VERORDENING WARENMARKTEN HELMOND 2006

Transcriptie

1 VERORDENING WARENMARKTEN HELMOND 2006 Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond, Collegebesluit, nummer Gelet op in artikel 160 eerste lid onder h van de Gemeentewet en de Marktverordening gemeente Helmond 2006; B e s l u i t e n vast te stellen de Verordening warenmarkten Helmond 2006 Artikel 1 Instelling warenmarkten 1. Op dinsdagmorgen, woensdagmorgen, vrijdagmorgen en zaterdag wordt markt gehouden en wel op de navolgende locaties en tijden: a. De dinsdagmorgenmarkt wordt gehouden in Mierlo-Hout op het Kerkplein, Houtvoort aan de Hoofdstraat, tussen uur en uur b. De woensdagmorgenmarkt wordt gehouden op de Markt tussen uur en uur c. De vrijdagmorgenmarkt wordt gehouden in Brouwhuis op het parkeerterrein aan de zuidzijde van NS station Helmond-Brouwhuis gelegen op de parkeerplaats Dinkelstraat tussen uur en uur d. De zaterdagmarkt wordt gehouden op de Markt, Ameideplein en Noord-Koninginnewal tussen uur en uur 2. De omvang van het marktterrein voor de verschillende markten is aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten. Artikel 2 Zon- en feestdagen 1. Op zon- en feestdagen als bedoeld in de Winkeltijdenwet wordt geen markt gehouden 2. Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met de marktadviescommissie besluiten dat de markt in die week op een andere dag gehouden wordt als op de aangewezen dag geen markt gehouden kan worden als gevolg van het bepaalde in het eerste lid. Artikel 3 Bijzondere omstandigheden 1. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van dringende redenen c.q. in het algemeen belang tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, een andere marktdag vaststellen, andere begin- en eindtijden vaststellen of de markt afgelasten. 2. Indien en zolang toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in het eerste lid kan: a. van de vastgestelde marktopstelling worden afgeweken; b. van de vastgestelde standplaatsindeling worden afgeweken; c. het aantal standplaatsen worden beperkt; d. het aantal standplaatsen in hun omvang beperkt worden; 3. indien en voor zover dit voortvloeit uit de verplaatsing van de markt en dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders onvermijdelijk is met het oog op een ordelijke en doelmatige marktopstelling. Artikel 4 Branchepatroon 1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen wordt voor elke markt een maximumstelsel gehanteerd uitgaande van de toedeling van strekkende meters en onderverdeling daarvan in absolute aantallen binnen de hoofd- en subgroepen. 2. Uitgegaan wordt van een verdeling over de volgende hoofdgroepen en daarbij behorende subgroepen. Dit zijn: a. Food: AGF, vis en overige eetwaren b. Non-food; textiel, huishoudtextiel en andere goederen c. Bloemen, planten en heesters. Artikel 5 Dinsdagmorgenmarkt 1. Het aantal strekkende meters waarvoor vergunning verleend kan worden bedraagt 124 strekkende

2 2. Het aantal vaste plaatsen op deze markt bedraagt maximaal 12, onderverdeeld naar branchering: a. Food in totaal 56 strekkende meters vaste plaatsen waarvan 24 strekkende meters voor AGF, 8 strekkende meters voor vis en 24 strekkende meters voor overige eetwaren b. Non-food in totaal 52 strekkende meters vaste plaatsen; waarvan 36 strekkende meters textiel, 0 strekkende meters huishoudtextiel en 16 strekkende meters voor andere goederen c. Bloemen, planten en heesters 16 strekkende meters vaste plaatsen. 3. Het maximum aantal standwerkerplaatsen bedraagt 1. Artikel 6 Woensdagmorgenmarkt 1. Het aantal strekkende meters waarvoor vergunning verleend kan worden bedraagt 216 strekkende 2. Het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 22, onderverdeeld naar branchering: a. Food in totaal 148 strekkende meters vaste plaatsen waarvan 84 strekkende meters voor AGF, 24 strekkende meters voor vis en 40 strekkende meters voor overige eetwaren b. Non-food in totaal 52 strekkende meters vaste plaatsen; waarvan 36 strekkende meters textiel, 0 strekkende meters huishoudtextiel en 16 strekkende meters voor andere goederen c. Bloemen, planten en heesters 16 strekkende meters vaste plaatsen. 3. Het maximum aantal standwerkerplaatsen bedraagt 2. Artikel 7 Vrijdagmorgenmarkt 1. Het aantal strekkende meters waarvoor vergunning verleend kan worden bedraagt 92 strekkende 2. Het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 16, onderverdeeld naar branchering a. Food in totaal 52 strekkende meters vaste plaatsen waarvan 12 strekkende meters voor AGF, 8 strekkende meters voor vis en 32 strekkende meters voor overige eetwaren b. Non-food in totaal 32 strekkende meters vaste plaatsen; waarvan 24 strekkende meters textiel, 0 strekkende meters huishoudtextiel en 8 strekkende meters voor andere goederen d. Bloemen, planten en heesters 8 strekkende meters vaste plaatsen. 3. Het maximum aantal standwerkerplaatsen bedraagt 2. Artikel 8 Zaterdagmarkt 1. Het aantal strekkende meters waarvoor vergunning verleend kan worden bedraagt 1400 strekkende 2. Het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 175, onderverdeeld naar branchering a. Food in totaal 612 strekkende meters vaste plaatsen waarvan 300 strekkende meters voor AGF, 72 strekkende meters voor vis en 240 strekkende meters voor overige eetwaren b. Non-food in totaal 716 strekkende meters vaste plaatsen; waarvan 360 strekkende meters textiel, 96 strekkende meters huishoudtextiel en 260 strekkende meters voor andere goederen c. Bloemen, planten en heesters 72 strekkende meters vaste plaatsen. 3. Het maximum aantal standwerkerplaatsen bedraagt 8. Artikel 9 Marktmeester 1. Diegene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover de marktmeester te kunnen legitimeren door middel van een geldig paspoort, een geldig rijbewijs of een geldig identiteitsbewijs. 2. Een van de geldige identiteitsbewijzen, zoals genoemd in het eerste lid, dient op aanvraag van de marktmeester terstond te worden getoond. 3. De marktmeester kan op het marktterrein aanwijzingen geven 4. De aanwijzingen zoals bedoeld in het derde lid, dienen terstond te worden opgevolgd. Artikel 10 Voorschriften indiening aanvragen 1. De aanvraag voor een standplaatsvergunning of de overschrijving van een vaste standplaatsvergunning geschiedt middels een door burgemeester en wethouders vastgesteld model dat verkrijgbaar is bij de marktmeester en gedownload kan worden via 2. Het aanvraagformulier dient vergezeld te zijn van:

3 a. een uittreksel uit het Handelsregister dat niet ouder mag zijn dan 6 maanden; b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 9 eerste lid, c. twee identieke en gelijkende recente pasfoto s. 3. Aanvragen die niet voldoen aan het door burgemeester en wethouders vastgesteld model worden buiten behandeling gelaten. Artikel 10a Selectiecommissie 1. Voordat burgemeester en wethouders overgaan tot het verlenen van vergunningen voor vaste standplaatsen horen zij de selectiecommissie. 2. De selectiecommissie heeft tot taak te toetsen of de ontvangen sollicitaties overeenkomen met de gestelde kwaliteitseisen te weten product, presentatie, promotie en personeel, de vacante branches met onderverdeling naar hoofd- en subgroepen en de inpasbaarheid. 3. De selectiecommissie bestaat uit maximaal 6 leden en wordt als volgt samengesteld: a. Teammanager exploitaties van de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, voorzitter; b. Marktmeester, secretaris; c. Twee vertegenwoordigers van de Centrale Vereniging Ambulante Handel, lid; d. Een lid voorgedragen door de gezamenlijke marktkooplieden van de betreffende markt van een andere branche dan waar de selectie voor plaats moet vinden; e. Centrummanager, lid. 4. Burgemeester en wethouders informeren alle vergunninghouders over de uitkomst van de sollicitatieprocedure. Artikel 11 Standwerkers 1. Voor inschrijving in het standwerkersregister komen in aanmerking kooplieden, die voldoen aan het bepaalde in artikel 7 van de Marktverordening Bij de toewijzing van een standwerkerplaats geldende navolgende beperkingen: a. voor de hoofdgroepen en subgroepen, die op de betreffende markt reeds maximaal zijn vertegenwoordigd wordt slechts eenmaal per maand een standplaats toegewezen. b. standplaatsen met gebruikte kleding worden niet uitgegeven. Artikel 12 Toezicht op standwerkers 1. Nadat door de marktmeester is geconstateerd dat een standwerker niet heeft gewerkt/gedemonstreerd overeenkomstig de werkwijze genoemd in artikel 1 sub g van de Marktverordening 2006 wordt de standwerker daarvan op de hoogte gebracht door hem een beoordelingsformulier te overhandigen met daarbij een schrijven dat hem wijst op de mogelijkheid zijn zienswijze daaromtrent naar voren te brengen en hem in het vooruitzicht stelt dat hem bij een volgende constatering van niet werken/demonstreren als hier bedoeld een ontzegging van deelname aan de loting voor een standwerkerplaats zal worden aangezegd. Bedoelde zienswijze kan naar keuze van de standwerker mondeling of schriftelijk naar voren worden gebracht. 2. Als de standwerker onmiddellijk na ontvangst van de afkeurende beoordeling zijn zienswijze mondeling naar voren brengt, wordt daarvan door de marktmeester aantekening gemaakt. Een standwerker die gebruik maakt van de mogelijkheid om zijn zienswijze schriftelijk naar voren te brengen, moet dat uiterlijk de dinsdag van de week volgend op die van de beoordeling doen. De brief met zijn zienswijze moet worden ingediend bij burgemeester en wethouders. 3. Als na de eerstvolgende inloting de betrokken standwerker andermaal niet werkt/demonstreert overeenkomstig de werkwijze genoemd in artikel 1 sub g van de Marktverordening 2006, wordt ontzegging van deelname aan de loting voor standwerkerplaatsen voor ten hoogste vier opvolgende marktdagen aangezegd. Ontzegging wordt schriftelijk bevestigd in een beschikking van burgemeester en wethouders. Artikel 13 Inrichting van de markt 1. Burgemeester en wethouders bepalen de opstelling en indeling van de markt. 2. Burgemeester en wethouders zijn, gehoord de marktadviescommissie, bevoegd al dan niet tijdelijk wijzigingen in de opstelling en indeling van de markt aan te brengen indien daar toe dringende gronden aanwezig zijn.

4 3. Wijziging van de opstelling en indeling van de markt wordt tijdig schriftelijk aan de vaste standplaatshouders ter kennis gebracht. Artikel 14 Afmetingen van een standplaats 1. De afmetingen van de standplaats bedragen voor wat betreft de lengte een veelvoud van 4 meter met een maximum van 12 meter en voor wat betreft de diepte maximaal 3, 4 of 5 meter. Uitgezonderd van deze bepaling zijn alleen die standplaatshouders die op grond van de Marktverordening 1995 vergunning hebben gekregen voor een langere kraamlengte en wel tot het tijdstip het tenietgaan van deze vergunning uit welke hoofde dan ook. 2. De frontlengte van een standplaats bedraagt 4 meter, terwijl de diepte 3, 4 of 5 meter bedraagt. 3. De vaste overkapping van de marktkraam, dan wel de klep van het eigen materiaal mag niet uitsteken voorbij de maximaal toegestane diepte van de standplaats. 4. Gebruik van kraamverbreders of kraamverhogers is uitsluitend toegestaan a. binnen de vergunde kraamdiepte; b. volgens een bij de vergunde diepte passend model met een door burgemeester en wethouders te bepalen maximum lengte. 5. Een standwerkerplaats heeft een lengte van maximaal 3 meter en een diepte van maximaal 2 meter. 6. Het is niet toegestaan buiten de toebedeelde ruimte voor de standplaats losse voorwerpen op het marktterrein te plaatsen of aan een oversteek van de kraam te bevestigen. Artikel 15 Gebruik kramen 1. Op de markt dient door de vergunninghouders gebruik gemaakt te worden van kramen die door burgemeester en wethouders beschikbaar worden gesteld. 2. Van de verplichting vermeld in het eerste lid zijn uitgezonderd de vergunninghouders die met een verkoopwagen standplaats innemen en de standwerkers. 3. Burgemeester en wethouders kunnen in een bijzonder geval ontheffing verlenen van de verplichting opgenomen in het eerste lid. Artikel 16 Kramenverhuurder 1. Burgemeester en wethouders verstrekken een vergunning aan een professioneel kramenverhuurbedrijf voor het plaatsen van kramen op de markt. 1. Burgemeester en wethouders kunnen bij de vergunningverlening eisen stellen: a. met betrekking tot kwaliteit van de te verhuren marktkramen en overig materieel; b. het tijdstip van plaatsing en verwijdering van de marktkramen en het overig materieel; c. de verplichting van vergunninghouder om zich tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren voor schade veroorzaakt jegens derden bij gebruikmaking van de verstrekte vergunning. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vergunninghouder op te dragen verkeersmaatregelen uit te voeren verband houdend met de markt. Artikel 17 Gebruik materieel 1. De vergunninghouders dienen zorg te dragen voor gebruik van goed eigen materieel. Dit materieel behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders. 2. Het eigen materieel dient volledig inclusief eventuele uitsteeksels te passen binnen de vaste standplaats en dient een minimale doorloophoogte te hebben van 2,00 meter. 3. De voorkant van het eigen materieel, inclusief een eventuele toonbank of andere uitsteeksels dient op één lijn te staan met de voorste staanders van de kramenrij. 4. Een aanvraag voor een ontheffing wordt alleen in behandeling genomen indien deze volledig en correct is ingediend, inclusief een (bouw) tekening met precieze afmetingen, zoals lengte, diepte, hoogte en doorloophoogte in ingeklapte en uitgeklapte toestand, gegevens over maximaal stroomverbruik, bouwjaar en datum waarop het eigen materiaal in gebruik genomen wordt. 5. Gebruik van verkoopwagens door een vaste standplaatshouders op daarvoor bestemde plaatsen kan alleen indien vooraf schriftelijk toestemming is verkregen van burgemeester en wethouders Artikel 18 Verkoopwagens Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen over het toelaten van verkoopwagens tot het marktterrein.

5 Artikel 19 Aan- en afvoer 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein goederen of waren aan te voeren voordat de marktkramen zijn geplaatst. De aanvoer moet zijn beëindigd bij de aanvang van de markt behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van de marktmeester. 2. De vergunninghouders zijn verplicht hun motorvoertuigen en aanhangwagens, zulks met uitzondering van toegelaten verkoopwagens, buiten het markterrein te parkeren tijdens de uren dat de markt gehouden wordt. 3. De vergunninghouders voor een dagplaats dragen er zorg voor dat zij bij aanvang van de markt de hun toegewezen plaats hebben ingenomen en dat nadien geen laad- of loswerkzaamheden meer noodzakelijk zijn. 4. Na einde van de markttijd dragen de vergunninghouders er zorg voor dat het marktterrein binnen anderhalf uur ontruimd is, zulks met in achtneming van het bepaalde in artikel De marktmeester kan aan standwerkers toestemming geven om 15 minuten voor einde markttijd het marktterrein op te rijden om de mee gebrachte waren af te voeren en om zodoende de afvoer van de waren van de overige vergunninghouders te vergemakkelijken. Artikel 20 Elektriciteit 1. Elektriciteit mag uitsluitend betrokken worden van degene die voor het leveren daarvan door het college is aangewezen. 2. Aansluiting op de in het eerste lid genoemde elektriciteitsvoorziening is alleen toegestaan met toestemming van het college 3. De standplaatshouder moet vooraf hiervoor een schriftelijke aanvraag indienen bij de marktmeester. Artikel 21 Verwarmings-, bak- en kooktoestellen 1. Het is de standplaatshouder verboden verwarmings- bak- en kooktoestellen te gebruiken. 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden. Artikel 22 Eetwaren Vergunninghouders, aan wie het is toegestaan op hun standplaats eet- en drinkwaren voor directe consumptie te bereiden, dienen aan de voorzijde van hun standplaats maar binnen de ruimte aangeduid in de standplaatsvergunning, afvalkorven of afvalbakken van voldoende grootte te plaatsen, zulks ter beoordeling van de marktmeester. Artikel 23 Verkoop 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ter verkoop rond te lopen of te rijden. 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standplaatshouders. Artikel 24 Afval 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats er steeds goed en verzorgd uit ziet, zulks ter beoordeling van de marktmeester 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren. 3. De vergunninghouder is verplicht de door hem meegebrachte emballage en andere afvalstoffen en de tijdens de marktdag ontstane afvalstoffen bij beëindiging van de markt mee te nemen 4. Burgmeester en wethouders kunnen ten aanzien van de verkoop van vis en visproducten nadere regels stellen. In die nadere regels kunnen de betreffende standplaatshouders verplicht worden bepaalde voorzieningen te treffen Artikel 25 Milieu Vergunninghouders dienen de standaardvoorschriften na te leven die zijn opgenomen op de Lijst van hinder-, milieu- en veiligheidsvoorschriften voor de ambulante handel. Deze lijst is

6 als bijlage 1 gevoegd bij deze regeling. Artikel 26 Marktadviescommissie 1. Er is een commissie van advies, die burgemeester en wethouders adviseert inzake marktaangelegenheden. 2. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze commissie. Artikel 27 Inwerkingtreding 1. Dit regeling treedt in werking op het tijdstip dat de Marktverordening 2006 in werking treedt 2. Het gestelde in artikel 15 en 16 treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip. Dit tijdstip kan verschillend zijn van het tijdstip bedoeld in het eerste lid. Besloten in de openbare vergadering van Burgemeester en wethouders, De burgemeester, De secretaris, Bekend gemaakt op: De secretaris