Hoe oordelen we over de veehouderij?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe oordelen we over de veehouderij?"

Transcriptie

1 Hoe oordelen we over de veehouderij? 1

2 Rathenau Instituut, Den Haag, 2001 Rathenau Instituut Koninginnegracht 56 Correspondentieadres: Postbus CE Den Haag Telefoon Telefax Website: Uitgever: Emine Bozkurt Redactie: Ilse Miedema Vertaling Summary: Word Smiths Translations, Den Haag Vormgeving: Basislijn, Amsterdam Grafische productie: Herbschleb & Slebos, Monnickendam Pre-press en druk: Meboprint, Amsterdam Bindwerk: Meeuwis, Amsterdam Dit boek is gedrukt op kringlooppapier Eerste druk: maart 2001 ISBN Hoe oordelen we over de veehouderij? Deze publicatie kan als volgt worden aangehaald: Drs. H.M. te Velde, et al. & ir. C. Hanning, et al. Hoe oordelen we over de veehouderij? Den Haag: Rathenau Instituut, 2001; Werkdocument 78 Preferred citation: Drs. H.M. te Velde, et al.& ir. C. Hanning, et al. Hoe oordelen we over de veehouderij? (What do we think of livestock farming?) Den Haag: Rathenau Instituut, 2001; Working document 78 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Rathenau Instituut. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without prior written permission of the holder of the copyright. 2

3 Hoe oordelen we over de veehouderij? Auteurs Deel 1 dr. N.E. van de Poll dr.ir. L. Sterrenberg Deel 2 drs. H.M. te Velde dr. M.N.C. Aarts prof.dr. C.M.J. van Woerkum Leerstoelgroep Communicatie- en innovatiestudies Faculteit der Maatschappijwetenschappen, Wageningen Universiteit Deel 3 ir. C. Hanning ir. G.C.J. Smink SWOKA, Instituut voor Consumentenonderzoek Medefinanciering Stuurgroep Technology Assessment, ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Projectcoördinatie dr.ir. L. Sterrenberg, drs. I. Miedema, dr. N.E. van de Poll, Rathenau Instituut Werkdocument 78 Maart 2001 (1e druk) 3

4 Bestuur Rathenau Instituut dr. C.J. Kroese (voorzitter) prof.dr. I. Beaufort ir. P.P. t Hoen prof.dr. W. Hofstee prof.ir. E. Tuininga prof.dr. W. Vierssen prof.ir. J. Witteveen dr. D. van Zaane Hoe oordelen we over de veehouderij? 4

5 Voorwoord In het beeld van Nederland zijn de agrarische bestemming van onze grond en zijn bewoners hecht vervlochten. Landbouw en veeteelt vormen niet alleen al vele eeuwen voor een belangrijk deel de wijze waarop we in ons levensonderhoud voorzien, ze hebben ook ons landschap gemaakt. De toename van de bevolkingsdichtheid en de geleidelijke verstedelijking zijn factoren die aanleiding geweest zijn voor intensivering van de productieprocessen. Goedkoop transport en de import van goedkope grondstoffen hebben in Nederland de basis gevormd van grote groei van de naoorlogse productie van dierlijke producten. Ze hebben ertoe bijgedragen dat dierlijke producten een belangrijk exportproduct van Nederland zijn geworden. Landbouw en veeteelt lopen echter steeds meer tegen de grenzen aan die de samenleving stelt. Het is niet alleen de belasting van het milieu die telt, maar het zijn ook de dieren en de wijze waarop dieren worden gehouden, die vanuit de samenleving onder de aandacht worden gebracht. De gezondheid van mens en dier, en de risico s die aan de productiewijzen zijn verbonden worden door herhaaldelijke incidenten ter discussie gesteld. Van de boeren vraagt dit fundamentele veranderingen in hun grondhouding. Was het eerst een relatief gesloten wereld met eenduidige productiedoelen, nu staat de veehouderij volop in de publieke belangstelling. De producten en productiewijze staan op meerdere wijzen ter discussie en het is niet bij voorbaat duidelijk hoe boeren de betekenis daarvan moeten duiden voor de inrichting van de bedrijfsvoering. Voor de overheid brengen deze veranderingen evenzoveel vragen met zich mee die het onmogelijk maken op een eenvoudige wijze te sturen: er moeten prioriteiten worden gesteld en keuzen worden gemaakt in een speelveld dat bovendien door de processen van internationalisering en globalisering steeds ingewikkelder wordt. Vanuit dit perspectief werkt het Rathenau Instituut, samen met de onafhankelijke Stuurgroep Technology Assessment van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, aan het programma Afwegingen rond de veehouderij. Het programma omvat studies over verschillende aspecten van de veeteelt. Daarbij vormt onderzoek naar de inzichten, de waarden en motieven van consumenten en burgers een onderdeel. In het onderhavige rapport zijn twee kwalitatieve onderzoeken opgenomen naar de opvattingen van burgers. Deze vormen één van de elementen waarmee het Rathenau Instituut een bijdrage probeert te leveren aan het debat over de toekomst van de veehouderij. In deel I van dit rapport wordt ingegaan op de context van de Voorwoord 5

6 onderzoeken in deel II en III en wordt een eerste aanzet gegeven om de studies te plaatsen in het licht van verder debat over de veehouderij. dr J.C.M. van Eijndhoven Directeur Rathenau Instituut Hoe oordelen we over de veehouderij? 6

7 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Deel I Deel II Hoe oordelen we over de veehouderij? 9 Eten, maar niet willen weten. Veehouders en consumenten over de omgang met dieren in de veehouderij Samenvatting Inleiding Aanleiding van het onderzoek Onderzoeksvragen Sociaal-wetenschappelijke literatuur Een kort historisch overzicht Theorieën Conceptueel kader Methode van onderzoek Selectie van respondenten Leeswijzer 40 Veehouders Inleiding Veehouders over de omgang met dieren Percepties van dierenwelzijn Analyse van percepties Ambivalenties, discrepanties en coping strategies Besluit 68 Consumenten Inleiding Consumenten over de omgang met dieren Percepties van dierenwelzijn Analyse van percepties Ambivalenties, discrepanties en coping strategies Besluit 94 Conclusies en discussie Inleiding Bevindingen Conclusies en discussie 101 7

8 Summary 105 Literatuur 111 Deel III Afwegingen in de veehouderij Debatten met burgers Samenvatting 119 Hoe oordelen we over de veehouderij? Inleiding Achtergrond Doelstelling Leeswijzer 124 Opzet van het onderzoek Voorbereiding Groepsdiscussies 128 Burgers aan het woord Inleiding Beeld van de veehouderij Inhoud van de hoofdaspecten Afwegingen Dilemma s Reacties op de film 159 Conclusies en beschouwing Conclusies Beschouwing 165 Summary 169 Literatuur 173 Bijlagen bij deel III Overzicht aspecten veehouderij Achtergrond respondenten Overzicht dilemma s Vragenlijst afweging aspecten Belang subaspecten 188 8

9 Deel I Hoe oordelen we over de veehouderij? In het programma Afwegingen rond de veehouderij dat in 1999 van start ging, richten het Rathenau Instituut en de onafhankelijke Stuurgroep Technology Assessment van het ministerie van LNV zich op de achtergronden van de crisis waarmee de veehouderij in Nederland wordt geconfronteerd. Het uitgangspunt van het programma is dat betrokkenen uit de sector en het beleid geneigd zijn om oplossingen voor de problemen van de veehouderij vooral in het verlengde van het bestaande te zoeken. De vraag rijst of zij daarmee voldoende aansluiting vinden bij wat leeft in de samenleving. Het programma Afwegingen rond de veehouderij beoogt stof te leveren voor politieke en maatschappelijke discussie over de veelal tegenstrijdige belangen en wensen die vorm moeten geven aan de toekomst van de veehouderij (zie ook kader 1). In de maatschappelijke discussie over de inrichting van de veehouderij is de mening van burgers tot dusver onderbelicht gebleven. Daar zijn verschillende oorzaken voor te bedenken. De belangrijkste daarvan is misschien wel dat betrokkenen uit de sector en het beleid burgers 1 toch in de eerste plaats zien als consumenten; men gaat er dan vanuit dat het koopgedrag een afspiegeling vormt van en uiting geeft aan de voorkeuren van die burgers. Dat heeft ertoe geleid dat vooral het koopgedrag van consumenten onderwerp van onderzoek wordt. Bovendien leidt dit perspectief ertoe dat men er gemakshalve ook vanuit gaat dat het vooral de prijs is die bepalend is voor het gedrag van burgers. Maar een ander perspectief is evenzeer verdedigbaar: dat van een kritische burger die niet alleen kiest voor kwaliteit van het product zelf, maar die ook oordelen heeft over de productiewijze. Dit tweede perspectief is voor de veehouderij evenzeer van belang in termen van markten, maar heeft ook betekenis voor het toekomstig beleid. Toch ontbreekt het aan onderzoek dat meer zicht biedt op burgeroordelen in termen van het tweede perspectief. Dat was reden voor het Rathenau Instituut om in het kader van het programma Afwegingen rond de veehouderij verkennend onderzoek te laten doen naar oordelen van burgers over de veehouderij. Deel I Hoe oordelen we over de veehouderij? 9

10 Kader 1 Programma Afwegingen rond de veehouderij De opzet van het programma Afwegingen rond de veehouderij van het Rathenau Instituut en een voorlopig overzicht van de uitkomsten tot dusver is te vinden in een tweetal Rathenau Specials en in twee publicaties: De publicatie In het belang van het dier: Over het welzijn van dieren in de veehouderij, gaat in op de vraag op welke manier en op basis van welke gegevens de overheid kan bijdragen aan de ontwikkeling van een diervriendelijke veehouderij 2. In het werkdocument Ontwikkelingen in de Nederlandse veehouderij: Een verkenning van beleid, markt, technologie en actoren 3, wordt een overzicht gegeven van de trends, de belangrijkste spelers van de toekomst en de richtingen die zich aftekenen voor de veehouderij in Nederland. Naast de uitkomsten van beide onderzoeken, verschijnt nog een rapport over de gezondheidsaspecten van de veehouderij voor mensen en een rapport over de economische aspecten. Tenslotte is ook een filmproductie, Pork Plaza 4, tot stand gebracht waarin dilemma s ten aanzien van grootschalige dierlijke productie aan de orde worden gesteld. Hoe oordelen we over de veehouderij? Het programma beziet de problematiek rond de veehouderij vooral in het perspectief van politieke en beleidsmatige besluitvorming. Dit komt tot uiting in de bovengenoemde publicaties en sluit aan op de initiatieven vanuit Wageningen en de visienota Voedsel en Groen van het kabinet (hierover later meer). Tegelijkertijd roept het programma van het Rathenau Instituut vragen op die een verdere bijdrage kunnen leveren aan een vervolg en verdieping van de in deze stukken naar voren gebrachte ideeën. Zo wordt bijvoorbeeld in de studie In het belang van het dier geconcludeerd dat, gegeven de context van de op het bulksegment van de (internationale) markt gerichte intensieve veehouderij, het steeds maar weer aanscherpen van de minimum eisen voor dierenwelzijn een beleidsstrategie [is] die veel inspanning vergt en weinig welzijnswinst oplevert. Maar het blijkt zeker ook uit de opzet en uitkomsten van de twee onderzoeken naar opvattingen van burgers, waarvan de uitkomsten in dit werkdocument naar voren worden gebracht. 10

11 De twee in dit werkdocument gepubliceerde onderzoeken houden zich bezig met de volgende vragen: hoe wegen burgers, al of niet in hun rol van consument, de verschillende aspecten van de veehouderij tegenover elkaar af in hun oordeelsvorming en hoe vertaalt dat zich in hun gedrag? welke beelden hanteren burgers en welke waarden zijn daaraan verbonden wanneer zij zich een oordeel vormen over een aantal kernvragen en dilemma s in de huidige veehouderij? Het kan daarbij gaan over schaligheid van het ondernemen, de plaats en de ruimte van dieren, de wijze van fokken en produceren, maar ook over lacunes in de beeldvorming. en tenslotte hoe verhouden de perspectieven op burgers (consument of kritische staatsburger) zich tot elkaar? Voorafgaande aan deel II en III van dit werkdocument waarin de resultaten van de onderzoeken gaan we hieronder eerst in op de context en opzet van de onderzoeken en de noodzaak van verder maatschappelijk debat over de veehouderij. We geven op basis van de onderzoeksresultaten ook enkele algemene aandachtpunten voor de inrichting van het debat. De veehouderij: een normale economische sector? De sector moet weer een licence to produce zien te verkrijgen. Bedrijfsplannen kunnen het startpunt vormen voor dialoog, voor herstel van vertrouwen en voor een uitweg uit de dilemma s waarmee de varkenshouders kampen. Met deze uitspraak geeft het overlegplatform Actieplan Verklaring van Wageningen in zijn rapport Varkenshouders in Dialoog met de Samenleving aan dat er sprake is van een ernstige crisis in deze bedrijfstak. Een van de varkenshouders die zijn bedrijfsplannen presenteert zegt het zo: Door als varkenshouder je verantwoordelijkheid te nemen ten opzichte van de maatschappij is er toekomst voor de goedwillende. Een economische en maatschappelijk geaccepteerde varkenshouderij is een must 5. In de recente visienota Voedsel en Groen 6, waarin het kabinet aangeeft welke uitdagingen en ambities in het huidige decennium voor het agrocluster worden gezien, treffen we dezelfde toon aan. De landbouw en de veeteelt, vanouds sectoren die ons landschap vormden en bepalen en waar we als Nederlanders voor een deel onze identiteit aan lijken te ontlenen, staan onder druk. Niet alleen omdat daar in ons dichtbevolkte land steeds minder plaats voor lijkt te bestaan en de groeiende productie een te hoge belasting met zich meebrengt van ons milieu. Maar ook omdat het omgaan met levend materiaal een bijzondere behandeling vraagt. Terecht wordt de problematiek in deze rapporten dan ook in een brede maatschappelijke context geplaatst: het is geen probleem meer van de boer en zijn wetenschappelijke en economische achterban alléén. Burgers worden niet alleen in hun rol als consumenten steeds meer erkend als medespeler in het veld. Deel I Hoe oordelen we over de veehouderij? 11

12 De onderkenning dat de inrichting van de landbouw en de veeteelt méér is dan het resultaat van economische wetten en wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, roept onmiddellijk de vraag op welke consequenties dit heeft voor de politieke en beleidsmatige sturing. Fungeert de landbouw in Nederland in principe als een normale economische sector, die producten voortbrengt met een publieke dimensie voedsel en groen, zoals het uitgangspunt van het kabinet lijkt te zijn? En wat betekent dan de onderkenning dat het hier gaat om een product met een publieke dimensie? Welke rol kennen we aan burgers toe en hoe brengen we die tot uitdrukking? Nu de mondige burgers een stem lijken te krijgen in het debat over de inrichting van de veehouderij, komt de vraag aan de orde vanuit welke kwalificatie zij spreken en hoe we met hun oordelen zullen omgaan. Het ligt voor de hand in eerste instantie in de burgers de gebruikers te zien en de consument heeft zich in het denken van velen dan ook een plaats weten te veroveren op de markt. Maar zijn consumenten wel primair door economische motieven gestuurd ( als het er op aan komt kopen ze toch het goedkoopste lapje ), zoals door velen nog wordt opgevoerd? Hoe verhoudt hun gedrag zich tot dat van burgers en hoe gaan mensen om met strijdige belangen die met hun keuzen worden gediend? Hoe oordelen we over de veehouderij? Er bestaan over de opvattingen van burgers stereotypen, waarmee de sector soms rekening houdt. Zo gaat men er (waarschijnlijk terecht) van uit dat veel mensen vinden dat koeien in de wei horen. De sector neemt dat serieus zoals onder meer blijkt uit het rapport Weidegang, Uitzicht op een veelzijdige toekomst van de Nederlandse Land- en Tuinbouworganisatie, waarin de koe (in de wei) als de beste ambassadrice voorde melkveehouderijsector wordt gezien 7. In de vele productiewijzen en benamingen van eieren op basis van de behuizing van legkippen (batterijeieren, scharreleieren, volière-eieren en boerenerfeieren) zijn pogingen te herkennen van producent en handel om tegemoet te komen aan wat verondersteld wordt het stereotype beeld te zijn van de consument over een gezonde en tevreden kip. En omgekeerd, zijn er blijkbaar groepen consumenten die deze verbeelding van de productiewijzen hanteren om door hun koopgedrag aan te geven waar voor hen de waarden en grenzen liggen. Tegelijkertijd ontbreekt het op dit moment aan een betrouwbaar inzicht in hoe mensen verschillende aspecten van de veehouderij beoordelen en wegen. Incidenten als de BSE en de varkenspest brengen niet alleen de kwetsbaarheid van de Nederlandse veehouderij tot uitdrukking, ze brengen ook de onzekerheden ten aanzien van de beeldvorming over deze kwesties bij de burger scherp in beeld. Bovendien maken ze eens te meer duidelijk dat niet alleen de opvattingen van burgers onduidelijk zijn, maar ook hun positie en invloed in het debat. 12

13 Dilemma s en afwegingen rond de veehouderij: onderwerp van kwalitatief onderzoek Veel van de vragen op het gebied van de inrichting van de veehouderij hebben een normatieve achtergrond: het gaat om waarden ten aanzien van werkgelegenheid, milieu en gezondheid en om daaraan verbonden risico-inschattingen en verdelingsvragen. Het gaat bovendien om het gebruik van ruimte, de waarden die burgers toekennen aan natuur en natuurlijkheid en om waarden rond biodiversiteit. En het gaat zeker óók om de omgang van de boer met zijn dieren en het welzijn van de dieren in de veehouderij, naast de directe consumptieve en economische waarden. In dit veld van soms tegenstrijdige waarden en motieven moeten de boer en de aan de veehouderij verbonden instellingen, maar ook de overheid en de politiek hun keuzen maken en beleid uitzetten. De speelruimte voor de veehouderij wordt daarbij niet alleen bepaald door direct zichtbare gegevens en effecten maar eveneens door de inschattingen van mogelijke en te verwachten effecten en ontwikkelingen in de toekomst. De beelden en waarden die burgers hanteren bij hun oordeelsvorming over de veehouderij laten zich in het onderzoek (nog) niet vertalen in eenduidige en gestructureerde vragen die zich lenen voor een kwantitatieve benadering. Zo is in beginsel al niet duidelijk welke aspecten mensen meewegen in hun oordeelsvorming, terwijl de waarden die daarbij een rol spelen in veel gevallen pas bij zelfreflectie aan de oppervlakte zullen komen. Burgers zullen in de context van de problematiek ook verschillende posities innemen: die van verantwoordelijk burger, consument, gebruiker van de open ruimte et cetera. Er zal sprake zijn van strijdigheden van waarden wanneer burgers worden geconfronteerd met beelden van ontwikkelingen in de veehouderij. Verder is er sprake van dat beelden zowel op traditionele culturele elementen als op herhaaldelijke confrontatie met actuele ontwikkelingen in de intensieve veehouderij gebaseerd kunnen zijn. Dat alles maakt dat onderzoek naar opvattingen en waarden van mensen complex is, en de nodige voorkennis vraagt. Om die redenen is gekozen voor twee verkennende onderzoeken van kwalitatieve aard. In kwalitatief onderzoek gaat het om vragen naar opvattingen en de achtergrond daarvan, de waarden en drijfveren. Het gaat niet om een kwantitatieve benadering, bijvoorbeeld van gedrag: hoeveel mensen vinden of doen iets. De vraag hoe vaak of bij hoeveel deelnemers bepaalde overwegingen een rol spelen kan op dit moment eenvoudigweg nog niet gesteld worden. De twee onderzoeken, waarvan de resultaten in deel II en III te vinden zijn, kennen verschillende benaderingen en vullen elkaar in zekere zin aan. In het onderzoek van Aarts, Te Velde en Van Woerkum is door middel van diepte-interviews geprobeerd de percepties van veehouders en burgers/consumenten te achterhalen van de omgang met vee. Deel I Hoe oordelen we over de veehouderij? 13

14 Wat verstaan zij onder goed omgaan met dieren en in hoeverre komt de veehouderij naar hun idee daaraan tegemoet? De interviews zijn verder zo opgezet, dat ze inzicht geven in mogelijke discrepanties tussen opvattingen van mensen en hun gedrag. Discrepanties zijn er en burgers consumenten zijn zich daar veelal ook van bewust. Zoals iemand zei: Ik zit nu hier te praten en ik kan nu wel zeggen: Ja ik wil wel meer betalen. Maar misschien zal ik uiteindelijk toch het goedkoopste pakken. Of een ander: Als ik stilsta bij de manier waarop die varkens vervoerd worden, dan denk ik: je zou eigenlijk geen vlees meer moeten eten. Of van dat biologisch dynamische vlees moeten eten. Maar dat vind ik nou net weer teveel moeite. Ik hou wel van gemak. Zover ga ik dus niet. Hoe oordelen we over de veehouderij? Producten uit de veehouderij zijn te goedkoop. De werkelijke kosten liggen veel hoger, het mag niet zo goedkoop. Het milieu, het dier of de boer moet worden afgeknepen om de prijs zo laag te houden. 8 aldus een deelnemer aan het verkennende onderzoek van SWOKA, Instituut voor consumentenonderzoek. Dit onderzoek is op een andere wijze gericht op het achterhalen van waarden en motieven en betreft de afwegingen en waarden die een rol spelen bij de beoordeling van de veehouderij. Daarbij mag je er, zoals eerder gezegd, van uit gaan dat de deelnemers deze afwegingen voor een deel in een proces van reflectie zelf zullen moeten achterhalen. Confrontatie met inzichten en antwoorden van anderen faciliteert dit proces. Vandaar dat kwalitatief onderzoek vaak in de vorm van groepsdiscussies plaats vindt; de discussie ondersteunt de meningsvorming ten aanzien van de gestelde vragen. De discussies waren zo gestructureerd dat een aantal aspecten die een rol kunnen spelen bij de afweging werden aangeboden. Inzet was niet het gezamenlijk zoeken naar één antwoord en het streven naar consensus, al kon dit als onderdeel van het groepsproces wel gaan domineren. Opvallend in het onderzoek was de grote betrokkenheid van de deelnemers bij de problematiek van de veehouderij. De problemen zijn bekend, en het gedrag van de boer en veehouder worden niet als enige oorzaak daarvan aangewezen. In de discussies werd door burgers aangegeven dat ook de overheid daar debet aan is. Maar noemt ook de eigen bijdrage als consument. Dit is een belangrijk gegeven voor alle partijen die de productiewijze in overeenstemming willen brengen met de maatschappelijke eisen. Met elkaar wijzen deze gegevens op draagvlak voor een structureel debat over de inrichting van de veehouderij en de vragen rond dierlijke productie. De rol van de overheid In de beide onderzoeken naar visies van burgers en veehouders op de veehouderij is gesproken over de rol en verantwoordelijkheden van de overheid. Hierboven is al gezegd dat in de ogen van veel burgers het niet de boer is in de eerste plaats, maar de samenleving als geheel, 14

15 burger en overheid incluis, die verantwoordelijk is voor de problemen rond de veehouderij. De rol van de overheid bij het oplossen van problemen is niet a priori duidelijk. Aarts, Te Velde en Van Woerkum. komen naar aanleiding van hun onderzoek tot de volgende conclusie: Zowel de veehouders als de consumenten schuiven met verantwoordelijkheden. We zouden kunnen spreken van een collectieve onverantwoordelijkheid. Veehouders wijzen naar de consument die weigert meer te betalen voor dierenwelzijn en ondertussen mijn kippen wel op eet. De consumenten echter verwijzen naar hun machteloosheid: wij eten wat er in de winkel ligt. De vingers gaan in de richting van de veehouders, maar vooral naar de supermarkten en de overheid. Deze laatste zou maatregelen moeten treffen. De supermarkten en slachterijen zouden het de veehouders mogelijk moeten maken meer aan dierenwelzijn te doen. Een belangrijke discussiepunt is de mate waarin en de manier waarop de overheid hier de verantwoordelijkheid moet nemen 9. De visienota Voedsel en Groen gaat in op de veranderde rol van de overheid. In de visie van het Kabinet is het uitgangspunt voor de positiebepaling van de overheid hedentendage, dat de landbouw in principe fungeert als een normale economische sector, die producten voortbrengt met een publieke dimensie: voedsel en groen. Eerder stelden we dit standpunt in algemene zin al ter discussie. Hier gaan we in op de vraag of burgers, die hun aandacht veelal richten op het werken met levend materiaal, vragen rond dierenwelzijn, het milieu en grondgebonden productie, de uitgangspunten van het Kabinet wel onderschrijven. Er zijn in beide onderzoeken veel uitspraken te vinden die er op wijzen dat de veehouderij in Nederland en in ons landschap voor burgers meer waarden vertegenwoordigt dan de waarden die deel uitmaken van de tot standkoming van een normaal economisch product. In dit opzicht is ook de betekenis van de grondprijs en grondpolitiek voor de landbouw in het verleden en in de toekomst van grotere betekenis dan uit de aandacht daarvoor in de visienota kan worden afgeleid. Zo werden door deelnemers aan het onderzoek vragen gesteld bij wat genoemd werd de industriële productie van vlees. Een respondent zei bijvoorbeeld: Je degradeert het beest tot een productiemiddel als je het op een industrieterrein zet en een ander: Bij een gesloten systeem zit het beest in een fabriek. Dat is niet goed voor het beest, wij willen dat vlees niet. Uit reacties op de film Pork Plaza bleken vergelijkbare opvattingen. Men ziet de varkensflat als een extreme, te ver gaande, manier van dierenhouden die niks meer met de natuur te maken heeft en waarin de integriteit van de dieren verloren gaat. Ook op de conferentie die in juni 2000 naar aanleiding van het onderzoek van SWOKA werd gehouden bleek het merendeel van de aanwezigen afwijzend tegenover ontwikkelingen als Pork Plaza te staan. Blijkbaar is hier sprake van een ontwikkeling in de veehouderij die in techni- Deel I Hoe oordelen we over de veehouderij? 15

16 sche zin aan een aantal eisen voldoet en die wellicht ook niet is te stoppen, terwijl daartegen tegelijkertijd grote maatschappelijke weerstanden bestaan. Ook deze gegevens roepen de vraag op of de landbouw met zijn dierlijke productie wel een normale economische sector is en stellen de wijze waarop daarover besluiten moeten worden genomen ter discussie. Naar een maatschappelijk debat over de veehouderij Het kabinet neemt het initiatief voor het opstellen van een strategische agenda voor een maatschappelijk debat over ethiek binnen het agrofoodcomplex. In kwesties rond (aanvaardbare) productiewijzen wordt daarmee het denken over ethiek versterkt en een nieuwe verbinding gelegd tussen het agro-foodcomplex en de samenleving. (nota Voedsel en Groen 10 ). Hoe oordelen we over de veehouderij? Wanneer de samenleving wordt geconfronteerd met ingewikkelde kwesties die niet meer in de beslotenheid van de bestaande overlegstructuren van overheid en politiek lijken te kunnen worden opgelost, klinkt al gauw de roep om maatschappelijk debat. Op die manier probeert men structuur te geven aan de discussie over belangrijke vragen rond ontwikkelingen in de wetenschap of technologie of rond problemen op het gebied van ruimtelijke ordening en milieuvragen. Daarbij gaat het veelal niet om de brede betekenis van die ontwikkelingen voor de Nederlandse of westerse samenleving nú. Dan komt ook het belang ter sprake voor mensen in andere werelddelen en voor toekomstige generaties. Met deze, veelal in normatieve taal geformuleerde, overwegingen doet de ethiek zijn intrede in de discussie. Ook in de nota Voedsel en Groen zijn voornemens en verwijzingen te vinden waarin een verbinding wordt gelegd tussen de oplossing van belangrijke beleidsvragen, maatschappelijk debat en ethiek. Wanneer de overheid zich tot taak stelt het maatschappelijk debat over een kwestie te stimuleren is het goed om daarbij een helder beeld te krijgen wat daarbij de uitgangspunten en vragen, de middelen en doelstellingen zijn. Sommige van de uitgangspunten en vragen komen in het kabinetsstandpunt Voedsel en Groen duidelijk naar voren. Aan de ene kant worden de vragen rond de inrichting van dierlijke productie geplaatst in de context van de markt en de rol van de (steeds kritischer) consument. Aan de andere kant worden de vragen voor het maatschappelijk debat verbreed tot de omgang met dieren en dierenwelzijnsbeleid: hoe kan effectief en handhaafbaar worden tegemoet gekomen aan de toegenomen maatschappelijke wensen die leven ten aanzien van het houden van dieren en dierenwelzijn en wie is daarvoor verantwoordelijk. De resultaten van de twee onderzoeken die in dit werkdocument worden behandeld laten duidelijk zien dat de brede 16

17 inzet goed aansluit op de visies en denkwereld van burgers over deze problematiek. Voorzover we daar op basis van de omvang van de onderzoeken conclusies aan mogen verbinden lijkt de samenleving toe aan een dergelijk debat. Minder duidelijk is op welke wijze het Kabinet het debat denkt in te richten en op welke wijze uitkomsten vorm zullen geven aan de inrichting van de veehouderij van de toekomst. Er wordt nog wel gesproken over het opstellen van een strategische agenda voor een maatschappelijk debat over ethiek binnen het agro-foodcomplex en een nieuwe verbinding tussen het agro-foodcomplex en de samenleving maar de concrete kwesties die daarbij aan de orde moeten komen zijn wel erg concreet en ad hoc 11. Ook de structuur van de beoogde discussie en de rol van deelnemers is verre van helder. Zo wil het kabinet het agro-foodcomplex en maatschappelijke groeperingen stimuleren om gezamenlijk een strategie op te stellen om een voorlopersrol te vervullen op de gebieden van milieu en dierenwelzijn terwijl tegelijkertijd de invulling en de rol van de overheid in deze aan de orde wordt gesteld. De vele verwijzingen naar de rol van de kritische consument doen vermoeden dat in de optiek van het Kabinet de burger toch vooral als consument zijn bijdrage aan het debat zal moeten geven. De uitkomsten van de onderzoeken geven daarentegen aan dat burgers in eerste instantie een eigen oordeel vormen over de vragen rond dierlijke productie; er wordt in de discussies en interviews niet of nauwelijks verwezen naar de betekenis van maatschappelijke groeperingen. Daarnaast plaatsen de uitkomsten van het onderzoek de discussie duidelijk in een bredere context dan in die van burgers als consument van het product alléén. Een laatste vraag die ten aanzien van het maatschappelijk debat over dierlijke productie gesteld moet worden is die van de grenzen van de invloed van de politiek en de overheid. Aan de ene kant bestaat er nog steeds het beeld van een stuurbare samenleving waarbij de maatschappelijke wensen, mits zij voldoende helder naar voren worden gebracht, vertaald kunnen worden in een doeltreffend en transparant beleid. Aan de andere kant worden de grenzen aan de stuurbaarheid van de veehouderij bijna dagelijks pijnlijk duidelijk. Dit hangt zeker niet alleen samen met het gedrag van grillige consumenten maar zeker ook met twijfel over de rol en de effectiviteit van de overheid. Een maatschappelijk debat over de vragen rond dierlijke productie zal dan ook niet alleen een ethisch debat over het gebruik van dierlijke producten zijn, maar ook één over verantwoordelijkheden van maatschappelijke organisaties, inclusief de politiek en de overheid. In dit licht is het duidelijke gevoel van onmacht en het gebrek aan controle van belang, dat in discussies, zoals die naar aanleiding van het ontstaan van mega-bedrijven als Pork Plaza 12, naar voren kwam. Deel I Hoe oordelen we over de veehouderij? 17

18 Tot slot Met de uitkomsten van beide onderzoeken naar de opvattingen van burgers, veehouders en consumenten over de veehouderij, levert het programma Afwegingen in de Veehouderij een bijdrage aan de discussie over dat onderwerp. Dat is op dit moment nog geen maatschappelijk debat in de formele zin: er zijn nog geen grenzen en er zijn nog geen doelen, en het debat wordt toch nog voornamelijk gevoerd door organisaties van direct en indirect betrokkenen en door beleidsmakers. De onderzoeken maken in ieder geval duidelijk dat het debat niet gevoerd zal kunnen worden zonder de inzichten van burgers. De onderzoeken maken ook duidelijk dat het gedrag van deze burger gecompliceerder is dan dat van de consument die in de schappen altijd weer kiest voor het goedkoopste lapje. De kritische burger verdient volgens ons dan ook een vooraanstaande plaats in het debat. dr. N.E van de Poll, Platform Wetenschap en Ethiek dr.ir. L. Sterrenberg, Rathenau Instituut Noten Hoe oordelen we over de veehouderij? 1 Een burger is volgens Van Dale: 1. Inwoner van een gemeente, 2. Gewoon lid van de bevolking, 3. Lid van de derde stand in de Middeleeuwen. De term burger wordt hier in de tweede betekenis van het woord gebruikt. 2 F. de Jonge, E.A. Goewie: In het belang van het dier. Van Gorcum, Assen, J. Frouws, R. van Broekhuizen: Ontwikkelingen in de Nederlandse veehouderij. Een verkenning van beleid, markt, technologie en actoren. Rathenau Instituut, Den Haag, Pork Plaza, een filmproductie in opdracht van het Rathenau Instituut gemaakt door Science Productions, waarin de dilemma s ten aanzien van grootschalige dierlijke productie aan de orde worden gesteld. 5 Uit: Bedrijfsplan Varkenshouder Dirven in Someren (NB), in: Varkenshouders in dialoog met de samenleving, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Actieplan Verklaring van Wageningen, januari Voedsel en Groen: het Nederlandse agro-foodcomplex in perspectief. Visienota ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, juli Weidegang: Uitzicht op een veelzijdige toekomst. Toekomstvisie LTO, Uit: Afwegingen in de veehouderij. Debatten met burgers, deel 3 van dit werkdocument. 18

19 9 Een van de conclusies van Eten maar niet willen weten: Veehouders en consumenten over de omgang met dieren in de veehouderij, deel 2 van dit werkdocument. 10 Zie voetnoot Zie blz 21 Voedsel en Groen. 12 Zie voetnoot 4. Deel I Hoe oordelen we over de veehouderij? 19

20 Hoe oordelen we over de veehouderij? 20

21 Deel II Eten, maar niet willen weten Veehouders en consumenten over de omgang met dieren in de veehouderij Deel II 21

22 Hoe oordelen we over de veehouderij? 22

23 Samenvatting Achtergrond In de discussies over de toekomst van de veehouderij doen politici, voormannen van boeren, vertegenwoordigers van slachterijen en supermarkten allerlei uitspraken over wat consumenten willen en over wat boeren zouden moeten. Maar welke percepties hebben veehouders en consumenten van de omgang met vee? En hoe verhouden die percepties zich tot hun gedrag met betrekking tot enerzijds het houden van vee en anderzijds het kopen en eten van vlees? Om dit te achterhalen heeft de Wageningen Universiteit in opdracht van het Rathenau Instituut sociaal-wetenschappelijk onderzoek verricht op basis van semi-gestructureerde diepte-interviews. Het betreft kwalitatief onderzoek en is dus niet bedoeld om te bepalen hoeveel mensen een bepaalde perceptie hebben, maar welke ideeën er leven en vooral ook waarop die gebaseerd zijn. De conclusies zijn dus niet bedoeld om generaliseringen te maken voor alle veehouders of consumenten. Het gaat om het verkrijgen van inzicht in (achtergronden van) opvattingen en gedrag, en mogelijke discrepanties tussen beide. Er zijn 30 mensen geïnterviewd, waarvan 15 consumenten en 15 gangbare veehouders. Uit het onderzoek blijkt dat de veehouders een overwegend positief beeld hebben over de omgang met vee, terwijl het beeld van de consumenten, hoewel uiteenlopend, overwegend negatief is. De percepties van de geïnterviewde consumenten liggen verder uiteen dan die van de veehouders, omdat hun achtergronden veel meer verschillen. Dit hangt samen met het feit dat de consumenten andere referentiekaders hebben dan de veehouders. Mensen die dichter bij de veehouderij staan hebben een positiever beeld van de omgang met dieren dan mensen die verder weg staan. De geconstateerde verschillen tussen de consumenten maken veelgehoorde stellingen over wat de consument vindt of doet zinloos en contraproductief. Waarden Over het algemeen vinden de geïnterviewde veehouders dat het welzijn van hun vee voldoende is. De veehouders hanteren een smalle definitie van dierenwelzijn door het welzijn vrijwel gelijk te schakelen met fysieke gezondheid. Vervolgens hanteren zij een smalle definitie van gezondheid. Als de beesten goed eten, dan zijn ze gezond en dan zullen ze zich ook wel goed voelen, zo luidt de redenering. Veehouders vinden dat hun dieren het goed hebben, omdat zij aan vier belangrijke waarden voldoen: voldoende voer en drinken, beschutting tegen weer en wind, een hoog niveau van hygiëne en een niet ruwe Deel II Samenvatting 23

24 behandeling van de dieren. Deze waarden zijn geworteld in een set gedeelde overtuigingen, opvattingen over hoe dingen nu eenmaal zijn, die hun bestaansrecht als leveranciers van vlees rechtvaardigen: boeren zijn er om de burgers te voeden, dieren zijn er om de mensheid te dienen, vlees is een noodzakelijk onderdeel van ons voedselpakket, en mensen mogen dieren houden en doden ter verkrijging van vlees. De consumenten delen deze overtuigingen van veehouders. Ook onderschrijven zij de vier waarden waar de veehouders belang aan hechten. Maar daarnaast leggen de consumenten sterk de nadruk op een aantal toegevoegde waarden over het welzijn van vee: bewegingsvrijheid en de mogelijkheid om natuurlijke behoeften te bevredigen. Kennis en belangen De percepties van veehouders worden ook beïnvloed door kennis die zij hebben van de veehouderij. Het leeuwendeel van de kennis van veehouders is gericht op optimalisering van de groei-eigenschappen van dieren en hun voedselconversie, en een zo laag mogelijke uitval. Vandaar dat veehouders veel aandacht hebben voor de fysieke gezondheid van het vee en weinig aandacht voor eventuele gevoelens van de beesten. De perceptie van de veehouders wordt verder gekleurd door belangen als continuïteit, overleven, plezier in het werk, het willen leveren van kwaliteit en het hebben en houden van een schoon geweten. Met name dit laatste verwijst naar de zogenoemde coping strategies die veehouders gebruiken om de wijze waarop zij omgaan met hun dieren te rechtvaardigen. Hoe oordelen we over de veehouderij? De normen van veehouders ten aanzien van de omgang met vee zijn mee veranderd met de technologische ontwikkelingen die geleid hebben tot de schaalvergroting en intensivering van de gangbare veehouderij gedurende de afgelopen vijftig jaar. Bij het bepalen van die normen kijken boeren binnen de grenzen die hun houderijsysteem met zich meebrengt. Omdat de veehouders met vergelijkbare beperkingen te maken hebben, hanteren zij ook gedeelde normen. Vanuit de samenleving wordt echter een aantal nieuwe normen opgelegd in de vorm van dierenwelzijnmaatregelen. Volgens de veehouders hebben consumenten een negatief beeld van de omgang met dieren in de veehouderij. De oorzaak hiervan is, in hun ogen, onwetendheid. Een andere, veelgehoorde stelling van veehouders is dat consumenten wel roepen om meer dierenwelzijn, maar er niet voor willen betalen. Ook klinkt de aanname dat consumenten, aangezien ze het vlees blijven kopen, het wel eens zullen zijn met de manier waarop het vee gehouden wordt, door in de gesprekken met de veehouders. Tegelijkertijd zien veehouders dierenwelzijn eerder als een vraag van consumenten dan als een behoefte van de dieren. Dat blijkt uit de redenering van de meeste veehouders dat er binnen het 24

25 bestaande houderijsysteem best kleine verbeteringen ten behoeve van het welzijn van vee mogelijk zijn, maar alleen als consumenten daarom vragen, en als zij daar een meerprijs voor willen betalen. De kennis die de geïnterviewde consumenten hebben van de veehouderij is zeer summier en voornamelijk gebaseerd op toevalligheden, zoals een incidenteel bezoek aan een melkveehouderij, of het zien van een documentaire op televisie. Duidelijk is dat de consumenten andersoortige kennis hebben dan veehouders die, met betrekking tot de dierenwelzijnproblematiek, ook een andere betekenis heeft. Zo zullen consumenten hier ook de toegevoegde waarden (bewegingsvrijheid en mogelijkheid voor natuurlijk gedrag) betrekken. De normen die uit de verhalen van de geïnterviewde consumenten naar voren kwamen, zijn vaag. Zo zou aan de bewegingsruimte van het vee voldaan kunnen worden met het geven van meer ruimte, en de mate waarin de dieren hun natuurlijke behoeften kunnen vervullen zou verhoogd kunnen worden door het verstrekken van stro en het naar buiten laten van de dieren. Hoewel vaag gedefinieerd, zeker in vergelijking met de veehouders, die in termen van vierkante centimeters praten, valt wel op dat vrijwel alle consumenten, ondanks hun verschillende achtergronden, steeds uitkwamen op deze drie normen: meer ruimte, stro en een uitloop. De meeste veehouders denken dat de manier waarop zij hun vee houden de enige mogelijkheid is. Van alternatieve houderijsystemen, zoals de biologisch-dynamische of de ecologische veehouderij, weten zij niet veel af. De meeste geïnterviewde veehouders gaan ook niet actief op zoek naar informatie over die alternatieve systemen, omdat ze er van uitgaan dat er voor de producten van die sector slechts een zeer beperkte markt is. Ze zien daarin dus voor zichzelf geen kansen. Ook denken zij dat verdere schaalvergroting nadelig zal zijn voor het dierenwelzijn, omdat er dan steeds minder aandacht per dier zal zijn. De situatie (context) waarin een veehouder zich nu bevindt, vormt het uitgangspunt van waaruit een en ander wordt beschouwd. Anders gezegd, de statos quo is de norm. Coping strategies De veehouders lieten een aantal strategieën zien waarmee zij eventuele tegenstrijdige gevoelens, de ambivalentie ten aanzien van de omgang met dieren in de veehouderij, veelal onbewust hanteren: de coping strategies. Enerzijds plaatsen zij hun vee buiten de zogenoemde morele kring, waarmee zij mogelijk medeleven voor de dieren minimaliseren. Anderzijds maken zij gebruik van strategieën als dissonantiereductie, het afschuiven van de verantwoordelijkheid, het geven van een vage of onjuiste voorstelling van zaken, retoriek en het gebruik van eufemismen. Deel II Samenvatting 25

26 Een aantal belangen van consumenten sluit aan bij die van veehouders: dit geldt voor kwaliteit en een schoon geweten. Alle geïnterviewde consumenten, uitgezonderd de vegetarische, hadden ambivalente gevoelens bij het eten van vlees uit de gangbare veehouderij. Zij hebben namelijk allemaal een negatief beeld van de manier waarop het vee gehouden wordt. Toch blijven de meesten het gangbare vlees kopen. Dit levert dissonantie op. De consumenten gebruiken vervolgens dezelfde typen coping strategies als de veehouders. Niet alleen de veehouders, ook consumenten ervaren ambivalente gevoelens bij het houden en/of opeten van dieren uit de gangbare veehouderij. Deze ambivalentie ontstaat in het spanningsveld tussen de standaardverhalen van mensen, die het eten van vlees of het houden van vee rechtvaardigen, en informatie en argumenten die deze standaardverhalen doen wankelen. De meeste mensen neutraliseren ambivalente gevoelens door coping strategies toe te passen, niet door hun gedrag te veranderen. Mensen eten, maar willen verder niet weten. Het is dus niet juist te veronderstellen dat het koopgedrag van consumenten (het goedkoopste lapje vlees) een rechtstreekse uiting zou zijn van hun meningen of opvattingen of gevoelens ten aanzien van de omgang met dieren in de gangbare veehouderij. Het ter discussie stellen van de genoemde ambivalentie zou ruimte kunnen scheppen voor gedragsveranderingen met betrekking tot het produceren en consumeren van dieren uit de gangbare veehouderij. Hoe oordelen we over de veehouderij? Veehouders zijn sterk geneigd om gesignaleerde welzijnsproblemen (zoals staartknippen van varkens, castreren van beertjes of het gebruik van roosters in plaats van stro) te beschouwen in het licht van het bestaande productiesysteem. Daarmee verdwijnt een reeks van eventuele oplossingen al meteen uit beeld. Het niet knippen van staarten bijvoorbeeld leidt binnen het gangbare productiesysteem onmiddellijk tot staartbijten, waarmee een nieuw welzijnsprobleem ontstaat. De discussie over dierenwelzijn in de veehouderij zou de bestaande situatie en concrete kwesties moeten overstijgen. Het debat moet worden gevoerd op het niveau van fundamentele waarden waarbij de wijdere context wordt meegenomen, onder andere over de vraag hoe willen wij in onze maatschappij omgaan met dieren? Collectieve onverantwoordelijkheid Zowel de veehouders als de consumenten schuiven met verantwoordelijkheden. We zouden kunnen spreken van een collectieve onverantwoordelijkheid. Veehouders wijzen naar de consument die weigert meer te betalen voor dierenwelzijn en ondertussen mijn kippen wel op eet. De consumenten echter verwijzen naar hun machteloosheid: wij eten wat er in de winkel ligt. Hun vingers gaan in de richting van de veehouders, maar vooral naar de supermarkten en de overheid. Deze laatste zou maatregelen moeten treffen. De supermarkten en slachte- 26

27 rijen zouden het de veehouders mogelijk moeten maken meer aan dierenwelzijn te doen. Een belangrijk discussiepunt is uiteraard de mate waarin en de manier waarop de overheid hier de verantwoordelijkheid moet nemen. De collectieve onverantwoordelijkheid lijkt in hoge mate in stand te worden gehouden door het handhaven van een collectieve en vooral ook functionele onwetendheid. Noch de veehouders, noch de consumenten zijn op zoek naar informatie die betrekking heeft op de omgang met dieren in de veehouderij. Integendeel: het zich afsluiten van informatie is een van de coping strategies waarmee zowel de veehouders als de consumenten mogelijke ambivalente gevoelens neutraliseren. Hiermee wordt de zin van het verstrekken van informatie we moeten de consument goed informeren zodat die een verantwoorde keuze kan maken in ieder geval sterk gerelativeerd. Deel II Samenvatting 27

28 Hoe oordelen we over de veehouderij? 28

29 1 Inleiding 1.1 Aanleiding van het onderzoek De laatste jaren is de veehouderij regelmatig op een negatieve manier in de publiciteit geweest. De mest vormt een grote belasting voor het milieu en de ene crisis volgt de andere op: varkenspest, gekke koeien en dioxinekippen. Dit heeft geleid tot de nodige bezorgdheid bij consumenten, het zogeheten consumer concern. De grootste bezorgdheid betreft de voedselveiligheid. Maar in het kielzog daarvan groeit ook de aandacht voor het welzijn van het betreffende vee. Al met al moet de veehouderij haar license to produce heroveren, zo stelde ook de Denktank Varkenshouderij te Wageningen (1998). Het Rathenau Instituut startte in 1999 het Technology Assessment programma Afwegingen rond de veehouderij. Dit programma is bedoeld om stof te leveren voor de (politieke) discussie over de toekomst van de veehouderij. Met dit deelrapport brengen we verslag uit van een kwalitatief sociaalwetenschappelijk onderzoek onder veehouders en consumenten naar hun percepties van de omgang met dieren in de veehouderij. 1.2 Onderzoeksvragen In de discussies over de toekomst van de veehouderij worden door verschillende belanghebbenden (politici, voormannen van boeren, vertegenwoordigers van slachterijen en supermarkten) allerlei uitspraken gedaan over wat consumenten willen en over wat boeren zouden moeten. Consumenten zouden goedkoop vlees en meer dierenwelzijn willen. Een veelgehoorde stelling is dat mensen wel meer dierenwelzijn willen, maar er niet meer voor willen betalen. Maar is dat wel zo? Een andere stelling is dat consumenten het kennelijk eens zijn met de manier waarop vee gehouden wordt, aangezien ze het vlees dat op die manier wordt geproduceerd blijven kopen. Klopt dat? Boeren moeten voldoen aan eisen met betrekking tot dierenwelzijn. Maar wat vinden zij daarvan? Vinden zij zelf ook dat het welzijn van hun vee te wensen over laat? Wat verstaan consumenten en veehouders eigenlijk onder dierenwelzijn? Om antwoord te krijgen op bovenstaande vragen, stelden wij de volgende onderzoeksvragen op: Welke percepties hebben veehouders en consumenten van de omgang met vee? Deel II Hoofdstuk 1 Inleiding 29

30 Hoe gaan veehouders en consumenten om met mogelijke discrepanties tussen hun opvattingen en hun gedrag? Hoe kunnen we mogelijke discrepanties verklaren? Omdat het hier vragen betreft naar wat en waarom en niet naar hoeveel, in welke mate of hoe vaak, werd gekozen voor een kwalitatief onderzoek, gebaseerd op semi-gestructureerde diepte-interviews (Bernard 1994). We interviewden 15 consumenten en 15 veehouders. Met dit aantal respondenten is het uiteraard niet mogelijk om een representatieve doorsnee van respectievelijk de Nederlandse bevolking en de groep veehouders in Nederland te maken. Dit was echter ook niet nodig. Ons doel was niet om te bepalen hoeveel mensen de ene perceptie hebben en hoeveel mensen de andere. Het ging ons erom een indruk te krijgen van de variatie aan percepties die er onder consumenten en veehouders bestaan. In paragraaf 1.8 gaan we dieper in op de selectie van de respondenten. Het onderzoek begon met een verkenning van de sociologische, antropologische, filosofische en sociaal-psychologische literatuur, teneinde een idee te krijgen wat er tot nu toe geschreven is over de mens-dier relatie in het algemeen, het welzijn van landbouwhuisdieren en de manier waarop mensen omgaan met discrepanties tussen gedrag en opvattingen. 1.3 Sociaal-wetenschappelijke Hoe oordelen we over de veehouderij? literatuur De huidige aandacht voor dierenwelzijn bestaat al sinds de jaren zestig en zeventig, toen groeperingen opkwamen die zich sterk maakten voor de rechten van dieren. In 1965 stelde het Brambell Comité in Engeland een lijst van vijf vrijheden voor dieren op, die minimaal gegarandeerd zouden moeten worden (Brambell 1965): 1 Vrijheid van dorst, honger en ondervoeding. 2 Vrijheid van een gebrek aan comfort. 3 Vrijheid van pijn, verwondingen en ziekten. 4 Vrijheid om normaal gedrag te vertonen. 5 Vrijheid van angst en stress. De vijf vrijheden liggen ten grondslag aan het in 1998 door de Landbouwraad aangenomen wettelijk raamwerk waarin op termijn alle Europese regelingen met betrekking tot dierenwelzijn zullen worden opgenomen (Frouws en van Broekhuizen 1999). 30

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU De Europese Unie mikt hoog Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling Bijdrage van het landbouwbeleid Het GLB biedt landbouwers een aantal stimuli

Nadere informatie

Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij

Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij Wageningen, 7 februari 2013 Wouter van der Weijden Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu www.clm.nl Dijkhuizen-these 1. Hoge productie per ha

Nadere informatie

Blij kuiken of veilig kuiken?

Blij kuiken of veilig kuiken? Blij kuiken of veilig kuiken? Een dilemma tussen welzijn en voedselveiligheid Mariska van Asselt, DVM Inhoud Aanleiding Welzijn vleeskuikens Voedselveiligheid Morele waarden Afweging Conclusie Aanleiding:

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober 2012 Nummer 2730 Onderwerp Grotere bouwvlakken dan 2 ha veehouderij. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting In een

Nadere informatie

Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden LNV Consumentenplatform Consumentenonderzoek Natuurlijkheid, waarde voor beleid

Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden LNV Consumentenplatform Consumentenonderzoek Natuurlijkheid, waarde voor beleid Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden LNV Consumentenplatform Consumentenonderzoek Natuurlijkheid, waarde voor beleid 11 juni 2004 I Opinie-onderzoek 1. Inleiding 1 2. Associaties met natuurlijkheid

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie

Hoe kunnen melkveehouders bewegen naar een beter dierenwelzijn?

Hoe kunnen melkveehouders bewegen naar een beter dierenwelzijn? Hoe kunnen melkveehouders bewegen naar een beter dierenwelzijn? Jo Bijttebier 12/10/2011 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Landbouw & Maatschappij www.ilvo.vlaanderen.be Beleidsdomein

Nadere informatie

Staat van het Dier. Drs. Henny van Rij

Staat van het Dier. Drs. Henny van Rij Staat van het Dier Drs. Henny van Rij Inhoud presentatie 1.Morele status van het dier 2.Nota Dierenwelzijn 3.Staat van het dier 4.Toekomst 3 Morele status van het dier: t/m 17e eeuw Dieren moreel niet

Nadere informatie

Meer betalen voor duurzaam? Alleen als de consument weet waarom Duurzaamheidkompas #7 thema: Ken de prijs. December 2011

Meer betalen voor duurzaam? Alleen als de consument weet waarom Duurzaamheidkompas #7 thema: Ken de prijs. December 2011 Meer betalen voor duurzaam? Alleen als de consument weet waarom Duurzaamheidkompas #7 thema: Ken de prijs December 2011 Inleiding Duurzaamheidkompas Antwoord op duurzaamheidvragen In deze tijd van milieu-,

Nadere informatie

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Structuur. Introductie. Methodologie. Na WO II: nooit meer honger. Inzicht nodig in maatschappelijk beeld. omtrent dierenwelzijn

Structuur. Introductie. Methodologie. Na WO II: nooit meer honger. Inzicht nodig in maatschappelijk beeld. omtrent dierenwelzijn Kleinveehouderij: naar een meer diervriendelijke productie? Overzicht van recent onderzoek Donderdag 9 september 011 ILVO-Dier, Melle Maatschappelijk belang van bezettingsdichtheid Filiep Vanhonacker,

Nadere informatie

De Kern van Veranderen

De Kern van Veranderen De Kern van Veranderen #DKVV De kern van veranderen marco de witte en jan jonker Alle rechten voorbehouden: niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD De perceptie van jonge dieren volgens de Nederlandse consument Judith de Roij van Zuijdewijn Karin Ursem 31369 Intomart GfK 2012 Wakker Dier Jonge dieren

Nadere informatie

Technology Assessment: omgang met publieke zorgen

Technology Assessment: omgang met publieke zorgen Kivi-Niria Technology Assessment: omgang met publieke zorgen Geert Munnichs Opzet Algemene introductie Wat is/doet het Rathenau Instituut? Publieksonderzoek Status uitkomsten Implicaties voor besluitvorming

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam rapporteur: ir. L. J. Visser raadgevend ingenieur Het programma van eisen bij nader inzien De functie van het programmeren in de bouwvoorbereiding Een systeembenadering 128 Rotterdam, 1985 I(br Stichting

Nadere informatie

Diervriendelijke keuzes door consumenten

Diervriendelijke keuzes door consumenten Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Diervriendelijke keuzes door consumenten Monitor Duurzame Dierlijke Producten 2009 Deze brochure is een uitgave van: Rijksoverheid Postbus 00000 2500

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en begeleiden van speurwerk op het gebied van de bouwvoorbereiding, de bouwtechniek en de bedrijfstechniek in de bouwnijverheid, alsmede de verbreiding

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren

Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren Inhoudstabel 1. Onze visie...3 2. Ons doel...4 3. Ons standpunt...5 3.1. Verantwoordelijke assortimentssamenstelling 5 3.2. Herkomst, transparantie

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Ik betaal!

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Ik betaal! PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Ik betaal! Colofon Auteur: Onder redactie van: Met dank aan: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Ruud Schinkel, Mieke van Wieringen Ina Berlet (Atlas

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie?

Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie? Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie? door Nathan Wennegers Trefwoord: zelfkennis / meditatie 2015 Non2.nl Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever mag niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

Spreken en gesprekken voor 1F

Spreken en gesprekken voor 1F NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 2 van 5 Colofon Auteur: Hanneke Molenaar Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius Group Illustraties: Edu Actief b.v.

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW VEELZIJDIG BOEREN MIDDEN IN DE SAMENLEVING VOORWOORD De Multifunctionele Landbouw is een groeiende sector. Steeds meer agrarische bedrijven combineren de productie van voedsel

Nadere informatie

Eric Schneider LEZINGEN TER BEWUSTWORDING. Denken en intuïtie

Eric Schneider LEZINGEN TER BEWUSTWORDING. Denken en intuïtie Denken en intuïtie Eric Schneider LEZINGEN TER BEWUSTWORDING Denken en intuïtie Den Haag, 2015 Eerste druk, november 2015 Vormgeving: Ron Goos Omslagontwerp: Ron Goos Eindredactie: Frank Janse Copyright

Nadere informatie

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk september 2005 COLOFON Samenstelling Drs. M.H. (Mark) Gremmen drs. A.J.H. (Bert Jan)

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en begeleiden van speurwerk op het gebied van de bouwvoorbereiding, de bouwtechniek en de bedrijfstechniek in de bouwnijverheid, alsmede de yerbreiding

Nadere informatie

KIDS CROWD. Kids Crowd is een initiatief van: Suzan Baldinger & Lex Hupe

KIDS CROWD. Kids Crowd is een initiatief van: Suzan Baldinger & Lex Hupe KIDS CROWD Kids Crowd is een initiatief van: Suzan Baldinger & Lex Hupe Mijn school Ik wil een school waar ik van kan dromen vol met natuur en bomen Waar ze niet pesten en heel veel uittesten Ik wil een

Nadere informatie

Dag...onderwijs. Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen. Ineke Lokman

Dag...onderwijs. Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen. Ineke Lokman Dag...onderwijs Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen Ineke Lokman Dag...onderwijs Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK,

Nadere informatie

Animal Rights: The Abolitionist* Approach

Animal Rights: The Abolitionist* Approach Animal Rights: The Abolitionist* Approach Presenteert *Abolitionisme is het streven naar afschaffing van slavernij Dieren als Eigendommen door Professor Gary L. Francione Er zijn maar weinig morele principes

Nadere informatie

Duurzaamheidk. Duurzaamheidkompas meting #17 beleid ten aanzien van voedsel januari 2017

Duurzaamheidk. Duurzaamheidkompas meting #17 beleid ten aanzien van voedsel januari 2017 Duurzaamheidk mpas Duurzaamheidkompas meting #17 beleid ten aanzien van voedsel januari 2017 Inleiding Duurzaamheidkompas #17 gezond en duurzaam voedsel Antwoord op duurzaamheidvragen In deze tijd van

Nadere informatie

Vraag naar duurzame producten blijkt crisisproof Duurzaamheidkompas #9 thema: Duurzaamheid in tijden van crisis

Vraag naar duurzame producten blijkt crisisproof Duurzaamheidkompas #9 thema: Duurzaamheid in tijden van crisis Vraag naar duurzame producten blijkt crisisproof Duurzaamheidkompas #9 thema: Duurzaamheid in tijden van crisis November 2012 Inleiding Duurzaamheidkompas Antwoord op duurzaamheidvragen In deze tijd van

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE . > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Bouwstenen van burgerschap: Samenvatting

Bouwstenen van burgerschap: Samenvatting Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Bouwstenen van burgerschap: Samenvatting Een onderzoek

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Lodewijk het lieve beestje

Lodewijk het lieve beestje Lodewijk het lieve beestje Uitgeverij, training en diensten Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Redactie: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Vormgeving: Force digitale producties Illustraties:

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen Colofon 1 Colofon Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: E. Benthem, J. Broekhuizen, H. La Poutré, J. Bruinsma,

Nadere informatie

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG Colofon Dorien Voskuil en Deirdre Beneken genaamd Kolmer Denken over technologie, gezondheid en zorg In opdracht van: De Haagse Hogeschool Johanna Westerdijkplein

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2

Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2 Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2 Colofon Auteur: Hanneke Molenaar Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius Group Illustraties: Edu Actief b.v. Titel: Basisvaardigheden

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.minlnv.nl Betreft

Nadere informatie

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje University of Groningen Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Huur een huis

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Huur een huis PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Huur een huis Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Gerda Verhey, Ruud Drupsteen, Caroline van den Kommer, Mary

Nadere informatie

Voorbeeld van een tekstplan als voorbereiding op het schrijven van een eerste versie

Voorbeeld van een tekstplan als voorbereiding op het schrijven van een eerste versie Voorbeeld van een tekstplan als voorbereiding op het schrijven van een eerste versie INLEIDING Welzijn van dieren in bio-industrie Waarover wordt wel gesproken? - leefomstandigheden - zorgen consument

Nadere informatie

PrOmotie. Naar je zin. Werkboek Najaarsfeesten en voorjaarsfeesten

PrOmotie. Naar je zin. Werkboek Najaarsfeesten en voorjaarsfeesten PrOmotie Naar je zin Werkboek Najaarsfeesten en voorjaarsfeesten Colofon Auteurs: Adviezen: Onder redactie van: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Nico Schouws (Fontys/OSO) en Ro-Nalt Schrauwen Aveline

Nadere informatie

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Kleren maken de mens

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Kleren maken de mens PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Kleren maken de mens Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Mary Korten, José Banens, Gerda Verheij

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam : Ventilatie en energieverlies van woningen Enkele bouwkundige details Ventilatie en energieverlies van woningen Enkele bouwkundige details 85 Stichting Bouwresearch Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Auteurs: Drs. G. van der Meulen Referentie: WvdJ/SL 11.0426 Datum: maart 2007 Het lectoraat Morele vorming in het

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Gezond eten

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Gezond eten PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Gezond eten Colofon Auteur: Adviezen: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Gerda Verheij Aveline Dijkman (Sociale Competentie)

Nadere informatie

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen sociale psychologie Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld Onderzoeksresultaten fase 1 Elisabeth Hoekstra Goda Perlaviciute Linda Steg onderzoekgaswinning@rug.nl

Nadere informatie

PrOmotie. Seksuele vorming. Werkboek 4 Samenleven

PrOmotie. Seksuele vorming. Werkboek 4 Samenleven PrOmotie Seksuele vorming Werkboek 4 Samenleven Colofon Auteur: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Aveline Dijkman (DAT) Aveline Dijkman (DAT), Edu Actief b.v. Edu Actief

Nadere informatie

Naar een nieuw concept van Gezondheid

Naar een nieuw concept van Gezondheid Kwaliteitsinstituut 7 mei 2013 Naar een nieuw concept van Gezondheid Daniëlle Branje MSc. & Machteld Huber, arts Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl Louis Bolk Instituut Sinds 1976 Onderzoek

Nadere informatie

de mening van consumenten Castreren of niet: Filiep Vanhonacker Varkensbedrijf Wolkenhoeve gaat voor niet-gecastreerde varkens

de mening van consumenten Castreren of niet: Filiep Vanhonacker Varkensbedrijf Wolkenhoeve gaat voor niet-gecastreerde varkens Persevenement Varkensbedrijf Wolkenhoeve gaat voor niet-gecastreerde varkens De Wolkenhoeve, Geel, 20 mei 2010 Castreren of niet: de mening van consumenten Filiep Vanhonacker Universiteit Gent, Vakgroep

Nadere informatie

Praktische sectororiëntatie. De 4 sectoren

Praktische sectororiëntatie. De 4 sectoren Praktische sectororiëntatie De 4 sectoren Colofon Auteurs: Jacobien Ubbink, Ronald Broos (ROC West Brabant), Hanneke Molenaar, Anja Reimert (Graafschapcollege), Clem Witsel (Graafschapcollege) Redactie:

Nadere informatie

Waarom is een nieuw tijdschrift nodig?

Waarom is een nieuw tijdschrift nodig? Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. De gegevens naar buiten brengen - een nieuw online wetenschappelijk

Nadere informatie

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58 Seksuele vorming Colofon Auteur: Mandy Rooker, werkzaam bij On(der)wijs Goed! Eindredactie: Daphne Ariaens Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius group Illustraties: Edu Actief b.v. Titel: Seksuele

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Levensbeëindiging het veroorzaken of bespoedigen van de dood door het toedienen van een middel met het doel het leven te bekorten is strafbaar als doodslag of moord. Onder omstandigheden kan

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari

Nadere informatie

BURGERPANEL CAPELLE OVER...

BURGERPANEL CAPELLE OVER... BURGERPANEL CAPELLE OVER... profiel nieuwe burgemeester Mei 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 15 e peiling met het burgerpanel van Gemeente Capelle aan den IJssel. Deze peiling

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma Afwegingskader Opstallen - Weiden Symposium Lekker Buiten: Outdoor Animal Husbandry De kracht en uitdagingen van het buiten houden van vee 19 april Wageningen Ir. Q.G.W. (René) van den Oord sr. adviseur

Nadere informatie

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC Morele dilemma s in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december 2018 Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren pagina 2 van 5 Alcoholconsumptie brengt risico s met zich mee.

Nadere informatie

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen m * * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden L E X I C O N van arbeidsrecht en arbeidsverhoudingen ** k EUR op ir EUROPESE STICHTING TOT VERBETERING VAN DE LEVENS- EN

Nadere informatie

Dilemmamethode. Formuleer het dilemma:

Dilemmamethode. Formuleer het dilemma: Dilemmamethode (zie: Jacques Graste, Omgaan met dilemma s. Een methode voor ethische reflectie hoofdstuk 2 in Henk Manschot en Hans van Dartel In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in

Nadere informatie

Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees

Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees Professor dr. A van der Heide Dr. L van Zuylen Drs. E Geijteman Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees Professor dr. Zuurmond Dr. R Perez Drs. B Huisman Medicatiemanagement in de laatste

Nadere informatie

PrOmotie. Seksuele vorming. Werkboek 2 Veilig vrijen

PrOmotie. Seksuele vorming. Werkboek 2 Veilig vrijen PrOmotie Seksuele vorming Werkboek 2 Veilig vrijen Colofon Auteur: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Aveline Dijkman (DAT) Aveline Dijkman (DAT), Edu Actief Edu Actief

Nadere informatie

Veranderende rollen in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals

Veranderende rollen in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals Veranderende rollen in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals Karen Schipper, Susan Woelders en Annette Hendrikx Aanleiding Context: veranderingen in het zorgstelsel

Nadere informatie

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud Voorwoord Ongeveer twee jaar geleden publiceerde het Nibud Geld en Gedrag, Budgetbegeleiding voor de beroepspraktijk. Het boek werd enthousiast ontvangen door het werkveld, vooral vanwege de competenties

Nadere informatie

Wat vindt Nederland van de Kip van Morgen?

Wat vindt Nederland van de Kip van Morgen? bezoekadres Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam postadres Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E moti@motivaction.nl T +31 (0)20 589 83 83 W www.motivaction.nl Wat vindt Nederland van de Kip van Morgen? Factsheet

Nadere informatie

IT Governance. Studietaak 5

IT Governance. Studietaak 5 IT Governance 5 Open Universiteit faculteit Managementwetenschappen Cursusteam ir. H.B.F. Hofstee, projectleider en auteur Open Universiteit prof. dr. R.J. Kusters, auteur, Open Universiteit Programmaleiding

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Leuk wonen

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Leuk wonen PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Leuk wonen Colofon Auteur: Adviezen: Onder redactie van: Met dank aan: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Carolien van den Kommer, Gerda Verheij

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

TELLEN EN REKENEN MET TIG

TELLEN EN REKENEN MET TIG TELLEN EN REKENEN MET TIG 2 Tellen en rekenen met tig Een voorbeeld van de aardige getallen Thomas Colignatus Samuel van Houten Genootschap 3 Voor M. op zijn zesde verjaardag in 2012 ISBN: 978.946318906.4

Nadere informatie

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND Gemeente Koggenland Maart 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/concept Datum Maart

Nadere informatie

Zelfstandige Externe Stage

Zelfstandige Externe Stage IK, LEREN EN WERKEN Zelfstandige Externe Stage deel 4 van 6 Colofon Auteur: Marian van der Meijs, werkzaam bij ICBA Inhoudelijke redactie: Jacobien Ubbink Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: PPMP Prepress,

Nadere informatie

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt. Vrijwilligersbeleid binnen de schaatsvereniging Van beleid tot uitvoering in de praktijk Schaatsverenigingen en de vrijwilligersproblematiek De doorsnee schaatsvereniging in Nederland is een vrijwilligersorganisatie:

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Hoe boeren afwegingen maken over weidevogelbeheer en natuurinclusieve landbouw. Theo Vogelzang, Wageningen Economic Research,

Hoe boeren afwegingen maken over weidevogelbeheer en natuurinclusieve landbouw. Theo Vogelzang, Wageningen Economic Research, Boeren in beweging Hoe boeren afwegingen maken over weidevogelbeheer en natuurinclusieve landbouw Theo Vogelzang, Wageningen Economic Research, 8-11-2018 Raamwerk Willen: Intrinsieke motivatie, Identiteit

Nadere informatie

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Augustus 2015 Het meeste wetenschappelijk onderzoek wordt betaald door de overheid uit publieke middelen. De gevolgen van wetenschappelijke kennis voor de samenleving

Nadere informatie