Monitor racisme & extreem-rechts Opsporing en vervolging in Jaap van Donselaar Peter R. Rodrigues

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor racisme & extreem-rechts Opsporing en vervolging in 20 02. Jaap van Donselaar Peter R. Rodrigues"

Transcriptie

1 Monitor racisme & extreem-rechts Opsporing en vervolging in Jaap van Donselaar Peter R. Rodrigues

2 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Donselaar, Jaap van Monitor racisme en extreem-rechts. Opsporing en vervolging in 2002 / Jaap van Donselaar, Peter R.Rodrigues Amsterdam: Anne Frank Stichting, Leiden: Departement Bestuurskunde, Universiteit Leiden. ISBN: Trefwoorden: monitor / racisme / extreem-rechts Anne Frank Stichting / Universiteit Leiden, 2003 Anne Frank Stichting / Onderzoek en Documentatie Postbus 730, 1000 AS Amsterdam, tel Ontwerp: Karel Oosting Druk: De Volharding, Amsterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without the prior written permission from the publisher

3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Wetsbepalingen 7 3 Instructies, Richtlijnen en Aanwijzingen 10 4 Landelijk Expertise Centrum Discriminatie 13 5 Instroom 14 6 Afdoeningen Sepot Transacties Veroordelingen 21 7 Verdachte, locus delicti en slachtoffer Verdachte Locus delicti Slachtoffer 28 8 Lokale verschillen 32 9 Slotopmerkingen 37

4 1 Inleiding De basis voor de huidige discriminatieverboden ligt in het Internationaal Verdrag ter Uitbanning van al le vormen van Rassendiscriminatie (ivur). Dit verdrag is in 1966 door Nederland geratificeerd en leidde in 1971 tot nieuwe discriminatieverboden in het Wetboek van Strafrecht. Op dat moment meende menig Kamerlid nog dat de Nederlandse situatie geen aanleiding gaf om tot dergelijke wetgeving over te gaan. Inmiddels weten we beter. Het debat dat ruim dertig jaar geleden in de Tweede Kamer werd gevoerd over de grenzen tussen de vrije meningsuiting en het discriminatieverbod is nog steeds actueel. Vandaag de dag wordt soms betoogd dat de rechtspraak teveel ten faveure van het non-discriminatiebeginsel is (geweest). Sommigen menen zelfs dat afschaffing van deze strafrechtelijke discriminatieverboden de voorkeur verdient. 1 Het is in dit verband van belang te benadrukken dat de discriminatieverboden hun grondslag niet hebben in art.1 Grondwet, maar in het ivur. Het schrappen van de strafrechtelijke verboden zou onmiddellijk consequenties hebben voor de nakoming door Nederland van het verdrag. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen wat mede de achtergrond van de totstandkoming van verdragen als het ivur is geweest: de internationale gemeenschap heeft middels dergelijke verdragen getracht mensenrechten zodanig te verankeren dat individuele staten zich hier niet meer aan konden onttrekken zonder afbreuk te doen aan de eisen van een democratische rechtstaat. Het doen van een aangifte lijkt een eenvoudige manier om op te komen tegen rassendiscriminatie. Er zijn immers geen kosten aan verbonden en het onderzoek wordt door Justitie verricht. Toch blijkt het strafrecht lang niet altijd uitkomst te bieden. De praktijk leert dat het doen van aangifte wegens discriminatie vaak problematisch verloopt. 1 Meindert Fennema, Vrij Nederland, 22 maart 2003 [ 5 ]

5 MONITOR RACISME & EXTREEM RECHTS Ook indien het lukt de aangifte te laten opnemen, is er een aanzienlijke kans dat de zaak op de plank blijft liggen. Oorzaak van deze problemen is dat de politie veelal (nog) niet adequaat met discriminatieklachten weet om te gaan. Een ander knelpunt vormt de aangever zelf. Niet zelden wordt het strafrecht gebruikt om meningsverschillen uit te vechten of een politiek punt te drukken. Het gevolg is dat soms met veel publiciteit aangifte wordt gedaan van vermeende discriminatie die geen strafvorderlijk optreden rechtvaardigt. Soms leidt zo n aangifte weer tot een tegenaangifte. Op deze wijze wordt het strafrecht onnodig belast. In het project Monitor Racisme en Extreem-Rechts wordt periodiek verslag gedaan van de stand van zaken in Nederland met betrekking tot rassendiscriminatie, racistisch geweld en extreem rechts. Het monitorproject wordt gezamen lijk uitgevoerd door de Universiteit Leiden en de Anne Frank Stichting. Een van de vaste onderwerpen die in de monitor aan de orde komt, is het hoofdstuk Rassendiscriminatie: opsporing en vervolging. Het betreft een analyse van de cijfers die het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie (lecd) jaarlijks samenstelt over de activiteiten van het Openbaar Ministerie op het terrein van de strafrechtelijke discriminatieverboden. Gezien de actualiteit en het belang van publicatie van de cijfers over opsporing en vervolging in 2002 achten wij het wenselijk in een zo vroeg mogelijk stadium met ons commentaar te komen. Daarbij komen zowel de sterke als de zwakke punten bij de strafrechtelijke bestrijding van rassendiscriminatie handhaving aan de orde. De consequentie van deze gedachtegang ligt thans voor u. Het Cahier Opsporing en vervolging is een tussentijdse publicatie in de monitorreeks. De publicatie van dit Cahier is financieel mede mogelijk gemaakt door de Directie Integratie en Coördinatie Minderhedenbeleid van het Ministerie van Justitie. Tegelijkertijd is er een tweede cahier verschenen Monitor Racisme en Extreemrechts, racistisch en extreem-rechts geweld in [ 6 ]

6 2 Wetsbepalingen In 1971 zijn nieuwe strafrechtelijke discriminatieverboden in de Nederlandse wetgeving opgenomen. 2 Na de invoering van deze bepalingen bleken nog enkele wetswijzigingen in het Wetboek van Strafrecht (Sr) noodzakelijk. Allereerst is artikel 429quater dat discriminatie in de uitoefening van een bedrijf of be roep verbiedt in 1981 aangescherpt. 3 Dit naar aanleiding van de niet-joodver klaringen die Nederlandse bedrijven aan Arabische landen in het Midden-Oosten afgaven. De regering achtte een wetswijziging noodzakelijk om de afgif te van deze verklaringen onder het verbod van artikel 429quater te brengen. Vervolgens zijn per 1 februari 1992 de strafrechtelijke discriminatieverboden aangescherpt en (met nieuwe discriminatiegronden) uitgebreid. 4 Het uitgangs punt daarbij is dat mensen niet door discriminatie belemmerd mogen worden in hun maatschappelijk functioneren. Het recht dient groepen die met discri minatie te kampen hebben te beschermen. Sindsdien zijn de volgende wets artikelen van kracht. Artikel 90quater geeft de (strafrechtelijke) definitie van discriminatie; Artikel 137c verbiedt de discriminerende belediging; Artikel 137d stelt het aanzetten tot haat strafbaar; Artikel 137e verbiedt het verspreiden van discriminerende uitlatingen en dit verbod geldt sinds 1992 ook voor ongevraagde toezending van discriminerende publicaties; Artikel 137f bepaalt sinds de wijziging van 1992 dat het steun verlenen aan discriminerende activiteiten geen overtreding meer is, maar een misdrijf; Artikel 137 bevat sinds de wijziging van 1992 niet alleen het verbod om opzettelijk te discrimineren in de uitoefening van een beroep en bedrijf, maar ook in de uitoefening van een ambt; * Artikel 429quater verbiedt hetzelfde delict als 137g maar zonder het vereiste van opzet. Het is de overtredingsvariant. Tevens zijn de meeste van de hier 2 Staatsblad 1971, 96 3 Staatsblad 1981, Staatsblad 1991, 623 [ 7 ]

7 MONITOR RACISME & EXTREEM RECHTS genoemde artikelen in 1992 uitgebreid met de discriminatiegronden homoseksuele gerichtheid en geslacht. De huidige bepalingen uit het wetboek van strafrecht zijn opgenomen in het overzicht Strafrechtelijke discriminatieverboden. Overzicht Strafrechtelijke discriminatieverboden Artikel 90quater. Onder discriminatie of discrimineren wordt verstaan elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of tengevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt tenietgedaan of aangetast. Artikel 137c. Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. Artikel 137d. Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. Artikel 137e. 1. Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving: (1) een uitlating openbaar maakt die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun heteroof homoseksuele gerichtheid beledigend is, of aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid; (2) een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, zulk een uitlating is vervat, aan iemand, anders dan op diens verzoek, doet toekomen, dan wel verspreidt of ter openbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft; wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. 2. Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het feit, nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet. [ 8 ]

8 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 Artikel 137f. Hij die deelneemt of geldelijke of andere stoffelijke steun verleent aan activiteiten gericht op discriminatie van mensen wegens hun ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 137g. Hij die, in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen opzettelijk discrimineert wegens hun ras, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. Artikel 429quater. Hij die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen discrimineert wegens hun ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie. [ 9 ]

9 3 Instructies, Richtlijnen en Aanwijzingen De afgelopen twintig jaar zijn er door het College van Procureurs-Generaal verschillende instructies, richtlijnen en aanwijzingen uitgebracht om de opsporing en vervolging in discriminatiezaken te verbeteren. De meest recente Aanwijzing Discriminatie is gepubliceerd op 27 maart en per 1 april 2003 van kracht geworden. Het College had aan het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie (lecd) opdracht heeft gegeven de uit 1999 daterende Aanwijzing Discriminatie te evalueren. Deze evaluatie heeft geleid tot aanpassing van de Aanwijzing. Daarbij zijn tevens de aanbevelingen meegenomen die de Landelijke Vereniging van Anti-Discriminatiebureaus (adb s) en Meldpunten (lv) en het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (lbr) hebben gedaan. 6 Onderzoek van deze twee organisaties wijst uit dat de praktijk nog veel te wensen overlaat. Met name bij de politie wordt de Aanwijzing onvoldoende nageleefd. Aangiftes worden lang niet altijd opgenomen, de politie seponeert te veel en te vaak op eigen gezag en is te terughoudend in het doen van onderzoek. Overigens wordt in het onderzoek van de lv en het lbr ook het gebrek aan deskundigheid bij sommige adb s als zwakke plek genoemd. Wij delen de conclusie dat de Aanwijzing onvoldoende wordt nageleefd, maar denken dat aanscherping ervan niet tot een verbeterde handhaving zal leiden. Daarvoor is vereist dat eerst de oorzaken bloot gelegd worden waarom de Aanwijzing niet goed werkt. Is dit gebrek aan menskracht, aan prioriteit, aan interesse of een combinatie van deze factoren? Ook een aangescherpte Aanwijzing zal onvoldoende worden uitgevoerd als een of meerdere van bovengenoemde factoren in het spel zijn. De Aanwijzing uit 2003 vermeldt dat in discriminatiezaken de strafrechtelijke handhaving, naast een civielrechtelijke en bestuurlijke aanpak, een we- 5 Staatscourant 2003, 61 6 Rapportage Evaluatie Aanwijzing Discriminatie, lv-adb en lbr, januari 2003 ( en [ 10 ]

10 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 zenlijke bijdrage dient te leveren aan de markering van de wettelijke en morele norm. Discriminatiezaken krijgen dikwijls veel media-aandacht en bieden het Openbaar Ministerie een goede gelegenheid om de strafrechtelijke bijdrage aan de aanpak van het discriminatieprobleem voor het voetlicht te brengen. Het Openbaar Ministerie geeft daarmee aan dat zij een geloofwaardige en betrouwbare bondgenoot wil zijn in de strijd tegen discriminatie. In de herziene Aanwijzing worden regels gegeven over de opsporing en vervolging van discriminatie alsmede procedurevoorschriften voor het Openbaar Ministerie. Hetzelfde gebeurt voor de politie daar waar het gaat om aangiften en klachten over discriminatie. Hoofdregel is dat bij overtreding van de discriminatiebepalingen altijd een strafrechtelijke reactie volgt indien de zaak zich daarvoor redelijkerwijs leent. Dit is mede van belang gelet op de negatieve werking bij onvoldoende handhaving en de voorbeeldfunctie die van een strafvervolging uitgaat. In discriminatiezaken is volgens de Aanwijzing de opportuniteit van vervolging in beginsel gegeven. Dit brengt mee dat de beslissing tot een sepot met grote terughoudendheid dient te worden genomen. De politie dient een registratie bij te houden van discriminatiezaken en ook van commune delicten met een discriminatoire achtergrond. De Officieren van Justitie zijn bij commune delicten met een discriminatoire achtergrond verplicht de eis met 25% te verzwaren. Alle aangiften en klachten betreffende discriminatie dienen door de politie te worden opgenomen, aldus de Aanwijzing. De politie dient de gevallen van discriminatie die haar bekend zijn geworden, periodiek aan de Officier van Justitie te melden. Daarnaast zijn er randvoorwaarden geformuleerd voor de invulling van de lokale samenwerking tussen het Openbaar Ministerie, het bestuur, de politie en de adb s. De adb s hebben zich inmiddels een volwaardige plaats weten te verwerven in de strafrechtsketen. Het Openbaar Ministerie stuurt de politie aan over de wijze waarop de laatste discriminatoire incidenten moet aanpakken. Het College van Procureurs-Generaal benadrukt in haar aanbiedingsbrief dat de Aanwijzing Discriminatie een lex specialis is van de Aanwijzing voor de opsporing. Dat betekent dat discriminatiezaken niet als bagatelzaken in de zin van de Aanwijzing Opsporing 7 mogen worden beschouwd, maar een speciale prioriteit kennen zoals gegeven in de Aanwijzing Discriminatie. 7 Staatscourant 2003, 41 [ 11 ]

11 MONITOR RACISME & EXTREEM RECHTS Op grond van de eerdere Instructies in discriminatiezaken 8 zijn bij het Openbaar Ministerie in elk ressort officieren benoemd die speciaal zijn belast met discriminatiezaken. Tevens heeft elk ressortparket van de vijf Gerechtshoven een discri minatie Advocaat-Generaal. Procureur-Generaal (pg) De Wijkerslooth heeft in het College van pg de portefeuille discriminatie. Bij de politie moeten contactambtenaren zorgen voor een goede afstemming van de discriminatiezaken. Het belasten van met name genoemde functionarissen met de verantwoordelijkheid voor discriminatiezaken heeft de afgelopen jaren zonder meer geleid tot een verbeterde handhaving. 8 Staatscourant 1993, 171 [ 12 ]

12 4 Landelijke Expertise Centrum Discriminatie Het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie (lecd) is het kenniscentrum bij het Openbaar Ministerie, speciaal belast met het onderwerp discriminatie. Het is ondergebracht bij het Amsterdamse arrondissementsparket. Doel van het lecd is het bevorderen van een effectieve strafrechtelijke handhaving in discriminatiezaken. Deze doelstelling beslaat zowel beleidsvorming, opsporing, vervolging als rapportage. Taken van het lecd zijn onder andere het onderhouden van een centrale registratie van discriminatiezaken, het geven van advies aan de parketten en het coördineren van lopende onderzoeken. Het lecd heeft in augustus 2003 voor de derde maal de gegevens over opsporing en vervolging in de rapportage Cijfers in beeld in kaart gebracht. 9 Deze gegevens betreffen de strafrechtelijke afhandeling van discriminatiezaken over de jaren De informatie is langs twee wegen verkregen. In de eerste plaats door gebruikmaking van een zoge noemde query (zoekopdracht) in het justitiële geautomatiseerde registratiesys teem compas. Uit dit bestand worden op basis van de anti-discriminatiebepa lingen gegevens omtrent onder andere de instroom en afdoening door het Openbaar Ministerie en de afdoening door de rechter verkregen. Met deze methodiek blijven discriminatiefeiten die zijn ingeschreven onder andere (commune) wetsartikelen zoals bedreiging, vernieling of geweldpleging evenwel buiten beeld. In de tweede plaats is informatie uit de zaakdossiers opgevraagd (wat is er gebeurd, waar en hoe) door middel van een uniforme vragenlijst die naar alle Arron dissementsparketten is gestuurd. De gerechtshoven en de Hoge Raad zijn niet meegenomen, aangezien uitsluitend naar zaken in eerste aanleg is gekeken. 10 De aldus gegenereerde gegevens van de verschillende parketten zijn door het lecd in een geautomatiseerd computerbestand opgeslagen en geanalyseerd. 9 Cijfers in beeld: Discriminatiecijfers , Amsterdam augustus Eerste aanleg wil zeggen de instantie waar de rechtzaak voor het eerst is aangebracht: de kantongerechten en de arrondissementsrechtbanken [ 13 ]

13 5 Instroom De door het lecd vergaarde aantallen betreffen discriminatiefeiten en geen discriminatiezaken. Een zaak kan immers uit meerdere feiten bestaan. Zo kan een verdachte zowel een racistische belediging (137c) als het aanzetten tot rassenhaat (137d) aangerekend worden. De feiten worden geregistreerd op het moment dat het parket de zaak inboekt. Daarna wordt het dossier bestudeerd en door het parket wetsartikelen aan de feiten toegekend. Tabel 1 Aantal nieuw door OM ingeschreven discriminatiefeiten (instroom) per wetsartikel Wetsartikel c d e f g quater Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie Over het jaar 2002 zijn 242 discriminatiefeiten ingeschreven. Het totaal is daarmee ten opzichte van 2001 met 22% toegenomen. Voor alle delicten in de strafrechtsketen ligt deze stijging bij het Openbaar Ministerie in 2002 op 13%. 11 De discriminerende belediging (art. 137c) blijft onder de discriminatieverboden ruimschoots koploper. Opvallend toegenomen zijn het aanzetten tot 11 Jaarverslag OM, 2002 [ 14 ]

14 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 haat (art.137d) en het opzettelijk discrimineren in de uitoefening van een beroep, bedrijf of ambt (137g). Een sterke daling is waar te nemen bij het verspreidingsverbod van art.137e, dat door de jaren heen grote fluctuaties laat zien. Het artikel 137f (financiële steunverlening) levert aan de instroom een marginale bijdrage. Het zogeheten haat zaaien (het aanzetten tot haat) verdubbelt in 2002 van 11 tot 22 (art. 137d). Na de dood van Pim Fortuyn (mei 2002) is dit artikel zowel door deelnemers aan het maatschappelijk debat als door advocaten steeds vaker te hulp geroepen. Bij het beroepsmatig discrimineren springt de teller van nul (2001) naar twintig (2002). Ook art. 429quater de overtredingsvariant van artikel 137g schiet omhoog: van nul naar vier. In de vijfde Monitor Racisme en Extreem- Rechts hebben wij geconstateerd dat het ontbreken van inschrijvingen op grond van art. 137g en 429quater in 2001 ons niet juist voorkomt. 12 Dit bekent immers dat destijds alle horecazaken zijn ingeschreven op de daarbij gebezigde uitlatingen en niet op de feitelijke uitsluiting. Het is goed dat hierin verbetering is opgetreden. In 2002 zijn van de 27 horecafeiten er 10 geboekt onder 137g en drie onder 429quater. De overige 14 feiten zijn onder de discriminerende belediging van 137c weggeschreven. Er is weliswaar sprake van een aanzienlijke verbetering, maar toch wordt nog iets meer dan de helft van de feiten op een uitingsdelict ingeschreven. Dit percentage kan nog verder omlaag. 12 Van Donselaar en Rodrigues, Monitor Racisme en Extreem-Rechts, vijfde rapportage, Amsterdam: Anne Frank Stichting 2002, p. 129 [ 15 ]

15 6 Afdoeningen Behalve de instroom zijn in 2002 ook de afdoeningen toegenomen. Zij zijn met 28% omhoog gegaan van 219 naar 281. Daarmee is het aantal afdoeningen hoger dan het aantal instromingen. Een verklaring voor dit verschil is de overloop : ongeveer een derde van de afgedane zaken is afkomstig uit voorafgaande jaren. Hiervan is sprake door het tijdsverloop tussen het moment van inschrijven en het daadwerkelijk afdoen van een zaak. De gemiddelde tijdspanne tussen instroom en af doening bij het Openbaar Ministerie bedraagt vijf maanden. 13 Tabel 2 Aantal afdoeningen door het OM van discriminatiefeiten per wetsartikel Wetsartikel c d e f g quater Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie In het laatste verslag van de lecd zijn geen cijfers van de overloop tussen 2001 en 2002 weergegeven. Vandaar dat wij daarover niet meer kunnen berichten. Opvallend is het relatief hoge aantal afdoeningen in steunverleningzaken (art. 137f): niet minder dan tien. Allereerst moet de vraag gesteld worden waar deze zaken vandaan komen? Bij de instroom van 2002 staan 13 Jaarverslag OM, 2002 [ 16 ]

16 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 slechts twee meldingen en ook in 2001 was het aantal gering, namelijk één inschrijving. Zouden deze zaken uit 2000 afkomstig zijn (negen inschrijvingen)? Dat lijkt niet waarschijnlijk gezien de omstandigheid dat er toen een aantal verkeerde inschrijvingen bij zat. 14 Of betreft het hier juist een herstel van eerdere onjuiste inschrijvingen? Dat lijkt minder waarschijnlijk aangezien ons over 2002 geen rechterlijke uitspraken bekend zijn met betrekking tot art. 137f. Gezien het maatschappelijke gewicht dat gehecht wordt aan het verbod om steun te verlenen aan discriminerende activiteiten, zou hieraan ongetwijfeld in de publiciteit aandacht zijn besteed. Onduidelijk is op welke wijze deze tien zaken door het Openbaar Ministerie zijn afgedaan. Tabel 3 Soort afdoening OM van discriminatiefeiten Dagvaarden Sepot Transactie Voorwaardelijk sepot Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie 6.1 Sepot Een sepot wil zeggen dat de Officier van Justitie afziet van vervolging. In 2002 is het percentage sepots gestegen. In het strafrecht worden twee soorten sepots onderscheiden. Allereerst is er het technische sepot. Dit betekent dat er technische mankementen aan een zaak kleven waardoor vervolging zinloos wordt. Voorbeelden hiervan zijn dat de dader niet strafbaar is (iemand is ten onrechte als verdachte aangemerkt), of dat het feit niet strafbaar is. 14 Van Donselaar en Rodrigues, Monitor Racisme en Extreem-Rechts, vierde rapportage, Amsterdam: Anne Frank Stichting 2001, p Het verschil tussen de 281 afgedane feiten (tabel 2) en de 269 afdoeningen uit tabel 3 wordt verklaard door 12 discriminatiefeiten die zijn overgedragen naar een ander parket [ 17 ]

17 MONITOR RACISME & EXTREEM-RECHTS Figuur 1 Percentage sepot over Een andere grond kan zijn dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard omdat de zaak verjaard is of de dader overleden. Een belangrijk technisch sepot is het ont breken van (voldoende) wettig bewijs. Vervolgens is er het beleidssepot. Hieronder vallen meerdere uitzonderingen die samenhangen met het opportuniteitsbeginsel van het Openbaar Ministerie. Dat is de bevoegdheid om te beslissen of al dan niet tot vervolging wordt over gegaan. Redenen voor een beleidssepot kunnen zijn dat reeds andere maatre gelen zijn getroffen, het landsbelang en de leeftijd of gezondheidstoestand van de verdachte. Andere sepotgronden zijn het geringe feit, het geringe aandeel daarin of de geringe strafwaardigheid ervan. Ook de omstandigheid dat het een oud, maar nog niet verjaard feit betreft, kan reden voor een beleidssepot zijn. Het karakter van een aanwijzing van de Procureurs-Generaal is dwingend en perkt zodoende de beleidsvrijheid van de Officieren van Justitie in. Naar onze mening is er door de aanwijzing van de Procureurs-Generaal hoegenaamd geen plaats meer voor een be leidssepot. Dat geldt natuurlijk in het bijzonder als er sepotgronden zoals gering feit of geringe strafbaarheid worden aangevoerd. De afweging dat dergelijke zaken toch ver volgd moeten worden is immers reeds door de Procureurs-Generaal gemaakt. Onze opvatting wordt zonder meer gedeeld in de meest recente Aanwijzing Discriminatie van 1 april Daarin staat dat bij discriminatiezaken de opportuniteit van vervolging in beginsel is gegeven. Dit brengt mee, aldus de Aanwijzing, dat de beslissing tot een (beleids)sepot met grote terughoudendheid moet worden genomen. Deze formulering van het sepotbeleid is nog duidelijker dan in [ 18 ]

18 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 de vorige aanwijzing, waarin alleen stond dat slechts bij hoge uitzondering volgt geen strafrech telijke reactie in zaken die zich daar in beginsel wel voor lenen. Officieren kunnen niet van de Aanwijzing afwijken: deze moet worden beschouwd als een dwingende, normatieve beleidsregel. 16 Met een sepotpercentage van 26% in 2002 ligt de score bij discriminatiezaken nog steeds hoger dan het landelijke per centage bij alle delicten die dat jaar bij de rechtbanken zijn aangebracht: 11%. 17 Dit was het voorafgaande jaar ook het geval. Het hoge sepotpercentage is des te opvallender, omdat gezien de dwingende Aanwijzing Discriminatie juist een lager percentage dan het landelijk gemiddelde mag worden verwacht. Tabel 4 Technische en beleidssepots Technisch sepot 37 (58%) 43 (59%) 61 (70%) 33 (65%) 52 (69%) Beleidssepot 27 (42%) 31 (41%) 26 (30%) 18 (35%) 23 (31%) Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie Het percentage beleidssepots blijkt de laatste drie jaar tussen de 30 en 35% te liggen. Uit de cijfers van het lecd blijkt dat de technische sepots in 2002 vooral gegrond zijn op onvoldoende bewijs. De beleidssepots in dat jaar zijn (wederom) vooral ingegeven doordat het een oud feit betreft of dat er sprake is van dubbele registratie van het feit. Zoals hiervoor opgemerkt lijkt het beleidssepot vanwege oud feit niet in overeenstemming met het dwingende vervolgingsbeleid zoals opgelegd door de Aanwijzing Discriminatie. Bovendien kunnen feiten ook door toedoen van het Openbaar Ministerie oud zijn geworden. Het parket van het College van Procureurs-Generaal heeft in 2002 aan het lecd opdracht gegeven om een sepotonderzoek uit te voeren. De resultaten van dat dossieronderzoek waren in september 2003 nog niet bekend en zullen vermoedelijk eind 2003 beschikbaar zijn. 16 B.E.P. Meyer: Gedragscode OM: frisse wind bij open deuren, Trema, 2001, p Jaarverslag OM, 2002 [ 19 ]

19 MONITOR RACISME & EXTREEM-RECHTS 6.2. Transacties In 2002 leidt 55% van de discriminatiefeiten tot een dagvaarding. Dat is een daling ten opzichte van 2001 (64%). Als mogelijke verklaring wordt door het lecd het vaker opleggen van de zogenoemde OM-taakstraf gegeven, die formeel als transactie beschouwd wordt. Ons zijn geen cijfers bekend over het opleggen van deze taakstraf in discriminatiezaken door het Openbaar Ministerie. Evenmin is in de Aanwijzing Discriminatie aandacht aan de rol van deze taakstraf besteed. In het Jaarverslag OM, 2002 wordt melding gemaakt van een zogenoemd zittingentekort. Dat wil zeggen dat er meer strafzaken op zitting gebracht kunnen worden dan de zittende magistratuur aankan. Onbekend is of dit tekort in discriminatiezaken eveneens aanleiding is geweest tot (relatief) minder dagvaardingen. Uit tabel 3 blijkt dat het percentage transacties, dat wil zeggen het af doen van een strafzaak buiten het proces, in 2002 gestegen is: van 26 (12%) in 2001 naar 47 (17%) in Gezien de uitkomsten bij het sepot dringt zich de vraag op in hoeverre bij de transacties conform de Aanwijzing Discriminatie is gehandeld. In de Aanwijzing staat over vervolging het volgende vermeld: In beginsel wordt er gedagvaard. Alleen in lichtere zaken kan evenwel eerst een transactie worden aangeboden. In geen geval is eventueel matelaarschap of uitbuiting van de forumfunctie een argument om dagvaarding achterwege te laten. Slechts bij hoge uitzondering volgt geen strafrechtelijke reactie in zaken die zich daarvoor in beginsel wel lenen. Het uitgangspunt is dus dat er wordt gedagvaard en uitsluitend in lichtere zaken kan zonodig eerst een transactie worden aangeboden. Een landelijk transactiecijfer kan niet uit het Jaarverslag OM worden gehaald, maar wel het aantal transacties gecombineerd met voorwaardelijk sepot. Dit gecombineerde percentage bedraagt voor alle delicten in % 18 tegen 19% bij discriminatiezaken in dat jaar. Deze 19% ligt ruim onder het landelijke transactiecijfer en maakt aannemelijk dat de Aanwijzing Discriminatie op dit punt goed nageleefd te worden. 18 Jaarverslag OM, 2002 [ 20 ]

20 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 Tabel 5 Afdoeningen rechtbanken Veroordeling Vrijspraak Dagvaarding nietig OM niet ontvankelijk Ontslag van rechtsvervolging Schuldig zonder oplegging straf Onbekend Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie 6.3 Veroordelingen In 2002 is het percentage veroordelingen bij de rechter gedaald. In 2001 was dat 94% en in 2002 is dat 80%. 19 Daarbij is de nieuwe categorie schuldigverklaring zonder oplegging van straf bij de veroordelingen meegerekend. Opvallend is dat in 2002 zowel absoluut als relatief (13%) veel vrijspraken zijn gevallen. In 2001 liep het succespercentage van het Openbaar Ministerie bij de rechter in de pas met het landelijke percentage van alle zaken (95%). 20 Hoewel het landelijke percentage voor 2002 nog niet gepubliceerd is, verwachten wij dat dit cijfer dat de laatste jaren vrij constant boven de 90% ligt rond de 94% komt te liggen. Daarmee valt de 80% succes van 2002 toch uit de toon. Mede daarom zou het de moeite waard zijn na te gaan welke zaken in dat jaar tot vrijspraak hebben geleid en waarom. Bij het percentage veroor delingen willen wij twee nog kanttekeningen plaatsen. Ten eerste kan dit percentage gunstig beïnvloed zijn door een te voorzichtig vervolgingsbeleid. Een aanwijzing daarvoor ligt in het (relatief) hoge aantal sepots. Dit kan er op duiden dat zaken waarvan de winstkans klein is, via het beleidssepot aan een rechterlijk oordeel worden onttrokken. Ten tweede is de geringe instroom van zaken door de politie van invloed op de afdoening door het Openbaar Ministerie. 19 De rechter spreekt zich uit over een zaak, zodat hier niet meer de feiten maar de (rechts)zaken vermeld zijn 20 Rechtspraak in Nederland 2001, Voorburg/Heerlen: CBS, 2003, p. 82 [ 21 ]

21 MONITOR RACISME & EXTREEM-RECHTS Doordat de politiekorpsen over het algemeen terughoudend zijn met het opnemen van aangiftes, het doen van opsporingsonderzoek en het doorsturen van zaken naar het Openbaar Ministerie, komen bij het parket met name de meer evidente zaken binnen. 21 Op het moment dat de politie haar taak in discriminatiezaken beter uitvoert, zal dit zonder meer gevolgen hebben voor het succespercentage van het Openbaar Ministerie. De aanwas van complexe of minder vanzelfsprekende zaken zal dan immers groeien. Een categorie bij de afdoening door de gerechten (tabel 5) is de aanduiding Onbekend. Blijkbaar zijn er in 2002 vijf uitspraken (4%) gewezen waarvan de inhoud niet meer kon worden achterhaald. 21 H. Eitjes: Onderzoek naar verloop en registratie discriminatieklachten in Haaglanden, Den Haag: Pro Zorg, mei 2002 [ 22 ]

22 7 Verdachte, locus delicti en slachtoffer Ook door middel van een schriftelijke vragenlijst aan de parketten heeft het lecd achtergrondinformatie over de discriminatiedossiers verzameld. Hoewel deze handmatige informatieverzameling nog niet geheel sluitend is 22 wordt op deze wijze het beeld over de instroom van discriminatiefeiten goed aangevuld. Achtereenvolgens zijn gegevens vergaard over de verdachte, de plaats van het delict (locus delicti) en de wijze waarop het delict plaats heeft gevonden. 23 Het lecd kondigt aan deze zogenoemde Discriminatie Registratie Code ook volgend jaar te willen betrekken op de afdoening van zaken. Tabel 6 Verdachte van incidenten Verdachte Extreem-rechts Godsdienst/Levensovertuiging Politieke overtuiging Opsporingsambtenaar Particulier Overige Onbekend Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie 22 Het aantal Onbekend van 15 in de diverse tabellen wordt veroorzaakt door niet aangeleverde gegevens 23 Hierbij zijn de discriminatiefeiten met betrekking tot artikel 429quater buiten beschouwing gebleven [ 23 ]

23 MONITOR RACISME & EXTREEM-RECHTS 7.1 Verdachte Het overgrote deel van de discriminatiefeiten wordt in toenemende mate ge pleegd door een particulier. Als van deze particulier bekend is dat hij het delict heeft gepleegd vanuit een extreem-rechtse achtergrond of vanuit een godsdien stige of politieke overtuiging, wordt hij daarop ingedeeld. Als deze motieven niet bekend zijn of ontbreken, komt hij in de categorie Particulier terecht. De categorie Onbekend bestaat uit de zaken waarin het parket deze gegevens niet heeft ingevuld. Evenals godsdienst of levensovertuiging, moet bij politieke overtuiging het motief voor het (mogelijk) strafwaardig handelen in de overtui ging hebben gelegen. Indien deze politieke overtuiging als extreem-rechts kan worden gekwalificeerd, wordt het feit in deze categorie ondergebracht. Uit de cijfers blijkt dat in 2002 het aantal verdachten onder extreem-rechts aanzienlijk is afgenomen. Deze afname lijkt overeen te komen met een door ons waargenomen algemene tendens dat zowel bij het geweld als bij andere incidenten extreem-rechts een minder prominente rol speelt. Gezien de kleine aantallen is enige voorzichtigheid geboden bij het trekken van algemene conclusies. Daar komt bij dat de inschrijving van incidenten gepleegd door deze groep vaak op andere artikelen plaatsvindt dan de discriminatieverboden; bijvoorbeeld mishandeling bij geweld. Indien hierbij niet tevens overtreding van de discriminatieverboden wordt aangetekend, komen dergelijke zaken niet in de registratie van het Openbaar Ministerie. Immers, commune delicten met een discriminatoir motief vallen nog steeds buiten de registratie van het lecd. Het lecd heeft de zogenoemde Discriminatie Registratie Code in 2001 verfijnd. Doel hiervan is meer inzicht te bieden in interetnische incidenten. Dit is niet zonder belang aangezien discriminatiezaken uiteenlopende interetnische dimensies kunnen hebben. Het daderschap is niet meer uitsluitend autochtoon, terwijl ook het slachtofferschap zowel allochtoon als autochtoon kan zijn. [ 24 ]

24 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 Tabel 7 Verdachte particulier Verdachte particulier Door blanke particulier Door particulier (etniciteit onbekend) Door particulier Turks/Marrokkaans 9 8 Door particulier Surinaams/Antilliaans 18 2 Door overige niet-blanke particulier 8 2 Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie. De aangehouden terminologie is dezelfde als die het LECD in haar rapportage heeft gehanteerd Gezien de kleine aantallen is het vrijwel niet mogelijk conclusies aan de uitkomsten van tabel 7 te verbinden. Toch zijn twee waarnemingen het vermelden waard. Ten eerste is het geringe aantal allochtone daders (5%) in 2002 opvallend. In 2001 betrof dit percentage nog 20%. Ten tweede is slechts een zeer beperkt aantal (5) van de grote hoeveelheid antisemitische incidenten (60) in 2002 veroorzaakt door allochtone daders. 24 Het beeld dat vooral bepaalde groepen Marokkaanse jongeren zich schuldig zouden maken aan antisemitisme wordt door de cijfers van het lecd niet gestaafd. Tabel 8 De plaats van het incident Plaats incident Tegen opsporingsambtenaar Werk Sport Horeca Woonomgeving Straat/Openbare gelegenheid Internet Pers (media) Overige Onbekend Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie. De aangehouden volgorde is dezelfde als het LECD in haar vragenlijst heeft gehanteerd 24 Zie ook Tabel 10 [ 25 ]

25 MONITOR RACISME & EXTREEM-RECHTS 7.2 Locus delicti Bij de cijfers over de locus delicti in Tabel 8 is eigenlijk de categorie tegen een opsporingsambtenaar een vreemde eend in de bijt. Deze categorie hoort eerder thuis onder slachtoffers, maar een dergelijke rubriek ontbreekt vooralsnog. Wellicht verdient het aanbeveling in verband met de registratie van interetnische incidenten opname van deze categorie te overwegen. Het is ons bekend dat in de politieregio Rotterdam-Rijnmond dienders in hun mutaties relatief veelvuldig melding maken van discriminatie jegens opsporingsambtenaren. Dit duidt niet alleen op een structureel grof taalgebruik van het publiek tegenover de Rotterdamse politie 25 maar ook op een duidelijk hogere registratiebereidheid van discriminatiezaken dan te doen gebruikelijk als het de opsporingsambtenaren zelf betreft. Voorts valt de toename van incidenten bij de sport op. In 2002 is 19% (46) van de discriminatiefeiten aan sport(wedstrijden) gerelateerd. In 2001 was dit slechts 6% (11). Gezien de omstandigheid dat 39 van deze feiten met antisemitisme van doen hebben, komen we hierop terug bij de bespreking van deze discriminatiegrond. Ook het aantal horecadiscriminatiezaken is toegenomen. Deze hardnekkige discriminatie is in de statistieken van het Openbaar Ministerie de laatste jaren voortdurend toegenomen. Over de wijze van inschrijving (en afdoening) merkten wij al eerder op dat deze vorm van discriminatie niet via de uitingsdelicten (art. 137c-d) dient te worden aangepakt, maar via de uitsluitingsdelicten (137g en 429quater). Inmiddels lijken de parketten deze omslag te maken. Bijna de helft van de horecazaken is in 2002 op deze uitsluitingsdelicten ingeschreven. Dat percentage kan nog verder omhoog. Overigens blijkt uit de praktijk dat regionale convenanten de meeste kans op succes hebben tegen horecadiscriminatie hebben. Door middel van deze convenanten werken horeca-exploitanten, gemeenten, politie & justitie en het lokale Anti-Discriminatie Bureau samen. Hierbij kan niet alleen gebruik worden gemaakt van het strafrecht, maar ook van het bestuursrecht, de Algemene Wet Gelijke Behandeling en zelfregulering. 26 De bulk van de discriminatiefeiten betreffen uitlatingen en die vinden het meeste plaats op straat, in openbare gelegenheden of in woonbuurten (Tabel 8). Opvallend is dat het aantal incidenten in 2002 in openbare gelegen- 25 Jood is in deze stad met allerhande krenkende voorvoegsels een populair scheldwoord 26 Zie ook Rodrigues, Discrimination in nightlife, dumc: 2002 te vinden op [ 26 ]

26 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 heden en op straat is afgenomen, terwijl overlast in de woonomgeving is toegenomen. Deze verschuiving naar woonomgeving is ook waar te nemen in de jaarlijkse klachteninventarisatie van de Landelijke Vereniging van Anti- Discriminatie Bureaus en Meldpunten. 27 In 2002 overstijgt bij de adb s het aantal klachten in de buurt voor het eerst die op het werk. Het betreft vooral burenruzies en buurtacties met een discriminatoir karakter. Ten aanzien van de plaats van het delict moeten wij wederom constateren dat ook in 2002 erg weinig internetzaken (6) bij de parketten lopen. 28 Naar aanleiding van de kritiek hierop heeft het LECD in samenspraak met het parket Amsterdam, het Meldpunt Discriminatie Internet en de politie Amsterdam-Amstelland een overlegstructuur in het leven geroepen die de strafrechtelijke aanpak van discriminatie op internet moet verbeteren. 29 Tabel 9 Soorten incidenten Soort incident Samenloop/Bedreiging met geweld Bekladding Afbeelding Schriftelijk Mondeling Overige Onbekend Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie Het grootse volume feiten bij de strafrechtelijke discriminatieverboden ligt bij de ui tingsdelicten. Dit vertaalt zich in het hoge aantal mondelinge incidenten. Schrifte lijk racistisch beledigen of aanzetten tot haat komt aanzienlijk minder voor. 27 Den Haag, 2003, Kerncijfers 2002, Klachten en meldingen over ongelijke behandeling, Landelijke Vereniging van Anti-Discriminatie Bureaus en Meldpunten, p Zie ook het Cahier: Van Donselaar en Rodrigues, Monitor Racisme en Extreem-Rechts, racitisch en extreem-rechts geweld, Amsterdam: Anne Frank Stichting, december Cijfers in beeld: discriminatiecijfers , LECD: Amsterdam, augustus 2003, p. 6, noot 7 [ 27 ]

27 MONITOR RACISME & EXTREEM-RECHTS De bekladding van gebouwen is bij de instroom van discriminatiefeiten in 2002 toegenomen. Dat is in zoverre opvallend omdat de doelbekladdingen bij het racistisch geweld juist in 2002 zijn afgenomen. 30 Onder doelbekladdingen verstaan wij bekladdingen met een expliciet doelwit, bijvoorbeeld een anti-moslim tekst op een islamitische school. Het aantal discriminatiefeiten waarbij een samenloop is met het dreigen met geweld loopt in 2002 verder terug, hetgeen overeenstemt met onze bevindingen bij de inventarisatie van racistisch geweld in Tabel 10 Discriminatiegrond per incident Discriminatiegrond Meerdere gronden aanwezig Antisemitisme Surinamers/Antillianen Turken/Marokkanen Zwarten/Gekleurden Homoseksualiteit Godsdienst/Levensovertuiging Geslacht Overige gronden Onbekend Totaal Bron: Landelijk Expertise Centrum Discriminatie 7.3 Slachtoffer Op welke gronden is er in 2002 gediscrimineerd? Niet op de grond geslacht. Op deze grond worden bijna geen zaken ingeschreven en in 2002 zelf geen enkele. Een verklaring hiervoor is dat deze grond ontbreekt in de belangrijkste categorie: de discriminerende belediging (art. 137c). De ratio van de wetgever voor het niet opnemen van deze grond was indertijd dat opname het emancipatiedebat zou belemmeren Zie ook het Cahier: Van Donselaar en Rodrigues, Monitor Racisme en Extreem-Rechts, racitisch en extreem-rechts geweld, Amsterdam: Anne Frank Stichting, december idem 32 A.J. Molhoek, Gewijzigde anti-discriminatie bepalingen in het Wetboek van Strafrecht, LBR-Bulletin 1992, nr. 1, p. 5 [ 28 ]

28 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 Er zijn enkele categorieën opvallend gestegen. Zo verdubbelt discriminatie op meerdere gronden. Nadere informatie welke gronden hierbij samenlopen ontbreekt in de gegevens van het lecd. Het aantal ingeschreven discriminatiefeiten dat betrekking heeft op antisemitisme is omhoog gegaan. In 2002 betreft het 25% van alle ingeschreven feiten, tegen 21% in Niet alleen is deze stijging zorgwekkend, maar ook het grote aandeel op het totaal van de inschrijvingen. Het geregistreerde antisemitisme betreft louter de uitingsdelicten (art. 137c-e) en geen vormen van uitsluiting (art. 137g en 429quater). Nadere analyse van het lecd wijst uit dat in 80% van de gevallen van antisemitisme het om een blanke dader gaat. Tweemaal is het slachtoffer een opsporingsambtenaar. Wij merkten al eerder op dat het uitschelden van de politie voor jood in allerlei gradaties in sommige stedelijke gebieden heel gebruikelijk is. Er blijken 39 van de 60 gevallen zich te hebben voorgedaan rondom sport(wedstrijden). De context van het antisemitisme heeft hierbij soms een andere dimensie doordat het deel uitmaakt van de animositeit tussen supportersgroepen. Zo afficheert een deel van de aanhang van Ajax zich als jodenclub, hetgeen soms tot navenante verwensingen leidt. Ook hebben zich in 2002 ernstige incidenten voorgedaan tussen supporters van Ajax en FC Utrecht, die vermoedelijk aan de hoge score binnen de sport hebben bijgedragen. 33 Het volume inschrijvingen op Turken en Marokkanen en Zwarten of Gekleurden is nog steeds substantieel, maar in 2002 wel gedaald. De categorie Surinamers en Antillianen levert weinig inschrijvingen op. Het lijkt naast de categorie Zwarten of Gekleurden een ongelukkige keuze. Naar ons oordeel zou het beter zijn te spreken van huidskleur, een begrip dat ook terug te vinden is in het Internationale Verdrag ter Uitbanning van alle Vormen van Rassendiscriminatie (ivur). 34 Door de gehanteerde rubricering kan niet geconcludeerd worden dat Surinamers of Antillianen minder hinder van discriminatie ondervinden dan Turken of Marokkanen. De Surinamers of Antillianen kunnen immers ook op grond van hun huidskleur gediscrimineerd zijn. Verder valt op dat het aantal inschrijvingen met betrekking tot homodiscriminatie aanzienlijk is teruggelopen. Het is evenwel nog maar de vraag of deze groep in 2002 daadwerkelijk minder last heeft gehad van discrimina- 33 ANP 21 april Art. 1 IVUR [ 29 ]

29 MONITOR RACISME & EXTREEM-RECHTS tie. Meer voor de hand ligt dat de uitspraken in de zaken Van Dijke 35 en El Moumni 36 homo s hebben ontmoedigd om aangifte te doen. In beide zaken heeft de rechter beslist dat het beledigen van homoseksuelen niet strafbaar is vanwege de godsdienstige context waarin de uitlatingen zijn gedaan. Onder de categorie Overig vallen discriminatiegronden die niet zijn thuis te brengen in de andere categorieën (bijvoorbeeld discriminatie van een Duitser). Zoals eerder gezegd betreft de categorie Onbekend feiten waarover de parketten geen informatie hebben aangeleverd. Figuur 2 Percentage discriminatie naar ras De verschillende categorieën van Tabel 10 bieden naar ons oordeel niet de maximaal mogelijke duidelijkheid. Toch denken wij hieruit een voorzichtige schatting te kunnen maken welke feiten als discriminatie naar etniciteit zijn aan te merken. In 2002 heeft 86% van de feiten betrekking op discriminatie naar etniciteit. 37 Vanaf 1999 stijgt het aandeel rassendiscriminatie ten opzichte van de andere discriminatiegronden. Aan gezien de categorie Overige gronden veelal nationaliteit betreft of gerelateerd is aan ras, zal dit percentage in werkelijkheid eerder hoger dan lager zijn. Het lecd heeft bij haar cijfers voor het eerst een risico-analyse opgenomen. Op basis van het aantal aangiftes uit de verschillende doelgroepen, wordt nagegaan hoe groot de 35 HR 9 januari 2001, NJCM-Bulletin 2001, p m.n. Loof 36 Hof Den Haag 18 november 2002, NJCM-Bulletin 2003, p m.n. De Blois 37 Het betreft een cumulatie van de categorieën Surinamers, Turken, Antisemitisme, Zwarten en Meerdere gronden [ 30 ]

30 OPSPORING EN VERVOLGING IN 2002 kans op discriminatie is voor individuele leden uit de desbetreffende groep. Terecht geeft het lecd aan dat bij deze analyse voorzichtigheid op zijn plaats is. Wij delen die waarneming omdat de aantallen relatief klein zijn en de categorieën zoals door het lecd gehanteerd niet geheel sluitend zijn. Bovendien bereiken veel zaken het om niet. Dat komt doordat zaken bij de politie blijven steken of zelfs daar niet (meer) aangebracht worden. De aangiftebereidheid per groep kan beïnvloed zijn door de interventie van een of meer belangenorganisaties. Ook het afhaken van bepaalde groepen wegens gebrek aan vertrouwen in bescherming door het strafrecht kan een rol spelen. Dit lijkt bijvoorbeeld bij homoseksuelen en hun belangenbehartigers het geval te zijn. Veel gevallen van discriminatie worden niet gemeld. Een recente indicatie van onderrapportage kan worden gevonden in de onlangs verschenen Rapportage Minderheden 2003 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp). Het scp onderzocht gepercipieerde persoonlijke discriminatie bij Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Aan respondenten uit deze etnische groepen werd gevraagd of zij vaak of zeer vaak, af en toe of nooit of bijna nooit met discriminatie worden geconfronteerd. 38 In de categorie af en toe schommelen de scores rond de dertig procent, terwijl in de categorie vaak of zeer vaak waarden werden gevonden van vijf tot acht procent. Deze percentages indien geëxtrapoleerd geven aan dat onderrapportage wel eens van grote betekenis zou kunnen zijn. Voor de categorie af en toe komt men immers uit op honderdduizenden gevallen van gepercipieerde discriminatie door allochtonen. Dat is veel en veel meer dan de aantallen die zijn af te leiden uit bestaande registraties van discriminatie, zoals discriminatieklachten, geïnventariseerde gewelddadigheden of discriminatiefeiten bij het openbaar ministerie. Tabel 11 Gepercipieerde persoonlijke discriminatie naar etnische groep (in procenten) Turken Marokkanen Surinamers Antillianen vaak of zeer vaak 4,5 6,5 5,1 7,9 af en toe 34,3 30,7 29,7 28,6 nooit of bijna nooit 61,2 62,8 65,2 63,4 Bron: Bewerking van tabel uit Rapportage Minderheden 2003, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, oktober 2003, p Rapportage Minderheden 2003, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, oktober 2003, p. 380 [ 31 ]

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 5 Vervolging M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2012 werden 218.000 misdrijfzaken bij het Openbaar Ministerie (OM) ingeschreven. Dit is een daling van 18% ten opzichte van 2005. In 2010 was het aantal ingeschreven

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Mensenhandel in en uit beeld

Mensenhandel in en uit beeld Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Mensenhandel in en uit beeld Cijfers vervolging en berechting 2008-2012 Inleiding Op 21 december 2012 presenteerde ik de cijfermatige

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271

Rapport. Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271 Rapport Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de (hoofd-)officier van justitie van het arrondissementsparket te Zwolle zijn verzoek om een gesprek naar aanleiding

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Registratie discriminatieklachten 2011

Registratie discriminatieklachten 2011 Centraal Bureau voor de Statistiek- Registratie discriminatieklachten 2011 Methode en uitkomsten Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, augustus 2012. Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 METHODE...

Nadere informatie

Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen.

Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen. Rapport Geen vervolging, geen sepot Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de hoofdofficier van justitie

Nadere informatie

Klachtenmonitor 2012 Meldpunt Discriminatie Drenthe

Klachtenmonitor 2012 Meldpunt Discriminatie Drenthe Klachtenmonitor 2012 Meldpunt Discriminatie Drenthe Inleiding Meldpunt Discriminatie Drenthe (MDD) is een onafhankelijke organisatie die zich ten doel stelt: het voorkomen, signaleren en bestrijden van

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet SAMENVATTING Achtergrond De laatste jaren is er een toenemende aandacht van de overheid voor de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld. Het kabinet heeft in 2007 het actieplan Kinderen Veilig Thuis

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal. Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke

Nadere informatie

Monitor Racisme & Extremisme

Monitor Racisme & Extremisme Monitor Racisme & Extremisme opsporing en vervolging in 2006 Marija Davidović en Peter R. Rodrigues Anne Frank Stichting Onderzoek en Documentatie Universiteit Leiden Departement Bestuurskunde Monitor

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Jaarcijfers 2011 Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG)

Jaarcijfers 2011 Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG) Jaarcijfers 2011 Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG) In maart 2012 heeft DMG haar jaarcijfers gepubliceerd aan de subsidiërende gemeenten. Hier volgen enkele cijfers en bevindingen uit het jaarverslag

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange 6 Vervolging N.E. de Heer-de Lange Dit hoofdstuk beschrijft de fase van vervolging. Hierbij gaat het om de verdachten die worden vervolgd, de strafbare feiten die de basis vormen voor hun strafzaken, en

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 Rapport Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) de gegevens van het arrest van het gerechtshof Arnhem van 20

Nadere informatie

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders Particulier onderzoeker Wettelijke kaders ex:pla n ex:pla n smart smart educational educational tools tools Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Aantal meldingen per jaar

Aantal meldingen per jaar WEBDOSSIER meldpunt RADAR 2013 RADAR is het bureau voor gelijke behandeling en tegen discriminatie voor de regio s Brabant-Noord (BN), Midden- en West-Brabant (MWB), Rotterdam-Rijnmond (RR) en Zuid-Holland-Zuid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

DISCRIMINATIE: VAN AANGIFTE TOT VERVOLGING De gang van discriminatiezaken door de strafrechtketen. Samenvatting. Peter Kruize and Paul Gruter

DISCRIMINATIE: VAN AANGIFTE TOT VERVOLGING De gang van discriminatiezaken door de strafrechtketen. Samenvatting. Peter Kruize and Paul Gruter DISCRIMINATIE: VAN AANGIFTE TOT VERVOLGING De gang van discriminatiezaken door de strafrechtketen Peter Kruize and Paul Gruter Samenvatting De minister van Veiligheid en Justitie heeft de Kamer een overzicht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Berechting. A.Th.J. Eggen

Berechting. A.Th.J. Eggen 6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen FACTSHEET Thema: Veiligheid, Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen Publicatiedatum: oktober 2010 Bron: Bureau O+S Toelichting Ingevoegd rapport geeft goed weer hoe Amsterdammers

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. MiND Meldpunt Internet Discriminatie

Jaarverslag 2014. MiND Meldpunt Internet Discriminatie MiND Meldpunt Internet Discriminatie 1 Jaarcijfers In 2014 heeft MiND 305 meldingen ontvangen over discriminerende uitingen op internet. Ook in 2014 gingen de meeste meldingen (52%) over discriminatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Datum 16 april 2019 Betreft landelijke rapportage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 not.nr. 56.99.139-07 rep. Nr. 2293 De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 INZAKE : CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING, Koningsstraat

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

Bont en Blauw Samenvatting

Bont en Blauw Samenvatting Bont en Blauw Samenvatting Ilse van Leiden Henk Ferwerda Samenvatting Politieagenten lopen het risico om tijdens de uitvoering van de taak zelf beledigd, bedreigd en soms ook mishandeld te worden. De

Nadere informatie

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend: Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DGOBR Directie Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juni 2012. Rapportnummer: 2012/102

Rapport. Datum: 13 juni 2012. Rapportnummer: 2012/102 Rapport Rapport in het onderzoek naar klachten en signalen over het Meldpunt Internetoplichting, ondergebracht bij het regionale politiekorps Kennemerland. Datum: 13 juni 2012 Rapportnummer: 2012/102 2

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen Bekendmaking Rectificatie vaststelling beleid De burgemeester van Heemskerk maakt bekend een verbeterde versie van de Beleidsregel Gebiedsverboden Heemskerk vast te stellen. De daarin opgenomen verwijzingen

Nadere informatie

AANGIFTE ONDER NUMMER

AANGIFTE ONDER NUMMER AANGIFTE ONDER NUMMER Implementatie, toepassing en eerste resultaten van de nieuwe regeling Aangifte onder nummer Samenvatting Monique Bruinsma Tom van Ham Manon Hardeman Henk Ferwerda Samenvatting Wanneer

Nadere informatie

Gedragscode stichting Torion

Gedragscode stichting Torion Gedragscode stichting Torion Vooraf De organisatie wil door middel van deze gedragscode vorm en inhoud geven aan het voorkomen en bestrijden van agressie, seksuele intimidatie en discriminatie. Tevens

Nadere informatie

WEBDOSSIER meldpunt RADAR 2015

WEBDOSSIER meldpunt RADAR 2015 WEBDOSSIER meldpunt RADAR 2015 RADAR is het bureau voor gelijke behandeling en tegen discriminatie voor de regio s Brabant-Noord (BN), Midden- en West-Brabant (MWB), Rotterdam-Rijnmond (RR) en Zuid-Holland-Zuid

Nadere informatie

Preventie en aanpak van ongewenst gedrag, intimidatie en discriminatie

Preventie en aanpak van ongewenst gedrag, intimidatie en discriminatie Klachtenregeling Preventie en aanpak van ongewenst gedrag, intimidatie en discriminatie 1. Klachtenregeling 1.1 Begripsbepalingen en definities. Discriminatie: In het kader van deze gedragscode wordt onder

Nadere informatie

Homoseksuelen in Amsterdam

Homoseksuelen in Amsterdam Homoseksuelen in Amsterdam Projectnummer 9150 In opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Marlon Nieuwenhuis drs. Marcel Janssen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/009 2 Klacht Verzoekster

Nadere informatie

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag DPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mevrouw A. Broekers-Knol Postbus

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Operationele Aangelegenheden Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 341 Besluit van 25 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing Halt-feiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie********

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie******** Bijlage 4 509 Tabellen bij hoofdstuk 8 Tabel 8.1 Door bestuursorganen geconstateerde overtredingen Belastingdienst 107.840 100.810 85.410 81.370 81.580 88.040 douane* 32.840 33.510 35.110 35.870 34.880

Nadere informatie

Pre-opsporing, opsporing, vervolging, informatieverstrekking, strafvordering Rechtskarakter

Pre-opsporing, opsporing, vervolging, informatieverstrekking, strafvordering Rechtskarakter AANWIJZING DISCRIMINATIE Categorie: Pre-opsporing, opsporing, vervolging, informatieverstrekking, strafvordering Rechtskarakter Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 juni Rapportnummer: 2013/064

Rapport. Datum: 6 juni Rapportnummer: 2013/064 Rapport Rapport over een klacht over de korpsbeheerder van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland (thans de politiechef van de regionale eenheid Amsterdam te Amsterdam). Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer:

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer 6 Berechting Z.C. Driessen en R.F. Meijer In 2015 deed de rechter 102.000 misdrijfzaken af, 20% minder dan in 2007 en 5% meer dan in 2014. Vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven vormden

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Klachtenregeling. Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling.

Klachtenregeling. Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling. Klachtenregeling Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling. Artikel 1 Definities Klacht Beslissing Seksuele intimidatie

Nadere informatie

CIJFERS IN BEELD 2018 OVERZICHT DISCRIMINATIECIJFERS OPENBAAR MINISTERIE

CIJFERS IN BEELD 2018 OVERZICHT DISCRIMINATIECIJFERS OPENBAAR MINISTERIE CIJFERS IN BEELD 2018 OVERZICHT DISCRIMINATIECIJFERS OPENBAAR MINISTERIE INHOUDSOPGAVE 03 Samenvatting 05 Inleiding 07 Strafbare discriminatie en het Openbaar Ministerie 11 De betekenis van de cijfers

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting Op 1 juni 2003 is de wet- en regelgeving omtrent de behandeling van gratieverzoeken gewijzigd. Het herontwerp van de procedure had tot doel te komen tot een snellere en meer doelmatige

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni 2012 Rapportnummer: 2012/092 2 Feiten Verzoeker was directeur van een stichting. Op 21 mei 2010 heeft

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. MiND Meldpunt Internet Discriminatie

Jaarverslag 2013. MiND Meldpunt Internet Discriminatie MiND Meldpunt Internet Discriminatie 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Meldingen 4 1.1 Werkwijze 4 1.2 Jaaroverzicht 5 1.3 Bron van de uitingen 6 1.4 Vervolgacties naar aanleiding van meldingen 7 2 Discriminatiegronden

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Bewaking, Beveiliging, Burgerluchtvaart NCTV DB3 AB Turfmarkt

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie

Gezamenlijke aanpak heling Rotterdam

Gezamenlijke aanpak heling Rotterdam Gezamenlijke aanpak heling Rotterdam Portefeuillehouder politie: K. van Moorsel Auteurs: T.M. Timmers (politie), M.B. Verhoef (gemeente Rotterdam), A. van den Brand (OM) Status: Definitief 2015 Politie,

Nadere informatie

De strafrechtsketen in samenhang

De strafrechtsketen in samenhang 8 De strafrechtsketen in samenhang F.P. van Tulder, R.F. Meijer en M.M. van Rosmalen Het geschatte aantal door burgers ondervonden delicten daalde tussen 2007 en 2015 met een derde (-33%) en de geregistreerde

Nadere informatie

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en onderzoeksvragen 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Centrale vraag en deelvragen 4 2.3 Afbakening

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388 Rapport Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Amsterdam een proces-verbaal waarin verzoeker als verdachte is aangemerkt heeft

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen. Op 24 juni 1998 is de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) gewijzigd. Deze wijziging komt voort uit de wens van de Tweede Kamer om te komen tot een strengere aanpak van gevaarlijk rijgedrag in het verkeer.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 9 Jongeren en criminaliteit Annette van Rijn (WODC), Frits Huls (CBS) en Aslan Zorlu (WODC)

Bijlagen bij hoofdstuk 9 Jongeren en criminaliteit Annette van Rijn (WODC), Frits Huls (CBS) en Aslan Zorlu (WODC) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 9 Jongeren en criminaliteit

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

Burgerpeiling Discriminatie

Burgerpeiling Discriminatie Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00067/19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: N. S., geboren op te Aruba, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993032-16 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie