Motivation Matters Werkzoekgedrag Verklaard aan de Hand van Motivationele Factoren en Processen
|
|
- Nienke van der Heijden
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Werkzoekgedrag Verklaard aan de Hand van Motivationele Factoren en Processen Stephanie Wijdeveld Universiteit van Amsterdam Bachelorthese Arbeids- & Organisatiepsychologie Begeleider mw. Dr. Brigitte ten Brink 14 Mei Woorden 126 Woorden Abstract
2 Abstract In dit literatuuroverzicht werd duidelijk welke motivationele factoren en processen ten grondslag liggen aan werkzoekgedrag. Deze motivationele factoren en processen waren gestructureerd aan de hand van de theory of planned behaviour, de self-determination theory, de expectancy value theory en de goal orientation theory. Resultaten lieten zien dat de attitude tegenover het werkzoekgedrag en de subjectieve norm de sterkste voorspellers zijn van werkzoekgedrag. De waargenomen controle over het werkzoekgedrag (self-efficacy) had niet altijd een voorspellende waarde. Daarnaast bleek dat autonome motivatie leidt tot een grotere motivatie dan gecontroleerde motivatie. Ook bleek dat de waarde die iemand hecht aan het hebben van een baan een sterke voorspeller was van werkzoekgedrag. Tenslotte werd duidelijk dat een learning goal orientation leidt tot een hogere motivatie dan een performance goal orientation. Pagina 2
3 Inhoudsopgave 1. Pagina 4 2. Werkzoekgedrag aan de hand van the Theory of Planned Behaviour Pagina The Theory of Planned Behaviour Pagina Wetenschappelijk Onderzoek naar Voorspellende Waarde van the Theory of Planned Behaviour op Werkzoekgedrag Pagina Conclusie Pagina Werkzoekgedrag aan de Hand van the Self-determination Theory Pagina The Self-determination Theory Pagina Wetenschappelijk Onderzoek naar de Voorspellende Waarde van the Selfdetermination Theory op Werkzoekgedrag Pagina Conclusie Pagina Werkzoekgedrag aan de Hand van the Expectancy Value Theory Pagina The Expectancy Value Theory Pagina Wetenschappelijk Onderzoek naar de Voorspellende Waarde van the Expectancy Value Theory op werkzoekgedrag Pagina Conclusie Pagina Werkzoekgedrag aan de Hand van the Goal Orientation Theory Pagina The Goal Orientation Theory Pagina Wetenschappelijk Onderzoek naar de Voorspellende Waarde van the Goal Orientation Theory op Werkzoekgedrag Pagina Conclusie Pagina Algemene Conclusie Pagina Literatuurlijst Pagina 27 Pagina 3
4 1. De slechte economie van Nederland heeft ervoor gezorgd dat veel bedrijven zijn ingekrompen of failliet zijn gegaan. Dit heeft als gevolg dat het aantal ontslagen is gestegen. In maart 2013 telde Nederland werkelozen. Dit is 8,1 procent van de totale beroepsbevolking. Een recordaantal sinds het CBS in de jaren 80 is begonnen met meten ( Hoogste aantal, 2013). Het hoge aantal werkelozen en het beperkte aantal vacatures dat beschikbaar is, heeft geleidt tot soms wel honderden reacties per vacature. Veel mensen zitten dus thuis zonder werk terwijl zij wel graag willen werken. Dit heeft een hoop nadelige gevolgen. Zo leidt werkeloosheid tot een verslechterde fysieke en psychische gezondheid. Zo leidt werkeloosheid bijvoorbeeld tot een verhoogde mate van stress (McKee-Ryan, Song, Wanberg & Kinicki, 2005), depressie (Winefield & Tiggeman, 1990; Winefield, Winefield, Tiggeman & Goldney, 1991, aangehaald in Vansteenkiste, Lens, de Witte, de Witte & Deci, 2004), angst (Donovan & Oddy, 1982, aangehaald in Vansteenkiste et al., 2004) en een lagere mate van zelfvertrouwen (Hartley, 1980, aangehaald in Vansteenkiste et al., 2004). Daarnaast is gebleken dat iemand die werkeloos is een verhoogde kans heeft op het plegen van zelfmoord (Wanberg, 2012; McKee-Ryan et al., 2005). Bovendien heeft werkeloosheid niet alleen een negatief effect op de werkeloze zelf, maar kan het ook een negatief effect hebben op het gezin. Zo is de kans op kindermishandeling binnen deze gezinnen groter (Justice & Duncan, 1977, aangehaald in Vansteenkiste et al., 2004). Het is daarom van belang dat werkelozen weer zo snel mogelijk aan het werk gaan. Gebleken is dat werkzoekgedrag een belangrijk antecedent is van het vinden van een baan (Kanfer, Wanberg & Kantrowitz, 2001). Onder werkzoekgedrag worden verschillende werkzoekactiviteiten verstaan zoals het zoeken naar vacatures, actief netwerken en het schrijven van sollicitatiebrieven. Wanneer meer duidelijkheid bestaat over de factoren en processen die van invloed zijn op werkzoekgedrag, kan de begeleiding binnen een werkzoektraject hierop worden aangepast. Een belangrijke determinant van daadwerkelijke gedrag is motivatie (McShane & Von Glinow, 2009). Binnen de wetenschappelijke literatuur over werkzoekgedrag worden uiteenlopende motivatietheorieën in verband gebracht met werkzoekgedrag. Dit zijn de theory of planned behaviour, de self-determination theory, de expectancy value theory en de goal orientation theory. Deze theorieën beschrijven dus uiteenlopende Pagina 4
5 motivationele factoren en processen. In dit literatuuroverzicht zal onderzocht worden in hoeverre deze motivationele factoren en processen ten grondslag liggen aan werkzoekgedrag. In de eerste paragraaf zal de theory of planned behaviour worden besproken. In de tweede paragraaf zal de self-determination theory besproken worden. In de derde paragraaf zal de expectancy value theory besproken worden. Tenslotte zal in de vierde paragraaf de goal orientation theory besproken worden. Pagina 5
6 2. Werkzoekgedrag aan de Hand van the Theory of Planned Behaviour Om inzicht te krijgen in de motivationele factoren en processen die van invloed zijn op werkzoekgedrag, is het van belang de literatuur omtrent deze motivatietheorieën uit te lichten. In deze paragraaf zal de voorspellende waarde van de theory of planned behaviour op werkzoekgedrag besproken worden. 2.1 The Theory of Planned Behaviour The theory of planned behaviour (TPB) (Ajzen, Aangehaald in Zikic & Saks, 2009) stelt dat daadwerkelijk gedrag voorspeld wordt door de intentie om het gedrag uit te voeren. Deze intentie wordt op haar beurt weer voorspeld door drie factoren. De eerste factor is de attitude tegenover het gedrag (het geloof dat bepaald gedrag leidt tot een bepaalde uitkomst). De tweede factor is de subjectieve norm (de waargenomen sociale druk om het gedrag uit te voeren). Tenslotte is ook de waargenomen controle over het gedrag van invloed op de intentie. In de literatuur naar de TPB wordt dit vaak de waargenomen self-efficacy genoemd. Afbeelding 1. De Theory of Planned Behaviour Toegepast op Werkzoekgedrag. Pagina 6
7 Wanneer iemand een hoge mate van controle ervaart over zijn of haar werkzoekgedrag (self-efficacy), zal hij of zij een grotere werkzoekintentie hebben. Met andere woorden, hoe meer overtuigd iemand is dat hij of zij werk kan zoeken, hoe meer iemand bereid zal zijn om werk te zoeken. Naast controle, is het belangrijk dat iemand een positieve houding heeft tegenover het zoeken van werk (positieve attitude). Naarmate iemand een positievere attitude heeft tegenover het zoeken van werk, zal de werkzoekintentie groter zijn. Tenslotte speelt de druk vanuit de omgeving een rol (subjectieve norm). Wanneer iemand een hoge mate van sociale druk ervaart, zal de werkzoekintentie groter zijn (Zikic & Saks, 2009). Deze factoren hebben via werkzoekintentie dus een indirecte invloed (Zie afbeelding 1). In de volgende paragraaf zullen verschillende empirische onderzoeken omtrent de TPB en werkzoekgedrag besproken worden. 2.2 Wetenschappelijk Onderzoek naar de Voorspellende Waarde van the Theory of Planned Behaviour op Werkzoekgedrag De TPB van Fishbein en Ajzen (1991, aangehaald in Zikic & Saks, 2009) wordt door empirisch onderzoek in grote mate ondersteund. Empirisch onderzoek heeft een sterke positieve relatie tussen werkzoekintentie en werkzoekgedrag getoond. Daarnaast toonde empirisch onderzoek positieve relaties tussen attitude en subjectieve norm enerzijds en werkzoekintentie anderzijds. De minste ondersteuning is gevonden voor de relatie tussen de waargenomen controle die iemand heeft over het zoeken van werk (self-efficacy) en het de werkzoek intentie. In de onderstaande alinea s worden deze empirische onderzoeksresultaten nader toegelicht. Verschillende onderzoeken laten zien dat werkzoekintentie een sterke directe invloed heeft op werkzoekgedrag (Van Hooft, Born, Taris en van der Flier, 2004; Van Hooft, Born, Taris en van der Flier, 2005; Van Hooft, Born, Taris, van der Flier en Blonk, 2004; Song, Wanberg, Niu en Xie, 2006; Wanberg, Glomb, Song en Sorenson, 2002). Hoe hoger de werkzoekintentie, hoe meer werkzoekgedrag iemand zal vertonen. Echter, de onderzoeksresultaten laten verschillen in de indirecte voorspellende waarde van attitude, subjectieve norm en waargenomen controle (self-efficacy) zien. Pagina 7
8 Verschillende onderzoeken benadrukken het belang van de voorspellende waarde van de attitude tegenover het werkzoekgedrag (Van Hooft et al., 2004a; Van Hooft et al., 2004b; Van Hooft et al., 2005; Song et al., 2006). Hoe positiever de attitude tegenover het werkzoekgedrag, hoe meer werkzoekgedrag iemand zal vertonen. Daarbij werd in het onderzoek van van Hooft et al., (2004) onderscheid gemaakt tussen instrumentele attitude en affectieve attitude. De instrumentele attitude richtte zich op het beeld dat deelnemers hadden over het zoeken van werk en keken in hoeverre zij het bijvoorbeeld als zinvol en verstandig beschouwden. De affectieve attitude richtte zich meer op het gevoel dat iemand had bij het zoeken van werk en keek naar in hoeverre deelnemers het zoeken van werk als interessant en plezierig ervaarden. Uit de resultaten van van Hooft et al. (2004) bleek dat de instrumentele attitude werkzoekintentie voorspelde bij werkelozen. Dit was in lijn met de verwachting. Echter, de affectieve attitude voorspelde dit niet. Dit ging tegen de verwachting in. Een verklaring hiervoor voor het feit dat de affectieve attitude geen voorspellende waarde had zou kunnen zijn dat wanneer een werkeloze het zoeken van werk als nutteloos beschouwd het niet zal uitvoeren, omdat het toch geen zin heeft in zijn of haar ogen. Wanneer een werkeloze het zoeken van werk als onplezierig maar toch als nuttig beschouwd, zal hij of zij toch zoeken naar werk, omdat hij of zij graag weer aan het werk wilt. De resultaten geven aan dat het van belang is de instrumentele attitude te stimuleren door iemand het belang van werkzoekgedrag te laten inzien (bijvoorbeeld werkzoekgedrag is zinvol). De resultaten geven ook aan dat het minder van belang is om de affectieve attitude te stimuleren door iemand een fijn gevoel te geven bij het zoeken van werk (bijvoorbeeld werkzoekgedrag is interessant). De onderzoeken in de wetenschappelijke literatuur naar de voorspellende waarde van de TPB benadrukken allemaal het belang van de voorspellende waarde van de subjectieve norm (Van Hooft et al., 2004a; Van Hooft et al., 2004b; Van Hooft et al., 2005; Song et al., 2006; Wanberg et al., 2002). Hoe hoger de druk vanuit de omgeving, hoe meer werkzoekgedrag iemand zal vertonen. Dit is te verklaren door het feit dat iemand die een bepaalde druk voelt van buitenaf om werk te zoeken, zich onprettig zal voelen als hij of zij niet naar werk zoekt. Het relatieve belang van de subjectieve norm ten opzichte van iemand attitude en self-efficacy bij het voorspellen van iemands werkzoekintentie lijkt uiteenlopend in de verschillende onderzoeken. In de Pagina 8
9 onderstaande bespreking van de onderzoeken zal gezocht worden naar een mogelijke verklaring. Die ervaren druk kan komt voort uit iemands idee dat belangrijke personen en/of groepen uit iemands omgeving het wel of niet zoeken van werk respectievelijk zullen goed- of afkeuren. De sociale druk kan dus afkomstig zijn van verschillende individuen en of groepen. In verschillende onderzoeken is hieraan aandacht besteed. Het onderzoek van van Hooft et al. (2005) laat zien dat subjectieve norm bepaald kan worden door de gezinssamenstelling. Resultaten lieten namelijk zien dat bij deelnemers met een partner of gezin de subjectieve norm een sterkere voorspellende waarde was van werkzoekintentie dan de persoonlijk attitude. Daarnaast laten resultaten zien dat deelnemers met een partner en kinderen meer werkzoekgedrag vertoonden. Dit is te verklaren door het feit dat iemand met een gezin niet alleen de verantwoordelijkheid ervaart om voor zichzelf te zorgen, maar ook voor zijn of haar partner en gezin. Iemand met een partner of gezin zal meer sociale druk ervaren. Een opvallend resultaat was dat er geen verschillen bestaan voor mannen en vrouwen. Dit ging tegen de verwachting in. Verwacht werd namelijk dat vrouwen meer gevoelig zouden zijn voor de subjectieve norm (vrouwen zouden wellicht meer beïnvloed kunnen worden door de mening van bijvoorbeeld een vriendin die het raar vind dat je geen baan hebt). Het onderzoek van Song et al. (2006) laat zien dat de relatieve invloed van de subjectieve norm op werkzoekintenties afhankelijk is van de cultuur waarin de werkzoekende zich bevind. Het onderzoek werd namelijk uitgevoerd onder werkelozen in China, een land dat een collectivistische cultuur kent. Dit betekent dat de samenleving een grotere invloed heeft op iemands intentie dan bijvoorbeeld de eigen attitude. Resultaten bevestigen deze veronderstelling en lieten zien dat de subjectieve norm een sterkere voorspeller is van werkzoekintentie dan werkzoek atittude en werkzoek selfefficacy. Dit is niet in lijn met de resultaten van van Hooft et al. (2004) waaruit bleek dat de attitude de grootste invloed had op werkzoekintentie. Het onderzoek van van Hooft et al. (2004) was uitgevoerd onder Nederlandse werklozen. Nederland wordt gekenmerkt door een individualistische cultuur. Dit zou kunnen betekenen dat in een collectivistische cultuur de subjectieve norm een belangrijkere voorspeller is van werkzoekgedrag dan de persoonlijke attitude. Ook bij mensen die tot een etnische minderheid behoren heeft de sociale druk vanuit de omgeving een grote invloed op de werkzoekintentie (Van Hooft et al., 2004). Pagina 9
10 Van Hooft et al. (2004) deden onderzoek onder etnische minderheden van Nederland. De onderzochte werklozen woonden ten tijde van het onderzoek in Nederland en waren van Indonesische, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marrokaanse afkomst. Uit de resultaten bleek dat bij deze etnische minderheden de subjectieve norm een sterkere voorspellende waarde had dan de attitude tegenover werkzoekgedrag. De onderzoekers concluderen hieruit dat subjectieve norm een betere voorspeller is van werkzoekgedrag dan attitude tegenover het zoeken van werk. Dit zou te verklaren kunnen zijn door het verschil in cultuur van etnische minderheden en meerderheden. De etnische minderheid kende een collectivistische cultuur terwijl de meerderheid een individualistische cultuur kent. In een collectivistische cultuur is gedrag meer geleid door sociale normen dan persoonlijke attitudes. Slechts drie van de vijf onderzoeken vonden ondersteuning van het belang van waargenomen controle over het zoeken van werk (self-efficacy) (Van Hooft et al., 2004; Van Hooft et al., 2005; Wanberg et al., 2002) voor het verhogen van de intentie om werk te zoeken. Dit is te verklaren door het feit dat mensen met een lage waargenomen controle alsnog de intentie kunnen hebben om werk te zoeken omdat zij hier wellicht genoodzaakt tot zijn. Om zichzelf te kunnen voorzien van levensbehoeften zal er geld verdiend moeten worden. Ook zou het zo kunnen zijn dat mensen met een hoge waargenomen controle een hoge werkzoekintentie kunnen hebben. De onderzoeksresultaten laten dus verschillen zien in de voorspellende waarde van waargenomen controle op werkzoekintentie. 2.3 Conclusie In deze paragraaf is de voorspellende waarde van de TPB op werkzoekgedrag besproken. Verschillende empirische onderzoeken lieten zien dat werkzoekintentie van directe invloed is op werkzoekgedrag (Van Hooft et al., 2004a; Van Hooft et al., 2004b; Van Hooft et al, 2005; Song et al., 2006; Wanberg et al, 2002). Daarnaast lieten de empirische onderzoeken met betrekking tot de voorspellende waarde van de verschillende variabelen van de TPB zien dat de attitude tegenover het werkzoekgedrag (Van Hooft et al., 2004a; Van Hooft et al., 2004b; Van Hooft et al., 2005; Song et al., 2006) en de subjectieve norm (Wanberg et al., 2002; Van Hooft et al., 2004a; Van Hooft et al., Pagina 10
11 2004b; Van Hooft et al., 2005; Song et al., 2006) de sterkste voorspellers zijn van werkzoekgedrag. Ook is gebleken dat in een collectivistische cultuur de subjectieve norm een sterkere voorspellende waarde heeft dan de persoonlijke attitude. De waargenomen controle over het werkzoekgedrag (self-efficacy) had niet altijd een voorspellende waarde. Slechts drie van de vijf onderzoeken benadrukten het belang van de waargenomen controle (self-efficacy) (Wanberg et al., 2002; Van Hooft et al., 2004). Dit gaat tegen de verwachtingen van Fishbein en Ajzen (1991, aangehaald in Zikic & Saks, 2009) in die stellen dat hoe hoger de self-efficacy is, hoe meer werkzoekgedrag iemand zal vertonen. Echter, de resultaten van de verschillende onderzoeken waren het met elkaar eens over de voorspellende waarde van de subjectieve norm. Iemand kan dus meer werkzoekgedrag vertonen, wanneer hij of zij druk voelt van buitenaf. Het wordt door de onderzoeken naar de voorspellende waarde van de TPB op werkzoekgedrag niet duidelijk of iemand meer werkzoekgedrag vertoond, wanneer iemand is gemotiveerd door een druk van buiten of van binnen. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen is het zinvol om empirische onderzoeken met betrekking tot de self-determination theory te bespreken. De self-determination theory richt zich namelijk op verschillende vormen van motivatie. In de volgende paragraaf zal hier aandacht aan besteed worden. Pagina 11
12 3. Werkzoekgedrag aan de Hand van the Self-determination Theory In de vorige paragraaf is meer duidelijk geworden over de voorspellende waarde van de verschillende variabelen van de TPB. Eén van de conclusies is dat iemand druk van buitenaf kan ervaren en hierdoor gemotiveerd kan raken om werk te zoeken. Echter, iemand kan ook gemotiveerd zijn van binnenuit. Interessant is om te onderzoeken welke vorm van motivatie sterker van invloed is op het daadwerkelijke werkzoekgedrag, De self-determination theory besteed hier aandacht aan. In deze paragraaf zal de voorspellende waarde van de self-determination theory op werkzoekgedrag besproken worden. 3.1 The Self-determination Theory De self-determination theory (SDT) maakt onderscheid tussen verschillende vormen van motivatie (Ryan & Deci, 2000, aangehaald in Vansteenkiste, Lens, de Witte & Feather, 2005). (Zie afbeelding 2). Zo bestaat er autonome en gecontroleerde motivatie. Wanneer iemand autonoom gemotiveerd is, wordt het gedrag gereguleerd door het keuzeproces en de wil, welke vanuit een persoon komt. Mensen ervaren het gevoel van bereidheid deel te nemen aan bepaald gedrag. Echter, wanneer iemand gecontroleerd gemotiveerd is, hebben mensen vaak geen andere keuze dan een bepaald gedrag te vertonen. Mensen voelen een bepaalde druk om het gedrag uit te voeren. Er wordt daarnaast ook onderscheid gemaakt tussen twee vormen van autonome motivatie. Bij intrinsieke motivatie is de onderliggende reden van bepaald gedrag omdat een persoon dit zelf wilt. Iemand kan bijvoorbeeld zoeken naar werk, omdat hij of zij dit een leerzame, interessante ervaring vindt. Dit zou vergeleken kunnen worden met de instrumentele en affectieve attitude van de TPB. Bij extrinsieke motivatie daarentegen voert iemand bepaald gedrag uit omdat dit gedrag instrumenteel is voor gewenste gevolgen. Iemand zoekt bijvoorbeeld naar een baan omdat hij of zij geld nodig heeft. Bij gecontroleerde motivatie, voert iemand bepaald gedrag dus uit omdat er een bepaalde druk ervaren wordt. Zo kan iemand bijvoorbeeld bepaald gedrag uitvoeren omdat hij of zij zich schaamt als dit gedrag niet wordt uitgevoerd. Ryan en Deci (2000, aangehaald in Vansteenskiste et al., 2005) maken ook onderscheid tussen twee vormen van Pagina 12
13 gecontroleerde motivatie. Bij externe regulatie wilt iemand voldoen aan de verwachtingen van buitenaf. Dit zou vergeleken kunnen worden met de subjectieve norm van de TPB. Bijvoorbeeld wanneer iemand op zoek is naar een baan omdat hij of zij zich schaamt tegenover zijn of haar familie. Bij interne regulatie wilt iemand voldoen aan zijn eigen verwachtingen. Bijvoorbeeld wanneer iemand zichzelf niet graag ziet als een werkeloze. Tenslotte bestaat er ook nog amotivatie. Bij deze vorm is iemand niet gemotiveerd om een bepaald gedrag uit te voeren. Verschillende onderzoeken laten zien dat autonome motivatie leidt tot een hogere prestatie dan gecontroleerde motivatie. Deze empirische onderzoeken waren uitgevoerd in verschillende domeinen, zoals onderwijs (Grolnick & Ryan, 1989, aangehaald in Vansteenkiste et al., 2005), sport (Brière, Vallerand, Blais & Pelletier, 1995, aangehaald in Vansteenkiste et al, 2005) en gezondheidszorg (Williams, Grow, Freedman, Ryan & Deci, 1996, aangehaald in Vansteenkiste et al. 2005). In deze paragraaf zal gekeken worden naar de toepassing van de theorie op werkzoekgedrag. Afbeelding 2. De Self-determination Theory. Pagina 13
14 3.2 Wetenschappelijk onderzoek naar voorspellende waarde van the Selfdetermination Theory op werkzoekgedrag Zowel Vansteenkiste et al. (2004) als Vansteenkiste, Lens, de Witte en Feather (2005) onderzochten de voorspellende waarde van de SDT op werkzoekgedrag. Uit de resultaten bleek dat autonome motivatie een positieve invloed heeft op werkzoekgedrag. Wanneer iemand zelf de bereidheid voelt om werk te zoeken, zowel omdat hij of zij het bijvoorbeeld als plezierig ervaart om werk te zoeken als het feit dat iemand bijvoorbeeld werk zoekt om geld te verdienen zal iemand meer werkzoekgedrag vertonen. Echter, gecontroleerde motivatie had een negatieve invloed op werkzoekgedrag. Wanneer iemand een druk voelt om werk te zoeken, zowel druk van binnenuit als druk van buitenaf, zal iemand minder werkzoekgedrag vertonen. Dit is in lijn met eerdere onderzoeken naar de verschillende vormen van motivatie (Grolnick & Ryan, 1989; Brière, Vallerand, Blais & Pelletier, 1995; Williams, Grow, Freedman, Ryan & Deci, 1996, aangehaald in Vansteenkiste et al. 2005). Een verklaring hiervoor is, is dat een werkeloze zelf het belang van het werk of de uitkomsten ervan moet inzien. Wanneer de werkeloze druk ervaart van zichzelf of buitenaf, heeft dit wellicht een averechts effect. In het onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB is gebleken dat de subjectieve norm een goede voorspeller is van werkzoekgedrag. In deze paragraaf is echter gebleken dat wanneer iemand gemotiveerd wordt door een bepaalde druk (zowel van binnenuit als buitenaf), iemand minder werkzoekgedrag zal vertonen dan wanneer iemand gemotiveerd is omdat hij of zij het gevoel heeft dat hij of zij het gedrag wilt uitvoeren. Een opvallende bevinding was dat amotivatie wel gerelateerd is aan werkzoekgedrag. Dit resultaat was niet in lijn met de verwachtingen van de onderzoekers. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat wanneer iemand niet gemotiveerd is, iemand geen werkzoekgedrag zal vertonen. Amotivatie voorspelt in dit onderzoek dus het niet uitvoeren van een bepaald gedrag. Het hebben van amotivatie geeft een reden om geen werk te zoeken. De onderzoekers concluderen hieruit dat autonome motivatie en amotivatie voorspellers zijn van werkzoekgedrag. Nu meer duidelijk is geworden over de voorspellende waarde van de SDT is het interessant om te kijken in hoeverre de verschillende vormen van motivatie de flexibiliteit in werkzoekgedrag voorspellen. In tijden van een slechte economie, welke een hoge werkeloosheid kent, is een flexibele opstelling belangrijk. Wanneer iemand Pagina 14
15 zich flexibel opstelt, zal iemand wellicht sneller een baan vinden omdat er meer mogelijkheden zullen ontstaan. Zo kan iemand meer openstaan voor werk in een andere sector of werk dat onder iemands niveau ligt. Van den Broeck, Vansteenkiste, Lens en de Witte (2010) onderzochten de voorspellende waarde van de SDT op de mate van flexibiliteit in werkzoekgedrag. Dit onderzoek is uitgevoerd in de huidige, slechte economie wat een duidelijk beeld geeft over de huidige situatie. Onderzoekers keken naar flexibiliteit in het volgen van een training, bereid zijn genoegen te nemen met minder salaris en bereid zijn een baan te doen waarvoor je overgekwalificeerd bent. Uit de resultaten bleek dat iemand met een hogere intrinsieke motivatie zich meer flexibel opstelde bij het volgen van een training. Iemand die op zoek was naar een baan, omdat iemand zelf de wil had weer een baan te hebben, was eerder bereid een training te volgen. Dit is in lijn met de verwachtingen van de onderzoekers. Daarnaast lieten resultaten zien dat iemand met een hoge intrinsieke motivatie sneller akkoord ging met een slechter betaalde baan. Dit is te verklaren door het feit dat iemand met een hoge intrinsieke motivatie graag een baan wilt, en daarvoor bereid is in te leveren op zijn of haar salaris. In lijn met de verwachtingen van de onderzoekers is dat iemand met een hoge intrinsieke motivatie minder snel een baan zou aannemen waarvoor hij of zij overgekwalificeerd is. Dit is te verklaren door het feit dat iemand met een hoge intrinsieke motivatie graag een baan wilt hebben, maar deze wel moet aansluiten op zijn of haar capaciteiten. Daarnaast bleek uit de resultaten dat iemand die hoger opgeleid was, minder flexibiliteit toonde in het akkoord gaan met een baan onder zijn of haar capaciteiten. Voor iemand met een hoge extrinsieke motivatie was dit omgekeerd. Uit de resultaten bleek namelijk dat iemand met een hoge extrinsieke motivatie minder flexibel was in het krijgen van minder loon en het volgen van training. Wanneer iemand werkzoekgedrag vertoond omdat hij of zij bijvoorbeeld druk voelt vanuit buitenaf bij het hebben van geen baan neemt iemand minder snel genoegen met een lager salaris en zal minder snel een training volgen. Iemand met een hoge extrinsieke waarde was echter wel bereid een baan aan te nemen waarvoor hij of zij overgekwalificeerd was. Dit is te verklaren door het feit dat iemand die extrinsiek gemotiveerd is hoogstwaarschijnlijk werkt voor het geld dat daarmee verdiend wordt. Het maakt iemand met een hoge extrinsieke waarde niet uit welk werk hij of zij doet, wanneer de druk wordt ervaren van binnen of buitenaf, zal iemand alleen al genoegen nemen met het überhaupt hebben van een baan omdat dit iemand van zijn onprettige gevoel afhelpt. Iemand met een hoge Pagina 15
16 extrinsieke motivatie levert liever ook niet in op salaris en vrije tijd (het volgen van een training). De onderzoekers concluderen hieruit dat iemand met een hoge intrinsieke motivatie zoekt naar een baan die aansluit bij zijn of haar waarden en capaciteiten. Daarnaast concludeerden de onderzoekers dat iemand met een hoge extrinsieke motivatie zoekt naar een baan die aansluit op een gewenst salaris, waarvoor zo weinig mogelijk investeringen gedaan moeten worden (in de vorm van een training). Met de resultaten laten de onderzoekers zien dat de verschillende vormen van motivatie verschillende van verschillende invloed is op de flexibiliteit in werkzoekgedrag. 3.2 Conclusie In deze paragraaf is de voorspellende waarde van de self-determination theory op werkzoekgedrag besproken. Zowel de onderzoeken van Vansteenkiste et al. (2004) en de Vansteenkiste et al. (2005) laten zien autonome motivatie een goede voorspeller is voor werkzoekgedrag. Daarnaast laat het onderzoek van Vansteenkiste et al. (2004) ook zien dat amotivatie een goede voorspeller is voor werkzoekgedrag. Daarnaast laat het onderzoek van van den Broeck (2010) zien in hoeverre de verschillende vormen van motivatie flexibiliteit in het werkzoekproces voorspellen in tijden van een verslechterde economie. Iemand met een hoge intrinsieke motivatie zoekt naar een baan die aansluit bij zijn of haar waarden en capaciteiten. Iemand met een hoge extrinsieke motivatie zoekt naar een baan die aansluit op een gewenst salaris, waarvoor zo weinig investeringen gedaan moeten worden (bijvoorbeeld het volgen van een training). Hiermee wordt meer duidelijk over de voorspellende waarde van de SDT op werkzoekgedrag. Het laat het belang zien van de stimulatie van autonome motivatie. Het is zinvol dat werkelozen inzien wat zij leuk of interessant vinden aan een baan. Door middel van training kan dit gestimuleerd worden. Daarnaast blijkt dat bij iemand met een hoge extrinsieke waarde een training wellicht geen zin heeft, omdat het iemand met een hoge extrinsieke waarde vooral gaat om het salaris en het doen van zo min mogelijk investeringen. De empirische onderzoeken met betrekking tot de voorspellende waarde van de verschillende variabelen van de TPB heeft laten zien dat de attitude tegenover het werkzoekgedrag en de subjectieve norm de sterkste voorspellers zijn van werkzoekgedrag. De waargenomen controle over het werkzoekgedrag (self-efficacy) had Pagina 16
17 niet altijd een voorspellende waarde. De SDT veronderstelt dat de kwaliteit van het gedrag afhangt van het soort motivatie dat iemand heeft. De expectancy value theory combineert twee aspecten van deze theorieën, namelijk het vertrouwen dat iemand heeft het gedrag succesvol uit te voeren (de self-efficacy van iemand) en het belang dat iemand heeft bij een bepaalde uitkomst (de mate van autonome motivatie). Deze aspecten bepalen samen de sterkte van de motivatie. Meer duidelijkheid over de expectancy value theory zal inzicht geven over de mate van motivatie. In de volgende paragraaf zal hier aandacht aan besteed worden. Pagina 17
18 4. Werkzoekgedrag aan de Hand van the Expectancy Value Theory In de vorige paragrafen is meer duidelijk geworden over de voorpellende waarde van de TPB en de SDT. De empirische onderzoeken met betrekking tot de voorspellende waarde van de verschillende variabelen van de TPB hebben laten zien dat de attitude tegenover het werkzoekgedrag en de subjectieve norm de sterkste voorspellers zijn van werkzoekgedrag. De waargenomen controle over het werkzoekgedrag (self-efficacy) had niet altijd een voorspellende waarde. De SDT veronderstelt dat de kwaliteit van het gedrag afhangt van het soort motivatie dat iemand heeft. De expectancy value theory (EVT) combineert twee aspecten van deze theorieën, namelijk het vertrouwen dat iemand heeft het gedrag succesvol uit te voeren (de self-efficacy van iemand) en het belang dat iemand heeft bij een bepaalde uitkomst (de mate van autonome motivatie). Deze aspecten bepalen samen de sterkte van de motivatie. Meer duidelijkheid over de EVT zal inzicht geven over de mate van motivatie. In deze paragraaf zal daarom de voorspellende waarde van de expectancy value theory besproken worden. 4.1 The Expectancy Value Theory De EVT is een motivationele theorie die zich richt op de verwachtingen die iemand heeft over een bepaald doel en de waarde die aan dit doel gehecht wordt (Feather, 1992, aangehaal in Vansteenkiste et al., 2005). Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende vormen van verwachtingen. De eerste zijn efficacy expectations welke gedefinieerd kunnen worden als het geloof dat iemand heeft het gedrag succesvol uit te kunnen voeren. Dit zou vergeleken kunnen worden met de waargenomen controle van de TPB (self-efficacy). De tweede is een outcome expectations, welke gedefinieerd kunnen worden als het geloof dat iemand heeft in een bepaalde uitkomst wanneer een bepaald gedrag wordt uitgevoerd (Bandura, 1977, aangehaald in Vansteenkiste et al., 2005). Een ander centraal punt in de EVT is de waarde die iemand hecht aan een bepaalde uitkomst. Dit zou vergeleken kunnen worden met de autonome motivatie van de SDT. Zo kan iemand het bijvoorbeeld belangrijk vinden om een baan te hebben. Men verwacht dat de motivatie hoog zal zijn wanneer de verwachtingen tot een gewenst resultaat leiden en de waarde die aan dit resultaat gehecht wordt hoog is. Met andere Pagina 18
19 woorden, als iemand verwacht dat wanneer er naar werk gezocht wordt, een baan gevonden wordt en wanneer iemand het belangrijk vind om een baan te hebben, zal iemand gemotiveerd zijn om een baan te zoeken. Dit zal leiden tot een verhoogde mate van werkzoekgedrag. (Zie afbeelding 3). In deze paragraaf zullen de onderzoeken met betrekking tot voorspellende waarde van de EVT op werkzoekgedrag besproken worden. Afbeelding 3. De Expectancy Value Theory Toegepast op Werkzoekgedrag 4.2 Wetenschappelijk onderzoek naar voorspellende waarde van the Expectancy Value Theory op werkzoekgedrag Vansteenkiste et al. (2005) onderzochten de voorspellende waarde van de EVT op werkzoekgedrag. Resultaten lieten zien dat iemand die een hoge waarde hechtte aan het hebben van een baan, meer werkzoekgedrag vertoonde. Daarnaast bleek uit de resultaten dat het hebben van een hoge verwachting negatief gecorreleerd was aan het hebben van een baan. Dit ging tegen de verwachting in. Verwacht werd namelijk dat iemand die een hoge verwachting had een baan te vinden, meer werkzoekgedrag zou vertonen. Onderzoekers verklaren dit door het feit dat iemand die een lage verwachting heeft over het vinden van een baan alsnog veel werkzoekgedrag kan vertonen omdat de financiële druk bijvoobeeld hoog is. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat iemand die een hoge verwachting heeft over het vinden van een baan tijdelijk andere prioriteiten kan hebben. Zo kan iemand zich bijvoorbeeld richten op het huishouden of de zorg voor de kinderen. Een andere verklaring die de onderzoekers geven is dat iemand na het verliezen van een baan nog even geen reden ziet om op zoek te gaan omdat hij of zij zo zelfverzekerd is dat het vinden van een baan toch wel gaat lukken. Onderzoekers concluderen hieruit dat het hebben van een hoge waarde over het hebben Pagina 19
20 van een baan wel een voorspeller is voor het zoeken van een baan. Daarnaast concluderen onderzoekers dat het hebben van hoge verwachtingen geen voorspeller is van het zoeken naar een baan. Dit is gedeeltelijk in lijn met de resultaten van empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB, waaruit bleek dat de waargenomen controle over het werkzoekgedrag (self-efficacy) niet altijd een voorspellende waarde had. Deze resultaten geven aan dat het van belang is om een werkloze de waarde van het hebben van een baan in te laten zien. Dit is in lijn met de bevindingen van de empirische artikelen naar de voorspellende waarde van de SDT, welke stelde dat autonome motivatie tot verhoogde prestaties leidde. Nu meer duidelijk is geworden over de voorspellende waarde van de EVT is het interessant om te kijken in hoeverre de verschillende vormen van motivatie de flexibiliteit in werkzoekgedrag voorspellen. In tijden van een slechte economische crisis, welke een hoge werkeloosheid kent, is een flexibele opstelling belangrijk. Wanneer iemand zich flexibel opstelt, zal iemand wellicht sneller een baan vinden omdat er meer mogelijkheden zullen ontstaan. Zo kan iemand meer openstaan voor werk in een andere sector of werk dat onder iemands niveau ligt. Van den Broeck, Vansteenkiste, Lens en de Witte (2010) onderzochten de voorspellende waarde van de EVT op de mate van flexibiliteit in werkzoekgedrag. Dit onderzoek is uitgevoerd in de huidige, slechte economie wat een duidelijk beeld geeft over de huidige situatie. Onderzoekers keken naar flexibiliteit in het volgen van een training, bereid zijn genoegen te nemen met minder salaris en bereid zijn een baan te doen waarvoor je overgekwalificeerd bent. Resultaten lieten zien dat deelnemers die een hoge waarde hechtte aan het hebben van een baan een hogere mate van flexibiliteit toonden. Dit is te verklaren door het feit dat deze deelnemers graag een baan wilden en bereid waren zich flexibel op te stellen. Echter, iemand met hoge verwachtingen van het vinden van een baan toonde minder flexibiliteit in het werkzoekproces. Dit is te verklaren door het feit dat wanneer iemand verwacht een baan te vinden, iemand zich minder flexibel opstelt. Onderzoekers concluderen hieruit dat wanneer iemand een hoge waarde hecht aan het hebben van een baan, iemand zich flexibel opstelt. Daarnaast concluderen onderzoekers dat wanneer iemand hoge verwachtingen heeft over het vinden van een baan, iemand zich minder flexibel opstelt. 4.3 Conclusie Pagina 20
21 In deze paragraaf is de voorspellende waarde van de EVT besproken. Het onderzoek van Vansteenkiste et al. (2005) laat zien dat het hebben van een hoge waarde over het hebben van een baan wel een voorspeller is voor het zoeken van een baan. Dit is in lijn met de resultaten van empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de SDT, waaruit bleek dat autonome motivatie tot verhoogde prestaties leidde. Daarnaast laten de onderzoekers zien dat het hebben van hoge verwachtingen geen voorspeller is van het zoeken naar een baan. Dit is gedeeltelijk in lijn met de resultaten van empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB, waaruit bleek dat de waargenomen controle over het werkzoekgedrag (self-efficacy) niet altijd een voorspellende waarde had. Het onderzoek van van den Broeck et al. (2010) liet zien dat wanneer iemand een hoge waarde hecht aan het hebben van een baan, iemand zich flexibel opstelt, zoals ook is gebeken uit de resultaten van empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de SDT op werkzoekgedrag, is het belangrijk dat een werkloze waarde hecht aan het hebben van een baan. Daarnaast lieten de resultaten zien dat wanneer iemand hoge verwachtingen heeft over het vinden van een baan, iemand zich minder flexibel opstelt. In de eerste drie paragrafen is meer duidelijk geworden over de voorpellende waarde van de TPB, de SDT en de EVT. De empirische onderzoeken met betrekking tot de voorspellende waarde van de verschillende variabelen van de TPB heeft laten zien dat de attitude tegenover het werkzoekgedrag en de subjectieve norm de sterkste voorspellers zijn van werkzoekgedrag. De goal orientation theory richt zich ook op deze aspecten en kijkt welke sterker van invloed is op de motivatie om werk te zoeken. In de volgende paragraaf zal de voorspellende waarde van de goal orientation theory besproken worden. Pagina 21
22 5. Werkzoekgedrag aan de Hand van the Goal Orientation Theory In de vorige paragrafen is meer duidelijk geworden over de voorpellende waarde van de TPB, de SDT en de EVT. De empirische onderzoeken met betrekking tot de voorspellende waarde van de verschillende variabelen van de TPB heeft laten zien dat de attitude tegenover het werkzoekgedrag en de subjectieve norm de sterkste voorspellers zijn van werkzoekgedrag. De goal orientation theory richt zich ook op deze aspecten en kijkt welke leidt tot een hogere motivatie. In deze paragraaf zal de voorspellende waarde van de goal orientation theory besproken worden. 5.1 The Goal Orientation Theory Het uitgangspunt van de goal orientation theory is dat mensen verschillende doelen kunnen hebben wanneer zij iets willen bereiken (Dweck, 1986, aangehaald in van Hooft & Noordzij, 2009). Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee doelen; een learning goal orientation (LGO) en een performance goal orientation (PGO). (Zie afbeelding 4). Een LGO richt zich op het verhogen van de competentie en het leren van iets nieuws. Dit is te vergelijken met de attitude van de TPB (bijvoorbeeld, ik vind werkzoekgedrag leerzaam). Een PGO is daarentegen gericht op het laten zien van competentie wat leidt tot het verkrijgen van positieve beoordelingen en het ontwijken van negatieve beoordelingen (bijvoorbeeld, ik zoek werk omdat ik me als werkloze schaam tegenover mijn vrienden). Deze beoordelingen zijn te vergelijken met de subjectieve norm van de TPB. Het krijgen van een negatieve beoordeling kan ervaren worden als een druk van de buitenwereld. Afbeelding 3. De Goal Orientation Theory Pagina 22
23 Iemand met een LGO beoordeelt zijn prestaties door te kijken of er iets nieuws geleerd is. Iemand met een PGO beoordeelt zijn prestaties door zichzelf te vergelijken met anderen. Wetenschappelijk onderzoek naar goal orientation theory heeft laten zien dat iemand met een LGO een hogere motivatie heeft zich in te spannen dan mensen met een PGO, omdat iemand zichzelf minder streng beoordeeld (Dweck & Leggett, 1988; Porath & Bateman, 2006 aangehaald in van Hooft & Noordzij, 2009). In deze paragraaf zal onderzocht worden of dit ook opgaat voor werkzoekgedrag. 5.2 Wetenschappelijk onderzoek naar voorspellende waarde van the Goal Orientation Theory op werkzoekgedrag Verschillende onderzoeken laten zien dat een LGO leidt tot meer werkzoekgedrag (Creed, King & McKenzie, 2009; Van Hooft & Noordzij, 2009). Van Hooft en Noordzij (2009) onderzochten door middel van een experiment de voorspellende waarde van de goal orientation theory op werkzoekgedrag. De deelnemers werden ingedeeld in een van de drie condities; de LGO conditie, de PGO conditie en de controleconditie. De deelnemers in de condities ondergingen een verschillende training, gebaseerd op het doel dat de conditie had. Uit de resultaten bleek dat deelnemers met een LGO meer werkzoekgedrag vertoonden dan deelnemers in de PGO en controleconditie. Dit was in lijn met de verwachting. Onderzoekers concluderen hieruit dat het stellen van LGO het meest effectief is tijdens het werkzoekproces. 5.3 Conclusie Zowel het onderzoek van van Hooft en Noordzij (2009) als het onderzoek van Creed et al. (2009) laten het belang van het stellen van een LGO tijdens het werkzoekproces zien. Dit geeft aan dat tijdens het werkzoekproces, het voor een werkeloze het meest effectief is om doelen te stellen die zijn eigen competentie verhogen en het leren van iets nieuws. Pagina 23
24 Iemand kan bijvoorbeeld als doel hebben een training te volgen, om op deze manier iets nieuws te leren. De nieuwe kennis en capaciteiten opgedaan door de training zouden kunnen leiden tot een nieuwe baan. Hoewel empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB heeft laten zien dat de attitude en de subjectieve norm beide goede voorspellers zijn van werkzoekgedrag, is in deze paragraaf gebleken dat de persoonlijke attitude wellicht uiteindelijk sterker van invloed is op de motivatie om werk te zoeken. Omdat bij eerder onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB is gebleken dat in een collectivistische cultuur de subjectieve norm een sterkere voorspellende waarde had dan de attitude zou het zinvol kunnen zijn een onderzoek met betrekking tot de goal orientation theory in een collectivistische cultuur uit te voeren. Pagina 24
25 6. Algemene Conclusie Het doel van dit literatuuroverzicht was om meer inzicht te krijgen in de voorspellende waarde van verschillende motivationele factoren en processen op werkzoekgedrag. Dit is onderzocht aan de hand van de theory of planned behaviour, de self-determination theory, de expectancy value theory en de goal orientation theory. Empirische onderzoeken naar de voorspellende waarde van de TPB lieten zien dat werkzoekintentie van directe invloed is op werkzoekgedrag. Daarnaast lieten de empirische onderzoeken met betrekking tot de voorspellende waarde van de verschillende variabelen van de TPB zien dat de attitude tegenover het werkzoekgedrag en de subjectieve norm de sterkste voorspellers zijn van werkzoekgedrag. Ook is gebleken dat in een collectivistische cultuur de subjectieve norm een sterkere voorspellende waarde heeft dan de persoonlijke attitude. De waargenomen controle over het werkzoekgedrag (self-efficacy) had niet altijd een voorspellende waarde. In de paragraaf naar de voorspellende waarde van de SDT is duidelijk geworden dat een autonome motivatie tot een hogere motivatie zal leiden dan gecontroleerde motivatie. De EVT combineert twee aspecten van de TPB en de SDT, namelijk het vertrouwen dat iemand heeft het gedrag succesvol uit te voeren (de self-efficacy van iemand) en het belang dat iemand heeft bij een bepaalde uitkomst (de mate van autonome motivatie). Resultaten lieten zien dat het hechten van waarde aan het hebben van een baan zal leiden tot een hoge motivatie. Dit is in lijn met de resultaten van empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de SDT, waaruit bleek dat autonome motivatie tot verhoogde prestaties leidde. Daarnaast lieten de onderzoekers zien dat het hebben van hoge verwachtingen geen voorspeller is van het zoeken naar een baan. Dit is gedeeltelijk in lijn met de resultaten van empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB, waaruit bleek dat de waargenomen controle over het werkzoekgedrag (selfefficacy) niet altijd een voorspellende waarde had. Tenslotte is gekeken naar de goal orientation theory met betrekking tot motivatie om werk te zoeken. Resultaten lieten het belang van het hebben van een LGO zien. Dit is te vergelijken met de attitude van de TPB (bijvoorbeeld, ik vind werkzoekgedrag leerzaam). Hoewel empirisch onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB heeft laten zien dat de attitude en de subjectieve norm beide goede voorspellers zijn van werkzoekgedrag, is in deze paragraaf gebleken dat de persoonlijke attitude wellicht uiteindelijk sterker van invloed is op de motivatie Pagina 25
26 om werk te zoeken. Omdat bij eerder onderzoek naar de voorspellende waarde van de TPB is gebleken dat in een collectivistische cultuur de subjectieve norm een sterkere voorspellende waarde had dan de attitude zou het zinvol kunnen zijn een onderzoek met betrekking tot de goal orientation theory in een collectivistische cultuur uit te voeren. Hoewel er in dit literatuuroverzicht veel duidelijk is geworden over de verschillende motivationele factoren en processen zijn er wel wat kanttekeningen te plaatsen. Zo is er nauwelijks aandacht besteed aan de verschillende levensfases waarin iemand zich kan bevinden. Wanneer een net afgestudeerde op zoek gaat naar een baan, zouden invloed van de factoren wellicht anders kunnen zijn dan iemand die zijn pensioen nadert. Bovendien is er bij de onderzoeken voornamelijk gebruik gemaakt van vragenlijsten, wat kan leiden tot vertekende resultaten omdat deelnemers bijvoorbeeld de vragen niet begrijpen. In dit literatuuroverzicht is meer duidelijkheid ontstaan over de verschillende motivationele factoren en processen die van invloed zijn op werkzoekgedrag. Met de informatie uit dit literatuuroverzicht zou de begeleiding binnen een werkzoektraject aangepast worden. Op deze manier kan een werkloze zo snel mogelijk aan de slag. Pagina 26
27 7. Literatuur Van den Broeck, A., Vansteenkiste, M., Lens, W., & de Witte, H. (2010) Umemployed individuals work values and job flexibility: an explanation from expectancy-value theory and self-determination theory. Applied Psychology, 59 (2), Creed, P.A., King, V., Hood, M., & McKenzie, R. (2009) Goal-orientation, self-regulation strategies, and job-seeking intensity in unemployed adults. Journal of Applied Psychology, 94 (3), Van Hooft, E. A. J., Born, M. Ph., Taris, T. W., van der Flier (2004) Job search and the theory of planned behaviour: minority-majority group differences in the Netherlands. Jounal of Vocational Behaviour, 65, Van Hooft, E. A. J., Born, M. Ph., Taris, T. W., van der Flier (2005) Predictors and outcomes of job search behaviour: the moderating effects of gender and family situation. Jounal of Vocational Behaviour, 67, Van Hooft, E. A. J., Born, M. Ph., Taris, T. W., van der Flier, H., & Blonk, R. W. B. (2004) Predictors of job search behaviour among employed and unemployed people. Personnel Psychology, 57, Van Hooft, E. A. J., & de Jong, M. (2009) Predicting job seeking for the temporary employmenr using the theory of planned behaviour: the moderating role of individualism and collectivism. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 82, Van Hooft, E. A., & Noordzij, G. (2009). The effects of goal orientation on job search and reemployment: a field experiment among unemployed job seekers. Journal of Applied Psychology, 94(6), Hoogste aantal werkelozen ooit. (2013, 18 april). NOS. Opgehaald van Pagina 27
28 Kanfer, R., Wanberg, C.R., & Kantrowitz, T.M. (2001) Job search and employment: a personality-motivational analysis and meta-analytic review McShane, S. L., & Von Glinow, M. A. (2009) Organizational behaviour (5rd ed.). New York: McGraw-Hill. McKee-Ryan, F., Song, Z., Wanberg, C. R., & Kinicki, A. J. (2005). Psychological and physical well-being during unemployment: a meta-analytic study. Journal of Applied Psychology, 90(1), 53. Song, Z., Wanberg, C., Niu. X., & Xie, Y. (2006) Action-state orientation and the theory of planned behaviour: a study of job search in China. Journal of Vocational Behaviour, 68, Vansteenkiste, M., Lens, W., De Witte, S., De Witte, H., & Deci, E. L. (2004). The why and why not of job search behaviour: their relation to searching, unemployment experience, and well being. European Journal of Social Psychology, 34(3), Vansteenkiste, M., Lens, W., De Witte, H., & Feather, N. T. (2005). Understanding unemployed people s job search behaviour, unemployment experience and well-being: A comparison of expectancy-value theory and self-determination theory. British Journal of Social Psychology, 44, Wanberg, C. R. (2012). The individual experience of unemployment. Annual review of psychology, 63, Wanberg, C. R., Glomb, T. M., Song, Z., & Sorenson, S. (2005). Job-search persistence during unemployment: a 10-wave longitudinal study. Journal of applied psychology, 90(3), 411. Wanberg, C. R., Zhu, J., Kanfer, R., & Zhang, Z. (2012). After the pink slip: Applying dynamic motivation frameworks to the job search experience. Academy of Management Journal, 55(2), Pagina 28
29 Zikic, J., & Saks, A. M. (2009) Job search and social cognitive theory: The role of careerrelevant activities. Journal of Vocational Behavior, 74, Pagina 29
De rol van doeloriëntaties
Paul Preenen, Annelies van Vianen en Irene de Pater Uitdaging en motivatie: De rol van doeloriëntaties Als medewerkers uitdaging in hun werk ervaren, heeft dit positieve gevolgen voor henzelf en voor de
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieDeterminanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit
SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieWeerzin tegen lezen of weer zin om te lezen?
Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen? Roel van Steensel Vrije Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Deze lezing Waar komt de motivatie om te lezen vandaan? Hoe hangt motivatie samen
Nadere informatieWerk zoeken en werk vinden: Een vergelijking van Turkse en autochtone Nederlanders
Werk zoeken en werk vinden 1 Kopregel: WERK ZOEKEN EN WERK VINDEN Werk zoeken en werk vinden: Een vergelijking van Turkse en autochtone Nederlanders Edwin A.J. van Hooft Vrije Universiteit Amsterdam Toon
Nadere informatieMotivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat
Gwen Weeldenburg test Test Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Onderwijs is gericht op het leren van leerlingen te optimaliseren door het leren te richten en met name te faciliteren Beoordelen
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieDoelen op een Baan De Invloed van Doeloriëntaties op het Zoeken naar Werk bij Starters
Doelen op een Baan De Invloed van Doeloriëntaties op het Zoeken naar Werk bij Starters Anne te Kolste Bachelorthese Arbeids- & Organisatiepsychologie, definitieve versie Naam: Anne te Kolste Begeleider:
Nadere informatieOM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis
OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel
Nadere informatieVerklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting
Verklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting Onderzoeksrapport Juni 2007 Edwin van Hooft Marije Ottervanger Instituut voor Psychologie, Erasmus Universiteit Rotterdam Arjan van Dam AGENS SAMENVATTING
Nadere informatieRelatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability
Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge
Nadere informatieZijn cijfers motiverend, of geven cijfers juist een verhoogd gevoel van druk? Examens november 2017 nr 4
Zijn cijfers motiverend, of geven cijfers juist een verhoogd gevoel van druk? 24 Cijfers en motivatie van leerlingen in de gymles Christa Krijgsman C. Krijgsman is promovenda aan Universiteit Utrecht,
Nadere informatieMotivatiedeficit, onmacht of een dubbeltje op zijn kant?
Motivatiedeficit, onmacht of een dubbeltje op zijn kant? Herstel en re-integratie bij afhankelijkheid Charlotte Vanovenberghe CM KULeuven 30% Intrinsiek extrinsiek Autonomie Relationele verbondenheid
Nadere informatieSamenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten
Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen
Nadere informatieDe Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers
De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers Arbeid en Organisatie Psychologie Bachelorthese Nanniek van der Wel 6050344 Severine Koch Aantal woorden: 5084 14 juni 2012 Inhoudsopgave Abstract
Nadere informatieDe (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit
De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit Een beknopt overzicht van studies Menno Slingerland Lars Borghouts Matthijs Hesselink Lichamelijke Opvoeding als aspirine? Claims voor
Nadere informatie0.35 Naam... Studentnummer...
0.35 Naam... Studentnummer... Tentamen Sportpsychologie, 22 oktober 2008 1. Schrijf duidelijk. Let op de formulering van je antwoord, zodat over je bedoelingen geen misverstand kan ontstaan. 2. Als een
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieEen praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond
Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond Ineke van der Veen, Desirée Weijers, Liselotte Dikkers, Lisette Hornstra
Nadere informatieDiversiteit op de arbeidsmarkt en effectieve personeelswerving
Diversiteit op de arbeidsmarkt en effectieve personeelswerving Edwin A.J. van Hooft Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie Vrije Universiteit, Amsterdam Personeelswerving is uitermate belangrijk voor
Nadere informatieHealthy Work? Christiane de Lange & Nienke Velterop
Healthy Ageing @ Work? Christiane de Lange & Nienke Velterop Healthy Ageing @ Work? Inhoud Presentatie: Onderzoek Christiane naar Duurzame Inzetbaarheid van werknemers Onderzoek Nienke Velterop naar Oudere
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22735 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Yeniad Malkamak, Nihal Title: Self-regulation in ethnic minority children : associations
Nadere informatiePrepare and Pursue. routes to suitable(re-)employment
W N S E Prepare and Pursue routes to suitable(re-)employment Jessie Jessie Koen Koen SAMENVATTING 229 PREPARE AND PURSUE Werkloosheid is voor veel mensen een zeer vervelende ervaring. Niet alleen betekent
Nadere informatieSturen op zelfsturing Miniconferentie RWI
Programma Zelfsturing als leidraad in re-integratie van werkzoekenden Opening door Pieter Jan Biesheuvel, voorzitter Raad voor Werk en Inkomen. Daarna de volgende sprekers: Edwin van Hooft, Universiteit
Nadere informatieFiguur 1 Precede/Proceed Model
Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien
Nadere informatieHoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger
Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.
Nadere informatieVandaag programma. Opleiding Positieve Psychologie. Vandaag. Self-determination Theory Algmeen. 1. Self-determination Theory 29/03/14.
29/03/14 Vandaag programma Opleiding Positieve Psychologie Week 4 10:30 11:00 Nabespreken literatuur en oefeningen week 3 11:00 13:00 Presentatie Self-determination 13:00 13:45 Lunch 13:45 17:00 Demonstratie
Nadere informatieKennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema
Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) Definitie consensus groep EPA¹ - Sprake van psychische stoornis
Nadere informatieDE KUNST VAN HET VERANDEREN, VERBINDEN VAN KENNIS & PRAKTIJK. Drs. Astrid Hazelzet
DE KUNST VAN HET VERANDEREN, VERBINDEN VAN KENNIS & PRAKTIJK Drs. Astrid Hazelzet astrid.hazelzet@tno.nl VERANDEREN?! WAT?! WIE?! WANNEER? 2 VERANDEREN? JOHN KOTTER Het draait uiteindelijk niet om strategie,
Nadere informatieWelkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019
Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019 FANATIEK BEGONNEN... en nu volhouden toch? Matijs van den Eijnden Fysiotherapeut / manueel therapeut docent
Nadere informatieHet gebruik van de Ooievaarspas door allochtonen en autochtonen
Dienst Communicatie Wetenschapswinkel Het gebruik van de Ooievaarspas door allochtonen en autochtonen Een onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op het gebruik van de kortingspas voor inwoners
Nadere informatieSamenvatting (in Dutch)
Summary Samenvatting (in Dutch) Motivatie is een veelgebruikte term, ook in het dagelijks leven. Iedereen heeft een bepaald beeld bij het concept motivatie, maar vaak loopt de perceptie hiervan uiteen.
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieTerugkeer naar werk: Predictoren voor deelname aan een subsidiebaan door langdurig werklozen
Terugkeer naar werk: Predictoren voor deelname aan een subsidiebaan door langdurig werklozen Masterthesis Mira Jurzik Naam: Mira Jurzik Studentnummer: 0434531 Opleiding: Master Arbeids- en Organisatiepsychologie
Nadere informatieValorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen
Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen
Nadere informatieGeloof in eigen kunnen: het effect van JOBS, een groepsinterventie voor werklozen
Geloof in eigen kunnen: het effect van JOBS, een groepsinterventie voor werklozen Veerle Brenninkmeijer, Arjan Van Houwelingen, Roland Blonk en Nico Van Yperen* In dit onderzoek staat de JOBS-training
Nadere informatieMinder leiders, meer leiderschap? 28 maart 2019
Minder leiders, meer leiderschap? 28 maart 2019 4 leiderschapsuitdagingen 15 praktijken van leiderschap Mijn mooie kleuren Mijn lelijke kleuren Te ontdekken kleuren Effectief leiderschap Shining eyes I
Nadere informatieAfstudeeronderzoek over het perspectief van de burger op het verrichten van vrijwilligerswerk
Afstudeeronderzoek over het perspectief van de burger op het verrichten van vrijwilligerswerk EEN BEELD VAN HET TYPE VRIJWILLIGER EN HET TYPE NIET-VRIJWILLIGER De centrale vraag in het onderzoek Hebben
Nadere informatieOndanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren
Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van
Nadere informatieHoe Beloon ik mijn Werknemers? De Effecten van Extrinsieke Beloningen op de Intrinsieke Motivatie van Werknemers.
Hoe Beloon ik mijn Werknemers? De Effecten van Extrinsieke Beloningen op de Intrinsieke Motivatie van Werknemers. Matthias Weide Bachelorthese Arbeids- en Organisatiepsychologie Studentnummer 6074073 Begeleider
Nadere informatieZelfinstructie bij de Training MBSR
Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op Stress, Mindfulness, Self efficacy en Motivatie Audrey de Jong Zelfinstructie bij de Training MBSR 2 Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op
Nadere informatieHoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017
Hoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017 35.000 keuzes per dag Gezond en ongezond Gezonde en ongezonde keuzes Determinanten van gedrag Denken dat men genoeg beweegt
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieArbeidsre-integratie Personen met psychische problemen Arbeidstrajectbegeleiders Hulpverleners. PhD-verdediging Knaeps Jeroen 6 maart 2015
Arbeidsre-integratie Personen met psychische problemen Arbeidstrajectbegeleiders Hulpverleners PhD-verdediging Knaeps Jeroen 6 maart 2015 Probleemstelling Een op drie werkzoekenden heeft psychische problemen
Nadere informatieEffect publieksvoorlichting
Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting
Nadere informatieLO Excellent in bovenbouw VO. Studiedag Beweging in de polder 19 april 2013 Ger van Mossel (SLO)
LO Excellent in bovenbouw VO Studiedag Beweging in de polder 19 april 2013 Ger van Mossel (SLO) 1 Programma workshop Onderzoek LO in bovenbouw VO Theoretisch kader: SDT / motivatie van leerlingen Onderzoek
Nadere informatieAndere leeftijd, ander zoekgedrag? Een studie bij Vlaamse deelnemers aan outplacement
Andere leeftijd, ander zoekgedrag? Een studie bij Vlaamse deelnemers aan outplacement In deze studie bestuderen we of het zoekgedrag van deelnemers aan outplacement die in 2011 aan de start stonden van
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieArtikel. Lara Peeters. Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13. Seminar. Blok C. Aantal woorden: 1221
Artikel Lara Peeters 1622966 Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13 Seminar Blok C 1 Aantal woorden: 1221 Voorwoord Mijn keuze om persuasive design nog verder te gaan onderzoeken is gebaseerd op mijn toekomst
Nadere informatieInge Test 07.05.2014
Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij
Nadere informatieRelatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische. Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning
Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning The Relationship between Appreciative Inquiry and Autonomous
Nadere informatieSamenvatting. Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten
Samenvatting Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten 1 Introductie De beroepsbevolking in westerse landen vergrijst. Door het stijgen
Nadere informatieWerkloosheid dynamisch bekeken
Werkloosheid Werkloosheid dynamisch bekeken Hoe evolueren zoekgedrag, sbeleving en zoeksucceskansen naarmate men langer werkloos is? Hierover is nog erg weinig geweten, grotendeels omdat de meeste studies
Nadere informatieen duurzame inzetbaarheid
Sensortechnologie en duurzame Lectoraat Arbeidsparticipatie Hanzehogeschool Groningen: Dr. Hilbrand Oldenhuis (Senior-onderzoeker lectoraat Arbeidsparticipatie) Dr. Louis Polstra (Lector Arbeidsparticipatie)
Nadere informatiePsychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere
Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve
Nadere informatie5 Voorlichting. 5.1 Probleemanalyse
5 Voorlichting Om patiënten met reumatische artritis ervan te overtuigen dat bewegen gezond is, wordt er voorlichting gegeven. De voorlichting bestaat uit vier stappen die achtereen volgens ervoor moeten
Nadere informatieSPORTSTIMULERING- GEDRAGSVERANDERING NIETS-ZO-PRAKTISCH-ALS-EEN- GOEDE-THEORIE- Ik loop drie keer per week een rondje hard
GEDRAGSVERANDERING SPORTSTIMULERING- NIETS-ZO-PRAKTISCH-ALS-EEN- GOEDE-THEORIE- 1- Vrije Universiteit Amsterdam 25-03-2010 2 THEORY OF PLANNED BEHAVIOUR THEORY OF PLANNED BEHAVIOUR: GEDRAG Ik loop drie
Nadere informatieHet verband tussen attitude tegenover werk zoeken, self-efficacy, werk zoeken en. het vinden van een baan. Arja van Hout. Universiteit van Amsterdam
Het verband tussen attitude tegenover werk zoeken, self-efficacy, werk zoeken en het vinden van een baan. Arja van Hout Universiteit van Amsterdam Studentnummer 0241059 Werkstuk voor de afstudeerrichting
Nadere informatieMigratie van Nederland naar Alberta (Canada)
Migratie van Nederland naar Alberta (Canada) Waarom mensen migreren Mark ter Veer 10 Maart 2010 University of Alberta Association for Canadian Studies in the Netherlands Overzicht >Introductie >Twee voorbeelden
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatieHET NIEUWE WERKEN IN RELATIE TOT PERSOONLIJKE DRIJFVEREN VAN MEDEWERKERS. Onderzoek door TNO in samenwerking met Profile Dynamics
HET NIEUWE WERKEN IN RELATIE TOT PERSOONLIJKE DRIJFVEREN VAN MEDEWERKERS Onderzoek door TNO in samenwerking met Profile Dynamics 1 Inleiding Veel organisaties hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in
Nadere informatiePERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.
Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment
Nadere informatieHet belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking
Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen
Nadere informatieWanneer zijn zoekstrategieën effectief? Een studie bij Vlaamse werklozen
Activering Wanneer zijn zoekstrategieën effectief? Een studie bij Vlaamse werklozen Werkloosheid is een gebeurtenis die nog steeds heel wat mensen treft. Bovendien blijft werkloosheid niet zonder gevolgen.
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieMarrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting
Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld
Nadere informatieEenzaam ben je niet alleen
Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit
Nadere informatieThe effects of learning analytics in higher education. Marcel Schmitz & Nicolette van Halem
The effects of learning analytics in higher education Marcel Schmitz & Nicolette van Halem The effect of learning analytics on Ga naar menti.com en gebruik de code 511464 The effect of learning analytics
Nadere informatie/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven
Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm
Nadere informatieGezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie
Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie Prof Dr Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Gezondheid van uitkeringsgerechtigden
Nadere informatieMathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans
Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatie2.2. Inne Vandyck en Karel Kreijns: Motivatie en intentie om te leren in CoPs
HOOFDSTUK 2: LEERGEMEENSCHAPPEN 2.2. Inne Vandyck en Karel Kreijns: Motivatie en intentie om te leren in CoPs Sedert 2011 is er samenwerking tussen het lectoraat en het Welten Instituut van de Open Universiteit.
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieBevlogenheid in de Context van het Voortgezet Onderwijs. Impact van Vermoeidheid, Leeftijd en Werkervaring
Bevlogenheid in de Context van het Voortgezet Onderwijs Impact van Vermoeidheid, Leeftijd en Werkervaring Engagement in the Context of Secondary Education Impact of Fatigue, Age and Experience Wiel Frins
Nadere informatieVitaal personeel. Wilmar Schaufeli. Universiteit Utrecht. Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 1
Vitaal personeel Wilmar Schaufeli Universiteit Utrecht Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 1 Curatie Preventie Amplitie Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 2 Leidt geluk tot succes
Nadere informatieProefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting
Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder
Nadere informatieDe invloed van ontslagvergoedingen op de motivatie om op zoek te gaan naar een nieuwe baan
De invloed van ontslagvergoedingen op de motivatie om op zoek te gaan naar een nieuwe baan Een onderzoek onder outplacementkandidaten van Randstad HR Solutions Universiteit Utrecht, Departement Bestuurs-
Nadere informatieZelfsturend leren met een puberbrein
Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden
Nadere informatiehet minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd
Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend
Nadere informatieWat beïnvloedt zoekgedrag naar een baan?
Master Kinder- en Jeugdpsychologie THESIS Wat beïnvloedt zoekgedrag naar een baan? Onderzoek naar het verband tussen zelfcontrole en zoekgedrag naar een baan, en de invloed van motivatie op dit verband.
Nadere informatieHoe het effect van prestatiedoelen op welzijn verklaard kan worden door sociale processen
Hoe het effect van prestatiedoelen op welzijn verklaard kan worden door sociale processen Een samenvatting van de masterthese van Frederik Theuwis Universiteit van Tilburg 8 juli 2010 Dankwoord Allereerst
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining
Nadere informatieDe consumerende leerling veroorzaken we zelf
De consumerende leerling veroorzaken we zelf Op naar meer eigenaarschap op middelbare scholen Jeroen Verhaaren Wat kom je doen? Wat wil je na dit uur bereikt hebben, wat is je doel? Op welke manier zou
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatieMoetivatie of motivatie. Hans van Ekdom en Ger van Mossel VO-studiedag 14 januari 2014
Moetivatie of motivatie Hans van Ekdom en Ger van Mossel VO-studiedag 14 januari 2014 Pedagogisch-didactisch klimaat Autonomie Competentie Verbondenheid met leerlingen met docent Psychologische basisbehoeften
Nadere informatieWat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?
Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie
Nadere informatieOp zoek naar organisaties die goesting geven om langer te werken
Op zoek naar organisaties die goesting geven om langer te werken 10:30-12:30 Moderator: Chris De Nijs Mechelen 21 oktober 2014 Deel 1: Verlengen van de loopbanen 10:30-11:00 Prof. Frank Vandenbroucke 11:00-11:20
Nadere informatieCapita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen
RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES
Nadere informatieFitnesstrainer B Lesdag 2 Gedragsverandering
Fitnesstrainer B Lesdag 2 Gedragsverandering Erkend Fit!vak opleidingscentrum www.start2move.nl Lesinhoud Evaluatie vragen hoofdstuk 1 en 3. Hoofdstuk 2 Gedragsverandering. Gedragsverandering -> Actiontype
Nadere informatieZelfregulatie, de kern van LO2
Zelfregulatie, de kern van LO2 Communiceren en samenwerken Florieke Mulders, M. SEN Docent COW en B&M aan Fontys Sporthogeschool F.mulders@fontys.nl Bewegen en regelen Regeleringstaken: Examenprogramma
Nadere informatieVerdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen
1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen
Nadere informatieDe Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.
Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects
Nadere informatieWerknemers en innovatie
Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Werknemers en innovatie VIGOR slotevent Stan De Spiegelaere Guy Van Gyes Innovatie STI Science Technology Innovation DUI Doing Using Interacting De kenniswerker
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieGender: de ideale mix
Inleiding 'Zou de financiële crisis even hard hebben toegeslaan als de Lehman Brothers de Lehman Sisters waren geweest?' The Economist wijdde er vorige maand een artikel aan: de toename van vrouwen in
Nadere informatie