(Europese) aanbestedingsquiz. in samenwerking met

Transcriptie

1 (Europese) aanbestedingsquiz in samenwerking met NEVI PIANOo congres Apeldoorn, 5 juni 2014

2 Vraag 1 Tot welk bedrag mag je in 2014 en 2015 een aanbesteding (meervoudig onderhands of nationaal) onder de drempel uitvoeren voor diensten en leveringen aan de decentrale overheid, onder richtlijn 2004/18? a EURO b EURO c EURO d EURO 2

3 Vraag 2 Van welk medium dient in ieder geval verplicht gebruik te worden gemaakt voor publicatie van nationale aanbestedingen? a. Aanbestedingskalender b. TenderNed c. Tenders Electronic Daily d. Website van de aanbestedende dienst 3

4 Vraag 3 Welke stelling is niet waar m.b.t. contractvoorwaarden bij een meervoudig onderhandse aanbesteding? a. In gevallen waarin voor een bepaalde soort overeenkomst contractmodellen of algemene voorwaarden bestaan die paritair zijn opgesteld, past de aanbestedende dienst deze integraal toe. b. De aanbestedende dienst biedt tijdens de aanbestedingsprocedure potentiële inschrijvers de kans suggesties te doen voor aanpassingen aan de conceptovereenkomst of af te wijken van de inkoopvoorwaarden. c. De aanbestedende dienst verlangt geen aansprakelijkheid die gelimiteerd is. d. Een aanbestedende dienst verlangt niet dat een inschrijver vooraf moet garanderen dat in geval een andere wederpartij dan de betreffende aanbestedende dienst een betere prijs krijgt voor hetzelfde product of dienst, de aanbestedende dienst deze dan met terugwerkende kracht ook moet krijgen. 4

5 Vraag 4 Hoelang heeft Nederland de tijd om de Nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen in de nationale wetgeving te implementeren? a. 6 maanden na publicatie in het Publicatieblad van de EU b. 12 maanden na publicatie in het Publicatieblad van de EU c. 24 maanden na publicatie in het Publicatieblad van de EU d. 30 maanden na publicatie in het Publicatieblad van de EU 5

6 Vraag 5 Wat zijn de drempelwaarden voor Werken? a. Voor alle overheidsopdrachten en speciale sectoren euro b. Voor alle overheidsopdrachten en speciale sectoren euro c. Voor overheidsopdrachten euro en speciale sectoren euro d. Voor overheidsopdrachten euro en speciale sectoren euro 6

7 Vraag 6 Wanneer moet een aanbestedende dienst volgens de Gids Proportionaliteit overwegen om de inschrijvers toe te staan varianten in te dienen? a. Bij toepassing van het gunningscriterium emvi b. Bij toepassing van het gunningscriterium laagste prijs c. Bij toepassing van het gunningscriterium emvi en laagste prijs d. Dit hoeft een aanbestedende dienst niet te overwegen 7

8 Vraag 7 Is er sprake van een stand still periode bij een onderhandse aanbesteding voor Werken onder het ARW? a. Nee, er is alleen een stand still periode bij een onderhandse aanbesteding voor leveringen en diensten. b. Nee, er is geen stand still periode van toepassing deze is uitsluitend van toepassing voor aanbestedingen waar de Aanbestedingswet voor geldt. c. Ja, er is een stand still periode van 20 dagen van toepassing aangezien het hier om het ARW gaat. d. Ja, er is een stand still periode van 15 dagen van toepassing aangezien het hier om het ARW gaat 8

9 Vraag 8 Hoelang mag, in beginsel, een aanbestedende dienst een raamovereenkomst (inclusief verlengingsopties) maximaal afsluiten? a. 3 jaar b. 4 jaar c. 5 jaar d. 7 jaar 9

10 Vraag 9 Hoe wordt de Alcatel termijn nu genoemd in de Aanbestedingswet 2012? a. Stand still periode b. Wachtkamer periode c. Bezwaarperiode d. Opschortende termijn 10

11 Vraag 10 Wat wordt volgens de Veegwet als een passende mate van openbaarheid gezien voor bekendmaking van een 2B dienst (boven de drempel) met grensoverschrijdend belang? a. Bekendmaking via de lokale media b. Bekendmaking via de website van de aanbestedende dienst c. Bekendmaking via Aanbestedingskalender d. Bekendmaking via TenderNed 11

12 Vraag 11 Welk aantal gegadigden is volgens de Gids Proportionaliteit over het algemeen gebruikelijk en ook voldoende om uit te nodigen voor het uitbrengen van een inschrijving in een meervoudig onderhandse aanbesteding? a. Minimaal 2 en maximaal 4 b. Minimaal 2 en maximaal 5 c. Minimaal 3 en maximaal 5 d. Minimaal 3 en maximaal 6 12

13 Vraag 12 Welke procedure wordt in de Nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen toegevoegd? a. Best Value Procurement b. Innovatiepartnerschap c. Prijsvraag d. Concurrentiegerichte dialoog 13

14 Vraag 13 Wat voor criterium is het stellen van een referentie in een aanbesteding? a. Geschiktheidseis b. Vormvereiste c. Uitsluitingsgrond d. Gunningcriterium 14

15 Vraag 14 Met het stellen van welke facultatieve uitsluitingsgrond moet zeer restrictief worden omgegaan? a. dat de onderneming niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen inzake betaling sociale zekerheidspremies of belastingen b. dat de onderneming zich gedurende aanbestedingsprocedures niet schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen of het niet volledig verstrekken van inlichtingen c. dat de onderneming niet in staat van faillissement verkeert d. dat de onderneming geen ernstige beroepsfout heeft begaan 15

16 Vraag 15 Mag je volgens de Gids Proportionaliteit geschiktheidseisen stellen aan de inschrijvers bij een meervoudig onderhandse procedure? a. Ja, maar enkel als de geschiktheid van een of meerdere inschrijvers nog niet bekend is b. Ja, maar enkel dan aan inschrijver wiens geschiktheid niet bekend is. c. Ja, dat mag altijd geschiktheidseisen zijn onderdeel van de aanbestedingsprocedure. d. Nee, dat mag nooit je hebt immers al een shortlist vastgesteld dus de geschiktheid is al bekend. 16

17 Vraag 16 Waar moet een aanbestedende dienst motiveren welk type aanbestedingsprocedure hij/zij gebruikt? a. In de aanbestedingsdocumenten b. In de aankondiging van de opdracht c. Dit hoeft nooit te worden gemotiveerd d. Dit moet op verzoek worden gemotiveerd 17

18 Vraag 17 Waartoe is een aanbestedende dienst bij een zogenaamde "benedendrempelige" opdracht niet verplicht? a. Op objectieve gronden kiezen welke aanbestedingsprocedure bij gebruikt b. Het zorgdragen voor het leveren voor zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen bij het aangaan van een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel voor het verrichten van werken, leveringen of diensten c. Op objectieve gronden kiezen welke ondernemers hij toelaat tot de procedure d. Het stellen van geschiktheidseisen aan de ondernemers 18

19 Vraag 18 Wat bedraagt de termijn conform het ARW voor de ontvangst van inschrijvingen vanaf de datum van verzending van de uitnodiging tot inschrijving van een meervoudig onderhandse aanbesteding Werken? a. Er is geen vastgesteld termijn voor een inschrijving voor een meervoudig onderhandse aanbesteding voor werken. b. De termijn bedraagt minimaal 21 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving. c. De termijn bedraagt minimaal 14 dagen, ter rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving. d. De termijn bedraagt 28 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving. 19

20 Vraag 19 Op welke zaak hoeft een aanbestedende dienst geen acht te slaan voordat samenvoeging van opdrachten plaatsvindt volgens de Gids Proportionaliteit? a. Samenstelling van de markt en invloed op MKB b. Transactiekosten voor de inschrijvers c. (Organisatorische) gevolgen en risico s voor aanbestedende diensten d. Samenhang tussen de opdrachten 20

21 Vraag 20 Waar moet een aanbestedende dienst, nadat hij heeft gekozen voor samenvoeging van opdrachten, motiveren dat het niet passend is de opdracht in meerdere percelen op te delen? a. In de aanbestedingsdocumenten b. In de aankondiging van de opdracht c. Dit hoeft niet gemotiveerd te worden d. In een intern document bijvoorbeeld de aanbestedingsstrategie. 21

22 Vraag 21 Wat is een belangrijke verandering die uit de Nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen naar voren komt die op 15 januari 2014 door het Europees parlement zijn aangenomen? a. Het criterium laagste prijs wordt de standaard b. Het onderscheid tussen A en B diensten komt te vervallen c. Er worden strengere eisen gesteld aan het uitvoeren van opdrachten in overeenstemming met milieu-, arbeids- en sociale zekerheidswetgeving d. De toegang voor multinationals tot overheidsopdrachten wordt vereenvoudigd 22

23 Vraag 22 Wat is de maximale waarde die aanbestedende diensten mogen eisen bij referentieprojecten bij aanbestedingen onder de drempel volgens de Gids Proportionaliteit? a. 40% van de raming van de opdracht b. 50% van de raming van de opdracht c. 60% van de raming van de opdracht d. 80% van de raming van de opdracht 23

24 Vraag 23 Indien men bij een meervoudig onderhandse aanbesteding onder het ARW gebruik maakt van een eigen verklaring voor het niet van toepassing verklaren van verplichte en of facultatieve uitsluitingsgronden, wat wordt hier dan mee bedoeld? a. Een eigen verklaring door de inschrijver/aanbieder zelf opgesteld. b. Een eigen verklaring door de aanbestedende dienst opgesteld. c. Een eigen verklaring vastgelegd krachtens het Aanbestedingsbesluit, bij ministeriele regeling vastgestelde model Eigen Verklaring voor aanbestedingsprocedures van Aanbestedende diensten. d. Een eigen verklaring of opgesteld door de aanbestedende dienst of opgesteld door de inschrijver/aanbieder. 24

25 Vraag 24 Welk bedrag is voor 2014 en 2015 vastgesteld als Europese drempelwaarde voor diensten en leveringen aan de specialesector bedrijven? a EURO b EURO c EURO d EURO 25

26 Vraag 25 Indien de aanbestedende dienst bij een meervoudige onderhandse aanbesteding voor Werken een bankgarantie verlangt van de geselecteerde leveranciers, is er dan een maximale hoogte voor de bankgarantie vastgesteld? a. Nee, de bankgarantie mag de gehele waarde van de opdracht afdekken. b. Ja, de bankgarantie mag een maximale hoogte bedragen van 5% van de geraamde opdrachtwaarde. c. Ja, de bankgarantie mag een maximale hoogte bedragen van 10% van de geraamde opdrachtwaarde. d. Ja, de bankgarantie mag een maximale hoogte bedragen van 30% van de geraamde opdrachtwaarde. 26

27 Vraag 26 Welke termijn moet worden afgewacht na publicatie van een voornemen een overeenkomst te sluiten, wil de overeenkomst niet meer vernietigbaar zijn. a. 15 kalenderdagen b. 20 kalenderdagen c. 30 kalenderdagen d. 60 kalenderdagen 27

28 Vraag 27 Uit hoeveel artikelen bestaat de Aanbestedingswet