses is ten opzichte van 27 met 7,5% gestegen. In 28 werd.76 maal de diagnose gonorroe gesteld (27:.; 26:.36). Het aantal gonorroe diagnoses bij MSM is ten opzichte van 27 met 23% toegnomen tot 75 (27: 6; 26: 67). De infectierate van gonorroe bij de groep MSM is afgenomen en bedroeg in per. consulten (27: 26; 26: 47). Het aantal diagnoses van anorectale gonorroe bij MSM bedroeg 286, een daling van 2% ten opzichte van 27 (27: 293; 26: 286). De infectierate van anorectale gonorroe was met 47 per. consulten, dat is een sterke daling ten opzichte van voorgaande jaren (27: 6; 26: 63). Bij mannelijke prostitués werd 6 maal de diagnose anorectale gonorroe gesteld (infectierate 34 per.; 27: 38; 26: 25). Het totaal aantal gonorroe diagnoses bij mannelijke prostitués bedroeg 3 (27: 9; 26: 9). Bij heteroseksuele mannelijke polikliniekbezoekers nam het aantal gonorroe diagnoses in 28 af met 6,8% tot 49 (27: 79; 26: 2). Bij vrouwen nam het aantal gonorroe diagnoses af met 7% tot 76 in 28 (27: 22; 26: 65). Het aantal anorectale gonorroe diagnoses bij vrouwen daalde tot 42 (27: 64; 26: 44). De man / vrouw ratio voor het aantal gonorroe diagnoses bedroeg 5, (27: 3,7; 26: 5,3). Bij mannen lag de leeftijdspiek wat betreft het aantal gonorroe diagnoses in de leeftijdscategorieën jaar en jaar (27: en 35-39; 26: en 35-39; tabel 5.3). Bij vrouwen werd de piek in 28 gezien in de leeftijdscategorie 2-24 jaar (27: 2-24; 26: 2-24). Na een stijging in 27, nam het aantal gevallen van gonorroe bij jonge vrouwen in de leeftijdscategorie 5-9 jaar in 28 af met 2% tot 32 (27: 4; 26: 34), hetgeen 8% uitmaakt van het totaal aantal gonorroe diagnoses bij vrouwelijke bezoekers in 28. Bij mannen werd in 28 bij 6% van de nieuwe consulten de diagnose gonorroe gesteld (27: 5%; 26: 6%). Bij vrouwen was dit % (27:2%; 26: 2%), met een gelijk gebleven prevalentie van 4% bij vrouwen in de leeftijdscategorie 5-9 jaar (figuur 6.2). Bij heteroseksuele mannen was dit 2% (27: 2%; 26: %), met de hoogste prevalentie (4%) in de leeftijdscategorie 5-9 jaar (figuur 6.3). Bij MSM was dit 2% (27: 3%; 26: 5%), met de hoogste prevalentie (8%) in de leeftijdscategorie jaar (27: 25-29; 26: 35-39; figuur 6.4). De hoogste prevalenties van anorectale gonorroe bij MSM worden vastgesteld in de leeftijdscategorieën 5-9 jaar en jaar (,%; 6,4%; figuur 6.9). Bij prostituanten was de prevalentie van gonorroe % (27: %; 26: %), bij prostituerende mannen 7% (27: 6%; 26: 6%). Bij prostituerende vrouwen was dit 4% (27: 3%; 26: 3%), bij niet-prostituerende vrouwen % (27: 2%; 26: %). Bij Nederlanders stelde men in 4% van de consulten de diagnose gonorroe (27: 4%; 26: 4%), bij buitenlanders was dit 5% (27: 5%; 26: 6%). Van de mensen waar de nationaliteit onbekend was, werd geen diagnose gonorroe gesteld. Het percentage gonorroe diagnoses veroorzaakt door penicillinase producerende Neisseria gonorrhoeae (PPNG) bedroeg in 28 6% (27: %; 26: 4%). Bij vrouwelijke prostituees werden 5 gonorroe-infecties door PPNG gevonden (5%; 27: 8%; 26: 48%). Bij mannelijke prostitués werd in 28 PPNG aangetoond (8%; 27: %; 26: %). Bij heteroseksuele prostituanten werd gonorroe-infectie door PPNG geconstateerd (7%; 27: 25%; 26: 45%) en bij overige heteroseksuele mannen was dit 3% (27: 5%; 26: 24%). Het aantal door PPNG veroorzaakte gonorroe-infecties bij MSM bedroeg in (4%; 27: 46, 8%; 26: 5, 7%). Van 89 isolaten (27: 9; 26: 995) was de gevoeligheid voor verschillende antibiotica bekend. Verminderd gevoelig of resistent voor Tetracycline bleek 84% van de isolaten (27: 84%; 26: 3%). Verminderde gevoeligheid of resistentie voor Ciprofloxacine werd gevonden bij 392 isolaten (48%; 27: 42%; 26: 39%) en was 5

14 bij MSM 58% (27: 52%; 26: 36%). Van 89 isolaten in 28 zijn 5 verminderd gevoelig of resistent voor Azithromycine (27: ; 26: 4)..4) Chlamydia (zie tabel 5.6, 5., , en figuur ) In 28 werden.38 chlamydia-infecties (2%; 27: %; 26: %) aangetoond bij.252 vrouwen. Dit is een stijging van % ten opzichte van het aantal infecties in 27 (27:.22; 26:.8). Bij 9% van de nieuwe consulten bij vrouwen (27: 9%; 26: %) werd de diagnose chlamydia gesteld. Bij vrouwen werd de diagnose chlamydia 8 maal zo frequent gesteld als de diagnose gonorroe (27: 6; 26: 7). Voor vrouwen werd, evenals in voorgaande jaren, een piek gezien wat betreft het aantal gestelde chlamydia diagnoses in de leeftijdscategorie 2-24 jaar. De hoogste chlamydia-prevalentie bij vrouwen kwam voor in de leeftijdscategorie 5-9-jarigen (24 per consulten), gevolgd door 2-24-jarigen (3 per consulten; figuur 6.5 en tabel 5.3). Er werden.996 chlamydia-infecties (3%; 27: %; 26: %) aangetoond bij.887 mannen. Het percentage chlamydia-infecties bedroeg voor heteroseksuele mannen % (27: 9%; 26: %) en voor MSM 5% (27: %; 26: 2%). Bij.49 bij mannen gestelde chlamydia diagnoses (27:.4; 26:.25) betrof het een infectie van de tractus urogenitalis. Er werden 558 anorectale chlamydia-infecties gediagnosticeerd bij MSM, 63% meer in vergelijking met 27 (27: 343; 26: 34). Alle anorectale chlamydia-infecties bij MSM zijn doorgetest op het serovar type. In totaal bleken 8 patiënten geïnfecteerd te zijn met het chlamydia serovar type L2b welke lymfogranuloma venereum (LGV) veroorzaakt. Om het aantal anorectale chlamydia-infecties te kunnen vergelijken met voorgaande jaren, bevat deze diagnose categorie het aantal LGV diagnoses. In de tabellen en figuren wordt LGV ook als aparte diagnose categorie vermeld. Bij vrouwen werden 66 anorectale chlamydia diagnoses gesteld (27: 66; 26: 48). Sinds 998 is het aantal anorectale chlamydia-infecties bij MSM met 369% gestegen (28: 558; 27: 343; 26: 34; 25: 285; 24: 272; 23: 324; 22: 292; 2: 34; 2: 26; 999: 5; 998: 9); bij vrouwen bedroeg deze toename 23% (28: 66; 27: 66; 26: 48; 25: 2; 24: 95; 23: 72; 22: 54; 2: 53; 2: 44; 999: 43; 998: 53). Bij heteroseksuele mannen werd een piek in het aantal gestelde chlamydia diagnoses gezien in de leeftijdscategorie 2-24 jaar (27: 2-24 jaar; 26: 2-24 jaar; figuur 6.6). De hoogste chlamydia prevalentie bij heteroseksuele mannen werd gezien in de leeftijdscategorieën 5-9 jarigen (8 per consulten) gevolgd door 2-24 jarigen (5 per consulten). Bij MSM werd de piek in het aantal gestelde chlamydia diagnoses gezien in de leeftijdscategorie jaar (prevalentie: 7 per consulten; figuur 6.7), voor anorectale chlamydia-infecties lag de piek in de leeftijdscategorie (prevalentie: per consulten; figuur 6.8). 6

15 .5) Lymfogranuloma venereum Gegevens en verslag: H.J.C. de Vries (zie tabel en figuur 6.) Het aantal gevallen van lymfogranuloma venereum zijn in 28 fors toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor (figuur). In 28 werden 8 nieuwe gevallen gediagnosticeerd (in 27: 5). Hiermee lijkt de epidemie zich verder te hebben uitgebreid. Verreweg de meeste infecties waren anaal, slechts 4 betroffen de inguinale vorm (op basis van aan de penis gelocaliseerde ulcera). Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat de LGV epidemie zich buiten de MSM populatie verspreid. Wel zijn er in 28 uit Spanje en Portugal 2 studies gepubliceerd die LGV infecties onder heteroseksuele vrouwen rapporteren. Dit kan een indicatie zijn dat de LGV epidemie zich naar de algehele populatie verspreid. Het percentage hiv co-infecties onder patiënten met LGV was in 28 88% en het percentage hepatitis C dubbelinfecties bedroeg 5%. Dit wijkt niet significant af van eerder gevonden percentages dubbelinfecties bij LGV patiënten..6) Niet-specifieke genitale infecties (zie tabel , ) Bij alle nieuwe consulten werd bij mannen materiaal voor chlamydia diagnostiek afgenomen. Mannen waarbij chlamydia werd aangetoond, werden getalsmatig ondergebracht bij de urogenitale chlamydia-infecties. De diagnose niet-specifieke urethritis (NSU) met onbekende oorzaak werd bij mannen.63 maal gesteld (27:.57; 26:.53). Bij 2 (27: 3; 26: 2) mannen werd een urethrale trichomonasinfectie aangetoond..7) Complicaties van de bovenste tractus urogenitalis bij vrouwen (zie tabel 5.2) In totaal werden 47 vrouwen behandeld op verdenking van een pelvic inflammatory disease (PID) (27: 44; 26: 34). Deze diagnose wordt gesteld op basis van de anamnese en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Onderzoek naar gonorroe en chlamydia-infecties bij deze patiënten leverde het volgende op: gonorroe: 3 (27: 2; 26: ), chlamydia: 8 (27: ; 26: 2). Een vrouw hiervan had zowel een gonorroe als een chlamydia-infectie. Bij de overige vrouwen (37) verdacht van PID werd noch een gonorroe noch een chlamydia-infectie aangetoond..8) Ulceraties uitgezonderd syfilis (zie tabel 5.2) In 28 werd 32 maal de diagnose herpes genitalis door middel van een typespecifieke PCR bevestigd (27: 348; 26: 338). Alleen indien van een cliënt nog 7

16 geen eerdere positieve herpes PCR diagnostiek op de polikliniek bekend is, wordt materiaal voor PCR afgenomen. In 59% van de gevallen waarbij de PCR op herpes positief was, werd herpes simplex virus (HSV) type 2 aangetoond (27: 6; 26: 63%). Er werden 44 gevallen (27: 39; 26: 3) van HSV proctitis aangetoond, waarvan 6 door type en 28 door type 2. In 44 gevallen (27: 27; 26: 26) van genitale ulceraties kon geen seksueel overdraagbare verwekker worden aangetoond..9) Vaginitiden en overige aandoeningen (zie tabel , 5.2, 5.23) Trichomoniasis werd in 28 bij 73 vrouwen aangetoond (27: 73; 26: 84), symptomatische candidosis vaginalis 339 maal (27: 472; 26: 42) en symptomatische bacteriële vaginose 55 maal (27: 68; 26: 494). Het aantal gestelde diagnoses condylomata acuminata bij mannen en vrouwen bedroeg 952 (27: 835; 26: 679). Van de overige aandoeningen kwam scabiës 3 keer voor (27: 9; 26: 29), schaamluis 4 keer (27: 6; 26: ), mollusca contagiosa 56 keer (27: 47; 26: 43) en balanitis met diverse oorzaken 253 keer (27: 7; 26: 285)..) Seksueel overdraagbare aandoeningen bij intraveneuze druggebruikers (zie tabel 5.6 en tabel 5.9) In 28 zijn 6 consulten (27: 6) uitgevoerd bij mensen die aangaven dat ze de laatste 6 maanden voorafgaande aan het consult intraveneus drugs hadden gebruikt. Van deze 6 consulten was 65% (39) uitgevoerd bij mannen en 35% (2) bij vrouwen (27: 69% vs 3%). Van de 2 MSM en 2 vrouwen was niemand werkzaam in de prostitutie (27: 3 vs 4). 8

17 .) Seksueel overdraagbare aandoeningen naar geslacht, seksuele gerichtheid en prostitutie (zie tabel 5.5, 5., 5.4, 5.23) Van de mannen waarbij de diagnose infectieuze syfilis werd gesteld had 97% (27: 93%; 26: 88%) MSM contacten, was,4% prostituant (27:,9%; 26:,3%) en was,7% prostitué (27: 2,2%; 26: 2,2%). Bij mannen met een gonorroe diagnose waren de percentages MSM, prostituanten en prostitués respectievelijk 83% (27: 77%; 26: 77%),,7% (27:,3%; 26:,3%) en,4% (27:,%; 26:,%). Van de vrouwen waarbij de diagnose infectieuze syfilis werd gesteld was 4% (27: 7%; 26: 33%) prostituee. Bij gonorroe was het percentage prostituees 9% (27: 3%; 26: 3%). Van 8 gevallen van penicillinase producerende Neisseria gonorrhoeae (PPNG) bij vrouwen werden er 5 (28%; 27: 7%; 26: 2%) gediagnosticeerd bij prostituees. Het aandeel van MSM in het aantal PPNG bij mannen bedroeg 63% (27: 62%; 26: 5%), het aandeel prostituanten 2% (27: 3%; 26: 5%) en het aandeel van prostitués 2% (27: %; 26: %). Bij chlamydia was het percentage prostituees 6% (27: 6%; 26: 5%). Van de.996 bij mannen gevonden chlamydia infecties werd % gevonden bij prostituanten (27: 3%; 26: 2%), % bij prostitués (27: %; 26: 2%) en 46% gevonden bij MSM (27: 38%; 26: 37%)..2) Infectierates van syfilis, gonorroe en chlamydia, naar geslacht, seksuele gerichtheid en prostitutie De infectierates van infectieuze syfilis, gonorroe, PPNG en chlamydia per. consulten bij de verschillende bezoekersgroepen waren in 28 als volgt: de infectierate van infectieuze syfilis bij heteroseksuele mannen bedroeg (27: 2; 26: 3), bij prostituanten (27: 2; 26: 5), bij mannelijke prostitués (27: 32; 26: 3), bij MSM 43 (27: 42; 26: 43), bij vrouwelijke prostituees (27: 2; 26: 7) en bij niet-prostituerende vrouwen (27: ; 26: ). De infectierate van gonorroe per. consulten bij heteroseksuele mannen bedroeg 5 (27: 9; 26: 22), bij prostituanten 8 (27: 2; 26: 8), bij mannelijke prostitués 73 (27: 57; 26: 56), bij MSM 23 (27: 26; 26: 47), bij vrouwelijke prostituees 4 (27: 34; 26: 29) en bij niet-prostituerende vrouwen 3 (27: 7; 26: 5). In geval van gonorroe door PPNG waren de infectierates per. consulten als volgt: heteroseksuele mannen 2 (27: 3; 26: 6), prostituanten (27: 2; 26: 8), mannelijke prostitués 6 (27: ; 26: ), MSM 5 (27: ; 26: ), vrouwelijke prostituees 6 (27: 6; 26: 4) en niet-prostituerende vrouwen (27: 2; 26: 4). De infectierate van chlamydia per. consulten bij heteroseksuele mannen bedroeg 9 (27: 94; 26: ), bij prostituanten 32 (27: 49; 26: 36), bij mannelijke prostitués 9 (27: 96; 26: 25), bij MSM 5 (27: 5; 26: 8), bij vrouwelijke prostituees 95 (27: 92; 26: 89), bij niet-prostituerende vrouwen 7 (27: 3; 26: 5). Bij 34,2% van de nieuwe consulten (27: 34,8%; 26: 34,5%) werden een of meerdere diagnoses gesteld. 9

18 .3) Chlamydia screening implementatie (CSI) Verslag: R. Koekenbier, M.S. van Rooijen De Chlamydia Screening Implementatie (CSI) is een implementatie programma van 3 jaar. Het doel van dit project is het ontwikkelen, uitrollen en evalueren van een selectief en systematisch screeningsprogramma gericht op urogenitale chlamydia infecties bij jongeren van 6 t/m 29 jaar. De evaluatie van het project richt zich op de praktische haalbaarheid, doelmatigheid en kosten effectiviteit van een selectieve screening. Het CSI project is een samenwerking van de GGD en Amsterdam, Rotterdam en Zuid-Limburg en het project wordt geëvalueerd door het RIVM. Binnen de Chlamydia Screening worden alle jongeren die staan ingeschreven in Amsterdam, Rotterdam en Zuid-Limburg door middel van een persoonlijke brief uitgenodigd om mee te doen aan de screening. Na ontvangst van de brief kunnen zij via de website een testpakket aanvragen. Voor de mannen is dit een urine test, vrouwen kunnen kiezen tussen een urine test of een selfswab Nadat het materiaal is afgenomen wordt dit opgestuurd naar het laboratorium voor onderzoek. De uitslag krijgen de cliënten vervolgens via internet. Wanneer deelnemers aan de screening Chlamydia positief getest zijn kunnen ze een verwijsbrief uitprinten voor behandeling door de huisarts of de soa-polikliniek. Vanaf 6 april 28 is het CSI project van start gegaan en zijn de eerste jongeren uitgenodigd. In 28 zijn 6 mannen en 54 vrouwen naar de soa-polikliniek gekomen voor behandeling van de binnen CSI gevonden urogenitale chlamydia infectie; deze werden allemaal op soa onderzocht op de polikliniek. Van de 6 mannen hadden 5 de Nederlandse en de Zuid-Amerikaanse bevolkingsgroep. Van de 54 vrouwen hadden 43 de Nederlandse, 3 de Zuid-Amerikaanse, 4 de Surinaamse, de Aziatische, de Oost-Europese en 2 een overige bevolkingsgroep. In het aanvullende soaconsult zijn bij vrouwen de volgende soa s gediagnosticeerd; urogenitale gonorroe infectie, 2 anorectale gonorroe infecties, pharyngeale gonorroe infectie, 4 anogenitale chlamydia infecties, 2 gevallen van bacteriële vaginose en geval van condylomata acuminata. Bij mannen werden in het aanvullende onderzoek 3 gevallen van condylomata acuminata gediagnosticeerd..4) MAN tot MAN (M2M) Verslag: R. Koekenbier, M.S. van Rooijen Het MantotMan project is een samenwerking van de GGD Amsterdam, de GGD Rotterdam-Rijnmond en Schorer. Het doel van dit project is de infrastructuur rondom soa- en hiv-preventie voor MSM te versterken zodat zij vaker en persoonlijker in aanraking komen met preventie programma s. Om dit te bereiken is een centrale website ontwikkeld welke moet functioneren als een one stop shop voor alle informatie en interventies op het gebied van seksuele gezondheid voor MSM, Eén van de hoofdfuncties van de website is het online regelen van een soa/hiv test. Via deze applicatie (Test Lab) kunnen mannen een verwijsbrief printen waarmee ze gratis en anoniem een bezoek kunnen brengen aan het ATAL laboratorium voor een soa/hiv test. De test resultaten worden opgestuurd naar de soa-polikliniek waar ze vervolgens door de arts online worden gebracht. Wanneer een cliënt een positieve test uitslag heeft wordt hij verzocht naar de soa-polikliniek te komen voor verder onderzoek en behandeling. Binnen deze online test procedure wordt er getest op chlamydia, gonorroe, syfilis en hiv (opt-out).

19 Na een positieve uitslag binnen M2M zijn in MSM verwezen naar en onderzocht op de soa-polikliniek. Binnen deze groep hadden 53 mannen de Nederlandse nationaliteit, 4 een Europese nationaliteit en de Noord- Amerikaanse/Canadese nationaliteit. In deze groep zijn 2 anorectale gonorroe infecties, pharyngeale gonorroe infecties, urogenitale chlamydia infecties, 7 anorectale chlamydia infecties, en hiv-infectie gevonden. Daarnaast zijn 2 gevallen van niet-specifieke urethritis en geval van condylomata acuminata gediagnosticeerd..5) Het spreekuur voor hiv-positieve MSM Verslag: K. de Jong (zie tabel 5.22) Inleiding In september 27 is op de soa-polikliniek een pilot gestart met een afsprakenspreekuur voor mannen die seks hebben met mannen (MSM), hiv-positief zijn en wisselende seksuele contacten hebben. Het doel van dit spreekuur is deze cliënten op de polikliniek regelmatig (elke drie maanden) te onderzoeken en eventueel te behandelen voor soa. In 28 heeft dit project doorgang gevonden. Het grootste deel van de cliënten wordt tijdens het spreekuur gevraagd om aan dit project mee te doen. Het voordeel is dat ze een afspraak hebben en niet hoeven te wachten. Ze worden door een vaste groep van verpleegkundigen gezien. Een ander deel wordt door hiv-consulenten uit Amsterdamse ziekenhuizen naar de polikliniek verwezen. Soa-consulten In 28 werden 758 consulten bij 395 cliënten uitgevoerd. Hiervan kwamen 9 cliënten keer op de poli, cliënten 2 keer, 6 cliënten 3 keer, 34 cliënten 4 keer en 8 cliënten 5 keer of vaker. Van de cliënten is 2% tussen de 35 en 39 jaar, 24% tussen de 4 en 44 jaar en 3% tussen de 45 en 54 jaar. Van de overige 24% is 5% jonger dan 35 en 9% 55 jaar en ouder. Bijna 9% van de cliënten heeft de Nederlandse nationaliteit. Daarnaast kwam 4,7% uit de rest van Europa, 3,4 % uit Zuid- of Midden-Amerika,,5 % uit Noord-Amerika/ Canada,,2% uit Azië,,8 % uit het Midden-Oosten en,8% uit Oost-Europa. Bij,9% van de consulten werd aangeven de laatste 6 maanden betaald te zijn voor seksueel contact. In,% van de consulten werd gemeld dat iemand betaalt had voor seksueel contact. De deelnemers aan dit spreekuur kwamen in 86,% van de consulten uit Amsterdam. Seksueel overdraagbare aandoeningen De diagnose gonorroe werd in keer gesteld (%). Dit is gevonden op de volgende locaties: 2 urogenitaal, 4 anorectaal en 27 oraal. Chlamydia is 29 keer gediagnosticeerd (7%): 4 urogenitaal, 4 anorectaal en 2 keer in een ulcus. In 7 consulten (%) werd een infectieuze hepatitis B gediagnosticeerd. Infectieuze syfilis werd bij 43 mannen (6%) aangetoond. NSU is 99 keer (3%) en NSP 6 keer (8%) gediagnosticeerd. In 28% van de consulten werd een infectie aangetoond met chlamydia, gonorroe, syfilis en/of infectieuze hepatitis B. Bij hiv-positieve MSM buiten het speciale afsprakenspreekuur lag dit percentage op 4% en bij hiv negatieve MSM op 22%.

20 .6) Soa screening in het homo-cohort van de Amsterdamse cohort studies Verslag en gegevens: F. Lambers In het homocohort van de Amsterdamse Cohort Studies ( wordt sinds 984 onderzoek gedaan naar de epidemiologie, risicofactoren voor en gevolgen van hiv-infectie en soa onder MSM. Het voorkomen van soa bij de cohort-deelnemers werd tot oktober 28 onderzocht door halfjaarlijkse zelfrapportage van soa en door testen op HIV en syfilis. In verband met toenemend seksueel risico-gedrag ontstond er behoefte aan objectieve en directe cijfers betreffende soa-incidentie in deze onderzoeksgroep. Deze behoefte heeft ertoe geleid dat binnen de bestaande structuur van het cohortonderzoek vanaf oktober 28 een soa-screening is gestart. Vanaf die datum wordt iedere deelnemer bij zijn halfjaarlijks bezoek getest op antistoffen tegen syfilis, HIV, HCV en HBV. Ook wordt bij de deelnemers via een keelswab (afgenomen door verpleegkundige), anusswab en urinesample (afgenomen door deelnemer zelf) getest op chlamydia en gonorroe (NAAT). Van oktober 28 tot en met december 28 werden 8 hiv-negatieve en 2 hivpositieve deelnemers van het cohort getest op bovenstaande soa. Van de 22 deelnemers rapporteerden 2 (%) klachten gerelateerd aan soa. Van alle deelnemers had 2% (24/22) een positieve uitslag voor minstens één soa: - 9 met anale chlamydia - met urethrale chlamydia - 5 met anale gonorroe - 2 met pharyngeale gonorroe - met anale en pharyngeale gonorroe - 2 met anale chlamydia en anale gonorroe - met anale en urethrale chlamydia - met anale chlamydia en gonorroe en urethrale gonorroe - 2 met vroeg latente syfilis Er werden in deze periode geen deelnemers positief getest voor HCV antistoffen of voor hiv antistoffen. De prevalentie van soa was bij de hiv-positieve deelnemers (39%, 8/2) significant hoger ten opzichte van de prevalentie bij de hiv-negatieve deelnemers (9%, 6/8). Verwacht wordt dat alle deelnemers van het homocohort in mei 29 in ieder geval eenmalig op soa zijn getest..7) Hepatitis C Verslag: E.J.M. van Leent, T.J.W. van de Laar, A.T. Urbanus, J.S.A. Fennema Hepatitis C (HCV) is een hoofdzakelijk bloedoverdraagbaar virus dat vaak tientallen jaren na infectie kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, zoals leverfalen, levercirrose of leverkanker. Wereldwijd zijn circa 7 miljoen mensen geïnfecteerd met het hepatitis C virus; voor Nederland wordt dit aantal geschat op 5. tot 6. waarvan een groot aantal niet op de hoogte is van hun infectie. De behandelmogelijkheden voor HCV infectie zijn sinds 2 sterk verbeterd. Als gevolg hiervan adviseerde de Gezondheidsraad in 24 om risicogroepen voor HCV infectie te informeren over de behandelingsmogelijkheden en epidemiologisch onderzoek te verrichten naar HCV (bron: 2

21 Hiv/HCV co-infectie komt relatief vaak voor, omdat het beide bloedoverdraagbare virussen zijn (bv bloedtransfusie en injecterend druggebruik). Hiv is daarnaast seksueel overdraagbaar, terwijl voor HCV lang is aangenomen dat het niet seksueel overdraagbaar zou zijn. In Nederland, andere West-Europese landen en Australië zijn recentelijk HCV-uitbraken waargenomen bij mannen die seksueel contact hebben met mannen (MSM) en hiv-positief zijn. Aangezien deze MSM geïnfecteerd zijn met sterk verwante virusstammen en geen traditioneel bloed-bloed contact rapporteren, wordt seksuele transmissie aannemelijk. Om meer inzicht te verkrijgen in het voorkomen van (mogelijk seksueel overdraagbaar) HCV is in 27 / 28 een prevalentie onderzoek verricht onder MSM die de soa-polikliniek bezochten en deelnamen aan de vrijwillige anonieme hivsurveillance. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de prevalentie van HCV onder hiv-positieve MSM op de soa-polikliniek snel toenam. Van de HCV geïnfecteerde MSM bleek 25% een acute HCV-infectie te hebben. Onder hiv-negatieve MSM werd slechts een zeer beperkt aantal HCV-infecties gevonden (Urbanus AT et al. Hepatitis C virus infections among HIV-infected men who have sex with men: an expanding epidemic. AIDS 23: F-F7, 29). Op basis van deze bevindingen wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een diagnostisch protocol om hiv-positeve MSM op de soapolikliniek te screenen op HCV. In een pilot is dit protocol in 28 getest waarbij aan hiv-positieve MSM, en MSM die een Hiv-test weigeren, een antistoftest op HCV werd aangeboden (opt-in). Van 438 consulten bij MSM die aan de criteria voldeden in 28, accepteerde 9% een HCV-antistoftest. Van de 9% bezoekers die een HCV test weigerden, rapporteerde 44% al bekend HCV positief te zijn. Onder de 9% die wel werden getest bleek bij 66 (circa 7%) MSM antistoffen tegen HCV aantoonbaar (Western blot bevestigd), van wie bij 8 (27%) mannen deze diagnose nog niet eerder was gesteld. Tevens werden er een aantal dubieuze blot uitslagen gevonden, die mogelijk wijzen op een acute HCV-infectie. Het is bekend dat het HCV-seroconversie interval bij immuungecompromitterdeen langer zijn dan de geschatte 6 dagen. De HCV bevestigingsblot kan hierdoor relatief lang negatief/dubieus blijven ook al is iemand wél al met HCV geïnfecteerd. In deze gevallen is het nodig om een HCV-RNA test te doen om de HCV-infectie te bevestigen. Patiënten met een dubieuze HCV bevestingsblot werden naar hun huisarts verwezen. Alle HCV positieve patiënten werden gemeld bij de afdeling Infectieziekten van de GGD. De gegevens uit deze pilot worden nog meer in detail bestudeerd. Op basis van de ervaringen in 28 worden de testprotocollen en diagnosestelling nu verder aangescherpt en ingevoerd als standaard onderzoek. Ook zal bekeken worden wat de toegevoegde waarde van HCV-RNA testen kan zijn bij de opsporing van acute HCVinfecties. 3

22 4

23 2) Niet-curatieve soa bestrijding Verslag: M.S. van Rooijen, J.S.A. Fennema 2.) Contactopsporing Gegevens: F. van den Heuvel, S. van Elst De sociaal verpleegkundige verricht partnerwaarschuwing bij patiënten met gonorroe-, chlamydia-, syfilis-, trichomonas- en hiv-infecties. Partnerwaarschuwing wordt bij het vinden van een soa besproken met elke patiënt van de soa-polikliniek, als onderdeel van het soa-consult. Daarbij worden met de indexpatiënt de te waarschuwen seksuele contacten geïdentificeerd en afspraken gemaakt over de methode van waarschuwing (door index zelf, met behulp van contactstroken, anoniem door de sociaal verpleegkundige of andere afspraken). Hiernaast wordt op verzoek van andere hulpverleners en met instemming van de patiënt de partnerwaarschuwing overgenomen. In 28 werd hiervoor contact onderhouden met enkele huisartsen, andere GGD en, het Academisch Medisch Centrum (AMC), het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG), het BovenIJ Ziekenhuis, het Slotervaartziekenhuis, het Amstelland Ziekenhuis en het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis. 2.2) Uitslagen via internet Verslag en gegevens: R. Koekenbier Om het mededelen van resultaten van het soa-onderzoek efficiënter en klantvriendelijker te maken is de soa-polikliniek in 27 gestart met het beschikbaar maken van de uitslagen via internet (uitslagen online). Naast het telefonisch consult en het ophalen van de uitslagen op de polikliniek, is het sinds september 27 voor cliënten ook mogelijk om met behulp van hun registratienummer, ordernummer en wachtwoord de uitslag online op te vragen. De definitieve diagnose, therapie en adviezen wordt automatisch omgezet naar voor de cliënt begrijpelijke informatie en vervolgens verzonden. De internetdienst is beschikbaar van maandagochtend t/m vrijdagmiddag 6: uur, zodat cliënten bij een positieve uitslag altijd direct contact kunnen opnemen met de polikliniek. In 28 zijn nieuwe consulten verricht. In 79% van deze consulten (22.68/27.889) hebben bezoekers de uitslag opgevraagd via internet (27: 73%); in 6% (4.424/27.889) van de consulten hebben bezoekers uitsluitend gebeld voor het vernemen van de uitslag (27: 23%). In de eerste groep zitten waarschijnlijk ook mensen die naast het bekijken van de uitslag op internet ook gebeld hebben; deze contactmomenten worden in het polikliniek-epd niet apart geregistreerd. Van alle nieuwe consulten in deze periode is in 5% (.397/27.889) de uitslag op geen enkele wijze door de cliënt opgevraagd. (27: 4,7%) 5

24 Mannen belden procentueel vaker dan vrouwen (7% vs 6%). De internetgroep is gemiddeld jonger (3, jaar, standaard deviatie 9,7) vergeleken met de belgroep (32,9 jaar, standaard deviatie,4). De bezoekers uit de belgroep hadden percentueel vaker een soa, vergeleken met bezoekers uit de internetgroep: 2 % (9/4.424) tegenover 4% (3./22.68). Om de usability en acceptability van de uitslagen-online dienst te evalueren konden cliënten op internet ook een vragenlijst invullen. Van september 27 t/m augustus 28 zijn er.546 vragenlijst compleet ingevuld. De respondenten verschillen op demografische kenmerken significant van de nietrespondenten, zoals leeftijd, geslacht en seksuele voorkeur. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 33 jaar en 62% is man en 32 % is vrouw. De seksuele voorkeur is als volgt verdeeld; heteroman 28% (48/.546), MSM 34 % (53/.546) en vrouw 38% (588/.546). Van de respondenten had % (75/.546) een soa en 62% (969/.546) was al eens eerder op de soa-polikliniek geweest voor een onderzoek. Van de cliënten die via internet hun uitslag bekijken heeft 4% (22/.546) nog vragen over zijn uitslag. Cliënten met een soa hadden significant meer vragen (3%, 53/75) dan cliënten zonder soa (2%, 59/.37). Circa 3% van de vragen gaat over foutmeldingen die cliënten op de website te zien krijgen. In deze foutmelding wordt aan de cliënten gevraagd of ze contact willen opnemen met de soa-polikliniek. Van de respondenten geeft 8% (.244/.546) aan dat ze het liefs via internet hun uitslag opvragen, % (62/.546) heeft de voorkeur voor de telefoon en 9% komt bij voorkeur langs op de soa-polikliniek. Van de respondenten geeft 94% (.456/.546) aan dat ze in de toekomst weer internet zullen gebruiken voor het opvragen van hun uitslagen. Uit usability en acceptability onderzoek van de uitslagen online service blijkt dat het overgrote deel van de cliënten de voorkeur heeft om via internet de uitslag op te vragen. Er zijn geen significante verschillen in de score tussen geslacht, leeftijd, seksuele voorkeur en soa. Ook oudere cliënten geven de online dienst een hoge score. De meeste respondenten (94%) geven aan ook in de toekomst weer gebruik te willen maken van uitslag online. Alle groepen gebruikers scoren de service zeer hoog op usability en acceptability. 2.3) Consult op afspraak A. Hendriks, M.S. van Rooijen Per april 28 is de soa-polikliniek gestart met een gecombineerd inloop- en afsprakenspreekuur, als onderdeel van een herontwerp van de logistiek die in 27 is ingezet. Cliënten kunnen telefonisch een afspraak maken voor het spreekuur. In dit gesprek wordt een risicoschatting gemaakt op 3 items: Heeft u de laatste 6 maanden seks met mannen gehad?; heeft u soa gerelateerde klachten en/of bent u gewaarschuwd door een (ex-)partner voor een soa?. Naast deze 3 vragen werd de reden van bezoek gevraagd. Prostituees en slachtoffers van zedendelicten konden zo ook een hoogrisicoprofiel krijgen. Uitgangspunt hierbij is dat cliënten met een hoogrisicoprofiel binnen 24 uur gezien kunnen worden op de polikliniek. Voor cliënten met een hoogrisicoprofiel (urgent) werden verhoudingsgewijs meer plekken gereserveerd dan voor cliënten met een laagrisicoprofiel. Gedurende het jaar werd de agenda verder aangepast, waardoor steeds minder ruimte kwam voor inlopers. 6

25 2.4) Training en voorlichting Gegevens: S. van Elst Door sociaal verpleegkundigen is er voorlichting gegeven en zijn diverse gastlessen verzorgd m.b.t. preventieve en curatieve soa-zorg en veilig vrijen. Doelgroepen hierbij waren o.a. middelbare scholieren van scholengemeenschappen in Amsterdam, hivconsulenten van verschillende behandelcentra in Amsterdam, studenten van het Vrije Universiteits Medisch Centrum (VUmc), maar ook verschillende zelfhulporganisaties aangemeld via het cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG). Tevens organiseert de soa-polikliniek van de GGD Amsterdam, in samenwerking met Soa Aids Nederland en de NSPOH, de module curatief proces in de praktijk, als onderdeel van de Verdiepende opleiding tot sociaal verpleegkundige soabestrijding. Daarnaast werden voor diverse internationale delegaties werkbezoeken aan de soapolikliniek georganiseerd. Ook vond er deelname plaats aan jaarlijks terugkerende evenementen, zoals de Canal Parade en het Kwakoe Festival in Amsterdam. 2.5) Zedendelicten In 28 meldden op de polikliniek 64 vrouwen (27: 63; 26: 58) en 3 mannen (27: 8; 26: 6) in verband met een seksueel delict. Van hen hadden 3 (27: 27; 26: 28) aangifte gedaan bij de politie. Sporenonderzoek door een forensisch arts werd bij 2 personen uitgevoerd (27: ). Binnen deze groep werden in totaal anorectale (27: 2) en 8 urogenitale (27: 9) chlamydia-infecties gevonden. Daarnaast werden de volgende diagnoses gesteld: keer anorectale gonorroe (27: 2), keer condyloma acuminata (27: 2), keer bacteriële vaginose (27: 4), 3 keer candidosis vaginalis (27: 5) en keer hivpositief (27: ). De diagnose syfilis (zowel infectieus als laat latente syfilis / latente syfilis van onbepaalde duur) werd keer gesteld (27: ). 2.6) Seksuele vorming in het Amsterdamse VMBO Gegevens: A. Casanovas Gordillo, W. Schilthuis Samen met het cluster EDG werd het project 'Lang Leve de Liefde' in het Amsterdamse onderwijs geïmplementeerd. In 28 zijn vanuit de soa-polikliniek geen activiteiten binnen dit project geweest. 7

26 2.7) Testresultaten van het vrijwillig onderzoek op hiv-antistoffen (zie tabel ) Op de soa-polikliniek bestaat de mogelijkheid zich kosteloos op hiv te laten testen. Vanaf januari 27 is het hiv-testbeleid gewijzigd in de opting-out methode. Dit houdt in dat in principe bij elk nieuw soa-consult standaard een hiv-test wordt uitgevoerd, tenzij iemand nadrukkelijk aangeeft geen hiv-test te willen ( opt-out ). Het blijft daardoor mogelijk om de hiv-test te weigeren. In 28 werden hiv-testen verricht, een toename van 7% ten opzichte van het vorige jaar. Sinds de introductie, in 2, van het actiever aanbieden van hiv-testen op de polikliniek, is het aantal jaarlijks verrichtte hiv-testen met 455% toegenomen (27: 23.94; 26: 6.57; 25: 2.54; 24:.53; 23: 8.55; 22: 7.847; 2: 6.332; 2: 4.62). Voor de introductie van de opting-out methode werd in 26 63% van de MSM met een onbekende of (eerder) hiv-negatieve status getest op hiv. Na introductie was dit 88% in 27 en 93% in 28. Bij heteroseksuelen met een onbekende of (eerder) hivnegatieve status werd voor de invoering van de opting-out methode 74% getest op hiv. Vanaf de invoering was dit 96% in 27 en 98% in 28. In tabel 5.7 is een verdeling gegeven van geteste bezoekers naar woonplaats, nationaliteit, leeftijdscategorie en geslacht. Afkomstig uit Amsterdam waren bezoekers (72%; 27: 72%; 26: 65%) en de Nederlandse nationaliteit hadden (84%; 27: 85%; 26: 85%) bezoekers. Bij mannen werden de meeste testen verricht in de leeftijdscategorie 2-29 jarigen (45%; 27: 46%; 26: 47%), bij de vrouwelijke bezoekers was dit in dezelfde categorie 2-29 jarigen (67%; 27: 67%; 26: 67%). In tabel 5.8 zijn de geteste bezoekers onderverdeeld naar het risico op hivbesmetting dat zij gelopen hebben, naar testuitslag en geslacht. In de tabel staan mannen, die seksueel contact met mannen rapporteren, vermeld als MSM. In tabel 5.9 staan de op hiv-antistoffen geteste mannen en vrouwen weergegeven die de laatste 6 maanden voorafgaande het soa-consult intraveneus drugs hebben gespoten (IVDG). Deze IVDG zijn ook opgenomen in de cijfers van tabel 5.8. In totaal bleken 78 (27: 63; 26: 35) bezoekers seropositief voor hiv. In 28 bedroeg de hiv-prevalentie onder heteroseksuele mannen,2% (27:,2%; 26:,3%). De hiv-prevalentie onder heteroseksuele vrouwen in 28 was,% (27:,3%; 26:,2%). De meeste hiv-infecties werden gevonden onder MSM: bij deze groep bedroeg in 28 de hiv-prevalentie 3,5% (27: 3,5%; 26: 3,7%). In de groep intraveneuze druggebruikers werd geen hiv-positieve diagnose gesteld (hivprevalentie %, 27: 4,2%; 26: 4,2%). 2.8) Hiv-sneltesten Verslag: E.J.M. van Leent, M.S. van Rooijen Sinds 24 worden hiv-sneltesten gebruikt op de soa-polikliniek. In het kader van het opting-out beleid voor hiv testen zijn er in 28, bij nieuwe consulten, hiv-testen uitgevoerd (92% van alle nieuwe consulten). Van de hiv-testen, zijn er (47%) uitgevoerd in de vorm van een sneltest. Van de sneltesten bleken er 64 positief, bevestigd middels INNO-LIA hiv I/II Score (hiv-blot). Daarmee zijn 64 (92%) van de 78 hiv-infecties in eerste instantie vastgesteld met de hivsneltest en direct aan de patiënt medegedeeld. Daarnaast waren er 2 positieve hivsneltesten die niet bevestigd konden worden middels hiv-blot: het deel vals 8

Jaarverslag 2009 soa-polikliniek GGD Amsterdam

Jaarverslag 2009 soa-polikliniek GGD Amsterdam Jaarverslag 29 soa-polikliniek GGD Amsterdam Uitgave GGD Amsterdam, cluster Infectieziekten Tekst M.S. van Rooijen en A.P. van Leeuwen Vormgeving M.S. van Rooijen Colofon Jaarverslag 29 Soa-polikliniek,

Nadere informatie

Jaarverslag 2010 soa-polikliniek GGD Amsterdam

Jaarverslag 2010 soa-polikliniek GGD Amsterdam Jaarverslag 2 soa-polikliniek GGD Amsterdam Uitgave GGD Amsterdam, cluster Infectieziekten Tekst M.S. van Rooijen en A.P van Leeuwen Vormgeving M.S. van Rooijen Colofon Jaarverslag 2 Soa-polikliniek,

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Juni 2013 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

Regionaal soa-centrum Den Haag

Regionaal soa-centrum Den Haag Regionaal soa-centrum Den Haag Epidemiologisch jaarverslag 212 D. Spitaels, arts infectieziektebestrijding GGD Den Haag J.M. Brand, soa-arts GGD Den Haag M. Keetman, epidemiologisch onderzoeker GGD Den

Nadere informatie

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag epidemiologisch bulletin, 9, jaargang, nummer 1 Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns Eind is het Regionaal soa-centrum Den Haag 1 geopend op het terrein van het Medisch

Nadere informatie

APRIL 2014. Pagina 1 van 9

APRIL 2014. Pagina 1 van 9 APRIL 214 Inhoud Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 213 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de centra seksuele

Nadere informatie

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit:

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit: Demografie onb Uniek ID Locatie. Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) O Geen vast verblijfadres O Wonend in buitenland Geslacht O Man O Vrouw O Transgender Indien Transgender: Voelt zich

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 1 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid,

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2014 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

SOAP 2018 Demografie

SOAP 2018 Demografie Demografie onb Uniek ID Locatie. Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) O Geen vast verblijfadres O Wonend in buitenland Geslacht O Man O Vrouw O Transgender Indien Transgender: Voelt zich

Nadere informatie

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Hiv Hepatitis B

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Hiv Hepatitis B SOAP 2019 Demografie Uniek ID Locatie Consultnummer Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) O Geen vast verblijfadres O Wonend in buitenland Geslacht O Man O Vrouw O Transgender Indien Transgender:

Nadere informatie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? De afdeling seksuele gezondheid heeft als taken het bestrijden van soa, bevorderen van seksuele gezondheid onder jongeren onder

Nadere informatie

Rapport nr. 441500.009. M.J.W. van de Laar, J. Rijlaarsdam, T. Coenen 1

Rapport nr. 441500.009. M.J.W. van de Laar, J. Rijlaarsdam, T. Coenen 1 research for man and environment RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU NATIONAL INSTITUTE OF PUBLIC HEALTH AND THE ENVIRONMENT Rapport nr. 441500.009 Registratie van SOA en HIV consulten bij GGD's

Nadere informatie

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel 6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn infectieziekten die door intiem seksueel contact kunnen worden overgedragen. Omdat iemand een SOA kan hebben, zonder

Nadere informatie

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Subtitle Inhoud 1. GGD soa-poliklinieken 2. Stijging uitgaven soa-testen 3. Effect nieuwe maatregel 4. Bevorderen doelmatigheid 5. Tot slot 3 Soa-zorg in Nederland

Nadere informatie

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2015 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

Soa- poli Kennemerland

Soa- poli Kennemerland Soa- poli Kennemerland PATIENTENinformatie SOA POLI KENNEMERLAND De SOA-poli Kennemerland is een laagdrempelige voorziening die bedoeld is als aanvulling op de reguliere huisartsenzorg. De SOA-poli is

Nadere informatie

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Naam presentator 1-12-2016 De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Anne koldenhof Charlie van de Weijden Wim Niessen

Nadere informatie

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag 1 Mei 2016 Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Inhoudsopgave Jaarverslag 2015 Fout! Bladwijzer

Nadere informatie

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland SoaSense Thermometer 1 GGD en Oost-Nederland Risicogroepen steeds beter bereikt Met genoegen bieden wij u de tweede SoaSense Thermometer van Oost- Nederland (Gelderland en Overijssel) aan. Dit jaar met

Nadere informatie

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Per 1 januari 2012 worden de regelingen Aanvullende Curatieve Soa-bestrijding (ACS) en de Aanvullende Seksualiteitshulpverlening (ASH) geïntegreerd

Nadere informatie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016 SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016 WIE ZIJN WIJ? De afdeling Seksuele Gezondheid onderzoekt en behandelt seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Deze GGD-voorziening is aanvullend op die van de huisartsenzorg.

Nadere informatie

Juni Samenstelling: Met dank aan: Vormgeving: Editing:

Juni Samenstelling: Met dank aan: Vormgeving: Editing: GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Hollands Midden Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid- Holland 1 Jaarcijfers 2016 Juni 2017 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid, infectieziektebestrijding

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 2 Nog volop werk aan de winkel! Dit is alweer de zesde Thermometer Seksuele Gezondheid voor Oost-Nederland

Nadere informatie

RIVM rapport Registratie van SOA en HIV consulten bij GGD's en SOA-poliklinieken: Jaarverslag 1999

RIVM rapport Registratie van SOA en HIV consulten bij GGD's en SOA-poliklinieken: Jaarverslag 1999 research for man and environment RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU NATIONAL INSTITUTE OF PUBLIC HEALTH AND THE ENVIRONMENT RIVM rapport 441500 012 Registratie van SOA en HIV consulten bij GGD's

Nadere informatie

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag 2 epidemiologisch bulletin, 23, jaargang 38, nummer 1 Seksueel overdraagbare aandoeningen in 1994-21 Trendmatige ontwikkelingen op de Soa-poliklinieken E.J.M. de Coster, A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns

Nadere informatie

RIVM report /2003 Registratie van soa en HIV consulten bij GGD-en en soa-poliklinieken Jaarverslag 2002

RIVM report /2003 Registratie van soa en HIV consulten bij GGD-en en soa-poliklinieken Jaarverslag 2002 RIVM report 441500015/2003 Registratie van soa en HIV consulten bij GGD-en en soa-poliklinieken Jaarverslag 2002 M.J.W. van de Laar, M.G. van Veen, A.J.J. Coenen 1 1 Stichting soa-bestrijding Dit onderzoek

Nadere informatie

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009 Soa in Noord-Holland Noord Risicogroepen en trends 2003-2009 Colofon Auteur: Anne Dekker Begeleiding: Bettina de Leeuw den Bouter (epidemioloog GGD) Sector GBO Ingrid Steenhuis (Vrije Universiteit Amsterdam)

Nadere informatie

PATIËNTENINformATIE SoA-PoLI Werkwijze SoA-consult

PATIËNTENINformATIE SoA-PoLI Werkwijze SoA-consult Soa-poli PATIËNTENinformatie SOA-POLI De SOA-poli van het Kennemer Gasthuis is een laagdrempelige voorziening die bedoeld is als aanvulling op de reguliere huisartsenzorg. Op de SOA-poli kunt u terecht

Nadere informatie

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Gonorroe Syfilis. Hiv Hepatitis B

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Gonorroe Syfilis. Hiv Hepatitis B SAP 2019 (vanaf juli) Demografie Uniek ID Consultnummer Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) Geen vast verblijfadres Wonend in buitenland Geslacht Man Vrouw Transgender Locatie Indien transgender:

Nadere informatie

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Janny Dekker, huisarts Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent Anita Watzeels, onderzoeker GGD Rotterdam Waar gaat deze

Nadere informatie

Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam

Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam Susanne Drückler Martijn van Rooijen, Bart-Jan Mulder, Kees de Jong, Marianne Craanen Maaike van Veen Niet gepubliceerde data 2015

Nadere informatie

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek Jaarverslag 213 Soa-polikliniek 2 Colofon Jaarverslag 213 Soa-polikliniek, GGD Amsterdam Samengesteld door en onder redactie van: Martijn van Rooijen Maaike van Veen Arjan Hogewoning Lay-out en tekstbewerking:

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

RIVM report /2002 Registratie van soa en HIV consulten bij GGDen en soa-poliklinieken Jaarverslag 2001

RIVM report /2002 Registratie van soa en HIV consulten bij GGDen en soa-poliklinieken Jaarverslag 2001 RIVM report 441500014/2002 Registratie van soa en HIV consulten bij GGDen en soa-poliklinieken Jaarverslag 2001 M.J.W. van de Laar, K. Haks, A.J.J. Coenen 1 1 Stichting soa-bestrijding ISSN 1569-5883 Dit

Nadere informatie

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ Deel 1 soa-consulten April 2016 Samenstelling: Hannelore Götz,

Nadere informatie

SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIË

SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIË SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIË Jaarrapport 2008 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België www.iph.fgov.be Epidemiologie september 2009 Brussel,

Nadere informatie

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent SOA-spreekuur in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent TRIAGE Verzoek Soa test/vraag SOA Klachten Geen Klachten Huisarts Soa spreekuur assistente Het SOA-consult

Nadere informatie

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 1. Inleiding De aanvullende seksualiteitshulpverlening (ASH) is laagdrempelige zorg waar jongeren tot 25 jaar gratis en indien gewenst anoniem

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2011 GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2011 GGD en Oost-Nederland Seksuele Gezondheid Thermometer 211 GGD en Oost-Nederland Seksuele gezondheid nóg beter in beeld Voor u ligt de derde Thermometer met cijfers over de seksuele gezondheid in Oost-Nederland. De naam SoaSense

Nadere informatie

Nieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam

Nieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam Nieuwe behandelingsopties HCV Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosure Sophie Willemse (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Wat gaat

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer GGD en Oost-Nederland 2 Seksuele gezondheid nóg beter in beeld Zoals gebruikelijk presenteren wij in deze Thermometer de jaarlijkse cijfers over de seksuele gezondheid

Nadere informatie

Belangrijkste bevindingen uit 2017

Belangrijkste bevindingen uit 2017 Belangrijkste bevindingen uit 2017 NIEUWE NAAM Het aantal soa-consulten is gestegen met 5,1% Vindpercentage soa's in 2017 (chlamydia, gonorroe, syfilis, hiv of hepatitis B) onder het landelijk gemiddelde

Nadere informatie

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( ) 10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2012) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland Zuid

Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland Zuid Samenvatting Consulten en bereik doelgroep Het aantal soa-consulten (18.644

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 2 Nog volop werk aan de winkel! Dit is alweer de zesde Thermometer Seksuele Gezondheid voor Oost-Nederland

Nadere informatie

SOA-SURVEILLANCE IN AIDS REFERENTIECENTRA IN BELGIË

SOA-SURVEILLANCE IN AIDS REFERENTIECENTRA IN BELGIË SOA-SURVEILLANCE IN AIDS REFERENTIECENTRA IN BELGIË Jaarrapport 2007 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België www.iph.fgov.be Epidemiologie september 2008 Brussel, België Intern

Nadere informatie

Meer dan opsporen. Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie

Meer dan opsporen. Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie Meer dan opsporen Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie Wat is het probleem? 450-500 sterfgevallen door de gevolgen van een infectie met het hepatitis B- of C-virus. 40.000 personen zijn naar

Nadere informatie

Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt

Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt Kristien Wouters Instituut voor Tropische Geneeskunde Cursus hiv en aids, de multi-disciplinaire aanpak Les 3 4 maart 2008 www.itg.be

Nadere informatie

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken Het Wetenschappelijk

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE MAN

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE MAN Pagina van AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat je de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

Juni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw

Juni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS Pasop vzw 1 KERNBOODSCHAP Sekswerkers: zeer gevarieerde groep qua leeftijd, nationaliteit, werksector, taal, sociale

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE VROUW

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE VROUW Pagina van AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat je de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

De soa-kit. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur. 3. Uitvoering

De soa-kit. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur. 3. Uitvoering 1. Toelichting Bij Soa is de actuele kennis over diagnostiek, behandeling, begeleiding en partnerwaarschuwing niet compleet zonder informatie over het gebruik van de diverse buisjes en stokjes die het

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen 1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M82 Het soa-consult van september 2013. Bij Soa is de actuele kennis over diagnostiek, behandeling, begeleiding en partnerwaarschuwing niet compleet

Nadere informatie

gezamenlijk jaarverslag 2009 SOA-bestrijding Utrecht

gezamenlijk jaarverslag 2009 SOA-bestrijding Utrecht Jaarverslag 2009 gezamenlijk jaarverslag 2009 SOA-bestrijding Utrecht inleiding Het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) en de twee GGD en in de regio Utrecht presenteren hierbij het gezamenlijke

Nadere informatie

SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIE Resultaten van de vijfde registratieperiode Oktober 2004 Maart 2005

SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIE Resultaten van de vijfde registratieperiode Oktober 2004 Maart 2005 Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Volksgezonheid Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid

Nadere informatie

Seksueel overdraagbare infecties SOI. Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018

Seksueel overdraagbare infecties SOI. Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018 Seksueel overdraagbare infecties SOI Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018 Inhoud Terminologie Epidemiologie seksueel overdraagbare infecties (SOI) SOI gerelateerde syndromen en differentiaal

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer GGD en Oost-Nederland 2 Seksuele gezondheid nóg beter in beeld Zoals gebruikelijk presenteren wij in deze Thermometer de jaarlijkse cijfers over de seksuele gezondheid

Nadere informatie

Hepatitis B-vaccinatie bij druggebruikers

Hepatitis B-vaccinatie bij druggebruikers Hepatitis B-vaccinatie bij druggebruikers 1 15 juli 2011 Coördinatie Vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen Vaccinatieprogramma in vogelvlucht Proefproject 1998-2002 in 7 GGD regio s Nov 2002 start

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 11

Samenvatting. Samenvatting 11 Samenvatting Dit advies gaat over de vraag of het wenselijk is om mensen die chronisch geïnfecteerd zijn met het hepatitis B-virus (HBV) of het hepatitis C-virus (HCV) op te sporen door middel van screening.

Nadere informatie

Rapport SOA-spreekuur. GGD Noord-Kennemerland 2005

Rapport SOA-spreekuur. GGD Noord-Kennemerland 2005 Rapport SOA-spreekuur GGD Noord-Kennemerland 2005 Colofon Datum Mei 2006 Auteurs M. Heemskerk, M. Totté, M. Koerhuis, M.Schrier. GGD Noord-Kennemerland Postbus 9333 1800 GH Alkmaar Telefoon: 072-5662662

Nadere informatie

SOA s een bedreiging voor de seksuele integriteit van jongeren? Lieve Peremans

SOA s een bedreiging voor de seksuele integriteit van jongeren? Lieve Peremans SOA s een bedreiging voor de seksuele integriteit van jongeren? Lieve Peremans 2 Zijn jongeren van nu at risk? Condoomgebruik stijgt Condoomgebruik eerste contact stijgt Condoomgebruik: niet consistent

Nadere informatie

Testen op HIV, ja of nee?

Testen op HIV, ja of nee? Afdeling Verloskunde, locatie AZU Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Wat is HIV, wat is aids en wat zijn de gevolgen tijdens de zwangerschap. HIV is het virus dat de ziekte aids

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

Wat zijn soa s? Voor alle soa s geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter. Laat je op tijd testen als je risico hebt gelopen!

Wat zijn soa s? Voor alle soa s geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter. Laat je op tijd testen als je risico hebt gelopen! Wat zijn soa s? Soa s zijn seksueel overdraagbare aandoeningen. Het zijn besmettelijke ziekten (infecties) die worden veroorzaakt door virussen en bacteriën. Ze worden tijdens seks van partner op partner

Nadere informatie

SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIE Resultaten van de vierde registratieperiode Oktober 2003 Maart 2004

SOA-SURVEILLANCESYSTEEM VIA EEN PEILNETWERK VAN CLINICI IN BELGIE Resultaten van de vierde registratieperiode Oktober 2003 Maart 2004 Federale OverheidsDienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Volksgezonheid Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) Beantwoording schriftelijke vragen ex art.41 RvO PvdA en PvdD over sluiting Testlab Noord-Nederland E. Bruinewoud De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 69 91 1 6989642 20-6-2018

Nadere informatie

Opsporing verzocht! Actief testbeleid op hiv en andere soa

Opsporing verzocht! Actief testbeleid op hiv en andere soa Opsporing verzocht! Actief testbeleid op hiv en andere soa Woord vooraf In 2002 hebben Schorer, Soa Aids Nederland, Hiv Vereniging Nederland, de GGD van Amsterdam en de WVAC zich verenigd in de stuurgroep

Nadere informatie

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING TOESTAND OP 31 DECEMBER 2016 EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN BELGIË

Nadere informatie

Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie. Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam

Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie. Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie Thijs van de Laar Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam 19 januari 2010 19 januari 2010 Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie 2 Risicogroepen Injecterende drugsgebruikers

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST - HIV-POSITIEVE VROUW

BASISVRAGENLIJST - HIV-POSITIEVE VROUW AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat u de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

Advies Gezondheidsraad. Screening van risicogroepen op hepatitis B en C

Advies Gezondheidsraad. Screening van risicogroepen op hepatitis B en C Advies Gezondheidsraad Screening van risicogroepen op hepatitis B en C Roel A Coutinho Hoogleraar Epidemiologie en bestrijding infectieziekten Universiteit of Utrecht Geen belangenverstrengeling 1 november

Nadere informatie

1401 SOA Factsheet.indd :02

1401 SOA Factsheet.indd :02 1401 SOA Factsheet.indd 1 16-01-14 17:02 Soa Aids Nederland heeft een nieuwe strategie ontwikkeld voor de periode 2013-2018 om het aantal hiv- en soa-infecties onder MSM (mannen die seks hebben met mannen)

Nadere informatie

MOSAIC studie Informatiebrief voor cases

MOSAIC studie Informatiebrief voor cases 1 MOSAIC studie Informatiebrief voor cases Informatiebrief betreffende het onderzoek (MOSAIC studie): de gevolgen van acute hepatitis C virus infectie bij HIV positieve en HIV negatieve mannen die seks

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Gemeenteblad Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Nummer Publicatiedatum Agendapunt initiatiefvoorstel 19.04.2017 Onderwerp Initiatiefvoorstel van de raadsleden

Nadere informatie

Testen op Locatie Resultaten

Testen op Locatie Resultaten Testen op Locatie Resultaten Kristien Wouters Tom Platteau Overzicht presentatie Medische resultaten Risicofactoren volgens seksueel gedrag Risicofactoren volgens hiv-status Conclusies The way forward...

Nadere informatie

OPVOLGVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE MAN

OPVOLGVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE MAN Pagina van AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Laat de onderzoeksdeelnemers om de tot maanden een opvolgvragenlijst invullen. Let erop dat je de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen

HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen Hans van den Kerkhof Paul van Beek Anouk Urbanus Landelijke Coördinatie Infectieziekte (LCI) Centrum Infectieziektebestrijding RIVM 1 Disclosure belangen Hans

Nadere informatie

6,8. Spreekbeurt door een scholier 2587 woorden 21 november keer beoordeeld. Nederlands

6,8. Spreekbeurt door een scholier 2587 woorden 21 november keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 2587 woorden 21 november 2001 6,8 94 keer beoordeeld Vak Nederlands Soa is een afkorting voor seksueel overdraagbare aandoeningen. Per jaar lopen in Nederland naar schatting

Nadere informatie

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek

Jaarverslag 2013 Soa-polikliniek Jaarverslag 213 Soa-polikliniek 2 Colofon Jaarverslag 213 Soa-polikliniek, GGD Amsterdam Samengesteld door en onder redactie van: Martijn van Rooijen Maaike van Veen Arjan Hogewoning Lay-out en tekstbewerking:

Nadere informatie

HET PARTNER-ONDERZOEK

HET PARTNER-ONDERZOEK Deelnemersinformatie en geïnformeerde voor de HIV-positieve partner HET PARTNER-ONDERZOEK Het PARTNER-onderzoek is een onderzoek naar stellen, waarbij: (i) de ene partner HIV-positief is en de ander HIV-negatief;

Nadere informatie

Factsheets Schorer Monitor 2008

Factsheets Schorer Monitor 2008 # $$$"# Factsheets 1: Mannen met hiv 2: Testen op hiv en soa 3: Vaste partners 4: Losse sekspartners 5: Leefstijlen 6: Jonge mannen 7: Mannen met hoog risicogedrag Deze factsheets zijn gebaseerd op gegevens

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE HIV - HEPATITIS B EN C - SOA

PATIËNTEN INFORMATIE HIV - HEPATITIS B EN C - SOA PATIËNTEN INFORMATIE HIV - HEPATITIS B EN C - SOA 2 PATIËNTENINFORMATIE Het Maasstad Ziekenhuis is één van de 27 HIV behandelcentra in Nederland. Op de polikliniek Infectieziekten werkt een team van zorgverleners,

Nadere informatie

Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER

Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER Epidemiologie België KCE richtlijnen Nieuwe strategieën Overzicht presentatie Pooling strategie Point of care, rapid, zelftest en e-sti

Nadere informatie

23-4-2012. Conclusie: Zorg voor Seksuele Gezondheid. Opzet: Seksuele gezondheid in Ned. Seksuele gezondheid. Schuivende paradigma's

23-4-2012. Conclusie: Zorg voor Seksuele Gezondheid. Opzet: Seksuele gezondheid in Ned. Seksuele gezondheid. Schuivende paradigma's Conclusie: Zorg voor Seksuele Gezondheid Schuivende paradigma's NHG VOORJAARSCONGRES 19 APRIL 211 Jan van Bergen, huisarts Hoogleraar soa hiv in de 1 e lijn AMC Soa Aids Nederland De huisarts speelt een

Nadere informatie

Wakker worden! Aandacht nodig voor toename HIV in Den Haag

Wakker worden! Aandacht nodig voor toename HIV in Den Haag 2 epidemiologisch bulletin, 4, jaargang 39, nummer 1 Wakker worden! Aandacht nodig voor toename HIV in Den Haag A.P. van Leeuwen Medio 3 verschenen in de landelijke pers berichten over de explosieve toename

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Materialen SOA. Colofon

Inhoudsopgave. Materialen SOA. Colofon Inhoudsopgave Materialen SOA Onderzoek Bacteriële vaginose Candidiasis Chlamydia trachomatis Condylomate acuminata Donovanosis Gonorroe Hepatitis B Herpes genitalis Hiv/aids Lymfogranuloma venereum Niet-specifieke

Nadere informatie

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-POSITIEVE MAN

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-POSITIEVE MAN AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Laat de onderzoeksdeelnemers om de tot maanden een opvolgvragenlijst invullen. Let erop da tu de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten moeten

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Helpcenter kerncijfers Resources: 2. Aantal patiënten opgevolgd in 2016

Helpcenter kerncijfers Resources: 2. Aantal patiënten opgevolgd in 2016 Departement of Clinical Sciences Helpcenter Antwerp, 29/03/2017 Helpcenter kerncijfers 2016 In 2015 werd Helpcenter gereorganiseerd om de werking te optimaliseren en een grotere kosten-effectiviteit te

Nadere informatie

Wat er gebeurde in 2018

Wat er gebeurde in 2018 2018 Wat er gebeurde in 2018 13.262 bellers Het aantal soa-consulten is gestegen met 2,5% soa-vindpercentage 14,7% Aantal soa's Aantal consulten per gemeente Start PrEP en Anticonceptie spreekuur Hoogste

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST - HIV-POSITIEVE MAN

BASISVRAGENLIJST - HIV-POSITIEVE MAN AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat u de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

1. Doelen en aanpak van een Amsterdams actieplan voor optimale hepatitis B en C preventie en zorg

1. Doelen en aanpak van een Amsterdams actieplan voor optimale hepatitis B en C preventie en zorg Amsterdams hepatitis B en C actieplan 22 april 2016 Inhoudsopgave 1 Doelen en aanpak van een Amsterdams actieplan voor optimale hepatitis B en C 1 preventie en zorg 2 Planning bijeenkomsten en lijst van

Nadere informatie

Met betrekking tot afzonderlijke soa: Ziektelast: sommige soa hebben ernstiger consequenties en zijn belangrijker om op te sporen.

Met betrekking tot afzonderlijke soa: Ziektelast: sommige soa hebben ernstiger consequenties en zijn belangrijker om op te sporen. 5. Triage soa-testen 5.1 Prioritering doelgroepen Triage is het proces waarin beoordeeld wordt of de cliënt voldoet aan de indicatiecriteria van het CSG en, indien dit het geval is, welke urgentie de hulpvraag

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Leerdoel. Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012

Leerdoel. Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012 Leerdoel Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012 Bert-Jan de Boer en Arienne Pameijer 2 INHOUD 1. Het soa consult: introductie 2. Interactieve

Nadere informatie

BASELINE QUESTIONNAIRE - HIV NEGATIVE MAN

BASELINE QUESTIONNAIRE - HIV NEGATIVE MAN Pagina van 7 BASELINE QUESTIONNAIRE - HIV NEGATIVE MAN AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat je de

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE MAN

BASISVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE MAN AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat u de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie