Het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2013"

Transcriptie

1 Het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2013 Oktober 2013

2 Inhoud Inleiding 1 1. Landelijke kaders en bevoegdheden Opiumwet en landelijk beleid Landelijke gedoogcriteria Lokaal beleid Bevoegheden burgemeester 3 2. Uitgangspunten coffeeshopbeleid Uitgangspunten beleid 4 3. Vergunning coffeeshops Vergunningsbeleid Module openings- en sluitingstijden coffeeshops Sobere vergunning Proces en vergunningverlening 7 4. Rotterdams gedoogbeleid Landelijke gedoogcriteria Stedelijke gedoogcriteria 9 5. Handhavingsbeleid Handhavingsarrangement coffeeshops 13 Bijlage 1: Gedoogverklaring 17

3 Inleiding Het coffeeshopbeleid in Rotterdam is opgesteld om de strikte voorwaarden aan te geven waar binnen de verkoop van softdrugs wordt gedoogd. Deze gedoogvoorwaarden sluiten aan op de landelijke gedoogcriteria en ontwikkelingen in de stad. De kern van het beleid is dat het gedogen van de coffeeshops zo min mogelijk overlast oplevert, en dat de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de omgeving van de coffeeshops worden beschermd. De afgelopen jaren heeft het Rotterdamse coffeeshopbeleid regelmatig op de politieke agenda gestaan. Daarbij is nooit de wens uitgesproken om de verkoop van softdrugs via coffeeshops helemaal niet meer te gedogen: over het algemeen wordt belang gehecht aan het scheiden van de markten van soft- en harddrugs en het beschermen van de gebruiker door de gedoogde verkoop van softdrugs. Leeswijzer Het in deze nota opgenomen nieuwe coffeeshopbeleid vervangt het voormalige Rotterdamse beleid rondom coffeeshops (Het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2007). Aan deze coffeeshopnota ligt een aantal onderzoeken en raadsbrieven ten grondslag 1. Dit is omwille van de leesbaarheid niet integraal in deze nota opgenomen. In hoofdstuk één komen de landelijke kaders en bevoegdheden ten aanzien van het coffeeshopbeleid aan bod. In hoofdstuk twee staan de uitgangspunten van het nieuwe beleid. In hoofdstuk drie wordt het vergunde gedeelte van de coffeeshops beschreven. In hoofdstuk vier staan de landelijke én gemeentelijke gedoogcriteria die gelden voor de Rotterdamse coffeeshops. Als laatste wordt in hoofdstuk vijf het handhavingsbeleid toegelicht. Aanleiding Het nieuwe coffeeshopbeleid is de opvolger van Het Rotterdamse coffeeshopbeleid De uitgangspunten, maatregelen en gedoogcriteria van het beleid van 2007 blijven grotendeels overeind. De aanleiding om te komen tot een nieuwe coffeeshopnota is drieledig: 1. Per 1 januari 2013 zijn de landelijke gedoogcriteria aangepast, waaronder het ingezetenencriterium; 2. De wens is ontstaan om een aantal aanpassingen in het beleid door te voeren door ervaringen met het Coffeeshopbeleid 2007 en door nieuwe inzichten in de relatie tussen overlast en coffeeshops; 3. De nieuwe Horecanota is vastgesteld. Aangezien coffeeshops over een exploitatievergunning als openbare inrichting beschikken is aansluiting van het coffeeshopbeleid op het horecabeleid wenselijk. 1) Verkenning verplaatsingsmogelijkheden coffeeshops, onderzoek Intraval Coffeeshopbezoek in Rotterdam, Monitor Intraval coffeeshopbeleid 0-, 1- en 2-meting, raadsbrief 28 november 2012, 9 oktober 2012, 22 maart 2012, en 2 december 2011 raad te plegen via 1

4 1. Landelijke kaders en bevoegdheden 1.1 Opiumwet en landelijk beleid Voor het huidige Nederlandse drugsbeleid is de wijziging van de Opiumwet in 1976 van groot belang. In de wet is toen vanwege volksgezondheid overwegingen het onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs. Harddrugs zijn als stoffen met een onaanvaardbaar risico op lijst I geplaatst. Op lijst II staan de cannabisproducten die als softdrugs worden aangemerkt. Het bezit van harddrugs is een misdrijf en daardoor strafbaar. Daarentegen is het bezit van een beperkte hoeveelheid softdrugs (tot 30 gram) een overtreding. Dit verschil in strafbaarstelling is de basis van het strafrechtelijk gedoogbeleid van de laatste decennia. Sinds 1991 hanteert de Nederlandse overheid een expliciet gedoogbeleid ten aanzien van de verkoop van cannabisproducten, het coffeeshopbeleid. Dit beleid is gericht op: Het beheersbaar maken en houden van het gebruik en de verkoop van softdrugs (cannabis); Het scheiden van de markten van hard- en softdrugs; De afname van het aantal cannabisverkooppunten (kwantitatieve sanering); Een toename van het aantal bonafide ondernemingen (kwalitatieve sanering); Een afname van het gebruik van (soft)drugs onder minderjarigen. Het Nederlandse coffeeshopbeleid is al jarenlang onderwerp van discussie. De verkoop van softdrugs is in beginsel een strafbaar feit, maar wordt onder voorwaarden gedoogd. De achterdeur van een coffeeshop valt echter niet onder het gedoogbeleid. Hoewel er relatief weinig bekend is over de wijze waarop coffeeshophouders de inkoop organiseren van hun goederen, maakt de achterdeurproblematiek de coffeeshopsector gevoelig voor contacten met criminele samenwerkingsverbanden. De coffeeshopbranche is in de afgelopen decennia fors van karakter veranderd. Het beeld van de kleine ondernemer die uit idealistische motieven een coffeeshop begon, geldt nog voor een klein deel van de branche. Het gaat steeds vaker om grootschalige en vaak bovenlokaal opererende, commerciële uitbaters. Enkele van hen zijn rechtstreeks verbonden met de wereld van de georganiseerde misdaad. Uit de Evaluatie van het Nederlands drugsbeleid die het kabinet in 2009 heeft laten uitvoeren, blijkt dat de drugsproblematiek een groot aantal facetten kent en voortdurend veranderd. Het assortiment genotsmiddelen met een gevaar voor de individuele én volksgezondheid is in de loop der jaren aanzienlijk toegenomen. Het gebruikerspubliek is zeer gevarieerd. Ten aanzien van de volksgezondheidsrisico s en verslavingszorg is het beleid redelijk succesvol geweest. Maar de problemen rond overlast en drugsgerelateerde criminaliteit drukken zwaar op lokale overheden en de georganiseerde misdaad heeft de weg naar het grote geld van de internationale drugshandel gevonden. Ook de sociale impact van alcohol- en drugsgebruik onder jongeren wordt steeds duidelijker. Jongeren, met name kwetsbare jongeren, zitten bijvoorbeeld meer dan incidenteel onder invloed van drugs op school. Dit beïnvloedt hun prestaties en hun mogelijkheden in de toekomst. De Adviescommissie Van de Donk onderschrijft in haar rapport Geen deuren maar daden; accenten in het Nederlandse drugsbeleid de bevindingen van de Evaluatie. Mede op basis van de adviezen van de commissie Van de Donk heeft het kabinet aangegeven dat het Nederlandse drugsbeleid toe is aan een nieuwe impuls en dat binnen het coffeeshopbeleid wordt ingezet op de bestrijding van overlast en (georganiseerde) criminaliteit. Deze lijn wordt voortgezet in het regeerakkoord (oktober 2012) waarin de bestrijding van drugstoerisme en georganiseerde drugsmisdaad specifiek is opgenomen 2. 2) Zie brief van de minister van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer d.d. 19 november 2012, kenmerk

5 1.2 Landelijke gedoogcriteria Het gebruik van (soft)drugs is niet strafbaar gesteld. Het is strafbaar om drugs binnen of buiten Nederlands grondgebied te brengen, drugs te bereiden, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken, te vervoeren, aanwezig te hebben of te vervaardigen (artikelen 2 en 3 Opiumwet). De handhaving van de Opiumwet verloopt langs twee wegen: de strafrechtelijke weg, uitgevoerd door het Openbaar Ministerie en de bestuursrechtelijke weg, uitgevoerd door de burgemeester. Het College van Procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie heeft in de Aanwijzing behorende bij de Opiumwet (hierna: de aanwijzing van het Openbaar Ministerie) aangegeven hoe met de strafrechtelijke vervolging van overtredingen van de Opiumwet om wordt gegaan. De kern van de aanwijzing, voor zover het coffeeshops betreft, is dat onder strikte voorwaarden overtredingen van de Opiumwet worden gedoogd. Deze richtlijnen zijn sinds de invoering in 1991 verschillende keren geactualiseerd en aangevuld, gesproken wordt van de AHOJG-criteria. Per 1 januari 2013 is een nieuwe aanwijzing in werking getreden waarbij een nieuw gedoogcriterium is toegevoegd: het ingezetenencriterium (I-criterium). De landelijke gedoogcriteria worden uitgebreid toegelicht in hoofdstuk vier. Gemeenten bepalen hoeveel vergunningen worden afgeven voor coffeeshops. Een gemeente kan ook kiezen voor een zogenaamde nuloptie: geen coffeeshop binnen de gemeentegrenzen. Het landelijke gedoogbeleid geldt nadrukkelijk niet voor verkoop van cannabisproducten vanuit andere bedrijfspanden als bijvoorbeeld café, winkels of afhaalcentra, via een koeriers- of taxi-bedrijf, een 06-nummer of postorderbedrijf of vanuit woningen. Indien door een coffeeshop één van de landelijke gedoogcriteria wordt overtreden, dan kan langs strafrechtelijke weg (boete of (voorwaardelijke) vrijheidsstraf) en/of bestuurlijke weg (artikel 13b Opiumwet) worden opgetreden. 1.3 Lokaal beleid Volgens de richtlijnen van het Openbaar Ministerie moet de lokale driehoek (bestaande uit de burgemeester, de politiechef en de hoofdofficier van justitie) afspraken maken over het lokale coffeeshopbeleid. Zij moeten zich daarbij houden aan de landelijke richtlijnen en criteria. Lokaal wordt bepaald óf er coffeeshops worden toegestaan, hoeveel en onder welke eventueel aanvullende gedoogvoorwaarden. De in de driehoek vertegenwoordigde partijen dragen elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid bij aan een samenhangend en effectief beleid. In dit beleid worden de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke bevoegdheden op elkaar afgestemd. 1.4 Bevoegdheden burgemeester De burgemeester is het bevoegde gezag wat het lokale coffeeshopbeleid betreft. In algemene zin geldt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Op basis van artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op openbare inrichtingen en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. Coffeeshops zijn voor het publiek openstaande gebouwen als bedoeld in artikel 174 Gemeentewet. De burgemeester is op grond van artikel 13b Opiumwet bevoegd om bestuursdwang toe te passen als blijkt dat in een voor publiek toegankelijk lokaal drugs wordt verhandeld. Op grond van dit artikel heeft de burgemeester de bevoegdheid om handhavend op te treden tegen openbare inrichtingen waar drugs wordt verhandeld, zonder dat sprake hoeft te zijn van overlast. Dit betekent niet dat de burgemeester in elk willekeurig geval tot sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet overgaat. Per geval dient te worden bekeken en gemotiveerd waarom deze bevoegdheid wordt gebruikt. Op grond van artikel 4:81 Algemene Wet Bestuursrecht), dat bepaalt dat beleidsregels worden vastgesteld door het bevoegde bestuursorgaan, is de burgemeester bevoegd om het coffeeshopbeleid vast te stellen. 3

6 2. Uitgangspunten coffeeshopbeleid De uitgangspunten van het coffeeshopbeleid van 2007 blijven grotendeels overeind. Zo wordt verder ingezet op bestrijding van de overlast en het verloederende straatbeeld, het tegengaan van criminele activiteiten en criminele organisaties en het beschermen van kwetsbare groepen, waaronder jongeren en de gebruiker. In het beleid van 2007 was de sanering van het aantal coffeeshops opgenomen als apart beleidsuitgangspunt. Aangezien sinds 2007 het aantal coffeeshops van 62 naar 41 is afgenomen is de sanering van het aantal coffeeshops niet meer als apart uitgangspunt benoemd. 2.1 Uitgangspunten beleid Het College werkt aan een aantrekkelijke stad. Een stad waar Rotterdammers, bezoekers en mensen die in Rotterdam werken, zich welkom, thuis en veilig voelen. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijke stad. In de totstandkoming van de nieuwe veiligheidsvisie en -aanpak zijn derhalve het vasthouden van het veiligheidsniveau en het verbeteren van de veiligheidbeleving als uitgangspunten benoemd. Het College zet daarnaast in op het terugdringen van school-uitval, het terugdringen van geweld en het bevorderen van gezondheid. Omdat Rotterdam prioriteit geeft aan talentontwikkeling geven vooral de effecten van alcohol- en drugsgebruik op hersenontwikkeling, schoolprestaties, - verzuim en uitval reden tot zorg. Op basis van de landelijk kaders van het coffeeshopbeleid en de stedelijke ambities zijn de volgende uitgangspunten in het Rotterdamse coffeeshopbeleid benoemd: 1. Bestrijden van overlast, verloedering van het straatbeeld en het verminderen van de druk op het woonen leefklimaat door de exploitatie van coffeeshops. De veiligheidsbeleving en het woon- en leefklimaat, die door de exploitatie van coffeeshops worden aangetast, moeten verbeteren. Het beperken van de openings- en sluitingstijden van coffeeshops maakt hier onderdeel van uit. 2. Tegengaan van criminele activiteiten en criminele organisaties. Tegen criminele samenwerkingsverbanden achter de hennepproductie en de illegale (door)verkoop van cannabis wordt opgetreden. 3. Beschermen van kwetsbare groepen, met name jongeren. Uitgangspunt is om het softdrugs gebruik door jongeren te voorkomen door strikte handhaving van de minimumleeftijd in coffeeshops, het weren van coffeeshops in de nabijheid van scholen en het geven van voorlichting over de risico s van drugsgebruik. De voorlichting vindt plaats op school en door de coffeeshopexploitanten en beheerders in de coffeeshop. Met het weren van coffeeshops in de nabijheid van scholen wordt de boodschap uitgedragen dat het gebruik van softdrugs niet normaal is. 4. Beschermen van de gebruiker. Coffeeshops leveren een belangrijke bijdrage aan de scheiding van de markten van soft- en harddrugs. Op deze manier zijn softdrugsgebruikers niet aangewezen op de illegale verkoop. Er blijft derhalve een aanbod van coffeeshops in Rotterdam. Tevens wordt in afwachting van landelijke regelgeving aangesloten op de aanpak tegen cannabis met een te hoog percentage van de werkzame stof THC. De exploitatievergunning voor coffeeshops, de gedoogcriteria en de handhavingstappen zoals uiteengezet in hoofdstuk drie t/m vijf vloeien voort uit deze uitgangspunten van het coffeeshopbeleid. Het coffeeshopbeleid en de bijbehorende gedoogcriteria staan echter niet op zichzelf. Ze maken onderdeel uit van het integrale veiligheidsbeleid van Rotterdam. Op een aantal uitgangspunten uit het coffeeshopbeleid wordt tevens ingezet binnen andere beleidsterreinen van de gemeente 4. 3) In de brief aan de gemeenteraad d.d. 12 juli 2007 zijn de hoofdlijnen geschetst van de veiligheidsvisie en -aanpak die het college voor de periode voor ogen staat. 4) De belangrijkste daarvan zijn op dit moment de Horecanota , de Bibob-beleidslijn voor horeca-inrichtingen, seksinrichtingen, coffeeshops en speelautomatenhallen 2008, het Programma Maatschappelijke Integriteit , de Beleidsregel 13b Opiumwet inzake een woning of lokaal en het Programma Drugs&Alcohol. 4

7 3. Vergunning coffeeshops Coffeeshops zijn openbare inrichtingen waarvoor op grond van artikel 2:28 APV een vergunningplicht geldt. Nieuw in het coffeeshopbeleid is dat de gedoogcriteria niet meer worden opgenomen in de exploitatievergunning maar in een aparte gedoogverklaring, die bij de exploitatievergunning wordt gevoegd. Op deze manier is duidelijk welke activiteiten worden vergund en welke activiteiten worden gedoogd. De gedoogcriteria worden in hoofdstuk 4 toegelicht. In dit hoofdstuk staat het vergunde gedeelte van de activiteiten van een coffeeshop omschreven. De exploitatievergunning voor coffeeshops wijkt af op de volgende punten van de reguliere exploitatievergunning: De geldigheidsduur van een vergunning voor een coffeeshop is één jaar in plaats van vijf jaar; Afwijkende openings- en sluitingstijden op grond van artikel 2:29 APV lid 1 (zie paragraaf 3.2); Sobere vergunning (zie paragraaf 3.3). De APV-bepalingen ten aanzien van openbare inrichtingen zijn voor het overige van overeenkomstige toepassing. 3.1 Vergunningstelsel De Horecanota Rotterdam is het zogenaamde overkoepelende beleid voor alle openbare inrichtingen in Rotterdam. Het horecavergunningstelsel vormt daarom de basis voor het vergunningstelsel van coffeeshops. Voor coffeeshops zijn de volgende activiteiten toegestaan, tenzij anders in de vergunning is bepaald. Module Eten 1. Het verstrekken van geringe voedingsmiddelen tegen betaling aan derden. Module Drinken 2. Het verstrekken van alcoholvrije dranken tegen betaling aan derden. Module Geluid en Entertainment 3. Het ten gehore brengen van achtergrondmuziek. Module Openings- en sluitingstijden 4. Openingstijd 10:00 uur en sluitingstijd 22:00 uur. 5. Openingstijd 10:00 uur en sluitingstijd 24:00 uur in aangewezen gebied in het centrum. Combinaties met activiteiten van modules uit andere beleidsterreinen zijn uitgesloten. 3.2 Module openings- en sluitingstijden coffeeshops In het coffeeshopbeleid is een afwijkende module openings- en sluitingstijden opgenomen ten opzichte van de Horecanota In deze paragraaf wordt deze module toegelicht. Aanleiding De afgelopen jaren is het beeld naar voren gekomen dat coffeeshops bij dragen aan de overlast en een verloederend straatbeeld. Dit geldt vooral in kwetsbare gebieden. In Buurt Bestuurt en de Stuurgroep Veilig in de Wijk hebben omwonenden meerdere malen de overlast van de coffeeshops in hun buurt op de agenda gezet. Uit deze gesprekken blijkt dat de aanwezigheid van een coffeeshop grote impact heeft op het woon- en leefklimaat. Coffeeshops worden als zeer overlastgevend ervaren. Naar aanleiding van de signalen van omwonenden is de overlast van coffeeshops bekeken. Het blijkt te gaan om overlast, die ondanks het strenge handhavingsbeleid, vaak niet rechtstreeks kan worden toegerekend aan één individuele coffeeshop: af- en aanrijdende klanten, geluidsoverlast en andere vormen van overlast. Uit verschillende landelijke en stedelijke onderzoeken komt eenzelfde beeld naar voren: er wordt overlast ervaren van coffeeshops en deze hangt veelal samen met de bezoekersstromen 5. 5) Zie onder andere de Secondant van mei 2013, Tijdschrift van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), Intraval Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam 0-, 1- en 2-meting, Veiligheidsmonitor Rotterdam

8 het algemeen meer opgaan in de (nachtelijke) horeca, het gebied niet te kwetsbaar is en de coffeeshops over het algemeen daardoor minder overlast opleveren voor de omwonenden. Bij de bepaling van welke coffeeshops binnen het centrum voorlopig in aanmerking komen voor een sluitingstijd tot 24:00 uur is niet gekeken naar de deelgemeentelijke grens, maar naar de (veiligheids)situatie per buurt/straat. De coffeeshops in het centrum zijn gelegen in de wijken het Oude Westen, Cool en Stadsdriehoek. Maatregel beperking openingstijden Om aantasting van het woon- en leefklimaat door overlast van aan- en afrijdende auto s en bezoekers te beperken worden de openingstijden voor coffeeshop beperkt van 7:00 naar 10:00 uur en de sluitingstijden beperkt van 1:00/2:00 uur naar 22:00 uur op grond van artikel 2:29 lid 1 Algemeen Plaatselijke Verordening Rotterdam Er is gekozen voor een openingstijd van 10:00 uur en een sluitingstijd van 22:00 uur stadsbreed, omdat de bezoeken in de vroege ochtend en in de late avond als het meest overlastgevend worden ervaren. Uit het onderzoek van Intraval naar coffeeshopbezoek blijkt dat coffeeshops hoofdzakelijk worden bezocht in de middag (tussen 12:00 en 18:00 uur) en aan het begin van de avond (tussen 18:00 uur en 22:00 uur). De verwachting is dat de beperking van de sluitingstijd tot 22:00 uur de economische belangen van de ondernemer niet in te grote mate schaadt en dat het risico op ongewenste neveneffecten, zoals verplaatsing naar het illegale circuit, klein is. Het (financiële) belang van de exploitant van een coffeeshop is daarbij ondergeschikt aan het belang van de bescherming van het woon- en leefklimaat en de openbare orde, juist door het gedogen van de verkoop van softdrugs. Voorlopige uitzondering Voor een aantal coffeeshops in het centrum wordt voorlopig een sluitingstijd tot 24:00 uur toegestaan. Deze uitzondering wordt geboden om een beperkt aanbod na 22:00 uur mogelijk te maken in het centrum van de stad. De verwachting is dat in dit specifiek bepaalde gebied de coffeeshops over In het Oude Westen is de woonfunctie sterker vertegenwoordigd dan in de andere wijken in het centrum. Daarnaast is het Oude Westen als enige wijk in het centrum als focuswijk benoemd in het Collegewerkprogramma Binnen het Oude Westen staat een aantal straten (of soms zelfs gedeelten van straten) waar de coffeeshops zijn gelegen bekend als kwetsbaar gebied (zie onder andere het horecagebiedsplan van de deelgemeente Centrum). De gemeente treft in samenwerking met partners extra maatregelen om de overlast in deze gebieden terug te dringen. Zo wordt de omgeving 's-gravendijkwal middels het project Dijkversterking aangepakt om de leefbaarheid te vergroten en de omgeving West-Kruiskade middels De Alliantie West-Kruiskade. Het project Dijkversterking is mede door klachten van bewoners in het leven geroepen. De Alliantie heeft reeds haar meerwaarde bewezen, maar het gebied behoudt in het Horecagebiedsplan van de deelgemeente Centrum een hoge risico-indicatie om terugval te voorkomen. Dit geldt minder voor het gebied aan het begin van de Nieuwe Binnenweg. Dit gebied heeft in het Horecagebiedsplan van de deelgemeente Centrum een midden risico-indicatie gekregen. Gezien de situatie in de wijken Cool en Stadsdriehoek en aan het begin van de Nieuwe Binnenweg, kunnen de coffeeshops in dit centrumgebied voorlopig tot 24:00 uur exploiteren. Het gaat om de locaties van de volgende coffeeshops: Coffeeshop Pluto Nieuwe Binnenweg 54 Oude Westen Coffeeshop Sky Nieuwe Binnenweg 59b Oude Westen Coffeeshop The Reef Oppert 1 Stadsdriehoek Coffeeshop t Trefpunt Botersloot 7 Stadsdriehoek Coffeeshop Centrum Van Oldenbarneveltstraat 154 Cool Coffeeshop Witte de With Witte de Withstraat 92 Cool Coffeeshop Four Floors Eendrachtsweg 29 Cool 6

9 De voorlopige exploitatievergunning; Een ontheffing om de inrichting langer open te houden (kraskaart verlaatje); Een ontheffing om meer geluid te mogen produceren (kraskaart toename geluidsproductie); Evenementenvergunning; Kortlopende exploitatievergunning; Gevelzitplaatsen; Afkoelhalfuurtje. Plattegrond centrum met daarin aangeven de locaties van de coffeeshops. Voor de coffeeshops binnen de cirkel geldt een sluitingstijd van 24:00 uur. De sluitingstijd van 24:00 uur geldt slechts zolang er geen sprake is van overlast of geringe overlast vanuit de coffeeshop. In het geval van overlast voor omwonenden, bijvoorbeeld door grote bezoekersstromen, wordt de verruiming weggenomen en dient de coffeeshop conform het stedelijk beleid van 10:00 tot 22:00 uur te exploiteren. Dit kan per specifieke coffeeshop worden bepaald of voor bepaalde gebieden. Invoer maatregel en overgangsregeling De openings- en sluitingstijden worden aangepast in de exploitatievergunningen van de coffeeshops per 1 oktober De ondernemers zijn per brief op 27 mei 2013 en 26 juli 2013 over de wijziging openings- en sluitingstijden geïnformeerd. Op 17 juni 2013 hebben de ondernemers de gelegenheid gehad om in dit kader een informatiebijeenkomst bij te wonen. De ondernemers hebben derhalve voldoende de tijd gekregen om hun bedrijfsvoering op de komende openings- en sluitingstijden aan te passen. Gelet op de jaarlijkse vergunningverlening zal er een overgangsperiode van één jaar zijn waarin voor de coffeeshops in Rotterdam verschillende openings- en sluitingstijden gelden. 3.3 Sobere vergunning Voor coffeeshops geldt het principe van een sobere vergunning. Het is niet mogelijk om gebruik te maken van de in de Horecanota opgenomen mogelijkheden, waaronder in elk geval: 3.4 Proces van vergunningverlening Voor het proces van de verlening van de exploitatievergunning wordt een parallel getrokken met hoofdstuk 4 van de Horecanota In deze paragraaf wordt in het kort de relevante informatie voor coffeeshopondernemers omschreven. Voor de aanvraag van een exploitatievergunning of informatie over wet- en regelgeving kan een ondernemer terecht op en bij het horecaloket bij Horeca Vergunningen van de directie Veiligheid. Leges In de legesverordening worden de leges voor de exploitatievergunning en wijzigingen op de exploitatievergunning vastgelegd. Toets aanvraag Horeca Vergunningen bewaakt de termijnen van de vergunningverlening en coördineert de toetsing van de vergunningaanvraag. Op een aanvraag wordt advies gegeven door deelgemeenten en politie. Een aanvraag van een exploitatievergunning wordt ten behoeve van de bescherming van de openbare orde en veiligheid en de invloed op het woon- en leefklimaat getoetst aan: 1. Moraliteit van betrokken exploitanten en beheerders, oftewel levensgedrag (op basis van onder andere BIBOB beleid); 2. Bestemmingsplan; 3. Geldend coffeeshopbeleid; 4. Betalingsgedrag ondernemer belastingdienst; 5. Brand- en bouwkundige veiligheid; 6. APV Rotterdam; 7. Openbare orde, veiligheid en overlast. De ketenpartners De ketenpartners hebben een belangrijke rol bij de beslissing op de aanvraag: De deelgemeente adviseert op de aanvraag. Enerzijds vanuit de rol die zij hebben bij de vestigingsvoorwaarden, 7

10 mede gebaseerd op de bestaande bestemmingsplannen. Anderzijds vanwege de centrale positie binnen een wijk en het zicht op klachtenregistraties in het kader van openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat; De politie heeft de verantwoordelijkheid onderzoek te verrichten naar de moraliteit en het levensgedrag van betrokken exploitanten en beheerders en hierna advies te geven op de vergunningaanvraag. Advies van de politie heeft eveneens betrekking op de openbare orde en veiligheid ter plaatse; Kenniscentrum BIBOB gemeente Rotterdam bepaalt of een BIBOB-toets gewenst is; Stadsontwikkeling is adviespartner op de terreinen beleid en uitvoering. Daarnaast geeft Stadsontwikkeling advies op de aanvraag exploitatievergunning inzake bestemmingen, bouwkundige veiligheid en inrichtingseisen; De brandweer toetst op brandveiligheid van de inrichting 6. van acht weken schriftelijk bevestiging van de wijziging beheerder. Dit geldt zowel voor de verlening als de weigering van beheerders. Het structureel trachten bij te schrijven van beheerders die de moraliteitstoets niet doorstaan, kan gevolgen hebben voor de exploitatievergunning (zie toelichting bij Stappenplan slecht levensgedrag in hoofdstuk 7.2 van de Horecanota ). Een aanvraag is compleet als de aanvrager alle vereiste gegevens en documenten overlegt die voor een beslissing op de aanvraag relevant zijn. Indien de aanvrager niet alle vereiste gegevens kan overleggen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. Digitale aanvraag wijziging beheerder In een inrichting dient ten alle tijde een exploitant of beheerder aanwezig te zijn om de dagelijkse leiding aan het personeel en bezoekers te geven. Een ondernemer heeft te maken met personeelswisselingen, wat het lastig maakt om een actueel overzicht van beheerders op de vergunning te hebben. Rotterdam maakt het daarom mogelijk om nieuwe beheerders digitaal te melden, zodat zij meteen in de inrichting aan het werk kunnen en niet hoeven te wachten totdat een aanvraag helemaal is behandeld (zie het Actieprogramma Horecanota ). De toets op moraliteit en het certificaat "Preventie deskundigheid coffeeshops vindt nog wel plaats, maar dan achteraf. De ondernemer kan de digitale aanvraag wijziging beheerder via de website indienen en de verschuldigde leges betalen. De ondernemer ontvangt direct een bevestiging van de aanvraag en kan hiermee de beheerder meteen laten werken in zijn inrichting. De ondernemer krijgt binnen de gestelde termijn 6) De brandveiligheidstoets vindt plaats na indienen van de gebruiksmelding bij de gemeente via het omgevingsloket. 8

11 4. Rotterdams gedoogbeleid Rotterdamse coffeeshops dienen zich te houden aan de landelijke én de gemeentelijke gedoogcriteria. In dit hoofdstuk worden de gedoogcriteria uitgebreid toegelicht. In bijlage I staat een voorbeeld van een gedoogverklaring die bij de te verlenen vergunning aan een coffeeshop wordt verstrekt na vaststelling van dit beleid. In hoofdstuk vijf staat in het handhavingsarrangement aangegeven hoe wordt opgetreden tegen overtreding van deze criteria en welke feiten en omstandigheden daarbij worden meegewogen. 4.1 Landelijke gedoogcriteria Alcoholvrij Kleinschalige cannabisverkoop wordt, ingevolgde de justitiële richtlijn, uitsluitend gedoogd in alcoholvrije coffeeshops. Situaties waar sprake is van een samengaan van alcohol- en cannabisverkoop in één horeca-inrichting dienen te worden tegen gegaan, aldus de richtlijn. Sinds 1997 mag in Rotterdamse coffeeshops geen alcohol worden geschonken. De hoofdactiviteit van een coffeeshop bestaat uit de verkoop van cannabisproducten voor het gebruik ter plaatse of elders. Overige activiteiten, zoals de verkoop van eet- en drinkwaren, zijn ondersteunend AHOJGI-criteria Coffeeshops dienen zich bij de exploitatie te houden aan de AHOJGI-criteria. De AHOJGI- criteria luiden als volgt: A: Geen Affichering; coffeeshops mogen geen reclame maken voor hun handelswaar, anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit; H: Geen verkoop van Harddrugs; coffeeshops mogen geen harddrugs verkopen en/of voorhanden hebben; O: Geen Overlast; coffeeshops mogen geen overlast veroorzaken (onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten); J: Geen toegang en geen verkoop aan Jeugdigen; coffeeshops mogen geen bezoekers onder de 18 jaar toelaten; G: Geen verkoop Grote hoeveelheden; coffeeshops mogen niet meer dan 5 gram cannabis per transactie verkopen en niet meer dan 500 gram cannabis in voorraad hebben; I: Geen toegang voor en verkoop aan anderen dan Ingezetenen van Nederland; coffeeshops mogen geen toegang verlenen aan anderen dan ingezetenen van Nederland. 4.2 Stedelijke gedoogcriteria Stedelijke afstandscritera De coffeeshop mag niet gelegen zijn binnen een straal van 200 meter én 250 meter loopafstand van een voortgezet onderwijs instelling en/of een middelbaar beroepsonderwijs instelling. De coffeeshop mag niet in de directe nabijheid van speciaal basisonderwijs gevestigd zijn. Aanleiding In het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2007 zijn de stedelijke afstandscriteria geïntroduceerd om de boodschap uit te dragen dat het gebruik van softdrugs niet normaal is. Het gebruik van softdrugs en talentontwikkeling gaan niet samen. Uit onderzoek (zie Programma Drugs & Alcohol) blijkt dat gebruik van softdrugs samenhangt met spijbelen en schooluitval. Het afstandscriterium tot het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs is ingevoerd vanuit het belang om kwetsbare jongeren te beschermen en het feit dat rond het 16e levensjaar wordt gestart met het gebruik van cannabis. Het afstandscriterium tot speciaal basisonderwijs is ingevoerd vanwege de beperkte weerbaarheid van kinderen op speciaal basisonderwijs, de neiging tot risicozoekend gedrag en de behoefte aan duidelijke pedagogische structuren en eenduidige normstelling. De afstandscriteria zijn tevens ingevoerd om het belang van het woon- en leefklimaat te beschermen door het terugbrengen van het aantal coffeeshops. Een wezenlijke verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving is nagestreefd met de sanering van het aantal coffeeshops. De invoer van de afstandscriteria heeft geleid tot een reductie van het aantal coffeeshops van 62 naar 46. Op dit moment telt Rotterdam 41 coffeeshops 7. Toelichting Wanneer een coffeeshop wordt getroffen door de afstandscriteria, bijvoorbeeld door een verhuizing of een nieuwe locatie van een school, geldt een overgangsperiode van twee jaar. Op het moment dat een coffeeshop is getroffen 7) Een aantal coffeeshops heeft de verkoop van softdrugs moeten staken om andere redenen dan bestuursrechtelijke interventies, bijvoorbeeld omdat de pandeigenaar het huurcontract had ontbonden. 9

12 door een afstandscriterium uit het Rotterdamse coffeeshopbeleid wordt de exploitant hierover schriftelijk geïnformeerd. De exploitant wordt gewezen op de mogelijkheid tot het aanvragen van een reguliere exploitatievergunning voor een horeca-inrichting. Op deze wijze kan de bedrijfsvoering worden aangepast: na het staken van de verkoop van softdrugs kan dan bijvoorbeeld legaal alcohol worden verstrekt. De overgangsperiode van twee jaar komt tot uiting in de exploitatievergunning voor een coffeeshop. De duur van de exploitatievergunning wordt, direct voorafgaand aan het verbod op de verkoop van softdrugs, naar rato aangepast. Strijd met afstandscriteria bestaat niet als voorafgaand aan, of binnen de overgangsperiode de school definitief is opgehouden te bestaan op de betreffende locatie en hiervoor in de plaats geen nieuwe school is terug gekomen. In die gevallen hoeft de verkoop van softdrugs niet te worden gestaakt. Voor de volledigheid wordt hierbij opgemerkt dat verplaatsing van een door het Rotterdamse coffeeshopbeleid getroffen coffeeshop nadrukkelijk niet mogelijk is. Uitzondering De stedelijke afstandscriteria zijn niet van toepassing op coffeeshop Stichting Patiëntenbelangen Medicinale Marihuana in de deelgemeente Noord. Op nadrukkelijk verzoek van de gemeenteraad heeft de burgemeester, na overleg met de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), in 2004 deze Stichting een vergunning gegeven voor het onder strikte voorwaarden exploiteren van een coffeeshop. Uitdrukkelijk is destijds overwogen dat het om een unieke en eenmalige uitzondering op het standstill-beleid ging. De uitzondering werd gemaakt vanwege de uniciteit van de Stichting en het feit dat de Stichting jarenlang in alle openheid heeft aangegeven met welke activiteiten zij zich bezig hield. Door deze uitzondering is nooit door politie en justitie opgetreden. Daarnaast gaven ook de massale protesten van de specifieke doelgroep van de Stichting en de politieke wens de Stichting te behouden het unieke karakter van de Stichting weer. De betreffende coffeeshop behoudt deze specifieke positie Standstill-beleid en verplaatsingsverbod Standstill-beleid: exploitatie van een nieuwe coffeeshop is niet toegestaan. Ook is uitbreiding van een bestaande coffeeshop of verplaatsing ervan niet mogelijk. Een locatie van een coffeeshop kan tot maximaal twee jaar naar beëindiging van de exploitatie van de coffeeshop worden overgenomen. Sinds de invoering van het beleid in 1997 worden in principe geen nieuwe coffeeshops toegelaten. Het beleid blijft op dit punt ongewijzigd (standstill-beleid). In lijn met deze gedachte is uitbreiding of verplaatsing van een coffeeshop niet toegestaan. Afgelopen jaren is het totaal aantal coffeeshops onder andere door het standstill-beleid en het verplaatsingsverbod in lijn met het uitgangspunt beperking van het aanbod afgenomen van 62 coffeeshops in 2007 naar 41 coffeeshops in De verwachting is dat door de intensivering van het instrument van de Wet BIBOB het aantal coffeeshops mogelijk verder daalt. Wanneer het aantal coffeeshops te snel daalt, kan dit mogelijk tot ongewenste neveneffecten leiden, zoals een toename van de illegale handel. Bij een geleidelijke afname is de verwachting dat er geen grote ongewenste effecten optreden. Om een te grote én te snelle afname van het aantal coffeeshops te voorkomen wordt het mogelijk gemaakt dat in bepaalde gevallen de locatie van een coffeeshop over-genomen kan worden door een andere exploitant. Na beëindiging van de exploitatie van een coffeeshop kan een andere exploitant binnen maximaal twee jaar de locatie overnemen. Deze nieuwe exploitant wordt aan een BIBOBtoets onderworpen en dient aan de gedoogcriteria te voldoen. Wanneer er sprake is van een locatie in een concentratiegebied van coffeeshops wordt in principe geen nieuwe exploitant toegestaan. De deelgemeente en politie geven hierover advies. Er is sprake van een concentratiegebied als drie of meer coffeeshops zich dicht bij elkaar in de buurt bevinden Sobere vergunning Voor coffeeshops geldt het uitgangspunt van een sobere coffeeshop. Zie voor een toelichting hoofdstuk drie Loketten/afhaalshops Loketverkoop direct aan straat en verkoop vanuit de inrichting buiten de inrichting is verboden. In de aanwijzing van het OM worden eisen aan de locatie waar softdrugs mogen worden verkocht omschreven. De aanwijzing spreekt over het onder strikte voorwaarden gedogen van verkoop van softdrugs in alcoholvrije horecagelegenheden. Dit impliceert dat verkoop van softdrugs door coffeeshopexploitanten vanuit een loket aan de straat niet is toegestaan. Tevens mag vanuit de inrichting buiten de inrichting geen verkoop of levering van drugs plaatsvinden. Wel is het mogelijk de coffeeshop zodanig in te richten 10

13 dat sprake is van een loket in de inrichting, waarbij het dan mogelijk is om al dan niet naast het loket een verblijfsmogelijkheid te bieden. Coffeeshops zonder verblijfsmogelijkheid worden ook wel afhaalshops genoemd Verklaring omtrent betalingsgedrag Bij de vergunningaanvraag dient een verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen ex. artikel Leidraad invordering 2008 te worden overgelegd, deze verklaring mag niet ouder zijn dan twee maanden. Hieruit dient te blijken dat de exploitant(en) van goed betalingsgedrag is/zijn. In het coffeeshopbeleid van 2007 is het aanvullende gedoogcriterium verklaring omtrent betalingsgedrag geïntroduceerd om de wil en noodzaak te benadrukken dat exploitanten als goed ondernemer hun (betalings-)verplichtingen bij de Rijksbelastingdienst dienen na te komen. Het gaat dan specifiek om de belastingen die gerelateerd zijn aan de bedrijfsvoering van de coffeeshop en daaruit voortvloeien. Dit gedoogcriterium vloeit voort uit de integrale overheidshandhaving. Bij de aanvraag of vernieuwing van een exploitatievergunning dient de exploitant een verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen conform artikel Leidraad Invordering 2008 te overleggen. Deze verklaring wordt afgegeven door de Rijksbelastingdienst en mag op het moment van overlegging niet ouder zijn dan twee maanden. De inhoud van deze verklaring moet zien op de fiscale verplichtingen van de aanvrager alsmede dat van zijn of haar bestuurders (ingeval de aanvrager een NV, BV, stichting of vereniging is) dan wel van zijn of haar firmanten (indien de aanvrager een v.o.f of c.v. is). Uit deze verklaring dient te blijken dat de ondernemer zijn fiscale verplichtingen, genoemd in artikel Leidraad Invordering 2008 aan de Rijksbelastingdienst nakomt. Indien uit de verklaring blijkt dat de exploitant verwijtbaar of nalatig heeft gehandeld in het nakomen van zijn betalingsverplichtingen kan dit leiden tot het weigeren van de exploitatievergunning. De beoordeling is aan de burgemeester Open karakter van de inrichting De inrichting dient een open en transparant karakter te hebben en voldoende duidelijk zichtbaar te zijn van de straatzijde. Aangezien de verkoop en het gebruik van softdrugs achter gesloten deuren en geblindeerde ramen argwaan en gevoelens van onveiligheid oproepen, bijvoorbeeld bij omwonenden, moet sprake zijn van een open inrichting die vrij toegankelijk is en die vanaf de straat is te overzien. Dit bevordert bovendien het toezicht en de controle op de naleving van de vergunningvoorschriften. Het vereiste van een open karakter van de coffeeshop betekent dat door de ramen van de inrichting naar binnen gekeken moet kunnen worden. Daarnaast mogen er in de inrichting geen voorzieningen zijn aangebracht die een gehele afzondering van een gedeelte van de inrichting mogelijk maken. Als richtlijn geldt dat de ramen van blank doorzichtig glas moeten zijn, waarvan ten hoogste 30% bedekt mag zijn met materiaal dat daglichttoetreding verhindert. De doorzichtigheid bedraagt tenminste 70% en mag niet gehinderd worden door afscherming van het raamoppervlak binnen de coffeeshop (zoals planten en gordijnen). De toezichthouder kan gemotiveerd beoordelen of een inrichting een voldoende open en transparant karakter heeft Voorlichting door coffeeshops De exploitant(en) en beheerder(s) van een coffeeshop dienen in staat te zijn goede voorlichting volgens de preventie-certificering te geven aan bezoekers, zoals het geven van productinformatie en het wijzen op de effecten en risico s van cannabisgebruik. De exploitant(en) en beheerder(s) van een coffeeshop dienen te beschikken over een preventiecertificaat voor coffeeshoppersoneel. Coffeeshopexploitanten hebben op het terrein van volksgezondheid een verantwoordelijkheid bij de verstrekking van cannabisproducten aan gebruikers. Samen met de Vereniging van Rotterdamse Coffeeshop Ondernemers (VRCO) is daarom een cursus voor coffeeshoppersoneel ontwikkeld. In het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2007 is voor het eerst opgenomen dat personeelsleden van een coffeeshop de cursus preventie-certificering moeten hebben gevolgd. Na het volgen van deze cursus is een medewerker in staat goede productinformatie te geven en om bezoekers te wijzen op de effecten en risico s van cannabisgebruik. Ook (vroeg)signalering van probleemgebruik, kennis van verschillende vormen van hulpverlening en Eerste Hulp bij Drugsongevallen vormen een onderdeel van de cursus. Door de samenwerking met de coffeeshopondernemers sluit de cursus goed aan bij de dagelijkse praktijk. Sinds 2011 wordt deze cursus in opdracht van cluster Maatschappelijke Ontwikkeling en directie Veiligheid door een externe aanbieder verzorgd: Bouman GGZ. De cursus 11

14 wordt geheel gefinancierd uit de bijdragen van de deelnemers en is kostendekkend. De cursus is verplicht gesteld voor zowel exploitanten als beheerders. De exploitanten en beheerders mogen niet op een exploitatievergunning worden vermeld als zij de cursus niet hebben doorlopen. De cursusverplichting geldt niet voor het overig personeel. 12

15 5. Handhavingsbeleid De doelstelling van het handhavingsbeleid is naleving van de wet- en regelgeving. Hiermee wordt nagestreefd dat de beleidsuitgangspunten van het coffeeshopbeleid worden gewaarborgd: 1. Bestrijden van overlast, verloedering van het straatbeeld en het verminderen van de druk op het woon- en leefklimaat door de exploitatie van coffeeshops. 2. Tegengaan van criminele activiteiten en criminele organisaties. 3. Beschermen van kwetsbare groepen, met name jongeren. 4. Beschermen van de gebruiker. Deze uitgangspunten kennen zowel een openbare orde als een gezondheidsperspectief en zijn leidend voor de opbouw van de handhavingsstappen. Overtredingen die een direct verband hebben met deze uitgangspunten vallen in een zwaarder handhavingskader. In dit handhavingsbeleid wordt beschreven op welke wijze de wet- en regelgeving die specifiek van toepassing is op coffeeshops in Rotterdam wordt gehandhaafd. De driehoekpartners hebben het handhavingsbeleid afgestemd en afspraken gemaakt over de inzet van het strafrechtelijke en bestuursrechtelijke instrumentarium, overigens met behoud van eigen verantwoordelijkheden. De driehoek wordt regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen ten aanzien van coffeeshops en de resultaten van controleacties. De effecten van het beleid worden op de voet gevolgd. Bestuurlijke handhaving De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Hij beschikt over de bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen. Uitgangspunt is dat overtredingen van de gedoogcriteria in meer of mindere mate leiden tot aantasting van de openbare orde of het woon- en leefklimaat in of rond de inrichting. In het handhavingsarrangement coffeeshops staat beschreven op welke overtreding welke bestuurlijke maatregel volgt. Het Openbaar Ministerie gaat in beginsel over tot vervolging wanneer bij een controle door de politie van een coffeeshop harddrugs worden aangetroffen, zowel bij bezoekers van de coffeeshop als bij de eigenaar van de coffeeshop. Wanneer een handelsvoorraad > 500 gram in een coffeeshop wordt aangetroffen, neemt de politie de voorraad in beslag. Het Openbaar Ministerie gaat in deze gevallen in beginsel over tot vervolging, waarbij in bijzondere omstandigheden besloten kan worden tot voorgeleiding aan de Rechter-commissaris. Voorgeleiden is mogelijk bij: - extreme overschrijding van de handelsvoorraad (> 20 kg); - recidive in geval van geringe overschrijding van de handelsvoorraad Toezicht Het toezicht op de coffeeshops is belegd bij de politie. Coffeeshops worden in beginsel drie keer per jaar gecontroleerd. Indien er signalen van overlast of overtredingen zijn wordt het aantal controles opgeschroefd. 5.1 Handhavingsarrangement coffeeshops Voor overtredingen of incidenten die niet nadrukkelijk worden genoemd in dit handhavingsarrangement (bijvoorbeeld overtredingen vergunningvoorschriften, schietincidenten, steekincidenten, vechtpartijen etc.) worden bestuurlijke maatregelen opgelegd conform het handhavingsarrangement behorend bij de Horecanota Rotterdam Afwijkingsbevoegdheid De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over te treffen maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingskader gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan worden besloten om een stap over te slaan en niet eerst te waarschuwen, terwijl dit wel in het stappenplan is opgenomen, maar meteen tot een maatregel over te gaan. Bij een dergelijk besluit wordt dit expliciet gemotiveerd. Strafrechtelijke handhaving Overtredingen van de gedoogcriteria voor coffeeshops zijn strafbaar gesteld, waardoor naast bestuursrechtelijke handhaving ook strafrechtelijke handhaving mogelijk is. Het Openbaar Ministerie vervolgt conform de landelijke richtlijnen strafvordering Opiumwet, van het College van procureurs-generaal. Meerdere maatregelen/ stapeling Feit blijft dat meerdere maatregelen kunnen worden getroffen. Bijvoorbeeld de sluiting van een coffeeshop vanwege harddrugshandel en eveneens intrekking van de exploitatievergunning omdat het vertrouwen in de exploitant is weggevallen. Opeenstapeling van bestuurlijke maatregelen is in het bestuursrecht toegestaan. Het gaat dan wel 13

16 telkens om verschillende maatregelen (sluiting en intrekking van de vergunning bijvoorbeeld). Stapeling van sluitingstermijnen gebeurt niet. Wel kan het samengaan van overtredingen en incidenten de burgemeester doen besluiten om een handhavingsstap over te slaan of een zwaardere maatregel te treffen. De burgemeester zal dit in zijn besluit expliciet motiveren. Verjaring Voor het handhavingsarrangement geldt dat een volgende stap wordt gezet in het stappenplan wanneer binnen een jaar na een vorig incident of vorige constatering opnieuw een incident of overtreding plaats vindt. Een incident of overtreding blijft wel vijf jaar meetellen. Vindt een incident of overtreding plaats binnen vijf jaar na het vorige incident of de vorige overtreding, maar is de vorige keer langer dan een jaar geleden, dan wordt de handhavingsstap die voor dat bedrijf en die exploitant geldt, herhaald. Handhavingsarrangement voor coffeeshops Overtreding 1e constatering 2e constatering 3e constatering Harddrugs Sluiting 6 maanden Intrekken vergunning & sluiting voor onbepaalde tijd Jeugdigen Sluiting 6 maanden Sluiting 12 maanden Intrekken vergunning & sluiting voor onbepaalde tijd Overlast Toezichthouder en/of Bestuurlijke waarschuwing Sluiting 6 maanden deelgemeente registreert en maakt afspraak met exploitant om overlast te beëindigen. Affichering Waarschuwing Sluiting 3 maanden Sluiting 6 maanden Verkooptransactie > 5 Waarschuwing Sluiting 3 maanden Sluiting 6 maanden gram Handelsvoorraad > 500 Waarschuwing Sluiting 3 maanden Sluiting 6 maanden gram Verkoop alcohol Sluiting 3 maanden Sluiting 6 maanden Sluiting 12 maanden Ingezetenen-criterium Waarschuwing Sluiting 1 maand Sluiting 3 maanden Overtreden openings- en Waarschuwing Terugbrengen sluitingstijd tot Terugbrengen sluitingstijd tot sluitingstijden 20:00 uur voor de duur van 20:00 uur voor de duur van 2 weken 1 maand Overtreding vergunning- Waarschuwing Sluiting 3 maanden Sluiting 6 maanden voorschriften en aanvullende stedelijke gedoogcriteria Zie paragraaf 3.1, 3.3 en

17 Handelsvoorraad Het is niet toegestaan om meer dan 500 gram gedoogde cannabis in de coffeeshop te hebben. Indien deze gedoogde hoeveelheid van 500 gram wordt overschreden kan de burgemeester een maatregel treffen. De omvang van de overschrijding speelt hierbij een rol. Een aanzienlijk overschrijding is een reden om een handhavingsstap over te slaan en direct tot sluiting over te gaan. Harddrugs (H-criterium) Een belangrijk uitgangspunt van het coffeeshopbeleid is de scheiding van de markten van soft- en harddrugs. Wanneer een handelshoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen in een coffeeshop is de openbare orde per definitie in het geding. Dit is zeker het geval wanneer aannemelijk is dat in deze drugs wordt gehandeld in of vanuit de inrichting, ook indien dit gebeurt buiten medeweten van de exploitant of zijn personeel om. Het uitgangspunt is dat de burgemeester een maatregel treft wanneer een handelshoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen. Van de exploitant wordt verwacht dat hij/zij alles in het werk stelt om te voorkomen dat harddrugs aanwezig zijn in de inrichting. Indien blijkt dat er geen enkel verband is tussen de aangetroffen hoeveelheid en de wijze van exploitatie van de inrichting kan hier van worden afgeweken en worden volstaan met een bestuurlijke waarschuwing. Indien de exploitant of zijn personeel zelf betrokken is bij de drugshandel of andere personen met zijn medeweten vanuit de inrichting in drugs handelen, geldt dit als verzwarende omstandigheid. In de lijsten behorende bij de Opiumwet staat omschreven welk verdovend middel onder harddrugs (lijst I) en welk middel onder softdrugs (lijst II) valt. Voor coffeeshops geldt dat enkel de verkoop van cannabisproducten zoals vermeld op lijst II van de Opiumwet wordt gedoogd 8. Softdrugs niet zijnde cannabisproducten zijn niet toegestaan in coffeeshops (bijvoorbeeld qat of hallucinogene paddo s). Middelen die op grond van de Wet op Geneesmiddelenvoorziening of de Warenwet als verboden middelen zijn aangemerkt zijn tevens niet toegestaan in coffeeshops. 8) Dit betekent dat als een bepaald cannabisproduct op lijst I van de Opiumwet wordt geplaatst, dit cannabisproduct harddrugs betreft en daarom niet meer onder het gedoogbeleid valt. Denk bijvoorbeeld aan de aankondiging om cannabis met meer dan 15% THC op lijst I te plaatsen. 15

18 Bij het bepalen of een aangetroffen verdovende hoeveelheid drugs die wordt aangetroffen een handelshoeveelheid is, gaat de gemeente uit van de richtlijnen die het Openbaar Ministerie hierover heeft opgesteld. Bij middelen volgens lijst I van de Opiumwet (harddrugs) gaat het in de meeste gevallen om een hoeveelheid groter dan 0,5 gram. De driehoek van Rotterdam heeft besloten op dit moment geen prioriteit te geven aan de handhaving van het ingezetenencriterium. Op het moment dat blijkt dat overlast ontstaat door de verkoop aan niet-ingezetenen (coffeeshoptoerisme), kan worden overgegaan tot handhaving van het ingezetenencriterium zoals opgenomen in het arrangement. Jeugdigen (J-criterium) Geen verkoop aan en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop. Aangezien het beschermen van jongeren één van de beleidsuitgangspunten van het Rotterdamse coffeeshopbeleid betreft, is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van achttien jaar. Verkoop alcohol Coffeeshops zijn altijd alcoholvrije openbare inrichtingen. In een coffeeshop mag geen alcohol worden verkocht. De exploitant dient er op toe te zien dat er in de coffeeshop geen alcohol wordt genuttigd. De coffeeshophouder dient vast te stellen dat degene die hij toegang verleent tot de coffeeshop en degene aan wie hij verkoopt meerderjarig is. Overlast (O-criterium) Onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rondom de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de inrichting rondhangende klanten. De exploitant dient er zorg voor te dragen dat in en nabij de inrichting geen overlast/verstoring van de openbare orde wordt veroorzaakt. Affichering (A-criterium) Het is voor coffeeshops niet toegestaan om reclame te maken voor hun coffeeshop en de verkoop van softdrugs. Een summiere aanduiding van de naam van de coffeeshop op de gevel van de betreffende coffeeshop is wel toegestaan. Groothandelshoeveelheden (G-criterium) Vanuit één coffeeshop mag maximaal 5 gram cannabis vermeld op lijst II van de Opiumwet worden verkocht: - per dag, per persoon; - per transactie. Ingezetenen (I-criterium) Per 1 januari 2013 geldt het landelijke ingezetenencriterium voor alle coffeeshopgemeenten in Nederland. Het ingezetenencriterium is opgenomen in de Aanwijzing van het Openbaar Ministerie en houdt in dat coffeeshops geen toegang mogen verlenen en niet mogen verkopen aan anderen dan ingezetenen van Nederland. 16

19 Bijlage 1 Gedoogverklaring behorende bij de exploitatievergunning van coffeeshops. De Aanwijzing behorende bij de Opiumwet van het Openbaar Ministerie vormt het landelijke kader voor het coffeeshopbeleid. In de huidige aanwijzing, die sinds 1 januari 2013 geldt, zijn de volgende gedoogcriteria opgenomen. 1. De handelsvoorraad mag de 500 gram niet te boven gaan. 2. Geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit (A-criterium). 3. Geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht mogen worden (H-criterium). 4. Geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten (O-criterium). 5. Geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van achttien jaar (J-criterium). 6. Geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (=5 gram). Onder transactie wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper (G-criterium). 7. Geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland (I-criterium). 8. In de coffeeshop mag geen alcohol verkocht worden. In aanvulling op het landelijk kader gelden de volgende gemeentelijke gedoogcriteria. 9. De coffeeshop mag niet gelegen zijn binnen een straal van 200 meter én 250 meter loopafstand van een voortgezet onderwijs instelling en/of een middelbaar beroepsonderwijs instelling. 10. De coffeeshop mag niet in de directe nabijheid van speciaal basisonderwijs gevestigd zijn. 11. Vestigingsbeleid: exploitatie van een nieuwe coffeeshop is in principe niet toegestaan (stand-stillbeleid). Ook is uitbreiding van een bestaande coffeeshops of verplaatsing ervan niet mogelijk (verplaatsingsverbod). Overname van een coffeeshop is tot maximaal twee jaar na beëindiging van een coffeeshop toegestaan, mits aan alle gedoogcriteria wordt voldaan. 12. Voor coffeeshops geldt een sobere vergunning. Combinaties met activiteiten van modules uit andere beleidsterreinen is derhalve uitgesloten. Daarnaast is het niet mogelijk om gebruik te maken van de in de Horecanota opgenomen mogelijkheden: De voorlopige exploitatievergunning Een ontheffing om de inrichting langer open te houden (kraskaart verlaatje) Een ontheffing om meer geluid te mogen produceren (kraskaart toename geluidsproductie) Evenementenvergunning Kortlopende exploitatievergunning Gevelzitplaatsen Afkoelhalfuurtje 13. De exploitant(en) en beheerder(s) van een coffeeshop dienen in staat te zijn goede voorlichting volgens de preventie-certificering te geven aan bezoekers, zoals het geven van productinformatie en het wijzen op de effecten en risico s van cannabisgebruik. De exploitant(en) en beheerder(s) van een coffeeshop dienen te beschikken over preventiecertificaat voor coffeeshoppersoneel. 14. Bij de vergunningaanvraag dient een verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen conform artikel Leidraad invordering 2008 te worden overgelegd. Deze verklaring mag niet ouder zijn dan twee maanden. Hier uit dient te blijken dat de exploitant(en) van goed betalingsgedrag is/zijn. 15. De inrichting dient een open en transparant karakter te hebben en duidelijk zichtbaar te zijn vanaf de straatzijde. 16. De exploitant dient er voor zorg te dragen dat in en nabij de inrichting geen overlast/verstoring van de openbare orde wordt veroorzaakt. 17. Loketverkoop direct aan straat is verboden. Tevens mag vanuit de inrichting buiten de inrichting geen verkoop of levering van drugs plaatsvinden. 17

20 Colofon Directie Veiligheid Gemeente Rotterdam Oktober Vormgeving: Grafisch Bureau DUS Postbus KP Rotterdam Tel

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria: Casenummer 10G200903 Registratienr. 365938 / 365938 Coffeeshop beleid. Artikel 1: definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij

Nadere informatie

Coffeeshopbeleid Schiedam 2013 2017

Coffeeshopbeleid Schiedam 2013 2017 Coffeeshopbeleid Schiedam 2013 2017 Vastgesteld door de burgemeester op [datum] Voorwoord Coffeeshopbeleid moet rekening houden met veel verschillende belangen. Cannabisgebruikers, die op een veilige

Nadere informatie

Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet. Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer

Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet. Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR375267_1 15 maart 2016 Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer Inleiding

Nadere informatie

Coffeeshopbeleid Schiedam 2014 2018

Coffeeshopbeleid Schiedam 2014 2018 Coffeeshopbeleid Schiedam 2014 2018 Vastgesteld door de burgemeester op 19 december 2013 In werking getreden op 1 januari 2014 Voorwoord Coffeeshopbeleid moet rekening houden met veel verschillende belangen.

Nadere informatie

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396 Zaaknummer : 65344 Raadsvergaderin : 2 december 2014 Agendapunt : g Commissie : Bestuur Onderwerp : Informerende nota coffeeshop Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder :

Nadere informatie

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde NUL-BELEID COFFEESHOPS Gemeente Bellingwedde 2014 Aanleiding In archiefstukken wordt aangegeven dat de gemeente Bellingwedde een nul-beleid hanteert voor coffeeshops. Echter is er in het archief geen raadsbesluit

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tilburg. Nr. 32905 12 juni 2014 Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten Breda Eindhoven Helmond s-hertogenbosch Tilburg Gemeente Tilburg Vastgesteld

Nadere informatie

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Sittard-Geleen Nr. 246250 16 november 2018 Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Nadere informatie

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Nr.: INT18-1020 Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Hennepteelt en handel in hard- en softdrugs zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen en geprofessionaliseerd en daarmee ook de risico s die daar

Nadere informatie

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Vaststelling: 15 augustus 2012 Publicatie: 23 augustus 2012 Inwerkingtreding: 24 augustus 2012 Inhoud Samenvatting Inleiding 1. Nederlands drugsbeleid 2. Vormen

Nadere informatie

Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer

Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Deventer. Nr. 76486 21 augustus 2015 Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer Inleiding In dit document zijn de gedoogcriteria

Nadere informatie

De gemeenteraad van Gouda Oriënterende informatie coffeeshopbeleid naar aanleiding van de motie hierover dd 10 november 2011.

De gemeenteraad van Gouda Oriënterende informatie coffeeshopbeleid naar aanleiding van de motie hierover dd 10 november 2011. memo aan onderwerp van datum De gemeenteraad van Gouda Oriënterende informatie coffeeshopbeleid naar aanleiding van de motie hierover dd 10 november 2011. College van Burgemeester en Wethouders 15 mei

Nadere informatie

De Burgemeester besluit: 1. op grond van artikel 13b Opiumwet vast te stellen het Sanctiebesluit Coffeeshops 2013, dat luidt als volgt:

De Burgemeester besluit: 1. op grond van artikel 13b Opiumwet vast te stellen het Sanctiebesluit Coffeeshops 2013, dat luidt als volgt: B en W. nr. 13.0496 d.d, 11-6-2013 BB.nr. 13.044 Onderwerp Vaststelling Sanctiebesluit Coffeeshops 2013 Burgemeester en wethouders besluiten: Behoudens van de commissie 1. kennis te nemen van het besluit

Nadere informatie

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland Notitie coffeeshopbeleid gemeente Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Juridisch kader 4 3 De nul-optie 5 4 Handhaving nuloptie-beleid 7 PAGINA 2 1 Inleidi ng In de Nota afstemming coffeeshopbeleid in de politieregio

Nadere informatie

A: geen affichering: betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit.

A: geen affichering: betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit. BELEID VAN DE BURGEMEESTER ALS UITVOERING VAN DE KADERSTELLING VAN DE GEMEENTERAAD ZOALS VASTGESTELD OP 19 MEI 2008 MET BETREKKING TOT HET SOFTDRUGSBELEID VOOR DE GEMEENTE SLIEDRECHT (kort aangeduid als

Nadere informatie

Handhavingsarrangement prostitutie Alkmaar 2016

Handhavingsarrangement prostitutie Alkmaar 2016 CVDR Officiële uitgave van Alkmaar. Nr. CVDR441134_1 29 mei 2018 Handhavingsarrangement prostitutie Alkmaar 2016 Dit handhavingsarrangement geldt voor zowel de vergunde seksbedrijven als illegale prostitutie.

Nadere informatie

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet versie 24 januari 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 2 2. Doelstelling van artikel 13b Opiumwet... 2 3. Juridisch kader... 3 4. Handhavingsarrangement

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR403849_1. Coffeeshopbeleid Schiedam Inleiding

CVDR. Nr. CVDR403849_1. Coffeeshopbeleid Schiedam Inleiding CVDR Officiële uitgave van Schiedam. Nr. CVDR403849_1 29 mei 2018 Coffeeshopbeleid Schiedam 2014 2018 Voorwoord Coffeeshopbeleid moet rekening houden met veel verschillende belangen. Cannabisgebruikers,

Nadere informatie

HANDHAVINGSARRANGEMENT GEMEENTE ALMERE 2013

HANDHAVINGSARRANGEMENT GEMEENTE ALMERE 2013 HANDHAVINGSARRANGEMENT GEMEENTE ALMERE 2013 1. Inleiding Het thema handhaving is tamelijk omvangrijk. Het handhavingsvraagstuk krijgt in de bestuursrechtelijke praktijk steeds nadrukkelijker de aandacht.

Nadere informatie

Handhavingsmodel horeca en alcohol

Handhavingsmodel horeca en alcohol Handhavingsmodel horeca en alcohol Inleiding De Drank- en Horecawet (DHW) die op 1 januari 2013 inging, geeft aan dat er in 2013 een handhavingsmodel met betrekking tot de DHW moet worden vastgesteld.

Nadere informatie

Reden van het besluit:

Reden van het besluit: Onder een coffeeshop wordt in deze vergunning verstaan: een horecabedrijf in het bezit van vergunning voor het verstrekken van uitsluitend alcoholvrije drank waar handel in cannabisproducten plaatsvindt

Nadere informatie

Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting

Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting Algemeen De Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Nijmegen Artikel 151a van de Gemeentewet bepaalt, dat de gemeenteraad

Nadere informatie

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden: CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR172726_1 15 mei 2018 Damoclesbeleid Sittard-Geleen Damoclesbeleid Sittard-Geleen Artikel 13b Opiumwet De burgemeester van Sittard-Geleen: Overwegende:

Nadere informatie

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID VI 1. - i G E M E E N T E B O R N E Nummer: 14int03597 De Burgemeester van Borne gelet op artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, in overeenstemming met de in het lokale driehoeksoverleg en het districtelijk

Nadere informatie

Handhavingarrangement coffeeshopbeleid

Handhavingarrangement coffeeshopbeleid Handhavingarrangement coffeeshopbeleid gemeente Lelystad 2013 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Handhavingarrangement coffeeshopbeleid

Nadere informatie

Over drugs en de coffeeshop (Wat is het?)

Over drugs en de coffeeshop (Wat is het?) Vragen en antwoorden tijdelijke coffeeshop Almere Buiten de Meridiaan Over drugs en de coffeeshop (Wat is het?) 1. Wat is een coffeeshop? Een coffeeshop is een horecabedrijf. Een gesloten ruimte, waar

Nadere informatie

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR203206_1 12 juli 2016 Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast Inhoudsopgave 1. Inleiding -02-1.1. Vooraf -02-1.2. Beleidsmatig onderscheid -02-1.3.

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet Damocles

Beleidsregel handhaving Wet Damocles 1 "Al gemeente f(s Heemskerk Beleidsregel handhaving Wet Damocles 15 december 2014 BIVO/2014/30108 Illill Hl lllll lllll lllll lllll Z015994FE86 fë BELEIDSREGEL HANDHAVING WET DAMOCLES Inhoudsopgave Beleidsregel

Nadere informatie

N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop

N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR399988_1 4 juli 2016 N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop Versiebeheer Versiebeheer Versie Datum 1.0 9 september 2011 Wijzigingen Eerste uitgave

Nadere informatie

Coffeeshops in Dordrecht

Coffeeshops in Dordrecht Coffeeshops in Dordrecht Gedoog- en handhavingsbeleid op grond van artikel 13b Opiumwet Auteur J.H. Boogaard Sector Stads Bestuurs Centrum Afdeling Openbare orde en veiligheid Onderwerp Coffeeshopbeleid

Nadere informatie

Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art APV)

Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art APV) Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art. 3.2.1 APV) Algemeen De Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Nijmegen Artikel 151a van de Gemeentewet

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012 BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012 Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond, ieder voor zover bevoegd; b e s l u i t vast te stellen de Beleidsregel

Nadere informatie

De belangrijkste overwegingen om deze gedoogbeschikking te verstrekken zijn:

De belangrijkste overwegingen om deze gedoogbeschikking te verstrekken zijn: ~ besluit Fysieke Leefomgeving Retouradres: Postbus 10007, 8000 GA Zwolle De heer R. Lensink Noordsingel 45 8091 XD Wezep Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon 14038 www.zwolle.nl

Nadere informatie

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE p. 2 INLEIDING p. 3 OPDRACHT COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN p. 5 SELECTIE GEMEENTEN p. 6 DEELNEMENDE

Nadere informatie

1. AANLEIDING. Kleinschalige proef. Ervaring en evaluatie 2014. Uitgangspunten terrasvlonders

1. AANLEIDING. Kleinschalige proef. Ervaring en evaluatie 2014. Uitgangspunten terrasvlonders Terrasvlonders 2015 INHOUDSOPGAVE 1. AANLEIDING 3 Kleinschalige proef 3 Ervaring en evaluatie 2014 3 Uitgangspunten terrasvlonders 3 2. TERRASVLONDERS 2015 5 Voorwaarden 5 Proces van vergunningverlening

Nadere informatie

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV)

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) A In artikel 1:6, onderdeel d, wordt na gemaakt binnen ingevoegd: of gedurende. De volledige tekst van de bepaling

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Wettelijk kader voor coffeeshopbeleid

1. Inleiding. 2. Wettelijk kader voor coffeeshopbeleid Besluit van de burgemeester van Goeree-Overflakkee tot vaststelling van de Beleidsregels inzake coffeeshops en handhaving gemeente Goeree-Overflakkee 2013. 1. Inleiding Veel gemeenten in Nederland hebben

Nadere informatie

Coffeeshop handhavingsarrangement

Coffeeshop handhavingsarrangement Coffeeshop handhavingsarrangement Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016 Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016 Datum vaststelling: 26-05-2016 Inwerkingtreding: 02-06-2016 Kenmerk besluit: 2016-006596/c Publicatiedatum: 01-06-2016 Bijlage

Nadere informatie

Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond

Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond 1. Inleiding Coffeeshops zijn alcoholvrije horecagelegenheden waar handel in en gebruik van

Nadere informatie

NEE. Van: T. Hoogendoorn Tel nr: 06-83338347 Nummer: 15A.00811

NEE. Van: T. Hoogendoorn Tel nr: 06-83338347 Nummer: 15A.00811 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: T. Hoogendoorn Tel nr: 06-83338347 Nummer: 15A.00811 Datum: 17 augustus 2015 Team: JLV Tekenstukken: Nee Bijlagen: 3 Afschrift aan: n.v.t. N.a.v. (evt. briefnrs.):

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie CVDR Officiële uitgave van Lisse. Nr. CVDR404391_1 17 oktober 2017 Beleidsregel handhaving illegale prostitutie De Burgemeester van Lisse; Het college van Burgemeester en wethouders van Lisse Ieder vanuit

Nadere informatie

Naam Beleidsregels met gedoogvoorwaarden ten aanzien van coffeeshops (1996)

Naam Beleidsregels met gedoogvoorwaarden ten aanzien van coffeeshops (1996) Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2003 / 65 Naam Beleidsregels met gedoogvoorwaarden ten aanzien van coffeeshops (1996) Publicatiedatum 16 juli 2003 Opmerkingen - De beleidsregels zijn integraal overgenomen

Nadere informatie

Inhoudsopgave B E L E I D S R E G E L H O R E C A H A N D H A V I N G 2 0 0 2

Inhoudsopgave B E L E I D S R E G E L H O R E C A H A N D H A V I N G 2 0 0 2 12 juni 2002 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer BIVO/2010/29815 Wettelijke grondslag: Drank- en horecawet 1 1. Inleiding Een bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen. Titel 4.3 van Algemene

Nadere informatie

Nota van de Burgemeester

Nota van de Burgemeester gemeente Haarlemmermeer Nota van de Burgemeester onderwerp Damoclesbeleid gemeente Haarlemmermeer Burgemeester drs. Theo Weterings Datum besluit 30 augustus 201 6 inlichtingen C. Bremer (carola.bremer@haarlemmermeer.nl)

Nadere informatie

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie.

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Lisse. Nr. 51415 25 april 2016 Beleidsregel handhaving illegale prostitutie Kenmerk: W054469 / 58683 De Burgemeester van Lisse; Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Terrasvlonders

Terrasvlonders Terrasvlonders 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. AANLEIDING 3 Voortzetten van terrasvlonders 3 Uitgangspunten terrasvlonders 3 2. TERRASVLONDERS 2016 5 Voorwaarden 5 Proces van vergunningverlening 6 Toezicht en

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 14 030 www.utrecht.nl Commissie Mens & Samenleving Behandeld door J.C.D. Hofland Doorkiesnummer 030-28 61256 E-mail j.hofland@utrecht.nl Onderwerp Aanpassing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 24 077 Drugbeleid Nr. 293 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Titel: Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Vastgesteld: 31-05-2016 Treedt in werking: 7 juni 2016 Wettelijke basis: Artikel 13B Opiumwet

Nadere informatie

Scenario A. Gereguleerde cannabisketen

Scenario A. Gereguleerde cannabisketen Scenario A Gereguleerde cannabisketen Dit document bevat een beschrijving van een gereguleerde cannabisketen, waarbij de gehele keten van productie tot de levering aan de consument nieuw wordt vormgegeven.

Nadere informatie

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Uden Nr. 72039 27 maart 2019 Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Tekstplaatsing Zaakdossier: D00116735 De burgemeester van Uden; overwegende

Nadere informatie

Naam Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen, waarop de vergunningplicht van artikel 3 Dranken Horecawet van toepassing is (2007)

Naam Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen, waarop de vergunningplicht van artikel 3 Dranken Horecawet van toepassing is (2007) Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2007 / 83 Naam Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen, waarop de vergunningplicht van artikel 3 Dranken van toepassing is (2007) Publicatiedatum 30 mei 2007

Nadere informatie

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops Altena 2019

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops Altena 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Altena Nr. 3817 8 januari 2019 Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops

Nadere informatie

artikel 13b van de Opiumwet en de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Veenendaal (APV);

artikel 13b van de Opiumwet en de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Veenendaal (APV); De burgemeester van de gemeente Veenendaal; overwegende dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan

Nadere informatie

Horeca-interventiedraaiboek. Afdeling Ruimte

Horeca-interventiedraaiboek. Afdeling Ruimte Horeca-interventiedraaiboek Afdeling Ruimte Inleiding Voor u ligt het horeca-interventiedraaiboek. In dit stuk staat beschreven hoe en door wie overtredingen door (horeca-)s worden opgemerkt en welke maatregelen

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek 1. Inleiding De gemeenteraden van Elburg, Epe, Hattem, Heerde, Nunspeet en Oldebroek hebben

Nadere informatie

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen Beleidsregel Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen De aanpak van ondermijning OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Concernstaf, Openbare orde & veiligheid Inhoudsopgave De beleidsregel 2 Bijlage

Nadere informatie

Coffeeshops in Nederland Naleving en handhaving van coffeeshopregels. D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema

Coffeeshops in Nederland Naleving en handhaving van coffeeshopregels. D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema Coffeeshops in Nederland 2007 Naleving en handhaving van coffeeshopregels D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel te beschrijven hoe en in welke mate de landelijke

Nadere informatie

Toelichting Artikel 2.40a Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning

Toelichting Artikel 2.40a Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning Toelichting Artikel 2.40a Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning Afdeling 10A Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat Onderbouwing toevoegen artikel 2:40a Verbod

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Hattem op

Nadere informatie

Informatieavond coffeeshop Tennesseedreef. Maandag 4 februari 2019

Informatieavond coffeeshop Tennesseedreef. Maandag 4 februari 2019 Informatieavond coffeeshop Tennesseedreef Maandag 4 februari 2019 1. Coffeeshops in Utrecht Informatie 2. Beleidsregels over het in behandeling nemen van aanvragen om medewerking aan het vestigen van een

Nadere informatie

Wcj^r. Coffeeshops in Dordrecht. Gedoog-en handhavingsbeleid op grond van artikel 13b Opiumwet. Auteur Sector. Onderwerp Status In opdracht van Datum

Wcj^r. Coffeeshops in Dordrecht. Gedoog-en handhavingsbeleid op grond van artikel 13b Opiumwet. Auteur Sector. Onderwerp Status In opdracht van Datum Wcj^r i I llllllll lüll II Illll Uil Wil lil» lllli «in imi n. m».«., -..., MPGD1201106300759050S QD1 30.06,2011 0i09 Coffeeshops in Dordrecht Gedoog-en handhavingsbeleid op grond van artikel 13b Opiumwet

Nadere informatie

Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.)

Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.) Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.) gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2007 tot het invoeren van een vergunningenstelsel voor grow-, smart en headshops;

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Echt-Susteren. Nr. 176258 15 december 2016 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels voor aanpak van

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Gemeente Woerden 2017 Inhoud Inleiding... 2 Doelgroep... 2 Opbouw... 2 Invoering Digitaal Opkopers Register (DOR)... 3 Wettelijk kader... 3 Inkoopregister...

Nadere informatie

BELEIDSREGELS INDIENINGSVEREISTEN, EISEN EN PROCEDURE VAN EEN AANVRAAG OM EEN VERGUNNING EX ARTIKEL 2:28 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

BELEIDSREGELS INDIENINGSVEREISTEN, EISEN EN PROCEDURE VAN EEN AANVRAAG OM EEN VERGUNNING EX ARTIKEL 2:28 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING gemeente Hardinxveld-Giessendam BELEIDSREGELS INDIENINGSVEREISTEN, EISEN EN PROCEDURE VAN EEN AANVRAAG OM EEN VERGUNNING EX ARTIKEL 2:28 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HG 17758 GemHG/INT/12671

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Artikel 1 Algemeen Binnen gemeentegrenzen is sprake van drugshandel. Drugshandel wordt binnen gemeenten alleen gedoogd vanuit een coffeeshop.

Nadere informatie

Beleidsregels voor handhaving artikel 13b Opiumwet bij lokalen, woningen en coffeeshops

Beleidsregels voor handhaving artikel 13b Opiumwet bij lokalen, woningen en coffeeshops GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Veenendaal. Nr. 129092 28 december 2015 Beleidsregels voor handhaving artikel 13b Opiumwet bij lokalen, woningen en coffeeshops De burgemeester van de gemeente

Nadere informatie

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras)

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras) BIJLAGE 1D Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras) Exploitatievergunning ex artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke verordening van de gemeente Sittard-Geleen De burgemeester van Sittard-Geleen;

Nadere informatie

Oplegvel Informatienota

Oplegvel Informatienota Onderwerp Beleidsregels Handhaving Opiumwet Oplegvel Informatienota Portefeuille mr. B. B. Schneiders Auteur Dhr. J.A.M. Lubbers Telefoon 5113815 E-mail: jlubbers@haarlem.nl VVH/VHR Reg.nr. 2009/2531 ZONDER

Nadere informatie

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet CVDR Officiële uitgave van Bernheze. Nr. CVDR437645_1 12 juni 2018 Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet Inhoud 1. Inleiding 3 2. Juridische kader 3 3. Handhavingsbeleid artikel

Nadere informatie

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) 1 Beleidsregels voor de toepass van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuw evolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) De burgemeester van de Gemeente Waalwijk; Overwegende dat: In

Nadere informatie

ADVIESVRAGEN ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN

ADVIESVRAGEN ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN ADVIESVRAGEN ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE p. 2 INLEIDING p. 3 OPDRACHT COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN p. 5 SELECTIE GEMEENTEN

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Damoclesbeleid 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 WONINGEN. 20 december 2013

GEMEENTEBLAD. Nr Damoclesbeleid 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 WONINGEN. 20 december 2013 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hellendoorn. Nr. 4481 20 december 2013 Damoclesbeleid 2013 Nijverdal, 17 december 2013 Nr. 13INT04099 De Burgemeester van Hellendoorn, gelet op artikel 13b,

Nadere informatie

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Juridisch kader 3. Nul optiebeleid coffeeshops 4. Handhavingsbeleid artikel 13b van de Opiumwet 5. Afwijkingsbevoegdheid

Nadere informatie

Regionale Handhavingsmatrix Horeca. Auteur: Werkgroep Handhaving, Verzuip jij je toekomst?! Datum: December 2014

Regionale Handhavingsmatrix Horeca. Auteur: Werkgroep Handhaving, Verzuip jij je toekomst?! Datum: December 2014 Regionale Handhavingsmatrix Horeca Auteur: Werkgroep Handhaving, Verzuip jij je toekomst?! Datum: December 2014 1 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Wet BIBOB-beleidslijn BIBOB 1. In werking in

Nadere informatie

Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder. bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b

Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder. bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (de wet Damocles) Het Nederlandse drugsbeleid richt zich op

Nadere informatie

Burgemeester. De voorzitter van de Commissie Bestuur. Zeer geachte mevrouw Michels,

Burgemeester. De voorzitter van de Commissie Bestuur. Zeer geachte mevrouw Michels, Gemeente Den Haag Burgemeester Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag De voorzitter van de Commissie Bestuur Uw brief van Uw kenmerk Onderwerp Coffeeshopbeleid Ons kenmerk BSD/2013.280 RIS 257888

Nadere informatie

zaaknummer: blad: 1/7 datum nota: 20 oktober 2016

zaaknummer: blad: 1/7 datum nota: 20 oktober 2016 Burgemeesternota zaaknummer: 107649 blad: 1/7 datum nota: 20 oktober 2016 programma: 1. Bestuur en veiligheid werkdoel: 1522 - Beleid Vergunn. APV & Bijz. Wetten onderwerp: Actualisering coffeeshopbeleid

Nadere informatie

Coffeeshopbeleid gemeente Lelystad 2013

Coffeeshopbeleid gemeente Lelystad 2013 Coffeeshopbeleid gemeente Lelystad 2013 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Coffeeshopbeleid gemeente Lelystad 2013 Citeertitel

Nadere informatie

Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet)

Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet) Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet) Gemeente Apeldoorn Vastgesteld door de burgemeester op 18-1-2017 Vastgesteld in de driehoek op.. 2017 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Juridisch kader...

Nadere informatie

Het Rotterdamse model 2007-2012

Het Rotterdamse model 2007-2012 Erasmus School of Law Het Rotterdamse model 2007-2012 Ciroc 7-3-2012 Coffeeshops, het beste van twee kwaden Thaddeus Muller Opzet Intro Onderzoek Het Rotterdamse model? Effecten en

Nadere informatie

Handhavingsarrangement drugs 2008 Partners Doel van het handhavingsarrangement Taakverdeling bij de handhaving

Handhavingsarrangement drugs 2008 Partners Doel van het handhavingsarrangement Taakverdeling bij de handhaving GEMEENTE HOOGEVEEN Handhavingsarrangement drugs 2008 Partners - Gemeente Hoogeveen - Openbaar Ministerie Drenthe - district Zuid-West Drenthe Doel van het handhavingsarrangement In de vergadering van de

Nadere informatie

NULBELEID COFFEESHOPS GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM

NULBELEID COFFEESHOPS GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM NULBELEID COFFEESHOPS GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM 2012 1 Aanleiding In de gemeente Kaag en Braassem zijn geen coffeeshops gevestigd en dat moet naar de mening van het bestuur zo blijven. In de voormalige

Nadere informatie

Nulbeleid coffeeshops. gemeente Zeewolde

Nulbeleid coffeeshops. gemeente Zeewolde Nulbeleid coffeeshops gemeente Zeewolde 2 Aanleiding In de gemeenteraad is de discussie geweest, mede naar aanleiding van het VNG rapport Modernisering Cannabisbeleid waarin het failliet van het gedoogbeleid

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leusden. Nr. 107405 16 november 2015 Speelautomatenhalverordening Leusden 2015 De raad van de gemeente Leusden; gezien het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond, ieder voor zover bevoegd;

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond, ieder voor zover bevoegd; Jaar: 2012 Nummer: 30 Besluit: Burgemeester, B&W 17 april 2012 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012 Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Coffeeshopbeleid gemeente Lochem Hoofdstuk 1 Inleiding

GEMEENTEBLAD. Nr Coffeeshopbeleid gemeente Lochem Hoofdstuk 1 Inleiding GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Lochem Nr. 192515 8 november 2017 Coffeeshopbeleid gemeente Lochem 2017 Ons kenmerk: 2017-11936 De burgemeester van de gemeente Lochem, gelet op artikel 13b

Nadere informatie

LOKAAL HORECACONVENANT OLDEBROEK

LOKAAL HORECACONVENANT OLDEBROEK LOKAAL HORECACONVENANT OLDEBROEK Ondergetekenden: de burgemeester van de gemeente Oldebroek; hierna te noemen 'de burgemeester'; de politie Oost Nederland, team Veluwe Noord, te dezen vertegenwoordigd

Nadere informatie

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet Datum vaststelling 24 januari 2014 Datum inwerkingtreding 17 februari 2014 Laatste wijziging 3 februari 2016 Inwerkingtreding laatste wijziging

Nadere informatie

Coffeeshopbeleid. Augustus 2016

Coffeeshopbeleid. Augustus 2016 Augustus 2016 Versie Coffeeshopbeleid In deze infosheet leest u hoe het landelijke kader van het coffeeshopbeleid er uit ziet, wat de doelstellingen zijn en hoe het lokale coffeeshopbeleid daarbinnen kan

Nadere informatie

HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan

HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan door Floris Faes & Karin Bongers Utrecht, augustus 2010 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 Handhaving Gedoogvoorwaarden

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009 Jaar: 2009 Nummer: 21 Besluit: B&W 17 februari 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond; Besluit: vast te stellen

Nadere informatie

Coffeeshopbeleid Breda 2005. herziene versie 2009

Coffeeshopbeleid Breda 2005. herziene versie 2009 Coffeeshopbeleid Breda 2005 herziene versie 2009 1 nul. Inhoudsopgave één. Inleiding 3 twee. Sluitingsbeleid ten aanzien van de gedoogde coffeeshops 5 drie. Toelichting op het sluitingsbeleid 9 vier. Handhaving

Nadere informatie

Beleidsregel Horecahandhaving

Beleidsregel Horecahandhaving Beleidsregel Horecahandhaving 1. Inleiding Een horecabedrijf moet voldoen aan verschillende regels. De belangrijkste regels staan in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening Beesel), Wet op de kansspelen

Nadere informatie

Damoclesbeleid Echt-Susteren

Damoclesbeleid Echt-Susteren Geme ^Echt-Susteren Damoclesbeleid Echt-Susteren Artikel 13b Opiumwet 1 ste wijziging Damoclesbeleid Echt-Susteren Inhoudsopgave Artikel 1: Algemeen 3 Artikel 2: Lokalen 5 Softdrugs 5 Harddrugs 5 ArtikelS:

Nadere informatie

Stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Dranken Horecawet en Wet op de Kansspelen.

Stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Dranken Horecawet en Wet op de Kansspelen. Bijlage 2: Stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Dranken Horecawet en Wet op de Kansspelen. Er worden informatiebrieven verstuurd naar alle ondernemingen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b HELMOND 2013

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b HELMOND 2013 Jaar: 2013 Nummer: 82 Besluit: Burgemeester 25 oktober 2013 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b HELMOND 2013 Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond,

Nadere informatie

TEYLINGEN BURGEMEESTERSBESLUIT 2008/06788. Coffeeshop beleid. Beheer Leefomgeving. C.M, HoektfJ^Jsifc. De burgemeester besluit:

TEYLINGEN BURGEMEESTERSBESLUIT 2008/06788. Coffeeshop beleid. Beheer Leefomgeving. C.M, HoektfJ^Jsifc. De burgemeester besluit: BURGEMEESTERSBESLUIT TEYLINGEN onderwerp registratienummer Coffeeshop beleid 2008/06788 afdeling Beheer Leefomgeving paraaf afdelingshoofd ^ behandeld door datum besluit C.M, HoektfJ^Jsifc paraaf burgemeester

Nadere informatie