VAN GRAFHORST EN VAN BUITENEN NOTARISKANTOOR STATUTEN

Transcriptie

1 STATUTEN Naam, plaats van vestiging, duur. Artikel De naam van de stichting is: Stichting Reclassering Nederland. 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Utrecht en is gevestigd te Utrecht. 3. Zij is opgericht voor onbepaalde tijd. Doel. Artikel De stichting heeft ten doel: Het bevorderen van een veiliger samenleving door het (doen) uitvoeren van reclasseringsactiviteiten in de ruimste zin van het woord. 2. De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door: - het verrichten van taken haar bij of krachtens de wet opgedragen; - het verrichten van activiteiten gericht op het terugdringen van recidive; - de bevordering van wetenschappelijk onderzoek ten dienste van een betere taakuitoefening; - beïnvloeding van de publieke opinie over de reclassering. 3. De stichting beoogt niet het maken van winst. Vermogen. Artikel 3 Het vermogen van de stichting wordt gevormd door: a. schenkingen, erfstellingen en legaten; erfstellingen kunnen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard; b. bijdragen van derden; c. subsidies en d. andere inkomsten. Organen. Artikel 4. De stichting heeft de volgende organen: a. het bestuur; b. de raad van toezicht. 2

2 Bestuur. Artikel Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en wordt gevormd door een directie bestaande uit één of meer leden. 2. De directeuren worden benoemd door de raad van toezicht. Een lid wordt benoemd tot algemeen directeur. 3. De verdeling van de werkzaamheden tussen de directeuren vindt plaats op voorstel van de algemeen directeur. Deze verdeling wordt vastgelegd in een directiestatuut en dit statuut behoeft goedkeuring van de raad van toezicht. 4. Het salaris en de overige aanstellingsvoorwaarden van de directeuren worden vastgesteld door de raad van toezicht. 5. De algemeen directeur treedt op als voorzitter en heeft bij staking der stemmen een doorslaggevende stem. 6. De raad van toezicht is bevoegd één of meer directeuren te schorsen of te ontslaan. Indien de raad van toezicht tot schorsing of ontslag wenst over te gaan dan worden de directeuren in de gelegenheid gesteld hun standpunten kenbaar te maken. Een directeur kan zich laten bijstaan door een raadsman. 7. Een lid van de directie defungeert: - door zijn overlijden; - door zelf genomen ontslag; - ten gevolge van ontslag door de raad van toezicht; - door het vrije verlies van het beheer over zijn vermogen. Vertegenwoordiging van de stichting. Artikel De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de algemeen directeur. De algemeen directeur kan besluiten tot verlening van volmacht aan een of meer werknemers van de stichting, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. 2. De algemeen directeur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen maar pas ná voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en overeenkomstig artikel 16 lid 1 onder a Uitvoeringsregeling reclassering van de minister van Justitie. 3. De algemeen directeur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. 3

3 4. Naast de elders in deze statuten genoemde gevallen zijn de volgende directiebesluiten aan goedkeuring door de raad van toezicht onderworpen: a. besluiten tot het aanbrengen van ingrijpende wijzigingen in de structuur van de organisatie; b. de vaststelling van de begroting; c. de vaststelling van de jaarrekening en het jaarverslag als bedoeld in artikel 10 lid 2; d. de vaststelling van het jaarplan; e. de wijziging van de statuten en de ontbinding van de stichting; f. de instemming met (wijzigingen van) een Collectieve Arbeids Overeenkomst (hierna te noemen CAO), voor zover uit die CAO aanmerkelijke financiële verplichtingen voor de stichting voortvloeien; g. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek; h. de vaststelling van een klachtenreglement en de benoeming van de leden van de klachtencommissie(s); i. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen; j. het doen van investeringen en het aangaan van geldleningen die een bedrag van vijf procent (5%) van het jaarbudget in het desbetreffende jaar te boven gaan; k. de aanvraag van faillissement en van surséance van betaling van de stichting; l. het aangaan van een fusie. Raad van toezicht. Artikel De raad van toezicht houdt toezicht en adviseert de directie. De raad van toezicht heeft daarbij tot taak erop toe te zien, dat het bestuur van de stichting plaatsvindt conform het in deze statuten bepaalde. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden werkorganisatie. Hij adviseert de directie terzake. Hij kan van de directie toegang verlangen tot alle bescheiden en overige informatie, noodzakelijk voor de uitvoering van zijn taak. 2. De ondernemingsraad heeft het recht om voor één plaats in de raad van toezicht een voordracht te doen aan de raad van toezicht. De raad van toezicht is verplicht om, binnen één maand nadat hem bekend is geworden dat een vacature waarvoor dit voordrachtsrecht geldt, ontstaat, aan de ondernemingsraad deze vacature te melden en de ondernemingsraad te verzoeken een voordracht te doen. 3. De ondernemingsraad is verplicht binnen twee maanden nadat hem is meegedeeld dat 4

4 een vacature moet worden vervuld, een voordracht te doen. Indien de ondernemingsraad binnen deze termijn van twee maanden geen voordracht doet, is de de raad van toezicht vrij in de benoeming. De ondernemingsraad wordt in dit geval geacht voor deze vacature van zijn voordrachtsrecht gebruik te hebben gemaakt. 4. De raad van toezicht kan slechts van de voordracht als hiervoor gemeld afwijken, indien een besluit daartoe genomen wordt met een meerderheid van ten minste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 5. De raad van toezicht bestaat uit een oneven aantal van ten minste vijf en ten hoogste zeven natuurlijke personen. De raad stelt binnen deze grenzen zelf het aantal leden vast. 6. De raad van toezicht verdeelt zijn taken onderling en benoemt uit zijn midden een voorzitter. 7. Indien het aantal leden van de raad van toezicht is gedaald tot onder het in lid 5 van dit artikel vermelde minimum aantal van vijf, blijft de raad van toezicht bevoegd. 8. Leden van de raad van toezicht kunnen slechts zijn natuurlijke personen en moeten - gezien hun werk, belangstelling en ervaring - een concrete bijdrage tot het verwezenlijken van het doel van de stichting kunnen leveren. 9. Verder geldt voor de leden van de raad van toezicht dat zij: a. niet werkzaam mogen zijn bij de stichting of direct dan wel indirect een financieel belang hebben bij de stichting; b. geen belangen vertegenwoordigen die, naar het oordeel van de raad van toezicht, tegenstrijdig zijn met de belangen van de stichting. 10. De leden van de raad van toezicht worden door de raad van toezicht benoemd met inachtneming van het bepaalde in leden 2, 3, 4 en 5 van dit artikel. 11. Leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Leden van de raad van toezicht treden af volgens een door de raad op te maken rooster. Een volgens het rooster aftredend lid is onmiddellijk herbenoembaar, voor maximaal een periode van vier jaar. 12. Elk lid van de raad van toezicht kan te allen tijde als zodanig worden geschorst of ontslagen bij een besluit van de raad van toezicht genomen met een meerderheid van tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle andere leden dan de betrokkene(n) aanwezig of vertegenwoordigd zijn en die daartoe speciaal is bijeengeroepen. 13. Een lid van de raad van toezicht defungeert voorts: - door zijn bedanken; 5

5 - door zijn overlijden; - door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; - indien hij niet langer voldoet aan de vereisten van lid 8 of lid 9 van dit artikel. 14. Indien een lid van de raad van toezicht als zodanig defungeert, is de raad van toezicht verplicht, met inachtneming van het in de leden 2, 3, 4, en 5 van dit artikel bepaalde, zo spoedig mogelijk in de vacature te voorzien, dan wel te besluiten, met inachtneming van het in lid 5 van dit artikel bepaalde minimum, dat het aantal leden van de raad van toezicht wordt verminderd. 15. Bij ontstentenis of belet van één of meer leden van de raad van toezicht nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid het gehele toezicht waar. 16. Kosten die leden van de raad van toezicht in de uitoefening van hun functie noodzakelijkerwijs maken, worden hen door de stichting vergoed. De leden van de raad van toezicht ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding zoals vastgesteld in de Regeling Vergoedingen leden raad van toezicht. Voorts ontvangen zij een vergoeding van reis- en verblijfkosten. Vergaderingen van de raad van toezicht. Artikel De directie van de stichting woont de vergaderingen van de raad van toezicht bij en heeft daarin een adviserende stem. 2. De raad van toezicht vergadert zo dikwijls als de meerderheid van de leden daartoe verzoekt, doch ten minste vier maal per jaar. 3. De voorzitter van de raad van toezicht en de algemeen directeur van de stichting kunnen, wanneer het belang van de aan de orde zijnde onderwerpen daartoe aanleiding geeft, een vergadering van de raad bijeenroepen. 4. De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad van toezicht. Indien de voorzitter niet aanwezig is voorziet de raad van toezicht zelf in zijn leiding. 5. Met uitzondering van de gevallen, waarvoor krachtens deze statuten een gekwalificeerde meerderheid is vereist, besluit de raad van toezicht bij meerderheid van stemmen. 6. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid worden gesteld hun stem schriftelijk uit te brengen. 7. De raad van toezicht kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering waarin ten minste de meerderheid van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Ieder lid van de raad van toezicht heeft één stem. Een lid van de raad van toezicht kan zich ter vergadering door een lid van de raad van toezicht laten vertegenwoordigen onder overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. 6

6 Een lid van de raad van toezicht kan daarbij slechts voor één lid van de raad van toezicht als gevolmachtigde optreden. 8. Is in een vergadering minder dan de meerderheid van de leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en ten hoogste zes weken nadien, in welke tweede vergadering, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, rechtsgeldig kan worden besloten omtrent de onderwerpen welke in de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst, doch waarover in die vergadering bij ontbreken van het quorum niet kon worden besloten. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen onafhankelijk van het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden van de raad van toezicht. 9. a. Stemmingen geschieden mondeling, tenzij één van de leden van de raad van toezicht schriftelijke stemming verlangt, in welk geval de stemming bij ongetekende gesloten briefjes plaatsvindt. b. Indien bij een stemming over de benoeming van een nieuw lid van de raad van toezicht geen van de voorgestelde personen de meerderheid behaalt, zal een tweede stemming worden gehouden. c. Indien ook bij de tweede stemming de stemmen staken beslist de voorzitter. d. Bij staking van de stemming over de goedkeuring van de in artikel 6 lid 4 genoemde directiebesluiten, wordt binnen twee weken daarna een nieuwe vergadering bijeengeroepen. Indien de stemmen dan opnieuw staken, beslist de voorzitter. 10. Blanco stemmen en ongeldige stemmen zijn van onwaarde. Deze stemmen worden bij het bepalen van de uitslag van de stemming niet meegeteld. In alle geschillen omtrent stemmingen, waarin deze statuten niet voorzien, beslist de voorzitter. 11. Van de vergaderingen wordt een verslag opgesteld, dat in dezelfde of de eerstvolgende vergadering door de raad van toezicht wordt vastgesteld. In of bij het verslag wordt tevens vermeld welke leden van de raad van toezicht op de vergadering aanwezig zijn geweest. Regiomanagement. Artikel Het werkgebied van de stichting betreft het gehele land. Voor de uitvoering van de werkzaamheden van de stichting is het werkgebied onderverdeeld in regio s. Onder verantwoordelijkheid van de directie zijn de regiomanagers belast met de dagelijkse leiding in de regio. 2. De directie zal nadere regels over het functioneren van de regiomanagers vaststellen bij reglement. Bij dat reglement kan de directie de bevoegdheden van de regiomanagers 7

7 vastleggen hetzij middels mandaat, hetzij delegatie, hetzij volmacht. Dat reglement mag niet in strijd zijn met de statuten (en de wet en andere regelgeving). Boekjaar, Jaarstukken. Artikel Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Binnen vier maanden na afloop van een boekjaar stelt de directie over dat boekjaar een concept jaarverslag en een concept jaarrekening op. 3. De jaarrekening wordt onderzocht door een registeraccountant, die omtrent zijn onderzoek verslag uitbrengt aan de raad van toezicht en de directie en de uitslag van zijn onderzoek neerlegt in een verklaring. 4. De jaarrekening en het jaarverslag worden binnen zes maanden na afloop van het desbetreffende boekjaar, nadat de raad van toezicht deze jaarrekening en het jaarverslag ingevolge artikel 6, lid 4 sub c heeft goedgekeurd, vastgesteld door de directie. Goedkeuring van beide stukken strekt de directie tot decharge. 5. De raad van toezicht benoemt een registeraccountant. Statutenwijziging. Artikel De directie is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. De directie doet onverwijld melding aan de minister van Justitie van: a. het oprichten van dan wel deelnemen aan een ander rechtspersoon; b. het wijzigen van de statuten. Een besluit van de raad van toezicht tot goedkeuring van een statutenwijziging kan slechts worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een voltallige vergadering van de raad van toezicht. Bij de oproep tot een vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding van de stichting aan de orde komt, moet de agenda - die dan ten minste twee weken tevoren aan de leden van de raad van toezicht moet worden toegezonden - het voorstel tot statutenwijziging en de tekst daarvan, of het voorstel tot ontbinding bevatten. 2. Is de vergadering, waarin de goedkeuring van een besluit tot statutenwijziging of ontbinding aan de orde is, niet voltallig, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee weken en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen, doch ongeacht het aantal aanwezigen. 8

8 3. Een statutenwijziging treedt eerst in werking, nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. De algemeen directeur is bevoegd deze akte te doen verlijden. 4. De directie is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht gehouden stichtingenregister. Ontbinding en vereffening. Artikel De directie is na toestemming van de minister van Justitie en de raad van toezicht bevoegd de stichting te ontbinden. Bij het besluit tot ontbinding stelt de directie tegelijkertijd de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast. 2. Op het besluit van de directie tot ontbinding (en de bestemming van het batig liquidatiesaldo) is het bepaalde in het voorgaande artikel, leden 1 tot en met 4 van overeenkomstige toepassing. 3. De vereffening geschiedt met inachtneming van de daaraan in artikel 2:23 a tot en met c van het burgerlijk wetboek gestelde eisen door de directie, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars zijn aangewezen. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het daartoe bestemde register van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht. 5. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden in liquidatie. 6. De stichting houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar dan wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen van het ophouden te bestaan opgave aan het in lid 4 van dit artikel bedoelde register. 7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende tien jaren onder bewaring van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het in lid 4 van dit artikel bedoelde register. Slotbepalingen. Artikel Aan de directie komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen. In gevallen waarin de wet of de statuten niet voorzien 9

9 beslist de directie. 2. Overal waar in deze statuten bij de aanduiding van personen de mannelijke vorm gebruikt wordt, worden daarmee zonder onderscheid zowel vrouwen als mannen bedoeld. 3. De stichting zal bij haar eigen werkzaamheden geen onderscheid mogen maken wegens ras, nationaliteit, nationale minderheid, geslacht, personele staat, of wegens het uiting geven aan overtuiging, politieke gezindheid of seksuele relatievoorkeur. De stichting zal ook niet werkzaam mogen zijn ten behoeve van personen en organisaties die in hun doelstellingen, beleid of feitelijk handelen een dergelijk onderscheid maken. Deze bepaling is niet van toepassing op handelingen die aan bepaalde personen, of groepen van personen, een bevoorrechte positie toekennen om feitelijke ongelijkheden op te heffen. Het slot van deze akte De identiteit van de verschenen persoon heb ik vastgesteld aan de hand van zijn identiteitsbewijs, zodat hij mij bekend is. Ik heb de verschenen persoon de inhoud van deze akte uitgelegd, een toelichting gegeven en gewezen op de gevolgen die de inhoud met zich meebrengt. Hij heeft verklaard dat hij een concept van deze akte heeft gelezen, de inhoud kent en daarmee instemt. Nadat ik de akte gedeeltelijk heb voorgelezen hebben de verschenen persoon en ik de akte ondertekend. Het origineel van deze akte zal op mijn kantoor blijven. De akte is verleden in Utrecht op de datum die ik in het begin van deze akte vermeld heb. NA ONDERTEKENING UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT Utrecht, 12 februari 2007 Nick van Buitenen, notaris 10