Werkblad 3.1 Opdracht 3, module 3, les 3

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkblad 3.1 Opdracht 3, module 3, les 3"

Stefanie van der Laan
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Werkblad 3.1 Opdracht 3, module 3, les 3 1. Luister naar deel 1 van het gesprek. 2. Lees de zinnen. 3. Wat vertelt de juf? Kruis aan: ja of nee. 1. De kinderen praten in de kring. 2. De kinderen lezen iedere dag. 3. De kinderen helpen elkaar op school. 4. De kinderen mogen niet zelfstandig werken. ja nee

Wat vertelt de juf? Kruis aan: ja of nee. 1. De kinderen praten in de kring.

2 Werkblad 3.2 Opdracht 3, module 3, les 3 1. Luister naar deel 2 van het gesprek. 2. Lees de zinnen. 3. Wat vertelt de juf nog meer? Kruis aan: ja of nee. 1. In groep 3 spelen de kinderen de hele dag. 2. De kinderen leren rekenen op school. 3. De kinderen werken in groepjes. 4. De kinderen maken iets van klei. ja nee

In groep 3 spelen de kinderen de hele dag. 2.

3 Werkblad 3.3 Opdracht 3, module 3, les 3 1. Luister naar deel 3 van het gesprek. 2. Lees de zinnen. 3. Wat zien de ouders op school? Kruis aan: ja of nee. 1. Het gymlokaal 2. Het overblijflokaal 3. De wc 4. De aula 5. Het schoolplein ja nee

Kruis aan: ja of nee. 1. Het gymlokaal 2.

4 Werkblad 3.4A Opdracht 4, module 3, les 3 Wat doen de kinderen op school? Zoek de goede zin bij de foto. 1. Ze leren schrijven. 2. Ze spelen buiten. 3. Ze knippen en plakken. 4. Ze leren lezen.

5 5. Ze doen een spelletje. 6. Ze lezen zelf. 7. Ze werken in groepjes. 8. Ze praten in de kring. 9. Ze krijgen gymles. 10. Ze leren rekenen.

6 Werkblad 3.4B Opdracht 4, module 3, les 3 A. B.

7 C. D. E.

8 F. G. H.

9 I. J.

10 Werkblad 3.5 Opdracht 12, module 3, les 3 1. Als je een boekje gaat lezen, dan moet je: - stil kunnen zitten. ja /nee - zes jaar zijn. ja /nee - letters kennen. ja /nee - vragen durven stellen. ja /nee - goed Nederlands spreken. ja /nee - begrijpen wat op een plaatje staat. ja /nee 2. Als je een woordje wilt schrijven, dan moet je: - letters herkennen. ja /nee - weten wat boven en onder is. ja /nee - goed Nederlands kunnen spreken. ja /nee - lijntjes kunnen trekken. ja /nee - lang stil kunnen zijn (niet praten). ja /nee - een pen vast kunnen houden. ja / nee

ja /nee 2. Als je een woordje wilt schrijven, dan moet je: - letters herkennen. ja /nee - weten wat boven en onder is.

11 3. Als je mee doet aan een kringgesprek, dan moet je: - goed Nederlands kunnen verstaan. ja /nee - vragen durven stellen. ja /nee - zeven jaar zijn. ja /nee - de leerkracht aankijken. ja /nee - stil kunnen zitten. ja /nee - de namen van alle kinderen weten. ja /nee 4. Als je iets met je handen gaat maken, dan moet je: - goed kunnen knippen. ja /nee - goed kunnen lezen. ja /nee - creatief zijn. ja /nee - stil kunnen zitten. ja /nee - begrijpen wat juf of meester zegt. ja /nee - kleuren kennen. ja /nee

ja /nee - de namen van alle kinderen weten. ja /nee 4.

12 5. Als je mee doet aan de gymles, dan moet je: - lenig zijn. ja /nee - je kunnen uitkleden en aankleden. ja /nee - goed kunnen springen. ja /nee - niet bang zijn. ja /nee - op de tenen kunnen lopen. ja /nee - zeggen dat je iets niet kunt. ja /nee

13 Werkblad 3.6 Opdracht 13, module 3, les 3 1 Luister naar de woorden. Praat mee. 2 Bespreek de woorden met elkaar. Welke woorden begrijpt u niet? Schrijf deze woorden op.

14 Werkblad 3.7 Opdracht 13, module 3, les 3 Pak een kaartje. Stel de vraag aan een andere cursist. Zit uw kind op een leuke school? Kan uw kind overblijven op school? Uw kind is ziek. Wat moet u doen? Hoe heet de school van uw kind?

15 Hoe heet de leerkracht van uw kind? Brengt u uw kind naar school? Hoe laat begint de school? Wat is het telefoonnummer van school? Wat doet uw kind in de pauze? Vindt uw kind het leuk op school?

16 Werkblad 3.8 Opdracht 13, module 3, les 3 Pak een kaartje. Lees het woord. Laat het woord zien, of omschrijf het woord. U mag het woord niet zeggen! een boekje lezen het fruit de computer voorlezen

17 praten in de kring de handtekening een liedje zingen de bibliotheek schrijven

18 het schoolplein de pauze overblijven de leerkracht de basisschool

19 Werkblad 3.9 Opdracht 13, module 3, les 3 1. Speel het spelletje. 2. Geef daarna antwoord op de vragen. - Vindt u dit een leuk spel? - Gaat u dit spel met uw kind spelen?

20 Werkblad 3.10 Opdracht 13, module 3, les 3 Nieuwsbrief 8 23 februari 2004 Hierbij ontvangt u de achtste Nieuwsbrief van het schooljaar We verwelkomen Boris als leerling van onze school. Rapport Vandaag krijgen alle leerlingen van groep 2 t/m 8 het eerste schriftelijke rapport van dit schooljaar mee naar huis. Mocht u naar aanleiding van het rapport de groepsleerkracht willen spreken dan kunt u daarvoor een afspraak maken. In april ontvangt u een uitnodiging voor een gesprek. Wilt u het rapport zo snel mogelijk na de voorjaarsvakantie weer op school inleveren? Verkleedfeest Vrijdag 27 februari vieren wij het verkleedfeest. De leerlingen en leerkrachten wordt gevraagd deze dag verkleed naar school te komen. Ook dit jaar zijn er prijsjes beschikbaar voor de leukste en origineelste kostuums. De leerlingen van alle groepen zullen voor elkaar gaan optreden. Deze optredens beginnen om 9.00 uur in de aula van de school. Ouders en andere belangstellenden zijn bij dit gedeelte van de ochtend van harte welkom.

Mocht u naar aanleiding van het rapport de groepsleerkracht willen spreken dan kunt u daarvoor een afspraak maken. In april ontvangt u een uitnodiging voor een gesprek.

21 Open middag Dinsdagmiddag 9 maart staat de school open voor vaders, moeders, opa's en oma's om eens een kijkje te nemen in de school en in de klas. De (klein)kinderen laten dan zien wat ze op een dag zoal doen. Een gymles kan daar ook deel van uitmaken. En wie weet, kan oma nog een demonstratie van het zwaantje in de ringen geven. Na de krokusvakantie kunt u een uitnodiging met de details verwachten. Klassenouders Dit schooljaar zijn we gestart met een nieuw fenomeen: de klassenouder. Maar wat is een klassenouder? Een klassenouder is een vader of moeder die voor de groep van het eigen kind allerlei handen spandiensten verricht. Dan kunt u denken aan helpen bij het organiseren van activiteiten voor de groep, zoals uitjes, de verjaardag van de leerkracht, enz. Kortom, echte groepsactiviteiten. De klassenouder kan ook optreden als contact tussen de leerkracht en de ouders van de groep. Het leuke van het klassenouderschap is dat je als ouder zo direct bij de groep van je kind wordt betrokken. Klassenouders worden aan het begin van het schooljaar door de leerkracht van de groep gevraagd. Voor dit jaar zijn de klassenouders: - Groep 1/2: Debby van der Weerd (moeder van Romy) - Groep 3/4/5: Rachida Jahangier (moeder van Ieram) - Groep 6/7/8: Petra Plasmeyer (moeder van Dunja) Foto s We hebben weer hele leuke foto s gemaakt op de maandafsluiting. U kunt de foto s zien op onze website U kunt de foto s ook bij juf Hannie nabestellen.

22 Belangrijke data 27 februari Verkleedfeest 1 t/m 5 maart Voorjaarsvakantie 9 maart Open middag 13 april Middenbouw naar bibliotheek, bezoek kinderboekenschrijver

Vergelijkbare documenten

Werkblad 7.1 Opdracht 3, module 3, les 7

Werkblad 7.1 Opdracht 3, module 3, les 7 Lees de vragen. Kruis aan: ja of nee. ja nee 1. Wil de moeder over haar kind praten? 2. Kan de juf s morgens over het probleem praten? 3. Onderbreekt de juf de