INFORMATIEBUNDEL Toelatingsvoorwaarden VTS-sportkaderopleidingen. Rijvaardigheidsproeven

Transcriptie

1 INFORMATIEBUNDEL Toelatingsvoorwaarden VTS-sportkaderopleidingen Rijvaardigheidsproeven 1 Versie januari 2019

2 Inhoud A. Verduidelijking toelatingsvoorwaarden Aspirant-Initiator Initiator Instructeur B Trainer B Trainer A... 5 B. Vrijstellingen voor rijvaardigheidsproeven instructeur B... 6 op basis van wedstrijdresultaten Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten dressuur 6 2. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten jumping 6 3. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven instructeur B op basis van wedstrijdresultaten eventing Vrijstelling aanvragen?... 7 C. Inschrijven voor een rijvaardigheidsproef Hoe inschrijven? Kostprijs?... 8 D. Enkele aandachtspunten en frequent gestelde vragen... 9 E. Nuttige adressen F. Bijlages BIJLAGE 1: Rijvaardigheidsproeven Instructeur B BIJLAGE 2: Toegestane bitten in dressuur BIJLAGE 3: Toegestane bitten in jumping

3 A. Verduidelijking toelatingsvoorwaarden 1. Aspirant-Initiator Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding: - 15 jaar zijn/worden in het jaar dat de opleiding start - In het bezit zijn van het B-brevet 2. Initiator Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding: - 17 jaar zijn/worden in het jaar dat de opleiding start - In het bezit zijn van het B-brevet 3. Instructeur B 3 Vanaf het niveau van instructeur B kan je kiezen voor een disciplinespecifieke opleiding. De toelatingsvoorwaarden voor het starten van de opleiding zijn de volgende: - In het bezit zijn van het VTS-diploma Initiator Paardrijden Olympische Disciplines - In het bezit zijn van het attest Rijvaardigheid Instructeur B of over een vrijstelling (zie pg. 6) beschikken in de discipline waarin je de opleiding wilt volgen. - De rijvaardigheidsproef is een toelatingsvoorwaarde voor alle kandidaat cursisten die het sportspecifieke gedeelte (vanaf Module 2a) van de instructeur B lesgeversopleiding wensen te volgen. Deze eigen rijvaardigheid helpt de cursist om de rijtechnische kennis die tijdens deze lesgeversopleiding aan bod komt te instrueren aan de gevorderde recreant of de beginnende wedstrijdruiter. Je dient niet in het bezit te zijn van het diploma Initiator om de rijvaardigheidsproef Instructeur B te kunnen afleggen.

4 3.1. Rijvaardigheid Instructeur B dressuur Toelatingsvoorwaarde rijvaardigheidsproef: - In het bezit zijn van het B-brevet Eindtermen De kandidaat behaalt 20 voldoendes bij de opgelegde oefeningen (zie bijlage 1) en bij de algemene beoordeling moeten altijd 2 voldoendes behaald worden. Weetje Er kan een vrijstelling bekomen worden voor de rijvaardigheidsproef instructeur B dressuur, op basis van wedstrijdresultaten dressuur op een hoger niveau. Meer informatie is terug te vinden bij het hoofdstuk Vrijstellingen (pg. 6) Rijvaardigheid Instructeur B springen Toelatingsvoorwaarde rijvaardigheidsproef: - In het bezit zijn van het B-brevet. Eindtermen De kandidaat legt een vooraf bepaalde technische springproef af (zie bijlage 1). De kandidaat moet 7 voldoendes behalen op de technische springproef. Bij de algemene beoordeling moeten er altijd 4 voldoendes behaald worden. 4 Weetje Er kan vrijstelling bekomen worden voor de rijvaardigheidsproef instructeur B jumping, op basis van wedstrijdresultaten jumping op een hoger niveau. Meer informatie is terug te vinden bij het hoofdstuk Vrijstellingen (pg. 6) Rijvaardigheid Instructeur B eventing Toelatingsvoorwaarde rijvaardigheidsproef: - In het bezit zijn van het B-brevet Eindtermen De rijvaardigheidsproef van de instructeur B lesgeversopleiding bestaat uit opgelegde dressuuroefeningen, een springproef en een technische terreinproef (zie bijlage 1). De kandidaat behaalt de eindtermen voor de rijvaardigheidsproef dressuur en springen. Specifiek voor de technische terreinproef moet de kandidaat minstens 5 voldoendes behalen op de algemene beoordeling. Weetje Er kan vrijstelling bekomen worden voor de rijvaardigheidsproef instructeur B eventing, op basis van wedstrijdresultaten dressuur op een hoger niveau. Meer informatie is terug te vinden bij het hoofdstuk Vrijstellingen (pg. 6).

5 4. Trainer B Deze opleiding is in opmaak. 5. Trainer A Deze opleiding is in opmaak. 5

6 B. Vrijstellingen voor rijvaardigheidsproeven instructeur B op basis van wedstrijdresultaten Er bestaat een mogelijkheid om een vrijstelling te bekomen voor de rijvaardigheidsproef instructeur B. Deze vrijstelling kan bekomen worden wanneer men kan aantonen dat men 4 x de opgegeven criteria behaalde in het vooropgestelde niveau. De voorwaarden kan je terugvinden in onderstaande vrijstellingstabel: 1. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten dressuur DRESSUUR Minimum 4 keer een resultaat van 60% behaald hebben. NIVEAU LRV VLP INTERNATIONAAL/ANDERE Instructeur B Z1 M3 // 6 2. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten jumping JUMPING Minimum 4 keer een parcours met maximum 4 strafpunten gereden hebben. NIVEAU LRV VLP INTERNATIONAAL/ANDERE Instructeur B Midden (1.20) Provinciaal/Silver CSI 1.20m 1.20m

7 3. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven instructeur B op basis van wedstrijdresultaten eventing EVENTING Minimum 4 wedstrijden gereden hebben met MCR, een MCR houdt volgende resultaten in: Dressuur: minimum 55,5 % behaald hebben. Cross: niet meer dan 75 seconden buiten de optimale tijd + 0 strafpunten behaald hebben op de hindernissen (1x 11 strafpunten voor het activeren van een veiligheidsvoorziening sluit het behalen van een MCR niet uit.). Jumping niet meer dan 16 strafpunten behaald hebben. NIVEAU LRV VLP FEI Instructeur B Midden CNC M (110) CCI*L-S 4. Vrijstelling aanvragen? Een aanvraag voor een vrijstelling voor een rijvaardigheidsproef kan je schriftelijk richten aan de Vlaamse Liga Paardensport via opleidingen@vlp.be. De wedstrijdresultaten die in aanmerking komen moeten bij je aanvraag toegevoegd worden. 7 Heb je resultaten die in aanmerking komen voor een vrijstelling bij LRV dan dien je deze bij het LRVsecretariaat op te vragen. Zijn deze resultaten voldoende voor een vrijstelling, dan kan je een bevestiging van LRV krijgen hiervoor. Je richt je hiervoor tot LRV t.a.v. h.engelen@lrv.be. Het attest kan dan worden doorgestuurd naar opleidingen@vlp.be waarna het VLP-secretariaat een officieel vrijstellingsattest zal opmaken. Met een vrijstellingsattest ben je dus vrijgesteld voor de rijvaardigheidsproef van de opleiding instructeur B.

8 C. Inschrijven voor een rijvaardigheidsproef 1. Hoe inschrijven? Inschrijven voor de rijvaardigheidsproef instructeur B verloopt steeds via de VLP-website 2. Kostprijs? Een rijvaardigheidsproef dressuur, springen of enkel terreinrijden kost 20 (incl. BTW) per proef voor VLPleden. Maar ook als je geen VLP lid bent kan je een rijvaardigheidsproef afleggen. Je betaalt dan 25 (incl. BTW) per proef en bent dan voor die dag verzekerd. Een rijvaardigheidsproef Eventing (springen, dressuur en terreinrijden) kost 40 (incl. BTW) voor VLP-leden als je de proeven op eenzelfde dag aflegt. Als je geen VLP-lid bent komt dit op 45 (incl. BTW). Opnieuw bent je dan voor deze dag verzekerd. Je kan er ook voor kiezen de proeven over verschillende momenten af te leggen. In dit geval zijn bovenstaande tarieven voor afzonderlijke proeven geldig. 8 Een paard mag slechts twee rijvaardigheidsproeven per dag afleggen.

9 D. Enkele aandachtspunten en frequent gestelde vragen 1. Richtlijnen met betrekking tot de ruiter: - Je kunt de rijvaardigheidsproeven afleggen vanaf het moment dat je in het bezit bent van een B- brevet. Een B-brevet kan worden afgelegd vanaf het jaar dat je 12 jaar (kalenderjaar) wordt. Let op! Je kan pas starten met een trainersopleiding vanaf het jaar dat je 17 jaar (kalenderjaar) wordt. Verder staat geen leeftijdsvoorwaarde op de rijvaardigheid. Je kunt deze afleggen wanneer je er klaar voor bent, ongeacht je leeftijd. - De rijvaardigheidsproef instructeur B wordt gereden in correct ruiteruniform (wedstrijduniform is niet verplicht). - Het dragen van een ruiterhelm met driepuntsluiting is verplicht voor iedereen die het paard bestijgt in of rondom de inrijpiste en examenpiste. Het niet naleven van deze maatregel kan leiden tot onmiddellijke uitsluiting van de betrokken deelnemer. In dit geval wordt er geen inschrijvingsgeld terugbetaald. - Een toekomstige lesgever draagt steeds een voorbeeldfunctie. Indien buitensporig gedrag (bv. agressie tegenover mens en dier) wordt vastgesteld, kunnen de examinatoren beslissen om de deelnemer onmiddellijk uit te sluiten voor de rijvaardigheidsproef of om de resultaten te verwerpen. Er wordt in dit geval steeds melding gedaan van het voorval bij de organiserende federatie. Er wordt geen inschrijvingsgeld terugbetaald. 9 Dressuur: - Een dressuurzweep is toegelaten in de proef van instructeur B dressuur. De zweep is minimaal 80cm en maximaal 120 cm lang (of maximaal 1m lang in geval van een pony). - Sporen zijn facultatief in de instructeur B proef. De sporen moeten gemaakt zijn van glad metaal en mogen nooit langer zijn dan 3,5 cm. Wieltjes zijn verboden. - Het dragen van een bodyprotector is toegelaten. Jumping: - Een rijzweep mag gebruikt worden. Deze mag niet langer zijn van 75 cm. - Sporen zijn toegelaten, maar niet verplicht. Ze moeten gemaakt zijn van glad metaal en de uitsteeksels mogen niet langer zijn dan 4 cm. Het uiteinde moet stomp zijn. Wieltjes zijn niet toegelaten.

10 2. Richtlijnen met betrekking tot het paard: - Het is toegelaten om de rijvaardigheidsproef met een pony af te leggen, tot en met het jaar waarin ruiters 16 jaar worden. De eindtermen blijven dezelfde (bv. de hoogte van de springproef wordt niet verlaagd). Éénzelfde paard/pony mag maximum 2 rijvaardigheidsproeven rijden op 1 examendag. - In sommige accommodaties is het mogelijk om een stal te huren of gebruik te maken van de piste (tegen betaling). Hiervoor moet rechtstreeks contact opgenomen worden met de accommodatie voor verdere afspraken. - Dierenwelzijn wordt door de deelnemer hoog in het vaandel gedragen. - Indien een paard incorrect loopt of wanneer het paard tekenen van pijn vertoont, kunnen de examinatoren beslissen de proef stop te zetten. In dit geval wordt geen inschrijvingsgeld terugbetaald. - Het is NIET toegelaten dat het paard ingereden wordt door een andere ruiter. - De deelnemer moet zelf over een geschikt paard beschikken. - Wat betreft het harnachement van het paard is de basis het FEI-reglement. Eventuele uitzonderingen worden hieronder opgelijst. Dressuur: - Bitloos rijden is niet toegestaan. - Trens is verplicht in de proef van instructeur B, stang en trens is optioneel. - Toegestane bitten: zie bijlage 2. - Er kan gereden worden met een dressuurzadel of veelzijdigheidszadel. Andere zadels zijn niet toegelaten. - De oefeningen mogen voorgelezen worden. Enkel de officiële termen van de oefeningen mogen gebruikt worden. - Zadelonderleggers moeten overwegend wit zijn. - Bandages en pijpkousen zijn NIET verboden tijdens de opgelegde oefeningen. - Pollennetje (neus/ogen) zijn niet toegelaten. Jumping: - Toegestane bitten: zie bijlage 3. - Er kan gereden worden met een springzadel of veelzijdigheidszadel. Andere zadels zijn niet toegelaten. - Oogkleppen zijn verboden. - Losse en vaste martingale is toegelaten - De teugels moeten aan het bit bevestigd zijn of rechtstreeks aan de toom. Ophaaltrens en hackamores zijn toegelaten. - Bitten met lepels zijn verboden. 10

11 Dit zijn enkele vastgelegde afspraken voor de rijvaardigheidsproeven. Voor andere vragen kunt u het FEI-reglement raadplegen. Dit is terug te vinden op de website van VLP (Nederlands vertaald). 3. Deliberatie en proclamatie : - Enkel de examinatoren oordelen over het wel of niet slagen van de kandidaten! Het resultaat wordt ingevuld op de verzamelstaat en door de examinator ondertekend. - De examinatoren delen de resultaten (geslaagd / niet-geslaagd) mee aan de deelnemers na de rijvaardigheidsproeven. Alle deelnemers krijgen een protocol met bemerkingen mee naar huis. De deelnemers kunnen meer uitleg vragen aan de desbetreffende examinatoren tijdens de proclamatie. Nadien feedback opvragen is niet meer mogelijk. - Het secretariaat van de VLP verwerkt het examen, stuurt aan alle geslaagden of vrijgestelden van een onderdeel de nodige attesten en maakt een kopie van de uitslagen over aan het VTSsecretariaat. - Een ruiter kan zoveel herkansen dan nodig. Er staat geen limiet op het aantal herkansingen. 11

12 E. Nuttige adressen 1. Secretariaten Vlaamse Liga Paardensport VZW Jozef Hebbelynckstraat Merelbeke Rekeningnummer: BE Tel.: 09/ info@vlp.be Website: Verantwoordelijke kaderopleiding: Ellen De Keukeleire opleidingen@vlp.be Vlaamse Trainersschool (VTS) Arenberggebouw Arenbergstraat Brussel Tel.: 02/ vts@sport.vlaanderen Contactpersoon: Sofie Journée Sofie.Journee@sport.vlaanderen (denkcelsecretaris) 12

13 F. Bijlages BIJLAGE 1: Rijvaardigheidsproeven Instructeur B A. Rijvaardigheidsproef Instructeur B Dressuur 13

14 B. Rijvaardigheidsproef Instructeur B Springen 14

15 15

16 C. Rijvaardigheidsproef Instructeur B Eventing 16

17 . BIJLAGE 2: Toegestane bitten in dressuur Bitten moeten vervaardigd zijn van metaal of hard plastic en mogen bedekt zijn met rubber (indien dit de productievorm is). Het bit omwikkelen met gelijk welk materiaal en buigzame rubberen bitten zijn niet toegelaten. De toegelaten maximum lengte van de scharen van de stang is beperkt tot 10 cm (gemeten onder het mondstuk). De diameter van het mondstuk moet aangepast zijn aan de mond van het paard zodat dit geen pijn veroorzaakt. De minimum diameter voor een stang is 12 mm, voor de trens 10 mm. Voor jonge paarden moet de trens minimum 14 mm zijn. Voor pony s moet de trens minimum 10 mm zijn, gemaakt uit metaal of harde plastic en mogen bedekt zijn met rubber. Rubber bitten mogen ook. Volgende bitten zijn toegelaten: Toegelaten enkelvoudige bitten: 1. Watertrens 2. a,b,c: Dubbel gebroken trens waarvan het middenstuk moet afgerond zijn. 3. Bustrens 4. D-trens (Racing-bit) 5. Bustrens met zijstukken 6. Trens met losse ringen en zijstukken (Fulmer) 7. Trens met enkel bovenaan zijstukken 8. Baucher-trens 9. Recht, ongebroken bit. Ook toegelaten in bustrens. 10. Trens met draaiend mondstuk 11. Trens met draaiend middenstuk 12. Roterend bit met draaiend middenstuk 17

18 18

19 Toegelaten bitten voor pony s Recht, ongebroken rubber trens Bustrens a) met zijstuk b) zonder zijstuk D-trens (Racing-bit) Watertrens Watertrens met dubbel gebroken middenstuk (tussenstuk) Baucher-trens 19 Recht, ongebroken bit. Ook toegelaten in bustrens. Trens met draaiend mondstuk Trens met draaiend middenstuk Rotary bit Alle bovenstaande bitten mogen bedekt zijn met rubber, leder of plastic, maar ze moeten gebruikt worden in hun productievorm.

20 BIJLAGE 3: Toegestane bitten in jumping De teugels moeten vastgemaakt zijn aan het bit of aan het verbindingsstuk. Enkel niet vaste martingals zijn toegelaten. Dubbele mondstukken en oogkleppen zijn niet toegelaten. De volgende types van bitten en neusriemen zijn toegelaten : Bitten mogen vervaardigd zijn uit om het even welk materiaal (metaal, rubber, plastic, leder, ) maar moeten gebruikt worden in hun oorspronkelijke productievorm. Dubbele mondstukken zijn niet toegelaten. De minimum diameter van het mondstuk is 10 mm. - Alle trenzen: gebroken, dubbel gebroken of recht (ongebroken), Myler-bits licht gebogen - Alle ophaaltrenzen: normale ophaaltrens, gebroken of recht NB: bitten met draad, dubbele draad of ketting mogen niet gebruikt worden. - Alle Pelhams gebroken, dubbel gebroken of recht, licht gebogen Maximum lengte van de scharen: 15 cm. NB: alle Pelhams moeten gebruikt worden met één enkele teugel. De teugel moet bevestigd zijn of aan een tussenstuk of aan de grootste van beide ringen van het bit. - Alle Kimberwicks een Engels bit met een rechtstreeks effect met mogelijkheid voor de bevestiging van een kinketting, die kan zorgen voor meer hefboomwerking - Alle pessoa-bitten: maximum 4 ringen (inbegrepen de bovenste ring voor het bakstuk. Teugels moeten bevestigd zijn aan een ring; dubbele teugel mag gebruikt worden met of zonder verbindingsstuk. Gebroken, dubbel gebroken of recht Maximum lengte van de scharen: 16 cm. - Hackamore: Maximum lengte van de scharen: 17 cm. Meting moet in een rechte lijn vanaf het midden van de bovenste ring naar het midden van de onderste ring worden uitgevoerd. Voor modellen met een "kinketting" of riem, moet de meting worden genomen uit het midden van de onderste ring naar het punt van splitsing waar de schacht verbindt met het neusstuk. Raadpleeg het memorandum voor Internationale Jumping Evenementen op de FEI website voor foto's. NB: Hackamore mag niet gecombineerd worden met een bit. 20