D e fiscale inflatiecorrectie

Transcriptie

1 Jaargang 10, nummer 1, mei 2007 I nhoud Wijzigingen inkomstenbelastingen Extra controle op bijleenregeling 2 Wijziging vennootschapsbelasting Heffings en invorderingsrente 4 Samenwerking deurwaarders en UWV 4 WOZ 5 Buitenlandse BTW 5 Wijziging loonbelasting Verklaring geen privégebruik auto van de zaak 6 Wijzigingen inkomstenbelastingen 2007 D e fiscale inflatiecorrectie bedraagt in ,6%. De belangrijkste gewijzigde tarieven en bedragen zetten we onderstaand voor u uiteen. Wijzigingen in de tarieven box 1, 2 en 3 1 e schijf - t/m ,65% 2 e schijf t/m ,40% 3 e schijf t/m % 4 e schijf en hoger 52% Voor 65-plussers geldt in de eerste schijf een tarief van 15,75% en in de tweede schijf een tarief van 23,50%. Dit komt doordat zij alleen 13,25% AWBZen ANW-premie betalen en geen premie AOW. Deze tarieven zijn van toepassing op het zogenoemde inkomen uit werk en woning van box 1. Hiertoe behoren bijvoorbeeld winst, looninkomsten en uitkeringen en dergelijke en de bijtelling voor de eigen woning verminderd met de hypotheekrente. De belasting op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) bedraagt 22% voor de eerste aan inkomen uit aanmerkelijk belang. Voor het meerdere geldt het normale tarief van 25%. De extra tariefschijf geldt alleen voor het jaar De belasting op het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3) bedraagt 30%. Heffingskortingen Aan de hand van de verschillende tarieven in box 1, 2 en 3 wordt berekend hoeveel inkomstenbelasting in beginsel verschuldigd is. Dit bedrag wordt vervolgens verminderd met één of meerdere heffingskortingen, waar u afhankelijk van uw persoonlijke situatie recht op heeft. Het bedrag dat na aftrek van de heffingskortingen overblijft, is de uiteindelijk verschuldigde belasting. Een en ander wordt op de volgende bladzijde weergegeven in een tabel. Nieuwe Uitleg is een informatiebulletin voor cliënten en relaties van Broers & MacDonald Belastingadviseurs en verschijnt eens per kwartaal. In Nieuwe Uitleg wordt aandacht besteed aan actualiteiten op het gebied van fiscaal- en ondernemingsrecht. 1

2 De bijleenregeling bestaat sinds 2004 en kan u treffen als u uw oude woning met overwaarde verkoopt en een nieuwe woning koopt. Soort korting Bedrag van de korting ( ) jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder Algemene heffingskorting (voor iedereen) Arbeidskorting (voor personen met inkomsten uit tegenwoordige arbeid) maximaal: - tot 57 jaar - 57, 58 of 59 jaar - 60 of 61 jaar - 62 jaar of ouder Kinderkorting (voor ouders met een verzamelinkomen - lager dan inkomen tussen en ) Combinatiekorting (voor ouders met inwonend kind tot 12 jaar die recht hebben op zelfstandigenaftrek of met betaald werk meer dan 4.475) Aanvullende combinatiekorting (voor de minstverdienende partner en de werkende alleenstaande ouder die recht hebben op de combinatiekorting) Alleenstaande-ouderkorting (voor alleenstaande ouders die een inwonend kind tot 27 jaar onderhouden) Aanvullende alleenstaande-ouderkorting (voor ouders die recht hebben op de alleenstaande-ouderkorting en een inwonend kind tot 16 jaar hebben) Jonggehandicaptenkorting (voor personen die voldoen aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering) * 440 0** ,3% van de arbeidsinkomsten, maar maximaal Ouderenkorting (voor ouderen met een verzamelinkomen van max ) Alleenstaande ouderenkorting (voor ouderen die recht hebben een AOWuitkering 571 voor alleenstaanden) Levensloopkorting (per jaar van deelname, bij reguliere opname van levenslooptegoed) Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur, voor personen die gebruik maken van hun recht op ouderschapsverlof en deelnemen aan de levensloopregeling) * 939 5,75% van het gezamenlijke verzamelinkomen minus ** 440 2,691% van het gezamenlijke verzamelinkomen minus Reisaftrek woning-werk 2007 Onder voorwaarden is aftrek volgens forfaitaire bedragen mogelijk als regelmatig met het openbaar vervoer wordt gereisd tussen de woning en de werkplek. Enkele reisafstand woning-werk (km) Aftrekbedrag ( ) Meer dan Maar niet meer dan ,76 Eigenwoningforfait De bijtelling voor het bezit van de eigen woning bedraagt een percentage van de zogenoemde WOZ-waarde. Het percentage loopt op met de waarde van de woning. Als de WOZwaarde ( ) niet meer is dan Maar niet meer dan nihil Het forfait bedraagt maximaal Bedraagt het forfaitpercentage ,20% ,30% ,40% en hoger 0,55% Extra controle op bijleenregeling I eder jaar besteedt de Belastingdienst bij de controle van de aangifte inkomstenbelasting extra aandacht aan een bepaald thema. Voor de aangifte over het jaar 2006 is dat de bijleenregeling. Dit vraagt dus ook extra aandacht van u, bij het invullen van uw aangifte 2006! De bijleenregeling bestaat sinds 2004 en kan u treffen als u uw oude woning met overwaarde verkoopt en een nieuwe woning koopt. De overwaarde is het verschil tussen de (netto) verkoopopbrengst van de eigen woning en de op dat moment bestaande eigenwoningschuld. Op de verkoopopbrengst mogen de verkoopkosten in mindering worden gebracht, zoals de makelaarscourtage. De bijleenregeling bepaalt dat u de volledige overwaarde van uw verkochte huis moet gebruiken voor de nieuwe woning. Alleen de rente over de lening voor de nieuwe woning verminderd met de overwaarde, mag u in aftrek brengen. Als u de overwaarde gebruikt voor het kopen van een nieuwe auto en de nieuwe woning geheel met een lening financiert, is de rente deels niet aftrekbaar. 2

3 Door de inwerkingtreding van de Wet Werken aan Winst, zijn er diverse wijzigingen in de vennootschapsbelasting doorgevoerd. Let op, voor de waarde van de onttrekking van het privégebruik van de bedrijfswoning van de ondernemer is een ander forfait van toepassing. Zie de tabel hierna. Lijfrentepremie Aftrek voor lijfrentepremies is mogelijk binnen een jaarruimte van maximaal en binnen een inhaalruimte van maximaal Voor personen van 55 jaar en ouder wordt de inhaalruimte verhoogd tot maximaal Wilt u meer weten over de lijfrenteaftrek? Raadpleeg ons voor meer informatie. Autokosten voor de ondernemer Een ondernemer die zijn auto op de balans heeft staan, rekent 22% van de waarde van de auto tot zijn winst als hij hiermee 500 kilometer of meer privé rijdt. Voor zakelijke kilometers met een auto die tot zijn privévermogen behoort, mag de ondernemer 0,19 per kilometer als kosten in aftrek brengen. Woon-werkverkeer wordt als zakelijk aangemerkt. Bedrijfswoning Voor het privégebruik van de bedrijfswoning van de ondernemer moet een bijtelling bij de winst plaatsvinden. De onttrekking bedraagt bij een woningwaarde van: Meer dan ( ) Maar niet meer dan ( ) Op jaarbasis ,80%, maar niet minder dan ,00% ,10% ,20% ,40%, maar ten hoogste Aftrek van gemengde kosten Ondernemers kunnen kosten die zowel een zakelijk als privé-element hebben slechts deels aftrekken van de winst. Denk hierbij aan kosten voor voedsel, representatie en congressen. In beginsel komt niet in aanmerking voor aftrek. De ondernemer kan er echter ook voor kiezen 26,5% van de totale gemengde kosten niet af te trekken. Investeringsaftrek De ondernemer die investeert in bedrijfsmiddelen kan (naast de afschrijvingen) een deel van het investeringsbedrag van de winst aftrekken, de zogenoemde investeringsaftrek. De investeringsaftrek heeft betrekking op het totaalbedrag aan investeringen in Per investering geldt een minimumbedrag van 450. De in de onderstaande tabel aangegeven bedragen worden hoogstwaarschijnlijk in de loop van 2007 gewijzigd. Vooralsnog gelden de genoemde bedragen. Voor bepaalde investeringen die in het belang zijn van een doelmatig gebruik van energie, geldt een aftrek van 44% bij een bedrag aan energie-investeringen van meer dan Daarnaast is er voor aangewezen investeringen in het belang van de milieubescherming een aftrek mogelijk van 60%, 50%, 40%, 30% of 15%. Let op! De milieu-investeringsaftrek kan wel samengaan met de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, maar niet met de energieinvesteringsaftrek. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2007 meer dan ( ) maar niet meer dan ( ) bedraagt het percentage Zelfstandigenaftrek Ondernemers die in een jaar ten minste uur als ondernemer hebben gewerkt en dus voldoen aan het urencriterium, hebben recht op zelfstandigenaftrek. Wijzigingen vennootschapsbelasting 2006 D oor de inwerkingtreding van de Wet Werken aan Winst, zijn er diverse wijzigingen in de vennootschapsbelasting doorgevoerd. We vermelden de belangrijkste. Tarief Winst meer dan ( ) Maar niet meer dan ( ) Percentage ,0% ,5% ,5% Afschrijvingsbeperking De beperkingen in afschrijvingsmogelijkhe den voor bedrijfsmiddelen en onroerende zaken die bij de wijzigingen in de inkomstenbelasting zijn vermeld, gelden ook voor de ondernemer met een BV. Verliesverrekening De voorwaartse verliesverrekening wordt beperkt tot 9 jaar (was onbeperkt mogelijk). De achterwaartse verliesverrekening wordt beperkt tot 1 jaar (was 3 jaar). Als overgangsrecht geldt dat tot en met 2011 alle nog niet verrekende verliezen kunnen worden verrekend. 3

4 Ook de ondernemer die op 1 januari jaar is, kan vanaf dit jaar de zelfstandigenaftrek toepassen. Heffings-en invorderingsrente D e heffings- en invorderingsrente voor het eerste kwartaal 2007 is vastgesteld op 4,7%. Voor het vierde kwartaal van 2006 bedroeg de rente nog 4,25% en voor het derde kwartaal ,0%. Een duidelijk stijgende lijn. Zoals ook in de vorige nieuwsbrief is gemeld, is de wettelijke rente per 1 januari 2007 verhoogd van 4% naar 6%. Samenwerking deurwaarders en UWV D eurwaarders krijgen de mogelijkheid bij het UWV na te gaan wie de werkgever van een schuldenaar is. Zo zijn schuldeisers niet langer op handelsinformatiebureaus aangewezen als het niet lukt de werkgever te achterhalen. De nieuwe regeling zorgt ervoor dat sneller beslag kan worden gelegd op het loon van een werknemer die schulden heeft. Zelfstandigenaftrek 2007 Meer dan ( ) maar niet meer dan ( ) bedraagt de zelfstandigenaftrek ( ) Tip! Ook de ondernemer die op 1 januari jaar is, kan vanaf dit jaar de zelfstandigenaftrek toepassen. De aftrek bedraagt dan 50% van de bedragen die u in bovenstaande tabel ziet. Als de ondernemer in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij hem in die periode niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek is toegepast, wordt de zelfstandigenaftrek verhoogd met (startersaftrek). Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid Voor de arbeidsongeschikte ondernemer die een onderneming start, is de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid in het leven geroepen. De ondernemer moet voldoen aan een verlaagd urencriterium van 800 uur. De startersaftrek bedraagt dan , en voor het eerste, tweede respectievelijk derde jaar. Let op! De regeling geldt alleen voor de ondernemer die na 31 december 2006 vanuit een arbeidongeschiktheiduitkering (is ge-)start met een onderneming. Speur- en ontwikkelingswerk De aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet en die in het kalenderjaar ten minste 500 uur besteedt aan werk dat met een S&O-verklaring is aangemerkt als speur- en ontwikkelingswerk. De aftrek bedraagt Voor de startende ondernemer wordt deze aftrek verhoogd met Meewerkende partner Werkt de partner mee in de onderneming? Dan bestaat de keuze tussen: een zelfstandige arbeidsbeloning voor de meewerkende partner, mits deze zelf geen ondernemer is; of een meewerkaftrek bij de ondernemer die aan het urencriterium voldoet, mits de partner geen enkele vergoeding ontvangt. Bij arbeid van de partner die gedurende het kalenderjaar een aantal uren in beslag neemt gelijk aan of meer dan maar minder dan bedraagt de meewerkaftrek (% van de winst) ,25 % ,00 % ,00 % ,00 % Oudedagsreserve Om de oudedagsreserve te kunnen vormen is onder andere vereist dat de ondernemer ten minste uur werkt in de onderneming waaruit hij fiscale winst geniet. In dat geval mag hij maximaal 12% van de winst, maar niet meer dan ten laste van zijn winst brengen en toevoegen aan de oudedagsreserve. Let op! De toevoeging aan de oudedagsreserve bedraagt ten hoogste het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen bij het einde van het kalenderjaar de oudedagsreserve bij het begin van het kalenderjaar te boven gaat. Stakingsaftrek De stakingsaftrek geldt voor de ondernemer die in het kalenderjaar winst behaalt met of bij het staken van één of meer gehele ondernemingen waaruit hij als ondernemer winst geniet en bedraagt eenmaal per leven. Overweegt u in 2007 uw onderneming te staken? Bespreek dan eens de mogelijkheden met ons. MKB-winstvrijstelling Met ingang van 1 januari 2007 kan de ibondernemer de MKB-winstvrijstelling toepassen als hij aan het urencriterium voldoet. De vrijstelling bedraaagt 10% van de winst nadat deze is verminderd met de ondernemingsaftrek. 4

5 Bij de berekening van de ruimte voor de lijfrentepremieaftrek is het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend. Extra lijfrentepremieaftrek voor stakende ondernemers Naast de stakingsaftrek geldt een extra aftrek voor lijfrentepremies bij (gedeeltelijke) staking van de onderneming. Het maximumbedrag van deze aftrek varieert van zonder nadere voorwaarden- via onder meer als lijfrente-uitkering direct ingaat- tot , onder meer na overlijden van de ondernemer. Bij de berekening van de ruimte voor de lijfrentepremieaftrek is het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend. Ondernemers mogen in het jaar dat zij (een deel van) hun onderneming staken op verzoek daarvan afwijken en bij de berekening van de lijfrentepremieaftrek er voor kiezen de gegevens van het kalenderjaar zelf te gebruiken. Maar let op, in het opvolgende kalenderjaar, waarin weer uitgegaan moet worden van de gegevens van het voorafgaande kalenderjaar, mag de stakingwinst niet nogmaals bij de berekening van de ruimte voor de lijfrentepremieaftrek in aanmerking worden genomen. Afschrijving bedrijfsmiddelen Bij de bepaling van de winst uit onderneming wordt met ingang van 1 januari 2007 het afschrijvingspercentage van goodwill gesteld op maximaal 10% en voor andere bedrijfsmiddelen wordt het afschrijvingspercentage gesteld op 20% op jaarbasis. Afschrijving gebouwen Vanaf dit jaar mag de boekwaarde van een gebouw niet dalen beneden de zogenoemde bodemwaarde. Voor gebouwen die worden verhuurd aan anderen (gebouw ter belegging) wordt de WOZwaarde als bodemwaarde gehanteerd. Voor gebouwen in eigen gebruik wordt 50% van de WOZ-waarde als bodemgrens gehanteerd. Voor gebouwen die al vóór 1 januari 2007 tot het ondernemingsvermogen behoorden en waarop nog niet gedurende ten minste drie jaren is afgeschreven, gaat het nieuwe regime pas in het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin die drie jaren zijn geëindigd. Beperking verliesrekening Voor het verlies uit werk en woning blijft de achterwaartse verliesverrekening van 3 jaar gehandhaafd. Voor het verlies uit aanmerkelijk belang wordt de achterwaartse verliesverrekening beperkt tot 1 jaar (was 3 jaar). De voorwaartse verliesverrekening voor het verlies uit werk en woning en het verlies uit aanmerkelijk belang wordt 9 jaar, voor ondernemingsverliezen en het verlies uit aanmerkelijk belang was deze onbeperkt. Als overgangsrecht geldt dat tot en met 2011 alle nog niet verrekende verliezen kunnen worden verrekend. Bedragen in box 3 Inkomsten uit vermogen worden in box 3 forfaitair belast met de vermogensrendementsheffing. Die bedraagt 30% over 4% van het gemiddelde vermogen in het jaar. Dit betekent in feite dat u 1,2% belasting betaalt over het gemiddelde van het vermogen dat u had op 1 januari 2007 en het vermogen dat u heeft op 31 december Er geldt een heffingsvrij vermogen van Tot dit bedrag hoeft u geen vermogensrendementsheffing te betalen over het saldo van uw bezittingen minus schulden. (Fiscale) partners kunnen deze vrijstelling aan elkaar overdragen. Per minderjarig kind wordt deze vrijstelling verhoogd met Ten slotte kan het heffingvrije vermogen onder voorwaarden ook verhoogd worden met de zogenoemde ouderentoeslag. Beleggingen in box 3 In box 3 gelden extra vrijstellingen voor zogenoemde maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal. Tot de eerste groep behoren groene of sociaal-ethische beleggingen en tot de tweede groep worden beleggingen in durfkapitaalfondsen gerekend, leningen aan startende ondernemers en culturele beleggingen. Deze beleggingen zijn vrijgesteld tot Bovendien geldt een extra heffingskorting (belastingaftrek) van 1,3%. WOZ V anaf 2007 stellen gemeenten de WOZwaarde van onroerende zaken jaarlijks vast. Waarschijnlijk krijgt u binnenkort van uw gemeente een nieuwe beschikking binnen. Deze heeft de waardepeildatum van 1 januari Controleer de beschikking en maak (eventueel in overleg met ons) bezwaar als u het niet eens bent met de waarde. Buitenlandse BTW H ebt u in 2006 buitenlandse BTW betaald? Vraagt u die dan zo snel mogelijk terug. Houdt u daarbij in gedachten dat u uiterlijk tot 1 juli 2007 deze BTW kunt terugvragen. Voor die datum moet uw teruggaveverzoek zijn ingediend. Wij kunnen u bij het terugvragen van de BTW uiteraard van dienst zijn. 5

6 Vanaf 1 januari 2007 is de vergoeding of verstrekking van bedrijfsfitness onbelast als dit plaatsvindt op een vaste locatie die u heeft aangewezen. Verklaring geen privégebruik auto van de zaak H oud er rekening mee dat een kopie van het aanvraagformulier voor een Verklaring geen privégebruik auto van de zaak niet meer voldoende is om geen bijtelling toe te passen op de loonstrook van de werknemer. In alle gevallen moet u in uw administratie beschikken over een kopie van de Verklaring. Wijzigingen loonbelasting 2007 D oor de inwerkingtreding van de Wet Paarse Krokodil zijn er diverse wijzigingen in de loonbelasting doorgevoerd. We noemen de belangrijkste. Telefoon en internet De vergoedingen en verstrekkingen van telefoon en internet blijven onbelast als de werknemer de internet- of telefoonaansluiting voor meer dan 10% zakelijk gebruikt. Dit geldt ook voor een tweede telefoonaansluiting. Zakelijke maaltijden Met ingang van dit jaar is de zogenoemde 80- maaltijdenregeling vervallen. Onder de huidige regels kunnen alle meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden belastingvrij worden vergoed of verstrekt. Dienstverlening aan huis De nieuwe regeling dienstverlening aan huis geldt voor particulieren die voor minder dan vier dagen in de week dezelfde persoon inhuren voor persoonlijke diensten (klusjes in of aan huis, tuin e.d.). Ook het verlenen van zorg (eventueel via persoonsgebonden budget) of alfahulpverlening valt onder de nieuwe regeling voor dienstverlening aan huis. Bij zulke hulp in huis hoeft de particuliere opdrachtgever geen loonbelasting in te houden of premies werknemersverzekeringen in te houden of zelf te betalen. Bedrijfsfitness Onder bepaalde voorwaarden is de vergoeding of verstrekking van bedrijfsfitness onbelast. Vanaf 1 januari 2007 is de vergoeding of verstrekking onbelast als de bedrijfsfitness plaatsvindt op de werkplek of op een vaste locatie die u heeft aangewezen. De vaste locatie moet gelden voor alle werknemers met dezelfde arbeidsplaats. Geschenkenregeling Met ingang van 1 januari 2007 mag de werkgever 20% eindheffing toepassen over geschenken in natura aan een werknemer, voor zover de waarde in het economische verkeer niet meer is dan 70 per kalenderjaar. Vervallen loonbelastingverklaring De loonbelastingverklaring is per 1 januari 2007 vervallen. Een nieuwe werknemer moet vanaf die datum zelf een schriftelijke verklaring aan de werkgever geven voordat hij in het bedrijf gaat werken. In de verklaring moeten de volgende gegevens staan: naam en voorletters, geboortedatum, BSN/SoFi-nummer, adres, postcode en woonplaats, woonland en regio als hij niet in Nederland woont. Hoewel bij het redigeren van de Nieuwe Uitleg de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie (na verloop van tijd) verouderd of niet (meer) juist is. Broers & MacDonald is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave. Overname is niet toegestaan. Broers & MacDonald Belastingadviseurs Nieuwe Uitleg BP Den Haag Tel.: Fax: broersenmacdonald@tip.nl Website: 6