BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Transcriptie

1 55109 Art. 8. Un montant de euros du crédit disponible inscrit à l allocation de base du programme du budget général des dépenses de la Communauté flamande pour l année budgétaire 2006, est transféré au programme 41.4, allocation de base Art. 9. Un montant de euros du crédit disponible inscrit à l allocation de base du programme du budget général des dépenses de la Communauté flamande pour l année budgétaire 2006, est transféré au programme 41.7, allocation de base Bruxelles, le 8 septembre Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, La Ministre flamande du Bien-Etre, de la Santé publique et de la Famille, I. VERVOTTE Le Ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Affaires bruxelloises, * VLAAMSE OVERHEID N [C 2006/36619] 15 SEPTEMBER Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002, 20 december 2002, 21 maart 2003, 24 december 2004 en 23 december 2005; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 en 11 juni 2004; Gelet op het advies van de Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding, gegeven op 24 mei 2006; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 juni 2006; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : «Vertrekkend vanuit een situatieschets van het cultuurbeleid en het culturele veld, vergezeld van een sterkte-zwakteanalyse, worden algemene doelstellingen als vermeld in artikel 19, 1, van het decreet, bepaald en vertaald eventueel in aparte luiken naar alle culturele werksoorten die aanwezig zijn in de gemeente, met bijzondere aandacht voor de bibliotheek en in voorkomend geval het cultuurcentrum»; 2 in 1 wordt het tweede lid opgeheven; 3 in het derde lid van 1 wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt : «In het beleidsplan wordt aandacht besteed aan :»; 4 in 1 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : «In een jaarlijks actieplan, goedgekeurd door het college na advies door de cultuurraad en het beheersorgaan van de bibliotheek en in voorkomend geval het cultuurcentrum, worden algemene doelstellingen geconcretiseerd.»; 5 2 wordt opgeheven. Art. 2. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 2 wordt opgeheven; 2 3 wordt vervangen door wat volgt : «3. Uiterlijk drie maanden nadat de administratie het cultuurbeleidsplan heeft ontvangen, deelt ze aan de gemeente mee of het plan wordt aanvaard op basis van de structuur van het beleidsplan zoals bepaald door de minister. Als het cultuurbeleidsplan niet wordt aanvaard, vervalt de subsidie vanaf de eerste van de maand die volgt op de mededeling door de administratie.»; 3 4 wordt opgeheven. Art. 3. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «Art. 13. De minister bepaalt de structuur van een bibliotheekbeleidsplan als vermeld in artikel 15, 1.» Art. 4. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt 1 vervangen door wat volgt : «1. Een gemeente die niet beschikt over een gemeentelijk cultuurbeleidsplan zoals bepaald in het decreet, dient voor haar bibliotheek die gesubsidieerd is op basis van het decreet, een door de gemeenteraad goedgekeurd bibliotheekbeleidsplan in.»

2 55110 Art. 5. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : «Vóór 31 december deelt de administratie aan de gemeente mee of het bibliotheekbeleidsplan wordt aanvaard op basis van de structuur van het beleidsplan zoals bepaald door de minister.»; 2 in 2, eerste lid, wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door het woord «aanvaard»; 3 in 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : «Voor 1 juli van het jaar dat volgt op het planningsjaar deelt de administratie aan de gemeente mee of het bibliotheekbeleidsplan wordt aanvaard op basis van de structuur van het beleidsplan zoals bepaald door de minister.»; 4 in 2, derde lid, wordt het woord «minister» vervangen door het woord «administratie»; 5 3 wordt vervangen door wat volgt : «3. Als de administratie het bibliotheekbeleidsplan niet aanvaardt, vervalt de subsidie, vermeld in artikel 38, 1, van het decreet, vanaf de eerste van de maand die volgt op de mededeling door de administratie.»; 6 in 4, eerste lid, wordt het woord «niet-goedkeuring» vervangen door het woord «niet-aanvaarding»; 7 in 4 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : «Drie maanden na de ontvangst van het bibliotheekbeleidsplan deelt de administratie aan de gemeente mee of het bibliotheekbeleidsplan wordt aanvaard op basis van de structuur van het beleidsplan zoals bepaald door de minister.»; 8 in 4, derde lid, wordt het woord «minister» vervangen door het woord «administratie»; 9 in 4, vierde lid, wordt het woord «goedkeuring» vervangen door het woord «aanvaarding». Art. 6. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «Art De bibliothecaris en het beheersorgaan stellen jaarlijks een actieplan op ter concretisering van algemene doelstellingen uit het beleidsplan en leggen het ter goedkeuring voor aan het college. 2. De bibliothecaris en het beheersorgaan stellen jaarlijks een werkingsverslag op dat beschrijft hoe het actieplan in het voorbije jaar werd uitgevoerd en dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het college.» Art. 7. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 8. In artikel 21 van hetzelfde besluit worden punt 2 en 3 opgeheven. Art. 9. Artikelen 22, 23, 24, 25, 26, 27 en 28 van hetzelfde besluit worden opgeheven. Art. 10. Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «Art. 31. De minister bepaalt de structuur van een beleidsplan van een cultuurcentrum.» Art. 11. Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 12. In artikel 35 van hetzelfde besluit worden 3 en 4 opgeheven. Art. 13. In artikel 38 van hetzelfde besluit worden punt 2 en 3 opgeheven. Art. 14. In artikel 39 van hetzelfde besluit wordt 1 vervangen door wat volgt : «1. Een gemeente die niet beschikt over een gemeentelijk cultuurbeleidsplan zoals bepaald in het decreet, dient voor haar cultuurcentrum dat gesubsidieerd is op basis van het decreet, een door de gemeenteraad goedgekeurd beleidsplan van het cultuurcentrum in.» Art. 15. In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : «Vóór 31 december deelt de administratie aan de gemeente mee of het beleidsplan van het cultuurcentrum wordt aanvaard op basis van de structuur van het beleidsplan zoals bepaald door de minister.»; 2 in 2, eerste lid, wordt het woord «goedgekeurd» vervangen door het woord «aanvaard»; 3 in 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : «Vóór 1 juli van het jaar dat volgt op het planningsjaar deelt de administratie aan de gemeente mee of het beleidsplan van het cultuurcentrum wordt aanvaard op basis van de structuur van het beleidsplan zoals bepaald door de minister.»; 4 in 2, derde lid, wordt het woord «minister» vervangen door het woord «administratie»; 5 3 wordt vervangen door wat volgt : «3. Als de administratie het beleidsplan van het cultuurcentrum niet aanvaardt, vervalt de basissubsidie en, in voorkomend geval, de variabele subsidie vanaf de eerste van de maand die volgt op de mededeling door de administratie.» Art. 16. Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «Art De leidende cultuurfunctionaris en het beheersorgaan stellen jaarlijks een actieplan op ter concretisering van algemene doelstellingen uit het beleidsplan en leggen het ter goedkeuring voor aan het college. 2. De leidende cultuurfunctionaris en het beheersorgaan stellen jaarlijks een werkingsverslag op dat beschrijft hoe het actieplan in het voorbije jaar werd uitgevoerd en dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het college.» Art. 17. In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in 1 wordt het woord «minister» vervangen door het woord «administratie»; 2 in 2 wordt het woord «goedkeuring» vervangen door het woord «aanvaarding».

3 55111 Art. 18. Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 19. In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 1 wordt vervangen door wat volgt : «1. Ten minste één keer tijdens de looptijd van de beleidsplannen zal de administratie de uitvoering van de beleidsplannen ter plaatse evalueren.»; 2 in 2 worden de woorden «conform is met de goedgekeurde beleidsplannen en» geschrapt. Art. 20. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart Art. 21. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Culturele Aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 15 september De minister-president van de Vlaamse Regering, De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F [C 2006/36619] 15 SEPTEMBRE Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l arrêté du Gouvernement flamand du 11 janvier 2002 portant exécution du décret du 13 juillet 2001 portant stimulation d une politique culturelle locale qualitative et intégrale Le Gouvernement flamand, Vu le décret du 13 juillet 2001 portant stimulation d une politique culturelle locale qualitative et intégrale, modifié par les décrets des 5 juillet 2002, 20 décembre 2002, 21 mars 2003, 24 décembre 2004 et 23 décembre 2005; Vu l arrêté du Gouvernement flamand du 11 janvier 2002 portant exécution du décret du 13 juillet 2001 portant stimulation d une politique culturelle locale qualitative et intégrale, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 28 mai 2004 et 11 juin 2004; Vu l avis du Conseil de l Education populaire et de la Diffusion de la Culture, donné le 24 mai 2006; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 21 juin 2006; Vu l avis du Conseil d Etat, donné le3août 2006, en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er,1, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat; Sur la proposition du Ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Affaires bruxelloises, Après délibération, Arrête : Article 1 er. Al article 2 de l arrêté du Gouvernement flamand du 11 janvier 2002 portant exécution du décret du 13 juillet 2001 portant stimulation d une politique culturelle locale qualitative et intégrale, sont apportées les modifications suivantes : 1 dans le 1 er,l alinéa 1 er est remplacé par la disposition suivante : «Partant d un aperçu de la situation de la politique culturelle et de la réalité culturelle sur le terrain, et d une analyse des points forts et des points faibles, des objectifs généraux, tels que prévus à l article 19, 1 er,dudécret sont fixés et traduits, le cas échéant en volets distincts, en tous types d activités culturelles présentes dans la commune, une attention particulière étant réservée aux bibliothèques et, le cas échéant, aux centres culturels»; 2 au 1 er,l alinéa deux est abrogé; 3 dans l alinéa trois du 1 er, la phrase introductive est remplacée par la phrase suivante : «Le plan de gestion accorde une attention particulière à :»; 4 dans le 1 er,l alinéa quatre est remplacé par la disposition suivante : «Un plan d action annuel approuvé par le collège après avis du conseil culturel et de l organe de gestion de la bibliothèque et, le cas échéant, du centre culturel, prévoit des objectifs généraux concrets.»; 5 le 2 est abrogé. Art. 2. Al article 6 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1 le 2 est abrogé; 2 Le 3 est remplacé par la disposition suivante : «3. Au plus tard trois mois après que l administration a reçu le plan de politique culturelle, elle communique à la commune si le plan est accepté sur la base de la structure du plan de gestion telle que fixée par le Ministre. Si le plan de politique culturelle n est pas accepté, la subvention est annulée à partir du premier jour du mois qui suit la notification par l administration.»; 3 le 4 est abrogé. Art. 3. L article 13 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : «Art. 13. Le Ministre fixe la structure d un plan de gestion de la bibliothèque, tel que visé àl article 15, 1 er.»

4 55112 Art. 4. Dans l article 15 du même arrêté, le 1 er est remplacé par la disposition suivante : «1 er. Une commune qui ne dispose pas d un plan communal de politique culturelle, tel que prévu par le décret, présente un plan de gestion de la bibliothèque approuvé par le conseil communal, pour la bibliothèque qui est subventionnée sur la base du décret.» Art. 5. Al article 16 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1 dans le 1 er,l alinéa deux est remplacé par la disposition suivante : «L administration notifie à la commune avant le 31 décembre si le plan de gestion de la bibliothèque est accepté sur la base de la structure du plan de gestion, telle que fixée par le Ministre.»; 2 dans le 2, alinéa 1 er,lemot«approuvé»est remplacé par le mot «accepté»; 3 dans le 2, l alinéa deux est remplacé par la disposition suivante : «L administration notifie à la commune avant le 1 er juillet de l année qui suit l année de planning si le plan de gestion de la bibliothèque est accepté sur la base de la structure du plan de gestion, telle que fixée par le Ministre.» 4 dans le 2, alinéa trois, les mots «le Ministre est cens» sont remplacés par les mots «l administration est censée»; 5 Le 3 est remplacé par la disposition suivante : «3. Si l administration n accepte pas le plan de gestion de la bibliothèque, la subvention, visée à l article 38, 1 er, du décret est annulée à partir du 1 er du mois qui suit la notification par l administration.»; 6 dans le 4, alinéa 1 er, les mots «la non-approbation» sont remplacés par les mots «la non-acceptation»; 7 dans le 4, l alinéa deux est remplacé par la disposition suivante : «Trois mois après laréception du plan de gestion de la bibliothèque, l administration communique à la commune si ce plan est accepté sur la base de sa structure du plan de gestion, telle que fixée par le Ministre.»; 8 dans le 4, alinéa trois, les mots «le Ministre est censé» sont remplacés par les mots «l administration est censée»; 9 dans le 4, alinéa quatre, les mots «l approbation» sont remplacés par les mots «l acceptation». Art. 6. L article 17 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : «Art er. Le bibliothécaire et l organe de gestion établissent un plan d action annuel relatif à la concrétisation des objectifs généraux prévus par le plan de gestion et le soumettent à l approbation du collège. 2. Le bibliothécaire et l organe de gestion établissent un plan d activités annuel qui décrit comment le plan d action a été concrétisé pendant l année écoulée, et le soumettent à l approbation du collège.» Art. 7. L article 18 du même arrêté est abrogé. Art. 8. Al article 1 er du même arrêté, les points 2 et 3 sont abrogés. Art. 9. Les articles 22, 23, 24, 25, 26, 27 et 28 du même arrêté sont abrogés. Art. 10. L article 31 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : «Art. 31. Le Ministre fixe la structure d un plan de gestion d un centre culturel.» Art. 11. L article 34 du même arrêté est abrogé. Art. 12. Al article 35 du même arrêté les 3 et 4 sont abrogés. Art. 13. Al article 38 du même arrêté, les points 2 et 3 sont abrogés. Art. 14. Dans l article 39 du même arrêté, le 1 er est remplacé par la disposition suivante : «1 er. Une commune qui ne dispose pas d un plan communal de politique culturelle, tel que prévu par le décret, présente un plan de gestion du centre culturel approuvé par le conseil communal, pour le centre culturel qui est subventionné sur la base du décret.» Art. 15. Al article 40 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1 dans le 1 er,l alinéa deux est remplacé par la disposition suivante : «L administration notifie à la commune avant le 31 décembre si le plan de gestion du centre culturel est accepté sur la base de la structure du plan de gestion, telle que fixée par le Ministre.»; 2 dans le 2, alinéa 1 er,lemot«approuvé»est remplacé par le mot «accepté»; 3 dans le 2, l alinéa deux est remplacé par la disposition suivante : «L administration notifie à la commune avant le 1 er juillet de l année qui suit l année de planning si le plan de gestion du centre culturel est accepté sur la base de la structure du plan de gestion, telle que fixée par le Ministre.»; 4 au 2, alinéa trois, les mots «le Ministre est censé» sont remplacés par les mots «l administration est censée»; 5 Le 3 est remplacé par la disposition suivante : «3. Si l administration n accepte pas le plan de gestion du centre culturel, la subvention de base et, le cas échant, la subvention variable sont annulées à partir du 1 er du mois qui suit la notification par l administration.»; Art. 16. L article 41 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : «Art er. Le fonctionnaire culturel dirigeant et l organe de gestion établissent un plan d action annuel relatif à la concrétisation des objectifs généraux prévus par le plan de gestion et le soumettent à l approbation du collège. 2. Le fonctionnaire culturel dirigeant et l organe de gestion établissent un plan d activités annuel qui décrit comment le plan d action a été concrétisé pendant l année écoulée, et le soumettent à l approbation du collège.» Art. 17. Al article 42 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1 au 1 er, les mots par l administration sont insérés entre les mots «refus définitif» et les mots «du plan de gestion»;

5 au 2, les mots «l approbation» sont remplacés par les mots «l acceptation». Art. 18. L article 43 du même arrêté est abrogé. Art. 19. Al article 45 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1 le 1 er est remplacé par la disposition suivante : «1 er.l administration évaluera sur place l exécution des plans de gestion au moins une fois au cours de leur période de validité.»; 2 au 2, les mots «est conforme aux plans de gestion approuvés et» sont supprimés. Art. 20. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er mars Art. 21. Le Ministre flamand ayant les Affaires culturelles dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 15 septembre Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Le Ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Affaires bruxelloises, * VLAAMSE OVERHEID Landbouw en Visserij N [C 2006/36614] 15 SEPTEMBER Ministerieel besluit voor het aanvragen van de integratie van de melkpremie en de extra betalingen in de bedrijfstoeslagregeling De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, 1, 1, vervangen bij de wet van 29 december 1990; Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 953/2006 van de Raad van 19 juni 2006; Gelet op Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1291/2006 van de commissie van 30 augustus 2006; Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1187/2006 van de Commissie van 3 augustus 2006; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en bepaalde gebonden steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, inzonderheid op het artikel 2, 3, 2 ; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 mei 2006; Gelet op het advies /1/V van de Raad van State, gegeven op 23 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : Artikel 1. Overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 31, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 795/2004 dient elke landbouwer een aanvraag in tot integratie van het referentiebedrag voor de melkpremie en extra betalingen in de bedrijfstoeslagregeling. Hij gebruikt hiertoe het formulier, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd. De landbouwer moet zijn naar behoren ingevulde aanvraag uiterlijk op 15 mei 2006 aangetekend opsturen of tegen ontvangstbewijs afgeven op de buitendienst van het Agentschap voor Landbouw en Visserij. Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari Brussel, 15 september 2006.