ANLb2016 voor categorie water. Marieke de Groot en Margot Kroot

Transcriptie

1 ANLb2016 voor categorie water Marieke de Groot en Margot Kroot

2 Leefgebiedenbenadering Creëren en in stand houden leefgebied voor soort of soortengroep met vergelijkbaar beheer. Leefgebieden ANLb2016 Open grasland Open akkerland Droge dooradering Natte dooradering Categorie water

3 Natuurbeheerplan Leefgebieden en categorie water als zoekgebieden op de kaart Gewenste samenhang leefgebied/categorie water en beheerfunctie, evt. clusters van beheeractiviteiten (CGBD) 4.3: beleidsdoelen en ambities 4 leefgebieden 4.4: beleidsdoelen en ambities categorie water 4.5: beoordelingscriteria gebiedsaanvragen toetsbaar door RVO.nl

4 Criteriatabel Leefgebied evt. met aanduiding beheertype Leefgebied evt. met aanduiding beheertype Ark- en Eemland (Open grasland) Ark- en Eemland (categorie water) Etc. Cluster 1.7 weidevogelgraslanden 1.7 weidevogelgraslanden 1.7 weidevogelgraslanden 1.7 weidevogelgraslanden 6.1 waterberging 6.1 waterberging Beheerfunctie al dan niet in % aangeduid Beheerfunctie al dan niet in % aangeduid Minimaal 20% a% optimaliseren verbeteren nestbescherming waterkwaliteit 9% creëren nat biotoop Maimaal Minimaal 20% b% Optimaliseren bufferzone broed- en mogelijkheden Maimaal 20% creëren foerageergebied Minimaal Maimaal 5% c% creëren waterberging nat biotoop Minimaal creëren foerageergebied Maimaal d% vernatting Optioneel water vasthouden

5 Catalogus Groenblauwe Diensten Categorie water heeft 5 beheerfuncties, namelijk Waterberging Bufferzone Verbeteren waterkwaliteit Vernatting Water vasthouden Evt. clusters van beheeractiviteiten mogelijk, zoals 6.1 waterberging 6.2 toekomstbestendige duurzame waterlopen 6.3 duurzaam peilbeheer 6.4 groene zuivering 6.5 duurzaam bodembeheer

6 Catalogus Groenblauwe Diensten Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum tot datum y. In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats. Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid. De beheereenheid is geïnundeerd (100 % drassig). De inundatieperiode loopt van datum tot datum y. Op de beheereenheden wordt gezocht. Gevonden nesten worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Indien een perceel grasland wordt gemaaid of anderszins bewerkt, wordt een enclave van tenminste a m2 met minimaal een straal van b m aangehouden om de aanwezige gevonden nesten. Bij beweiding is een nestbeschermer geplaatst. Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst. Bemesting met ruige stalmest is verplicht; melding achteraf binnen 2 weken. Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op ma 10 % van de beheereenheid. Beweiding is verplicht vanaf datum tot datum y met minimale a en maimale veebezetting b (GVE/ha). minimaal f% tot maimaal g% van de beheereenheid bestaat van datum tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c. minimaal f% en maimaal g% van de beheereenheid dient jaarlijks geploegd te worden. De beheereenheid wordt niet beweid (in combinatie met 17 tijdens de inundatie) Het gewas wordt in periode datum tot datum y geoogst op minimaal f% tot maimaal g% van de beheereenheid. Na datum blijft het gewas staan tot datum y van het volgende kalenderjaar. Watergang heeft (via natuurlijke of kunstmatige voorziening) vrij toegang tot de beheereenheid. Als beheereenheid onderloopt dan wordt nadien schoongemaakt Het gewas wordt jaarlijks minimaal 1 keer gemaaid en afgevoerd. Door een tijdelijke, plaatselijke voorziening is het oppervlaktewaterpeil van datum tot datum y minimaal a cm hoger dan eerste volgende watergang aangrenzende aan beheereenheid. Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b zijn in transect aanwezig in de periode tot y (groeiseizoen) Het grasland is na datum tot datum y van het volgende kalenderjaar niet bewerkt Van datum tot datum y is beweiding toegestaan met maimale veebezetting b (GVE/ha) minimaal f% tot maimaal g% van de beheereenheid is gesnoeid in de periode datum tot datum y. Het overige deel wordt instand gehouden minimaal f% tot maimaal g% van de beheereenheid is van datum tot datum geschoond en/of gemaaid Snoei- en of maaiafval is verwijderd Beweiding is in de rustperiode niet toegestaan. Bagger is met inachtneming van de mestvrije zone op aangrenzende landbouwgrond gespoten; melding achteraf binnen 2 weken (beheereenheid is sloot plus aangrenzende landbouwgrond). Stuw of andere peilscheiding (o.a. peilgestuurde drainage) is jaarlijks schoongemaakt/onderhouden/beheerd Snoeiafval op rillen leggen in de beheereenheid (niet versnipperen) In aangewezen gebieden zijn tussen de aardappelruggen minimaal 30 drempeltjes van minimaal 10 cm hoog per 100m aanwezig met een minimale afstand van 1m onderling Op beheereenheid zijn gewasresten (zoals bijvoorbeeld maaisel, stro), al dan niet opgebracht en, voor minimaal % en maimaal y% van de oppervlakte ondergewerkt binnen a weken na aanbrengen of oogst.

7 Catalogus Groenblauwe Diensten Beheeractiviteiten ANLb2016 samengevat in koppeltabel geeft aan welke activiteiten binnen een leefgebied c.q. categorie water vergoed kunnen worden Maimale vergoeding voor uitvoering van deze beheeractiviteiten berekend (staatssteun) Baseline van elke beheeractiviteit beschreven Controleerbaarheid in het veld beschreven Niet elke beheeractiviteit is verplicht bij een beheerfunctie en evt. cluster, maar de kruisjes houden in dat deze beheeractiviteit mogelijk is

8 Pakketten Pakketten zijn ecologisch of hydrologisch effectieve combinatie van beheeractiviteiten (achterdeur afspraken) Diverse pakketten zijn ontwikkeld of worden ontwikkeld 8: Hoog waterpeil 10: Natuurvriendelijke oever 11: Rietzoom en klein rietperceel 12: Duurzaam slootbeheer A = baggeren met de baggerpomp B = ecologisch slootschonen C = bufferzone D = ecologisch slootschonen voor krabbenscheervegetaties Maatwerkprocedure SCAN voor nieuwe pakketten

9 Pakketten Per pakket directe relatie met een beperkt aantal controleerbare beheeractiviteiten uit Catalogus/Koppeltabel Deze beheeractiviteiten worden gecontroleerd door RVO administratief en NVWA in het veld (5%) Aanvullende beheervoorschriften worden door het collectief gecontroleerd Bijvoorbeeld niet-bemesten is aanvullend beheervoorschrift, waarbij aantal indicatorsoorten hiervoor wordt gecontroleerd door NVWA (Brusselproof)

10 bevat de volgende elementen uit de catalogus: Optimaliseren voortplantingsmogelijkheden Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum tot datum y. In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats. Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid. De beheereenheid is geïnundeerd (100 % drassig). De inundatieperiode loopt van datum tot datum y. Gevonden nesten worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen per nest, zowel voor grasland als voor akker. Indien een perceel grasland wordt gemaaid of anderszins bewerkt, wordt een enclave van tenminste a m2 met minimaal een straal van b m aangehouden om de aanwezige gevonden nesten. Indien een perceel wordt beweid wordt een nestbeschermer geplaatst. Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst. Na nest periode wordt het voor de nesten beheerde grasland gemaaid. Uitsluitend bemesting met ruige stalmest is toegestaan; melding achteraf binnen 2 weken Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op ma 10 % van de beheereenheid. Beweiding is verplicht vanaf datum tot datum y met minimiale a en maimale veebezetting b (GVE/ha) minimaal f% tot maimaal g% van de beheereenheid bestaat van datum tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c. Alterra: Koppeltabel Leefgebied Bijlage D en G beheerfunctie (gelijk aan criteria natuurbeheerplan) cluster van beheeractiviteiten beheeractiviteiten (subsidiable en controleerbaar); Catalogus bijlage G Leefgebied open grasland rij in tabblad kruisjes Creёren fourageergebied 1.7 Weidevogelgraslanden 15 Creёren fourageergebied 2.1 Opgaande begroeiing 17 Creёren fourageergebied 2.2 Overgang nat-droog 25 Creёren fourageergebied 6.1 Waterberging 30 Creёren fourageergebied 6.2 Toekomstbestendige, duurzame waterlopen 1 Creёren fourageergebied 1.1 Akkers 4 Creёren fourageergebied 1.2 Akkerranden 3 Verschralen 1.1 Akkers 6 Verschralen 1.2 Akkerranden 10 Creёren nat biotoop 1.7 Weidevogelgraslanden 24 Creёren nat biotoop 6.1 Waterberging 29 Creёren nat biotoop 6.2 Toekomstbestendige, duurzame waterlopen 31 Creёren nat biotoop 6.3 Duurzaam peilbeheer 11 Optimaliseren broed- en opgroeimogelijkheden 1.7 Weidevogelgraslanden 12 Optimaliseren nestbescherming 1.7 Weidevogelgraslanden 2 Optimaliseren voortplantingsmogelijkheden 1.1 Akkers 1.2 Akkerranden 5 Optimaliseren voortplantingsmogelijkheden 14 Optimaliseren voortplantingsmogelijkheden Opgaande begroeiing 2.2 Overgang nat-droog

11 Wanneer wel en wanneer niet subsidiabel Beheeractiviteiten vinden plaats op landbouwgrond of in, aan, op landschapselementen of watergangen direct grenzend aan landbouwgrond, waarbij er sprake mag zijn van een scheiding van die landbouwgrond door een kavelpad of watergang De definitie van landbouwgrond gekoppeld aan de 1 e pijler van het GLB, dus op te geven in e-gdi door gebruiker Eigendom, pacht of gebruiksovereenkomst voor gebruiker Binnen leefgebied/categorie water, waarbij bij voorkeur geen overlap met begrensd natuurgebied