HAERTSTEEDEN ofte SCHOORSTEENEN

Transcriptie

1 HAERTSTEEDEN ofte SCHOORSTEENEN vanden AMBACHTE van WASSENAER en Suijtwijck 1604 ( 3 augusti 1606) Bron: Gem. Arch. Wassenaar nv. nr: 405 (1604) Bewerkt: A.W. Bredero sept 2005

2 folio 1 Quoyer vande Haertsteeden ofte Schoorsteenen vanden Ambachten van Wassenaer ende s Heeren Dirckx Ambacht van Zuijdwijck midtsgaders vande huyse vanden dorpe van Wassenaer bij de buyeren ende inwoonderen vanden selfden Ambachten ende dorpe onder den Schoudt ende Scheepenen aldaer opten derden Augusti anno sestien hondert ende vier. WASSENAER folio 1 nden eersten die woonynghe toecoemende St. Katherijnen Gasthuys tot Leijden, daer Bruycker af is Dirck Janszoon ende is bij Dirck voorscreven schoorsteenen A.W. Bredero 2

3 folio 1v folio 2 folio 2v de leproosen tot Leijden, daer bruycker aff is jonghe Claes Joriszoon ende is bij de voorscreven jonge Claes Joriszoon Jonckheer Tserclaes, daer bruycker aff is Jan Arijenszoon ende is bij den voorscreven Jan Arijensz De huijsijnge toecoemende van Jonckheer Heijndrick van der Werfve, daer hij selver op woonende is; heeft de voornoemden Jonckheer Heijndrick vander Werfve selver de voorscreven Jonckheer Heijnrick vander Werfve, daer bruycker af is Cornelis Huijchgensz Bouman; is bij den voorscreven Boumans huysfvrou Meester Dirck Herreweijer, Advocaet voor den Hove van Hollandt, daer bruycker af is Philps Claeszoon; is bij den voorscreven Philps Huijbert Jsbrandtszoon cum sociis, daer bruycker af is Huijbert voorscreven; is bij den selfden Huijbert huysvrou Het speen huysken toecoemende den voorscreven Huijbert cum sociis, daer bruykster af is Niesgen Quanten ende heeft de voorscreven Niesgen Arent Jansz, daer bruycker aff is de voorscreven Arent selver; daer sijn huysvrouwe van heeft heeft V A.W. Bredero 3

4 folio 3 folio 3v Dirck Thijszoon, daer af is Drick voorscreven selver; heeft sijn dochter voor den Edele Heere van Lockhorst, daer nu bruycker van is Philps Dirckxz ende den voorscreven Philps selver Mourijn Pieter Mourijnszoon, daer bruycker aff is, Pieter Mourijnszoon ende heeft de voorscreven Pieter Mourijnszoon selver Arijen Pieter Mourijszoon, daer bruycker aff is de voorscreven Arijen Pieterszoon selver ende Arijen Pieterszoon voornoemdt Jan Claesz van Teijlijngerbroeck cum sociis, daer bruycker af es de voorscreven Jan Claeszoon; daer heeft des voorscreven Jan Claeszoons huysvrou Leendert Pieter Arijenszoon, daer bruycker aff is Leendert voorscreven selver; is bij sijn huysvrouwe de erfgenamen van Dominicus Boot cum sociis, daer bruijkster van is Maritgen Woutersdr; is bij de voorscreven Maritgen Woutersdr V A.W. Bredero 4

5 folio 4 folio 4v folio 5 Cornelis Corneliszoon int Weer, daer bruycker af is de voorscreven Cornelis selver; is bij den voorscreven Cornelis Arijen Willemszoon van Zwijeten, daer bruycker af is de voorscreven Arijen selver; bij den voorscreven Arijens huysvrou de voorscreven Arijen Willemszoon, daer bruycker af is Willem Jacobszoon van Zwijeten; is bij Willem voorscreven Cornelis Willemszoon Vermeer, daer bruycker af is Cornelis voorscreven selver; is bij den voorscreven Cornelis sijn huysvrou Noch soe is bij Maritgen van der Noort des voorscreven Cornelis moeder, van een camer die sij bewoondt; Wouter Janszoon, daer bruycker af is Wouter voorscreven; is bij sijn huysvrou Jan Dirckxzoon, die bruycker aff is de voorscreven Jan Dirckxzoon; die welcke selver heeft de kinderen van Sijmon Jacobszoon daer bruyckster van is Maria Jansdochter; is bij de voorscreven Maria A.W. Bredero 5

6 folio 5v folio 6 folio 6v Claes Jacobszoon, daer bruycker af is voorscreven Claes selver; is bij des voorscreven Claes huysvrouwe selver den Edele Heere van Wassenaer, daer bruycker aff is Sijmon Gerritszoon; is bij den voorscreven Sijmon Leendert Corneliszoon, bouman, daer bruycker aff is de voorscreven Leendert selver; is bij Leendert voorscreven Claes Claeszoon, daer bruycker aff is Claes selver; is bij des voorscreven Claes huysvrou Claes Claeszoon, daer bruycker af is Krijn Corneliszoon; ende is bij den voorscreven Krijn selver Dirck Janszoon, daer bruycker aff is Dirck Janszoon selver; is bij den voorscreven Dirck Die huysynge toecoemende Leendert Janszoon Proost, daer bruycker aff is Aelbert Willemszoon; is bij voorscreven Aelberts huysvrou Jonckheer Nicolaes Paedts van Zandthorst, genaempt het Huys Zandthorst, is bij den voorscreven Jonckheer selver bewoondt; is bij Zandhorst voorscreven selver V X A.W. Bredero 6

7 folio 7 folio 7v Noch sijn Bouhuys, welck bij hem Zandthorst selver gebruyckt werdt; daer is bij hem voor De woonynghe ofte huysynghe, genaempt het huijs ten Deijl, toecoemende Jacob Dirckxz, daer den voorscreven Jacob Dirckxz bruycker af is; heeft den voorscreven Jacob selver Cornelis Janszoon Proost, daer den selfden Cornelis Proost bruycker af is; heeft sijn dochter de weduwe van Gerrit Wouters zoon, daer sij selver bruyckster aff is; heeft De huysynghe, genaempt de Kamer, toecoemende Sijmon Sijmonszoon, daer bruyckster af is Meijnsgen Jeroenendr; die welcke selver heeft de erfgenamen ofte kinderen van zaliger Griete Woutersdr, daer van sij selver bruyckster zijn; hebben Jeroen Jacobszoon, daer den voorscreven Jeroen selver bruycker af is; heeft Dirck Franszoon, waer van hij selver bruycker; heeft sijn huysvrou V A.W. Bredero 7

8 folio 8 folio 8v folio 9 van der Damast, daer bruycker af is Leendert Corneliszoon Langeneelen ende heeft selver Jacob Jacobszoon, daer bruycker aff is Jacob voorscreven; heeft selver de Edele Vrouwe van Raephorst, daer sij nu jegenwoordich selver op is woonende ende is met haer dienstmeijt te sijn den Edele Heere van Raephorst, daer bruycker af is Frans Dirckxzoon; is bij sijn docher den Edele Heere van Raephorst, daer bruycker aff is Pieter Corneliszoon Leuntgen ende is door sijn zoon den Edele Heere van Raephorst, daer bruycker af is Leendert Jansz Proost ende heeft sijn huysvrou den Edele Heere van Raephorst, daer bruycker af is Ghijsbert Jansz ende is door sijn huysvrou Jonckheer Arnoult Bol van Hamersvelt, die welcke bij hem selfs bewoonendt werdt; is bij sijn huysvrou V A.W. Bredero 8

9 folio 9v folio 10 folio 10v den voorscreven Jonckheer Arnoult Bol, daer bruycker af is Jan Pieterszoon Quant; is bij den voorscreven Jan Quants dochter de erfgenamen van zaliger Pieter Arijenszoon Smoult, daer bruycker aff is Thonis Maertenszoon; is bij sijn dienstmeijt Cornelis Pieterszoon Schouten, waar van hij selver bruycker is ende heeft Joost Jacob Heijndrickxzoon, daer de voorscreven Joost selver bruycker af is; heeft sijn dochter Mourijn Jacobs Joostenszoon, daer bruycker af is de voorscreven Mourijn; is bij hem selver Neeltgen Heijndrickxdr, inde Waech, daer bruycker af is Pieter Gerritszoon; is bij de huysvrou vande voorscreven Pieter Beatrix N, daer bruycker aff is Arijen Jacob Claeszoon; is bij den voorscreven Arijen sijn huysvrouw Gerrit Janszoon Hammerlaen, daer bruycker af is Gerrit Janszoon; selver is bij hem A.W. Bredero 9

10 folio 11 folio 11v Jacob Corneliszoon, inde Wilde Zee, daer bruycker af is Heijnrick Jacobszoon; is bij sijn huysvrouwe den Heijligen Geest tot Delft, daer bruycker af is Thonis Arijenszoon ende heeft sij dyenstmeijt Jan Corneliszoon Zas cum sociis, daer bruycker af is Jan Corneliszoon voorscreven; is bij den selfden Jan Zas Jonckheer Cornelis Buijs, daer bruycker af is Joost Arijensz; is bij de voorscreven Joost Arijensz huysvrouwe Jan Gerritsz Moijenkindt, daer bruycker af is Jan voorscreven selver; is bij Jan selver Leendert Cornelisz Langeneelen cum sociis, daer bruyckers af zijn Dirck Sijmonsoon ende Boudewijn Mourijnsz; is bij den voorscreven Dirck ende Boudewijns huysvrouwen De huysynghe, genaempt t huijs te Persijn, daer Jonckheer Johan van Persijn selver op is woonende; is bij den voorscreven Jonckheer selver den voorscreven Jonckheer van Persijn, daer bruycker af is Leendert Janszoon; is bij Leendert Lenderts dochter XV A.W. Bredero 10

11 folio 12 folio 12v folio 13 Huijch Pieterszoon cum sociis, daer bruycker af is Jan Leendertsz; is bij sijn huysvrou Cornelis Thoniszoon cum sociis, daer bruyckers af sijn de voorscreven Cornelis ende Jan Corneliszoon; is door hem beijden Claes Pieterszoon Lubbe, daer bruycker af is Claes Pieterszoon voorscreven selver; is bij sijn selver Pieter Corneliszoon, daer bruycker af is Pieter Corneliszoon selver; is bij sijn huysvrou de kinderen van Dominicus Boot, daer bruycker aff is Cornelis Leendertszoon; is bij sijn dyenstmeyt Martha van Hoefden cum sociis, daer bruycker aff is Cornelis Corneliszoon Smael; is bij de voorscreven Cornelis selver voorscreven Martha van Hoefden cum sociis, daer bryckster af is de voorscreven Martha selver; is bij haer aengegeven Edele Heere van Assendelft, daer bruycker af is Maerten Maertenszoon ende heeft selver A.W. Bredero 11

12 folio 13v folio 14 folio 14v de erfgenamen van Anthonius van Dijck, daer bruycker aff is Gerrit Janszoon Crimpen ende is bij Gerrit voorscreven Maritgen Heijndrickxdochter, daer bruyckster van is Maritgen voorscreven selver; is bij haer Adam Arijenszoon Groen, daer bruycker af is Adam voorscreven; is bij sijn huysvrou Meester Adriaen Snoeck, Advocaet voor den Hove van Hollandt, daer bruycker aff is Claes Philpszoon; is bij sijn huysvrou de erfgenamen van zaliger Pieter Haeckx, daer bruycker af is Pieter Jacobszoon; is bij sijn zoon Meester Jan, in t Houfijser, daer bruycker af is Jeroen Claesz; heeft Jeroen selver Joost van Dam, daer bruycker af is Ghijsbert Philpszoon; is bij den voorscreven Ghijsbert selver de kinderen van Jacob Jacobsz, daer bruycker af is Arijen Jacob Mourijnszoon; is bij die huysvrou van Arijen Dirck Huijbertszoon, daer den voorscreven Dirck selver bruycker af is; heeft selver A.W. Bredero 12

13 folio 15 folio 15v Maria Jansdr, daer bruycker af is Jan Janszoon; is bij Jan voorscreven; selver de Louris Cornelisz van Noordt, daer bruyker af is Louris Corneliszoon selver; is bij Louris voorscreven Pontiaen Janszoon, daer bruycker af is Gilis van Zoutelande; is bij Zoutelande Dirck Gerritszoon Moijenkindt, daer Bruycker af is Dirck Gerritsz voorscreven selver; is bij zijn huysvrouwe Jan Aemszoon, daer bruycker aff is Pieter Franszoon; is bij des voorscreven Pieters huysvrou de erfgenamen van zaliger Neeltgen Claesdr, daer bruycker af is Job Arentszoon; is bij Job voorscreven Jouffrou Maria van der Dusse, daer bruycker af is Jan Claesz is bij de huysvrou van Jan voorscreven A.W. Bredero 13

14 folio 16 n kennisse van deese soe hebben Wij Scheepenen van Wassenaer in ons Quartier deese Quoyere onderteijckent opten XV en augusti anno XV C ende vier bij presentie van mij Secretaris vande Heerlijkckheyt van Wassenaer. wg. Arijen Pietersz,, Jacob Jacobsz merck Mourijn Jacobsz,, Jan Jansz wg A. van der Wijellen A.W. Bredero 14

15 folio 17 ZUJDTWJCK folio 17v folio 18 nden eersten de woonynghe toecoemende Arent Willemszoon, daer bruycker aff is de voorscreven Arent selver; is bij sijn huysvrou Anxem Janszoon cum sociis, daer bruycker af is Jan Corneliszoon Langeneelen ende is bij den voorscreven Jan Langeneelen aengegebracht Emerentiana Pijnxdochter cum socijs, daer bruycker af is Jan Aemszoon ende is bij Jan voorscreven Jan Coreliszoon Colijn, daer bruycker af is Jan Janszoon; is bij Jan voorscreven Arijen Pieter Joostenszoon, daer bruycker af is voorscreven Arijen selver ende is bij Arijen Philps Gerritszoon, daer bruycker af is Philps voorscreven ende heeft selver Cornelis Gerrits Jaep Baertszoon, daer bruycker af is Cornelis Gerritszoon selver; is bij hem A.W. Bredero 15

16 folio 18v Monsieur Philps Doublet, daer bruycker af is Pieter Corneliszoon in t rijst ende is bij hem Jonckheer Arnoult van Dorps erfgenamen, daer bruycker af is Pieter Corneliszoon Langeneelen; die welcke heeft Noch een cleijn huysken toecoemende den voorscreven JonckheerArnoults erfgenamen, daer inne woonende is Dirckis Jacobszoon; die welcke heeft Mirou, daer bruycker af is Arijen Claeszoon; is bij Arijen voorscreven folio 19 Ghijsbert van Zuijlen, daer nu bruycker af is Pieter mijn Heer ` ende is bij Pieter folio 19v Philps Joriszoon, daer bruycker af is Philps voorscreven ende is bij Philps Jouffrou Johanna van Groennevelt, daer sij selver op is woonende; is bij die dyenst meijt De voorscreven Jouffrouwe van Groennevelt, daer bruickster af is die weduwe van Maerten Willemszoon; is bij de voorscreven weduwe A.W. Bredero 16

17 folio 20 folio 20v folio 21 de erfgenamen van Jan d Rivijere, daer bruycker af is Jacobs Pietersz int rijst; is bij Jacob voorscreven Jacob Pietersz in t rijst, daer bruycker af is Krijn Sijeren ende is bij Krijn Willem Hanneman, daer bruycker af is Sijmon Claeszoon; is bij Sijmon Daniel Arijen Meeszoon, daer bruycker af is Daniel voorscreven ende heeft selver Daniel Arijen Meeszoon, daer bruycker af is Dirck Willemsz ende is bij Dirck voorscreven Adriaen van der Meer, daer bruycker af is Dirck Willemsz ende is bij Dirck selver Pieter van Rijvijere, daer bruycker af is Zijbrandt Dirckx zoon; is bij Zijbranbt Pieter Oom Pietersz, daer bruycker af is Huijbert Jacobsz, geijteman ende is bij Huijbert Willem Schouten, daer bruycker af is Louris Janszoon ende is bij Louris voorscreven A.W. Bredero 17

18 folio 21v folio 22 folio 22v de erfgenamen van zaliger Meester Amelis van Bouckhorst, daer bruycker af is Thonis Corneliszoon Zas; is bij Thomis voorscreven Huijbert Willemsz, duijnnemeijer, daer den voorscreven Huijbert bruycker af is; heeft Huijbert Claes Reijnen, daer bruycker af is Claes voorscreven; heeft Daniel Arijen Meeszoon, daer bruycker af is Mees Cornelisz ende is bij Mees voorscreven Willem Schouten, daer bruicker af is Huijbert Thijszoon; is bij Huijbert Arijen Cornelisz Roosenburch, daer bruycker af is Arijen voorscreven selver; is bij Arijen Dirck Gerritszoon, daer bruycker af is Dirck voorscreven selver ende is bij Dirck Dirck Michielsz, daer bruycker aff is Dirck voorscreven ende is bij Dirck voorscreven de Kercke tot Wassenaer, daer bruycker af is Cornelis Dirckx Joriszoon ende is bij Cornelis A.W. Bredero 18

19 folio 23 folio 23v Cornelis Janszoon, lijmsieder, daer bruycker af is Cornelis Heijndrickxzoon ende is bij Cornelis Jan Geritsz, duijnnemeijer, daer bruycker af is Jan voorscreven ende heeft Jan voorscreven selver Alewijn Zijpen, daer bruycker af is Willem Alewijnszoon ende voorscreven selver ende heeft Heijndrick Thonisz, daer bruycker af is Heijndrick voorscreven; is bij hem selven Cornelis Jacobszoon cum sociis, daer bruycker af is Cornelis voorscreven ende is bij Cornelis de erfgenamen van zaliger Heijndrick Sijmonszoon van der Strijp, daer bruycker af is Maritgen Arijensdr ende is bij Maritgen Dirck Maertszoon, daer bruycker af is Dirck voorscreven ende heeft selver de erfgenamen van Jonckheer M - van Mijl, daer bruycker af is Heijndrick Janszoon van Leeuwen ende heeft Jonckheer M van der Mijl, daer bruycker af is Heijnrick Janszoon; es bij Heijnrick A.W. Bredero 19

20 folio 24 folio 24v folio 25 de erfgenamen van zaliger Jan Paetz Corneliszoon, daer bruycker af is Willem Jacobszoon Zonnevelt ende is bij Willem de erfgenamen van zaliger Nanne Paetz, daer bruycker af is Heijnrick Danielszoon ende is bij Heijnrick Willem Jacob Corneliszoon, daer den selfen Willem bruycker af is; heeft Willem voorscreven selver Cornelis Dirckxzoon Hooghewoordt daer bruycker af is Coornelis voorscreven selver ende is bij hem aengebacht Jan Joriszoon, daer bruycker aff is Willem Arijszoon ende heeft Ghijsbert Thoniszoon, daer bruycker af is Jan Willemszoon ende heeft Zijp Adriaen Joosten, daer bruycker af is Mees Gerritszoon; die welcke heeft Dirck Joriszoon, daer bruycker af is Dirck selfer ende is bij Dirck voorscreven Joris Corneliszoon Cocq, daer Joris selver bruycker af is; heeft Joris voorscreven A.W. Bredero 20

21 folio 25v Maritgen Cornelisdr, daer sij selver bruyckster van is; heeft de erfgenamen van zaliger Gerrit Egbertszoon, daer bruycker af is Pieter Floriszoon; die welcke heeft Jonckheer Meester Verlaen, daer bruycker af is Jan Baertszoon ende is bij voorscreven folio 26 k kennisse van deesen soe hebben wij Scheepenen van Zuijdtwijck ondergeschreven als weesende in ons Quartier deese Quoyere onderteijkent opten XV en Augusti anno XC C ende vier. n presentie van miij als Secretaris van de Heerlijckhyt van Wassenaer wg. Jan Jansz,, Jan Cornelisz merck Zijbrandt Dirckxzoon wg A. van der Wijellen A.W. Bredero 21

22 folio 27 HET DORP folio 27v folio 28 den Edele Heere van Wassenaer, daer bruycker af is Maerten Claeszoon, molenaer; is bij den selfden Maerten Arijen Janszoon, molenaer, ende werdt bij den selfden gebruyckt ende heeft Jacob Pieterszoon Thol, die hij selver is gebruijkende ende heeft Martigen Geritsdr, daer bruycker af is Joost de Pau; die welcke heeft Adriaen Corneliszoon, snijder, die die hij selver is gebruyckende ende heeft Maritgen Gerritsdr, weduwe van zaliger Willem Schotsman, die sij selver is gebruyckende; heeft haer dochter aengegeven Heijndrick Augustijnszoon, die hij met Pauwels Arijenszoon is gebruyckende ende hebben henluyden huysvrouwen A.W. Bredero 22

23 folio 28v folio 29 folio 29v Dirck Corneliszoon, snijder, die hij selver met Jsbrandt Jsbrandtszoon is gebruyckende ende sij bij henliede huysvrouwen Leendert Jansz Duijtsman, die welcke hij selver is gebruyckende; heeft sijn huijsvrou Cornelis Jan Gerritszoon, die hij selver is gebruyckende ende is bij huysvrou jonghe Claes Joriszoon, daer bruycker af is Jacob Block, die welcke heeft Jannitgen opte Geest, die welcke sij selver gebruyckende ende heeft Cornelis Wouterszoon, die hij selver is gebruyckende ende is bij sijn huysvrou Jannetgen Jacobsdr, die sij selver is gebruyckende ende heeft Ende noch twee backers ovens Jacob Jacobszoon, die welcke hij selver is gebruickende ende is bij sijn huysvrou Job Gerritszoon, die welcke hij selver is gebruyckende ende is bij sijn huysvrou A.W. Bredero 23

24 folio 30 folio 30v folio 31 Leuntgen Dirckxdr, die welcke sij met Jan Jansz is bewoonende ende hebben Willem Willemszoon, die welcke hij selver is bewoonende ende heeft Trijn Willemsdr, die welcke sij selver met Dirckgen Maertensdochter is bewoonende; hebben Dat huysynghe toecoemende Apolonia Baerthoutsdr, het welcke bij Engelke Jans bewoont werdt; heeft Engelke Dat huysynghe toecoemende Apolonia Baertoutsdochter, daer bruyckster van is Grietgen Heijndrickxdr ende is bij Grietgen Apolonia Baertoutsdochter, die welcke sij selver is gebruyckende ende heeft Ende noch twee backers ovens de kinderen van Jacob Jacobszoon t welcke bewoont werdt bij den Secretaris, die heeft Jan Gerritszoon, die welcke bij hem selver ende Jacob Claeszoon bewoondt werdt; heeft de voorscreven Jan A.W. Bredero 24

25 folio 31v folio 32 folio 32v de Kercke tot Wassenaer ende bij den Coster gebruyckt is; bij den selfden Coster huijsvrou Pieter Willemszoon, die welcke bij den voorscreven Pieter selver bewoont werdt; is bij sijn huysvrou Pieter Jacobszoon, die welcke bij sijn selver bewoondt werdt; es bij hem Goris Willemszoon, die welcke bij sijn selver bewoondt werdt; es bij Trijntgen Thijsdr, die welcke bij haer bewoont werdt is; bij haer dochter Huijch Corneliszoon Bouman, die welcke hij selver is gebruyckende; is bij sijn huijsvrou Maritgen Woutersdr, die welcke bij haer ende met Jan Jeroensz bewoont werdt; is bij haer Jasper Damiaensz, die welcke bij hem selver bewoondt werdt; bij sijn huijsvrou de erfgenamen van zaliger Jacob Dirckxzoon, daer bruycker af is Thonis Philpszoon; is bij Thonis A.W. Bredero 25

26 folio 33 folio 33v Aechte Jacobsdr, die welcke bij haer selven bewoont werdt; is bij haer dochter Jannitgen Claesdr, die welcke bewoondt werdt bij Wouter Corneliszoon; is bij sijn huysvrou Rijckgen Bartholmeusdochter, daer inne sij selver woondende; is heeft Huijbert Geritszoon, daer bruycker af is Jan Maertenszoon; die welcke heeft Arent Janszoon, snijder, die welcke hij selver is gebruyckende ende heeft sijn huysvrou Jeroen Joosten, die welcke hij selver is bewoonende ende is bij sijn huijsvrou Jan Bartszoon, die welcke bewoondt werdt met Cornelis Gerritszoon ende Jan Dirckxzoon; is bij die huysvrou van Jan Dirckxzoon Goris Willemszoon, die welcke bewoondt werdt met Frans Coppen ende Heijnrick, de wever; is bij hen samen A.W. Bredero 26

27 folio 34 folio 34v folio 35 Arijen Willeboorden, die welcke bij hem bewoondt werdt; is bij zijn huysvrou Krijn Thijszoon, die welcke bij hem bewoondt werdt ende is bij sijn huysvrou Jan Janszoon, cuijper, daer inne hij selver is woonende; is bij hem Goris Willemszoon, daer bruycker af is Pieter van Kaveije; de welcke heeft Damiaen Jansz, deeckeman, die welcke bij hem selven bewoondt werdt; is bij sijn huijsvrou Neeltgen Proost, die welcke bij haer selver gebruyckt werdt; is bij haer Eva Fransdr, die welcke bij haer selver bewoondt werdt; is bij haer zoon Geerte Dirck Thijszoon weduwe, die welcke bij haer ende Jacob Dirckxzoon bewoondt werdt; is bij de huysvrou van Jacob Jan Corneliszoon Jan Maet, die welcke bij hem bewoonendt werdt; is bij sijn huysvrou A.W. Bredero 27

28 folio 35v folio 36 folio 36v Maritgen Heijndrickxdochterr, die welcke bij haer bewoondt werdt; is bij haer aengebreacht Gerrit Jacobszoon, die welcke bij sijn selven gebruyckt werdt is bij sijn huijsvrou Maritgen Pieter Tholsdr, die welcke sij selver is bewoonende ende is bij haer Maritgen Goijenbiers, die welcke bij haer selven ende bij Pieter Ghijsbertszoon gebruyckt werdt; heeft selver Gerrit Pieterszoon Thol, die welcke bij hem selven gebruyckt werdt; is bij sijn huysvrou Arent Willemszoon, daer bruycker af is Willem Arentszoon ende is bij sijn huysvrou de erfgenamen van Pieter Heijnrickxzoon van Wassenaer, daer bruycker af is Willem Pieterszoon vander Ben Schoudt tot Wassenaer ende Zuijdwijck; heeft Floris Pieterszoon, die welcke hij selver met Jacob Janszoon is gebruyckende; is bij sijn huysvrou aengegeven A.W. Bredero 28

29 folio 37 folio 37v folio 38 Pieter Arijenszoon, smit, die hij selver is bewoonende; is bij sijn huysvrou Noch een smits Jan Corneliszoon Colijn, daer bruyckers van zijn Jan Janszoon de Graeff ende Heijnrick Joriszoon Moen; hebben te samen Lijsbeth Ghijsbertsdr, daer bruykster af is Lijsbeth selver; is bij haer dochter Ghijsbert Arijenszoon, de welcke hij selver is gebruijckende; is bij sijn huysvrou de weduwe van Huijbert Gerritsz, lijndrayer, die welcke sij selver is bewoonende; heeft Cornelis Janszoon van Dijest, die welcke hij selver is gebruyckende; heeft sijn huysvrou Cornelis Pietersz Slopgen, die welcke hij selfs is gebruijkende; heeft sij huysvrou Gerrit Ghijszoon, die bij hem selver bewoondt werdt; heeft Heijnrick Pieterszoon Thol, die welcke hij selver met Beatrix Arijensdr is bewoonende; hebben te samen A.W. Bredero 29

30 folio 38v folio 39 folio 39v De huysynge toecoemende Meester Heijndrick Meijster, daer bruyckster af is Jda Gerritsdr; bij haer Meester Heijnrick Meijster, daer bruycker af is Jonckheer Nijenburch; es is bij sijn huijsvrouwen Suster Meester Heijndrick Meijster, daer bruycker af is de weduwe vande Colonel Berendrecht; is bij haer Meester Heijndrick Meijster, de welcke hij selver is bewoonende; is bij sijn dochter Anna Willemsdr, die welcke sij selver is is bewoonende; is bij haer Jan Vranckenszoon van Jmmerzeel, die hij selver bewoonende; is bij sijn huijsvrou Maritgen Jansdr, die welcke sij selver is gebruyckende; is bij haer zoon Goris Willemszoon, daer van bruyckerster is Maritgen Jorisdr ende heeft Job Joriszoon, die welcke hij selver is gebruickende; heeft zijn dochter V V A.W. Bredero 30

31 folio 40 folio 40v folio 41 de kercke tot Wassenaer, die welcke bewoondt werdt bij Robbertus de Ridder, dienaer des Godtlijcke woordts aldaer; is bij sijn huijsvrou Floris Heijnrickxzoon, die welcke de selfde is gebruyckende; es bij sijn dochter Jacob Arijenszoon, decker, ende werdt bij hem selver bewoondt; is bij sijn huijsvrou Joris Gerritszoon de Waerdt, die hij selver is gebruyckende; is bij zijn huysvrou Krijn Ghijsbertzoon, die welcke hij selver met Louris Pieterszoon is bewoonende ende heeft sijn huysvrou Steijntgen Willemsdr, die welcke sij selver is gebruyckende; heeft Aefgen Baertensdr, die welcke sij selver met Trijntgen Jansdr is gebruyckte; hebben te samen Jan Claeszoon, die welcke hij selver is gebruyckende; heeft zijn huijsvrou Cornelis Leendertsz, die welcke hij selver met sijn huijsvrouwen suster is gebruyckende; hebben te samen A.W. Bredero 31

32 Die huysyngche toecoemende Jan Jacobsz, schipper, die welcke hij selver is bewoonende; is bij sijn huysvrou 1 folio 41v Cornelis Pieterszoon Neefken, die hij selver is bewoonende ende heeft selver n kennisse van deesen soe hebben wij Scheepenen Schoudt ende Secretaris ondergeschreven als weesende ons Quoyere (sonder ons bij die garyng van dyen te bemoyen) om omme te gaen deese Quoyer ondergeteijkent opten XV en Augusti anno XV C ende vier in presentie van mij Secretaris vande Heerlijckheyt van Wassenaer wg. A. vander Wijellen A.W. Bredero 32