N E D E R L A N D S H E R V O R M D E K E R K S C H I E D A M I N V E N T A R I S N U M M E R 9 O N T V A N G S T E N E N U I T G A V E N V A N

Transcriptie

1 N E D E R L A N D S H E R V O R M D E K E R K V A N S C H I E D A M I N V E N T A R I S N U M M E R 9 O N T V A N G S T E N E N U I T G A V E N V A N D E K E R K t / m B E W E R K I N G D O O R A N T H O N I U S V A N D E R T U I J N T E R H O O N

2 Folio 1 recto Rekeninge, bewijs ende reliqua vanden ontfangh ende wtgeven der kercke van Schiedam, beginnende Goeden Vrijdach anno 1618 tot Goeden Vrijdach 1619 toe beijde incluijs, gemaect in ponden van 40 grooten, schellingen ende penningen naer advenant. Inden eersten comt alhijer in ontfanck vande heere predicanten elck vijff hondert gulden ende voor de huijshuijr elcx tnegentich gulden ende noch voor de coster sestich gulden, comt samen Hijer tegen moet afgaen dat den rentmeester ontfangen moet alle innecoomen vande oude renten, erf ende huijspachten met de smalle rentges, samen bedragende mits de verpondinge afgetrocken Noch over een jaer lanthuijr van een onvercocht perceel lants leggende inde Herchpolder inden woninge van Claes Gerritsz., wesende , gecort de verpondinge als den achsten penning, blijft suijvers Noch moeten afgaen de renten vande vercochte landen behalven de afgeloste renten, so van Cronesteijn, Pieter Claesz. Pesser, Cornelis Verheul, Jacob Lambrechtsz. ende Joost Jansz. timmerman int Groeneweechken, alles verschenen primo Novembris anno 1618 ter somme van hondert 6. Comt samen , van welcke somme weder afgaen moet voor collectatie vande smalle rentkens ende huijspachten 12. Noch voor de overgeleverde restanten als te weeten Ewout Coruinx in Spijkenisse ende Cornelis Pieter Steffensz. 3, is samen , de verpondinge afgetogen blijft Noch een rente vande erfgenamen van Willem Jacobsz. inden Spiegel tot Delft van 9 mede verschijnende primo Novembris anno Somma dat den rentmeester suijvers comt Dit afgetrocken vande voorn. somme van comt noch suijvers ontfangen Folio 1 verso. Ontfangh van luijen ende graven tot Goeden Vrijdach 1619 toe. Inden eersten de weduwe van Claes den decker op den 23 Aprilis 1618, 2 graven diep eens beluijt het graff gehuijrt Den 26 dito een kint van Pieter Pietersz. brouwersknecht Den 29 een kint vande dochter van Frederick Ariensz. cuijper Den 8 Maij de huijsvrouwe van Vries Dircksz. cuijper, het graff gehuijrt 2 poosen beluijt Den 12 Maij een kint van Lenert Cornelisz. Scherp Den 17 dito een kint vande dochter van Crijn Koninck Den 18 dito Cornelis Jansz. Hooft, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 20 dito een kint van de dochter van Lenert Cruijck Den 28 dito oom Cornelis leijdecker, 2 graven diep een poos beluijt het graff gecocht Den selven sijn huijsvrou, een poos beluijt Den 29 dito Arien Pouwelsdr. voor den Raem, 2 graven diep een poos beluijt Den lesten Maij de soon van Arien Joosten wielmaecker inde Butterstraet, 2 poosen beluijt Den 1 Junij een kint van Govert Jansz. van Geesel Dito een kint van Mees Tijsz. stierman Den 2 Junij een kint vande soon van Jan Gerritsz. Molen Den 2 Junij Andries Marinusz., 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 13 dito de burgemeester Wouter Scherp, 2 graven diep 3 poosen beluijt Den 14 dito de huijsvrouwe van Cornelis Jacobsz. de Gilde, 2 graven diep eens beluijt Dito een kint van Jacob Gerritsz. Monnick Somma lateris Folio 2 recto. Den 18 Junij Martgen Claes van Brouwershaven, 2 graven diep 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 21 dito een kint van Paulus goutsmit, het graff gehuijrt Den 27 dito Mr.Jan den steenhouder, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 28 dito Martgen inden Nobel int Gasthuijs gestorven, 2 graven diep Den 4 Julij de goede Pieter Jansz. op het Pat, 2 graven diep 2 poosen beluijt het graff gecocht Den 9 Julij Geertgen Wouters, 1 graff diep het graff gehuijrt Den 21 dito Haesgen Claesdr., 2 graven diep ende eens beluijt Den 23 dito een kint vande dochter van oom Kees Den 25 dito Martgen Pieter Pennincks, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 2 Augustij Cornelis Jansz. van Delft, 2 graven diep

3 Den 9 dito Luijt de kagenaer, 2 graven diep 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 11 dito een kint van Jeremias den hoedestoffeerder Den 18 Augustij een kint van Jan Tonisz. backer over de Schie Den 23 dito een kint van Jacob Gerritsz. Scherp Dito een kint vande dochter van Willem Mourisz Den 26 dito Ghijsbert Lenertsz. steenplaatser, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 29 dito een kint van Mr.Anthonij Den lesten dito een kint van Dirck Jacobsz. Gommersbach Somma lateris Folio 2 verso. Den 7 September begraven een kint vande dochter van Engeltgen tot Ouderschie, het graff gegunt Den 10 dito een kint van de dochter van Govert Jacobsz. schipper Den 13 dito een kint van Wouter Claesz Den 14 dito een kint van de vrouwe wonende int huijs van Jacob Luij voor de kerck Den 15 dito Anne Huijgen de moeder van Marten Willemsz. Sluijs, 2 graven diep 2 poosen beluijt Dito de weduwe van Bastiaen de houtsager aende Achterwech, 2 graven diep ende gehuijrt Den 17 een kint van Jaen Lenertsz. Koijen Den 19 dito Arien Huijbrechtsz. carreman, een graff diep 2 poosen beluijt Den 23 dito een kint van Arien Wittebol Den 25 dito Emanuel Spinola apteecker, een graff diep 2 poosen beluijt Den 27 een soontgen van de soon van Cornelis Vriesen Den 6 October Coen Cornelisz. op de Hoochstraet, een graff diep 2 poosen luijen Den 8 dito een kint vande goutsmit op de Marct, het graff gehuijrt Den 21 dito Pieter Gerrits rooper, 2 graven diep comt Noch een kint van Neel Manen Den 28 dito een kint int Broersvelt dat verdroncken was Den 29 dito Anna Floor Potges, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 4 November een kint van Claes Muijs cuijper Somma lateris Folio 3 recto. Den 6 November Martgen Bastiaens inden Doelen, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 7 dito Pieter Jacobsz. Soeteman, twee graven diep 2 poosen beluijt Den 8 dito Marritgen Heijnricks opt Eijnde, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 9 dito de weduwe van Cornelis Ariensz. den Bocking, 2 graven diep ende 1 poosen beluijt Dito een kint van Broer de wagenaer int Broersvelt Den 14 dito een kint van Eleaser Swalmius dienaer de(s) Godlijcken Woorts alhier Dito een kint van Martgen Danckers Den 17 dito een kint van Pieter Gerritsz. Vinck Den 19 Annitgen Dircksdr. een kraemvrou op den Achterwech, een graff diep ende een poos beluijt Den derden December een kint van Mees Tijsz Den vijffden dito een vrouwe over de Schie wesende de dochter van Arien met de crucken, 2 graven diep een poos beluijt ende het graff gehuijt Den 7 dito een kint van Jeroen Ariensz Den 9 dito een kint van Cornelis Jansz. schuijtvoerder Den 12 December Jan Gerritsz. Molen, twee graven diep een poos beluijt Den 18 dito een kint van Pauwels Verbeeck tijckwercker Den 21 dito een kint van Dammis Reijersz Den 23 Cornelis Coosen, een graff diep 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Somma lateris Folio 3 verso. Den 27 December Marten Willemsz. Molijn cuijper, 2 graven diep Den lesten dito Geertgen Augustijns, een graff diep een poos beluijt Den eersten Januarij de moeder van Jan Otten vader int Weeshuijs, een graff diep 2 poosen beluijt Den 4 dito Neeltgen Pieters een dochter van Delft,

4 2 graven diep 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 6 dito Jannitgen Claes, een graff diep het graff gehuijrt Den 20 dito Trijn Jans huijsvrouwe van Jacob Bastiaensz., een graff diep een poos beluijt Den 21 dito Meijnsgen Lieuwijns, twee graven diep 2 poosen beluijt Dito een kint van jonge Willem Canarij Den 3 Februarij een kint van Mr.Arien van Weert Dito een kint vande dochter Gerrit Tijsz Den 18 Haduwij Gommers, 2 graven diep het graff gehuijrt Den 20 dito Marritgen Rutten, een graff diep een poos beluijt Den 24 dito een kint vande dochter van Cornelis Jansz. van Delft Dito een kint van Franck Willemsz. metselaer Den 26 dito een kint van Jan den Engelsman, het graff gehuijrt Den 27 dito de dochter van Martgen Barents, een graff diep Den 7 Martij een kint van Samuel Staesz Den 9 dito een kint van Arien Dircksz. coperslager Somma lateris Folio 4 recto. Den 10 Martij Machtelt Wiggersdochter, een graff diep een poos beluijt Dito een nichte van Willem Canarij, een graff diep eens beluijt Den 15 dito een kint van Mr.Geerrit Luijten Den selven dach Pietertgen Louris, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 16 dito Pieter Claesz. Pesser, twee graven diep 4 poosen beluijt Noch een graff bij sijn erfgenamen gecocht ende aen een ander vermangelt beneffens sijn graff Somma totalis aen graven en luijen Ontfang van lastgelden vande buijsen, 4 stuivers per last. Inden eersten Cornelis Joppen 21½ last Willem Jaensz. Borsselaer 32 last Lenert Willemsz. 23 last Clement Jacobsz. 22 lasten Jan Huijgen 32 last Domis Pietersz. 13 last Henrick Blasius 19 last Dirck Pietersz. 19 last Joris de Goijer 23 last Mees Tijsz. 22 last Willem Penninck 24 last Joost Pietersz. 16 lasten Tonis Ariensz. 23 last Pauwels Jacobsz. 25 last Arien Vassen 23 lasten Marten Jansz. de Helt 29 last Huijch Dircksz. 28 lasten Somma lateris Folio 4 verso. Willem Huijbrechtsz. 27 last Marten Reijnsz. 23 lasten Jacob Veen 12 lasten Cornelis Jacobsz. Bouff 22 lasten Cornelis Cornelisz. jonge Bouff 25 lasten Arent Joppen 26 lasten Sijmon Willemsz. Sluijs 23 last Coen Amen 18 last Dane Jacobsz. 40 lasten Claes Coster 7 last Cornelis Cornelisz. Boer 34 last Cornelis Ariensz. Monnick 34 lasten

5 De jonge Gilde 24 lasten Cornelis Huibrechtsz. 38½ lasten Job Jacobsz. Soeteman 50½ lasten Balthen Joppen 23 lasten Job Jacobsz. Soeteman 56 lasten Arien Bolleman 18 last Jacob Gerritsz. Moninck 29 last Ole Pietersz. 28 last IJsbrant Wittesz. 29 lasten Pieter Roelen 42 lasten Pieter Corsz. 27 lasten Claes Jansz. 36 lasten Paulus Roelen 30 lasten Lenert Jacobsz. 25 last Willem Seeman 21 lasten Cornelis Cornelisz. van Swartewael 23 lasten Sijmon Huijgen 18 lasten Jan Arien Danen 15 lasten Cornelis Jansz. Poort 31 lasten Schrevel Jacobsz. 16 lasten Cornelis Domisz. 10 lasten Somma lateris Somma totalis aen lastgelden Folio 5 recto. Ontfangh van renten, huijspachten ende anders als volcht. Inden eersten ontfangen vanden tresorijer deser steede in distincte rentges, verschenen inden jare 1618, bedragende te samen Noch de huijspachten int collecteren ende ommegaen ende noch bij Staes Regniersz. nae het ommegaen ontfangen aen diversche perceeltgens , comt samen Noch van Willem Heijnricksz. Gorter aen rente, verschenen primo Novembris Noch van Tijs Andriesz. Speelman gelijcke rente, verschenen als vooren Cornelis Riddersz. tot Vlaerdingen een jaer rente, verschenen als vooren Ontfangen van Claes Gerritsz. op den Herch een jaer lantpacht, verschenen anno Den selven een jaer erffpacht, verschenen anno Tobias Gerritsz. een jaer renten, verschenen op sijn huijs primo Maij Jan Fransz. de Bruijcker een jaer rente op sijn tuijn, verschenen primo Maij Joris Jacobsz. bleijcker 3 jaren renten, verschenen annis 1615, 1616, 1617, des jaers , comt Arien Huijgen tot Rotterdam een erfpacht staende op den Hoorn, des jaers 15 stuivers, comt over de jaren 1613, 1614, 1615, 1616, te samen mits cortende de verpondinge Noch ontfangen van de weduwe van oude Jacob tot Ouderschie over 9 jaren verloopen rente vande jare 1609 tot 1617 toe beijde incluijs, des jaers 10 stuivers, comt Staes Regniersz. een rente staende op sijn tuijn, verschenen primo Maij Folio 5 verso. De erfgenamen van Joris Martensz. Knapper een jaer rente, verschenen primo Novembris Den rentmeester Coolwijck over een jaer renten, verschenen primo Novembris Noch ontfangen vande secretaris Nijepoort op goeder rekeninge vande verlopen jaren, rente gelijck in voorleeden jare Ontfangen vande heere baliu vander Houve over ouwe verschenen huijshuijr Somma totalis van renten, huijspachten ende anders Somma totalis den geheelen ontfanck beloopt Hijer bij gevoucht dat het voorleeden jaere de kercke te boven quam als meer ontfangen als wtgegeven

6 Comt den geheelen ontfanck in als Folio 6 recto. Vuijtgeeff tegen den voorgaende ontfanck. Eerst ordinaris weddens van kerckendienaers ende anders. Inden eersten betaelt aen Hugo van Beijeren dienaer des Godlijcken Woorts over een jaer sijnens diensts wtgaende den lesten December Noch voor huijshuijr Eleazer Swalmius over gelijcke dienst Noch voor sijn huijshuijr De coster Wijnant Jacobsz Mr.Anthonij organist over een jaer sijnes diensts, verschenen primo Aprilis Den selven voor sijn bedongen haring ende visch Betaelt den blaser van het orgel Den voorleeser ende sanger Staes Regniersz Den selven voor sijn rentmeesterschap Pieter den hondeslager Somma aen ordinaris wedden Anderen wtgeeff als volcht. Inden eersten betaelt voor het geheele jaer aen wijnen op het avontmael in 4 reijsen Noch voor accijs Noch aen broot tot Pieter Cornelisz. backer Elias Pietersz. Marlandt aen keerssen, olije ende andere cramerije Andries Gerritsz. smit aen ijserwerck voor het geheele jaer volgens sijne declaratie Jan Dircksz. slotemaker over slootwerck Betaelt 41 tonnen turff, costen met opdregen Betaelt Solomon Staesz. voor eenige glasen te verlooijen ende te stoppen Betaelt Arien Cornelisz. backer tot behouff van verteerde costen inde vergaderingen vanden classis Somma lateris Folio 6 verso. Betaelt vande croonen inde kerck te schoonmaecken ende den coperslager van sloopen, samen Betaelt vande bancken te boenen Betaelt voor een kinnitgen vis ende haring ten behouve van orgelmakers Betaelt Antonij voort geheele jaer de wijn af te steecken, de tinnekens schoon te maecken met een nieuw tonneken, samen Betaelt Cors van Vlaerdingen voor een vererijnge omdat hij de saecke vorderde van betalinge van een rente de afflossinge te accorderen Noch Staes Regniersz. voor reijs ende teercosten voor het geheelen jaer, so op Delft, Rotterdam, Vlaerdingen ende elders, om gelt in te maren Noch voor lich gelt ende quaet gelt daer aen verlooren is voort geheelen jaer Dirck Jansz. schuijtvoerder op Delff vande 750 pannen tot Delff gecocht, comt mit vracht Noch voor dove coolen ende spaenderen op het orgel gebesicht Noch bij Staes Reijniersz. vereijst ende verteert op Rotterdam om het tafereel vande tien geboden de maet af te neemen inde kercke aldaer Betaelt voor 2 schrijffboecken ten behouve vande kerckmeesteren, etc Betaelt de 9 Maij 1618 aen Claes Bastiaensz. metselaer over calck, tegelen ende anders, verbesicht aende kerckmeesters camer ende elders Noch aen calck verbesicht int kerckehuijs Den 21 Maij 1618 betaelt tot Rotterdam aen loot ende anders tot behouff vanden leijdecker Noch betaelt aen sant voor tgeheele jaer Betaelt vande kerckmeesters camer ende het orgel schoon te maecken Betaelt Corstiaen Coenraetsz. van het poortael inden toorn te verwen, met de besijden portalen ende voort de kerck glasen te repareren Folio 7 recto. Betaelt de burgemeester Muijlwijck over een trosken Betaelt Job Cornelisz. voor sondeersel

7 Betaelt Jan Jacobsz. orgelmaker vande blaesbalcken op het orgel te vernieuwen ende het orgel te versien, samen Betaelt van verteerde costen bij de orgelmaker verteert ende het opneemen van sijn werck Betaelt Lenert Staesz. omme den orgelmaker te helpen op sijn werck ende blasen, Samen Noch Staes Regniersz. sijn knechts verdient van steijgeren ende weder af te breecken Betaelt den schoenlapper voor de blaesbalcken te naijen ende schapenleer daertoe gedaen Betaelt Joost Jansz. van 2 mael de kerck te ragen ende de ofsetsels te witten met een sack calck daerinne gereeckent Noch aen eijckenhout tot de regels van het taffereel, ende de chooren af te schieten Den 22 Augustij met Arien Willemsz. door last van kerckmeesteren tot Rotterdam gecocht noch 6 wagenschotten, te weeten drooghe tot het tafereel met vracht ende oncosten, te samen Betaelt de soon van Arien Claesz. van de sloot te baggeren Den 27 Augustij betaelt aen verteerde costen tot Jacob Bolleman inde Pijnas op het besteeden van het tafereel Noch van als het wagenschot te saghen tot behouff van het tafereel Noch betaelt voor 12 sware clappen ten behouve als vooren, costen met beslaen Den schrienwerckers van Rotterdam met Arien Willemsz. betaelt van het tafereel te maecken Noch verteert op haer affscheijt tot een foij Noch van snijen vande cordousen Somma lateris Folio 7 verso. Noch aen bier op het werck tot Thijsken Arijens in de Pauw Noch aen Arien Willemsz. schrienwercker aen negen lange blaen wagenschot Noch betaelt Arien Willemsz. Bie voor een halff hondert deelen tot behouff vant pastoorhuijs ende een quartier capravens, samen Noch voort selve huijs steen, comt met oncosten Noch Salomon Staesz. van nieuwe glasen ende oude te repareren Betaelt Testaert commijs vant comptoir van den ontfanger Coolwijck Betaelt de leijdeckers aen 2 partijen Betaelt Pieter Jansz. van Haerlem noch 2 wagenschotten tot behouff vant tafereel Noch betaelt tot Jacob Bolleman opt verhuijren vant huijs Noch betaelt Arien Willemsz. Bul voor latten ende capravens tot behouff vant huijs Noch betaelt voor 3 sitcussens voor de kerckmeesters Noch aen regels, stijlen ende anders tot behouff van het schrijffcantoor Betaelt aen tegelen tot de vloer aen Gerrit Laurisz Betaelt Arien Meesz. metselaer voor dachloonen met sijn knecht Betaelt de kinderen van oom Kees van arbeijtsloon van leijdecken aende kerck verdient Noch betaelt Arien Bul 4 gesaechde deelen Betaelt Tonis Dircksz. mandemaecker Betaelt boor een nieuwe aecker tot de put Noch 800 pannen ende 20 vorsten tot behouff van het huijs Somma lateris Betaelt Staes Regniersz. voor hout, arbeijtsloon met sijn knechts verdient so aen de kercke Folio 8 recto. ende kerckmeesters camer, aent pastoorhuijs ende elders, alles tot behouff vande kercke na wtwijsen sijn declaratie hijer beneffens gaende beloop ende ter somme van Somma per reste. Somma sommarum den geheelen wtgeef belijt in als Den wtgeeff tegen den ontfanck afgetrocken comt meer wtgegeven als ontfangen dat de kerck ten achteren comt ende den rentmeester schuldich blijft Aldus gereeckent ende beslooten bij ons onderschreven kerckmeesters ten huijse van Staes Regniersz. rentmeester der kercke op den 22 Maij 1619.

8 Was getekend: Simon Bouman Cornelisz Sebastiaen Bolleman. Cornelis Jacobsz. van Vlaerdingen. Folio 9 recto Rekeninge, bewijs ende reliqua vande ontfangh ende wtgeven der kercke van Schiedam, beginnende Goeden Vrijdach anno 1619 tot Goeden Vrijdach 1620 toe beijde incluijs, gemaeckt in ponden van 40 grooten, schellingen ende penningen naer advenant. Inden eersten comt alhijer in ontfangh vanden heere rentmeester Adriaen van Coolwijck voor den dienst van twee predicanten elck vijffhondert gulden ende voor de huijshuijr elck tnegentich ende voor de coster sestich gulden, comt Hijer tegen moet afgaen dat den rentmeester ontfangen moet alle den incoomen vande oude renten, erff ende huijspachten met de smalle rentges, samen bedragende mits de verpondinge afgetrocken Noch over een jaer lanthuijr van een onvercocht perceel lants leggende in de Herchpolder inde woninge van Claes Gerritsz. wesende , gecort de renten vande vercochte landen behalven de afgeloste renten so van Cronesteijn, Pieter Claesz. Pesser, Cornelis Verheul, Jacob Lambrechtsz. ende Joost Jansz. timmerman, alles verschenen primo Novembris anno 1600 ende negentien ter somme van 107. Comt samen van welcke somme weder afgaen moet voor collectatie gelt vande smalle rentges ende huijspachten 12. Noch voor de overgeleverde restanten als te weeten Ewout Coruinx in Spijkenisse ende Cornelis Pieter Steffensz. 3, is samen de verpondinge afgetrocken blijft Noch een rente van Willem Jacobsz. inde Spiegel te Delft van 9 somme dat den rentmeester suijver comt Dit afgetrocken vande voorsz comt noch suijvers ontfangen Folio 9 verso. Ontfangh van luijen ende graven tot Goeden Vrijdach 1620 toe. Inden eersten den 4 Aprilis een kint van Willem Claesz. scheeptimmerman Den 5 dito Weijntgen Hermans, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 12 dito een kint van Crijn Bolleman Den 17 dito een kint van Gerrit Cool Den 22 dito Marritgen Lievijnsdr. int Groenendal, een graf diep Den 26 dito een dochter van Arien Willemsz. timmerman in de Boterstraet, 2 graven diep Den lesten dito de huijsvrou (van) Job Soeteman, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 2 Maij een dochter van Cornelis Jansz. leijdecker, een graff diep 2 poosen beluijt Den 7 dito een dochter van Crijn Coninck, 2 graven diep een poos beluijt Den 10 Lijsbeth Geerlooffs, 2 graven diep een poos beluijt het graff gehuijrt Den 12 dito een kint vande dochter van Maij Lems Den 13 dito Joris Willemsz. de Goijer, een graff diep 2 poosen beluijt Den 18 dito Betjen Jans op het Eijnde, 2 graven diep Den 21 dito Annitgen Dircks backster int Broersvelt, 2 poosen beluijt t graff gehuijrt Den 26 Maij Maetroosken bij de Ouderschiesche Poort, 2 graven diep eens beluijt het graff gehuijrt Den 3 Junij Jacob Ariensz. Worsken, twee poosen beluijt het graff twee diep Den 6 dito een cuijper genaemt het Meijsken sijn huijsvrou, een graff diep Den 16 dito Geertgen Dircksdr. weduwe van Job Jobsz. Fabrij, een graff diep 2 poosen beluijt Somma Folio 10 recto. Den 29 Junij een kint van Hendrick Lenertsz. den Boom Den 2 Julij Grietgen Coenen, 2 graven diep ende gehuijrt 2 poosen beluijt Den 13 dito een kint van Jan Hoock Den 14 dito Cornelis Zegersz. alias Maker, een graff diep ende gehuijrt Den 16 dito een kint van Arien Thonisz. cuijper Den 21 een kint vanden jongen Bouff Dito Neeltgen Jans de huijsvrouwe van Jan Hoock, 2 graven diep ende beluijt Den 29 dito Stijntgen Fransdr., 2 graven diep Den 9 Augustij Cornelis Gerritsz. Schoonweer, 2 graven diep 2 poosen beluijt

9 t graff gehuijrt Den 11 dito een kint dat van een paert doot gesmeten was Den 14 dito Cunier Louris, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 17 dito een kint van Jacob Thonisz. (keurmeester?) Den 18 dito de suster van Jacob Ariensz. schoemaker, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 27 dito een kint vande soon van Jan de Molen Den 5 September een kint van Pieter Phillipsz Den 9 dito Huijch Bastiaensz., 1 poos beluijt 2 graven diep Den 10 dito Claes Joppen, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 12 dito een kint van scheel Gerrit Den 13 dito Hillegont huijsvrouwe van Pieter Goossensz., 2 graven diep 2 poosen beluijt tgraff gehuijrt Somma lateris Folio 10 verso. Den 14 September Frans Prelleman, 2 poosen beluijt 2 graven diep Den 17 de soon van Gerrit Coorn, 2 poosen beluijt 2 graven diep tgraff gehuijrt Den selven dach een kint van Arien Jorisz. brouwer Den 18 dito een kint de dochter van Aeltgen Lenertsdr. het vroetwijff Den 25 een kint van Jan Wolphertsz Den 3 October een kint vande dochter van Heijnrick Tijsz Den 11 dito Jacob Gerritsz. Scherp, 2 graven diep Den selven dach een kint van de soone van Jan Snol Den 13 dito Aeltgen Ariensdr., 2 graven diep Den 14 het kint van Aeltgen voornoemt Den 15 een kint vande suster van Arien Cornelisz. boockdrucker, 2 graven diep Den 21 dito Dirck Meesz. brouwersknecht, 2 poosen beluijt 2 graven diep ende gehuijrt Den 25 dito Neeltgen Lenertsdr. int Gasthuijs gestorven, twee graven diep eens beluijt Den 28 een kint van Elias Marlandt Den 29 Arien Willemsz. Maen, 2 graven diep 2 poosen beluijt Dito een vrouwe inde Zijlstraet genaemt Martgen Jacobs, 2 graven diep eens beluijt Den lesten dito Ermpken Jans huijsvrou van capteijn Cornelis Jan Ceelen, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 2 November een jonckman van Turnout die verdroncken was, 2 graven diep 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 5 dito een kint van Frederick de wever inde Boterstraet Den 7 dito Pieter Jacobsz. op de Hoochstraet, 2 graven diep 2 poosen beluijt Somma lateris Folio 11 recto. Den 9 November een kint van Willem Claesz Den 17 Martgen Lenerts over de Haven, een graff diep Den 20 dito Floris Jacobsz. aerdewercker, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 29 dito een kint van Wouter Knol Den 1 December Lenert Claesz. Ouderschie, 1 graff diep 2 poosen beluijt Den 3 dito Cornelis Gerritsz. blockmaecker, 1 graff diep Den 8 dito Arien Jansz. stadsroper, 2 graven diep ende gehuijrt Den 9 dito Geertgen Voochten int Groeweechgen, 2 graven diep Den 16 een dochter van Daniel Vacca, 2 graven diep Den 18 dito een kint van Arien Huijbertsz Den 19 dito een kint van Arien Wittebol Den 20 dito een kint vanden Ridder Den 22 Martgen Cornelis, 2 graven diep Den 27 dito een kint van Gerrit Pattijn Den 30 een dochter van Ariaen de glaesmaecker, 2 graven diep Den 8 Januarij een kint van Sijmon Jansz. Bolijn Den 13 dito een kint van Pieter Rochusz. inde Crepelstraet Den 16 dito Nellitgen inde Crepelstraet, 2 graven diep Dito Joost de Vlaming, 2 graven diep ende gehuijrt Den 20 dito Dieuwer bij het Heultgen, 2 graven diep Den 21 een kint van Jeremias den hoetstoffeerder

10 Somma lateris Folio 11 verso. Den 29 Januarij Gerritgen de suster vande huijsvrouwe van Mr. Jan Dircksz., 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 4 Februarij Lijsken in Oudewater, 2 graven diep 2 poosen beluijt Dito Willem Maesz. tijckwercker, 1 graff diep 2 poosen beluijt Den 7 dito Aechgen Jans leijdeckers, 1 graff diep 2 poosen beluijt Den 10 dito de weduwe van Jan Lenertsz. van Swartewael, 2 graven diep Den 13 een kint van Cornelis Jansz. schuijtvoerder Den 14 dito Truijtgen op den Dam, 1 graff diep het graff gehuijrt 1 poos beluijt Den 15 dito Neeltgen Gerrits de huijsvrou van Jacob Lambertsz., 2 poosen beluijt Den 1 Martij een kint van Cornelis de Gilde Den 2 Martij een kint van Jan Veen Den 4 dito Martgen Jans de weduwe van Gerrit Courten, 2 graven diep 2 poosen luijden Den 9 dito Pieter Schot, 2 graven diep Den 14 dito een kint van Cornelis Claesz. cuijper Den 15 dito een kint van Mr.Adriaen Den 17 dito Martgen Wouters, 1 graff diep het graff gehuijrt Den 22 dito een kint van Samuel Staesz Den 23 dito Barthout Veris, 2 poosen beluijt 2 graven diep Den 24 dito een kint van Tonis Gerritsz. scheepmaker Den 26 dito Marritgen Joris huijsvrou van Lenert Pietersz. Ruijchrock Den lesten dito Pieter Wtenbroock, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 3 April een kint Claes Olen dochter Den 4 dito een kint van Thijs Engels Den 11 een kint van Gerrit Luijten Somma lateris Somma totalis aen graven ende luijen Folio 12 recto. Ontfanck vande lastgelden vande buijssen, 4 st. per last. Willem Jujaensz. Borsselaer 51 last Lenert Willemsz. sijn soon 43 last Clement Jacobsz. 29 lasten Jan Huijgen 63 last Barent van der Elst 38 lasten Dane Jacobsz. 46 lasten Thonis Ariensz. 43 lasten Paulus Jacobsz. 35 lasten Heijnrick Blasiusz. 49 lasten Dirck Pietersz. 42 lasten Arien Vassesz. 35 last Willem Huijbrechtsz. 39 lasten Pieter Corsz. 45 last Claes Jansz. 51 lasten Pieter Roelen 44 lasten Paulus Roelen 46 lasten Willem Pietersz. Penninck 50 lasten Mees Tijsz. 43½ lasten Schipper Jan 46 lasten Maerten Reijnsz. 39 lasten Cornelis Huijbrechtsz. 48½ lasten Job Jacobsz. Soetman 52 lasten Balthen Joppen 55 lasten Jacob Joppen 49 lasten Jan Arien Danen 44 lasten Marten Jansz. 46 lasten Somma lateris Folio 12 verso.

11 Huijch Dircksz. 37 lasten Jacob Maren 45 lasten Cornelis Maren 40 lasten Cornelis Jobsz. 39 lasten Joost Pietersz. 35½ lasten Sijmon Willemsz. Sluijs 50 lasten Claes Coster 30 lasten Cornelis Jacobsz. den Bouff 34 last Arnout het schip van Jacob Veen 42 last Willem Cornelisz. 40 lasten Cornelis Cornelisz. 42 lasten Cornelis Jacobsz. jonge Gilde 41 last Willem Seeman 40 lasten Cornelis Cornelisz. van Swartewael 42 last Cornelis Mandemaker 46 last Ole Pietersz. 39 lasten Jacob Gerritsz. 47 lasten Jeroen Ariensz. 51 lasten IJsbrant Witten 36 lasten Cornelis Jansz. Poort 32 lasten Schrevel Jacobsz. 26 lasten Cornelis Boer 44 lasten Cornelis Ariensz. de Moninck 45 last Somma lateris Somma totalis aen lastgelden Folio 13 recto. Ontfanck van renten, huijspachten ende anders als volcht. Inden eersten ontfangen vande tresorier deser stede 10 distincte renten, verschenen inden jare 1619, comt Noch ontfangen de huijspachten int ommegaen met tgeene Staes Regniersz. na ontfangen heeft, samen Noch van Willem Heijnricksz. Gorter een rente, verschenen primo Novembris Noch van Thijs Andriesz. gelijcke rente, verschenen als vooren Noch van Cornelis Riddersz. een rente, verschenen als vooren Claes Gerritsz. op den Harch een jaer lantpacht, verschenen Noch een jaer erfpacht, verschenen Tobias Gerritsz. een jaer renten, verschenen anno Jan Fransz. Bruijker een jaer renten, verschenen Staes Regniersz. een jaer renten, vervallen inden jaere De erffgenamen van Joris Knapper een jaer renten, verschenen anno Ontfangen van den secretaris Nijepoort van wegen Allert de backer op goeder Rekeninge als in voorleden jare Pietertgen Ariensdr. een jaer renten, verschenen anno Ontfangen van den baliu in voldoeninge van sijn huijshuijr van outs Noch van Pieter Florisz. een jaer renten, verschenen primo Maij De selven noch een jaer, verschenen Somma lateris Folio 13 verso. Pieter Florisz. een rentgen vande ganck annis 1616 ende 1617, des jaers 30 stuivers is De erfgenamen van Dirck Meesz. over de jaren 1616, 1617, 1618, 1619 des jaers , comt Gerrit Ariensz. een rente staende op sijn tuijn, verschenen anno 1617, 1618 des jaers 0-8-7, comt Jan Heijndricksz. Gorter een rente, verschenen annis 1617, 1618 des jaers , comt Noch moet Staes Regniersz. verantwoorden opgenoomen penningen van Andries Gerritsz. ten behouve vande kerck Somma lateris

12 Somma van renten ende huijspachten Somma totalis den geheelen ontfanck beloopt Folio 14 recto. Vuijtgeeff tegen den voorgaende ontfangh. Eerst van ordinaris weddens van kerckendienaren ende anders als volcht. Noch huijshuijr voor een jaer Inden eersten Eleaser Swalmius voor een jaer sijnes diensts Hugo Beijerus voor sijnen dienst naer beloop sijns tijts met de huijshuijr Reijnerus Berckel voor sijn dienst ende huijshuijr naer beloop sijns tijts tot den lesten December 1619 toe incluijs Wijnant Jacobsz. de coster Mr.Anthonij organist Noch voor haring ende visch Lenert Staesz. orgelblaser Staes Reijniersz. als voorleser ende sanger Den selven voor sijn rentmeesterschap Pieter den hondeslager Jan Willemsz. leijdecker voor een jaer sijnes dienst, verschijnende den 1 Julij 1620 toecomende Somma aen weddens Anders wtgeeff als volcht. Betaelt aen Jacob Henricksz. Bolleman aen wijn tot het avontmael voor 4 reijsen int jaer met het affsteecken Pieter Cornelisz. aen broot int jaer Elias Marlandt voor keersen ende ander cramerije Andries Gerritsz. voor ijserwerck voort geheele jaer Den selven over vermangelinge van eenige rollem loot tot de gooten Somma lateris Folio 14 verso. Betaelt tot Jacob Bolleman over verteerde costen met de predicanten over het collectatie gelt van 2 jaren Betaelt Andries Gerritsz. Hissing over een jaer interest van 500 ten behouve vande kerck opgenoomen Betaelt aen Job Cornelisz. over sondeerloot Betaelt Jan Willemsz. over 13 dachloonen voor het aenneemen aende kerck gewrocht Den 24 Junij Mr. Henrick schilder van het schilderen vant tafereel voor het choor, so van arbeijtsloon ende gout Noch met den selven verteert inde Pinas op het accoort Betaelt tot Arien inde Boot over bier ende wijn daer inne gereeckent 2 mans elck een dachloon om het bort off het taffereel op te helpen stellen, samen Betaelt de graeffmaker over 14 daghen aende kerck te raghen ende witten met de kalck daertoe verbeesicht Betaelt Arien Willemsz. schrienwercker over reparatie aen bancken ende anders Betaelt 8 deelen voor de graefmaker omme op de graven te leggen Noch voor arbeijts loon aende kerck verdient Den coperslager van te sloopen Betaelt Anthonij den wijnverlater voor 2 wijntonnekens ende voor wijn affsteecken Corstiaen Coenraetsz. van portalen te ververwen ende te verlichten Betaelt voor een duijsent leijen tot een prouff van Dort gesonden Betaelt voor traen op het orgel ende voor cuijpers spaenderen, samen Betaelt tot Pieter Cornelisz. cleijnwielmaecker voor een loode goot van blick aent pastoirhuijs Somma lateris Folio 15 recto. Den lesten Julij betaelt aen Arent Meesz. voor metselloon aende kercke ende pastoorhuijs Betaelt aen reijscosten gedaen omme tot Rotterdam ende Delft te halen attestatie van

13 vrijdom van accijs vande wijn op het avontmael inde kercke Betaelt vande kerckesloot te baggeren aent kerckhoffs sijde Betaelt aen Wijnant Jacobsz. over eenige tegelen aende kerck ende anders Betaelt aen turff tot behouff vande kercke Betaelt aen Jan Lambrechtsz. over eenige costen gevallen op het beloopen van den predicant Reijnier Berckel Den 16 December aen Frans Brasser over reijs ende teercosten op Zelant ende elders gedaen op het beroepen van een kerckendienaer Betaelt voor een lanterne omme op het orgel des avonts te gaen Betaelt 3000 branthout voor de kerck Betaelt voor 3 servetten op de tafel int avontmael te besigen Betaelt voor een keerssnuijter Betaelt voor een kinnitgen haring ende een kinnitgen vis voor den ontfanger Den 24 December betaelt aen Arent Meesz. voor tegelkens in de schoorsteen tot den baliu ende noch 2 daghen inde consistorij camer gewrocht, samen Noch aen quat gelt verlooren int ommegaen vande huijspachten Noch aen reijscosten bij Staes Regniersz. gedaen int reijsen voor een geheel jaer omme penningen in te manen Noch voor de heeren bancken te boenen Somma lateris Folio 15 verso. Betaelt Salomon Staesz. over reparatie van glas inde kerck ende kerckehuijsen Betaelt den tresorier Frans Maes over een jaer renten van wegen het convent van Leliendael Betaelt aen Pauwels Prins over 2 stoopen wijns tot het avontmael dat te cort quam Betaelt Jan Dircksz. slotenmaker over stoven te verstellen ende sommige nieuwe sleutels Betaelt aen s heeren dienaers voor dat sij geraes der kinderen hebben belet Noch betaelt aen den kerckmeester Bolleman voor reijscosten ten behouve vande kerck Noch verschoten bij den selven door oorsaeck van het beroop van Hugo Beijerus Noch in Portugal op het beroop van Wassenburch Betaelt den 5 Maij aende orgelmakers Noch comt Staes Regniersz. voor arbeijtsloon voor tgeheele jaer ende hout tot behouff vande kercke gelevert volgens sijne declaratie, comt Noch hijer bij gevoucht tgunt de kercke de voorleeden jaer ten achteren quam als meer wtgegeven als ontfangen blijckende bij sloote vande voorgaende reeckeninge Somma lateris Somma totalis den geheelen wtgeeff beloopt Den wtgeeff tegen den ontfanck gebalancheert comt meer wtgegeven als ontfangen dat Staes Regniersz. te boven comt ende van kerck ontfangen moet Aldus gereeckent ende beslooten bij ons onderschreven kerckmeesters ten huijse van Staes Regniersz. den 5 Julij 1620 ende bij ons onderteijckent. Was getekend: Simon Bouman Cornelisz Sebastiaen Bolleman Cornelis Jacobsz. van Vlaerdingen. Folio 16 recto Rekeninge, bewijs ende reliqua vanden ontfangh ende wtgeven der kercke van Schiedam, beginnende Goeden Vrijdach anno 1620 tot Goeden Vrijdach 1621 toe beijde incluijs, gemaect in ponden van 40 grooten, schellingen ende penningen naer advenant. Inden eersten comt alhijer in ontfangh vande heere rentmeester Adriaen van Coolwijck voor den dienst van 2 predicanten, elck 500 ende voir de huijshuijr elck 90 ende voir de coster zestich gulden, comt

14 Hijer tegen moet afgaen dat den rentmeester ontfangen moet alle de innecoomen vanden oude renten, erff ende huijspachten met de smalle rentgens, samen bedragende mits de verpondinge afgetrocken Noch over een jaer lanthuijr van een onvercocht perceel lants leggende inde Herchpolder inde woninge van Claes Gerritsz., wesende gecort de verpondinge als den 8 penninck blijft suijvers Noch moeten afgaen de renten vande vercochte landen behalven de afgeloste renten van Cronesteijn, Pieter Claesz. Pesser, Cornelis Verheul, Jacob Lambrechtsz. ende Joost Jansz. timmerman, alles verschenen primo Novembris anno 1600 ende twintich ter somme van hondert zes gulden, comt samen Van welcke somme weder afgaen moet voor collectatiegelt vande smalle rentges ende huijspachten 12. Noch voor de overgeleverde restanten als te weeten Ewout Coruinx in Spijkenis ende Cornelis Pieter Steffensz. 3, is samen , de verpondinge afgetrocken blijft suijver Noch een rente van Willem Jacobsz. inde Spiegel tot Delft van 9 somma dat den rentmeester suijver comt Dat affgetrocken vande voorsz comt noch suijvers ontfangen Folio 16 verso. Ontfangh van luijen ende graven tot Goeden Vrijdach 1621 toe. Inde eersten den 21 April 1620 Arent Bruijnsz. van der Dussen, 2 graven diep ende 3 poosen beluijt, is Den 30 dito Heijnrick Muijs, 2 graven diep een poos beluijt Den 10 Maij een kint vanden soon van Claes Muijs cuijper Den 12 dito een soon van Claes Bastiaensz. lijndraijer, 2 poosen beluijt een graff diep Den 17 Maij een kint van een vreemt man wesende een schilder Den 6 Junij Henrick Blasiusz., 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 8 Junij Martgen Pieters int Hemelrijck, 2 graven diep 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 12 dito Cornelis Jansz. de Geus, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 17 dito de huijsvrou van Cornelis Boer, 1 graff diep 2 poosen beluijt Dito de huijvrou van Pieter Sijmonsz. seijlmaker, 2 poosen beluijt Den 20 dito de huijsvrou van Daem de steenplaetser, 2 poosen beloopt (= beluijt) het graff gehuijrt Den laesten dito een kint van Henrick Wint, 2 poosen beluijt Den 2 Julij Cornelis Cornelisz. Kalff, 2 poosen beluijt Ontfangen van Cornelis Jacobsz. Vlaerdingen van coop van een graff op het choor Den 12 dito Machtelt Huijgen het viswijff, 2 graven diep het graff gehuijrt Den 23 dito Louris Heijnricksz. cuijper, 1 graff diep 2 poosen beluijt Folio 17 recto. Den 3 Augustus een kint van Jan Cornelisz. backer op den Dam Den 6 dito een kint vande dochter van Coordela Jansdr Den 15 dito een kint van Arien Cornelisz. Molswijck Den 19 Trijn Jans huijsvrou van Arien Ariensz. inde Baen Den 27 dito een kint vande dochter van Heijltgen Joppen peenwijff Dito een kint vande dochter van Meijns Joosten, het graff gecocht Den 30 dito Mijntgen Bouwens, een graff diep ende gehuijrt Den lesten dito een kint van Jacob Cornelisz. Goetijt Den 8 September een kint van Witte Bol de swager van Jan van Wijck Den 21 dito een kint vanden bleijcker bij het Leprooshuijs Den 23 de dochter van Machtelt de Haen, 1 graff diep Den 25 dito Geertgen pottebackers op den Dam, 2 poosen beluijt Den 9 October een kint van Eleaser Swalmius predicant Den 11 dito Ingeltgen Jans inde Zijlstraet, het graff gehuijrt eens beloopt (=beluijt) Den 4 November een kint vande vendrich vande Engelsche compagnie, het graff gehuijrt Den 9 dito een kint van Jan Poort op den Achterwech Den 10 dito Aechgen Willems huijsvrou van Cornelis Jopsz., 2 poosen beluijt Folio 17 verso. Den 13 November een jonckgesel van Brouwershaven die inde haven verdroncken was, 1 graf diep ende gehuijrt Den 14 dito een kint van Cornelis Cornelisz. cuijper Dito een kint van de zoone van Jan Snol, het graff gehuijrt Den 19 dito de burgemeester Cornelis Alewijnsz., 1 graff diep 4 poosen beluijt Den 24 dito de moeder van Crijn de lindewever inde Butterstraet,

15 2 graven diep ende is gehuijrt Den 1 December Jannitgen Huijgen de dochter van Huijch Sijmonsz., 2 graven diep het graff gehuijrt Den 2 dito Aelbert brouwersknecht op de Marct, 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 3 dito de dochter van Emmetgen Gerritsdr. de Monnick genaemt Grietgen Cornelis Witten, een graf diep ende beluijt Den 27 dito Pieter Ariensz. van Berckel neeff van Mathijs van Muijlwijck, een graff diep 3 poosen beluijt Den 29 dito een kint van Adam Gerritsz. Vinck Den 19 Januarij een kint van Jochimmen Kees Den 29 dito Aeltgen Sijmonsdr. weduwe wijlen Mr.Lucas Jansz., 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 30 dito een susterken op de Achterwech naest het Oudewijffs Poort, 2 graven diep Den 3 Februarij Lientgen weduwe wijlen Jop Pietersz. stierman, 2 graven diep 2 poosen beluijt Den 8 Februarij Henrick Cornelisz. snijder op de Cruijsstraet, 2 graven diep Folio 18 recto. Den 9 Februarij een dochter van Arien Pietersz. lantman, 2 poosen beluijt Den 11 dito een kint vande jongen Bouff Den 21 dito de soone van Jan Dierten backer over de Pinasse, 2 poosen beluijt Den 29 dito een kint van den backer int hoockhuijs vande Verbrande Erven Den lesten Februarij Jan Henricksz. smit, 2 poosen beluijt Den 2 Martij de suster van Diert Pietersz. over de Schie, 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 13 dito een kint van Arien Tonisz. cuijper Den 17 dito Goris Jansz. op de Sluijs, een graf diep Den 18 dito Cordela Jansdr., 2 poosen beluijt Den 20 dito Bette Gerritsdr., het graff gehuijrt Den 26 dito de huijsvrouwe van Joris Jacobsz. bleijcker, 2 poosen beluijt het graff gehuijrt Den 29 dito de huijsvrouwe van Claes Timmers, het graf gehuijrt Somma totalis van luijen ende graven Folio 18 verso. Ontfangh van lastgelden vande buijsen, 4 stuivers per last. Inden eersten Clemment Jacobsz. 35 last Jan Huijgen 29 lasten Dane Jacobsz. 40 lasten Barent van der Elst 28 lasten Huijbrecht Cornelisz. 40 lasten De soon van Henrick Blasius 41 last Dirck Pietersz. 28 lasten Pieter Roelen 33 lasten Pieter Corsz. 30 lasten Cornelis Martensen van harinck jagen 32 last Noch sijn eijgen vangh 9 last Arien Vassen 26 lasten Willem Borsselaer 33 lasten Lenert Willemsz. 35 lasten Marten Reijnsz. 21 lasten Tonis Ariensz. 40 lasten Huijch Sijmonsz. 25 lasten Paulus Jacobsz. 32 lasten Meus Roelen 38 lasten Broer Reijersz. van sijn harinck jagersreijs 20 lasten Cornelis Joppen 37 lasten Willem Pietersz. Penninck 33 last Schipper Jan 35 lasten

16 Mees Tijsz. 24 lasten Folio 19 recto. Marten Jansz. de Helt 28 lasten IJsbrant Witten 24 lasten Ole Pietersz. 20½ lasten Jeroen Arentsz. 38 lasten Jacob Gerritsz. 43 lasten Huijch Dircksz. 26 lasten Jacob Maren een Seeuwe 40 lasten Cornelis Maren 40 last Willem Huijbrechtsz. 38 lasten Joost Pietersz. 23 lasten Cornelis Jacobsz. den Bouff 23 lasten Arent Jobsz. 29 lasten Cornelis Cornelisz. jongen Bouff 29 lasten Willem Cornelisz. 23 lasten Schrevel Jacobsz. 22½ lasten Sijmon Willemsz. Sluijs 32 lasten Claes Coster 28 lasten Cornelis Huijbrechtsz. 70 lasten Job Jacobsz. Soeteman 34 lasten Balthen Jobsz. 39 lasten Jacob Jobsz. 36 lasten Jan Arien Danen 33 lasten Cornelis Jacobsz. jonge Gilde 31 last Willem Seeman 28 lasten Arien Cornelisz. Mandemaecker 28 last Cornelis Cornelisz. van Swartewael 26 last Cornelis Boer 33 lasten Cornelis Ariensz. de Monick 34 last Somma totalis aen lastgelt Folio 19 verso. Ontfanck van renten, huijspachten en anders als volcht. Inden eersten ontfangen vande stadt 10 distincte renten, verschenen inden jare Huijspachten ende memorien int ommegaen ende tgunt Staes Regniersz. na ontfangen heeft Ontfangen van Willem Heijnricksz. de Gorter ende Thijs Andriesz. een jaer renten, verschenen primo November 1619, elcx 30, comt Noch een rente van Cornelis Riddersz. tot Vlaerdingen een jaer renten, verschenen als vooren Noch van Pietertgen Ariens weduwe van Arent Claesz. santman 2 jaren renten van 12, verschenen anno 1617 ende Jan Fransz. de Bruijcker een jaer renten, verschenen anno Staes Regniersz. een jaer renten, verschenen anno Tobias Regniersz. een jaer renten, verschenen anno Pieter Florisz. een rente van , verschenen annis 1618, 1619 comt Den selven vande ganck des jaers een daelder, comt 1618, Ontfangen de huijshuijr vande baliu van der Houve, verschenen primo Maij Ontfangen van Lijsbet coomen Aerts over 7 jaren pachten van wegen Lambert Michielsz. des jaers 12 stuivers, comt over de jaren 14, 15, 16, 17, 18, 19, Ontfangen vande weesmeesters ende dat van wegen het accoort van Allert de backer de derde paije vande 5 paijen, comt Folio 20 recto. Noch ontfangen vande secretaris Willem Nijepoort over betalinge vanden tijns gecoomen van Gerrit Muijs Noch ontfangen van Arent Cornelisz. Molswijck over het accoort met hem gemaeckt van wegen de kercke ter saecke van het overneemen vande voorsz. tuijn

17 Ontfangen van Joris Martensen Knapper een rente, verschenen primo Novembris Somma van renten ende huijspachten Somma totalis den geheelen ontfanck beloopt Vuijtgeeff tegen den voorgaende ontfangh. Eerst van ordinaris weddens van kerckendienaers ende anders als volcht. Inden eersten betaelt aen Eleaser Swalmius voor een jaer sijnes diensts Noch voor een jaer huijshuijr Reijnerus Berckel voor sijn jaer dienst Voor een jaer huijshuijr Wijnant Jacobsz. de coster Mr.Athonij organist Noch voor haring ende visch Lenert Staesz. orgelblaser Staes Regniersz. als voorleser ende sanger Den selven voor sijn rentmeesterschap Pieter den hondeslager Jan Willemsz. leijdecker voor een jaer sijnes diensts volgens het contract, verschijnende primo Julij Somma aen jaerlixe weddens Folio 20 verso. Betaelt voor wijn voor het geheele jaer tot 4 mael het aventmael des heeren te houden, met afsteecken Noch Pieter Cornelisz. backer aen broot ten behouve alsvooren Betaelt aen Tijsken Ariens dat de orgelmakers verteert hebben Den 9 Julij betaelt aen Reijnier Berckel tot reijsen, teercosten op de classis Noch aen Arien Regniersz. in de Boot aen verteerde costen op het accorderen vant orgel Betaelt aen schipper Crijn Coninck aen 8000 schalgien met vracht ende oncosten, te samen Noch vande selve op te doen inde kerck te brengen ende op den toorn te winden Betaelt Cornelis Jacobsz. Vlaerdingen voor seecker wagenschot ende reij(s)costen voor de kercke gedaen, samen Noch voor een kinnitgen harinck ende een kinnitgen vis voor den rentmeester Coolwijck Betaelt Elias Marlant voor keerssen ende ander waren tot behouff vande kercke ende het orgel Betaelt aen Gerrit Andriesz. smit voor ijserwerck, spijckers, glaes ende leijnagels voor het geheele jaer Betaelt Andries Gerritsz. voor loot tot behouff vande kercke Den selven voor een jaer rente van 500 capitael Betaelt aen branthout mit het cruijen Folio 21 recto. Betaelt Andries Gerritsz. voor een haert ijser int pastoorshuijs Betaelt Waernaert Barthoutsz. over 200 moppen inde plaets vant selve huijs verbesicht Betaelt voor boenders, borstels ende wieken om de bancken te boenen Noch voor de croonen te schuijren ende te sloopen Betaelt Cornelis Testaert nae ouder gewoonte Staes Regniersz. van reijscosten so op Delft, Rotterdam ende elders om het gelt in te nemen voor het geheele jaer Noch voor de heeren bancken te boenen voor het geheele jaer Noch van traen op het orgel met spaenders, dooffcoolen ende anders Noch de consistorie camer schoon gemaect ende gewit Noch voor 36 tonnen turff, costen met het dragen Betaelt voor 3000 brandhout Noch betaelt Pieter Cornelisz. twee houte candelaers Betaelt Joost Jansz. voor 4 dagen de kerck te raghen ende te witten