VOETGANGERS BREVET EDUCATIEF PAKKET. voor de eerste graad lager onderwijs. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOETGANGERS BREVET EDUCATIEF PAKKET. voor de eerste graad lager onderwijs. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen!"

Transcriptie

1 VOETGANGERS BREVET BRONS ZILVER Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET voor de eerste graad lager onderwijs

2

3 WOORD VOORAF Als VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) hebben we een duidelijke ambitie: alle Vlamingen, van 0 tot 100, slimmer maken rond verkeer en mobiliteit. We willen iedereen leren zich veilig in het verkeer te begeven. Om die ambitie waar te maken, ontwikkelden we een verticale leerlijn: een traject waarbij we jonge weggebruikers stap voor stap en trap voor trap in verschillende fases aan het verkeer leren deelnemen. De leerlijn stappen begeleidt de leerlingen via een systeem van brevetten, van in de kleuterklas tot op het einde van de lagere school. Het Voetgangersbrevet Zilver is de tweede halte van de leerlijn stappen. Na de stoeptraining in het Voetgangersbrevet Brons gaan we ons nu focussen op het oversteken. We leren de kinderen van de eerste graad hoe ze voor het eerst individueel een aantal voetgangersvaardigheden moeten uitvoeren. Maar nauw toezicht blijft noodzakelijk! Na een periode van oefenen en trainen volgt de eindtest. Als de leerlingen deze test tot een goed einde brengen, halen ze het Voetgangersbrevet Zilver. In deze handleiding zijn lestips, activiteiten en motiverende spelletjes opgenomen om deze vaardigheden te trainen en te testen. Veel succes! Eddy Klynen Coördinator VOETGANGERS BREVET ZILVER

4 2 INHOUD Woord vooraf Inleiding Stapsgewijze aanpak leerlijn stappen Stapsgewijze aanpak Voetgangersbrevet Zilver Eindtermen Motorische en zintuiglijke ontwikkeling stimuleren Stappen op een berm/fietspad/fietsvoetpad als er geen voetpad is Oversteken op een zebrapad Langs een hindernis stappen die het voetpad deels verspert Oversteken op een veilige plaats (als er geen zebrapad is) Eindtest Voetgangersbrevet Zilver Voorbereiding Parcours Stap 1: stel het parcours op Stap 2: overloop het parcours met de leerlingen Stap 3: neem de eindtest af Stap 4: beoordeel de leerlingen Evaluatie Colofon... 51

5 1. INLEIDING VOETGANGERS BREVET ZILVER

6 4 1. Inleiding Inleiding Kinderen zouden rond negen jaar veilig moeten kunnen stappen in het verkeer en zelfstandig een straat moeten kunnen oversteken. Dat vereist echter de nodige training. Voetgangerstraining gebeurt stapsgewijs. Het is belangrijk dat je als leerkracht rekening houdt met de ontwikkeling van je leerlingen en de verschillende stappen van het leerproces volgt Stapsgewijze aanpak leerlijn stappen Deze leerlijn toont waar je leerlingen zich bevinden in het traject dat wij voor hen met onze voetgangersbrevetten uitgestippeld hebben. Eerste en tweede kleuterklas Derde kleuterklas Oefenen voor het Voetgangersbrevet Brons Eindtest Voetgangersbrevet Brons Stoeptraining Eerste leerjaar Oefenen voor het Voetgangersbrevet Zilver Tweede leerjaar Eindtest Voetgangersbrevet Zilver Oversteektraining Derde leerjaar Vierde leerjaar Oefenen voor het Voetgangersbrevet Goud Het Grote Voetgangersexamen Verkeersvaardigheid

7 5 Inleiding 1.2. Stapsgewijze aanpak Voetgangersbrevet Zilver Om met je leerlingen het Voetgangersbrevet Zilver te behalen, doorloop je verschillende stappen: àà Stap 1: voorbereiding Lees deze handleiding goed door. Breng je collega s/directie op de hoogte van de leerlijn. Breng de ouders op de hoogte van de voetgangerstraining. àà Stap 2: vaardigheden trainen Oefen met je leerlingen de volgende vaardigheden via de spelletjes in deze handleiding: 1. Stappen op een berm/fietspad/fietsvoetpad als er geen voetpad is 2. Oversteken op een zebrapad 3. Langs een hindernis stappen die het voetpad deels verspert 4. Oversteken op een veilige plaats (als er geen zebrapad is) àà Stap 3: eindtest Voetgangersbrevet Zilver Stel het parcours op. Overloop het parcours samen met de leerlingen. Beoordeel de leerlingen met de controlefiche (achterin deze handleiding).

8 Eindtermen Inleiding Inhoudelijk en methodologisch sluiten de vaardigheden van Het Voetgangersbrevet Zilver aan bij de volgende eindtermen verkeers- en mobiliteitseducatie voor het lager onderwijs: Mens en maatschappij Verkeer en mobiliteit De leerlingen 4.14 kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie en ze kennen de verkeersregels voor fietsers en voetgangers, om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers. Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties Verantwoord en veilig bewegen De leerlingen 1.2 kunnen veiligheidsafspraken naleven. 1.3 kennen de gevaren en risico s van bewegingssituaties en kunnen deze inschatten en signaleren. Lichaamsbesef De leerlingen 1.6 tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, -mogelijkheden en -beperkingen.

9 Basisbewegingen De leerlingen 1.9 kunnen balanceren op de grond en over diverse soorten toestellen kunnen hun loopstijl en -tempo aanpassen aan de afstand. 7 Inleiding Spel en sportspelen De leerlingen 1.17 beheersen fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een eenvoudig bewegingsspel zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties kunnen eenvoudige spelideeën uitvoeren in eenvoudige bewegingsspelen. Bewegen in verschillende milieus De leerlingen 1.32 zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan een aanpak (bij)sturen Motorische en zintuiglijke ontwikkeling stimuleren Jonge kinderen zijn psychomotorisch nog in volle ontwikkeling. Doorheen de basisschool rijpen ze en zullen ze in staat zijn om bepaalde motorische vaardigheden uit te voeren. Het is belangrijk dat je die natuurlijke ontwikkeling stimuleert, maar ook dat bepaalde technieken (kijktechniek, oversteken ) geautomatiseerd zijn vóór de leerlingen zelfstandig in het echte verkeer gaan. Bij het Voetgangersbrevet Zilver doen ze dat altijd onder toezicht van een volwassene. De volwassen begeleider voorziet dus dat hij kan ingrijpen wanneer een kind een verkeerde inschatting maakt en zo in een gevaarlijke situatie terecht kan komen.

10 8 Inleiding

11 2. VAARDIGHEDEN TRAINEN VOETGANGERS BREVET ZILVER

12 10 2. De vier vaardigheden die de leerlingen moeten beheersen om hun Voetgangersbrevet Zilver te behalen, kan je trainen in spelvorm. De spelletjes zijn gerangschikt volgens moeilijkheidsgraad, je kan dus best beginnen met het eerste spel. Train altijd eerst in een beschermde omgeving en nadien pas in het echte verkeer. Als je deze opbouw volgt, werk je steeds in de juiste ontwikkelingsfase van je leerlingen. Praktisch: De spelletjes duren tussen vijf en tien minuten. Speel de spelletjes in een beschermde omgeving (speelplaats, turnzaal ). Op de speelplaats vind je wellicht stroken of lijnen die een voetpad kunnen voorstellen. Zijn die er niet, teken ze dan met krijt of gebruik stoeprandstroken. Die kan je zelf maken met vinylvloerbekleding (knip stroken van 10 cm breed en ongeveer 4 m lang). Zorg dat je een huizenkant kan voorstellen (de buitengevel van een gebouw). Als je nadien in het echte verkeer traint, zorg dan voor extra begeleiding. Een collega of verkeers(groot)ouder zorgt mee voor de veiligheid van de groep in het verkeer. Werkt jouw school al met verkeersouders? Kijk op

13 2.1. Stappen op een berm/fietspad/fietsvoetpad als er geen voetpad is. 11 Doel: De leerling toont correct gedrag op de berm, fietspad of fietsvoetpad. Hij rent of speelt niet, is oplettend voor de andere weggebruikers en verleent dus op een fietspad ook voorrang aan de fietsers. Deelvaardigheden: De leerling 1. rent of speelt niet 2. stapt aan de huizenkant 3. verleent op het fietspad voorrang aan fietsers 4. maakt oogcontact met weggebruikers die van opritten komen TIP: Als ze op het fietspad stappen, moeten ze regelmatig achterom kijken om aankomende fietsers voorbij te laten. Als ze aan opritten (van huizen) komen, maken ze oogcontact met eventuele bestuurders vooraleer ze de oprit voorbij gaan.

14 12 Buitelberm Materiaal: Kleine valmatten Organisatie: Leg in de lengte van de ruimte kleine valmatten over elkaar, zodat je een oneffen terrein creëert. Spel: De leerlingen gaan achter elkaar aan het uiteinde van de valmatten staan. Op jouw fluitsignaal stappen de leerlingen één voor één over de matten, ze ervaren dat een oneffen ondergrond (berm) niet altijd even stabiel wandelt.

15 Struikelstrook Materiaal: Vijf stoeprandstroken of krijt, vier kegels Organisatie: Leg vijf rijen met stoeprandstroken evenwijdig met elkaar (of teken ze met krijt) met een tussenruimte van 1,5 m. Geef elke strook een naambordje. Of verduidelijk met een tekening: het voetpad, de berm, het fietspad en de straat. Leg het voetpad langs een muur (de huizenkant). 13 Deze oefening verduidelijkt de hiërarchie binnen de te kiezen wandelplaats. Een opstelling als deze zal je niet in een echte verkeerssituatie tegen komen, maar is belangrijk om de leerlingen te leren wat achtereenvolgend de veiligste plaatsen zijn om te stappen. Spel: Duid twee leerlingen aan als tikker, de andere kinderen stappen vrij in de afgebakende ruimte rond, niemand mag rennen. Wanneer een leerling getikt wordt of wanneer hij begint te rennen, verkleint zijn terrein: de strook met het voetpad mag hij niet meer gebruiken. Als een kind nog eens getikt wordt, mag hij niet meer op de berm, enzovoort. Wissel de tikkers eens af. Op het fluitsignaal is het spel gedaan. 1,5 M

16 14 Blokje rond Materiaal: Krijt, kleine valmatten Organisatie: Teken met krijt een rechthoek van 5 m x 3 m. Teken daarrond een fietspad aangeduid met stippellijnen. Achter het fietspad leg je valmatten, dit is de berm. En naast de berm teken je het voetpad. Spel: Duid drie tikkers aan, ze mogen overal stappen behalve op het voetpad. De overige leerlingen wandelen op het voetpad. Iedereen stapt, niemand mag rennen. De tikkers kunnen de leerlingen dus moeilijk raken. Op jouw fluitsignaal, moeten de stappers op de berm gaan wandelen, nu kunnen de tikkers aan de slag! Wanneer een leerling getikt is, mag hij opnieuw naar het voetpad gaan waar hij rustig kan wandelen. Op een tweede fluitsignaal moeten de voetgangers op het fietspad stappen, na een derde fluitsignaal mag heel de ruimte gebruikt worden. 5 M 3 M

17 Kronkelpad Materiaal: Eén lang touw, stoeprandstroken (of een voetpad getekend met krijt), kleine valmatten Organisatie: Creëer een situatie waarbij je naast elkaar een voetpad, een berm en een fietspad maakt, bij voorkeur naast een muur. Het voetpad kan je leggen met stoeprandstroken of tekenen met krijt. De berm maak je met kleine valmatten en het fietspad kan je tekenen door twee evenwijdige stippellijnen te tekenen. 15 Spel: Geef het touw aan twee leerlingen en stel ze op bij het voetpad. De kinderen bewegen het touw en laten het kronkelen op het voetpad. De overige leerlingen wandelen op het voetpad en mogen het touw niet raken. Op jouw fluitsignaal schuiven de kinderen met het touw op. De voetgangers zullen zich, als ze het touw niet willen raken, moeten verplaatsen naar de berm en naar het fietspad.

18 16 Opzij, opzij, opzij wijzerzin Materiaal: Stoeprandstroken of teken een straat met een fietspad met krijt, vier kegels Organisatie: Teken een fietspad met krijt en zet vier kegels langs het fietspad. Spel: De helft van de leerlingen gaat aan de kant staan en observeert de situatie. De andere leerlingen zijn ofwel voetganger en stappen op het fietspad (omdat er geen voetpad is), ofwel zijn het fietsers die in tegenwijzerzin rond de kegels rijden. De voetgangers zien zo de fietsers naderen en gaan eventueel meer aan de kant staan om de fietsers door te laten. Herhaal de oefening, nu rijden de fietsers in wijzerzin. Als de fietsers een voetganger naderen, bellen ze. De voetgangers kijken achterom en gaan opzij staan om de fietsers voorbij te laten rijden. Je vraagt feedback aan de leerlingen die toekijken: Wie doet het goed? Waar moet je op letten als voetganger? Als fietser? Wat is belangrijk (goed luisteren, goed rondkijken). Nadien worden de rollen omgedraaid. tegenwijzerzin

19 Ken je kant in het echte verkeer Materiaal: Extra begeleider, fluitje Organisatie: Ga met de leerlingen naar een locatie in het echte verkeer waar geen voetpad is. Deze situatie is sterk afhankelijk van de schoolomgeving. Je zal de leerlingen of op de berm of op het fietspad of op het fietsvoetpad moeten laten stappen. Spel: Neem de leerlingen mee naar de berm, het fietspad of het fietsvoetpad en geef hen nog eens de belangrijkste zaken mee: niet rennen of spelen, langs de huizenkant stappen en opletten voor andere weggebruikers. Na een afstand van ongeveer 50 meter draai je om, kijk erop toe dat de leerlingen de reflex maken om langs de huizenkant te gaan staan. De begeleider vertrekt nu alleen terug in de richting van de school, hij stopt na ongeveer 50 meter. Jij blijft bij de groep en observeert de situatie samen met de kinderen, je stelt vragen als: Wie doet het goed? Waar moet je op letten als voetganger? Wat is belangrijk (goed luisteren, goed rondkijken)? Wanneer je fluit, vertrekken de eerste twee leerlingen hand in hand naar de begeleider. Kijk erop toe dat ze waakzaam zijn en opletten voor andere weggebruikers. Fluit opnieuw voor de twee volgende leerlingen en zo verder tot alle kinderen bij de begeleider zijn. Bespreek de situatie en pols of de leerlingen nog vragen hebben. 17

20 Oversteken op een zebrapad Doel: De leerlingen kunnen een geschikt moment kiezen om over te steken. Omdat ze de afstand van een naderend voertuig nog moeilijk kunnen inschatten, wachten ze best tot er geen verkeer is of tot alle bestuurders zijn gestopt en aangegeven hebben dat ze mogen oversteken. De leerlingen kunnen aangeven wanneer het veilig is om over te steken. Deelvaardigheden: De leerling: 1. stopt aan de stoeprand 2. kijkt meerdere keren naar links en rechts 3. steekt recht over als de rijbaan veilig is 4. blijft opletten tijdens het oversteken 5. stapt goed door, maar rent niet TIP: Let op dat de leerlingen niet gewoon hun hoofd draaien naar links en rechts, maar ook echt kijken. Laat de leerlingen eerst naar links kijken omdat het verkeer daar het dichtst bij is. Oefen in het verkeer eerst op een rustige plaats.

21 Hoepelspel Materiaal: Drie hoepels (zeker één groene en één rode), twee dozen, kaartjes met voorwerpen in het rood of groen, krijt Organisatie: Teken twee krijtlijnen op 6 meter afstand van elkaar. Aan het einde van de krijtlijnen liggen twee hoepels achter een doos: links een rode, rechts een groene. De leerlingen zien niet welke kleur hoepel er links of rechts ligt. 19 Spel: De kinderen staan achter elkaar achter de startstreep. Op het fluitsignaal van de leerkracht vertrekt de eerste leerling naar een hoepel in het midden en neemt het bovenste kaartje uit de hoepel. Op de achterkant staat een voorwerp in het rood of groen afgebeeld. De leerlingen moeten hun hoofd naar links of rechts draaien om te kijken naar welke kant ze moeten lopen om het kaartje in de juiste hoepel te leggen. Maak de leerlingen er attent op dat ze telkens hun hoofd draaien en niet hun hele lichaam. 6 M

22 20 Kleurkant Materiaal: Krijt, gekleurd papier Organisatie: Teken met krijt drie evenwijdige lijnen op 4 meter van elkaar. Spel: De leerlingen staan op de middelste lijn in een rij achter elkaar met de handen op elkaars schouders (op deze manier voorkom je dat kinderen hun hele lichaam gaan draaien bij het achterom kijken). Achter de leerlingen staan twee kinderen die een gekleurde kaart vasthouden. Op jouw fluitsignaal kijken de leerlingen eerst om naar links en roepen de kleur van het papier, daarna naar rechts, ze roepen opnieuw de kleur van het papier. Laat elk kind eens het papier vasthouden, wissel de kleuren genoeg af. GROEN! 4 M 4 M

23 Van voor naar achter Materiaal: 20 kegels, fluitje Organisatie: Zet vijf rijen van vier kegels naast elkaar met telkens een tussenruimte van 3 meter. Spel: Verdeel de leerlingen in vijf groepen en zet elke groep achter een kegel. De eerste vijf leerlingen staan aan de startkegel, jij staat achter de leerlingen. Wanneer je een fluitsignaal geeft, lopen de kinderen naar de eerste kegel. Bij een volgend fluitsignaal lopen ze naar de tweede kegel. Wanneer je in je handen klapt, lopen ze één kegel terug, enzovoort. De kinderen reageren onmiddellijk op je auditieve signalen. Ga verder tot de eerste leerlingen de laatste kegel hebben bereikt, daarna starten de volgende vijf leerlingen M 3 M

24 22 Kleuren kennen Materiaal: Vijf stoeprandstroken (of markeringen tekenen met krijt), groen bordje (of groen blad papier), fluitje, kaartjes met een rode, oranje en groene bol Organisatie: Je legt de vijf stoeprandstroken evenwijdig naast elkaar met 4 meter tussenruimte. Aan elke stoeprand liggen drie kaartjes met een rode, oranje en groene bol. Spel: De leerlingen staan per twee aan de eerste stoeprand, jij staat helemaal aan de overkant met het groene bordje. De twee eerste leerlingen mogen pas vertrekken wanneer de leerkracht het bordje omhoog houdt. Wanneer de kinderen bij de eerstvolgende stoeprand aankomen, nemen ze een kaartje en kijken ze naar de bol, ze voeren de opdracht uit. Groene bol = goed links en rechts kijken, oversteken en doorwandelen naar de volgende stoeprand. Oranje bol = stoppen, vijf keer ter plaatse springen en wachten tot de leerkracht het groene bordje omhoog houdt, goed links en rechts kijken, oversteken en doorwandelen naar de volgende stoeprand. Rode bol = stoppen, wachten tot de leerkracht het groene bordje omhoog houdt, goed links en rechts kijken, oversteken en doorwandelen naar de volgende stoeprand. Aan de volgende stoeprand nemen de leerlingen een volgend kaartje. De twee volgende leerlingen mogen vertrekken na jouw fluitsignaal. 4 M

25 Oversteken in het echte verkeer Materiaal: Twee begeleiders Organisatie: Neem de leerlingen mee naar een voet- en zebrapad, bij voorkeur vlakbij de schoolpoort. De begeleider neemt de helft van de kinderen mee naar de overkant van het zebrapad. Zij zullen het oversteken beoordelen. De andere begeleider blijft bij de leerlingen aan de schoolkant. 23 Spel: Geef de kinderen de opdracht dat ze moeten oversteken op een veilige manier. Jijzelf als leerkracht staat aan het zebrapad en houdt strikt toezicht op het oversteken bij elke leerling. Het kind geeft telkens aan dat hij eerst stopt door te zeggen: Ik stop aan de stoeprand. Voor hij begint met oversteken, kijkt hij goed links en rechts. Wanneer hij wil vertrekken geeft hij dat aan door te zeggen: Ik steek over. Je grijpt enkel in als het oversteken op dat moment gevaarlijk is, bijvoorbeeld door een naderend voertuig. Terwijl de oefening bezig is, kunnen de begeleiders en de leerlingen aan de overkant mee observeren en reflecteren. Ik stop aan de rand. Ik steek over

26 Langs een hindernis stappen die het voetpad deels verspert Doel: De leerlingen kunnen bewust kiezen om langs de huizenkant een hindernis voorbij te gaan, zodat ze niet op straat hoeven te komen. Deelvaardigheden: De leerling: 1. vertraagt bij de hindernis 2. stapt de hindernis langs de huizenkant voorbij TIP: Let er op dat de hindernis niet heel het voetpad verspert. START Schildpaddenrace Materiaal: Krijt, fluitje 15 M Organisatie: Teken een startstreep en een eindstreep met 15 meter tussenruimte. AANKOMST Spel: Zet alle leerlingen aan de startstreep naast elkaar. Vertel dat ze een race zullen stappen: de schildpaddenrace. Wanneer je fluit, beginnen alle leerlingen naar de overkant te stappen. Wie als laatste over de eindstreep komt, heeft gewonnen. De regel is dat ze niet mogen stilstaan, ze moeten in beweging blijven.

27 Sneller trager Materiaal: Vijf rode en vijf groene kegels Organisatie: Zet de tien kegels willekeurig in de ruimte. Spel: De leerlingen stappen vrij rond. Wanneer ze aan een rode kegel komen, stappen ze trager. Wanneer ze een groene kegel bereiken, stappen ze sneller. 25 Stapperke stop/stapperke stap Materiaal: Fluitje Organisatie: Geen organisatie vooraf Spel: De leerlingen stappen vrij rond in de ruimte. Ze voeren een opdracht uit wanneer jij een bepaald aantal keer fluit. 1x fluiten = trager stappen 2x fluiten = sneller stappen (opgelet, niet rennen) 3x fluiten = stoppen

28 26 Veilig voorbij Materiaal: Stoeprandstroken of krijt, een vuilnisbak, vier kegels Organisatie: Creëer een straat met een voetpad ernaast, plaats een hindernis in het midden van het voetpad (bijvoorbeeld een vuilnisbak). Plaats vier kegels op de straat als parcours voor enkele fietsers. Spel: De helft van de leerlingen neemt de fiets en rijdt in rondjes langs de kegels. Zij vormen het verkeer op de rijbaan. De overige leerlingen worden opnieuw in twee groepen verdeeld. Eén groep staat aan de kant en beoordeelt de oefening en het gedrag van de kinderen. De andere groep stapt één voor één naar de hindernis, vertraagt ter hoogte ervan en stapt het obstakel langs de huizenkant voorbij. Door de aankomende fietsers ervaren de leerlingen dat de huizenkant veiliger is dan de straatkant. Wissel de groepen voldoende om.

29 Training in het echte verkeer Materiaal: Extra begeleider, vuilnisbak van de school, één kegel Organisatie: In het echte verkeer kunnen tijdelijke of permanente hindernissen voorkomen op het voetpad (fietsen, afvalcontainer ). Breng de leerlingen naar zo n situatie in het verkeer. Heb je deze situatie niet in de schoolomgeving, plaats dan zelf een hindernis op het voetpad om de vaardigheid in te oefenen. Zet een kegel op 5 meter na de hindernis. 27 Spel: Jij neemt met de helft van de leerlingen aan de overkant van de straat plaats, jullie kunnen de situatie en de vaardigheid observeren en beoordelen. Laat de kinderen nu één voor één naar de hindernis stappen, spreek af dat ze aan de kegel wachten. Ter hoogte van de hindernis vertragen ze, daarna steken ze het obstakel langs de huizenkant voorbij. Bespreek de oefening met de leerlingen, wissel de groepen om. 5 M

30 Oversteken op een veilige plaats (als er geen zebrapad is) Doel: De leerlingen kunnen zelf een veilige plaats kiezen om over te steken. De leerlingen tonen dat ze gevaarlijke oversteekplaatsen vermijden. Deelvaardigheden: De leerling: 1. vermijdt gevaarlijke oversteekplaatsen en kiest de positie met het beste zicht op het verkeer waar hij zelf het best gezien kan worden door andere weggebruikers 2. steekt veilig over (zoals bij vaardigheid 2) TIP: Af en toe kom je in een situatie waarin oversteken in de meest ideale omstandigheden niet mogelijk is. Een aantal factoren kunnen ervoor zorgen dat een bepaalde plaats in de straat minder veilig wordt om over te steken: nabij een bocht; bij geparkeerde auto s; vlakbij opritten van drukke plaatsen; op plaatsen waar een hindernis staat; op plaatsen waar de straat breder is. De kinderen moeten heel duidelijk weten dat ze moeten oversteken op de plaats waar zij het beste zicht hebben op de verkeerssituaties en waar zij het best gezien worden door andere weggebruikers. Geen verstoppertje spelen dus, maar de veiligste plaats kiezen is de boodschap!

31 Positiespel Materiaal: Klaspop of een ander voorwerp eigen aan de klas Organisatie: Zet je met de kinderen in de leeskring. Zet de klaspop of een ander voorwerp ergens in de klas terwijl de leerlingen meekijken. Spel: De kinderen weten waar het voorwerp staat of ligt. Vraag aan de leerlingen om op een plaats in de klas te gaan staan waar ze het voorwerp het best kunnen zien. Alle leerlingen kiezen hun positie van waaruit ze het beste zicht hebben. Laat ze verwoorden waarom ze die plaats gekozen hebben. 29 Uitbreiding: Plaats enkele voorwerpen her en der in de klas net onder ooghoogte. Laat de leerlingen naast hun bank staan. Stel volgende soort vragen: Kan jij de klaspop zien? Ga eens op een plek staan waar je ze nog beter ziet? Denk je dat x de klaspop kan zien? Zeg jij eens waar x best gaat staan?

32 30 Oogcontact Materiaal: Krijt, vier kegels, fietsen voor een derde van de klas Organisatie: Maak met stoeprandstroken of teken met krijt een straat met een bocht op de speelplaats. Plaats een kegel aan het begin en op het einde van de straat. Zet vervolgens een kegel aan de binnenkant en één aan de buitenkant van de bocht. In een bocht kan je het verkeer niet goed overzien. Als je dat traint op de speelplaats, moet je dat slechte zicht op de verkeerssituatie zelf creëren. Daarom raden we aan om een bocht te maken langs de hoek van een gebouw of een speeltuig in de binnenbocht. Spel: Verdeel de klas in drie groepen: de eerste groep staat achter elkaar aan de kegel in de binnenbocht, de tweede groep achter elkaar in de buitenbocht, de derde groep fietst op de straat (van kegel tot kegel, zij vormen het verkeer op de rijbaan). De fietsers maken telkens oogcontact met de eerste leerlingen in de buitenbocht en vervolgens met die in de binnenbocht. De leerlingen die in de bocht staan, sluiten achteraan de rij aan. Nu is de volgende leerling aan de beurt. Als iedereen aan de beurt geweest is, vraag je feedback: fietsers, welke leerling zag je eerst? Waar sta je best in een bocht? Kon iedereen voldoende oogcontact maken? Wissel de groepen af.

33 Bochtje om Materiaal: Fluitje, stoeprandstroken of krijt, zes kegels Organisatie: Maak met stoeprandstroken of teken met krijt een straat met een bocht en langs beide kanten een voetpad. Plaats in de binnenbocht zes kegels op een rij net na de bocht. TIP: Denk er ook hier aan om een bocht te leggen langs de hoek van een gebouw of speeltuig. Zo zien de leerlingen onmiddellijk op welke plaats ze het beste zicht hebben. 31 Spel: Zet bij elke kegel een leerling. Zet één leerling voor de bocht, hij is de tikker. De overige leerlingen bekijken de situatie. Op jouw fluitsignaal vertrekken de zes leerlingen aan de kegel, ze steken de straat haaks over. Ze mogen niet rennen, noch snel stappen, het is geen wedstrijd. De tikker vertrekt op hetzelfde moment en mag iedereen aantikken die nog niet aan de overkant is geraakt. Vraag en geef feedback: Wie kon getikt worden? Welke leerlingen konden veilig oversteken? Wie kon het rustigst oversteken? Wat als de tikker een auto was? Wissel de leerlingen af. Concludeer dat je best verder van de bocht gaat staan om een goed zicht te hebben op aankomend verkeer, zodat je tijd genoeg hebt om te beslissen dat je gaat oversteken.

34 32 Tussen de auto s Materiaal: Twee vuilnisbakken (containers of andere hoge obstakels), stoeprandstroken of krijt, twee kegels Organisatie: Maak een straat met stoeprandstroken of krijt. Voorzie langs beide kanten een voetpad. Plaats op de rijbaan langs de stoeprand twee grote vuilnisbakken, die stellen geparkeerde auto s voor. Plaats twee kegels op het voetpad langs de kant van de auto s. Spel: Laat de helft van de leerlingen in de straat wandelen langs de kant van de auto s tussen de kegels, de overige leerlingen staan bij jou aan de overkant en bekijken de opdracht. Op jouw fluitsignaal steken de leerlingen de straat over. Kijk goed welke plaats de leerlingen kiezen. Wissel de groepen om. Pas wanneer beide groepen hebben overgestoken, geef en vraag je feedback over de situatie: Waar steek je best niet over? Waar ben je het best gezien? Wie kon je totaal niet zien? Ken jij plaatsen waar je dit probleem vaak hebt? Concludeer dat je beter niet voor, achter of tussen geparkeerde auto s oversteekt, tenzij het niet anders kan.

35 Kijk uit Materiaal: Vuilnisbak (container of ander hoog obstakel), stoeprandstroken of krijt Organisatie: Maak een straat met langs beide kanten een voetpad met stoeprandstroken of teken er één met krijt. Zet een vuilnisbak of een ander hoog obstakel op het voetpad. Je kan ook het voetpad creëren bij een speeltuig op de speelplaats of een haag. Spel: Laat de helft van de leerlingen op het voetpad wandelen, de overige leerlingen staan bij jou aan de overkant en bekijken de opdracht. Op jouw fluitsignaal steken de leerlingen de straat over, kijk goed welke plaats de leerlingen kiezen. Wissel de groepen om. Pas wanneer beide groepen hebben overgestoken, geef en vraag je feedback over de situatie: Waar steek je best niet over? Waar word je het best gezien? Wie kon je totaal niet zien? Ken jij plaatsen in de buurt waar dit ook zo is? Concludeer dat je beter niet net achter de hindernis gaat staan, maar ervoor of een heel eind er voorbij. 33

36 34 Opgelet oprit Materiaal: Stoeprandstroken of krijt, twee stoelen, twee kegels, fietsen voor een derde van de groep Organisatie: Maak een straat met langs beide kanten een voetpad met stoeprandstroken of teken er één met krijt. Plaats aan het voetpad twee stoelen, die stellen de sporthal voor. Naast de sporthal zet je twee kegels tegenover elkaar met een tussenruimte van 8 meter. Spel: Laat een derde van de leerlingen uit de sporthal komen en vertel hen dat ze zo dadelijk de straat moeten oversteken. Geef niet te veel tips. Een derde fietst rond de twee kegels, zij zijn het verkeer dat de parking van de sporthal verlaat. De overige leerlingen staan bij jou aan de overkant en bekijken de opdracht. Op jouw fluitsignaal steken de leerlingen de straat over, kijk goed welke plaats de leerlingen kiezen. Wissel de groepen om. Pas wanneer beide groepen hebben overgestoken, geef en vraag je feedback over de situatie: Waarom heb je deze plek gekozen? Waar steek je best niet over? Welke plaats is beter? Concludeer dat je best een eindje van de oprit van de parking oversteekt. 8 M

37 Breder en smaller Materiaal: Stoeprandstroken of krijt Organisatie: Maak een straat met stoeprandstroken met langs beide kanten een voetpad of teken er één met krijt. In het midden versmalt de straat om daarna opnieuw breder uit te lopen, je bootst een verhoogde inrichting na (verkeersplateau). Verwijs eventueel naar een gelijkaardige situatie in het echte verkeer die de leerlingen kennen. 35 Spel: Laat de helft van de leerlingen op het voetpad wandelen, de overige leerlingen staan bij jou aan de overkant en bekijken de opdracht. Op jouw fluitsignaal steken de leerlingen de straat over. Kijk goed welke plaats de leerlingen kiezen. Wissel de groepen om. Pas wanneer beide groepen hebben overgestoken, geef en vraag je feedback over de situatie: Waar steek je best niet over? Wat is de beste plaats? Concludeer dat je beter oversteekt op het smallere stuk van de straat, je hebt er beter zicht op het verkeer en bestuurders zien jou beter staan. Bovendien ben je dan sneller aan de overkant en dus sneller uit de gevarenzone. TIP: Combineer deze laatste vijf oefeningen zoveel mogelijk met elkaar. De leerlingen moeten in elk van deze omstandigheden weten waar ze het veiligst oversteken, waar ze het best gezien worden en waar ze zelf het beste zicht hebben op de situatie. Benadruk dat een zebrapad steeds de beste keuze is en dat het zelfs verplicht is om het te gebruiken als er één binnen de 30 meter is.

38 36 Kies wijs in het echte verkeer Materiaal: Extra begeleider(s), fluitje, eventueel vuilnisbak als hindernis of eigen auto s Organisatie: Ga naar een straat in de schoolomgeving waar geen zebrapad ligt en waar minstens twee gevaren aanwezig zijn. Die gevaren kan je ook ensceneren door bijvoorbeeld je eigen auto te parkeren in de straat of een vuilnisbak neer te zetten op het voetpad. Deze oefening is sterk afhankelijk van hoe je schoolomgeving eruit ziet. Vermijd zeer gevaarlijke plaatsen maar blijf realistisch. Er zijn nu eenmaal minder ideale verkeerssituaties die ook tot de leefwereld van de kinderen behoren. Spel: Straat met een bocht Neem de leerlingen mee naar een straat met een bocht. De begeleider neemt de helft van de leerlingen mee naar de binnenbocht. Neem zelf plaats in de buitenbocht met de andere helft van de leerlingen. Op jouw fluitsignaal kiezen de leerlingen in de buitenbocht de voor hen beste plaats om de straat over te steken. Voor je hen laat oversteken stel je drie vragen: 1. Kan je vanop jouw plaats het verkeer goed zien aankomen? 2. Zien de bestuurders jou goed staan op deze plek? 3. Als je denkt dat er een betere plaats is, verplaats je dan. Na de derde vraag zal je vaststellen dat één plaats de voorkeur krijgt. Breng alle leerlingen daar samen en bespreek kort. Als je kan besluiten dat dit inderdaad de beste plaats is dan gaat daar de training verder voor alle leerlingen. Op jouw fluitsignaal steken de leerlingen één voor één veilig over (zoals bij vaardigheid twee). Herhaal dat tot alle leerlingen zowel een binnen- als buitenbocht hebben genomen.

39 Straat met geparkeerde auto s Neem de leerlingen mee naar een straat waar geparkeerde auto s staan (eventueel ensceneren met eigen wagen). Jijzelf neemt de helft van de leerlingen mee naar de kant van de straat waar de auto s staan, de overige kinderen blijven bij de begeleider en bekijken de situatie van aan de overkant. Op jouw fluitsignaal kiezen de leerlingen een startplek om de straat over te steken. Kijk goed welke plaats de leerlingen kiezen. Voor je hen laat oversteken stel je dezelfde drie vragen als bij het eerste spel van deze reeks Straat met bocht en geef je op dezelfde manier feedback. 37 Straat met een hindernis op het voetpad Neem de leerlingen mee naar een straat waar een hindernis staat op het voetpad (aanplanting, boom, terras ) of zet zelf een vuilnisbak of een fiets op het voetpad in de straat. Jijzelf neemt de helft van de leerlingen mee naar de kant van de straat waar de hindernis(sen) staan, de overige kinderen blijven bij de begeleider en bekijken de situatie van op afstand. Op jouw fluitsignaal kiezen de leerlingen de voor hen beste plaats om de straat over te steken. Voor je hen laat oversteken stel je dezelfde drie vragen als bij het eerste spel van deze reeks Straat met bocht en geef je op dezelfde manier feedback.

40 38 Straat met een drukke plaats Neem de leerlingen (indien mogelijk) mee naar een straat waar een drukke plaats is (winkel, parking ). Jijzelf neemt de helft van de leerlingen mee naar de kant van de straat waar de winkel zich bevindt, de overige kinderen blijven bij de begeleider en bekijken de situatie van op afstand. Op jouw fluitsignaal kiezen de leerlingen een startplek om de straat over te steken. Kijk goed welke plaats de leerlingen kiezen. Voor je hen laat oversteken, stel je dezelfde drie vragen als bij het eerste spel van deze reeks Straat met bocht en geef je op dezelfde manier feedback.

41 Straat met een versmalling of verhoogde inrichting Neem de leerlingen (indien mogelijk) mee naar een straat met een verhoogde inrichting of een straat die op een bepaald moment verbreedt/versmalt. Jijzelf neemt de helft van de leerlingen mee naar de overkant van de straat, de overige kinderen blijven bij de begeleider en bekijken de situatie van op afstand. Op jouw fluitsignaal kiezen de leerlingen een startplek om de straat over te steken. Kijk goed welke plaats de leerlingen kiezen. Voor je hen laat oversteken stel je dezelfde drie vragen als bij het eerste spel van deze reeks Straat met bocht en geef je op dezelfde manier feedback. TIP: Afhankelijk van de schoolomgeving kan je gevaren combineren. Oefen alvast met minstens twee gevaren in de straat. Kinderen moeten goed weten waar ze beter niet gaan staan in de verschillende omstandigheden. 39

42

43 3. EINDTEST VOETGANGERSBREVET ZILVER VOETGANGERS BREVET ZILVER

44 42 3. Eindtest Voetgangersbrevet Zilver Eindtest Voetgangersbrevet Zilver 3.1. Voorbereiding De leerlingen zijn goed voorbereid. Om het voor jou op de dag van de test makkelijker te maken, hebben wij een paar tips: àà Stap 1: zoek extra begeleiding Voor de eindtest van het Voetgangersbrevet Zilver heb je twee extra begeleiders nodig die meestappen met de leerlingen. Denk aan de turnleerkracht, (klas)leerkracht, directie of een (verkeers)ouder. Terwijl ze meestappen kunnen ze het kind ook beoordelen op de verschillende vaardigheden. TIP: Vraag helpende ouders om zich te registeren op Je kan de lokale politie uitnodigen om op de dag van de test een oogje in het zeil te houden. Door samen te werken met de lokale politie toon je als school dat je er alles aan doet om de test voor het Voetgangersbrevet Zilver zo veilig mogelijk te laten verlopen. àà Stap 2: maak een planning Prik samen met de begeleiders een geschikte datum voor de eindtest. Stippel een parcours uit waarin de vier vaardigheden voorkomen. De route begint aan de schoolpoort en bevindt zich idealiter in de straat van de school, een omgeving die voor de leerlingen relevant, veilig en herkenbaar is. Een korte route met een afstand van ongeveer 750 meter volstaat al om de voetgangersvaardigheden te testen. Overloop met de begeleiders de vaardigheden die de leerlingen moeten beheersen en hoe ze geëvalueerd worden. Bekijk samen de controlefiche. Na het meestappen met een leerling, moeten de begeleiders bij jou verslag uitbrengen zodat jij deze controlefiche kan invullen. àà Stap 3: maak het Voetgangersbrevet Zilver bekend Licht de ouders en de rest van de school in over het Voetgangersbrevet Zilver. Zij moeten achter de manier van werken staan en toestemming geven om hun kind een test te laten afleggen in het reële verkeer, onder nauw toezicht van een volwassene. Moedig ouders ook aan om zelf met hun kind de vaardigheden in te oefenen.

45 3.2. Parcours 43 De grote dag is aangebroken! Tijd om te kijken hoe vaardig je leerlingen al zijn in het verkeer Stap 1: stel het parcours op De vertrekplaats ligt bij voorkeur op de speelplaats van de school. Op deze manier kunnen de leerlingen de vaardigheden verder inoefenen terwijl ze wachten op hun beurt. Hiervoor kan je eventueel een beroep doen op je collega Lichamelijke Opvoeding. Op het parcours moeten de volgende vier vaardigheden getest worden: 1. Stappen op een berm/fietspad/fietsvoetpad als er geen voetpad is. Eindtest Voetgangersbrevet Zilver àà De leerling toont correct gedrag op de berm of het fiets(voet)pad, hij rent of speelt niet. De leerling laat zien dat hij fietsers op een fietspad voorrang verleent en dat hij oplettend is voor andere weggebruikers. 2. Oversteken op een zebrapad. àà De leerling die onder toezicht van een begeleider het zebrapad wil oversteken, stopt aan de stoeprand, kijkt steeds goed links en rechts. Als het veilig is, maakt de leerling duidelijk dat hij wil oversteken door te zeggen Ik steek over. 3. Langs een hindernis stappen die het voetpad deels verspert. àà De leerling vertraagt als hij de hindernis nadert en stapt de hindernis langs de huizenkant voorbij. 4. Oversteken op een veilige plaats (als er geen zebrapad is). àà De leerling toont dat hij de gevaarlijke oversteekplaatsen vermijdt en een positie kiest waarbij: 1. hij het aankomende verkeer het beste kan zien; 2. hij het best gezien wordt door de andere weggebruikers.

46 44 Duid op de dag van de test de te volgen route aan zodat iedereen goed weet waar de vaardigheden getest worden. Geef de helpers nog een korte briefing over: Eindtest Voetgangersbrevet Zilver wie met welke leerlingen meestapt; hoe ze de deelnemende leerlingen moeten beoordelen; hoe ze mee instaan voor de veiligheid Stap 2: overloop het parcours met de leerlingen Maak de volgende afspraken met de leerlingen: Alle leerlingen dragen steeds een fluohesje met een rugnummer. Zorg ervoor dat er geen nummers ontbreken en dat de nummering overeenstemt met die op de controlefiche. Je mag tijdens de test niemand voorbijsteken. Het is geen snelheidswedstrijd. Je moet dus normaal stappen en niet rennen. Kom je toch te dicht in de buurt van de leerling die voor jou vertrokken is, dan vertraag je. Je wordt tijdens de test niet alleen beoordeeld op de vaardigheden, maar ook op je algemeen verkeersgedrag. Breng jezelf en anderen dus nooit in gevaar! Stap samen met de leerlingen het parcours af en sta even stil bij de verschillende vaardigheden. Leg de kinderen uit waarop ze precies beoordeeld zullen worden Stap 3: neem de eindtest af De leerlingen leggen één voor één de eindtest af, onder nauw toezicht van de begeleider. Om dat efficiënt te laten verlopen, kan je de klas best in twee splitsen. De helft van de leerlingen staat klaar om het parcours af te leggen. De andere helft oefent met de extra begeleider de vaardigheden nog wat verder in. Wij raden aan dat jij als klasleerkracht bij de kinderen aan het vertrekpunt blijft. De eerste leerling vertrekt daar met zijn begeleider en voert de eerste vaardigheid uit. Als de eerste leerling deze vaardigheid uitgevoerd heeft, kan de tweede vertrekken met zijn begeleider. Als de eerste leerling weer veilig op de speelplaats is, komt de begeleider naar jou en legt uit hoe de leerling de vaardigheden uitgevoerd heeft. Op basis van deze feedback vul je de controlefiche in.

47 3.2.4 Stap 4: beoordeel de leerlingen 45 Je kan de leerlingen beoordelen met een controlefiche. In deze handleiding vind je een exemplaar dat je kan uitscheuren. Je kan de controlefiche ook downloaden op De kinderen moeten vier op vier behalen op de vaardigheden om hun Voetgangersbrevet Zilver te behalen. Bij elk van de vier vaardigheden moet de controleur nagaan of de leerling de deelvaardigheden goed uitvoert. Doet een kind iets fout, dan geeft de begeleider dat door. Duid op de controlefiche alleen de fouten aan, dat werkt vlotter. Onderaan op de controlefiche is ook een vakje voorzien waarin je specifieke opmerkingen kan noteren. Wees correct in de beoordeling. Al hoeft een kleine correctie niet te betekenen dat de leerling zijn brevet niet kan behalen. We vertrouwen hiervoor op jouw inschattingsvermogen en kennis van de capaciteit van je leerlingen. Eindtest Voetgangersbrevet Zilver VOETGANGERS BREVET ZILVER (naam) heeft op. /. /20.. (datum) onder nauw toezicht van een volwassene, de test voor het Voetgangersbrevet Zilver afgelegd: Stappen op een berm/fietspad/fietsvoetpad als er geen voetpad is. Oversteken op een zebrapad. Langs een hindernis stappen die het voetpad deels verspert. Oversteken op een veilige plaats (als er geen zebrapad is). Opmerkingen: Geslaagd! Nog verder oefenen.

48 46 Eindtest Voetgangersbrevet Zilver

49 Om de controle snel te laten verlopen, duid je alleen de fouten aan. Zet een kruisje wanneer een kleuter die bepaalde vaardigheid onvoldoende onder de knie heeft. Achteraan op de controlefiche is een vakje voorzien waarin je opmerkingen kan noteren. VOETGANGERS BREVET ZILVER 1. STAPPEN OP EEN BERM/FIETSPAD/FIETSVOETPAD ALS ER GEEN VOETPAD IS. De leerling: rent of speelt niet; stapt aan de huizenkant; verleent op het fietspad voorrang aan fietsers; maakt oogcontact met weggebruikers die van opritten komen. 2. OVERSTEKEN OP EEN ZEBRAPAD. De leerling: stopt aan de stoeprand; kijkt meerdere keren links en rechts; steekt recht over als de rijbaan veilig is; blijft opletten tijdens het oversteken; stapt goed door, maar rent niet CONTROLEFICHE VOETGANGERSBREVET ZILVER

50 3. LANGS EEN HINDERNIS STAPPEN DIE HET VOETPAD DEELS VERSPERT. De leerling: vertraagt bij de hindernis; stapt de hindernis langs de huizenkant voorbij. 4. OVERSTEKEN OP EEN VEILIGE PLAATS (ALS ER GEEN ZEBRAPAD IS). De leerling: vermijdt gevaarlijke oversteekplaatsen en kiest de positie - met het beste zicht op het verkeer; - waar hij zelf het best gezien kan worden door andere weggebruikers; steekt veilig over (zoals bij vaardigheid 2). 4. OPMERKINGEN (Noteer het rugnummer van de leerling en schrijf er de opmerking achter.) CONTROLEFICHE VOETGANGERSBREVET ZILVER

51 3.3. Evaluatie 49 Álle leerlingen ontvangen na de eindtest het Voetgangersbrevet Zilver en de bijhorende sticker. Op de voetgangersbrevetten vink je aan of de leerling geslaagd is of dat hij nog verder moet oefenen. Je vermeldt dan welke (deel)vaardigheden nog bijzondere aandacht nodig hebben. Het Voetgangersbrevet Zilver is zo opgesteld dat ieder kind beloond wordt voor zijn inspanning, geslaagd of niet geslaagd. Naast het brevetje krijgt de leerling ook een bijhorende sticker om bijvoorbeeld op zijn boekentas te kleven. Je kan de voetgangersbrevetten en stickers best zo snel mogelijk uitdelen na de test. Zo weten de kinderen nog goed wat de verschillende vaardigheden juist omvatten en kunnen ze beter terugblikken op hun prestatie. Eindtest Voetgangersbrevet Zilver TIP: Reflecteer in de klas samen met de leerlingen hoe ze de test ervaren hebben: wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Het is ook prettig voor de leerlingen als je van de brevetuitreiking een plechtig momentje of een leuk feestje maakt, samen met bijvoorbeeld ouders of directie. Extra voetgangersbrevetten of stickers kan je steeds bijbestellen op Op het voetgangersbrevet kunnen de ouders de resultaten van hun kind zien. Wij raden aan om de ouders ook via mail/brief op de hoogte te brengen van de resultaten zodat zij heel duidelijk weten welke vaardigheden nog extra oefening vragen. VOETGANGERS VOETGANGERS BREVET ZILVER VOETGANGERS BREVET ZILVER BREVET ZILVER

52 50 Inleiding

53 COLOFON 51 Redactie: Helen Craps Leescommissie: Kim Jacobs en Dirk Gabriels Eindredactie: Liesbeth De Clerck Lay-out en vormgeving: artoosgroup.eu Foto s: Daan Degroote Verantwoordelijke uitgever: Jan Peumans, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen Wettelijk depot: D/2019/8258/1 Niets uit deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, worden overgenomen zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. VOETGANGERS BREVET ZILVER

54 VSV Stationsstraat Mechelen Tel

VOETGANGERS BREVET EDUCATIEF PAKKET. voor de eerste graad lager onderwijs. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen!

VOETGANGERS BREVET EDUCATIEF PAKKET. voor de eerste graad lager onderwijs. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! VOETGANGERS BREVET BRONS ZILVER Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET voor de eerste graad lager onderwijs WOORD VOORAF In de projecten voor het onderwijs past de VSV

Nadere informatie

HET BUITENGEWOON VOETGANGERS BREVET EDUCATIEF PAKKET. voor het buitengewoon onderwijs

HET BUITENGEWOON VOETGANGERS BREVET EDUCATIEF PAKKET. voor het buitengewoon onderwijs HET BUITENGEWOON VOETGANGERS BREVET EDUCATIEF PAKKET voor het buitengewoon onderwijs WOORD VOORAF In haar projecten voor het onderwijs past de VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) een aantal belangrijke

Nadere informatie

Praatplaat: ga je mee op stap?

Praatplaat: ga je mee op stap? Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Praatplaat: ga je mee op stap? Doelgroep Eerste graad van de lagere school. Lesdoel De leerlingen kunnen aangeven welke route het veiligst is. De

Nadere informatie

VOETGANGERS BREVET HANDLEIDING HET GROTE VOETGANGERSEXAMEN VOOR DE TWEEDE GRAAD

VOETGANGERS BREVET HANDLEIDING HET GROTE VOETGANGERSEXAMEN VOOR DE TWEEDE GRAAD VOETGANGERS BREVET HANDLEIDING HET GROTE VOETGANGERSEXAMEN VOOR DE TWEEDE GRAAD WOORD VOORAF Als VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) hebben we een duidelijke ambitie: alle Vlamingen, van 0 tot 100,

Nadere informatie

VOETGANGERS BREVET BRONS. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET. voor de derde kleuterklas

VOETGANGERS BREVET BRONS. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET. voor de derde kleuterklas VOETGANGERS BREVET BRONS Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET voor de derde kleuterklas WOORD VOORAF In de projecten voor het onderwijs past de VSV (Vlaamse Stichting

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST PROGRAMMA Klas Uren Omschrijving module Klas 1 9.00u 10.15u leslokaal Stap voor stap, trap voor trap 10.30u 12.00u

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE 18+ (bedrijven) 18+ Secundair onderwijs Basisonderwijs 12 6 8 10 4 2 HET ONDERWIJS IN VLAANDEREN Ministerie Leerplicht Eindtermen en Ontwikkelings doelen

Nadere informatie

LEERLIJN STAPPEN & FIETSEN

LEERLIJN STAPPEN & FIETSEN VERKEER OP SCHOOL BEGELEIDING OP MAAT (BoM) LEERLIJN STAPPEN & FIETSEN Donderdag 15 juni 2017 8 10 12 6 4 2 WAAR SITUEREN WE VME? Wereldoriëntatie Domein 4: ruimte Oriëntatie- en kaartvaardigheid Ruimtebeleving

Nadere informatie

DE GROTE VERKEERSTOETS

DE GROTE VERKEERSTOETS DE GROTE VERKEERSTOETS Lesfiche 5 e LEERJAAR Dode Hoek Eindtermen Mens en maatschappij Ruimte Verkeer en mobiliteit De leerlingen 4.14 kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving

Nadere informatie

VOETGANGERS BREVET HANDLEIDING HET GROTE VOETGANGERSEXAMEN VOOR DE TWEEDE GRAAD

VOETGANGERS BREVET HANDLEIDING HET GROTE VOETGANGERSEXAMEN VOOR DE TWEEDE GRAAD VOETGANGERS BREVET HANDLEIDING HET GROTE VOETGANGERSEXAMEN VOOR DE TWEEDE GRAAD WOORD VOORAF De VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) wil alle Vlamingen, van 0 tot 100, slimmer maken over verkeer en mobiliteit.

Nadere informatie

Dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Dode hoek Doelgroep Derde graad van de lagere school. Eindtermen Lager onderwijs: Mens en maatschappij - verkeer en mobiliteit: De leerlingen 4.14

Nadere informatie

LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST

LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST PROGRAMMA Klas Uren Omschrijving module Groep 1A 09.00-10.15 u Stap voor stap, trap voor trap 10.30 12.00 u Praktijktraining stappen en trappen ZELF OP PAD DOORHEEN

Nadere informatie

VERO voor voetgangers basisschool Pulle

VERO voor voetgangers basisschool Pulle VERO voor voetgangers basisschool Pulle 1 Stappen in groep Het vertrekpunt veilig verlaten Kloosterstraat 7 Het vertrek en eindpunt van de VERO voor voetgangers is de parking voor de school (Kloosterstraat).

Nadere informatie

Fietsvaardigheid in groep

Fietsvaardigheid in groep Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Fietsvaardigheid in groep Deel 3: testen Doelgroep VOETen Leerlingen van de eerste graad Gemeenschappelijke stam: 18, 19, 20 Begeleiders van

Nadere informatie

Politiecongres. 5 november 2013

Politiecongres. 5 november 2013 Politiecongres 5 november 2013 Vlaamse Stichting Verkeerskunde 1990, decreet Vlaams Parlement: vorming organiseren wetenschappelijk onderzoek stimuleren Vlaams Parlement en Vlaamse regering adviseren Opleidingscentrum

Nadere informatie

HET GROTE VOETGANGERS EXAMEN HANDLEIDING. Praktijktest voor het vierde leerjaar

HET GROTE VOETGANGERS EXAMEN HANDLEIDING. Praktijktest voor het vierde leerjaar HET GROTE VOETGANGERS EXAMEN HANDLEIDING Praktijktest voor het vierde leerjaar WOORD VOORAF De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) pleit al meer dan 20 jaar voor praktijkgericht verkeersonderwijs. Want

Nadere informatie

Lesfiche: dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen (ET) Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Lesfiche: dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen (ET) Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Lesfiche: dode hoek Doelgroep Derde graad lager onderwijs Eindtermen (ET) Wereldoriëntatie, domein Ruimte Verkeer en mobiliteit ET 6.1 Lichamelijke

Nadere informatie

LEERLIJN STAPPEN & TRAPPEN

LEERLIJN STAPPEN & TRAPPEN VERKEER OP SCHOOL BEGELEIDING OP MAAT (BoM) LEERLIJN STAPPEN & TRAPPEN IN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS Donderdag 26 oktober 2017 WANNEER BEN JE klaar voor het verkeer? Maar ma ik word volgende week 18!!!!

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BAKO ONZE TOEKOMST

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BAKO ONZE TOEKOMST VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BAKO ONZE TOEKOMST PROGRAMMA Klas Uren Omschrijving module Klas 1A 8.40u 9.50u Z007 Kinderen hebben eigen spelregels 10.10u 11.40u Speelplaats

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE 18+ (bedrijven) 18+ Secundair onderwijs Basisonderwijs 12 6 8 10 4 2 HOGER! LAGER! Jonge kinderen in het verkeer, wat weet jij erover? WAT MOETEN SCHOLEN

Nadere informatie

HOE BEGELEID IK HET FIETSBREVET ZILVER?

HOE BEGELEID IK HET FIETSBREVET ZILVER? HOE BEGELEID IK HET FIETSBREVET ZILVER? Deze fiche geeft richtlijnen om de fietsvaardigheden van het Fietsbrevet Zilver te oefenen (derde en vierde leerjaar) en te testen (enkel vierde leerjaar). DOEL

Nadere informatie

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK CURIEUZE NEUZEN WERKOEK 6 Wie heeft voorrang? Voorrang oefenen Voorrang van rechts 1 2 A A C D Tekening 1 heeft voorrang op Tekening 2 A heeft voorrang op en moet voorrang geven aan heeft voorrang op

Nadere informatie

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken. 100082: Welk voorwerp houd je hier boven je hoofd? 1. Een rood voorwerp. 2. Een map. 3. Een voetbal. 100081: Je slaat af naar links. Gebeurt dat hier helemaal veilig? 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet

Nadere informatie

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Doelgroep Tweede graad van de lagere school. Lesdoel De leerlingen kennen de juiste betekenis van de voornaamste verkeersborden voor voetgangers

Nadere informatie

Lesfiche 2 FIETSEN IN GROEP.

Lesfiche 2 FIETSEN IN GROEP. Lesfiche 2 FIETSEN IN GROEP www.fietsometer.be Om vlot in groep te kunnen fietsen, moeten de leerlingen de wegcode goed onder de knie hebben. Daarnaast moeten ze een aantal specifieke vaardigheden beheersen

Nadere informatie

VME Lerarenopleiding. Vlaamse Stichting Verkeerskunde. 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie. VME in het basisonderwijs

VME Lerarenopleiding. Vlaamse Stichting Verkeerskunde. 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie. VME in het basisonderwijs Vlaamse Stichting Verkeerskunde 2014 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie VME in het basisonderwijs Doel: Verkeersvaardig worden, zich op een veilige manier in het verkeer begeven. al Stappend al Trappend

Nadere informatie

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Doelgroep Eerste graad van de lagere school. Lesdoel De leerlingen kennen de juiste betekenis van de voornaamste verkeersborden voor voetgangers

Nadere informatie

OEFENFICHE KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN FIETS EXAMEN HET GROTE 1. INTRO 2. VOORAF 3. VERKENNEN. Onderstaande vragen kunnen daarbij helpen:

OEFENFICHE KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN FIETS EXAMEN HET GROTE 1. INTRO 2. VOORAF 3. VERKENNEN. Onderstaande vragen kunnen daarbij helpen: KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN 1. INTRO Door het drukke verkeer en de inrichting van de weg is het voor fietsers vaak moeilijk om aan kruispunten veilig over te steken of af te slaan. Verkeerslichten

Nadere informatie

HANDLEIDING HET GROTE FIETSEXAMEN VOOR DE DERDE GRAAD

HANDLEIDING HET GROTE FIETSEXAMEN VOOR DE DERDE GRAAD FIETSBREVET HANDLEIDING HET GROTE FIETSEXAMEN VOOR DE DERDE GRAAD WOORD VOORAF Als VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) hebben we een duidelijke ambitie: alle Vlamingen, van 0 tot 100, slimmer maken

Nadere informatie

Basiscursus Voetgangerstraining

Basiscursus Voetgangerstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus Voetgangerstraining Vormingsaanbod Verkeer op School 4 oktober 2013 Dagprogramma 09.30 u: Onthaal 10.00 u: Verwelkoming + kennismakingsspel 10.15 u: Horen zien

Nadere informatie

P P P P P P P P P P P P P P P P P P P

P P P P P P P P P P P P P P P P P P P 1 Leerlijn per thema 1. Voetgangerstraining Bij de groep aansluiten (met wandelkoord). Hand in hand met een begeleider stoppen om over te steken (stoeprand = stoprand). Bij de groep aansluiten (zonder

Nadere informatie

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK CURIEUZE NEUZEN WERKOEK 2 Tussendoor 1 Oversteken a In het verkeer 1 3 5 Knip de figuurtjes uit het kopieerblad en plak op de juiste plaats. 1 en 2: De agent heeft het voor het zeggen. 3 en 4: Geen agent.

Nadere informatie

Een fiets voor Bas: luisteroefening

Een fiets voor Bas: luisteroefening Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Een fiets voor Bas: luisteroefening Doelgroep Derde kleuterklas Eerste leerjaar Eindtermen Kleuteronderwijs: Mens en maatschappij - verkeer en mobiliteit:

Nadere informatie

Preborden BASISONDERWIJS. Doelgroep. Ontwikkelingsdoelen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Preborden BASISONDERWIJS. Doelgroep. Ontwikkelingsdoelen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Preborden Doelgroep Ontwikkelingsdoelen Derde kleuterklas Kleuteronderwijs: Mens en maatschappij De kleuters - 1.9 kennen en begrijpen omgangsvormen,

Nadere informatie

LESFICHE ZICHTBAARHEID EN HELMDRACHT

LESFICHE ZICHTBAARHEID EN HELMDRACHT Veilig Zichtbaar LESFICHE ZICHTBAARHEID EN HELMDRACHT 1e GRAAD LAGER ONDERWIJS Doelgroep Eerste graad lager onderwijs Eindtermen Mens en maatschappij ruimte verkeer en mobiliteit: 4.14 De leerlingen kunnen

Nadere informatie

Onze visie. Wij willen bewust inspanningen leveren om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen met betrekking tot het verkeer en mobiliteit na te streven.

Onze visie. Wij willen bewust inspanningen leveren om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen met betrekking tot het verkeer en mobiliteit na te streven. Onze visie Onze school investeert veel in veilig verkeer. Wij willen ons als school doelgericht en systematisch inzetten om onze leerlingen te laten groeien tot zelfstandige weggebruikers die hun verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Oversteken in een rechte straat

Oversteken in een rechte straat 4 in een rechte straat Inleiding Jonge kinderen steken meestal nog over onder begeleiding van een volwassene. Vanaf de kleuterleeftijd worden de kinderen zelfstandiger en mogen ze soms ook al ergens alleen

Nadere informatie

OEFENEN EN TESTEN IN HET VERKEER

OEFENEN EN TESTEN IN HET VERKEER Lesfiche 3 voor BuSO OEFENEN EN TESTEN IN HET VERKEER www.fietsometer.be DOELGROEP Alle opleidingsvormen van het buitengewoon secundair onderwijs. ONTWIKKELINGSDOELEN OV1-OV2 De leerling: houdt zich aan

Nadere informatie

ORGANISEER JOUW PRAKTIJKLES OVER DE DODE HOEK BIJ VRACHTWAGENS. www.letopvoordedodehoek.be LET OP VOOR DE DODE HOEK

ORGANISEER JOUW PRAKTIJKLES OVER DE DODE HOEK BIJ VRACHTWAGENS. www.letopvoordedodehoek.be LET OP VOOR DE DODE HOEK ORGANISEER JOUW PRAKTIJKLES OVER DE DODE HOEK BIJ VRACHTWAGENS LET OP VOOR DE www.letopvoordedodehoek.be DODE HOEK INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Praktijkles in en rond een echte vrachtwagen Praktijk- en

Nadere informatie

Lesfiche 1 FIETSCONTROLE EN INDIVIDUELE VAARDIGHEDEN.

Lesfiche 1 FIETSCONTROLE EN INDIVIDUELE VAARDIGHEDEN. Lesfiche 1 FIETSCONTROLE EN INDIVIDUELE VAARDIGHEDEN www.fietsometer.be 1. FIETSCONTROLE Voor je met leerlingen in het verkeer gaat, controleer je of de fietsen veilig zijn. Je hebt de wettelijk verplichte

Nadere informatie

Zone 30 BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Zone 30 BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Zone 30 Doelgroep Derde of vierde leerjaar Eindtermen Lager onderwijs: Mens en maatschappij - mens: De leerlingen - 1.1 drukken in een niet-conflictgeladen

Nadere informatie

DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE

DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE 6b DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE Ruimte Je eigen gemeente in de kijker: de rotonde en de dode hoek Dit kun je al Je kent de gevarenzones voor voetgangers en fietsers in de ruime omgeving van de school

Nadere informatie

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan Hoe moeten de fietstaken uitgevoerd worden? 1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan mindert snelheid en kijkt voor zich uit. kijkt om : nadert er verkeer? vertraagt of versnelt,

Nadere informatie

LEERLIJN FIETSEN & VERO ASSEBROEK -BRUGGE

LEERLIJN FIETSEN & VERO ASSEBROEK -BRUGGE VERKEER OP SCHOOL BEGELEIDING OP MAAT (BoM) LEERLIJN FIETSEN & VERO ASSEBROEK -BRUGGE Donderdag 11 mei 2017 12 6 8 10 4 2 ONZE AANPAK Praktijkgericht Stapsgewijs Laagdrempelig Teach the teacher leerkrachten,

Nadere informatie

De leerlingen wandelen de vooraf uitgestippelde route op de wandelkaart. Ze observeren en leggen de knelpunten inzake de verkeersveiligheid vast.

De leerlingen wandelen de vooraf uitgestippelde route op de wandelkaart. Ze observeren en leggen de knelpunten inzake de verkeersveiligheid vast. Op leerwandeling y Eindtermen 6.12 De leerlingen kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren. ICT 5 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm

Nadere informatie

FIETS BREVET ZILVER. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET. voor de tweede graad lager onderwijs

FIETS BREVET ZILVER. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET. voor de tweede graad lager onderwijs FIETS BREVET ZILVER Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET voor de tweede graad lager onderwijs WOORD VOORAF De VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) wil alle Vlamingen,

Nadere informatie

Parcours voetgangersexamen vierde leerjaar Sint-Jan Berchmanscollege

Parcours voetgangersexamen vierde leerjaar Sint-Jan Berchmanscollege Parcours voetgangersexamen vierde leerjaar Sint-Jan Berchmanscollege Vertrek; Sint-Jan Berchmanscollege, parking Kasteellaan indraaien naar rechts; eerste straat rechts de Holstraat ingaan: Controlepunt

Nadere informatie

Verkeerseducatieve Route Harelbeke

Verkeerseducatieve Route Harelbeke Verkeerseducatieve Route Harelbeke Toelichting leerkrachten PZ Gavers Praktische verkeerseducatie De eindtermen verkeer en mobiliteit vragen praktijkgerichte verkeerslessen. Veilig en verantwoord fietsen

Nadere informatie

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom Kijk naar de fietsers. Kleur de nummers van de fietsers die de verkeersregels volgen en op de juiste plaats rijden groen. Kleur de nummers van de fietsers

Nadere informatie

Verkeerseducatieve Route Deerlijk

Verkeerseducatieve Route Deerlijk Verkeerseducatieve Route Deerlijk Toelichting leerkrachten PZ Gavers Praktische verkeerseducatie De eindtermen verkeer en mobiliteit vragen praktijkgerichte verkeerslessen. Veilig en verantwoord fietsen

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE WANNEER klaar voor het verkeer? VERKEER OP KINDERMAAT De psychomotorische ontwikkeling van jonger kinderen in relatie tot verkeer. Baby -> primitieve

Nadere informatie

2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE

2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE 2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE Veilig naar school Je weet hoe een voetganger zich veilig gedraagt 1 Praatjes bij in plaatjes het verkeer. Dit kun je al Dit kun je straks Je weet waar het veilig is voor

Nadere informatie

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. Opstappen en wegrijden 7 kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. kijkt uit hoe het veilig en zonder het verkeer te hinderen de startplaats kan bereiken. stapt met de fiets aan de hand

Nadere informatie

Lesfiche 1 voor BuSO INDIVIDUELE STUURVAARDIGHEID TESTEN EN OEFENEN.

Lesfiche 1 voor BuSO INDIVIDUELE STUURVAARDIGHEID TESTEN EN OEFENEN. Lesfiche 1 voor BuSO INDIVIDUELE STUURVAARDIGHEID TESTEN EN OEFENEN www.fietsometer.be DOELGROEP Alle opleidingsvormen van het buitengewoon secundair onderwijs. ONTWIKKELINGSDOELEN OV1-OV2 De leerling:

Nadere informatie

Verkeersbordenspeurtocht

Verkeersbordenspeurtocht Verkeersbordenspeurtocht Dit boekje is van uit groep Verkeersborden, hoe zit het ook alweer? Er zijn vijf soorten borden. Als je goed naar de vorm en de kleur van een bord kijkt, weet je al met wat voor

Nadere informatie

Dode hoek. VOET en. Doelgroep. Leerlingen van de 1 ste graad secundair onderwijs

Dode hoek. VOET en. Doelgroep. Leerlingen van de 1 ste graad secundair onderwijs Dode hoek Doelgroep Leerlingen van de 1 ste graad secundair onderwijs VOET en Gemeenschappelijke stam: 8, 9, 10, 12, 18, 19 Context 1: 11, 13, 14 Context 2: 3 Lesthema Jaarlijks gebeuren er in ons land

Nadere informatie

We gaan op berenjacht met de loopfiets

We gaan op berenjacht met de loopfiets Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS We gaan op berenjacht met de loopfiets Doelgroep Eerste en tweede kleuterklas. Eindtermen (ET) Mens en Maatschappij Ruimte 4.10, 4.11, 4.12 Lichamelijke

Nadere informatie

1. Taken afgesproken vorige vergadering

1. Taken afgesproken vorige vergadering LEEFSCHOOL DE DAGERAAD WERKGROEP VERKEER 2013-2014 Lange Altaarstraat 4-20, 2018 Antwerpen VERSLAG VERGADERING 29-04-2014 T 03-288 65 66 F 03-288 65 67 info@leefschooldedageraad.be www.leefschooldedageraad.be/verkeer

Nadere informatie

Dode hoek in zicht! SECUNDAIR ONDERWIJS. Voor BuSO. Doelgroep. voet. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Dode hoek in zicht! SECUNDAIR ONDERWIJS. Voor BuSO. Doelgroep. voet. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Dode hoek in zicht! Voor BuSO Doelgroep voet Leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs Gemeenschappelijke stam: 8, 9, 10, 12, 18,

Nadere informatie

Basiscursus B Voetgangerstraining

Basiscursus B Voetgangerstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus B Voetgangerstraining Vormingsaanbod Verkeer op School Voorjaar 2013 Dagprogramma Voorstelling VSV VME in het basisonderwijs Kleuterbox Horen, zien en rijden

Nadere informatie

Fietsen in groep. Deel 2: oefenen SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOETen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Fietsen in groep. Deel 2: oefenen SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOETen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Fietsen in groep Deel 2: oefenen Doelgroep VOETen Leerlingen van de eerste graad Gemeenschappelijke stam: 18, 19, 20 Begeleiders van fietsuitstappen

Nadere informatie

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij?

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij? Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij? Een uitgave van Veilig Verkeer Nederland, schooljaar 2016-2017 groep 7/8 TRANSPORT Filmpje kijken Bekijk samen het filmpje. http://veilig-op-weg.nl/lesprogramma#trailer

Nadere informatie

Spelletjesboekje. voor groot en klein SUPERHELD- Het hele jaar superveilig naar school

Spelletjesboekje. voor groot en klein SUPERHELD- Het hele jaar superveilig naar school Spelletjesboekje voor groot en klein SUPERHELD- Het hele jaar superveilig naar school Inhoud Spelletjes 6-7 jaar Kleur en ontdek de Superhelden-op-de-weg Maak de puzzel af Wie is er Superveilig op weg?

Nadere informatie

FIETS BREVET BRONS. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET. voor de eerste graad lager onderwijs

FIETS BREVET BRONS. Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET. voor de eerste graad lager onderwijs FIETS BREVET BRONS Inclusief 30 brevetten en stickers voor de leerlingen! EDUCATIEF PAKKET voor de eerste graad lager onderwijs WOORD VOORAF De VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) wil alle Vlamingen,

Nadere informatie

Kinderen op de fiets

Kinderen op de fiets Kinderen op de fiets Kinderen vervoeren met de fiets 1. HET FIETSZITJE Vanaf ongeveer 1 jaar Van 9 tot 15 of tot 25 kg Uitgerust met : - gordeltjes - voetsteuntjes (verstelbaar in hoogte) - hoge rugsteun

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Fietsvaardigheid in groep

Fietsvaardigheid in groep Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Fietsvaardigheid in groep Deel 1: opbouwen Doelgroep VOETen Leerlingen van de eerste graad Gemeenschappelijke stam: 18, 19, 20 Begeleiders

Nadere informatie

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus C Fietstraining 2013 Programma 9.30u: onthaal / kennismakingspel 10.00u: theorie fietsvaardigheid vs leeftijd 11.00u: koffiepauze 11.15u: leren fietsen in de

Nadere informatie

LESVOORBEREIDING. ASO/TSO stage BSO/B-stroom stage. Zelfstandige stage. naam : klas : stageschool of vereniging

LESVOORBEREIDING. ASO/TSO stage BSO/B-stroom stage. Zelfstandige stage. naam : klas : stageschool of vereniging + LESVOORBEREIDING naam : klas : ASO/TSO stage BSO/B-stroom stage Zelfstandige stage stageschool of vereniging datum mentor/contactpersoon klas/groep activiteitendomein Verkeer: Veilig fietsen uur lesnummer

Nadere informatie

Blijkerijstraat 1 Oude Meirstraat 39 2390 Oostmalle directie.kleuters@immaculata-oostmalle.be VERKEERSKRANT

Blijkerijstraat 1 Oude Meirstraat 39 2390 Oostmalle directie.kleuters@immaculata-oostmalle.be VERKEERSKRANT Blijkerijstraat 1 Oude Meirstraat 39 2390 Oostmalle directie.kleuters@immaculata-oostmalle.be DE VERKEERSKRANT Info over het 10op10-project Ouders zijn een voorbeeld voor hun kinderen, ook in het verkeer.

Nadere informatie

De Verkeersbril. lespakket voor groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs

De Verkeersbril. lespakket voor groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs De Verkeersbril lespakket voor groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs Ontwikkeling: Regio-coördinatie Verkeerseducatie Drenthe Jaar van uitgave: 2011 Auteurs: Marja Derksen, Karin Pasjes en Geralda Vrieling

Nadere informatie

Alles op een rij voor de leerkracht van groep 4

Alles op een rij voor de leerkracht van groep 4 Alles op een rij voor de leerkracht van groep 4 Binnenkort krijgt uw groep een praktische verkeersles op het Verkeersplein van Veilig Verkeer Nederland en Shell. Om te zorgen dat uw leerlingen optimaal

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

Verkeersbrochure VBS Wakkerzeel

Verkeersbrochure VBS Wakkerzeel Verkeersbrochure VBS Wakkerzeel Ligging van de Vrije Basisschool Wakkerzeel Onze school is gelegen rond de kerk van Wakkerzeel. We hebben twee vestigingen. Onze kleuters en leerlingen van het eerste leerjaar

Nadere informatie

-Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden)

-Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden) Superfietser 2015 Belangrijkste regels -Volg de aanwijzingen van de politie. -Iedereen moet stoppen. -Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden) -Je mag doorrijden. -STOP

Nadere informatie

4e leerjaar. Stap 11. Fiets(st)er, ken jouw plaats. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven

4e leerjaar. Stap 11. Fiets(st)er, ken jouw plaats. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven Stap 11 Fiets(st)er, ken jouw plaats Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven 3 5 1 4 6 7 8 9 1 10 13 11 3 Zo hoort het Als fietser of fietsster rijd jij niet zomaar waar je het wilt. 1 Is

Nadere informatie

verkeersregels voor kinderen

verkeersregels voor kinderen verkeersregels voor kinderen afspraken voor stappers te voet bron: www.verkeervpi.be Als er een begaanbare stoep (trottoir) is, gebruik die dan. Is er geen (begaanbare) stoep, verhoogde of gelijkgrondse

Nadere informatie

Hallo zesdeklasser, afspraken fiets tiptop in orde Helm en fluohesje rechts afslaat links afslaat Wees steeds alert

Hallo zesdeklasser, afspraken fiets tiptop in orde Helm en fluohesje rechts afslaat links afslaat Wees steeds alert presenteert Het fietsparcours Hallo zesdeklasser, Je zag daarnet het parcours voor het fietsexamen. Voor we het parcours samen eens overlopen, is het toch heel belangrijk om wat afspraken op een rijtje

Nadere informatie

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus C Fietstraining 2013 Programma 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie 2. Eindtermen & verkeer 3. Horen, zien en rijden 4. Trappen 5. De markt in beeld 6. Weetjes

Nadere informatie

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen.

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen. O Ouderbrief 1 Kopieerblad 1 Beste ouder/verzorger, Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen. Bijvoorbeeld: hoe maak je veilig een bocht naar links en naar rechts?

Nadere informatie

Stap 6. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven. Wat is er toch aan de hand? Alsmaar drukker en drukker

Stap 6. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven. Wat is er toch aan de hand? Alsmaar drukker en drukker Stap 6 Alsmaar drukker en drukker 12 Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven Wat is er toch aan de hand? Je weet het wel: het loopt bij momenten helemaal niet vlot in het verkeer. Op nogal

Nadere informatie

Het Fietsexamen. Voorwoord:

Het Fietsexamen. Voorwoord: Het Fietsexamen Voorwoord: Deze beknopte beschrijving is er om gebruikt te worden door leerkrachten, begeleiders, controleurs (examinatoren) tijdens het examen, ouders alsook de leerlingen. Met deze beschrijving

Nadere informatie

Dit is veilig! Ruimte. Dit kun je straks. 1 Het verkeer. Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer.

Dit is veilig! Ruimte. Dit kun je straks. 1 Het verkeer. Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer. 1 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE Dit is veilig! Dit kun je straks Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer. 1 Het verkeer Plantyn, Mechelen - De Basis voor Wereldoriëntatie 1 - leerwerkboek

Nadere informatie

Lesidee: handen aan het stuur

Lesidee: handen aan het stuur Lesidee: handen aan het stuur DOELGROEP: 5e leerjaar KERNIDEE: Handen aan het stuur LINK NAAR ZEPPE & ZIKKI AFLEVERING: Zonder handen Hurry hurry HANDEN AAN HET STUUR (ONDERZOEK) Zet een fiets klaar waarvan

Nadere informatie

Veilig naar school N N N N N N N N J J J J J J J J. Jij gaat dus lopend of met de fiets! Ga jij lopend of met de fiets naar school?

Veilig naar school N N N N N N N N J J J J J J J J. Jij gaat dus lopend of met de fiets! Ga jij lopend of met de fiets naar school? Veilig naar school Ga jij lopend of met de fiets naar school? Of je nu met de auto, bus, fiets of lopend naar school gaat, het is belangrijk om in alle situaties de verkeersregels te weten. Want dan kun

Nadere informatie

De Grote Verkeerstoets Het Grote Fietsexamen

De Grote Verkeerstoets Het Grote Fietsexamen De Grote Verkeerstoets Het Grote Fietsexamen De Grote Verkeerstoets 1 de Grote Verkeerstoets Gluren bij de buren Veilig Verkeer Nederland - het verkeersexamen 2008-2009: proefproject 25 lagere scholen

Nadere informatie

Lesfiche STOP-principe

Lesfiche STOP-principe Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Lesfiche STOP-principe Doelgroep Derde en vierde leerjaar. Lesdoel De leerlingen maken kennis met het STOP-principe en kunnen vertellen welke vervoermiddelen

Nadere informatie

Algemene informatie. Na het kijken Na het bekijken van de aflevering kunt u gebruik maken van de volgende lessuggesties.

Algemene informatie. Na het kijken Na het bekijken van de aflevering kunt u gebruik maken van de volgende lessuggesties. Algemene informatie Doelstellingen Na het zien van het televisieprogramma, het werken met het begeleidend materiaal en het oefenen op de site: weten de kinderen dat ze door stoer gedrag in het verkeer

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Bromfiets Doelgroep Leerlingen van de tweede en de derde graad VOET'en Gemeenschappelijke stam : 12, 13 Context 1 : 13, 14 Lesthema Vanaf 16

Nadere informatie

Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - 1 ste en 2 de leerjaar lager onderwijs.

Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - 1 ste en 2 de leerjaar lager onderwijs. Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - ste en de leerjaar lager onderwijs. 6 Zie je de kinderen op de tekening? Sommigen hebben een bolletje met een cijfer. Zijn ze voorzichtig? Kleur het bolletje groen.

Nadere informatie

DE GROTE VERKEERSTOETS

DE GROTE VERKEERSTOETS DE GROTE VERKEERSTOETS Lesfiche 5 e LEERJAAR Veiligheid Eindtermen Mens en maatschappij Ruimte Verkeer en mobiliteit De leerlingen 4.16 tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers.

Nadere informatie

LET OP VOOR DE DODE HOEK!

LET OP VOOR DE DODE HOEK! LET OP VOOR DE DODE HOEK! Informatie voor de lesgever bij gebruik van de online lesmodule en de organisatie van een praktijkles over de dode hoek www.letopvoordedodehoek.be INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2.

Nadere informatie

Voortbewegingstoestellen & plaats op de weg

Voortbewegingstoestellen & plaats op de weg Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Doelgroep Voortbewegingstoestellen & plaats op de weg Derde graad Eindtermen Lager onderwijs: Mens en Maatschappij Ruimte De leerlingen - 4.14 kunnen

Nadere informatie

Peuterklas. beschermde omgeving. Oefenen op. Oefenen in. straat

Peuterklas. beschermde omgeving. Oefenen op. Oefenen in. straat Peuterklas *Leren waar het veilig is en niet veilig is om te spelen. *Leren controleren van bewegingen: evenwicht, niet bruusk reageren, afremmen, soepel draaien *Leren reageren op visuele (rood, groen,

Nadere informatie

Protocol leerlingenvervoer en veiligheid. Samen lopen in een groep

Protocol leerlingenvervoer en veiligheid. Samen lopen in een groep Veel kinderen gaan in Nederland lopend of fietsend naar school. Toch is er een aanzienlijk aantal ouders dat hun kinderen met de auto naar school brengt. Hierdoor ontstaan onveilige situaties, parkeerproblemen

Nadere informatie

Bewegingstussendoortjes

Bewegingstussendoortjes Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Bewegingstussendoortjes Doelgroep: Eerste graad lager onderwijs. Bewegen en verkeer: Kinderen zijn psychomotorisch nog in volle ontwikkeling. Doorheen

Nadere informatie

GROTE VERKEERSTOETS 2017

GROTE VERKEERSTOETS 2017 GROTE VERKEERSTOETS 2017 1. Beste en slechtst beantwoorde vragen Je stuurt een sms terwijl je aan het fietsen bent. Mag dat? A. Neen. B. Ja, sms'en mag maar telefoneren niet. C. Ja. Correct antwoord: A

Nadere informatie

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Enkele belangrijke pas op. Borden Pas op een gevaarlijk kruispunt Pas op er kunnen tegemoet komers zijn Pas

Nadere informatie

Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers

Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers Doelgroep Alle graden van het secundair onderwijs VOET Context: 1.13 Lesthema Veilig

Nadere informatie