Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2

Transcriptie

1 Wiskunde B (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak 0005 CV0 Begin

2 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen en van het Eindeamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 9 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal eamen vastgesteld (CEVO- 9-7 van september 99) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. a van 8 september 99. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen en van het Eindeamenbesluit van belang: De directeur doet het gemaakte werk met een eemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het eamen toekomen aan de eaminator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De eaminator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. De directeur doet de van de eaminator ontvangen stukken met een eemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. De eaminator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal eamen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. Algemene regels Voor de beoordeling van het eamenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: De eaminator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. Voor het antwoord op een vraag worden door de eaminator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0,,,.., n, waarbij n het maimaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd. Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels:. indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maimaal te behalen aantal scorepunten toegekend;. indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel;. indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel;. indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maimaal het gevraagde aantal;.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven; 0005 CV0 Lees verder

3 .7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het antwoordmodel anders is vermeld. 5 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het antwoordmodel anders is vermeld. 6 Indien de eaminator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het eamen rekening gehouden. 7 Voor deze toets kunnen maimaal 90 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal eamen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal eamen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel, tweede lid, Eindeamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. Vakspecifieke regel Voor het vak Wiskunde B (oude stijl) VWO is de volgende vakspecifieke regel vastgesteld: Voor elke rekenfout of verschrijving in de berekening wordt één punt afgetrokken tot het maimum van het aantal punten dat voor dat deel van die vraag kan worden gegeven CV0 Lees verder

4 Antwoordmodel Antwoorden Deelscores Opgave Maimumscore 5 f() = 0 geeft 8 f '( ) f '( ) de berekening van het antwoord 7 Maimumscore 9 het tekenschema van f() f '( ) 0 geeft het tekenschema van f '( ) het minimum f() = de verticale asymptoot = 0 de scheve asymptoot y = de tekening van de grafiek van f Maimumscore 8 de -coördinaten van de snijpunten van de grafiek van f met l zijn de -coördinaten van de snijpunten van de grafiek van f met m zijn O ( )d ( )d ( )d O [ ] [ ] [ ] de berekening van het antwoord 8 Opgave Maimumscore 9 d cost dt d y costcost dt d dy 0 en 0 geeft t t dt dt een raaklijn is evenwijdig aan de y-as in de punten (, ) en (-, -) dy d 0 en 0 geeft t 0 t t dt dt t een raaklijn is evenwijdig aan de -as in de punten (0, 0), (, ) en (, ) 0005 CV0 Lees verder

5 Antwoorden Deelscores Maimumscore 6 5 = geeft sint sint geeft cost 5 cost 5 geeft y 5 y 5 de berekening van het antwoord 5 Opmerking Indien als antwoord,9 of een nauwkeuriger benadering van punten aftrekken. 5 gegeven wordt, geen Maimumscore 7 6 in O geldt t 0t voor t = is de richtingscoëfficiënt van de raaklijn gelijk aan voor t = 0 is de richtingscoëfficiënt van de raaklijn gelijk aan 0 het berekenen van het antwoord 0 < a < of sintsint asint moet drie oplossingen hebben sint 0cost a cost a moet twee oplossingen hebben ongelijk aan t = 0 en t = het berekenen van het antwoord 0 < a < Opgave Maimumscore ln 7 f ( ) '( ) 0 geeft e het antwoord (e, ) Maimumscore 6 8 de coördinaten van A en B zijn (, 0) en (e, 0) f () en f '(e) e de berekening van het antwoord 80 Maimumscore 5 ln 9 p ( ) p f ln p ( ) p f het buigpunt treedt op voor p ln = geeft p = ln 0005 CV0 5 Lees verder

6 Antwoorden Deelscores Maimumscore 8 0 de -coördinaat van P is e p de -coördinaat van Q is e p p p PQ e e p PQ = geeft e het antwoord p = ln Opgave Maimumscore 8 E, B, G en H liggen in een vlak en EBGH is een ruit de oppervlakte van EBGH is 6 de afstand van F tot EBGH is het antwoord of het opsplitsen van het lichaam in twee piramiden H.EFG en B.EFG de hoogte van zo'n piramide is de berekening van de inhoud 0 van zo'n piramide het antwoord Maimumscore 7 de opmerking dat de lijn door Q en het midden van DG in V ligt de tekening van de snijlijn van V met het vlak OCGH loodrecht op GH de tekening van de rest van de doorsnijding Opmerking Als de coördinaten van de snijpunten van V met de ribben van het lichaam berekend zijn en deze punten op de juiste schaal zijn afgezet, geen punten aftrekken. Maimumscore 8 de berekening van de straal van is de afstand van D tot EH is de berekening van het antwoord KL = 6 of de keuze van een assenstelsel, bijvoorbeeld met oorsprong O en de assen langs OA, OC en OD een vergelijking van is y ( z) een vectorvoorstelling van EH is de coördinaten van K en L zijn (,0,6 )en (,0,6 ) de berekening van het antwoord KL 6 Einde 0005 CV0 6 Lees verder