Inhoudstafel. 2 Modules Nawoord 35. Module 1: voorbereiding en voertuigbediening 12. Module 2: voertuigbeheersing 17

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudstafel. 2 Modules 11. 3 Nawoord 35. Module 1: voorbereiding en voertuigbediening 12. Module 2: voertuigbeheersing 17"

Transcriptie

1 1

2 Inhoudstafel 2 1 Inleiding educatieve achtergrond Opleiding Voorwaarden 9 2 Modules 11 Module 1: voorbereiding en voertuigbediening 12 leerdoelen 13 Examenprotocol 16 Module 2: voertuigbeheersing 17 leerdoelen 18 Examenprotocol 22 Module 3: eenvoudige verkeerssituaties 23 leerdoelen 24 Examenprotocol 28 Module 4: complexe verkeerssituaties 29 leerdoelen 30 Examenprotocol 34 3 Nawoord 35

3 3

4 Het behalen van een rijbewijs, de officiële toelating om een motorvoertuig te mogen besturen, is een belangrijk aspect van een levenslange en permanente verkeers- en mobiliteitseducatie. De rijopleiding wordt nog te vaak alleen gezien als een middel om een rijbewijs te behalen. Dit is slechts één facet. De rijopleiding heeft immers een bredere doelstelling: onervaren verkeersdeelnemers veilig leren rijden. 4 Dit curriculum beschrijft de expliciete educatiedoelstellingen die de leerling-bestuurder moeten toelaten om een basisrijvaardigheid en verkeersinzicht te verwerven die hem veilig door de eerste fase van het solo rijden voeren. Door de voertuigbediening gradueel uit te breiden en de leerling-bestuurder voortdurend en systematisch feedback te verstrekken over zijn rijgedrag, leert hij stilaan om zijn ontwikkelde vaardigheden optimaal af te stemmen op de verkeerssituaties waarin hij zich bevindt. Dit curriculum voor de praktische opleiding voor rijbewijs B biedt een systematische ordening van de leerinhouden die leiden tot het vooropgestelde einddoel: de leerling-bestuurder moet een veilig, vlot, milieuvriendelijk en sociaal rijgedrag vertonen. Dit gestructureerde leerproces is samengesteld uit de volgende componenten: Kennis, zijnde de theoretische kennis van het verkeersreglement (plichten en rechten) en de toepassing in praktijk van deze regelgeving. Vaardigheden, met aandacht voor onder meer de selectieve waarneming, de perceptie en risico-ontdekking en risicovermijding, de koppeling van handelen aan waarnemen, en het uitvoeren van de gepaste actie Mobiliteitsinzichten, zijnde de vervoerwijze optimaal kiezen, rekening houdend met het tijdstip, de meest geschikte route en het meest aangewezen vervoermiddel. Veilig verkeer begint immers niet bij het instappen, maar bij de beslissing om een verplaatsing te maken. Verkeersgedrag, bestaande uit onder meer volgende aspecten: - attitudevorming, gericht op een verantwoord verkeersgedrag, de wisselwerking tussen eigen veiligheid en de veiligheid van anderen, een vergevingsgezinde houding ten aanzien van fouten en het besef van sociaal onaanvaardbare overtredingen; - ongevalvoorkomend gedrag. Hiertoe zijn de doelstellingen onderverdeeld in vier grote delen of modules: Module 1: Ritvoorbereiding en voertuigbediening De leerling-bestuurder moet de auto leren kennen en met de belangrijkste onderdelen ervan kennismaken. De onderdelen van de auto op een juiste manier gebruiken, zonder onnodige slijtage te veroorzaken is belangrijk, zowel voor het uitvoeren van de rijtaak als voor de conditie van de auto. Module 2: Voertuigbeheersing In module 2 leert de leerling-bestuurder de technische beheersing van zijn auto. Hierbij moet hij nog geen rekening houden met andere weggebruikers. De leerling-bestuurder moet zijn auto leren kennen, de bedieningsorganen vlot leren gebruiken, de afstanden leren inschatten, stopafstanden oefenen, in rechte lijn leren rijden Module 3: Eenvoudige verkeerssituaties In deze module zal de leerling-bestuurder leren rijden in eenvoudige omstandigheden op de openbare weg. De leerlingbestuurder zal kennismaken met de risico s van verkeersdeelname, het inspelen op andere verkeersdeelnemers, het waarnemen, oordelen en reageren. Module 4: Complexe verkeerssituaties De leerling-bestuurder moet de auto beheersen en de verkeersregels kennen, zodat hij ook in moeilijke verkeerssituaties in staat is om vlot, veilig en milieuvriendelijk te rijden. Op deze manier neemt hij op een optimaal veilige wijze deel aan het verkeer zonder andere weggebruikers te hinderen.

5 1.1 Educatieve achtergrond Veilig en verantwoord autorijden 5 Drie pijlers ondersteunen een veilig gedrag van de verkeersdeelnemer, de 3 E s: - Engineering: weginrichting en voertuigtechniek - Enforcement: wetgeving en handhaving - Education: opleiding, informatie, sensibilisatie Een goede verkeersopleiding (Education) beschrijft wat iemand moet kennen, kunnen en willen om veilig en verantwoord aan het verkeer te kunnen deelnemen. Een goede verkeersopleiding beperkt zich dus niet tot het opleiden voor het rijbewijs; het is een levenslang gegeven. Dit curriculum voor de praktische opleiding voor rijbewijs B biedt een systematische ordening van de leerinhouden die leiden tot het vooropgestelde einddoel: de leerling-bestuurder veilig, vlot, milieuvriendelijk en sociaal leren rijden. Met name de aandacht voor veilig rijden is van groot belang, omdat menselijke fouten verreweg de belangrijkste aanleiding zijn voor verkeersongevallen. Jonge beginnende bestuurders lopen een bijna vier keer groter risico op een auto-ongeval dan meer ervaren bestuurders. Om resultaten te boeken op het vlak van verkeersveiligheid, moet de rijopleiding optimaal samenwerken met elk van de twee andere domeinen. De relatie met de wetgeving (Enforcement) spreekt vanzelf. Lesgevers spelen ook een belangrijke rol in het uitleggen hoe de leerling-bestuurder door het juist gebruik van nieuwe technieken in de weginfrastructuur en in de voertuigontwikkeling (Engineering) zijn veiligheid maximaal kan verzekeren Geautomatiseerde handelingen Zoals voor alle complexe taken is geautomatiseerd gedrag ook voor correcte verkeersdeelname noodzakelijk. Autorijden wordt veiliger door terugkomende handelingen automatisch uit te voeren. Ze vragen dan nog weinig aandacht van de bestuurder, waardoor hij meer aandacht kan besteden aan andere aspecten van het verkeer. Automatisering verwerven is het gevolg van intensief bezig zijn met het deelaspect dat moet geautomatiseerd worden en veel oefening. Samengevat: op weg naar het geautomatiseerde niveau worden de volgende drie niveaus onderscheiden: 1. Het niveau van handelen op basis van redenering en abstract denken (het cognitieve beheersingsniveau) De leerling moet bij alles wat hij doet nog bewust nadenken: hij geeft zichzelf als het ware hardop pratend instructies over wat hij wel en niet moet doen. Op dit beheersingsniveau wordt de leerling afgeleid door alles wat ook verder zijn aandacht vraagt. Op dit niveau is de timing van de taakuitvoering vaak nog erg gebrekkig. 2. Het niveau van handelen door toepassing van standaardregels en -procedures (het associatieve beheersingsniveau) De leerling kan de afzonderlijke onderdelen van een handeling al redelijk routinematig uitvoeren, maar hij moet ze nog wel bewust associëren en in volgorde zetten voor daadwerkelijke uitvoering. De timing van de taakuitvoering is goed, maar komt in gevaar wanneer de leerling wordt afgeleid door iets wat ook zijn aandacht vraagt. 3. Het niveau van het geautomatiseerd handelen (het geautomatiseerde of autonome beheersingsniveau) De leerling kan de betreffende handelingen volledig routinematig en onbewust uitvoeren. Bij het uitvoeren van de handelingen kan hij ook op ander verkeer letten, een gesprek voeren of aan allerlei zaken denken zonder dat dit ten koste gaat van een goede taakuitvoering.

6 Aan het einde van een goede rijopleiding moet de leerling-bestuurder alle basisvaardigheden aangaande de bediening van het voertuig automatisch beheersen. Aan het einde van module 4 moet hij de complexere verkeersmanoeuvres (zoals afslaan, kruispunten berijden, inhalen, invoegen, uitvoegen) niet alleen cognitief, maar ook associatief beheersen. Op die manier ontwikkelt zich de ruimte die nodig is om in het verkeer goed op nieuwe en onverwachte situaties te kunnen inspelen. 6 Het nadeel van automatisering is dat er fouten in het gedrag ontstaan, omdat het routineuze handelen zelden of nooit wordt bijgesteld. Om te vermijden dat fouten in de uitvoering lange tijd ongemerkt zouden bestaan, maken het evalueren en eventueel bijstellen van deze automatische handelingen het best deel uit van het levenslange leerproces dat nodig is voor verantwoorde verkeersdeelname. Het van bij de aanvang correct aanleren van te automatiseren handelingen is van groot belang, omdat bijsturen en wijzigen van al geautomatiseerde handelingen een lang en moeilijk proces kan zijn Kalibreren De leerling-bestuurder moet voortdurend gewezen worden op de grenzen van zijn vaardigheden en de risico s die hiermee verbonden zijn. Hij moet een juist evenwicht leren vinden tussen zijn eigen vaardigheden en de complexiteit van het rijden (= kalibreren). Een goede rijopleiding stelt hem uiteindelijk in staat om zijn mogelijkheden zelf in te schatten en deze af te stemmen op de rijtaak. Zo kan hij er bijvoorbeeld op gewezen worden dat hij de rijtaak makkelijker kan uitvoeren door zijn snelheid aan te passen of meer afstand te houden Levenslang leren Iedereen heeft verkeerservaring: als voetganger, als fietser, als passagier in een auto. Van die ervaring kan en moet gebruik gemaakt worden. Kennis van het verkeersreglement is van wezenlijk belang bij de praktische rijopleiding. Door deze kennis in de praktijk toe te passen, leert de verkeersdeelnemer de grenzen inschatten van wat kan en niet kan of onaanvaardbaar is. De praktische opleiding legt de klemtoon op het interpreteren en toepassen van de regels. Aandacht voor de eigen veiligheid en die van de anderen, gevaar herkennen en hierop anticiperen, maken integraal deel uit van het leerproces. Verkeersdeelnemers leren voortdurend van de eigen ervaring en de voorbeelden van anderen, in de eerste plaats van de voorbeelden van hun ouders. In de ons omringende landen wordt alsmaar meer aandacht besteed aan de begeleiding van leerling-bestuurders door ervaren automobilisten. Dit levert al in de fase vóór het behalen van het rijbewijs ervaringkilometers op die voor de leerling-bestuurder van groot belang zijn voor het verwerven van vaardigheden zoals anticiperen en het tijdig én adequaat waarnemen van risico s. Jonge beginnende bestuurders lopen een grote kans om bij een verkeersongeval betrokken te raken. De vuistregel is: pas na zes jaar en km ben je een ervaren bestuurder. Daarbij komt dat veel jongeren, vooral jongens, tot 25 jaar nog geen goede inschatting kunnen maken van hun eigen kunnen en de eisen die deelnemen aan het verkeer hen stelt, zoals anticiperen, het ontdekken van risico s en het zich verplaatsen in anderen. Ze overschatten daardoor hun eigen vaardigheden en onderschatten de problemen in het verkeer. Om de onvermijdelijke fouten van een beginnende bestuurder zoveel als mogelijk te beperken, kan het nuttig zijn om hem beperkingen op te leggen. s Nachts rijden, in slechte weersomstandigheden rijden, (te) verre verplaatsingen maken of met passagiers rijden worden liever nog even uitgesteld. Sommige beginnende bestuurders doen dit uit vrije wil, andere moeten hierin geholpen worden. Binnen de context van levenslang leren autorijden kunnen vier niveaus onderscheiden worden. Gerangschikt in volgorde van belang en abstractie: 1. Voertuig bedienen 2. Verkeerssituaties beheersen 3. Motieven voor autogebruik en autorijden 4. Persoonlijke doelen in het leven, cultuur, karakter, temperament en rijping

7 Niveau 1: Voertuig bedienen Op dit laagste niveau gaat het over de feitelijke bediening van het voertuig, zoals sturen, schakelen, remmen. De voertuigbeheersing moet sterk geautomatiseerd zijn. Het spreekt vanzelf dat een goede voertuigbeheersing belangrijk is om efficiënt aan het verkeer te kunnen deelnemen. Beginnende bestuurders beseffen echter te weinig dat veilige verkeersdeelname vooral afhangt van àndere vaardigheden, de vaardigheden van hogere orde. Ze hebben vaak onterecht een groot vertrouwen in hun voertuigbeheersing en nemen daardoor risico s die ze nog niet aankunnen. 7 Niveau 2: Verkeerssituaties beheersen Op dit niveau gaat het over de vraag of men veilig en sociaal aan het verkeer kan deelnemen. Het gaat hier over de vaardigheden van hogere orde, zoals anticiperen en risicoperceptie. Deze vaardigheden moeten bovendien juist ingeschat kunnen worden; zelfoverschatting leidt immers tot onverantwoorde risico s. Goed communiceren met en tijdig anticiperen op het gedrag van andere verkeersdeelnemers zijn het gevolg van jarenlange ervaring, maar tegelijk ook noodzakelijk voor een goede oplossing van moeilijke verkeerssituaties en voor een juiste waarneming van risico s. Van belang zijn kennis van en inzicht in risicofactoren zoals rijsnelheid, alcohol of drugs, rijden onder moeilijke omstandigheden en bovenal: een reële inschatting van de eigen rijvaardigheid. Niveau 3: Motieven voor autogebruik en autorijden Op dit niveau ligt het accent op de motieven om de auto te gebruiken en op de omstandigheden waaronder dat gebeurt. Waarheen en waarom? Hoe en onder welke omstandigheden? Met wie? Jonge beginnende bestuurders moeten hun verkeersdeelname zelfstandig plannen en uitvoeren. Hiertoe moeten ze op risico s kunnen anticiperen en de factoren kennen die hun rijprestatie negatief kunnen beïnvloeden. Die risico s kunnen te maken hebben met stemming (spanning, blijheid, boosheid), onbekendheid met de route, afleiding (mobiel bellen, harde muziek), gebruik van alcohol en drugs, rijden in duisternis en rijden met leeftijdgenoten, waardoor de groepsdruk om risico s te nemen kan toenemen. Niveau 4: Persoonlijke doelen in het leven, cultuur, karakter, temperament en rijping Op dit hoogste niveau gaat het erover wat mensen in hun leven willen doen en bereiken: levensstijl, inkomen, aanzien, plezier, ontspanning, kicks, enzovoort. Deze factoren zijn ook voor het autorijden van belang, omdat ze het gebruik van de auto, het rijgedrag en dus het ongevalrisico beïnvloeden. Jongeren maken veranderingsfasen door tot een leeftijd van ongeveer 25 jaar. Tot die tijd is de beloning voor riskante ervaringen ( Go ) vaak sterker dan anticipatie en remming ( Stop ). Bij het groeien naar een eigen identiteit en zelfstandigheid horen afzetten tegen autoriteit (ouders, docenten), meedoen met de groep en het verkennen van de eigen grenzen. Het belang van zelf te ontdekken en te experimenteren en het zich afzetten tegen autoriteit kan ook leiden tot lak hebben aan verkeersregels. Zwichten voor groepsdruk (elkaar uitdagen, of meegaan in alcohol- en druggebruik) kan leiden tot het nemen van risico. Jongeren moeten zichzelf hierin leren kennen. Ook de eigen impulsen zijn belangrijk. Van zodra die onder controle zijn, leidt dit tot minder stress en overhaaste beslissingen. De keuze die iemand maakt op de hogere niveaus zijn van invloed op het uiteindelijke rijgedrag op de lagere niveaus. Als iemand er bijvoorbeeld voor kiest met de auto te rijden nadat hij te veel gedronken heeft (een keuze die op niveau 3 en 4 wordt gemaakt), dan heeft dit natuurlijk gevolgen voor het rijgedrag op niveau 2 en 1. Het behalen van het rijbewijs is het einddoel van een succesvol leertraject, maar is slechts een tussenstap in de levenslange verkeers- en mobiliteitseducatie. Omdat onze mobiliteit, het verkeer en de regelgeving voortdurend veranderen, is het niet meer dan logisch dat elke verkeersdeelnemer zijn kennis op geregelde tijdstippen opfrist. Slechts op die manier kan hij de hieruit voortvloeiende gedragsregels correct blijven toepassen. Voorlichtingscampagnes spelen in het voortzetten van dit levenslange leerproces een belangrijke rol. Onder meer informatieacties, billboards en televisiespots houden verkeersdeelnemers op de hoogte van de veranderende situaties in het verkeer. Dit kan gaan van infrastructuur over wetswijzigingen tot attitudevorming, veiligheid en milieu.

8 1.2 Opleiding 8 Een goede bestuurder moet: 1. de auto technisch goed kunnen bedienen en beheersen (controle); 2. taken zo kiezen, dat hij ze aankan (zelfevaluatie) zodat hij in staat is om het verkeerssysteem verantwoord te gebruiken en voortdurend: 3. veilig te rijden; 4. sociaal te rijden; 5. de doorstroming te bevorderen; 6. milieuvriendelijk te rijden. Dit zijn kritische bekwaamheden of competenties waarover een goede bestuurder moet beschikken. Vertaald naar verkeersdeelname is iemand competent of handelingsbekwaam als hij niet alleen over de juiste kennis, vaardigheden en attitudes beschikt, maar deze in concrete situaties zo weet te gebruiken, dat hij zichzelf en anderen niet in gevaar brengt; en als het gevaar niet meer vermeden kan worden zo weet te handelen dat de gevolgen tot een minimum beperkt blijven. Controle Een goede bestuurder heeft goede technische vaardigheden. Een leerling-bestuurder die zich concentreert op schakelen, remmen en sturen tijdens de opleiding zal nog weinig leren over het gedrag van andere weggebruikers. Daarom is het belangrijk dat hij voldoende oefening en ervaring heeft met de technische vaardigheden van autorijden en dat deze zich op het niveau van een automatisme bevinden alvorens verder te gaan met de opleiding op de weg. Zelfevaluatie Naar het einde van de opleiding wordt het belang van zelfevaluatie groter. Nu de leerling-bestuurder meer rijervaring heeft en weet dat een juiste inschatting van en reactie op verkeerssituaties cruciaal is voor goed rijgedrag moet hij geconfronteerd worden met zijn eigen gedrag en dit leren evalueren. Hij moet zijn grenzen herkennen en leren respecteren. Deze evaluatie is belangrijk voor het zelfstandig rijden en is nodig om verder te leren door ervaring. Autorijden is immers een levenslang leerproces! Veilig rijden Een goede bestuurder is in staat en bereid om veilig aan het verkeer deel te nemen in potentieel gevaarlijke situaties. In die situaties kan hij risico s tijdig waarnemen en juist inschatten. Hij herkent gevaren tijdig en kiest ervoor om daarnaar te handelen. Sociaal rijden Sociaal rijden betekent dat de bestuurder in het verkeer niet alleen oog heeft voor zijn eigen veiligheid, maar ook rekening houdt met de belangen van anderen. Doorstromen bevorderen De bestuurder wordt geacht besluitvaardig te rijden en vlot beslissingen te nemen, zodanig dat de doorstroming van de andere verkeersdeelnemers niet in gevaar komt. Milieuvriendelijk rijden Om milieuvriendelijk te kunnen rijden moet de bestuurder de basisregels ervan kennen, ervoor openstaan, de nodige vaardigheden ervoor ontwikkelen en vooral op een dergelijke manier willen rijden. Om hem de mogelijkheid te bieden om deze vaardigheden en een aangepaste houding te ontwikkelen, moet hij zo vroeg mogelijk in de rijopleiding toegang krijgen tot dit onderwerp. Vanaf het begin moeten de regels voor milieuvriendelijk rijden gekoppeld worden aan de opleiding, zowel aan de technische vaardigheden als aan de rijopleiding op de weg. Dit onderwerp zal deel uitmaken van de volledige opleiding van de leerling-bestuurder.

9 1.3 Voorwaarden Theoretische kennis 9 Een goede bestuurder heeft goede technische vaardigheden. Een leerling-bestuurder die zich concentreert op schakelen, remmen en sturen tijdens de opleiding zal nog weinig leren over het gedrag van andere weggebruikers. Daarom is het belangrijk dat hij voldoende oefening en ervaring heeft met de technische vaardigheden van autorijden en dat deze zich op het niveau van een automatisme bevinden alvorens verder te gaan met de opleiding op de weg. De opleiding gaat ervan uit dat de leerling-bestuurder de onderstaande kennis heeft verworven: 1. kennis van de verkeersregels 2. kennis van de vereiste maatregelen om het voertuig veilig achter te laten 3. weten welke maatregelen moeten getroffen worden bij ongeval of panne 4. weten hoe een ongevalaangifte moet ingevuld worden 5. kennis van de belangrijkste stellingen i.v.m. defensief rijgedrag 6. kennis van de bij het voertuig behorende documenten 7. kennis van de principes van eco-driving 8. kennis van de EHBO-basisbeginselen 9. begrip en onderkenning van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig Elke verkeersdeelnemer neemt risico s. Deze risico s mogen echter niet onverantwoord zijn. Verkeersregels zijn bedoeld om deze risico s te verminderen. Verkeersregels maken verkeerssituaties overzichtelijk. Om zo veilig mogelijk aan het verkeer te kunnen deelnemen, moeten bepaalde voorwaarden vervuld worden: - het overzicht kunnen bewaren - de aandacht kunnen verdelen - de aandacht kunnen richten op wat voor de veiligheid het belangrijkst is 2. Educatief actieplan De leerling-bestuurder neemt zeker risico s, meer nog dan de bestuurder die in het bezit is van zijn rijbewijs. Om de risico s die het gevolg zijn van een gebrekkige kennis van de verkeerswetgeving uit te sluiten, moet de leerling-bestuurder over voldoende kennis van het verkeersreglement beschikken. In de praktische rijopleiding moet de leerling-bestuurder bepaalde vaardigheden ontwikkelen. Het ontwikkelen van deze vaardigheden veronderstelt kennis. Door de kennis van het verkeersreglement moet hij zijn aandacht niet meer verdelen over het waarom van bepaalde handelingen, maar kan hij zijn aandacht beperken tot de uitvoering van de handelingen. Natuurlijk wordt er van de leerling-bestuurder niet verwacht dat hij elk artikel van het verkeersreglement uit het hoofd kent, wel dat hij het voldoende kent om te kunnen toepassen. Buiten de kennis van het verkeersreglement worden er nog een aantal andere onderwerpen belangrijk bevonden zoals: - kennis van de bij het voertuig horende documenten - theoretische kennis van eco-driving - theoretische benadering van preventief rijden - de te verwachte handelingen van andere weggebruikers, onder wie ook voetgangers en (brom)fietsers Praktische invulling Tijdens dit leertraject moet het einddoel voortdurend nagestreefd worden, en wordt van de leerling-bestuurder verwacht dat hij binnen de grenzen van zijn mogelijkheden op elk ogenblik zo vlot, veilig, milieuvriendelijk en sociaal als mogelijk rijdt. Om dit te bereiken zal de leerling-bestuurder: - de onderdelen stap voor stap inoefenen - een volgende stap pas nemen als de voorgaande voldoende gekend en geoefend is - oefenen op een aan zijn mogelijkheden aangepaste plaats, zodat hij zo min mogelijk hinder veroorzaakt - oefeningen in complexe verkeerssituaties slechts beginnen nadat hij de deelhandelingen als een automatisme beheerst, via oefenen in eenvoudige situaties - in overleg met zijn begeleider een realistische inschatting kunnen maken van zijn eigen vaardigheden en zijn rijtaken zo kiezen, dat ze haalbaar zijn

10 Bovendien zijn er een aantal voorwaarden waaraan de leerling-bestuurder altijd moet voldoen of die hij, binnen de grenzen van zijn kunnen op een gegeven ogenblik, zo veel als mogelijk tracht te benaderen: hij zorgt ervoor in goede fysieke en mentale conditie te verkeren alvorens aan een rijtaak te beginnen 2. hij maakt een duidelijk onderscheid tussen instructieverplaatsingen en sociale verplaatsingen 3. hij volgt de bepalingen van de verkeersregels 4. hij rijdt op een preventieve wijze, door te anticiperen en gepast te reageren 5. hij vertoont aangepast, besluitvaardig en sociaal gedrag 6. hij draagt bij tot een rustige en vlotte verkeersafwikkeling 7. hij rijdt milieu- en energievriendelijk 1. Een goede fysieke en mentale conditie zijn van essentieel belang om veilig te rijden en de bedieningsorganen van de auto vlot te bedienen. Hiertoe neemt de leerling-bestuurder de voor hem juiste zit- en stuurhouding in. Hij moet in staat zijn om in elke omstandigheid de juiste kijktechniek toe te passen zonder een gevaar voor zichzelf en de andere weggebruikers te vormen. Hij is er zich van bewust dat hij zichzelf en andere weggebruikers in gevaar brengt door vermoeid of ziek of onder invloed van alcohol, medicijnen of drugs te rijden. 2. Instructieverplaatsingen zijn bedoeld om kennis en vaardigheden te verwerven; sociale verplaatsingen zijn bedoeld om meer ervaring op te doen en de verworven kennis en vaardigheden toe te passen in een andere context. 3. De leerling-bestuurder respecteert de in de verkeerswetgeving opgenomen verkeerstekens, zonder hierbij een gevaar te vormen of meer dan noodzakelijke hinder te veroorzaken voor de andere weggebruikers. 4. De leerling-bestuurder houdt voortdurend rekening met verwachtbare en afwijkende verkeerssituaties, waardoor hij te allen tijde in staat is veilig te reageren en de auto zo economisch mogelijk te besturen. 5. De leerling-bestuurder verrast of irriteert de andere weggebruikers niet door afwijkend of onzeker gedrag, maar communiceert optimaal met de andere weggebruikers door juist gebruik te maken van de remlichten en de richtingaanwijzers en zo mogelijk ook oogcontact te maken. Afhankelijk van de situatie tracht hij dreigend gevaar op te heffen door te vertragen, te versnellen, te stoppen, uit te wijken of tijdig een geluid- of lichtsignaal te geven. 6. De leerling-bestuurder gedraagt zich op een manier, die aangepast is aan het overige verkeer, de wegsituatie en de weersomstandigheden zonder de andere weggebruikers nodeloos te hinderen. Hij houdt een aangepaste snelheid aan, vertraagt en stopt tijdig en waarschuwt, indien nodig, achteropkomend verkeer door het gebruik van rem- of waarschuwingslichten. 7. Passieve maatregelen (een perfecte algemene conditie van de auto en overwogen gebruik van o.a. airco en dakimperiaal) stellen de leerling-bestuurder in staat om zo milieu- en energievriendelijk mogelijk te rijden. Preventief rijdend, aan een gelijkmatige snelheid bij een zo laag mogelijk motortoerental, zonder abrupt te remmen of snel op te trekken, draagt de leerling-bestuurder ook actief bij aan ecologisch verantwoord verkeersgedrag.

11 11

12 Module 1: voorbereiding en voertuigbediening 12 De leerling-bestuurder moet de auto leren kennen en met de belangrijkste onderdelen ervan kennismaken. De onderdelen van de auto zijn de werkinstrumenten voor de volgende modules. Ze op een juiste manier gebruiken, zonder onnodige slijtage te veroorzaken is belangrijk zowel tijdens het rijden als voor de conditie van de auto. De leerling-bestuurder moet de auto leren kennen en met de belangrijkste onderdelen ervan kennismaken. De onderdelen van de auto zijn de werkinstrumenten voor de volgende modules. Ze op een juiste manier gebruiken, zonder onnodige slijtage te veroorzaken is belangrijk zowel tijdens het rijden als voor de conditie van de auto. Doelstelling De nodige kennis opdoen om in een volgende stap (module) de bedieningsorganen te gebruiken (integreren). De basis leggen om via een juiste zit- en stuurhouding de bedieningsorganen vlot te leren gebruiken. De onderdelen kennen en kunnen controleren om zo over een veilig voertuig te beschikken. Beginsituatie Welke is de opgedane ervaring van de leerling-bestuurder? De aanpak van deze module kan variëren van leerling-bestuurder tot leerling-bestuurder. Bepaalde kandidaten zullen al rijervaring opgedaan hebben (met een bromfiets, tractor of op privé-terrein), maar iedereen heeft verkeerservaring: als voetganger, als fietser, als passagier in een auto. Ook van die ervaring kan/moet gebruik gemaakt worden. Zowel de opgedane ervaring als de snelheid van verwerken van nieuw aangereikte leerstof verschilt van leerling-bestuurder tot leerling-bestuurder. Zowel de inhoud als de manier van aanbrengen van de leerstof moet aan de persoonlijke noden van de leerling-bestuurder aangepast worden. Werkmethode Het leerproces moet zodanig opgesteld zijn dat de leerling-bestuurder een methode voor zelfevaluatie ontwikkelt. De nadruk moet gelegd worden op de leermethode met de leerling-bestuurder als actieve deelnemer met eigen verantwoordelijkheid, aangepast aan het bereikte niveau. De leerling-bestuurder moet voelen dat de tijd die hij aan de lessen besteedt optimaal vruchten afwerpt. Dit onderdeel moet afgestemd worden op de beginsituatie van de leerling-bestuurder. Evaluatie In deze situatie kunnen kennis en kunde relatief moeiteloos gemeten worden en kan een eenvoudige test volstaan. De instructeur/begeleider en de leerling-bestuurder zullen samen instaan voor de controle ervan. Het belangrijkste is de zelfevaluatie van de leerling-bestuurder en het erkennen van zijn eigen sterke en zwakke punten. Samen zullen ze beslissen of de leerling-bestuurder naar de volgende module kan overgaan.

13 leerdoelen 1.1 De leerling-bestuurder kan de buitenkant van de auto controleren, zodat een overzicht van de conditie van de auto verkregen wordt De leerling-bestuurder kan op een juiste en veilige wijze instappen, zonder het naderende verkeer te hinderen. 1.3 De leerling-bestuurder kan de binnenkant van de auto controleren en bedienen, zodat een overzicht van de binnenkant van de auto verkregen wordt en zowel de apparatuur als de bij de (weers)omstandigheden horende juiste verlichting correct kan gebruikt worden. 1.4 De leerling-bestuurder kan de verplichte boorddocumenten herkennen, benoemen en controleren op hun aanwezigheid en geldigheid en kan brandblusapparaat, gevarendriehoek en verbandetui lokaliseren. 1.5 De leerling-bestuurder kan een veilige zithouding aannemen, zodat alle handelingen met zo weinig mogelijk verplaatsing kunnen uitgevoerd worden. 1.6 De leerling-bestuurder kan de spiegels juist afstellen voor een optimaal zicht, zodat het verkeer achter en naast de auto zo goed mogelijk kan waargenomen worden. 1.7 De leerling-bestuurder kan de autogordel op de voorgeschreven wijze afstellen, zodat de gordel goed aansluit maar het lichaam niet beknelt. 1.8 De leerling-bestuurder kan de motor juist starten, zodat de optimale uitgangspositie ontstaat om veilig te kunnen wegrijden en de motor juist uitzetten, zodat de auto op de juiste en meest veilige manier gereed is voor de volgende stap. 1.9 De leerling-bestuurder kan op een juiste en veilige wijze uitstappen, zonder het naderende verkeer te hinderen.

14 1.1 Controle van de buitenkant van het voertuig De leerling-bestuurder kan de buitenkant van de auto controleren, zodat een overzicht van de conditie van de auto verkregen wordt: 14 - zijkanten, voorkant, achterkant, onderkant en bovenkant - banden - motorkapvergrendeling en diverse vloeistoffen - ramen, spiegels - verlichting, richtingaanwijzers 1.2 Instappen De leerling-bestuurder kan op een juiste en veilige wijze instappen, zonder het naderende verkeer te hinderen: - voor de auto langslopen - juist kijkgedrag toepassen voor het instappen - het juiste moment afwachten om met minimale hinder voor de andere weggebruikers het portier te openen - het portier op de juiste wijze openen - instappen - het portier sluiten 1.3 Bedieningsorganen en verlichting De leerling-bestuurder kan de binnenkant van de auto controleren en bedienen, zodat een overzicht van de binnenkant van de auto verkregen wordt en zowel de apparatuur als de bij de (weers)omstandigheden horende juiste verlichting correct kan gebruikt worden: - contact aanzetten - dashboard: betekenis controlelampjes en meters - werking dashboardverlichting - werking verlichting en claxon - werking richtingaanwijzer (kort en lang) - werking ruitenwissers - werking ontwaseming / verwarming / airco - werking stuurslot en rempedaal - plaats van de pedalen 1.4 Controle van de boorddocumenten De leerling-bestuurder kan de verplichte boorddocumenten herkennen, benoemen en controleren op hun aanwezigheid en geldigheid en kan brandblusapparaat, gevarendriehoek en verbandetui lokaliseren: - de verplichte boorddocumenten herkennen en benoemen - de boorddocumenten controleren op hun aanwezigheid en geldigheid - het brandblusapparaat kunnen lokaliseren - het verbandetui kunnen lokaliseren - de gevarendriehoek kunnen lokaliseren 1.5 Zit- en stuurhouding De leerling-bestuurder kan een veilige zithouding aannemen, zodat met zo weinig mogelijk verplaatsing alle handelingen kunnen uitgevoerd worden: - ontspannen achter het stuur zitten - instellen stuurwiel, zitting en rugleuning - armen en benen licht gebogen - de handen in een stand van ongeveer kwart voor drie of tien voor twee - een flexibele stuurhouding aannemen - duimen op het stuurwiel - het stuur behandelen met de juiste spanning en ontspanning

15 - rug goed aangesloten tegen de zetel, ook tijdens het sturen - een goed zicht rondom de auto 1.6 Spiegels afstellen De leerling-bestuurder kan de spiegels juist afstellen voor een optimaal zicht, zodat het verkeer achter en naast de auto zo goed mogelijk kan waargenomen worden: 15 - achter de auto: door de binnenspiegel met beide handen af te stellen zonder het spiegelglas aan te raken - naast en achter de auto: door de buitenspiegel(s) af te stellen 1.7 Autogordel en hoofdsteun afstellen De leerling-bestuurder kan de autogordel op de voorgeschreven wijze afstellen, zodat de gordel goed aansluit maar het lichaam niet beknelt: - het bevestigingspunt op de juiste hoogte instellen, zodat de gordel over het midden van het sleutelbeen aansluit - de gordel niet draaien, maar op het lichaam aansluiten - de gordel vastgespen in de vergrendeling en controleren De leerling-bestuurder kan de hoofdsteun juist afstellen, zodat het hoofd en de nek bij een aanrijding optimaal worden beschermd: - de hoogte instellen: bovenzijde hoofdsteun = bovenzijde hoofd - de hoofdsteun dicht genoeg bij het hoofd aansluit - controle van de vergrendeling van de hoofdsteun 1.8 De motor starten en uitzetten De leerling-bestuurder kan de motor juist starten, zodat de optimale uitgangspositie ontstaat om veilig te kunnen wegrijden: - alle stroomverbruikers uit en de versnellingspook in neutraal - koppelingspedaal geheel intrappen - gebruik van de parkeerrem of voetrem - contact maken zonder te starten, test de dashboardlampjes - motor starten volgens voorschrift - controle van de dashboardindicatoren en de remdruk - parkeerrem uitzetten De leerling-bestuurder kan de motor juist uitzetten, zodat de auto op de juiste en meest veilige manier gereed is voor de volgende stap: - parkeerrem aanzetten en ontkoppelen - versnellingspook in neutraal en overbodige stroomverbruikers uit - de motor uitzetten 1.9 Uitstappen De leerling-bestuurder kan op een juiste en veilige wijze uitstappen, zonder het naderende verkeer te hinderen: - juist kijkgedrag toepassen alvorens uit te stappen (spiegel dode hoek) - op het juiste moment het portier openen zonder gevaar voor andere weggebruikers - op de juiste wijze het portier met beide handen openen - uitstappen en het portier sluiten - tegen het verkeer in stappen

16 Examenprotocol Controle van de buitenkant van het voertuig Deze vaardigheden worden beoordeeld tijdens de technische controle (voorafgaande controles). 1.2 Instappen Deze vaardigheid wordt beoordeeld tijdens de voorzorgsmaatregelen (voorafgaande controles). 1.3 Bedieningsorganen en verlichting Deze vaardigheden worden beoordeeld tijdens de technische controle (voorafgaande controle). 1.4 Controle van de boorddocumenten De boorddocumenten moeten aanwezig zijn voor het praktijkexamen kan plaatsvinden. 1.5 Zit- en stuurhouding Deze vaardigheid wordt meer in het algemeen beoordeeld in punt 1.4 stuur- en zithouding (rubriek 1 bediening van het voertuig). 1.6 Spiegels afstellen Deze vaardigheid wordt beoordeeld tijdens de instellingen (voorafgaande controles), maar men verwacht van de leerling-bestuurder dat hij deze juist regelt. Deze beoordeling is opgenomen in het examenprotocol, punt achteruitkijkspiegel (rubriek 1 bediening van het voertuig), maar wordt alleen beoordeeld als de leerlingbestuurder het verkeer achter en links van hem niet duidelijk kan waarnemen. 1.7 Autogordel en hoofdsteun afstellen Deze vaardigheden worden beoordeeld in de instellingen (voorafgaande controles), maar men verwacht van de leerling-bestuurder dat hij de veiligheidsgordel dusdanig draagt, dat deze zich niet te hoog noch te laag rond de nek bevindt waardoor zijn armbewegingen gehinderd worden en dat hij de juiste positie van de hoofdsteun controleert. Als de leerling-bestuurder met het hoofd iets naar achteren leunt, moet dit worden ondersteund door de hoofdsteun. Deze beoordeling is opgenomen in het examenprotocol, punt veiligheidsgordel (rubriek 1 bediening van het voertuig), maar wordt alleen beoordeeld wanneer de leerling-bestuurder wil vertrekken zonder de gordel te dragen of wanneer hij hem op een foute manier draagt. 1.8 De motor starten en uitzetten Deze vaardigheden worden beoordeeld in het examenprotocol, punt 1.3 startfouten (rubriek 1 bediening van het voertuig) en bij de voorzorgsmaatregelen (voorafgaande controles). Het uitzetten van de motor wordt niet als zodanig beoordeeld. 1.9 Uitstappen Deze vaardigheid wordt beoordeeld bij de voorzorgsmaatregelen (voorafgaande controles).

17 MODULE 2: Voertuigbeheersing In module 2 leert de leerling-bestuurder de technische beheersing van zijn auto. Hierbij moet hij nog geen rekening houden met andere weggebruikers. Technisch juist gebruik maken van de auto is belangrijk om de volgende modules optimaal te verwerken en een economische en milieuvriendelijke rijstijl te ontwikkelen. De leerling-bestuurder moet zijn auto leren kennen, de bedieningsorganen vlot leren gebruiken, de afstanden leren inschatten, stopafstanden oefenen, in rechte lijn leren rijden 17 Doelstelling De auto technisch beheersen, de bedieningsorganen vlot gebruiken en manoeuvres oefenen zonder al rekening te houden met andere weggebruikers. Technisch juist gebruik van de auto is immers belangrijk om een economische en milieuvriendelijke rijstijl te verzekeren en om in een volgende stap (module) te leren rijden in eenvoudige omstandigheden. Beginsituatie De leerling-bestuurder heeft de kennis van module 1 verworven. Aan het einde van deze module hebben de instructeur/begeleider en de leerling-bestuurder deze kennis positief beoordeeld. Werkmethode De leerling-bestuurder maakt zich de basishandelingen van het rijden eigen. De bedoeling is om de auto van vertrek tot stilstand onder controle te leren houden. Omdat de juiste uitvoering van de handelingen en de juiste opeenvolging ervan belangrijk zijn voor een vlot, veilig en milieuvriendelijk rijgedrag is deze module van groot belang voor de uiteindelijke rijvaardigheid van de leerlingbestuurder. In optimale omstandigheden kan de leerling-bestuurder deze basishandelingen oefenen met een instructeur die kan ingrijpen via de dubbele bediening. Men mag in deze module niet uit het oog verliezen dat een begeleider slechts in zeer geringe mate of zelfs helemaal niet kan ingrijpen als de leerling-bestuurder een foute of gevaarlijke handeling uitvoert of de controle over de auto verliest. Er wordt aangenomen dat de praktische oefening plaatsvindt op een terrein buiten het verkeer. De mate waarin de leerling-bestuurder snel vertrouwd geraakt met de gevraagde voertuigbeheersing, bepaalt het ogenblik waarop de evaluatie van deze module kan plaatsvinden. Is de voertuigbeheersing van de leerling-bestuurder voldoende ontwikkeld om deelname aan het verkeer te rechtvaardigen, dan kan overgestapt worden naar module 3. Evaluatie De leerling-bestuurder evalueert zichzelf, in overleg met de instructeur of begeleider, of laat zich evalueren over zijn mogelijkheid om verder te oefenen in interactie met andere verkeersdeelnemers.

18 leerdoelen De leerling-bestuurder kan stuurvast rijden tijdens de technische bediening en het manipuleren van de apparatuur, zodat het voertuig constant onder controle gehouden wordt. 2.2 De leerling-bestuurder kan de juiste positie kiezen, zodat de op de rijbaan ingenomen plaats optimaal is en het overige verkeer zo weinig mogelijk gehinderd wordt. 2.3 De leerling-bestuurder kan koppelen, zodat de verbinding van de aangedreven wielen met de motor geleidelijk tot stand komt, het vertrekken zonder schokken verloopt en slijtage tegengegaan wordt. De leerling-bestuurder kan ontkoppelen, zodat de verbinding van de aangedreven wielen met de motor wordt verbroken. 2.4 De leerling-bestuurder kan op- en terugschakelen, zodat een juiste versnelling onder alle omstandigheden zorgt voor een optimale krachtoverbrenging van de motor naar de aangedreven wielen. 2.5 De leerling-bestuurder kan vlot vertrekken, waarbij de auto op de technisch juiste wijze bediend wordt. 2.6 De leerling-bestuurder kan de auto vertragen en tot stilstand brengen. 2.7 De leerling-bestuurder kan de auto stoppen, waarbij rekening gehouden wordt met de veiligheid, de doorstroming en het milieu. 2.8 De leerling-bestuurder kan op een juiste wijze de gastoevoer regelen, zodat hij veilig en milieubewust kan rijden. 2.9 De leerling-bestuurder past in elke situatie de juiste kijktechniek toe, vooral tijdens het uitvoeren van manoeuvres en bij het kruisen, inhalen en afslaan, zodat de juiste plaats op de rijbaan ingenomen wordt en gevaren vermeden worden De leerling-bestuurder kan achteruitrijden in een rechte lijn en in een bocht De leerling-bestuurder kan achteruit parkeren in file, zodat de auto kort achter het geparkeerde voertuig en dicht bij de rand van de rijbaan komt te staan De leerling-bestuurder kan de auto keren, zodat in de andere richting gereden wordt De leerling-bestuurder kan de auto achteruit in een garage of achteruit tussen twee voertuigen insturen. Ook kan hij uit een garage wegrijden.

19 2.1 Controle van de buitenkant van het voertuig De leerling-bestuurder kan stuurvast rijden tijdens de technische bediening en het manipuleren van de apparatuur, zodat het voertuig constant onder controle gehouden wordt: - door toepassing van een goede stuurhouding en kijktechniek permanent een juiste koers aanhouden, de meest ideale lijn volgend, met minimale stuurcorrecties - bij richtingsverandering de aangewezen stuurtechniek aanwenden, rekening houdend met de scherpte van de bocht en het stuur beheerst opnieuw recht laten komen - bij het achteruitrijden het stuurwiel bij voorkeur bovenaan met één hand vasthouden terwijl met de andere arm steun gezocht wordt Plaats op de rijbaan De leerling-bestuurder kan de juiste positie kiezen, zodat de op de rijbaan ingenomen plaats optimaal is en het overige verkeer zo weinig mogelijk gehinderd wordt: - de juiste kijktechniek - scannen toepassen - aan de hand van verschillende verkeerssituaties de juiste plaats op de rijbaan kiezen - na het waarnemen, voorspellen en evalueren de juiste beslissing nemen 2.3 Koppelen en ontkoppelen De leerling-bestuurder kan koppelen, zodat de verbinding van de aangedreven wielen met de motor geleidelijk tot stand komt, het vertrekken zonder schokken verloopt en slijtage tegengegaan wordt: - koppelingspedaal geleidelijk tot het aangrijpingspunt laten opkomen - het aangrijpingspunt voelen, horen en zien (toerental) - gastoevoer gelijktijdig verhogen De leerling-bestuurder kan ontkoppelen, zodat de verbinding van de aangedreven wielen met de motor wordt verbroken: - gas loslaten en - met de linkervoet het koppelingspedaal in één beweging geheel intrappen (ontkoppelen) Als er niet geschakeld wordt moet de voet links naast het koppelingspedaal rusten. 2.4 Schakelen De leerling-bestuurder kan opschakelen: - ontkoppelen en gelijktijdig de gastoevoer verminderen - de pook met de juiste beweging in de volgende versnelling zetten - koppelen en geleidelijk de gastoevoer verhogen - opschakelen naar een hogere versnelling bij een relatief laag toerental (bij benzinemotoren bij maximaal 2500 toeren, bij dieselmotoren bij maximaal 2000 toeren) en terugschakelen: - de gastoevoer verminderen en ontkoppelen - de pook met de juiste beweging in een lagere versnelling zetten - koppelen en de gastoevoer aanpassen zodat een juiste versnelling onder alle omstandigheden voor een optimale krachtoverbrenging van de motor naar de aangedreven wielen zorgt. 2.5 Vertrekken De leerling-bestuurder kan vlot vertrekken, waarbij de auto op de technisch juiste wijze bediend wordt: - starten (zonder gas te geven) - schakelen in eerste versnelling of in achteruit

20 - parkeerrem uitzetten - koppelen (en gas geven?) - aangrijpingspunt voelen, horen en zien (toerental) - sturen en de juiste plaats op de rijbaan kiezen 20 De leerling-bestuurder kan vlot bergop en bergaf vertrekken door de linkervoet langer op het aangrijpingspunt te houden, gelijktijdig gecontroleerd gas te geven en de parkeerrem geleidelijk en op het juiste moment uit te zetten. 2.6 Vertragen en tot stilstand komen De leerling-bestuurder kan de auto vertragen: - gas loslaten en het rollend vermogen van de auto benutten - met de rechtervoet gedoseerd remmen zonder terugschakelen (auto blijft in de versnelling) - als terugschakelen toch noodzakelijk is om een te laag toerental te vermijden, dit geleidelijk aan doen zonder sterk op de motor te remmen En de auto tot stilstand brengen: - met de rechtervoet het rempedaal gelijkmatig over de beschikbare afstand induwen zonder de wielen te blokkeren - zonder eindschok veilig en op de juiste plaats stoppen - juist ontkoppelen 2.7 Stoppen De leerling-bestuurder kan de auto stoppen, waarbij rekening gehouden wordt met de veiligheid, de doorstroming en het milieu: - eerst scannen en de radartechniek toepassen - het gaspedaal loslaten - door remmen en ontkoppelen tot stilstand komen - op een veilige wijze stoppen - de rijlijn behouden tijdens het remmen door een juiste kijktechniek - op een vooraf bepaalde plaats stoppen bij diverse snelheden - bij een noodstop weten wat de werking van ABS is - bij een langere stop in het verkeer (30 seconden of meer) de motor uitschakelen - bij stilstand wegrollen van de auto voorkomen 2.8 Gastoevoer De leerling-bestuurder kan op een juiste wijze de gastoevoer regelen, zodat hij veilig en milieubewust kan rijden: - gelijkmatig gas geven - met constante snelheid rijden - fel accelereren voorkomen - de snelheid regelen met het doseren van de gastoevoer in plaats van de rem (toerental doseren) - gebruik maken van het rollend vermogen 2.9 Kijktechniek - scannen De leerling-bestuurder past in elke situatie de juiste kijktechniek toe, vooral tijdens het uitvoeren van manoeuvres en bij het kruisen, inhalen en afslaan, zodat de juiste plaats op de rijbaan ingenomen wordt en gevaren vermeden worden: - gericht kijken: de blik afwisselend richten op relevante elementen met een aangepaste frequentie en steeds in de volgorde: ver vooruit kijken (minimaal 200 m), in de binnenspiegel kijken, direct voor de auto kijken, in de buitenspiegel(s) kijken - waarnemen: de relevantie van het geziene vatten - beslissen: vaststellen wat op dat moment belangrijk is en kiezen voor de beste oplossing - handelen: de gemaakte keuze uitvoeren

21 2.10 Achteruitrijden De leerling-bestuurder kan achteruitrijden in een rechte lijn: - stoppen, op een juiste afstand naast een referentielijn - de juiste afstand tot het referentiepunt bepalen - de juiste kijktechniek - scannen toepassen (= ver kijken en vergelijken) - het referentiepunt op de achterruit vaststellen - een rechte lijn rijden door het referentiepunt steeds op de referentielijn te houden 21 en achteruitrijden in een bocht: - het moment van insturen bepalen - voorspellen waar de achterwielen gaan terechtkomen - beseffen welke uitzwaai de voorwielen maken - het referentiepunt weer opzoeken - op een veilige wijze stoppen 2.11 Achteruit parkeren De leerling-bestuurder kan achteruit parkeren in file, zodat de auto kort achter het geparkeerde voertuig en dicht bij de rand van de rijbaan komt te staan. Tijdens het achteruitrijden wordt het overige verkeer constant bewaakt: - de auto op de juiste afstand naast het andere voertuig plaatsen - de juiste kijktechniek - scannen toepassen - op het juiste moment insturen - rekening houden met de uitzwaai van het voertuig - op het juiste moment terugsturen - de juiste rijsnelheid en de juiste stuurwijze gebruiken 2.12 Keren De leerling-bestuurder kan de auto (in maximaal 3 bewegingen) keren, zodat in de andere richting gereden wordt. Tijdens het keren wordt het overige verkeer constant bewaakt: - deze op de juiste afstand naast de rand van de rijbaan of de andere voertuigen plaatsen - de juiste kijktechniek - scannen toepassen - op het juiste moment maximaal insturen - op het juiste moment terugsturen - de juiste plaats op de rijbaan kiezen - rekening houden met de uitzwaai van het voertuig - rekening houden met de draaicirkel van het voertuig - de rijsnelheid aanpassen aan andere bestuurders 2.13 Garage in- en uitrijden De leerling-bestuurder kan de auto achteruit in een garage of achteruit tussen twee voertuigen insturen en weer wegrijden. Tijdens het in- en uitrijden van een garage wordt het overige verkeer constant bewaakt: - de juiste kijktechniek - scannen tijdens het inrijden toepassen - een referentiepunt bepalen voor het moment van insturen - beseffen waar het draaipunt van de auto zich bevindt en hoe ver de uitzwaai van de auto reikt - op het juiste moment insturen - op het juiste moment terugsturen om de auto recht op te lijnen - op het juiste moment stoppen - de juiste kijktechniek - scannen tijdens het wegrijden toepassen - voorzichtig de garage rechtuit verlaten - op het juiste moment insturen wanneer het draaipunt van de auto dit toelaat - op het juiste moment terugsturen - de juiste positie op de rijbaan kiezen

22 Examenprotocol Stuurtechniek Deze vaardigheid wordt ook beoordeeld in het examenprotocol, punt voorbereiding (rubriek 5 richtingsverandering) en in rubriek 10 (defensief rijden), maar deze hebben het niet over de techniek bij het draaien met betrekking tot de handen op het stuur. 2.2 Plaats op de rijbaan Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, rubriek 2 (plaats op de openbare weg). 2.3 Koppelen en ontkoppelen Koppelen wordt niet beoordeeld in het examenprotocol. Ontkoppelen wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt 1.3 startfouten, punt 1.5 schakelen en punt 1.7 rem- en vertragingstechniek (rubriek 1 bediening van het voertuig) en punt 3.2 techniek (rubriek 3 bochten). 2.4 Schakelen Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt 1.5 schakelen en in punt 1.7 rem- en vertragingstechniek (rubriek 1 bediening van het voertuig). 2.5 Vertrekken Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt 1.3 startfouten en in punt 1.12 wegrijden tegen een helling. 2.6 Vertragen en tot stilstand komen Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt 8.6 plots remmen (rubriek 8 snelheid en verkeersinzicht) en in punt 1.7 rem- en vertragingstechniek (rubriek 1 bediening van het voertuig). 2.7 Stoppen Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt 8.6 plots remmen (rubriek 8 snelheid en verkeersinzicht) en in punt 2.11 stilstaan en parkeren. 2.8 Gastoevoer Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, rubriek 8 snelheid en verkeersinzicht en in punt schakelen (rubriek 1 bediening van het voertuig). 2.9 Kijktechniek - scannen Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt voorzorgsmaatregelen (rubriek 5 richtingsverandering) en in rubriek 10 (defensief rijden) Achteruitrijden Deze vaardigheid wordt voorlopig niet beoordeeld in het examenprotocol Achteruit parkeren Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt 11.2 parkeren achter een voertuig (rubriek 11 manoeuvres) Keren Deze vaardigheid wordt beoordeeld in het examenprotocol, punt 11.3 keren in een smalle straat (rubriek 11 manoeuvres) Garage in- en uitrijden Deze vaardigheid wordt voorlopig niet beoordeeld in het examenprotocol.

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B INLEIDING Het Curriculum Praktijkopleiding Categorie B bundelt de essentiële kennis, vaardigheden en gedragsaspecten die een leerling tijdens de praktijkopleiding

Nadere informatie

Rijklaar maken van het voertuig

Rijklaar maken van het voertuig Rijklaar maken van het voertuig Rijklaar maken van het voertuig, zoals beschreven in de Rijprocedure B Voordat er met het voertuig aan het verkeer wordt deelgenomen moet het rijklaar gemaakt worden. Hierbij

Nadere informatie

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T* Toetsmatrijs Praktijkexamen ijbewijs voor categorie T* Opgesteld door: Categoriecode: Toetsvorm: Bijzonderheden: CCV T-rijbewijs praktijk (T) Praktijk Toelichting op tabel met afbakening Tax = Taxonomiecode

Nadere informatie

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer?

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer? Het praktijkexamen leerboek Hoe slaag ik in 1 keer? Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Het praktijkexamen Opstarten schakelen afsluiten Snelheid Kijktechniek Knipperen Plaats op de

Nadere informatie

Opleidingscontract voor de bromfietsrijder

Opleidingscontract voor de bromfietsrijder Opleidingscontract voor de bromfietsrijder NAAM : INSCHRIJVINGSNUMMER: BELANGRIJKE INLEIDING: Leren rijden met een bromfiets moet niet lichtzinnig worden opgenomen! De bromfietser loopt een groter risico

Nadere informatie

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer Inleiding: wegrijden in het verkeer In de vorige lesonderwerpen zijn alle basishandelingen die nodig zijn voor het rijden met een auto behandeld. Vanaf dit lesonderwerp, het wegrijden in het verkeer, wordt

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding. Colofon: Hoe slaag ik in 1 keer

Inhoudsopgave. Inleiding. Colofon: Hoe slaag ik in 1 keer Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave inleiding colofon 2. Het praktijkexamen 3. Opstarten schakelen afsluiten 4. Snelheid 5. Kijktechniek 6. Knipperen 7. Plaats op de weg 8. Snelweg 9. Anticiperen 10. Bijzondere

Nadere informatie

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T Toetsmatrijs Praktijkexamen ijbewijs voor categorie T In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie

Nadere informatie

<<RIJOPLEIDING IN STAPPEN>> Training Rijden onder specifieke omstandigheden

<<RIJOPLEIDING IN STAPPEN>> Training Rijden onder specifieke omstandigheden Training Rijden onder specifieke omstandigheden De belangrijkste leerpunten op een rij Als onderdeel van de Rijopleiding in Stappen heb je deelgenomen aan de training Rijden

Nadere informatie

GROEPERING VAN ERKENDE ONDERNEMINGEN VOOR AUTOKEURING EN RIJBEWIJS V.Z.W. Theoretisch en praktisch examen en coherentie van opleiding en examinering

GROEPERING VAN ERKENDE ONDERNEMINGEN VOOR AUTOKEURING EN RIJBEWIJS V.Z.W. Theoretisch en praktisch examen en coherentie van opleiding en examinering GROEPERING VAN ERKENDE ONDERNEMINGEN VOOR AUTOKEURING EN RIJBEWIJS V.Z.W Theoretisch en praktisch examen en coherentie van opleiding en examinering Rijexamens: theorie en praktijk Klassiek Focus op theoretische

Nadere informatie

Toetsmatrijs Rijvaardigheidsanalyse Praktijktrainer Nascholing

Toetsmatrijs Rijvaardigheidsanalyse Praktijktrainer Nascholing Toetsmatrijs Rijvaardigheidsanalyse raktijktrainer Nascholing Opgesteld door: Categoriecode: Toetsvorm: Totaal aantal vragen: Dekkingsgraad toetstermen: Cesuur: Bijzonderheden: CCV geen Toelichting op

Nadere informatie

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid Opgesteld door: Categoriecode: CCV T-rijbewijs praktijk (T) Toelichting op tabel met afbakening Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis = eproductieve vaardigheid P = Productieve

Nadere informatie

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen. Het naderen van een autosnelweg. Door goed op te letten op de verkeersborden, wordt al snel duidelijk of je een autosnelweg of een autoweg nadert. Het type weg moet je ruim van te voren herkennen om te

Nadere informatie

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE A

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE A RIJVAARDIGHEID CATEGORIE A Manoeuvres op het privé-terrein vanaf 5/9/2005 Goca 01-05-05 Fol A-N Zijn voertuig beheersen is een noodzakelijke stap, maar dit is niet voldoende, men moet er de grenzen van

Nadere informatie

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat?

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat? Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat? Hoofdregel kijken gedrag Bij het kijkgedrag gaat het niet om die duizenden keren dat je voor niets denkt te kijken, maar om die ene (fatale) keer dat je niet

Nadere informatie

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG 5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG Vooraf Een van de manoeuvres die je tijdens het praktijkexamen zult moeten doen, is het parkeren achter een geparkeerd (of stilstaand) voertuig. Over dit examenonderdeel

Nadere informatie

Rijschool Amstelland 06 22115768

Rijschool Amstelland 06 22115768 De hellingproef (Hellingproef met de voetrem kan alleen bij een diesel motor worden toegepast) Voor dat je stopt ga je eerst kijken (binnen spiegel, rechterschouder en dan de richting). Als je eenmaal

Nadere informatie

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg vast procedure Ga je naar een ander stad waarbij je stukje op de snelweg moet rijden? Denk dan aan: Je route tot je eind bestemming. Welke ANWB borden je moet

Nadere informatie

10. 11. 12. 13. 14. 15. 18.

10. 11. 12. 13. 14. 15. 18. 1. Op de fietspad en fietsstrook mogen alleen fietsers en snorfietsers rijden. 2. Alarmnummer is 112. 3. Rijbewijs is 10 jaar geldig. 4. Alle betrokkenen bij een aanrijding moeten blijven wachten. (Plaats

Nadere informatie

Toetsmatrijs LZV. Opgesteld door:

Toetsmatrijs LZV. Opgesteld door: Opgesteld door: CCV Categoriecode: LZV : ondeling () (theoriegedeelte) en praktijk () Totaal aantal vragen: Dekkingsgraad toetstermen: 80% Cesuur: ijzonderheden: Toelichting op tabel met afbakening = onomiecode

Nadere informatie

Module 3 Handelingsanalyses Bijzondere manoeuvres

Module 3 Handelingsanalyses Bijzondere manoeuvres 1. WEGRIJDEN Koppelingspedaal intrappen. Binnenspiegel, voor, linkerbuitenspiegel links naast. Geheel en vlot met de bal van de linkervoet. Controleer of je overig verkeer voor moet laten gaan (art. 54RVV)

Nadere informatie

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie D1, E bij D1, D en E bij D

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie D1, E bij D1, D en E bij D Toetsmatrijs Praktijkexamen ijbewijs voor categorie D1, E bij D1, D en E bij D In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen.

Nadere informatie

Kruispunten met de borden

Kruispunten met de borden Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Starten, schakelen & wegrijden:

Starten, schakelen & wegrijden: Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Bijzondere verrichtingen

Bijzondere verrichtingen Bijzondere verrichtingen Zelfstandig bijzondere manoeuvres uitvoeren dmv gebruik aangeleerde bijzondere verrichtingen: omkeeropdracht d.m.v: bocht achteruit via parkeervak 3x steken halve draai parkeeropdracht:

Nadere informatie

BEDENK DAT VOOR ELKE OEFENING GELDT:

BEDENK DAT VOOR ELKE OEFENING GELDT: ( 01-a) Stoppen aan rechter zijde van de weg (STOPOPDRACHT) 01- Spiegelen (Binnen-Buiten-Rechter Schouder) 03- Scannen (nacontrôle over rechts) 04- Stoppen achter auto (stoppen als je de banden net niet

Nadere informatie

Module 1 Handelingsanalyses Bediening en controle

Module 1 Handelingsanalyses Bediening en controle 1. INSTAPPEN Naar auto begeven. Loop voor de auto langs. Als je voor de auto langs loop, heb je goed zicht op het verkeer dat op jouw weghelft nadert. Wacht bij de linkerkoplamp en kijk. Links en rechts.

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs B

Oefenboek. rijbewijs B Oefenboek rijbewijs B Gevaarherkenning Elk examen/tentamen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het CBR. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. Bij deze vragen wordt

Nadere informatie

Bijzondere Verrichtingen CBR

Bijzondere Verrichtingen CBR Bijzondere Verrichtingen CBR Lopend achteruit parkeren De motor afzetten en aan de linker zijde van de motor lopen met 2 handen aan het stuur. Voorrem bedienbaar houden en eventueel gedoseerd bedienen.

Nadere informatie

Tips voor je rij-examen

Tips voor je rij-examen Tips voor je rij-examen Rijexamen Zo doe je het goed! Als het goed is doe je pas examen voor je rijbewijs-b als je er klaar voor bent. Je voertuigcontrole is goed, handelingen in de lesauto verlopen grotendeels

Nadere informatie

Toetsmatrijs Directiechauffeur Praktijk CCV-DP2 - Extern

Toetsmatrijs Directiechauffeur Praktijk CCV-DP2 - Extern Opgesteld door: Categoriecode: Toetsvorm: Cesuur: Bijzonderheden: CCV DP2 Praktijk De kandidaat moet een voldoende hebben behaald voor het examen om een bewijs van slagen te krijgen. Geen Toelichting op

Nadere informatie

Veilig rijden. Apollo rijden. 1321 CA Almere www.rijschoolapollo95.nl. E-mail: info@rijschoolapollo95.nl

Veilig rijden. Apollo rijden. 1321 CA Almere www.rijschoolapollo95.nl. E-mail: info@rijschoolapollo95.nl Veilig rijden Apollo rijden Rijschool A pollo 95 Roemer Visscherstraat 32 Tel:036-5409712 MT:061-4332692 E-mail: Inhoud Bladzijde 1. Voertuigcontrole 1 2. Motor controle 2 3. Motor controle 2 4. Instappen

Nadere informatie

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg 1. INVOEGEN OP EEN AUTO(SNEL)WEG Herkennen autoweg autosnelweg. A.h.v. verkeerstekens kun je het verschil maken tussen de autoweg en de autosnelweg. De maximumsnelheid verschilt. Als je invoegt met dezelfde

Nadere informatie

6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN

6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN 6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN Hoe verloopt dit manoeuvre tijdens het praktijkexamen Dit manoeuvre wordt uitgevoerd in een straat met rustig tot matig verkeer

Nadere informatie

Rijexamen: Clusteropdracht Omkeeropdracht Zelfreflectie en meer

Rijexamen: Clusteropdracht Omkeeropdracht Zelfreflectie en meer Rijexamen: Clusteropdracht Omkeeropdracht Zelfreflectie en meer (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Het autorijexamen Een praktijkexamen voor het behalen van je rijbewijs-b duurt ongeveer

Nadere informatie

VR DOC.1184/2BIS

VR DOC.1184/2BIS VR 2016 2810 DOC.1184/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs B

Oefenboek. rijbewijs B Oefenboek rijbewijs B Gevaarherkenning Elk examen/examen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het CBR. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. Bij deze vragen wordt

Nadere informatie

Rijopleiding Handelingsanalyse:

Rijopleiding Handelingsanalyse: Rijopleiding Handelingsanalyse: Stap 1: Kennismaking met het voertuig: A. Visuele controle: - Kwaliteit banden - Beschadigingen - Ramen: proper, ijs- en sneeuwvrij - Staat en werking verlichting en richtingaanwijzers

Nadere informatie

PROJECTVOORSTEL Opleiding preventief rijden

PROJECTVOORSTEL Opleiding preventief rijden Oostjachtpark 13 9100 Sint-Niklaas tel: +32 (0) 3/780.30.30 fax: +32 (0) 3/780.30.26 Uw contactpersoon : Filip Van Alboom Email: f.vanalboom@vabrijschool.be PROJECTVOORSTEL Opleiding preventief rijden

Nadere informatie

Toetsmatrijs Taxi vakbekwaamheid praktijk beperkt

Toetsmatrijs Taxi vakbekwaamheid praktijk beperkt In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CBR divisie CCV Categoriecode: TVC Toetsvorm: raktijk Dekkingsgraad

Nadere informatie

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur LZV Mondeling (theoriegedeelte) en Praktijk. Examenvorm

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur LZV Mondeling (theoriegedeelte) en Praktijk. Examenvorm Opgesteld door: CCV Examenonderdeel Code: Naam: n.v.t. Chauffeur LZV Mondeling (theoriegedeelte) en Praktijk Eindtermen/toetstermen Afbakening (indien van toepassing) Taxonomie code 1. Wet- en regelgeving

Nadere informatie

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE B

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE B RIJVAARDIGHEID CATEGORIE B Manoeuvres op het privé-terrein vanaf 5/9/2005 Goca 15-06-05 Fol B-N BESTE KANDIDAAT, De tweede Europese richtlijn zal in België, vanaf 5 september 2005, belangrijke wijzingen

Nadere informatie

al onze leerlingen hebben hun eigen verhaal... Rijbewijs B / aangepaste opleiding

al onze leerlingen hebben hun eigen verhaal... Rijbewijs B / aangepaste opleiding al onze leerlingen hebben hun eigen verhaal... Rijbewijs B / aangepaste opleiding Aangepaste rijopleiding Rijschool Mercator heeft zich door de jaren heen ook gespecialiseerd in het geven van rijlessen

Nadere informatie

Rijopleiding Stap voor Stap

Rijopleiding Stap voor Stap Rijopleiding Stap voor Stap Module 1... 2 1. Controle buiten de auto... 2 2. Controle in de auto... 2 3. Instappen... 2 4. Uitstappen... 3 5. Zithouding... 3 6. Stuurhouding... 3 7. Afstellen spiegels...

Nadere informatie

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen Vraag 2 Is dit een eenrichtingsweg? A B Vraag 3 U wilt zonder

Nadere informatie

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. Opstappen en wegrijden 7 kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. kijkt uit hoe het veilig en zonder het verkeer te hinderen de startplaats kan bereiken. stapt met de fiets aan de hand

Nadere informatie

Toetsmatrijs Medegebruik van verharde lijnbusbanen en lijnbusstroken gemeente Amsterdam

Toetsmatrijs Medegebruik van verharde lijnbusbanen en lijnbusstroken gemeente Amsterdam Opgesteld door: CCV Categoriecode: Toetsvorm: TA Dekkingsgraad toetstermen: 100 % Cesuur: Bijzonderheden: raktijkexamen De kandidaat moet een voldoende hebben behaald voor het examen om een bewijs van

Nadere informatie

Het wegrijden Hoe doe je dat?

Het wegrijden Hoe doe je dat? Het wegrijden Hoe doe je dat? Handeling bij het wegrijden Wegrijden is een bijzondere manoeuvre. Dat is een speciale handeling. Tijdens het uitvoeren van deze handeling moet je alle verkeer (zoveel voetgangers

Nadere informatie

Rijbewijs A. sommige dromen komen uit...

Rijbewijs A. sommige dromen komen uit... Rijbewijs A sommige dromen komen uit... Speciaal voor jou ontwikkelde rijschool Mercator Drivenology. Drivenology, dat is: - een speciale, modulaire lesmethode, uniek in de rijschoolwereld. - een volgens

Nadere informatie

Toetsmatrijs LZV. In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen.

Toetsmatrijs LZV. In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CR divisie CCV Categoriecode: LZV Toetsvorm: ondeling () (theoriegedeelte)

Nadere informatie

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Bromfiets Doelgroep Leerlingen van de tweede en de derde graad VOET'en Gemeenschappelijke stam : 12, 13 Context 1 : 13, 14 Lesthema Vanaf 16

Nadere informatie

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Rijden met aanhangwagens Het gebruik van aanhangwagens in de bouw en

Nadere informatie

Recht achteruit rijden

Recht achteruit rijden Recht achteruit rijden Je komt aanrijden en je kijkt of je mag stilstaan (stilstaan verbod). Dan kijk je in de binnenspiegel, rechterbuitenspiegel en over je rechterschouder daarna geef je richting aan

Nadere informatie

Rijbewijs B / aangepaste opleiding. al onze leerlingen hebben hun eigen verhaal...

Rijbewijs B / aangepaste opleiding. al onze leerlingen hebben hun eigen verhaal... Rijbewijs B / aangepaste al onze leerlingen hebben hun eigen verhaal... Aangepaste rij Rijschool Mercator heeft zich door de jaren heen ook gespecialiseerd in het geven van rijlessen aan mensen met motorische

Nadere informatie

INHOUD. Theorie Kennismaking Inleiding Ongevallen Snelheid Preventief rijden Rij- en kijktechnieken Hoe verbruik je minder

INHOUD. Theorie Kennismaking Inleiding Ongevallen Snelheid Preventief rijden Rij- en kijktechnieken Hoe verbruik je minder ON THE ROAD INHOUD Theorie Kennismaking Inleiding Ongevallen Snelheid Preventief rijden Rij- en kijktechnieken Hoe verbruik je minder Praktijk Rit op de weg Remproef Stuurtechniek INLEIDING Vragen om aan

Nadere informatie

RIM Verkeersleermiddelen

RIM Verkeersleermiddelen RIM Verkeersleermiddelen Rijbewijs A Beste collega, Bij deze wil ik u bedanken voor het bestellen van mijn Rijles-instructiemap. Ik hoop van harte dat uw leerlingen er veel van zullen opsteken. Zijn er

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: File parkeren

Bijzondere manoeuvre: File parkeren Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

VORDERINGENTOETSEN RIJBEKWAAMHEID. Jan Vissers Jan Vissers Royal HaskoningDHV Nederland

VORDERINGENTOETSEN RIJBEKWAAMHEID. Jan Vissers Jan Vissers Royal HaskoningDHV Nederland VORDERINGENTOETSEN RIJBEKWAAMHEID Jan Vissers Jan Vissers Royal HaskoningDHV Nederland Overzicht Achtergrond problematiek jonge beginnende bestuurders Competentiegericht opleiden en examineren Rijopleiding

Nadere informatie

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN Kruispunten zijn op veel verschillende manieren te herkennen, ik zal hier een uitleg geven en duidelijk maken waar we kruispunten aan kunnen herkennen. Allereerst gaan we eens

Nadere informatie

Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden.

Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden. Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Manoeuvres en bewegingen, struikelblok bij theoretisch proefexamen op www.vabrijbewijs.be

Manoeuvres en bewegingen, struikelblok bij theoretisch proefexamen op www.vabrijbewijs.be Manoeuvres en bewegingen, struikelblok bij theoretisch proefexamen op www.vabrijbewijs.be Dit is de belangrijkste conclusie van VAB-Rijschool die de resultaten evalueert van de 5000 laatst afgelegde proefexamens

Nadere informatie

Speciale verrichtingen bij het CBR

Speciale verrichtingen bij het CBR Speciale verrichtingen bij het CBR 1. Hellingproef 2. Stopopdracht 3. Keren d.m.v 3 keer steken 4. Keren d.m.v een halve draai 5. Keren d.m.v een bocht achteruit 6. Parkeren in file vooruit (rechts) 7.

Nadere informatie

Beste leerling-bestuurder Beste begeleider

Beste leerling-bestuurder Beste begeleider 3 Beste leerling-bestuurder Beste begeleider Jullie gaan samen op weg om het autorijbewijs te halen. Het doel is duidelijk: de leerling-bestuurder opleiden tot een veilige en verantwoordelijke bestuurder.

Nadere informatie

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B RIM Verkeersleermiddelen Rijbewijs B Beste collega, Bij deze wil ik u bedanken voor het bestellen van mijn Rijles-instructiemap. Ik hoop van harte dat uw leerlingen er veel van zullen opsteken. Zijn er

Nadere informatie

PRAKTIJKBOEK. GRATIS RIJBEWIJS ONLINE 2013 (versie 7 december 2013 157 pagina s)

PRAKTIJKBOEK. GRATIS RIJBEWIJS ONLINE 2013 (versie 7 december 2013 157 pagina s) PRAKTIJKBOEK GRATIS RIJBEWIJS ONLINE 2013 (versie 7 december 2013 157 pagina s) In dit praktijkboek staan verschillende checklists. Gebruik deze tijdens je opleiding. + VERWACHTE WETSWIJZIGINGEN IN 2014

Nadere informatie

Motor. Verkeersschool Cranenbroek. In deze brochure vindt u alles wat u moet weten voor en tijdens uw opleiding voor de motor.

Motor. Verkeersschool Cranenbroek. In deze brochure vindt u alles wat u moet weten voor en tijdens uw opleiding voor de motor. Verkeersschool Cranenbroek Motor In deze brochure vindt u alles wat u moet weten voor en tijdens uw opleiding voor de motor. Verkeersschool Cranenbroek Instraat 21 St.Luciastraat 9 0495-49 17 14 www.verkeersschoolcranenbroek.nl

Nadere informatie

Lesonderdeel instappen, stoel afstellen en uitstappen:

Lesonderdeel instappen, stoel afstellen en uitstappen: Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

... Think safety! Werken met. Verkeersveiligheid. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

... Think safety! Werken met. Verkeersveiligheid. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid ... Think safety! Werken met VGM Algemeen Milieu Gezondheid Veiligheid 1 Werken met Gasunie is een van de grootste gasinfrastructuurbedrijven in Europa. Veiligheid heeft binnen Gasunie de hoogste prioriteit;

Nadere informatie

Voertuigcontrole. De Voertuigcontrole

Voertuigcontrole. De Voertuigcontrole Voertuigcontrole Voertuigcontrole Autorijles. Voordat je bij het CBR rijexamen doet, dien je over vele vaardigheden te beschikken, die je uiteindelijk tot een goed (beginnend) en veilig rijdend automobilist

Nadere informatie

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan Hoe moeten de fietstaken uitgevoerd worden? 1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan mindert snelheid en kijkt voor zich uit. kijkt om : nadert er verkeer? vertraagt of versnelt,

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Theorieboek. rijbewijs A

Theorieboek. rijbewijs A Theorieboek rijbewijs A 1. Basiskennis Wegenverkeerswetgeving Doelstelling De belangrijkste wetgeving waarin wij onze verkeersregels vinden zijn de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement Verkeersregels

Nadere informatie

RIJSCHOOLLESGEVER RIJSCHOOLLESGEVER BASISVAARDIGHEDEN

RIJSCHOOLLESGEVER RIJSCHOOLLESGEVER BASISVAARDIGHEDEN RIJSCHOOLLESGEVER RIJSCHOOLLESGEVER BASISVAARDIGHEDEN RIJSCHOOLLESGEVER Waarvoor dient deze folder? Basis om een vacature uit te schrijven; Hulpmiddel bij screening van kandidaten; Ondersteuning bij functioneringsgesprekken;

Nadere informatie

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid Opgesteld door: C divisie CCV Categoriecode: LZV : ondeling () (theoriegedeelte) en praktijk () Totaal aantal vragen: Dekkingsgraad toetstermen: 80% Cesuur: ijzonderheden: Toelichting op tabel met afbakening

Nadere informatie

Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig.

Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig. Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig. Aanleiding Deze rapportage is opgemaakt naar aanleiding van een verzoek vanuit het Ministerie

Nadere informatie

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART 49 4651 GR STEENBERGEN

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART 49 4651 GR STEENBERGEN Op het examen worden natuurlijk wel eens fouten gemaakt. In de loop der jaren hebben wij al verschillende fouten gezien en daarom hebben wij besloten deze fouten, samen met enkele tips, op papier te zetten.

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: Hellingproef

Bijzondere manoeuvre: Hellingproef Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Het draaiboek voor het onderdeel praktijkoefeningen op het oefenterrein, vermeld in artikel 2, eerste lid, 2, bevat per onderwerp minstens:

Het draaiboek voor het onderdeel praktijkoefeningen op het oefenterrein, vermeld in artikel 2, eerste lid, 2, bevat per onderwerp minstens: Bijlage 1. Leerstof van het terugkommoment als vermeld in artikel 2, tweede lid Het programma voor het onderdeel kennismaking en reflectie als beginnende bestuurder, vermeld in artikel 2, eerste lid, 1,

Nadere informatie

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T* Toetsmatrijs Praktijkexamen ijbewijs voor categorie T* In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie

Nadere informatie

NIEUW Invoering vakbekwaamheid voor de categorie D vanaf 10 september 2008

NIEUW Invoering vakbekwaamheid voor de categorie D vanaf 10 september 2008 NIEUW Invoering vakbekwaamheid voor de categorie D vanaf 10 september 2008 Vanaf 10 september 2008 moeten alle bestuurders van een voertuig behorende tot de categorie D en die in beroepsverband rijden,

Nadere informatie

7 Manoeuvres en bewegingen

7 Manoeuvres en bewegingen 7 Manoeuvres en bewegingen 62 7.1 Manoeuvres Als je een manoeuvre uitvoert, zoals van rijstrook of van file veranderen, de rijbaan oversteken, een parkeerplaats verlaten of oprijden, uit een aangrenzend

Nadere informatie

VERO voor voetgangers basisschool Pulle

VERO voor voetgangers basisschool Pulle VERO voor voetgangers basisschool Pulle 1 Stappen in groep Het vertrekpunt veilig verlaten Kloosterstraat 7 Het vertrek en eindpunt van de VERO voor voetgangers is de parking voor de school (Kloosterstraat).

Nadere informatie

01.07 Specifiek gezichtshulpmiddel

01.07 Specifiek gezichtshulpmiddel LEGENDE: = verwijderd = toegevoegd = aangepast 01. Correctie enof bescherming van het gezichtsvermogen 01. Correctie enof bescherming van het gezichtsvermogen 01.01 Bril 01.01 Bril 01.02 Contactlenzen

Nadere informatie

2017 PRAKTIJKBOEK B Gratis Rijbewijs Online

2017 PRAKTIJKBOEK B Gratis Rijbewijs Online 2017 PRAKTIJKBOEK B Gratis Rijbewijs Online Auteur: Eugeen Van Aerschot Om het boek te downloaden: Ga naar https://www.gratisrijbewijsonline.be Klik op PRAKTIJK en dan op PRAKTIJKBOEK 0. HET RIJBEWIJS

Nadere informatie

Schakel zo vroeg mogelijk op naar een hogere versnelling, tussen 2000 en 2500 toeren.

Schakel zo vroeg mogelijk op naar een hogere versnelling, tussen 2000 en 2500 toeren. Tip 1 Schakelen Schakel zo vroeg mogelijk op naar een hogere versnelling, tussen 2000 en 2500 toeren. Een toerenteller is hierbij een handig hulpmiddel. Een deel van het vermogen dat een automotor levert

Nadere informatie

Een stilstaand voertuig voorbijrijden

Een stilstaand voertuig voorbijrijden Een stilstaand voertuig voorbijrijden Fietstaak 1 Strepestraat Mindert snelheid en kijkt voor zich uit. Kijkt naar weggebruikers voor hem en verleent eventueel voorrang. Kijkt links om of er verkeer nadert

Nadere informatie

Wat iedere ouder moet weten over verkeersveiligheid Je kind in het verkeer

Wat iedere ouder moet weten over verkeersveiligheid Je kind in het verkeer Wat iedere ouder moet weten over verkeersveiligheid Je kind in het verkeer Samen op pad Kinderen zijn kwetsbaar in het verkeer. Logisch dus, dat ouders hun kinderen graag zo snel mogelijk veilig verkeersgedrag

Nadere informatie

Handelingsanalyse. volgens rijprocedure. Categorie

Handelingsanalyse. volgens rijprocedure. Categorie Handelingsanalyse volgens rijprocedure Categorie B Hierna vindt u de handelingsanalyse voor de auto, de rijprocedure heeft als basis gelegen bij het maken van deze handelingsanalyses. Het is raadzaam om

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE 18+ (bedrijven) 18+ Secundair onderwijs Basisonderwijs 12 6 8 10 4 2 HOGER! LAGER! Jonge kinderen in het verkeer, wat weet jij erover? WAT MOETEN SCHOLEN

Nadere informatie

Op weg met Rijbewijzer

Op weg met Rijbewijzer Op weg met Rijbewijzer Doelgroep Leerlingen van de derde graad. VOET en Gemeenschappelijke stam: 18, 20 Context 1: 13,14 Lesthema Veilig verkeersgedrag steunt op een goede kennis van de verkeersregels

Nadere informatie

Voertuigcontrole in en om de (les)auto

Voertuigcontrole in en om de (les)auto Voertuigcontrole in en om de (les) (je aangeboden door: rij-instructie.nl) Voertuigcontrole Controle in en om de Autorijles. Voordat je bij het CBR begint met het praktijkexamen / het rijden van een route,

Nadere informatie

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ Je gaat meer betalen voor verkeersboetes in 2019 Verkeersboetes 2019 Het zal geen verrassing zijn: de 2019-tarieven voor snelheidsboetes en boetes voor andere

Nadere informatie

Dossier : snelheid 1

Dossier : snelheid 1 Dossier : snelheid 1 Overdreven of onaangepaste snelheid verhoogt het risico op en de ernst van verkeersongevallen aanzienlijk. Niets nieuws, aangezien het om een basisgegeven van de verkeersveiligheid

Nadere informatie

01 01 Correctie en/of bescherming van het gezichtsvermogen Gehoorprothese/hulp communicatie Prothese/orthese van de ledematen

01 01 Correctie en/of bescherming van het gezichtsvermogen Gehoorprothese/hulp communicatie Prothese/orthese van de ledematen LEGENDE Code niet meer van toepassing Code is gewijzigd Code is gewijzigd maar nog niet beschikbaar Oude code 01 01 Correctie en/of bescherming van het gezichtsvermogen 01.01 01.01 Bril 01.02 01.02 Contactlenzen

Nadere informatie

VOORWOORD... 5 HOE IS DEZE PRAKTIJKBEGELEIDING HET BEST TE GEBRUIKEN?... 6

VOORWOORD... 5 HOE IS DEZE PRAKTIJKBEGELEIDING HET BEST TE GEBRUIKEN?... 6 VOORWOORD... 5 HOE IS DEZE PRAKTIJKBEGELEIDING HET BEST TE GEBRUIKEN?... 6 1 VOORBEREIDINGS EN CONTROLEHANDELINGEN... 7 1.1 Inleiding: controle van de carrosserie... 7 1.2 Instappen... 7 1.3 Instellen

Nadere informatie

Rijprocedure B. 1. Bedrevenheid in het rijklaar maken, en de bediening van het voertuig

Rijprocedure B. 1. Bedrevenheid in het rijklaar maken, en de bediening van het voertuig Rijprocedure B Inhoudsopgave 1. Bedrevenheid in het rijklaar maken, en de bediening van het voertuig Rijklaar maken van het voertuig Zit- en stuurhouding Stuurbehandeling Afstellen spiegels Gebruik autogordel

Nadere informatie

Gevaarherkenning. Kijk vóór je examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen.

Gevaarherkenning. Kijk vóór je examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen. Gevaarherkenning Elk examen/examen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het R. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. ij deze vragen wordt u steeds de vraag gesteld:

Nadere informatie

Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - 1 ste en 2 de leerjaar lager onderwijs.

Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - 1 ste en 2 de leerjaar lager onderwijs. Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - ste en de leerjaar lager onderwijs. 6 Zie je de kinderen op de tekening? Sommigen hebben een bolletje met een cijfer. Zijn ze voorzichtig? Kleur het bolletje groen.

Nadere informatie

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie C1, E bij C1, C en E bij C

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie C1, E bij C1, C en E bij C Toetsmatrijs Praktijkexamen ijbewijs voor categorie C1, E bij C1, C en E bij C In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen.

Nadere informatie

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T* In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: T Toetsvorm: Praktijk Dekkingsgraad

Nadere informatie