A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Aardrijkskunde Leerjaar: 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Aardrijkskunde Leerjaar: 2"

Transcriptie

1 A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Aardrijkskunde Leerjaar: 2 Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie-natuurlandschappen-klimaatfactorenweerverschijnselen) GLOBALISERING, OPWARMING van de AARDE Kerndoel(en): (1)- De leerlingen kunnen informatie- en communicatietechnologie toepassen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen. (3)- De leerlingen kunnen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen en vraagstukken aardrijkskundige werkwijzen toepassen 17)- De leerlingen kunnen de ligging en ruimtelijke spreiding van natuurlijke verschijnselen voor deelgebieden in Europa en de wereld beschrijven en verklaren. Leerdoel(en): De leerling leert: - de fysische processen achter de weersverschijnselen en de ruimtelijke spreiding van de klimaten - de fysisch-geografische ligging van Nederland en de daar voorkomende natuurlijke verschijnselen vergelijken met andere Europese landen. - de oorzaken en gevolgen van natuurlijke verschijnselen en menselijke activiteiten in verband met de opwarming van de aarde - wat de verschillen tussen rijke en arme landen zijn en hoe die ontstaan zijn - wat de opkomst van de nieuwe economische machten (China en India) kan veranderen - welke veranderingen in de economische sectoren hebben plaatsgevonden en het landschap hebben veranderd - wat de invloed van de overheid op de ruimtelijke inrichting van het platteland - hoe de verstedelijking van Nederland is verlopen vanaf de Middeleeuwen - hoe mainport Rotterdam is kunnen ontstaan en hoe belangrijk Rotterdam is voor onze welvaart - welke landschappelijke veranderingen mainport Rotterdam heeft veroorzaakt - hoe de opwarming van de aarde ontstaat en welke gevolgen die opwarming kan hebben(nederland) - de voorgeschiedenis, oorzaken en kenmerken van globalisering Onderwerp(en): Hoofdstuk Bestaansmiddelen kaart 0-9 Aangeboden in: Vaklessen Periode: Aantal toetsen: 2 Toetsvormen: Weging: pw 3x Hoofdstuk klimaat en weer Klimaat vaklessen 3 pw 3x hoofdstuk bestaansmiddelen diensten en mainport Rotterdam vaklessen 2 presentatie 2x hoofdstuk Globalisering kaart 1-7 vaklessen 1 pw 3x wordt aan gewerkt: themaonderwerp opwarming van de aarde Volgorde van de hoofdstukken kan veranderen. Ook de inhoud kan op kleine themalessen

2 onderdelen verschillen B. VAARDIGHEDEN Vaardigheden rubrieken: Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed Presentatie De mondelinge presentatie (poster, verslag, rol) is onsamenhangend en sluit niet aan op de vraag/opdracht. De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) is een verzameling gegevens met een kop en een staart maar sluit niet aan op de vraag/opdracht De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; de onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart. De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.). Samenwerken De leerling wilde niet samenwerken of werkte in een groep contraproductief. De leerling heeft goed samengewerkt en wilde ook opdrachten van anderen uitvoeren. De leerling heeft goed samengewerkt en heeft initiatieven genomen om de groep goed te laten samenwerken. De leerling heeft goed samengewerkt en nam de rol van leider op zich; dank zij hem functioneerde de groep als geheel. Kaartvaardigheden De leerling gebruikt bij de atlas niet de juiste zoekmethodes, kent de orten kaarten niet en weet ze niet te gebruiken De leerling gebruikt bij de atlas de juiste zoekmethodes, kent en gebruikt kaarten, past kaartlezen toe en kan plaatsen e.d. op een kaart lokaliseren. De leerling gebruikt bij de atlas de juiste zoekmethodes, kent en gebruikt kaarten, past kaartlezen, kaartanalyse en kaartinterpretatie toe, kan luchtfoto s en kaarten vergelijken, kan plaatsen op een kaart e.d. lokaliseren De leerling gebruikt bij de atlas de juiste zoekmethodes, kent en gebruikt kaarten, past kaartlezen, kaartanalyse en kaartinterpretatie toe, kan luchtfoto s en kaarten vergelijken, kan plaatsen op een kaart e.d. lokaliseren en zelf met aangereikte gegevens een kaart maken

3 C. KENNEN EN KUNNEN Kennen en kunnen lijst Onderwerpen: BESTAANSMIDDELEN (landbouw-industrie-diensten-mainport Rotterdam) KLIMAAT en WEER (kllimaatclassificatie-natuurlandschappen-klimaatfactorenweerverschijnselen) GLOBALISERING, OPWARMING van de AARDE Kennen Kunnen De leerlingen kent de volgende begrippen Hoofdstuk bestaansmiddelen - economische sector - primaire sector - secundaire sector - tertiaire sector - quartaire sector - informele sector - commerciële diensterlening - niet-commerciële dienstverlening/ maatschappelijke diensten - basisindustrie - zware industrie - eindproduct - lichte industrie - vervolgindustrie - grondstoffen - hulpstoffen - consumptiegoederen - productiefactoren - natuur arbeid kapitaal - bedrijfsvergroting - ijzer en staalindustrie - schaalvergroting - mechanisatie -intensivering - specialisatie - automatisering - verplaatsing - multinational - vestigingsplaatsfactoren/voordelen - draagvlak - drempelwaarde - reikwijdte - mainport - grote en kleine schaal - achterland en afzetmarkt - havenactiviteiten - overslag(bedrijf) - logistiek - infrastructuur - distributiecentrum - bulkgoederen - stukgoederen - container - containerterminal - chemische industrie - raffinaderij - locaal - regionaal De leerling kan hoofdstuk bestaansmiddelen - orten bedrijven onderbrengen bij de vier economische sectoren - de indeling van de economische sectoren in vier sectoren verklaren - verklaren waarom de informele sector een vijfde sector kan zijn - de verschillen en overeenkomsten aangeven tussen zware en lichte industrie; basis en vervolgindustrie; grondstoffen en hulpstoffen; grondstof, halffabricaat en eindproduct; eindproduct en consumptiegoed - verklaren waarom de drie productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal nodig zijn bij het produceren van goederen en diensten - verklaren waarom kennis als vierde productiefactor gezien kan worden - voorbeelden noemen van bedrijfsvergroting, mechanisatie, specialisatie; verplaatsing, intensivering, automatisering, multinational. - verklaren waarom de begrippen in het vorige punt allemaal voorbeelden zijn van schaalvergroting - voorbeelden noemen van basis industrie, vervolgindustrie - verklaren waarom bedrijven zich vestigen bij een grondstof, een afzetmarkt op haven - aan de hand van een aantal factoren het ondernemingsklimaat in een land beoordelen - die drie verstedelijkingsmodellen tekenen - de ontstaansgeschiedenis van Rotterdam beschrijven - het verschil duidelijk maken tussen een grootschalige en kleinschalige kaart - de begrippen mainport, achterland, logistiek en distributiecentrum met elkaar in verband brengen. - kort beschrijven wat de productielijn is van ruwe olie via halffabricaat naar eindproduct. - het verschil duidelijk maken tussen bulkvervoer en containervervoer. - kort beschrijven waarom de tweede maasvlakte belangrijk is voor de Rotterdamse haven - kort beschrijven welke problemen Rotterdam heeft met zijn vervoer en infrastructuur

4 - nationaal - internationaal - maasvlakte (eerste en tweede) hoofdstuk Weer en klimaat Je kent de begrippen - klimaat en klimaat - klimaatzone/luchtstreek-zone - klimaatclassificatie - klimaatsysteem van Köppen - warme (tropische) klimaten - palm-, loofboom-, boomgrens - tropische regenwoudklimaat - savanneklimaat (moesnklimaat) - droge klimaten - woestijnklimaat - steppeklimaat - gematigd-,maritiem-, zeeklimaat - mediterraan-, subtropisch klimaat - continentaal-, landklimaat - koude klimaten - hooggebergteklimaat - toendraklimaat - aride en semi-aride - itherm - thermische/wiskundige begrenzing - klimaatdiagram - oorspronkelijke plantengroei - vegetatie - cultuurgrond - ingericht landschap - chonologie - natuurlijke zones - natuurlandschappen - aride en semi-aride - Tropisch regenwoud - Licht tropisch regenwoud - Savanne - Grassteppe (prairie, pampa, veld) - Woestijn en woestijnsteppe - Altijdgroene mediterrane vegetatie - Zomergroen loofwoud - Noordelijke naaldwouden (taiga) - Overig naaldwoud - Hooggebergtevegetatie Je kent de volgende begrippen: - breedteligging - rotatie - omlooptijd - aardrevolutie - hemelevenaar - stralingsbalans - hoge/lage breedte - zeestromen - warme en koude zeestromen - aanlandige wind, aflandige wind - ijsdag en zomerse dag - itherm - een aantal concurrenten van Rotterdam op een kaart kunnen aanwijzen en aan kunnen wijzen waar het achterland van Rotterdam ligt. kort beschrijven hoe belangrijk een mainport is op locale, regionale, nationale en internationale schaal hoofdstuk Weer en klimaat je kunt: - op een klimaatkaart van de wereld aanwijzen om welke klimaten het gaat - het klimaatsysteem van Koppen uitleggen, de indeling, de grenzen - uitleggen op welke manier de natuurlijke plantengroei met de klimaatclassificatie van Koppen te maken heeft. - een klimaatdiagram maken met behulp van een tabel - een klimaat herkennen aan het klimaatdiagram - natuurlandschappen herkennen op foto s - een klimaat/natuurlandschap presenteren volgens de expertmethode Je kunt: - een tabel maken van een aantal gegevens - d.m.v.een proefje de invloed van de breedteligging op de temperatuur uitleggen en tekenen. - in diezelfde tekening ook de invloed op het klimaat, van de langere weg door de dampkring verklaren. - d.m.v. een tekening het begrip revolutie uitleggen en daarmee de seizoenen in een aantal klimaten verklaren - d.m.v. een tekening de invloed van zeewater, zeestromen en windrichting op de landtemperatuur(en neerslag) uitleggen. - op een wereldkaartje de voor het Nederlandse klimaat belangrijke zeestromen tekenen. - door het gebruik van het trefwoordenregister in de atlas klimaatgegevens van Nederland vinden - uitleggen door middel van een tekening hoe een gebergte voor een klimaatscheiding zorgt. - door middel van een tekening verklaren waarom de zuidhelling relatief warm is. - d.m.v. een tekening de neerslaghoeveelheid aan beide zijden van een gebergte verklaren. - de hoogtegordels op een berghelling tekenen

5 - saliniteit-zeewater. - Reliëf - Hoogteligging - Zuidhelling en noordhellng - plantengroeizone/hoogtegordel - sneeuwgrens - loefzijde en lijzijde - stuwingsregen en regenschaduw - temperatuurdaling per 100 meter - de weerelementen - KNMI - Lucht - atmosfeer, hydrosfeer en lithosfeer - ablute nulpunt (Kelvin) - celsius en fahrenheit - luchtdruk - lage druk en hoge druk - Corioliseffect, wet van Buys Ballot - Vloeibare-,vaste-, gasvorm van water - regen,mist,sneeuw,hagel,ijzel - stuwing-, stijgings- frontale regen - condensatie, verdamping en sublimatie - evaporatie, evatransporatie - korte/lange waterkringloop Hoofdstuk Globalisering - globalisering - internationalisering - tarieven, tariefmuur - wereldhandel - ablute en relatieve afstand - wereldvoedselstromen - zelfvoorziening - internationale arbeidsverdeling - wereldsysteem - global village - centrum, kern - periferie, semi-periferie - gobal shift - new industrialised countries - tijderlanden - uitschuiven - kennisintensieve producten - exploitatie- en vestigingskolonie - kolonialisme en dekolonisatie - industriële revolutie - imperialisme - neokolonialisme - ruilvoet (verslechtering) - eenzijdige economie - Ruimtelijke interactie, infrastructuur - Transportmiddelen - Ruimtelijke interactie en tijdruimtecompressie - Hub en spoke - BNP - WHO je kunt: - de waterkringloop tekenen met daarin de belangrijkste vormen van water. - de kringloop van stijgende en dalende lucht (lage druk en hoge druk) en luchtuitwisseling tekenen - tabelgegevens en grafiekgegevens aflezen - een eenvoudig weerbericht maken met enkele eigen waarnemingen en meetgegevens - informatie van een neerslagvorm presenteren aan andere leerlingen d.m.v. de expertmethode verdieping/krantenles - zelfstandig weergegevens verzamelen en een weervoorspelling maken - een aantal praktische weerproefjes zijn in voorbereiding hoofdstuk globalisering je kunt: - beschrijven en aanwijzen op een wereldkaart hoe er verschuivingen in de tijd hebben plaatsgevonden tussen centrum- en periferiegebieden - de begrippen die te maken hebben met het overheersen van overzeese gebiedsdelen in historische perspectief zetten en kort beschrijven - beoordelen op welke schaalniveau een knooppunt zich bevindt. Bij de themalessen komen o.a. de volgende begrippen aan de orde - rentmeester(schap) - vooruitgangsgeloof - milieu - sferen - kringlopen - hydrosfeer - lithosfeer - atmosfeer - biosfeer

6