Drakenbrood. Ingrediënten. 500 g bloem of tarwemeel 1 zakje gist 3 dl lauw water 20 g boter 10 g zout rozijnen. Werkwijze

Transcriptie

1 Drakenbrood 500 g bloem of tarwemeel 1 zakje gist 3 dl lauw water 20 g boter 10 g zout rozijnen Doe de bloem in een kom. Maak een kuiltje en voeg de gist met het water en boter toe. Strooi het zout langs de buitenrand. Kneed het deeg. Laat het deeg afgedekt rijzen tot een dubbele hoeveelheid. Kneed het deeg door en vorm er het drakenbrood van op een bakplaat. Vorm met de rozijnen de ogen. Laat het opnieuw afgedekt rijzen. Knip evt. wat schubben in de draak voordat het in de oven gaat. Verwarm de oven voor op 200 C. Bak het brood in ca. 25 tot 35 minuten gaar (afhankelijk van de dikte). Als het hol klinkt is het brood gaar. Laat het brood afkoelen op een rooster.

2 Kerstkoekjes (ongeveer 30 stuks) 250 g bloem 125 g roomboter 100 g suiker 1 ei 2 tl sinaasappelrasp Doe alle ingrediënten in een kom en maak er een mooie deegbal van. Leg het een half uur in de koelkast. Verwarm de oven voor op 200 ºC. Haal het deeg uit de koelkast. Rol het uit en steek er leuke kerstfiguurtjes uit van ongeveer ½ cm. dik. Bak de koekjes ca. 15 minuten en laat ze afkoelen op een rooster.

3 Paashaantjes (ongeveer 12 stuks) 1 kilo tarwemeel 60 g suiker 1 tl zout 6 dl melk 2 zakjes droge gist 3 eieren 60 g boter rozijnen Meng de suiker en het gezeefde meel in een kom. Maak een kuiltje in dit mengsel en strooi het zout op de rand. Verwarm de melk tot ongeveer 40 ºC in een pannetje. Los de gist op in de melk en giet dit in het kuiltje meel. Voeg de 3 eieren bij de melk toe en laat dit 10 minuten staan. Kneed met koude handen vanuit het midden van het beslag. Als het deeg zich gevormd heeft, kan je de boter er door kneden. Vervolgens nog 10 minuten kneden. Als het deeg te nat is, voeg dan nog een klein beetje meel toe. Laat het deeg een nacht in een grote kom in de koelkast rijzen. Vorm er de volgende dag haantjes van en gebruik de rozijnen voor de ogen. Verwarm de oven voor op 200 ºC. Laat nog even rijzen en bak de haantjes 20 tot 25 minuten in de oven. Laat de haantjes afkoelen op een rooster.

4 Sober paasbrood 500 g tarwemeel 1 zakje gist 3 dl lauwwarm water 10 g zout Doe het meel in een kom. Maak een kuiltje en voeg gist met het water toe. Strooi het zout op de rand en kneed vanuit het midden tot een mooi deeg. Bestrooi een werkblad met meel, leg het deeg erop en kneed het met de handpalmen stevig door. Laat het afgedekt rijzen tot een dubbele hoeveelheid. Bestrooi het werkblad met wat meel en kneed het deeg nog even door maar niet te hard. Vorm van het deeg een brood. Leg het in een ingevette bakvorm en snijd het aan de bovenkant in (zodat het brood niet openbarst in de oven). Laat het brood afgedekt rijzen tot de dubbele hoeveelheid. Verwarm de oven voor op 200 ºC en bak het ongeveer in ca. 45 minuten gaar. Het brood is gaar als het hol klinkt als je er op klopt. Leg het op een rooster en laat het afkoelen.

5 Kerststol 300 g rozijnen 100 g krenten 50 g sukade, in stukjes 50 g oranje snippers 50 g blanke amandelen, gehakt 500 g bloem 10 g zout 25 g witte basterdsuiker ½ tl kaneel geraspte schil van 1 citroen 40 g verse gist 1½ tot 2 dl lauwwarme melk (40 ºC) 1 tl suiker 1 ei 75 g gesmolten boter 250 g amandelspijs 1 tot 2 el koffieroom 1 tot 2 el citroensap poedersuiker Rozijnen en krenten wassen in warm water. Laat ze in zoveel warm water dat ze net onderstaan ongeveer 30 minuten wellen. Vervolgens drogen en vermengen met de sukade, amandelen en oranjesnippers. Bloem (gezeefd), zout, basterdsuiker, kaneel en de helft van de citroenrasp mengen. Los de gist op in de melk en roer de suiker erdoor. Laat de gist staan tot zich aan de oppervlakte belletjes hebben gevormd. Maak een kuiltje in de bloem en voeg de gistoplossing, de helft van het ei en de boter erin. Roer met een mixer (met deeghaken) vanuit het midden tot een soepel deeg ontstaat. Bestuif het aanrecht met bloem en kneed en besla het deeg hierop tot het elastisch is. Laat het deeg met een vochtige doek ongeveer 1 uur rijzen. Vermeng de amandelspijs met de overgebleven citroenrasp, ei, koffieroom en citroensap en vorm er een rol van. Kneed en besla opnieuw en voeg de vulling in delen toe. Maak van het deeg een ovale lap. Leg de rol spijs in het midden en vouw de lap deeg er in de lengte over. Leg de stol op een bakplaat en bestrooi de stol met wat bloem. Laat de stol afgedekt nog ca. 45 minuten rijzen.

6 Oven voorverwarmen op 225 ºC. Plaats de bakplaat iets onder het midden van de oven en bak de stol in ca. 45 minuten gaar. Als het hol klink is het brood gaar. Bestrijk de bovenkant van de stol meteen met wat gesmolten boter en laat het vervolgens afkoelen op een rooster. Bestrooi de kerststol met poedersuiker.

7 Sinterklaaskoekjes (ongeveer 40 stuks) 250 g bloem 140 g donkere basterdsuiker 150 g koude boter 1½ tl speculaaskruiden 1 tl sodiumbicarbonat (zuiveringszout, verkrijgbaar bij de drogist) 4 etl melk Meng alle ingrediënten en laat de deegbal een half uur in de koelkast rusten. Rol er een lap van ongeveer ½ cm dik van. Steek hier leuke figuurtjes uit. Verwarm de oven voor op 170 C en bak de koekjes in ± 15 minuten gaar.

8 Luilakbollen (10 stuks) 250 g bloem 1 mespunt zout 1¼ dl melk (lauw) 25 g gist 50 g boter 50 g krenten 50 g rozijnen 1 tl kaneel 1 ei stroop Zeef de bloem, kaneel en het zout boven een kom. Los de gist op in de lauwe melk. Smelt de boter in een pannetje en laat het afkoelen. Maak een kuiltje in de bloem en giet de gistoplossing en de gesmolten boter in het kuiltje. Kneed dit tot een soepel deeg. Laat dit afgedekt met een vochtige doek een uur op een warme plaats rijzen. Kneed de krenten en rozijnen door het gerezen deeg en maak er 10 bolletjes van. Leg de bolletje op een bakplaat met bakpapier en druk ze een beetje plat. Laat de bolletjes nog eens 30 minuten rijzen. Bestrijk vervolgens de bovenkant van de bolletjes met ei. Bak de bolletjes in een voorverwarmde oven op 225 C gaar. Serveer de bolletjes met wat stroop.

9 Driekoningencake 200 g boter 200 g suiker 4 eieren 200 g zelfrijzend bakmeel 2 zakjes vanillesuiker beetje kaneel 3 gedroogde bonen Mix de suiker en boter. Voeg 1 voor 1 de eieren toe. Blijf na elk ei even mixen voordat je het volgende ei toevoegt. Doe dan de vanillesuiker en het kaneel erbij. Het zelfrijzend bakmeel beetje bij beetje toevoegen en weer mixen. Doe het beslag in een beboterde vorm en laat de bonen willekeurig op een plek vallen. Oven voorverwarmen op 160 C. Bak de cake in ongeveer 1 uur tot 1¼ uur gaar.

10 Luciakoekjes (ongeveer 30 stuks) 250 g bloem 125 g roomboter 100 g suiker 1 zakje vanillesuiker 1 ei 1 tl kurkuma (voor de kleur) Meng de kurkuma met het bloem, zodat de kurkuma goed verdeeld is. Voeg de overige ingrediënten toe en maak er een deegbal van. Laat deze in plastic folie een half uur in de koelkast rusten. Verwarm de oven voor op 200 ºC. Haal het deeg uit de koelkast en rol er een lap van, ongeveer ½ cm dik. Steek er koekjes uit en bak ze ongeveer 15 minuten in de oven. Laat ze afkoelen op een rooster.