MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Transcriptie

1 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Landbouw en Visserij N [2011/203342] 15 JUNI Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 13 februari 2003 tot vaststelling van het lastenboek en het veldboek betreffende de geïntegreerde productiemethode van pitfruit De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, artikel 3, 1, 2 o, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 tot erkenning van de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit en van de producenten die volgens deze methode telen, artikel 2, eerste lid; Gelet op het ministerieel besluit van 13 februari 2003 tot vaststelling van het lastenboek en het veldboek betreffende de geïntegreerde productiemethode van pitfruit; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 maart 2010; Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 22 april 2010, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouwbeleid op 18 juni 2010; Gelet op het advies /3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2011, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 o, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Artikel 1. Aan artikel 4, 2, van bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 13 februari 2003 tot vaststelling van het lastenboek en het veldboek betreffende de geïntegreerde productiemethode van pitfruit, wordt een punt 8 o /1 toegevoegd, dat luidt als volgt : 8 o /1 het gebruiken van verwarringstechniek. Art. 2. Aan artikel 10, 3, 4 o, van bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt een punt d)/1 toegevoegd, dat luidt als volgt : d)/1 artikel 10, 1, 2 o, van het decreet Integraal Waterbeheer van 18 juli 2003 na te leven; Art. 3. In artikel 15 van bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt 5, ingevoegd bij ministerieel besluit van 12 december 2006, vervangen door wat volgt : 5. Erkende gewasbeschermingsmiddelen voor de geïntegreerde bestrijding : Werkzame stof APPEL PEER groen geel oranje groen geel oranje 1. acariciden clofentezin fenbutatinoxide fenpyroximaat 2 flufenoxuron hexythiazox paraffineolie pyridaben 1 tebufenpyrad 1 spirodiclofen 1 2. insecticiden abamectine 3 acetamiprid 4 4 bacillus thuringiensis bifenthrin 6 deltamethrin 6 diflubenzuron fenoxycarb flonicamid flufenoxuron granulosevirus indoxacarb paraffineolie imidacloprid pirimicarb methoxyfenozide spinosad

2 38738 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Werkzame stof APPEL PEER groen geel oranje groen geel oranje spirodiclofen 5 tebufenozide thiacloprid 4 4 codlemone 3. fungiciden boscalid captan cyprodinil diethofencarb difenoconazool dithianon dodine fludioxonil fluquinconazool fosethyl imazalil 8 8 koperhydroxide koperoxychloride kresoxim-methyl mancozeb maneb metiram myclobutanil penconazool pyraclostrobine pyrimethanil thiofanaat-methyl 7 7 thiram triadimenol trifloxistrobine zwavel herbiciden amitrol ammoniumthiocyanaat chloortoluron dichloorprop-p diflufenican 1O 1O diquat fluazifop-p-butyl ammoniumglufosinaat glyfosaat linuron 1Ø 1Ø MCPA MCPP-p metazachloor 1Ø 1Ø pendimethalin 5. diversen benzyladenine GA3 GA4/7

3 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Werkzame stof APPEL PEER groen geel oranje groen geel oranje GA4/7+benzyladenine 2-1 naftylacetamide alfa-naftylazijnzuur 1 MCP rodenticiden afweermiddelen uitvloeiers grondontsmettingsmiddelen prohexadione-ca laminarine Bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die behoren tot de gele of oranje lijst, gelden onderstaande beperkingen. Acariciden 1. diverse acariciden : mogen alleen gebruikt worden om de roofmijten (Typhlodromus pyri) uit te zetten op de percelen in kwestie : vanaf 50 % van de ontluiking van de wintereieren van de rode spin en tot maximaal vier weken voor het uitzetten van de roofmijten. De veiligheidstermijn voor de oogst moet gerespecteerd worden. 2. fenpyroximaat : bij aantasting van rode spin moet de erkende dosis voor de geïntegreerde teelt gerespecteerd worden. Insecticiden 3. abemectine : bij aantasting van perenbladvlo, één toepassing voor of na de bloei 4. acetamiprid en thiacloprid schadelijk voor roofwantsen : bij peer voor de bloei of na de pluk in afwezigheid van roofwantsen : bij appel voor of na de bloei; maximaal twee toepassingen per jaar 5. spirodiclofen : gebruiksverbod na uitzetten van roofmijten in het jaar van het uitzetten van de roofmijten 6. synthetische pyrethroïden bij zware aantasting van perenbladvlo : moeten ingezet worden in het vroege voorjaar bij het begin van de eiafleg. Een zware aantasting wordt waargenomen als minstens 200 perenbladvlooien bij 100 kloppingen geteld worden. Die kloppingen moeten in het veldboek ingeschreven worden. Fungiciden 7. thiofanaat-methyl ter bestrijding van neusrot, vruchtrot en kanker; voor kanker maximaal twee behandelingen per seizoen 8. imazalil als naoogstbehandeling op voorwaarde dat voldaan wordt aan de eisen van het lastenboek 9. zwavel : remmend effect op de roofmijt (Typhlodromus pyri). Zwavel heeft een remmend effect op de roofwantsen. Het aantal behandelingen moet beperkt worden naargelang van de populaties. Herbiciden 10. chloortoluron, linuron, metazachloor, diflufenican. De totale toegepaste hoeveelheid mag de erkende dosis niet overschrijden. Deze producten mogen niet na 21 juni gebruikt worden. 11. diquat : ter bestrijding van wortelopslag Diverse gewasbeschermingsmiddelen 12. Erkende rodenticiden, afweermiddelen en uitvloeiers mogen gebruikt worden. 13. Erkende grondontsmettingsmiddelen mogen alleen gebruikt worden na de beslissing van het controleorgaan en op basis van de uitslagen van de analyse. 14. Prohexadione-Ca kan worden gebruikt in de boomgaarden waar de groei van de bomen niet meer te beheersen is. Brussel, 15 juni De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE Agriculture et Pêche F [2011/203342] 15 JUIN Arrêté ministériel modifiant l arrêté ministériel du 13 février 2003 fixant le cahier des charges et le cahier parcellaire concernant la méthode de production intégrée pour fruits à pépins Le Ministre flamand de l Economie, de la Politique extérieure, de l Agriculture et de la Ruralité, Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l agriculture, de l horticulture et de la pêche maritime, notamment l article 3, 1 er,2 o, inséré par la loi du 29 décembre 1990; Vu l arrêté du Gouvernement flamand du 26 mars 2004 relatif à l agrément de la méthode de production intégrée pour fruits à pépins et des producteurs qui pratiquent cette méthode, notamment l article 2, alinéa premier; Vu l arrêté ministériel du 13 février 2003 fixant le cahier des charges et le cahier parcellaire concernant la méthode de production intégrée pour fruits à pépins; Vu l avis de l Inspection des Finances, rendu le 2 mars 2010; Vu la concertation entre les régions et l autorité fédérale du 22 avril 2010, sanctionnée par la Conférence interministérielle sur l Agriculture du 18 juin 2010;

4 38740 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Vu l avis /3 du Conseil d Etat, donné le 3 mai 2011, en application de l article 84, 1 er, alinéa premier, 1 o, des lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, Arrête : Article 1 er. Al article 4, 2, de l annexe 1 re de l arrêté ministériel du 13 février 2003 fixant le cahier des charges et le cahier parcellaire concernant la méthode de production intégrée pour fruits à pépins, il est ajouté un point 8 o /1, rédigé comme suit : «8 o /1 l application de la technique de confusion.» Art. 2. Al article 10, 3, 4 o,del annexe 1 re du même arrêté, il est ajouté un point d)/1, rédigé comme suit : «d)/1 article 10, 1 er,2 o,dudécret relatif à la politique intégrée del eau à respecter;» Art. 3. Al article 15 de l annexe 1 re du même arrêté, le 5, inséré par l arrêté ministériel du 12 décembre 2006, est remplacé par ce qui suit : «5. Produits phytopharmaceutiques agréés pour la lutte intégrée: Substance active POMME POIRE verte jaune orange verte jaune orange 1. acaricides clofentézine oxyde de fenbutatin fenpyroximate 2 flufénoxuron hexythiazox huile de paraffine pyridaben 1 tébufenpyrad 1 spirodiclofène 1 2. insecticides abamectine 3 acétamipride 4 4 bacillus thuringiensis bifenthrine 6 deltaméthrine 6 diflubenzuron fénoxycarbe flonicamid flufénoxuron virus de la granulose indoxacarbe huile de paraffine imidaclopride pirimicarbe méthoxyfénozide spinosad spirodiclofène 5 tébufénozide thiaclopride 4 4 codlemone 3. fongicides boscalide captane cyprodinil diéthofencarbe difénoconazole dithianon dodine

5 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Substance active POMME POIRE verte jaune orange verte jaune orange fludioxonil fluquinconazole foséthyl imazalil 8 8 hydroxyde de cuivre oxychlorure de cuivre krésoxim-méthyl mancozèbe manèbe métiram myclobutanil penconazole pyraclostrobine pyriméthanil thiophanate-méthyl 7 7 thirame triadiménol trifloxystrobine soufre herbicides amitrole thiocyanate d ammonium chlortoluron 1Ø 1Ø dichlorprop-p diflufénican 1Ø 1Ø diquat fluazifop-p-butyl glufosinate d ammonium glyphosate linuron 1Ø 1Ø MCPA MCPP-p métazachlore 1Ø 1Ø pendiméthaline 5. divers benzyl adénine GA3 GA4/7 GA4/7 + benzyl adénine 2-1 naphtyl acétamide acide alpha-naphtylacétique 1 MCP rodenticides répulsifs mouillants désinfectants du sol prohexadione-calcium laminarine

6 38742 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Lors de l utilisation de produits phytopharmaceutiques appartenant à la liste jaune ou orange, les restrictions mentionnées ci-après s appliquent : Acaricides 1. acaricides divers : ne peuvent être utilisées que pour répandre les acariens prédateurs (Typhlodromus pyri) sur les parcelles concernées : à partir de 50 % de l éclosion des œufs d hiver de l araignée rouge et au maximum jusqu à quatre semaines avant d introduire les acariens prédateurs. Le délai de sécurité avant la récolte doit être respecté. 2. fenpyroximate : en cas d attaque par l araignée rouge, la dose agréée pour la production intégrée doit être respectée. Insecticides 3. abamectine : en cas d attaque par le psylle du poirier, une application avant ou après lafloraison 4. acétamipride et thiaclopride nocifs pour les punaises prédatrices : pour la poire avant la floraison ou après la cueillette en absence de punaises prédatrices : pour la pomme avant ou après la floraison; au maximum deux applications par an 5. spirodiclofène : interdiction d utilisation après avoir répandu des acariens prédateurs au cours de l année de l introduction des acariens prédateurs 6. pyréthroïdes synthétiques en cas de forte attaque par le psylle du poirier : doivent être engagés audébut du printemps lors du commencement de la ponte des œufs. Une forte attaque est observée lorsqu un minimum de 200 psylles du poirier est compté lors de 100 frappages. Ces comptages doivent être notés dans le cahier parcellaire. Fongicides 7. thiophanate-méthyl pour combattre la pourriture apicale, la pourriture des fruits et le chancre; pour le chancre au maximum deux traitements par saison 8. imazalil comme traitement post-récolte à condition que les conditions du cahier des charges soient respectées 9. soufre : effet freinant sur les acariens prédateurs (Typhlodromus pyri). Le soufre a un effet freinant sur les punaises prédatrices. Le nombre de traitements doit être limité en fonction des populations. Herbicides 10. chlortoluron, linuron, métazachlore, diflufénican. La quantité totale appliquée ne peut dépasser la dose agréée. Aucun de ces produits ne peut être utilisé après le 21 juin. 11. diquat : destruction des repousses des porte-greffes Produits phytopharmaceutiques divers 12. Les rodenticides, les répulsifs et les mouillants agréés peuvent être utilisés. 13. Les désinfectants du sol agréés ne peuvent être utilisés qu après jugement par l organisme de contrôle et sur base des résultats d analyse. 14. Prohexadione-calcium peut être utilisé dans les vergers où la croissance des arbres ne peut plus être contrôlée.» Bruxelles, le 15 juin Le Ministre flamand de l Economie, de la Politique extérieure, de l Agriculture et de la Ruralité, K. PEETERS * VLAAMSE OVERHEID Landbouw en Visserij N [C 2011/35518] 20 JUNI Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 augustus 2009 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden voor wat betreft de uitvoering van de gedeelde bevoegdheden met het oog op de inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, voor de campagne 2011 De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, en De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Gelet op verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1782/2003, gewijzigd bij verordening (EG) nr. 889/2009 van de Commissie van 25 september 2009, verordening (EG) nr. 992/2009 van de Commissie van 22 oktober 2009, verordening (EG) nr. 1250/2009 van de Raad van 30 november 2009 en verordening (EU) nr. 360/2010 van de Commissie van 27 april 2010; Gelet op verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, gewijzigd bij verordening (EU) nr. 730/2010 van de Commissie van 13 augustus 2010; Gelet op verordening (EG) nr. 1121/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en V van die verordening ingestelde steunregelingen, gewijzigd bij verordening (EU) nr. 387/2010 van de Commissie van 6 mei 2010; Gelet op verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector, gewijzigd bij verordening (EU) nr. 146/2010 van de Commissie van 23 februari 2010;