Documentatierapport Productiestatistiek Praktijken van zorgverleners (PS_Zorgpraktijken)

Transcriptie

1 Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Productiestatistiek Praktijken van zorgverleners (PS_Zorgpraktijken) Datum:11november 2014

2 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door het onderzoeksbureau of de opdrachtgever op eigen titel. Verwijzing naar het CBS betreft uitsluitend het gebruik van de microdatabestanden. Dat wordt als volgt geformuleerd: Eigen berekening [naam onderzoeksbureau, c.q. opdrachtgever] op basis van bij het CBS beschikbaar gestelde microdatabestanden betreffende de Productiestatistiek Zorgpraktijken. 2

3 Beschikbare bestanden: PS_ZORGPRAKTIJKEN 2005V2 t/m 2009V2; PS_ZORGPRAKTIJKEN 2010V3, 2011V2 en 2012V1 Versiegeschiedenis bestanden Zie Bijlage A Versiegeschiedenis. De gebruiker dient rekening te houden met het volgende: Vanaf 2010 zijn gegevens over de praktijken van psychotherapeuten en gezondheidszorg (GZ)-psychologen toegevoegd. Uitsluitend de combinatie van RINPERSOON met RINPERSOONS R of E identificeert een persoon. De koppelsleutel voor bedrijfseenheden is de BE_ID/BEID (het bedrijfsidentificatienummer). In de bestanden zijn zowel gegevens over personen als over bedrijven (bij een gevulde variabele BE_ID) opgenomen. Wanneer een zorgverlener meerdere bedrijven heeft, zijn de resultaten bij elkaar opgeteld. Aan de variabele aantal-aangiften is te zien om hoeveel bedrijven het gaat. Wanneer deze variabele de waarde -1 heeft, betekent het dat een of meerdere aangiften van deze persoon niet bruikbaar waren. De variabele PROVINCIE, gevuld vanaf 2008, wordt alleen gebruikt voor de ophoging bij de fysiotherapeuten en oefentherapeuten en ontbreken daarom bij de andere zorgverleners. Door sommatie van de resultaten per SBI-klasse en vermenigvuldiging met de variabele ophoogfactor kunnen de resultaten uit de Statlinetabel worden gereproduceerd. De gegevens van de Huisartsendienstenstructuren (HDS) zijn samengevoegd tot een record met BE_ID-waarde 9. Voor de persoonskenmerken en/of achtergronden dient u de beschikbare GBAbestanden te raadplegen. Deze staan in de catalogus van het Centrum voor Beleidstatistiek onder de thema s Bevolking of Sociaal Statistisch Bestand. Voor het aanvragen van deze bestanden geldt de gebruikelijke procedure. 3

4 4

5 Inhoudsopgave Bronvermelding... 2 Beschikbare bestanden: Inleiding Toelichting op de samenstelling van de bestanden... 8 Microdatabestanden... 8 Recordbeschrijving... 8 Populatieafbakening... 8 Kwaliteit... 8 Gegevens op Statline Bestandsopbouw en toelichting... 9 Bestandsopbouw van de microdatabestanden... 9 Toelichting op de variabelen RINPERSOONS en RINPERSOON BE_ID SBI Voorkomende waarden van de variabelen Bijlage A Versie geschiedenis

6 6

7 1. Inleiding Het Centrum voor Beleidsstatistiek stelt, onder bepaalde voorwaarden, microdata (geanonimiseerde data op persoons-, bedrijfs- en adresniveau) ter beschikking voor onderzoek. Dit rapport beschrijft de inhoud en structuur van Productiestatistiek Zorgpraktijken. Hoofdstuk 2 beschrijft in het algemeen de microdatabestanden zoals populatieafbakening, methodologische bijzonderheden, kwaliteit en herkomst van de gegevens. In hoofdstuk 3 wordt de bestandsindeling gegeven en worden voor de categoriale variabelen alle mogelijke scores en hun betekenis opgesomd. 7

8 2. Toelichting op de samenstelling van de bestanden Microdatabestanden De microdatabestanden bevat de gegevens over de verlies- en winstrekening van praktijken van zorgverleners. Het geeft jaarlijks een beeld van het reilen en zeilen van zorgpraktijken uitgedrukt in financiële overzichten van exploitatie en verlies en winst. Deze gegevens vormen op zichzelf een belangrijke bron voor beleid en praktijk in Nederland, maar ze zijn indirect ook een bron voor leveringen aan Eurostat, het Europese Bureau voor de Statistiek. Ten slotte worden ze gebruikt bij de samenstelling van overkoepelende statistische overzichten zoals de Nationale Rekeningen. Recordbeschrijving Een record in het microdatabestand bevat informatie over een persoon (RINPERSOONS en RINPERSOON) en bedrijfseenheid (BE_ID). Het bestand bevat daarnaast variabelen die gebruikt zijn om de ophoogfactor te bepalen. Populatieafbakening De populatie bestaat uit alle ondernemers (zelfstandigen en directeur/ grootaandeelhouders) in de zorg. Zie voor meer informatie de korte onderzoeksbeschrijving Praktijken van zorgverleners. Kwaliteit De plausibiliteit van de uitkomsten is bepaald na een tijdreeksanalyse (consistentie in de tijd), een kengetallenanalyse (verhouding tussen variabelen) en een confrontatie met uitkomsten uit andere bronnen. De kwaliteit van de gegevens is niet op microniveau gecontroleerd. Gegevens op Statline De cijfers zijn onder andere gepubliceerd in de statlinetabel: Praktijken van zorgverleners; verlies- en winstrekening. 8

9 3. Bestandsopbouw en toelichting Bestandsopbouw van de microdatabestanden Onderstaand volgt een overzicht van alle variabelen. Nr Variabele en omschrijving Form 1 Rinpersoons A1 Soort rinpersoon 2 RINPersoon A9 Record identification number 3 be_id F11 Bedrijfseenheid-id 4 Jaar F4 Verslagjaar (jaar) 5 sbi08 F5 SBI-code voor economische activiteit 6 aantal_aangiften F3 Aantal bedrijven waarvoor aangifte is gedaan 7 zorgverlener_met_bv F1 Is de zorgverlener Directeur groot-aandeelhouder (DGA) van een BV 8 Starter F1 Beginnend ondernemer 9 Apotheekhoudend F1 Is de huisarts apotheekhoudend 10 provincie A2 Provincie van het praktijkadres 11 ophoogfactor F8.4 Ophoogfactor 12 r1 F9 Bedrijfsopbrengsten (1 euro) 13 r2 F9 Netto omzet (1 euro) 14 r5 F9 Overige bedrijfsopbrengsten (1 euro) 15 r6 F9 Ontvangen restituties en subsidies (1 euro) 16 r7 F9 Overige opbrengsten (1 euro) 17 r8 F9 Bedrijfslasten (1 euro) 18 r9 F9 Totaal arbeidskosten; loon, sociale lasten en pensioenlasten (1 euro) 19 r10 F9 Bruto lonen en salarissen (1 euro) 20 r11 F9 Pensioenlasten en sociale lasten (1 euro) 21 r12 F9 Afschrijvingen op vaste activa (1 euro) 22 r13 F9 Overige bedrijfslasten (1 euro) 9

10 Nr Variabele en omschrijving Form 23 r14 F9 Overige personeelskosten (1 euro) 24 r15 F9 Overige bedrijfslasten (1 euro) 25 r16 F9 Bedrijfsresultaat (1 euro) 26 f1 F9 Financiële baten (1 euro) 27 f2 F9 Financiële lasten (1 euro) 28 f3 F9 Financieel resultaat (1 euro) 29 br1 F9 Buitengewone baten (1 euro) 30 br2 F9 Buitengewone lasten (1 euro) 31 br3 F9 Saldo van buitengewone baten en lasten (1 euro) 32 rr F9 Resultaat voor belastingen (1 euro) 10

11 Toelichting op de variabelen RINPERSOONS en RINPERSOON Bronbestanden die aan het CBS geleverd worden, bevatten doorgaans als persoonsidentificator het burgerservicenummer. Het burgerservicenummer wordt als zeer identificerend beschouwd en daarom vervangt het CBS dit nummer door een intern persoon identificatienummer, het betekenisloze RINPERSOON (RIN-nummer). Met dit RIN-nummer kan het bestand worden gekoppeld aan andere bestanden bij het CBS. Het bronbestand van dit microdatabestand bevatte geen burgerservicenummer. Via andere identificerende gegevens dan het burgerservicenummer kon het RIN-nummer ook aan dit bestand worden toegevoegd. Dit is gebeurd door van ieder record in het bronbestand de combinatie van geslacht, geboortedatum en adres op te zoeken in de GBA. Het CBS heeft namelijk iedere persoon in de GBA voorzien van een RIN-nummer. Als de specifieke combinatie voorkomt in de GBA, dan is het RIN-nummer van die persoon toegevoegd aan het record in het bronbestand. Op deze manier kon het RIN-nummer van personen in het bronbestand worden achterhaald. Het microdatabestand is voorzien van de door het CBS toegevoegde variabelen soort identificatiecode (RINPERSOONS) en identificatienummer (RINPERSOON). Records in het microdatabestand die konden worden voorzien van een RIN-nummer hebben de waarde R op RINPERSOONS gekregen. De records die niet zijn teruggevonden in de GBA. Deze records hebben de waarde G op RINPERSOONS gekregen, met een lege score in het veld RIN. Daarnaast zijn er nog een aantal records die een andere waarde bij RINPERSOON hebben dan een valide RINPERSOON en deze records hebben de waarde E op RINPERSOONS gekregen. Uitsluitend de combinatie van RINPERSOONS R en RINPERSOON identificeert een uniek persoon. Koppelen aan andere bestanden of aggregeren op persoonsniveau moet daarom alleen worden uitgevoerd op records met RINPERSOONS R. BE_ID De bedrijfseenheid (BE_ID) is een door het CBS gemaakte volgnummer van bedrijven en wordt als statistische eenheid gebruikt. Een bedrijfseenheid wordt gekenmerkt door autonomie en externe gerichtheid. De autonomie heeft betrekking op beslissingen over het productieproces van een productengroep en het aanbieden van producten of diensten aan derden. Daarnaast moet de bedrijfseenheid te enquêteren zijn. Een bedrijfseenheid kan uit meer dan één juridische eenheid bestaan. Binnen een bedrijfseenheid wordt er in de regel één economische activiteit (volgens de SBI) uitgeoefend. De aan een BE_ID toegekende SBI wordt bepaald door het zwaartepunt (gebaseerd op het aantal werkzame personen) van activiteiten. 11

12 SBI08 De Standaard Bedrijfsindeling (SBI) is een classificatie van economische activiteiten en wordt door het CBS o.a. gebruikt om bedrijfseenheden te rubriceren naar hun hoofdactiviteit. Meer informatie over SBI 2008 is te vinden op SBI Voor Remote Access en On-site gebruikers is de codelijst te vinden op \8_Utilities\Code_Listings\bedrijfsindelingen\. Ophoogfactor Voor het bepalen van de ophoogfactor wordt de populatie verdeeld over de combinatie van twee populatiekenmerken, bijvoorbeeld de zorgverlener heeft een BV en is starter of de zorgverlener heeft geen BV en is ook geen starter. Aldus ontstaan verschillende categorieën. De ophoogfactor wordt berekend door het totaal aantal zorgverleners per categorie te delen door het aantal zorgverleners waarvan geldige informatie beschikbaar is. Wanneer er 40 Friese oefentherapeuten zijn met een BV en van 30 van hen is informatie beschikbaar dan krijgen zij de ophoogfactor (40/30=) 1,33. De 10 oefentherapeuten zonder gegevens krijgen de ophoogfactor 0. Per beroepsgroep gelden de volgende populatiekenmerken: Huisartsen; apotheekhoudend en starter Tandartsen; zorgverlener_met_bv en starter Orthodontisten; zorgverlener_met_bv en starter Verloskundigen; zorgverlener_met_bv en starter Fysiotherapeuten; zorgverlener_met_bv en provincie Oefentherapeuten; zorgverlener_met_bv en provincie R1 Totaal bedrijfsopbrengsten. De opbrengsten uit de normale bedrijfsuitoefening, in dit geval de verkopen van goederen en diensten, alsmede de waarde van voorraadmutaties, onderhanden werk, geactiveerde productie voor het eigen bedrijf, subsidies en overige bedrijfsopbrengsten. R2 Totaal netto omzet. De opbrengst uit verkoop van goederen en levering van diensten aan derden. R5 Totaal overige bedrijfsopbrengsten. Bedrijfsopbrengsten die niet behoren tot de netto omzet. Het gaat hier met name om: - vergoedingen voor uitgeleend personeel; - huuropbrengsten; - loonkostensubsidies en overige subsidies; - schade-uitkeringen; - ontvangen ziekengelden. 12

13 R8 Totaal bedrijfslasten. De kosten die zijn gemaakt om de bedrijfsopbrengsten te realiseren, te weten de arbeidskosten, de afschrijvingen en de overige bedrijfslasten. R9 Totaal arbeidskosten. Totaal van de bruto lonen en salarissen van werknemers en de ten laste van de werkgevers komende sociale lasten en pensioenpremies (exclusief privéopbouw zoals lijfrente en koopsom). R10 Lonen en salarissen. Bruto loon, vakantiegeld, doorbetalingen bij ziekte, Onregelmatigheidstoeslag, overwerk, eenmalige uitkeringen, vergoeding woon-/werkverkeer; niet inbegrepen: sociale lasten, pensioenpremies, andere personeelskosten (zoals kosten opleiding, kantine, arbodiensten, werving). De lonen en salarissen worden niet verlaagd met loonkostensubsidies en ontvangen ziekengelden. R11 Pensioenlasten en sociale lasten. Werkgeversaandeel pensioenlasten, sociale voorzieningen en overige sociale lasten. R12 Afschrijvingen. De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering. R14 Overige personeelskosten. De kosten voor uitzendkrachten, gedetacheerd en overig ingeleend personeel, kosten van opleidingen verzorgd door derden en kosten werving en selectie, opleiding, kleding en dergelijke voor personeel. R15 Overige bedrijfslasten niet eerder genoemd. Autokosten, huisvestingskosten (beide met aftrek van privégebruik) en overige bedrijfslasten. Persoonlijke verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid en invaliditeit worden niet meegeteld. R16 Bedrijfsresultaat. Verschil tussen bedrijfsopbrengsten en bedrijfslasten van normale bedrijfsvoering. Exclusief saldo financiële en buitengewone baten en lasten. F1 Financiële baten. De baten bestaan uit rentebaten, baten uit deelnemingen, ontvangen dividenden, winst op beleggingen en overige financiële baten. F2 Financiële lasten. De lasten omvatten de rentelasten, de kosten van leningen, het verlies op deelnemingen en het verlies op beleggingen. 13

14 F3 Financieel resultaat. Het resultaat van de financiële baten minus de financiële lasten. Br1 Buitengewone baten. Buitengewone baten omvatten baten die niet uit de eigenlijke bedrijfsvoering voortvloeien. Br2 Buitengewone lasten. Buitengewone lasten omvatten lasten die niet uit de eigenlijke bedrijfsvoering voortvloeien. Br3 Buitengewoon resultaat. Het resultaat van de buitengewone baten minus de buitengewone lasten. Rr Resultaat voor belasting. De som van het bedrijfsresultaat, het financieel resultaat en het buitengewoon resultaat. 14

15 Voorkomende waarden van de variabelen In deze paragraaf worden voor de categoriale variabelen alle mogelijke scores en hun betekenis opgesomd. rinpersoons E RINPERSOON NIET IN GBA, ENQUETE NR G RINPERSOON NIET IN GBA, GEEN SOFINR R RINPERSOON WEL IN GBA sbi Praktijken van huisartsen Praktijken van tandartsen Praktijken van tandheelspecialisten Praktijken van verloskundigen Praktijken van fysiotherapeuten Praktijken van psychotherapeuten en psychologen Overige paramedische praktijken zorgverlener_met_bv 0 zorgverlener is geen directeur/grootaandeelhouder van een besloten vennootschap 1 zorgverlener is directeur/grootaandeelhouder van een besloten vennootschap starter 0 zorgverlener is geen startende ondernemer in het verslagjaar 1 zorgverlener is een startende ondernemer in het verslagjaar apotheekhoudend 0 de huisarts is niet apotheekhoudend 1 de huisarts is apotheekhoudend provincie 20 Groningen 21 Friesland 22 Drenthe 23 Overijssel 24 Flevoland 25 Gelderland 26 Utrecht 27 Noord-Holland 28 Zuid-Holland 29 Zeeland 30 Noord-Brabant 31 Limburg 99 Buitenland 15

16 Bijlage A Versie geschiedenis Bestandsnaam Reden PS_ZORGPRAKTIJKEN 2005V1 Eerste plaatsing PS_ZORGPRAKTIJKEN 2006V1 Eerste plaatsing PS_ZORGPRAKTIJKEN 2007V1 Eerste plaatsing PS_ZORGPRAKTIJKEN 2008V1 Eerste plaatsing PS_ZORGPRAKTIJKEN 2009V1 Eerste plaatsing PS_ZORGPRAKTIJKEN 2010V1 Eerste plaatsing, voorlopig PS_ZORGPRAKTIJKEN 2005V2 Verbeterde gegevens PS_ZORGPRAKTIJKEN 2006V2 Verbeterde gegevens PS_ZORGPRAKTIJKEN 2007V2 Verbeterde gegevens PS_ZORGPRAKTIJKEN 2008V2 Verbeterde gegevens PS_ZORGPRAKTIJKEN 2009V2 Verbeterde gegevens PS_ZORGPRAKTIJKEN 2010V2 Nader voorlopig PS_ZORGPRAKTIJKEN 2011V1 Eerste plaatsing, voorlopig PS_ZORGPRAKTIJKEN 2010V3 Definitieve gegevens PS_ZORGPRAKTIJKEN 2011V2 Nader voorlopige gegevens PS_ZORGPRAKTIJKEN 2012V1 Voorlopige gegevens 16