het college van bestuur van de Vrije Universiteit van Amsterdam, verweerder.
|
|
- Benjamin van der Zee
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zaaknummer : 2013/010 Rechter(s) : mrs. Loeb, Olivier, Van der Spoel, Datum uitspraak : 25 juni 2013 Partijen : Appellant tegen Vrije Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : [instellings-]collegegeld, gelijkheidsbeginsel, hardheidsclausule, instroommoment, overgangsregeling, persoonlijke omstandigheden, tweede opleiding, vertrouwensbeginsel Artikelen : WHW artikel 7.45a lid 1, 7.46; Regeling Aanmelding en Inschrijving VU artikel 10 lid 5 en 6, 15 Uitspraak : Ongegrond Hoofdoverwegingen : Uit artikel 10, zesde lid, van de RAI volgt dat de daar bedoelde periode van vier jaren wordt berekend vanaf het instroommoment. Het begrip instroommoment wordt in deze bepaling niet nader gedefinieerd, behoudens dat deze valt op 1 september of, indien van toepassing, op 1 februari van het desbetreffende jaar. Vaststaat dat de bacheloropleiding rechtsgeleerdheid aan de VU één instroommoment kent, namelijk per 1 september. Nu appellant zich in het studiejaar bij de VU voor deze opleiding heeft ingeschreven, heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat 1 september 2008 als zijn instroommoment geldt. In de omstandigheid dat appellant zich vóór 1 februari 2009 weer heeft uitgeschreven, heeft verweerder geen reden voor een andersluidend standpunt hoeven zien. Uit de omstandigheid dat in de overgangsregeling als vereisten voor toepasselijkheid is gesteld dat er vanaf 1 februari 2011 een niet onderbroken inschrijving is geweest, volgt niet dat onderbroken studiejaren, voorafgaand aan 1 februari 2011, bij de toepassing van de regeling niet meetellen. Mede in aanmerking genomen dat verweerder met de overgangsregeling een bepaalde groep studenten in financieel opzicht beoogt tegemoet te komen, mag hij de overgangsregeling restrictief uitleggen en bij de toepassing ervan alle studiejaren waarin een student ingeschreven heeft gestaan, ook als deze zijn onderbroken, meetellen. ( ) De overgangsregeling, neergelegd in de RAI , was ook opgenomen in de RAI, zoals die in de voorafgaande studiejaren gold. Indien appellant meer duidelijkheid had willen krijgen omtrent zijn aanspraken op toepassing van deze regeling, had het in de rede gelegen dat hij zich daarvoor tot de studentenbalie had gewend. In de algemene informatie wordt daar ook op gewezen. Nu hij dat niet heeft gedaan, heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat appellant aan die informatie geen gerechtvaardigd vertrouwen kan ontlenen. Verweerder heeft voorts terecht overwogen dat appellant zodanig vertrouwen evenmin kan ontlenen aan de informatie die hij, als gesteld, van de studieadviseurs heeft ontvangen, nu voorlichting over het collegegeld zoals hij weet niet tot de taken van de studieadviseur behoort. Appellant kan evenmin worden gevolgd in zijn betoog dat hij ten onrechte ongelijk wordt behandeld ten opzichte van studenten ten aanzien van wie verweerder bij de toepassing van de overgangsregeling de studiejaren, waarin zij aan de UvA ingeschreven stonden niet meetelt. De situatie van appellant is niet gelijk aan of op één lijn te stellen met de situatie van deze studenten, nu appellant zijn opleiding uitsluitend aan de VU heeft gevolgd. Voorts heeft verweerder in de omstandigheid dat hij in sommige gevallen studenten tegemoet is gekomen vanwege
2 Uitspraak in de zaak tussen: gebrekkige informatie over de gewijzigde regeling inzake het collegegeld geen reden hoeven zien om ook appellant tegemoet te komen. Daartoe is van belang dat, naar verweerder ter zitting onweersproken heeft toegelicht, in de desbetreffende gevallen onjuiste informatie was verstrekt, terwijl dat bij appellant niet het geval is geweest en hij duidelijkheid over zijn situatie had kunnen verkrijgen door zich tot de studentenbalie te wenden. De persoonlijke omstandigheden die appellant overigens heeft gesteld, geven evenmin grond voor het oordeel dat verweerder niet in redelijkheid van toepassing van de hardheidsclausule heeft kunnen afzien. [naam], wonend te [naam woonplaats], appellant, en het college van bestuur van de Vrije Universiteit van Amsterdam, verweerder. 1. Procesverloop Bij beslissing van 6 december 2012 heeft verweerder het door appellant tegen het in rekening gebrachte instellingscollegegeld gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing heeft appellant bij brief, bij het College ingekomen op 15 januari 2013, beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Het College heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 mei 2013, waar appellant, bijgestaan door mr. A.C.R. Molenaar, advocaat te Amstelveen, en verweerder, vertegenwoordigd door drs. A.M. van Donk, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 7.45a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) is het wettelijk collegegeld verschuldigd door een student die blijkens het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.52, sedert 1 september 1991 voor een inschrijving aan een bacheloropleiding niet eerder een bachelorgraad heeft behaald of voor een inschrijving aan een masteropleiding niet eerder een mastergraad heeft behaald. Ingevolge artikel 7.46, eerste lid, is een student die niet aan de voor toepasselijkheid van het wettelijk collegegeld in artikel 7.45a, eerste lid, gestelde eisen voldoet, en niet is ingeschreven voor een onderwijseenheid bij de Open Universiteit, het instellingscollegegeld verschuldigd. Ingevolge het tweede lid wordt de hoogte van het instellingscollegegeld door het instellingsbestuur vastgesteld. Ingevolge het vijfde lid stelt het instellingsbestuur regels vast met betrekking tot de toepassing van dit artikel. Mede krachtens de laatste bepaling heeft verweerder de Regeling aanmeldingen inschrijving (hierna: RAI) vastgesteld. Ingevolge artikel 10, vijfde lid, van de RAI bedraagt het instellingscollegegeld voor een bacheloropleiding, aangeboden door de Faculteit der Rechtsgeleerdheid voor het collegejaar , 9.000,00. Ingevolge het zesde lid gelden voor EER-studenten die op 1 februari 2011 voor
3 een bepaalde opleiding stonden ingeschreven en vanaf het studiejaar instellingscollegegeld zouden moeten betalen op grond van een eerder behaalde graad, vanaf september 2011 overgangsbepalingen voor die opleiding. Voltijdstudenten die hieraan voldoen komen gedurende de nominale studieduur + 1 jaar, gerekend vanaf het instroommoment 1 september of indien van toepassing 1 februari, in aanmerking voor een instellingstarief dat gelijk wordt gesteld aan het wettelijk collegegeld, op voorwaarde dat sprake is van een niet onderbroken inschrijving. Ingevolge artikel 15 kan de directeur van de dienst studentenzaken (DSZ) namens verweerder ten gunste van deze regeling afwijken, indien de toepassing van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt Appellant heeft in 2006 de opleiding fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam afgerond. Voor het studiejaar heeft hij zich ingeschreven voor de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit (hierna: VU), doch zich vanwege persoonlijke omstandigheden vóór 1 februari 2009 weer uitgeschreven. Voor het studiejaar heeft hij zich opnieuw voor voormelde opleiding bij de VU ingeschreven. In verband met een aan hem aan het einde van dat studiejaar gegeven negatief bindend studieadvies heeft appellant zich voor de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid ingeschreven bij de Universiteit van Amsterdam (hierna: UvA). Nadat het negatief bindend studieadvies begin oktober 2010 vanwege bijzondere omstandigheden ongedaan was gemaakt, heeft appellant de opleiding voortgezet aan de VU. De beslissing van 6 december 2012 heeft betrekking op het door verweerder voor het studiejaar in rekening gebrachte instellingscollegegeld ten bedrage van 9.000, Niet in geschil is dat appellant niet voldoet aan de in artikel 7.45, eerste lid, van de WHW voor toepasselijkheid van het wettelijk collegegeld gestelde eisen en derhalve ingevolge artikel 7.46, eerste lid, van die wet het instellingscollegegeld verschuldigd is. In de jaren, voorafgaand aan het studiejaar , heeft verweerder appellant op grond van de in artikel 10, zesde lid, van de op dat moment geldende RAI neergelegde overgangsregeling een instellingstarief dat gelijk is aan het wettelijk collegegeld in rekening gebracht. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat appellant voor het studiejaar geen aanspraak meer op de overgangsregeling kan maken. Daartoe heeft verweerder overwogen dat studenten op grond van de overgangsregeling gedurende vier jaren aanspraak op een verlaagd bedrag aan instellingscollegegeld kunnen maken en het studiejaar voor appellant het vijfde studiejaar is, omdat hij de opleiding in 2008 heeft aangevangen Appellant betoogt dat verweerder ten onrechte heeft aangenomen dat hij in 2008 met de opleiding aan de VU is begonnen. In dat jaar heeft hij vanwege persoonlijke omstandigheden nagenoeg geen onderwijs kunnen volgen en zich om die reden vóór 1 februari 2009 uitgeschreven. Hij heeft de opleiding daadwerkelijk in het studiejaar aangevangen. Het studiejaar is dus zijn vierde studiejaar, zodat hij gedurende dat jaar nog aanspraak op de overgangsregeling heeft Uit artikel 10, zesde lid, van de RAI volgt dat de daar bedoelde periode van vier jaren wordt berekend vanaf het instroommoment. Het begrip instroommoment wordt in deze bepaling niet nader gedefinieerd, behoudens dat deze valt op 1 september of, indien van toepassing, op 1 februari van het desbetreffende jaar. Vaststaat dat de bacheloropleiding rechtsgeleerdheid aan de VU één instroommoment kent, namelijk per 1 september. Nu appellant zich in het studiejaar bij de VU voor deze opleiding heeft ingeschreven, heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat 1 september 2008 als zijn instroommoment geldt. In de omstandigheid dat appellant zich vóór 1 februari 2009 weer heeft uitgeschreven, heeft verweerder geen reden voor een andersluidend standpunt hoeven zien. Uit de omstandigheid dat in de overgangsregeling als vereisten voor toepasselijkheid is gesteld dat er vanaf 1 februari 2011 een niet onderbroken inschrijving is geweest, volgt niet dat onderbroken studiejaren, voorafgaand
4 aan 1 februari 2011, bij de toepassing van de regeling niet meetellen. Mede in aanmerking genomen dat verweerder met de overgangsregeling een bepaalde groep studenten in financieel opzicht beoogt tegemoet te komen, mag hij de overgangsregeling restrictief uitleggen en bij de toepassing ervan alle studiejaren waarin een student ingeschreven heeft gestaan, ook als deze zijn onderbroken, meetellen. Het betoog faalt Appellant betoogt voorts dat verweerder ten onrechte geen aanleiding heeft gezien om op grond van de hardheidsclausule ten gunste van hem van de regeling af te wijken. Daartoe voert hij aan dat hij er op basis van door de universiteit verstrekte algemene informatie en gesprekken met studieadviseurs op mocht vertrouwen dat voor hem geen nadelen waren verbonden aan de uitschrijving in 2009 en het voortzetten van de rechtenstudie aan de VU, nadat het negatief bindend studieadvies ongedaan was gemaakt. Indien hij in de studiejaren en juist zou zijn voorgelicht, zou hij er voor gekozen hebben om de opleiding aan de UvA, alwaar hij reeds was ingeschreven, dan wel aan een andere universiteit, voort te zetten. In dat geval zou hij voor het studiejaar nog aanspraak hebben kunnen maken op de overgangsregeling. Appellant stelt voorts dat verweerder ten aanzien van studenten die de opleiding Rechtsgeleerdheid aan de UvA zijn begonnen en deze na een negatief bindend studieadvies bij de VU hebben voortgezet, bij de toepassing van de overgangsregeling de studiejaren, waarin zij bij de UvA ingeschreven stonden, niet meetelt. Door dat in zijn geval niet te doen, schendt verweerder het gelijkheidsbeginsel. Daartoe wijst hij ook op andere gevallen waarin de voorlichting van de zijde van de VU gebrekkig is geweest en verweerder de desbetreffende studenten om die reden tegemoet is gekomen. Volgens hem dient verweerder hem ook tegemoet te komen, te meer nu de bestreden beslissing tot een onbillijkheid van overwegende aard leidt. Daartoe stelt hij dat hij zijn carrière op het gebied van fysiotherapie beëindigd heeft met het oog op de opleiding Rechtsgeleerdheid, welke opleiding hij, ondanks problemen in de privésfeer, binnen afzienbare termijn hoopt af te ronden De overgangsregeling, neergelegd in de RAI , was ook opgenomen in de RAI, zoals die in de voorafgaande studiejaren gold. Indien appellant meer duidelijkheid had willen krijgen omtrent zijn aanspraken op toepassing van deze regeling, had het in de rede gelegen dat hij zich daarvoor tot de studentenbalie had gewend. In de algemene informatie wordt daar ook op gewezen. Nu hij dat niet heeft gedaan, heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat appellant aan die informatie geen gerechtvaardigd vertrouwen kan ontlenen. Verweerder heeft voorts terecht overwogen dat appellant zodanig vertrouwen evenmin kan ontlenen aan de informatie die hij, als gesteld, van de studieadviseurs heeft ontvangen, nu voorlichting over het collegegeld zoals hij weet niet tot de taken van de studieadviseur behoort. Appellant kan evenmin worden gevolgd in zijn betoog dat hij ten onrechte ongelijk wordt behandeld ten opzichte van studenten ten aanzien van wie verweerder bij de toepassing van de overgangsregeling de studiejaren, waarin zij aan de UvA ingeschreven stonden niet meetelt. De situatie van appellant is niet gelijk aan of op één lijn te stellen met de situatie van deze studenten, nu appellant zijn opleiding uitsluitend aan de VU heeft gevolgd. Voorts heeft verweerder in de omstandigheid dat hij in sommige gevallen studenten tegemoet is gekomen vanwege gebrekkige informatie over de gewijzigde regeling inzake het collegegeld geen reden hoeven zien om ook appellant tegemoet te komen. Daartoe is van belang dat, naar verweerder ter zitting onweersproken heeft toegelicht, in de desbetreffende gevallen onjuiste informatie was verstrekt, terwijl dat bij appellant niet het geval is geweest en hij duidelijkheid over zijn situatie had kunnen verkrijgen door zich tot de studentenbalie te wenden. De persoonlijke omstandigheden die appellant overigens heeft gesteld, geven evenmin grond voor het oordeel dat verweerder niet in redelijkheid van toepassing van de hardheidsclausule heeft kunnen afzien. Het betoog faalt.
5 2.6. Het beroep is ongegrond Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing Het College Rechtdoende: verklaart het beroep ongegrond.
Bij beslissing van 14 april 2013 heeft het college van bestuur het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2013/091 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 9 oktober 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bestuursakkoord collegegeld tweede
Nadere informatieVoor zover appellant aldus beoogt te betogen dat de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde als één opleiding
Zaaknummer : 2013/216 Rechter[s] : mrs. Loeb, Nijenhof, Van der Spoel Datum uitspraak : 20 maart 2014 Partijen : Naam en Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : BaMa-structuur, [instellings-] collegegeld,
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (hierna: het college van bestuur), verweerder.
Zaaknummer : 2012/016 Rechter(s) : mrs. Olivier, Mollee, Kleijn Datum uitspraak : 12 juni 2012 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, gelijkheidsbeginsel,
Nadere informatie3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.
Zaaknummer : 2013/073 Rechter(s) : mrs. Loeb, Troostwijk, Van der Spoel Datum uitspraak : 7 oktober 2013 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanmelding, afstudeertijdstip,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/020 en 020.1
Zaaknummer : 2013/020 en 020.1 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 23 april 2013 Partijen : Verzoekster tegen Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, [instellings]collegegeld,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/136
Zaaknummer : 2013/136 Rechter[s] : mr. van der Spoel Datum : 28 november 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Tilburg Trefwoorden : Afdoening buiten zitting, begeleiding, [instellings] collegegeld,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam
Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : bindend negatief studieadvies compensatieregeling
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en
Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : EU/EER nationaliteit gelijkheidsbeginsel
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam
Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging
Nadere informatieZaaknummer : 2013/261
Zaaknummer : 2013/261 Rechter[s] : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 27 maart 2014 Partijen : Appellante tegen CBE De Haagse Hogeschool Trefwoorden : Begeleiding, BNSA, gelijkheidsbeginsel, [extra]herkansing,
Nadere informatieBij beslissing van 9 juli 2014 heeft het CBE het door appellante daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2014/125.5 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Kleijn Datum uitspraak : 8 oktober 2014 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend studieadvies, BNSA,
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief
Nadere informatieZaaknummers : 2011/019 en 019.1
Zaaknummers : 2011/019 en 019.1 Rechter : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 14 februari 2011 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : CRIHO, differentiatie instellingscollegegeld,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden : Afwijzing, bindend negatief studieadvies, BNSA, herkansing
Nadere informatieBij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.
Zaaknummer : CBHO 2014/045 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 23 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Hogeschool Leiden Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, duale opleiding NBSA, negatief bindend
Nadere informatieZaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :
Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, herkansing, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma bijzondere omstandigheden bindend
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bewijsmiddelen bindend negatief studieadvies BNSA
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/204 en 204.1
Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 28 december 2014 Partijen : Appellant en Radboud Universiteit Nijmegen Trefwoorden : Aanmaning ter voldoening Betalingsverplichting
Nadere informatieZaaknummer : 2014/038 Rechter(s) : mr. Kleijn Datum uitspraak : 28 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CvB van Hogeschool van Amsterdam
Zaaknummer : 2014/038 Rechter(s) : mr. Kleijn Datum uitspraak : 28 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CvB van Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Afstuderen, beëindiging inschrijving, bericht
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de HZ University of Applied Sciences, gevestigd te Vlissingen, verweerder.
Zaaknummer : 2014/232A en 232B Rechter[s] : mrs. Nijenhof, Van der Spoel, Hoogvliet Datum uitspraak : 25 maart 2015 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool Zeeland Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/129
Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieZaaknummer : 2014/145
Zaaknummer : 2014/145 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : (schriftelijk) advies studentendecaan, bindend negatief
Nadere informatieZaaknummer : 2012/220 en 220.1
Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : Assessment, kennen en kunnen, stage Artikelen
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 2 0 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant,
Zaaknummer : 2014/005 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Lubberdink en Van der Spoel Datum uitspraak : 11 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Beoordeling tentamen, deskundigheid,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-2 8 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/029 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 3 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies BSA-commissie
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 1 5 9 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :
Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving
Nadere informatieZaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1
Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 27 februari 2014 Partijen : Verzoeker tegen CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : [duur] Bindend negatief
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 4 1 6 3
U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder
Nadere informatieZaaknummer : 2013/235
Zaaknummer : 2013/235 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 13 mei 2014 Partijen : Appellante tegen CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleidingscontract, BNSA, [melden] bijzondere
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2014/272 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 juli 2015 Partijen : Appellante en CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : afwijzing bezwaarprocedure bindend negatief
Nadere informatieZaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden
Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-2 7 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur van het LUMC,
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellante,
Zaaknummer : CBHO 2015/262 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 19 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma advies bijzondere omstandigheden bindend
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 3 1 5 4
U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/268 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 17 april 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van De Haagse Hogeschool Trefwoorden : NBSA, negatief bindend studieadvies, Osiris,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale
Nadere informatieCollege van Beroep voor het Hoger Onderwijs
College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Zaaknummer: CBHO 2015/288 Datum uitspraak: 28 april 2016 Uitspraak in de zaak tussen: [naam], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit
Nadere informatieZaaknummer : 2014/159 en Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten
Zaaknummer : 2014/159 en 159.1 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Trefwoorden : Beoordeling, kennen en kunnen, onverwijlde
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 2 0 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij besluit van 27 augustus
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 3 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Governance and Global Affairs,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en
Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Universiteit Maastricht Trefwoorden : algemeen verbindend voorschrift
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool
Zaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : beroepspraktijk bijzondere omstandigheden
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het College van Beroep voor de Examens van Hogeschool Inholland, verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/098 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 19 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies causaal verband
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 1 7 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder
Nadere informatieX wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,
Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,
Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van
Zaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : aanmelden bekostiging belangenafweging
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 1 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur
Nadere informatieVerweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.
Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 1 0 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 7 0 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale
Nadere informatieVertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.
Zaaknummer: 1997/209 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Nijenhof Datum uitspraak: 14 januari 1998 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Trefwoorden: Vertrouwensbeginsel, terugwerkende
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 7 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het CBE van de Hanzehogeschool Groningen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2014/047 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 2 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CBE van de Hanzehogeschool Trefwoorden : Besluit van gelijke strekking, bindend negatief studieadvies,
Nadere informatiehet college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.
Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:73. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie
ECLI:NL:CRVB:2017:73 Instantie Datum uitspraak 04-01-2017 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1380 WSF Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 1 3 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:2567
ECLI:NL:RBNNE:2016:2567 Instantie Datum uitspraak 20-05-2016 Datum publicatie 25-07-2016 Zaaknummer LEE 15/3982 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.
Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:3038
ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieZaaknummer : 2014/153
Zaaknummer : 2014/153 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleiding, (tussentijdse) beoordeling, evenredigheidsbeginsel,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/297 Rechter(s) : mr.borman Datum uitspraak : 28 april 2016 Partijen : appellante en CBE Rijksuniversiteit Groningen
Zaaknummer : CBHO 2015/297 Rechter(s) : mr.borman Datum uitspraak : 28 april 2016 Partijen : appellante en CBE Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanwezigheidsverplichtingen buitenland combinatietabel
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 4-3 0 5
U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder
Nadere informatieU I T S P R A A K 12 0 9 6
U I T S P R A A K 12 0 9 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Faculteitsbestuur Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen:
Zaaknummer: 1995/120 Rechter(s): mrs. Olivier, Nijenhof, Hingst Datum uitspraak: 15 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Katholieke Universiteit Nijmegen Trefwoorden: Beoordelingsmaatstaf,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 1 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2004:AR4275
ECLI:NL:RVS:2004:AR4275 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-10-2004 Datum publicatie 20-10-2004 Zaaknummer 200407821/1 en 200407821/2 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 0 9 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen 1. Ontstaan
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/059 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 2 maart 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden :
Zaaknummer : CBHO 2015/059 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 2 maart 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bindend negatief studieadvies causaal verband deeltijdstudent
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van de Hogeschool Utrecht, verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/131 Rechter(s) : mrs. Scholten Hinloopen, Van der Spoel en Hoogvliet. Datum uitspraak : 21 december 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : advies studentendecaan
Nadere informatie