Bachelor Eindwerk: Discrete modellering van plaatwerking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelor Eindwerk: Discrete modellering van plaatwerking"

Transcriptie

1 Bachelor Eindwerk: Discrete modellering van plaatwerking Evert van Vliet Mei 2009

2 Bachelor Eindwerk: Discrete modellering van plaatwerking Dit eindwerk is gemaakt in het kader van de opleiding Civiele Techniek aan de TU Delft Eerste begeleider: Ir. J.W. Welleman Tweede begeleider: Ir. W.J.M Peperkamp Evert van Vliet Mei 2009

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...1 Samenvatting Inleiding Schematisering van het probleem Uitgangspunten voor de aanpak van het probleem Naamgeving en richtingen De verplaatsingen De momenten Nummering knopen Modellering plossingsmethode De verplaatsingen De momenten De dwarskrachten De oplegreacties De invloedsfactoren Invloedsfactoren voor verplaatsing Uitgewerkte differentiaalvergelijkingen Links scharnierend en rechts scharnierend (SS) Links ingeklemd en rechts scharnierend (IS) Links ingeklemd en rechts ingeklemd (II) Links ingeklemd en rechts vrij zwevend (IV) Invloedsfactoren voor momentenverdeling Links scharnierend en rechts scharnierend (SS) Links ingeklemd en rechts scharnierend (IS) Links ingeklemd en rechts ingeklemd (II) Links ingeklemd en rechts vrij (IV) Invloedsfactoren voor dwarskrachtenverdeling Links scharnierend en rechts scharnierend (SS) Links ingeklemd en rechts scharnierend (IS) Links ingeklemd en rechts ingeklemd (II) Links ingeklemd en rechts vrij (IV) Controle van de invloedsfactoren Uitwerking van het probleem, het proces Verificatie van de uitkomsten van Dimod De gegevens voor de verificatie De verplaatsingen De momenten De dwarskrachten De oplegreacties Conclusie uit de verificatie Toepassing d.m.v. vergelijken met andere methoden De gegevens voor de vergelijkingen Vergelijking Dimod met VBC Geval A volgens VBC Geval B volgens VBC Geval C volgens VBC Geval A volgens Dimod Geval B volgens Dimod Geval C volgens Dimod Vergelijking uitkomsten Dimod met uitkomsten VBC Conclusies bij de vergelijking Dimod met VBC / 52

4 6.3 Vergelijking Dimod met EEM Vergelijking van Dimod met EEM voor geval A Vergelijking van Dimod met EEM voor geval B Vergelijking van Dimod met EEM voor geval C Conclusie bij vergelijking van Dimod met EEM Vergelijking EEM met VBC Vergelijking EEM met VBC voor de verschillende gevallen Conclusie bij vergelijking VBC met EEM Verwaarloosde verschijnselen Wringing Dwarscontractie Theorie Conclusie Aanbevelingen Gebruikte Literatuur...48 Bijlage A Toelichting bij Maple Worksheet...49 Bijlage B Script van Dimod in Maple...51 Bijlage C Voorbeeld van een Excel-uitvoer / 52

5 Samenvatting In dit verslag wordt een discrete modellering gemaakt van een vlakke plaatvloer. Daarbij wordt een vereenvoudiging van het probleem gemaakt waarvan de belangrijkste vereenvoudiging bestaat uit het verwaarlozen van wringing en dwarscontractie. Verder wordt een oplossing gezocht voor star, lijnvormig ondersteunde platen, puntvormig ondersteunde platen zullen buiten dus beschouwing gelaten worden. De platen worden gemodelleerd door ze te verdelen in balkjes in beide richtingen. Het is duidelijk dat de verplaatsingen van de onderste en bovenste balkjes op de knopen van de balkjes gelijk moeten zijn. Tevens moet er bij elke knoop evenwicht zijn. Er wordt een modellering gevolgd waarbij de invloed van elke resultante op een verplaatsing wordt gekoppeld door een invloedsfactor. Deze factoren worden bepaald door een speciaal af te leiden vergeet-me-nietje. Met behulp van de vergelijkingen voor evenwicht en verplaatsing kunnen de onbekende verplaatsingen en resultanten bepaald worden. Met de gevonden oplossingen kunnen verder de momenten en dwarskrachten worden bepaald. Er kunnen wederom invloedsfactoren worden bepaald die het verband tussen de kracht en moment of dwarskracht koppelen. p deze manier kan de krachtswerking in de vloer opgelost worden. De uitkomsten van de methode, die in dit verslag Dimod is genoemd, kunnen worden geverifieerd met een eindige elementen methode. Daartoe moet de wringstijfheid in het pakket op vrijwel nul worden gesteld. De uitkomsten bleken exact overeen te komen. De modellering klopt dus. Verder kunnen er, nu de methode klopt, vergelijkingen gemaakt worden met andere methoden. Dit wordt ten eerste gedaan met de VBC-methode. Hiervoor worden de momenten uit Dimod omgerekend naar dezelfde dimensieloze factoren als gebruikt in de VBC. Het blijkt dat Dimod altijd aan de veilige kant zit. De afwijking is maximaal als alle randen scharnierend zijn opgelegd en is minimaal als alle randen zijn ingeklemd. Een volgende vergelijking die gemaakt kan worden is de vergelijking met een EEM plaatmodel. Uit de grafieken komt duidelijk naar voren dat Dimod een veilige methode is. Uit de vergelijking van het EEM model met de VBC-methode blijkt dat ze nagenoeg dezelfde resultaten geven. De verschijnselen die verwaarloosd zijn en wel belangrijk zijn voor platen zijn wringing en dwarscontractie. Doordat dit niet meegenomen is ontstaan er verschillen die verklaarbaar zijn. In het hoofdstuk theorie wordt ingegaan op de achtergrond van de verschillen die bij de vergelijkingen met andere resultaten geconstateerd zijn. In de conclusie wordt een conclusie geschreven naar aanleiding van de gevonden resultaten die hier niet ten overvloede zal worden herhaald. 3 / 52

6 1 Inleiding Uit een onderzoek van de CUR-VB bleek, uitgaande van het jaar 1970, dat er 60 % van de beton verwerkt wordt in platen 1. Het is daarom zeker geen overbodige luxe om goede rekenmethoden te hebben voor de bepaling van krachtswerking in platen. Er zijn twee soorten platen te onderscheiden namelijk de plaatligger en de wandligger. In dit rapport zal ingegaan worden op plaatliggers loodrecht die loodrecht op hun vlak worden belast. De normale methode om plaatproblemen op te lossen is de verplaatsingenmethode. Deze methode zal gebruik maken van de krachtenmethode. Het is de bedoeling om een plaatvloer te modelleren met de kennis opgedaan in de bachelor fase van de opleiding tot Civiel Ingenieur. Dat is ook de reden dat er gekozen is voor de krachtenmethode die dicht bij deze kennis staat. Er wordt gepoogd om een handige tool te ontwikkelen waarmee wapeningsberekeningen kunnen worden uitgevoerd. Er moeten verschillende randvoorwaarden voor de vloer worden meegenomen. Uit de modellering volgen verplaatsings- en momentenverloop. Het is mogelijk de doelstelling te splitsen in de volgende gebieden. Constructiemechanica 1. Modellering voor een vloer ontwikkelen met de krachtenmethode 2. De uitkomsten verifiëren 3. De uitkomsten vergelijken met een echt plaatmodel Betonconstructies 1. Vergelijken met VBC tabellen 2. Berekenen van de benodigde wapeningsoppervlakten 3. Berekenen van de ligging van de wapening De genoemde doelen zullen worden behandeld in dit verslag. Er zullen vergelijkingen gemaakt worden waar bepaalde fenomen zullen worden geconstateerd. De achtergrond van deze fenomenen zal worden toegelicht door een stukje theorie. 1 Prof.Dr.Ir. A.S.G. Bruggeling. Theorie en Praktijk van het gewapend beton. Blz / 52

7 2 Schematisering van het probleem 2.1 Uitgangspunten voor de aanpak van het probleem - Er wordt uitgegaan van een gelijkmatig verdeelde belasting. - De te beschouwen randvoorwaarden worden beperkt op (voor x- en y-richting) o Scharnierend-scharnierend o Ingeklemd-scharnierend o Ingeklemd-ingeklemd o Ingeklemd-vrij Er zijn dus combinaties mogelijk omdat dit randvoorwaarden per richting zijn. Hiermee kunnen alle gevallen van tabel 18 uit NEN 6720 worden vergeleken 2. - Er wordt uitgegaan van Lineair Elastische gedrag. - De normaalspanningen hebben een te verwaarlozen grootte. - De hypothese van Bernoulli wordt toegepast. - De wringstijfheid van de balkjes wordt verwaarloosd. De balkjes worden beschouwd als onafhankelijk van elkaar waardoor de belasting via zuivere buiging wordt afgedragen. - De dwarscontractie wordt verwaarloosd. - De stijfheden worden niet aangepast aan scheurvorming. 2.2 Naamgeving en richtingen Als naam is voor de methode de naam Dimod gekozen wat volgt uit Discrete modellering. Dit is gedaan om in het verslag een onderscheid aan te kunnen geven bij vergelijkingen met andere resultaten De verplaatsingen De te hanteren symbolen worden gedefinieerd in de volgende schetsen. Te zien is dat de plaat in de x-richting verdeeld wordt in m velden en in de y-richting in n velden. De randen van de velden zijn weergegeven als stippellijnen. Deze zullen in de modellering opgevat worden als balkjes. Voor het traagheidsmoment worden de breedtes van de velden gebruikt. 2 NNI (1995). NEN blz / 52

8 Balkje in y-richting X-as L y L y /n L x /m L x Y-as In het volgende plaatje wordt hetzelfde probleem in 3D weergeven waarin ook de positieve zakkingsrichting en q-last weergegeven zijn. De q-last wordt omgezet in krachten op de L knooppunten van de stramienlijnen. Uit het plaatje volgt dus: x L q A q y = =. m n w =q*a A q X-as Y-as h Voor de randen geldt dat daar slechts de helft van de breedte aanwezig is zodat geldt rand =0.5*. Voor de hoeken geldt hoek =0.25* De momenten De momenten die gevonden worden zijn gegeven in [knm]. m deze te kunnen vergelijken met de VBC moeten deze momenten gedeeld worden door de breedte van het balkje omdat in de VBC gewerkt wordt met de eenheid [knm]/[m]. De positieve richtingen van de momenten staan weergegeven in de figuur. 6 / 52

9 M x-as X M x L w-as Deel A Deel B Nummering knopen De knopen moeten op een consistente wijze worden genummerd om het goed te kunnen programmeren. De nummering is gekozen volgens de volgende figuur X-as : (x+1)(y+1) : Y-as L y /n Voor elk punt worden gegevens bepaald. Bij al die gegevens staan steeds twee indices namelijk ij= (x+1)(y+1). Als voorbeeld w(x=1,y=1)=w 22. p deze manier kunnen ook de randen meegenomen worden in de te genereren matrix. 7 / 52

10 2.3 Modellering De eerder genoemde balkjes worden hier uitgewerkt. Als voorbeeld wordt dat gedaan voor scharnierend opgelegde randen. w R b R o Te zien is dat er koppelkrachten tussen de balkjes in de x-richting en balkjes in de y-richting aanwezig zijn. Uit deze modellering volgen twee belangrijke vergelijkingen. r r r Evenwicht: = Rb + Ro r r Vormveranderingvoorwaarde: wb = wo Alle krachten en verplaatsingen worden in vectoren gezet zoals al is weergegeven. Ze zullen in het vervolg allemaal als matrices worden weergegeven. 8 / 52

11 2.4 plossingsmethode De verplaatsingen In de vorige paragraaf zijn de belangrijkste vergelijkingen voor dit probleem weergegeven. Het is de bedoeling om de krachten die tussen de balkjes aanwezig zijn op te lossen. Vervolgens kan dan met behulp van invloedsfactoren, die bepaald worden met vergeet-menietjes, de verplaatsing op elk willekeurig punt bepaald worden. De afleiding van de invloedsfactoren voor verplaatsingen vindt plaats in paragraaf 3,1. Er zal een weergave worden gegeven van de te volgen oplossingsmethode zonder verder in te gaan op de grootte van de matrices of vectoren. Daarop zal in hoofdstuk 4 teruggekomen worden. De twee belangrijke vergelijkingen zijn. w = C R [ o ] [ o ] [ o ] verplaatsing van onderste balkjes vgl (1) [ w ] = [ C ] [ R ] verplaatsing van bovenste balkjes vgl (2) b b b De voorwaarde vgl (1) en vgl (2) gelijkstellen geeft de volgende vergelijking: C R = C R vgl (3) [ ] [ ] [ ] [ ] b b o o De vergelijking van het evenwicht = Rb + Ro kan omgeschreven worden naar: [ R ] [ ] [ R ] vgl (4) o =. b Invullen van vgl (4) in vgl (3) geeft de volgende formule: C R = C R = C C R vgl (5) [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ][ ] b b o b o o b Vgl (5) kan vervolgens omgeschreven worden zodat er een verband tussen R b en ontstaat waarmee in principe alles bekend is omdat de verdeling van over het onderste en bovenste balkje wat van belang is. [ R ] = [ C + C ] 1 [ C ] [ ] b b o o vgl (6) Nu R b bekend is, is daarmee ook w b bekend die, ten gevolge van de voorwaarde, gelijk is aan w o. Er wordt een verband gevonden wat per definitie een flexibiliteitsmatrix is omdat het w uitgedrukt in is. De vergelijking voor w is daarmee opgelost en ziet er als volgt uit. [ w] = [ C ] [ C + C ] 1 [ C ] [ ] = [ K ] -1 [ ] b b o o flexibiliteitsmatrix vgl (7) p het eerste gezicht lijkt dit een onlogische aanpak omdat er ook volgens een andere, meer voor de hand liggende methode een oplossing bepaald kan worden. Daarbij worden R o en R b bepaald en ingevuld in = Rb + Ro. Daarvoor moeten vgl (1) en vgl (2) geïnverteerd worden. Vervolgens is het mogelijk om het verband tussen w en te bepalen door nogmaals te inverteren. De oplossing ziet er dan als volgt uit [ w] = C + C [ ] b o Het is duidelijk dat deze vergelijking enorm veel rekencapaciteit en snelheid vraagt terwijl met behulp van de andere methode die er in eerste instantie omslachtiger uitziet, de oplossing sneller bereikt wordt. 9 / 52

12 2.4.2 De momenten Voor de bepaling van de momenten kan niet exact dezelfde methode gevolgd worden zoals die voor de verplaatsingen gepresenteerd is. De momenten in beide richtingen zijn namelijk niet gelijk. Daarom moeten altijd eerst de verplaatsingen opgelost worden zodat de resultanten bekend zijn en daarmee de momenten bepaald kunnen worden. De momenten kunnen bepaald worden door de vector met alle resultanten te vermenigvuldigen met een matrix gevuld met invloedsfactoren. Deze resultanten zijn eerder bepaald bij het oplossen van de verplaatsingen. De bepaling van de invloedsfactoren geschied wederom met behulp van vergeet-me-nietjes die in paragraaf 3,2 bepaald worden. De vector met resultanten kan als volgt bepaald worden: R = R [ o ] [ ] [ b ] vgl (4) [ R ] = [ C + C ] 1 [ C ] [ ] b b o o vgl (6) Er worden twee nieuwe matrices M xr (x-richting) en M yr (y-richting) ontwikkeld met invloedsfactoren zodat daarmee de vector met momenten kan worden bepaald. Dat gebeurd volgens de volgende formules. mx = M R [ ] [ xr ] [ o ] vgl(8) [ my] = M [ R ] vgl(9) yr b Deze vectoren moeten herschaalt worden naar een matrix en kunnen vervolgens geplot worden zodat te zien is wat het momentenverloop in beide richtingen is. Deze momenten zijn dan gegeven in knm en moeten voor vergelijking met andere methoden nog gedeeld worden door de breedte van de bijbehorende balkjes De dwarskrachten De dwarskrachten op dezelfde wijze als de momenten bepaald. Er kan wederom een matrix worden gemaakt met invloedsfactoren die gegeven zijn in paragraaf 3,3. De resultanten R o en R b volgen uit vergelijking 4 en 6. In formulevorm kan de bepaling van de dwarskrachten als volgt worden weergegeven. vx = V R [ ] [ xr ] [ o ] vgl(10) [ vy] = V [ R ] vgl(11) yr b De oplegreacties De oplegreacties kunnen gevonden worden met het dwarskrachtenverloop. De dwarskracht nabij de oplegging volgt uit de berekening. Daarbij moet nog het deel van de q-last (ontbonden in krachten ), dat direct naar de oplegging afgedragen wordt, opgeteld worden. Dat kan in een figuur en in een formule weergegeven worden. 0.5* 0.5* x-as w-as 1 Hoplegreactie = V + vgl(12) 2 De horizontale reacties zijn nul ten gevolge van de modellering zonder normaalkrachten. 10 / 52

13 3 De invloedsfactoren Voor het verband tussen de kracht en verplaatsing zijn invloedsfactoren nodig. Een manier om deze invloedsfactoren te bepalen is de methode met vergeet-me-nietjes. Er worden met behulp van differentiaalvergelijkingen met de bijbehorende randvoorwaarden oplossingen gezocht voor de mogelijke gevallen. Een kanttekening hierbij is dat er alleen vergeet-menietjes bepaald kunnen worden voor statisch bepaalde liggers, daarmee wordt een grens van deze methode bereikt. 3.1 Invloedsfactoren voor verplaatsing De ligger, met lengte L, wordt verdeeld in deel A links van de kracht en deel B rechts van de kracht. Daaruit volgen twee differentiaalvergelijkingen met de daarbij behorende acht randvoorwaarden. Deze zullen per schema opgelost worden waarna een set vergelijkingen gevonden wordt per geval. Bij de toelichting op het proces wordt de invulling van de Matrix weergegeven. In dat geval wordt de functie voor gebied A weergegeven met de letter A en de functie voor gebied B wordt weergegeven met de letter B Uitgewerkte differentiaalvergelijkingen wa = A1 x + A2 x + A3 x + A4 EI wb = B1 x + B2 x + B3 x + B4 EI / 52

14 3.1.2 Links scharnierend en rechts scharnierend (SS) Schema w x-as x w x L Randvoorwaarden: p x=0 w = 0 a M = 0 a w-as Deel A Deel B p x=x (Ter plaatse van de kracht ) w = w a ϕ = ϕ a M a a b b = M b b V = V + p x=l w = 0 b M = 0 b Benodigd is een uitdrukking voor de verplaatsing op een zekere afstand van de kracht. De afstand van deze verplaatsing wordt gesteld op x w vanaf de linker-oplegging. Er zijn twee gevallen te onderscheiden: 1) x w < x (De verplaatsing bevindt zich in gebied A) 2) x w > x (De verplaatsing bevindt zich in gebied B) Uitdrukking voor de verplaatsing op een afstand van (SS): w ss L ( L x ) xw (2L + x 3 x L) xw x = EI L L invloedsfactor voor 0 <x < x w w ss L x xw (2 L + x ) xw x x xw x = + 3 voor x <x w < L 6 EI L L L L 12 / 52

15 3.1.3 Links ingeklemd en rechts scharnierend (IS) Schema w x-as x w x L Randvoorwaarden: p x=0 w = 0 a ϕ = 0 a w-as Deel A Deel B p x=x (Ter plaatse van de kracht ) w = w a ϕ = ϕ a M a a b b = M b b V = V + p x=l w = 0 b M = 0 b Er kunnen nu weer uitdrukkingen bepaald worden voor de w in gebied A en B. Deze tussenstap zal hier niet meer getoond worden, de twee functies voor w zullen gelijk weergegeven worden. 1) x w < x (De verplaatsing bevindt zich in gebied A) 2) x w > x (De verplaatsing bevindt zich in gebied B) Uitdrukking voor de verplaatsing op een afstand van (IS): w is L ( 3 x L + x + 2 L ) xw (2L 3 x L + x ) xw x = + 3 voor 0 <x 6 5 w < x 12 EI L L w is L (3 L x ) xw x (3 L x ) xw x x xw x = voor x <x w < L 12 EI L L L L 13 / 52

16 3.1.4 Links ingeklemd en rechts ingeklemd (II) Schema w x-as x w x L Randvoorwaarden: p x=0 w = 0 a ϕ = 0 a w-as Deel A Deel B p x=x (Ter plaatse van de kracht ) w = w a ϕ = ϕ a M a a b b = M b b V = V + p x=l w = 0 b ϕ = 0 b Er kunnen nu weer uitdrukkingen bepaald worden voor de w in gebied A en B. 3) x w < x (De verplaatsing bevindt zich in gebied A) 4) x w > x (De verplaatsing bevindt zich in gebied B) Uitdrukking voor de verplaatsing op een afstand van (II): w ii L ( 3 x L + 2 x + L ) xw ( L 2 x L + x ) xw x = + 3 voor 0 <x 6 5 w < x 6 EI L L w ii L (3 L 2 x ) xw x (2 L x ) xw x x xw x = voor x <x w < L 6 EI L L L L 14 / 52

17 3.1.5 Links ingeklemd en rechts vrij zwevend (IV) Schema w x-as x w x L Randvoorwaarden: p x=0 w = 0 a ϕ = 0 a w-as Deel A Deel B p x=x (Ter plaatse van de kracht ) w = w a ϕ = ϕ a M a a b b = M b b V = V + p x=l M = 0 b V = 0 b Er kunnen nu weer uitdrukkingen bepaald worden voor de w in gebied A en B. 5) x w < x (De verplaatsing bevindt zich in gebied A) 6) x w > x (De verplaatsing bevindt zich in gebied B) Uitdrukking voor de verplaatsing op een afstand van (IV): w w iv iv L xw xw x = + 3 voor 0 <x 3 3 w < x 6 EI L L L x xw x = 3 voor x 3 3 <x w < L 6 EI L L Er zijn hiermee invloedsfactoren gevonden voor verplaatsing op een bepaalde afstand ten gevolge van een kracht op een zekere afstand. Hiermee kunnen de matrices C o en C b dus ingevuld worden. 15 / 52

18 3.2 Invloedsfactoren voor momentenverdeling Schema voor SS M x-as X M x L w-as Deel A Deel B De schema s van de andere gevallen worden niet weergegeven omdat alleen de opleggingen anders zijn en omdat ze analoog zijn aan de schema s voor de verplaatsingen Links scharnierend en rechts scharnierend (SS) M ss ( L x ) xm = voor 0 <x M < x L invloedsfactor x x L M M ss = + x voor x <x < L M Links ingeklemd en rechts scharnierend (IS) M is (3 xm x L xm x 2 xm L + 2 x L 3 x L + x L = 3 2 L voor 0 <x < x M M is 2 1 x (3 L x ) ( xm + L) = 3 2 L voor x <x < L M Links ingeklemd en rechts ingeklemd (II) M M ii ii (3 xm x L 2 xm x xm L + x L 2 x L + x L = voor 0 <x 3 M < x L 2 2 x ( 3 xm L+ 2 xm x + 2 xm x + 2 L x L) = voor x 3 <x M < L L Links ingeklemd en rechts vrij (IV) ( ) voor 0 <x M < x M = x x iv M M iv = 0 voor x <x < L M 16 / 52

19 3.3 Invloedsfactoren voor dwarskrachtenverdeling Schema voor SS V x-as x V x L w-as Deel A Deel B De schema s van de andere gevallen worden niet weergegeven omdat alleen de opleggingen anders zijn en omdat ze analoog zijn aan de schema s voor de verplaatsingen Links scharnierend en rechts scharnierend (SS) V ss ( L x ) = voor 0 <x V < x L invloedsfactor V ss x L = voor x <x < L V Links ingeklemd en rechts scharnierend (IS) V is x L + x + 2 L = voor 0 <x 3 V < x 2 L V is 2 x (3 L x ) = 3 2 L voor x <x < L V Links ingeklemd en rechts ingeklemd (II) V V ii ii x L + 2 x + L = voor 0 <x 3 V < x L 2 2 x ( 3 xm L+ 2 xm x + 2 xm x + 2 L x L) = 3 L voor x <x < L M Links ingeklemd en rechts vrij (IV) Viv = voor 0 <x < x V = 0 voor x <x < L iv V V 17 / 52

20 3.4 Controle van de invloedsfactoren De formules die afgeleid zijn met behulp van differentiaalvergelijkingen kunnen gecontroleerd worden met een computerprogramma. Elke formule is voor een aantal waarden gecontroleerd met het programma Matrixframe. De uitkomsten kwamen exact overeen. ok zijn de functies geplot waarbij gelet is op de vorm van de grafiek, deze waren ook naar behoren. Deze twee controles geven samen volkomen zekerheid over de juistheid van de gepresenteerde formules. 18 / 52

21 4 Uitwerking van het probleem, het proces Hierbij wordt een aanpak gepresenteerd die vervolgens gemakkelijk in de computer is te modelleren. Stap voor stap wordt het probleem doorlopen naar de oplossing. Een opmerking daarbij is dat de verplaatsingen en resultanten niet in een matrix worden gezet maar in een vector. In het geval dat deze in een matrix worden geplaatst geeft de matrixoperatie transponeren problemen. In de vector kunnen de verplaatsingen in x- en y-richting dezelfde volgorde worden geplaatst waardoor ze gemakkelijk gelijk gesteld kunnen worden. De invloedsfactoren worden, zoals in het stappenplan te zien is, wel in een matrix geplaatst. m de randen van het veld mee te kunnen nemen wordt een truc toegepast om een singuliere matrix te voorkomen. Als op de diagonaal van Matrix C nullen voorkomen is het probleem onoplosbaar. m die reden worden op de plaatsen in C waar een nul staat een één toegevoegd. m dit te compenseren moet in de vector met krachten (zie stap 4) op dezelfde plaats een nul gezet worden. Het proces naar de oplossing toe: 1) Gegevens q, L x, L y, E, h, m en n invoeren 2) Dx = L x / m en dy= L y / n bepalen. Met deze gegevens en met h kunnen de traagheidsmomenten in de x- en y-richting bepaald worden. 3) De randvoorwaarden aangeven. Keuze uit ss, is, iv en ii in x- en y-richting. (Zie voor de betekenis van de afkortingen X.X) 4) Vector van alle krachten produceren, deze volgen uit =q*dx*dy = [R 11, R 21,..]. Deze vector is (m+1)*(n+1) getallen lang wat gelijk is aan het aantal knooppunten. Voor de randen en hoeken moeten respectievelijk 0.5* en 0.25* ingevuld. In deze vector moeten ook randvoorwaarden verwerkt worden. Er moeten namelijk nullen geplaatst worden op de randen die niet verplaatsen. 5) Er wordt een functie gedefinieerd die zelf bepaald welke van de twee formules, in gebied A of gebied B, er toegepast moeten worden. Hierdoor ontstaat er één intelligente functie (Als x < x w vgmn (B), als x x w vgmn (A)) 6) Matrix voor één balkje in x-richting bepalen: (vgmn(a) -> A en vgmn(b)->b) w11 o A A.. A R11 o w 21o B A.. A R 21o = : : : : : : w( m+ 1)1 o B B.. A R( m+ 1)1o 7) Voor bijna balkjes is deze matrix hetzelfde. Alle verplaatsingen worden in de volgende vorm geplaatst waarbij de matrix van 6) steeds achter elkaar op de diagonaal wordt geplaatst. Dit is hier als voorbeeld gedaan voor een veld met n=m=2. w11 o A A A R11 o R11 o w 21o B A A R 21o R 21o w 31o B B A R 31o R 31o w12 o A A A R12 o R12 o w 22o = B A A R 22o = [ Co ] R 22o w32 o B B A R32 o R32 o w 13o A A A R 13o R 13o w23o B A A R23o R23o w 33o B B A R 33o R 33o 19 / 52

22 Deze matrix is altijd vierkant. De afmeting hangt af van het aantal balkjes in de Y- richting, de matrix heeft een grootte van {(m+1)(n+1)}*{(m+1)(n+1)}. Er werd al genoemd dat niet alle balkjes hetzelfde zijn. De randbalken hebben namelijk de helft van de stijfheid. In de matrix worden daarom de invloedsfactoren die betrekking hebben op verplaatsingen op de randen vermenigvuldigd met 2. Dat is zo omdat de EI twee keer zo klein is. 8) Matrix voor één balkje in y-richting bepalen: w11 b A A.. A R11 b w 21b B A.. A R 21b = : : : : : : w( m+ 1)1 b B B.. A R( m+ 1)1b 9) Voor alle balkjes is deze matrix hetzelfde. mdat de verplaatsingsvector w b dezelfde volgorde moet hebben als w o moet deze matrix wat verbouwd worden. Te zien zijn dat er diagonalen ontstaan. De nullen op de rij tussen de vgmn s ontstaan omdat er een andere volgorde in de verplaatsingsvector is aangehouden. Dit wordt gedaan voor een veld met n=m=2. w11 b A 0 0 A 0 0 A 0 0 R11 b R11 b w 21b 0 A 0 0 A 0 0 A 0 R 21b R 21b w 31b 0 0 A 0 0 A 0 0 A R 31b R 31b w12 b B 0 0 A 0 0 A 0 0 R12 b R12 b w 22b = 0 B 0 0 A 0 0 A 0 R 22b = [ Cb ] R 22b w32 b 0 0 B 0 0 A 0 0 A R32b R32b w 13b B 0 0 B 0 0 A 0 0 R 13b R 13b w23b 0 B 0 0 B 0 0 A 0 R23b R23b w 33b 0 0 B 0 0 B 0 0 A R 33b R 33b Deze matrix is altijd vierkant. De afmeting hangt af van het aantal balkjes in de X- richting, de matrix heeft een grootte van {(m+1)(n+1)}*{(m+1)(n+1)}. ok hier moeten de rijen die betrekking hebben op de verplaatsingen op de randen vermenigvuldigd worden met 2 om dezelfde reden genoemd onder stap 7. 10) De in paragraaf 2,4 afgeleide oplossingsmethode kan nu toegepast worden. De matrices C o en C b zijn bekend. De flexibiliteitsmatrix kan nu bepaald worden. Daartoe wordt de formule [ w] = [ C ] [ C + C ] 1 [ C ] [ ] b b o o flexibiliteitsmatrix ingevuld. Het verband voor het gehele systeem is dan gevonden. 11) mdat w nu nog een lange vector is moet deze nog herschreven worden naar een matrix van de afmeting (n+1) x (m+1). Hiermee kan een verplaatsingsveld geplot worden. In het programma moet de matrix getransponeerd worden omdat de functie Reshape de vector op de verkeerde manier naar een matrix converteerd. 12) De vectoren R o en R b zijn ook bepaald en kunnen worden weergegeven. 13) Voor de momenten kunnen op dezelfde wijze als gedaan in stap 6, 7, 8 en 9 matrices M xr en M yr worden bepaald. Alleen nu hoeft er geen rekening meer gehouden te worden met de stijfheid van de randbalkjes omdat voor het moment in statisch bepaalde liggers de stijfheid niet van belang is. 20 / 52

23 14) Met deze matrices kunnen eenvoudig de momenten in x- en y-richting worden bepaald volgens: [ mx] = [ M xr ] [ Ro ] en [ my] = M yr [ Rb ] 15) De bekende momenten moeten gedeeld worden door respectievelijk dy en dx om ze te transformeren naar de eenheid [knm/m] 2 16) De momenten worden gedeeld door q Lx. Daardoor ontstaan dezelfde dimensieloze parameters als die in de VBC staan. 17) Uit de momentcoëfficiënt-matrices kunnen de maxima en minima gevonden worden welke van belang zijn voor de wapeningsberekening. 18) De dwarskrachten kunnen op soortgelijke wijze als de momenten worden bepaald met: [ vx] = [ Vxr ] [ Ro ] en [ vy] = V yr [ Rb ]. 19) Met deze dwarskrachten kunnen de oplegreacties berekend worden. Aan de randen moet nog wel het deel van de q-last wat direct boven de oplegging staat daarbij opgeteld worden. Gesommeerd moeten deze oplegreacties gelijk zijn aan q*l x *L y. 20) Hiermee zijn dus alle gegevens bekend waarmee een betontoepassing gemaakt kan worden. De resultaten die uit de berekening volgen zijn. - verplaatsingenveld - momentenverloop - maximale en minimale momentcoëfficiënten - dwarskrachtenverloop - oplegreacties In de toelichting bij de Maple Worksheet in Bijlage A staat meer geschreven over de wapeningsberekeningen die uitgevoerd worden. 21 / 52

24 5 Verificatie van de uitkomsten van Dimod Als controle wordt er een som uitgewerkt die gecontroleerd is met het programma endem waarbij de wringstijfheid heel klein genomen is. Het wordt ook uitgewerkt met de gepresenteerde methode Dimod waarna een vergelijking gemaakt kan worden. 5.1 De gegevens voor de verificatie 400 kn q = 2 3 m h = 0.25 m EI EI L L x y x richting y richting n = 8 = 8 m = 6 m m = 8 kn = m 2 kn = m Lx=8 X-as Ly=6 Y-as De uitkomsten van de gepresenteerde methode voor verschillende willekeurige rijen vergeleken worden met de uitkomsten van het programma endem. 22 / 52

25 5.2 De verplaatsingen nderstaand zijn tabellen weergegeven met vergelijkingen van de waarden ven Dimod en endem. endem is een EEM programma van Dhr. J.W. Welleman. Voor deze verificatie is de invloed van de wringstijfheid zeer klein genomen zodat dat effect verwaarloosbaar is en de uitkomsten overeen zouden moeten komen. Dimod endem 0, , , , , , , , , , , , , , , , , ,00000 Tabel 5.1 Vergelijking van de verplaatsingen op raai y=2.25 Dimod endem 0, , , , , , , , , , , , , , , , , ,00000 Tabel 5.2 Vergelijking van de verplaatsingen op raai x=5 Deze komen exact overeen op enkele getallen na die op de vijfde decimaal een puntje afwijken. Dit is echter een verwaarloosbaar klein verschil. De verplaatsingen kloppen dus. 23 / 52

26 5.3 De momenten De momenten worden vergeleken op dezelfde raaien. Er worden absolute momenten vergeleken in de eenheid van [knm]. Hiervoor wordt voor tabel 5.3 een raai uit de matrix met momenten in de x-richting genomen en voor tabel 5.4 een raai uit de matrix met momenten in de y-richting. Dimod endem 0,0000 0, , , , , , , , , , , , , , ,9236 0,0000 0,0000 Tabel 5.3 Vergelijking van de momenten op raai x=3 Dimod endem 0,0000 0, , , , , , , , , , , , , , ,6711 0,0000 0,0000 Tabel 5.4 Vergelijking van de momenten op raai x= 5 Te zien is dat er verschillen optreden de orde van Dit is verwaarloosbaar klein waaruit volgt dat de gevonden momentenverdeling correct is. 24 / 52

27 5.4 De dwarskrachten De dwarskrachten worden wederom op willekeurige raaien vergeleken. Hiervoor wordt voor tabel 5.5 een raai uit de matrix met dwarskrachten in de x-richting genomen en voor tabel 5.6 een raai uit de matrix met dwarskrachten in de y-richting. Dimod endem 216, , , , , , , , , , , , , , , , , ,9236 Tabel 5.5 Vergelijking van de dwarskrachten op raai y=3 Dimod endem 234, , , , , , , , , , , , , , , , , ,2282 Tabel 5.6 Vergelijking van de dwarskrachten op raai x=5 Hieruit blijkt dat de dwarskrachten ook voldoen. 5.5 De oplegreacties De oplegreacties volgen direct uit de dwarskrachten. De sommatie van de dwarskrachten geeft ook q*l x *L y. Deze kloppen derhalve ook. 5.6 Conclusie uit de verificatie Te zien is dat de methode heel nauwkeurig is. Er treden zeer kleine verschillen op met het programma endem wat waarschijnlijk te wijten is aan het feit dat de wringstijfheid niet geheel nul gesteld kan worden. In het vervolg van het verslag zal vooral ingegaan worden op de verplaatsingen en momenten. De dwarskrachten zijn voornamelijk bepaald met het oog op de oplegreacties. 25 / 52

28 6 Toepassing d.m.v. vergelijken met andere methoden m de resultaten van de methode Dimod te kunnen vergelijken worden enkele gevallen bekeken. De gevallen waar alle randen scharnierend en ingeklemd zijn worden in eerste instantie als uitersten aangenomen. Daartussen worden andere combinaties bekeken. De gevallen zullen vergeleken worden met de VBC en met een plaatberekening met een eindige elementenpakket. Dit pakket zal in de vergelijking EEM genoemd worden. 6.1 De gegevens voor de vergelijkingen De gegevens voor de vergelijkingen staan hieronder weergegeven. kn q = 5 m 2 h = 0.25 m E = L L x y kn m 2 = 10 m = 14 m m = 18 n = Y-as Lx=10 X-as Ly=14 De gevallen die beschouwd zullen worden zijn: A: Alle zijden scharnierend B: In X-richting ingeklemd-scharnierend, in Y-richting ingeklemd-scharnierend C: Alle zijden ingeklemd 26 / 52

29 6.2 Vergelijking Dimod met VBC De VBC methode geeft een eenvoudige manier om de maximale momenten te bepalen. Voor de bepaling van de coëfficiënten van de VBC-methode is de verhouding tussen de x-lengte en de y-lengte nodig. Deze bedraagt: ly 14 = = 1.4. lx 10 Verder kunnen de waarden dan in opgezocht worden en de momenten worden berekend. Het programma Dimod berekend aan de hand van de gegevens de traagheidsmomenten en krachten op de knopen. ok worden de invloedsfactoren bepaald voor de verplaatsingen, momenten en dwarskrachten. Uit deze gegevens kunnen dezelfde dimensieloze coëfficiënten bepaald worden als gebruikt in de VBC zodat deze vergeleken kunnen worden. Voor de vergelijking met de VBC-coëfficiënten moeten de momenten omgerekend worden. In de VBC wordt gerekend met een moment per lengte. m het moment te kunnen vergelijken moet de volgende formule worden toegepast. Daarbij zijn mx (moment in x-richting) en my (moment in y-richting) de momenten die in de balkjes optreden in knm. mx mx n [knm] M x = = dy L [m] M y my my m = = dx L y x [knm] [m] m de momentcoëfficiënten te bepalen moet er gedeeld worden door de factor van de VBC die de coëfficiënt dimensieloos maakt. De volgende formules worden toegepast. M x Cx = [-] q l C y M y = q l x 2 x [-] Eerst zullen alle de genoemde gevallen volgens beide methoden berekend worden. Tot slot zullen de resultaten toegelicht worden. De VBC-methode gebruikt ook de wringingscapaciteit van de plaat zodat er verschil te verwachten is met de uitkomsten zonder wringing die uit Dimod komen. De verwachting is dat Dimod aan de veilige kant zit. 27 / 52

30 6.2.1 Geval A volgens VBC Dit geval is gelijk aan het VBC-geval 1. iguur 6-1 NEN 6720 tabel 18 geval I m = q l X = = vx vy x m = q l X = = x Geval B volgens VBC Dit geval is gelijk aan het VBC-geval 3. [knm] [m] [knm] [m] iguur 6-2 NEN 6720 tabel 18 geval III m = q l X = = vx vy sx x m = q l X = = sy x m = q l X = = [knm] [m] [knm] [m] x m = q l X = = x [knm] [m] [knm] [m] 28 / 52

31 6.2.3 Geval C volgens VBC Dit geval is gelijk aan het VBC-geval 2. iguur 6-3 NEN 6720 tabel 18 geval II vx x m = q l X = = vy sx x m = q l X = = m = q l X = = sy [knm] [m] [knm] [m] x x m = q l X = = [knm] [m] [knm] [m] 29 / 52

32 6.2.4 Geval A volgens Dimod iguur 6-4 Verplaatsing vloer geval A De momentencoëfficiënten zijn: vx 123 vy 57 sx 0 sy 0 Tabel 6.1 Momentcoëfficiënten uit Dimod voor geval A 30 / 52

33 6.2.5 Geval B volgens Dimod iguur 6-5 Verplaatsing vloer geval B De momentencoëfficiënten zijn: vx 69 vy 32 sx -124 sy -84 Tabel 6.2 Momentcoëfficiënten uit Dimod voor geval B 31 / 52

34 6.2.6 Geval C volgens Dimod iguur 6-6 Verplaatsing vloer geval C De momentencoëfficiënten zijn: vx 41 vy 16 sx -82 sy -57 Tabel 6.3 Momentcoëfficiënten uit Dimod voor geval C 32 / 52

35 6.2.7 Vergelijking uitkomsten Dimod met uitkomsten VBC Een vergelijking tussen de momentcoëfficiënten van Dimod en van de VBC Vergelijking geval A Plaats volgens VBC Coëfficiënt van VBC Coëfficiënt van Dimod Toename in procenten Mvx % Msx % 142 % Mvy % Msy % 142 % Tabel 6.4 Vergelijking geval A Vergelijking geval B Plaats volgens VBC Coëfficiënt van VBC Coëfficiënt van Dimod Toename in procenten Mvx % Msx % 140,5 % Mvy % Msy % 134,5 % Tabel 6.5 Vergelijking geval B Vergelijking geval C Plaats volgens VBC Coëfficiënt van VBC Coëfficiënt van Dimod Toename in procenten Mvx % Msx % 121 % Mvy % Msy % % Tabel 6.6 Vergelijking geval C Conclusies bij de vergelijking Dimod met VBC De eerder genoemde verwachting is dat de methode Dimod grotere momentcoëfficiënten geeft omdat wringing en dwarscontractie verwaarloosd worden. De gehele last moet namelijk via zuivere buiging overgedragen worden naar de opleggingen. De resultaten voldoen aan deze verwachting. Niet alle oplegcondities geven echter dezelfde afwijking in resultaten. Dat wekt het vermoeden dat de afwijking afhankelijk is van de oplegcondities. De genoemde aanname dat geval A en C uitersten zijn lijkt te kloppen. De maximale afwijking is 1,84 bij geval A en de minimale (afgezien van de 100 %) is 1,04 bij geval C. Als het gemiddelde per richting genomen wordt is de maximale afwijking 1,42 bij geval A en de minimale is 1,19 bij geval C. p grond van deze resultaten kan dus gesteld worden dat de methode Dimod veilig is. Daarbij is de afwijking maximaal voor geval A en minimaal voor geval C. De verklaring voor dit verschijnsel is te vinden in paragraaf / 52

36 6.3 Vergelijking Dimod met EEM Deze resultaten zijn gemaakt met het EEM-programma endem waarbij de ene keer balkjes zonder wringing en de andere keer een echt plaatmodel gebruikt. De raaien met maximale momenten in de x- en y-richting worden voor de drie gevallen vergeleken. Een vergelijking met een dwarscontractiecoëfficiënt van 0.3 gaf grote afwijkingen waarna ook een vergelijking gemaakt is voor v=0.0. In de conclusie zal hierop teruggekomen worden. De momenten zijn allemaal gegeven in knm. Er staan getallen in de tabellen schuin weergegeven. Deze springen eruit omdat ze rond het snijpunt met de x-as zitten en zodoende af en toe afwijkende verhoudingen geven. Deze waarden zijn niet meegenomen in de gemiddelde verhouding die steeds onderaan staan weergegeven. 34 / 52

37 6.3.1 Vergelijking van Dimod met EEM voor geval A Vergelijkende tabel geval A X-richting Dimod verhouding EEM-plaat v=0,3 verhouding EEM-plaat v=0,0 verhouding 0, , ,00% 0, ,00% 0, ,00% 12, , ,00% 8, ,48% 7, ,13% 24, , ,00% 16, ,79% 14, ,94% 34, , ,00% 22, ,87% 19, ,47% 42, , ,00% 27, ,63% 24, ,57% 49, , ,00% 31, ,00% 27, ,13% 54, , ,00% 33, ,91% 30, ,02% 58, , ,00% 36, ,31% 31, ,16% 60, , ,00% 37, ,17% 32, ,48% 61, , ,00% 37, ,46% 33, ,92% 60, , ,00% 37, ,17% 32, ,48% 58, , ,00% 36, ,31% 31, ,16% 54, , ,00% 33, ,91% 30, ,02% 49, , ,00% 31, ,00% 27, ,13% 42, , ,00% 27, ,63% 24, ,57% 34, , ,00% 22, ,87% 19, ,47% 24, , ,00% 16, ,79% 14, ,94% 12, , ,00% 8, ,48% 7, ,13% 0, , ,00% 0, ,00% 0, ,00% 151,15% 168,41% Y-richting Dimod EEMbalkjes EEMbalkjes verhouding EEM-plaat v=0,3 verhouding EEM-plaat v=0,0 verhouding 0, , ,00% -0, ,00% 0, ,00% 11, , ,00% 9, ,70% 7, ,46% 19, , ,00% 15, ,24% 11, ,50% 24, , ,00% 19, ,33% 13, ,23% 26, , ,00% 22, ,08% 14, ,06% 27, , ,00% 23, ,12% 15, ,80% 28, , ,00% 24, ,22% 15, ,65% 28, , ,00% 24, ,07% 15, ,95% 28, , ,00% 24, ,07% 15, ,95% 28, , ,00% 24, ,22% 15, ,65% 27, , ,00% 23, ,12% 15, ,80% 26, , ,00% 22, ,08% 14, ,06% 24, , ,00% 19, ,33% 13, ,23% 19, , ,00% 15, ,24% 11, ,50% 11, , ,00% 9, ,70% 7, ,46% 0, , ,00% -0, ,00% 0, ,00% 116,47% 165,83% Tabel 6.7 Vergelijkende tabel geval A 35 / 52

38 De verhoudingen bij de maxima in x-richting zijn: Veldmoment % Steunpuntsmoment % De verhoudingen bij de maxima in y-richting zijn: Veldmoment % Steunpuntsmoment % Belastingsafdracht volgens Dimod/ EEM In x-richting 69.5 / 61,6 % In y-richting 30.5 / 38,4 % Vergelijkende grafieken geval A 70, , , , , ,00000 EEM-plaat v=0,3 Dimod EEM-plaat v=0,0 VBC 10, , iguur 6-7 Momenten voor Geval A in x-richting [knm/m] 30, , , , , ,00000 EEM-plaat v=0,3 Dimod EEM-plaat v=0,0 VBC 0, , iguur 6-8 Momenten voor Geval A in y-richting [knm/m] 36 / 52

39 6.3.2 Vergelijking van Dimod met EEM voor geval B Vergelijkende tabel geval B X-richting Dimod verhouding EEM-plaat v=0,3 verhouding EEM-plaat v=0,0 verhouding -61, , ,00% -49, ,70% -49, ,95% -45, , ,00% -33, ,81% -33, ,48% -30, , ,00% -20, ,12% -20, ,78% -16, , ,00% -9, ,63% -9, ,29% -5, , ,01% -0, ,76% -1, ,74% 5, , ,99% 7, ,93% 5, ,22% 13, , ,00% 13, ,14% 11, ,90% 21, , ,00% 17, ,29% 15, ,59% 26, , ,00% 21, ,77% 18, ,01% 30, , ,00% 23, ,60% 20, ,86% 33, , ,00% 25, ,77% 22, ,96% 34, , ,00% 25, ,71% 22, ,64% 34, , ,00% 25, ,62% 22, ,09% 32, , ,00% 23, ,67% 21, ,46% 28, , ,00% 21, ,00% 19, ,88% 24, , ,00% 17, ,67% 16, ,50% 17, , ,00% 13, ,83% 12, ,48% 9, , ,00% 7, ,44% 6, ,84% 0, , ,00% 0, ,00% 0, ,00% 132,52% 143,28% Y-richting Dimod EEMbalkjes EEMbalkjes verhouding EEM-plaat v=0,3 verhouding EEM-plaat v=0,0 verhouding -42, , ,00% -38, ,58% -38, ,65% -24, , ,00% -17, ,57% -17, ,78% -10, , ,00% -3, ,47% -4, ,85% -0, , ,95% 5, ,34% 2, ,85% 5, , ,00% 10, ,09% 6, ,02% 9, , ,00% 13, ,19% 8, ,30% 11, , ,00% 14, ,31% 8, ,27% 13, , ,99% 15, ,31% 9, ,31% 14, , ,99% 16, ,80% 9, ,38% 15, , ,99% 16, ,91% 9, ,99% 15, , ,99% 16, ,78% 9, ,03% 16, , ,00% 15, ,76% 10, ,16% 15, , ,00% 14, ,83% 10, ,22% 13, , ,00% 12, ,18% 8, ,61% 8, , ,00% 7, ,36% 5, ,14% 0, , ,00% 0, ,00% 0, ,00% 96,76% 129,92% Tabel 6.8 Vergelijkende tabel geval B 37 / 52

40 De verhoudingen bij de maxima in x-richting zijn: Veldmoment % Steunpuntsmoment % De verhoudingen bij de maxima in y-richting zijn: Veldmoment % Steunpuntsmoment % Belastingsafdracht In x-richting 67.3 % In y-richting 32.7 % Vergelijkende grafieken geval B 40, , , , , EEM-plaat v=0,3 Dimod EEM-plaat v=0,0 VBC -60, ,00000 iguur 6-9 Momenten voor Geval B in x-richting [knm/m] 20, , , , , , EEM-plaat v=0,3 Dimod EEM-plaat v=0,0 VBC -40, ,00000 iguur 6-10 Momenten voor Geval B in y-richting [knm/m] 38 / 52

41 6.3.3 Vergelijking van Dimod met EEM voor geval C Vergelijkende tabel geval C X-richting Dimod verhouding EEM-plaat v=0,3 verhouding EEM-plaat v=0,0 verhouding -41, , ,00% -35, ,05% -35, ,05% -28, , ,00% -23, ,42% -23, ,09% -16, , ,00% -12, ,83% -12, ,11% -6, , ,00% -3, ,95% -4, ,37% 1, , ,00% 3, ,74% 2, ,57% 8, , ,00% 8, ,71% 7, ,62% 13, , ,00% 12, ,50% 11, ,16% 17, , ,00% 15, ,52% 13, ,90% 19, , ,00% 16, ,03% 15, ,39% 20, , ,00% 17, ,80% 15, ,18% 19, , ,00% 16, ,03% 15, ,39% 17, , ,00% 15, ,52% 13, ,90% 13, , ,00% 12, ,50% 11, ,16% 8, , ,00% 8, ,71% 7, ,62% 1, , ,00% 3, ,73% 2, ,57% -6, , ,00% -3, ,95% -4, ,37% -16, , ,00% -12, ,83% -12, ,11% -28, , ,00% -23, ,42% -23, ,09% -41, , ,00% -35, ,05% -35, ,05% 119,42% 124,45% Y-richting Dimod EEMbalkjes EEMbalkjes verhouding EEM-plaat v=0,3 verhouding EEM-plaat v=0,0 verhouding -28, , ,00% -27, ,87% -27, ,57% -14, , ,00% -10, ,82% -10, ,09% -4, , ,00% -0, ,19% -1, ,09% 2, , ,00% 5, ,35% 3, ,86% 6, , ,00% 8, ,07% 5, ,26% 7, , ,00% 9, ,80% 5, ,73% 8, , ,00% 10, ,36% 6, ,61% 8, , ,00% 10, ,79% 5, ,62% 8, , ,00% 10, ,79% 5, ,62% 8, , ,00% 10, ,36% 6, ,61% 7, , ,00% 9, ,80% 5, ,73% 6, , ,00% 8, ,07% 5, ,26% 2, , ,00% 5, ,35% 3, ,86% -4, , ,00% -0, ,19% -1, ,09% -14, , ,00% -10, ,82% -10, ,09% -28, , ,00% -27, ,87% -27, ,57% 89,78% 124,48% Tabel 6.9 Vergelijkende tabel geval C 39 / 52

42 De verhoudingen bij de maxima in x-richting zijn: Veldmoment % Steunpuntsmoment % De verhoudingen bij de maxima in y-richting zijn: Veldmoment % Steunpuntsmoment % Belastingsafdracht volgens Dimod/ EEM In x-richting 66.1 / 63.9 % In y-richting 33.9 / 36.1 % Vergelijkende grafieken geval C 30, , , , , , , , , EEM-plaat v=0,3 Dimod EEM-plaat v=0,0 VBC iguur 6-11 Momenten voor Geval C in x-richting [knm/m] 15, , , , , , , , EEM-plaat v=0,3 Dimod EEM-plaat v=0,0 VBC -25, , ,00000 iguur 6-12 Momenten voor Geval C in y-richting [knm/m] 40 / 52

43 6.3.4 Conclusie bij vergelijking van Dimod met EEM In eerste instantie worden de resultaten vergeleken met een plaatmodel waarin de dwarscontractie op 0,3 is gesteld. Ten gevolge van dwarscontractie worden de momenten in de lange richting groter dan de resultaten die Dimod geeft zodat Dimod dan niet meer conservatief genoemd kan worden. In de gescheurde toestand, waar op wordt gewapend, is er echter nauwelijks dwarscontractie meer aanwezig zodat in tweede instantie een vergelijking gemaakt is met v=0,3. Dit geeft goede resultaten waaruit geconcludeerd kan worden dat Dimod altijd conservatief is. Het is wel mooi om te zien hoe belangrijk het effect van de dwarscontractie is. Nu is de vergelijking echter onjuist omdat in de gescheurde toestand het effect nadert naar nul. De belastingsafdracht in de x- en y-richting worden beïnvloed door de wringende momenten. Te zien is dat bij aanwezigheid van wringende momenten er meer in de lange richting wordt afgedragen wat ook wel voor te stellen is. ok is goed te zien dat er voor geval A het verschil tussen de verdeling met of zonder wringing groter is dan bij geval C. Dat past helemaal in de theorie dat de invloed van wringing bij geval C kleiner is dan bij geval A. De gevonden verhoudingen op de kenmerkende punten die ook in de VBC gebruikt worden zitten dicht in de buurt van de waarden die in de tabellen 6.4, 6.4 en 6.6 zijn weergegeven. Dat zegt al wat over de verhouding tussen de VBC resultaten en de EEM resultaten. 41 / 52

44 6.4 Vergelijking EEM met VBC De momenten die uit de EEM-plaat volgen kunnen ook teruggerekend worden naar de dimensieloze paramters die ook in de VBC te vinden zijn. p die manier kan de VBC gecontroleerd worden met de uitkomsten van de EEM-plaat-methode Vergelijking EEM met VBC voor de verschillende gevallen Er is een vergelijking gemaakt met twee gevallen. De ene keer is er wel een dwarscontractie aanwezig, de andere keer niet. Te zien is dat de VBC bepaald is zonder dwarscontractie Vergelijking EEM met VBC geval A Plaats volgens VBC Coëfficiënt van VBC Coëfficiënt van EEM v=0.3 Coëfficiënt van EEM v=0.0 Verschil in procenten Mvx / 99 % Mvy / 97 % Msx / 100 % Msy / 100 % Tabel 6.10 Vergelijking geval A Vergelijking EEM met VBC geval B Plaats volgens VBC Coëfficiënt van VBC Coëfficiënt van EEM v=0.3 Coëfficiënt van EEM v=0.0 Verschil in procenten Mvx / 100 % Mvy / 95 % Msx / 101 % Msy / 100 % Tabel 6.11 Vergelijking geval B Vergelijking EEM met VBC geval C Plaats volgens VBC Coëfficiënt van VBC Coëfficiënt van EEM v=0.3 Coëfficiënt van EEM v=0.0 Verschil in procenten Mvx / 97% Mvy / 100 % Msx / 100 % Msy / 100 % Tabel 6.12 Vergelijking geval C Conclusie bij vergelijking VBC met EEM Uit literatuur blijkt dat bij de modellering van de VCB modellen uitgegaan is van een dwarscontractiecoëfficiënt van nul. Te zien is dat dat inderdaad zeer goed overeenkomt met de uitkomsten van het EEM-programma. Er treden nauwelijks verschillen op waaruit geconcludeerd kan worden dat de VBC coëfficiënten nog steeds voldoen ondanks dat ze zonder de huidige geavanceerde technieken zijn ontwikkeld. 42 / 52

45 7 Verwaarloosde verschijnselen De invloedsfactoren van dit model zijn bepaald met vergeet-me-nietjes. Daarbij is alleen rekening gehouden met de buigstijfheid in de verticale richting. In de vergeet-me-nietjes zijn de invloeden van wringing en dwarscontractie niet verwerkt. Deze twee verschijnselen worden hieronder toegelicht. 7.1 Wringing Wringing is belangrijk voor plaatvloeren omdat dit ook momenten opneemt en zodoende de zakking verhindert. ok wordt er belasting via wringing afgedragen. Zonder wringing wordt alles via buiging afgedragen wat grotere buigende momenten geeft. In de figuur zijn de wringende momenten weergegeven als m yx en m xy. Dit zijn bijdragen die ontstaan door de wringstijfheid van het materiaal. Schematisch kan de werking van wringing als volgt worden weergegeven. X-as M yx Vervorming met wringing Vervorming zonder wringing In paragraaf wordt ingegaan op de theorie van wringing in platen wat voornamelijk kwalitatief zal worden beschreven. 43 / 52

46 7.2 Dwarscontractie Een ander verschijnsel dat optreed is dwarscontractie. Het verschijnsel dwarscontractie door moment kan eenvoudig in een figuur worden afgebeeld. M x - X-as + w-as Zijaanzicht met spanningsverloop Y-as Doorsnede met vervorming w-as Door deze dwarscontractie ontstaat er, puur alleen door moment in de andere richting, trek onderin de vloer en druk bovenin de vloer. Door dit verschijnsel wordt de zakking verhinderd. De momentenverdeling in de lange richting wordt belangrijk beïnvloedt door dit verschijnsel zoals te zien is in de tabellen in paragraaf 7.4. In gescheurde toestand heeft dit echter geen invloed meer wat te zien is in de vergelijking van de resultaten uit de EEM-plaat uitvoer met de VBC coëfficiënten in paragraaf Daar is te zien dat de VBC uitgegaan is van v=0, Theorie m wat informatie over de beschreven fenomenen te verkrijgen is literatuur 3 Hieronder is een samenvatting van wat er gezegd wordt weergegeven. bestudeerd. Aan de lange zijden opgelegde platen In de plaatvergelijking komt de invloed van de dwarscontractie naar voren door de dwarscontractiecoëfficiënt ν te gebruiken. Als gedachte-experiment word een lange vierzijdig opgelegde plaat beschouwd (L y >2.5*L x ). In dat geval geldt: 2 2 δ w δ w 0 en 0 2 δ y δ y δ x. De momenten in y-richting volgen dan uit de momenten in x-richting. Het is dus duidelijk dat er momenten in de andere richting ontstaan door het genoemde dwarscontractie-effect als de vervorming wordt verhinderd. Een plaat is dus geen brede balk want er treden andere effecten op die bij een plaat niet optreden, de breedte van het element gaat dus de spanningsverdeling bepalen. Na scheurvorming reduceert echter de invloed van de dwarscontractie en kan voor de bepaling van de hoofdwapening dat effect worden verwaarloosd. Vierzijdig star ondersteunde plaat 3 Prof.Dr.Ir. A.S.G. Bruggeling. Theorie en Praktijk van het gewapend beton. en Prof.Dr.Ir. A.S.G. Bruggeling. Het gedrag van betonconstructies. 44 / 52

47 Kwalitatief kan er al een goed inzicht verkregen in de verdeling van de momenten. Het wringend moment is afhankelijk van de verwringing. Het is dus recht evenredig met de relatieve hoekverdraaing tussen twee opeenvolgende doorsneden. De volgende uitspraken kunnen gedaan worden na een ontwikkeling in ourrier-reeksen. 1. m x en m y zijn maximaal in het midden van de plaat. Bij een vierkante plattegrond zijn ze logischerwijs gelijk. Als L y >> L x bevind het maximaal moment in de y- richting zich niet meer in het midden. Er ontstaat dan een hogere orde polynoom De belastingsafdracht naar de korte zijde wordt dan belangrijker. 2. m x en m y zijn nul bij de ondersteuningen omdat het scharnieren zijn 3. m xy is nul in het midden van de plaat, doch ook in de stroken in het midden van de plaat evenwijdig aan de ondersteuningen 4. De wringende momenten m xy zijn maximaal in de hoekpunten van de plaat. In de hoekpunten worden dus belangrijke krachten overgebracht. Zonder deze krachten zouden de hoekpunten opwippen. (In methode Dimod treed geen opwippen op omdat er geen wringing meegenomen is) iguur 7-1 Verdeling van wringende momenten voor resp. ss en ii randvoorwaarden De genoemde niet ingeklemde plaat kan verdeeld worden in stroken. De stroken op de halve lengte ondergaan alleen buiging omdat ze geen verdraaiing ondergaan, in overeenstemming met punt 3. iguur 7-2 Schematisering in balkjes De doorsneden van de randstroken ondergaan steeds een rotatie. Ze liggen namelijk met de ene kant op de starre oplegging. Aan de andere zijde moeten ze de verplaatsing van het middenliggertje meemaken. De verdraaiing of verdraaiing van de zwaartelijn duidt op wringing. Het gaat om de relatieve verdraaiing tussen de doorsnede waardoor wringing wordt opgewekt. Deze verwringing is maximaal ter plaatse van de oplegging en neemt af tot nul in het midden van de strook. Deze wringende momenten hebben in de hoekpunten dezelfde orde van grootte als de buigend momenten. Voor het geval L y =1.4*L x is het ongeveer 75% van het maximale wringend moment. 45 / 52

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Deze oefening heeft als doel vertrouwd te raken met het integreren van de diverse betrekkingen die er bestaan tussen de belasting en uiteindelijk de verplaatsing:

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 2 Statisch onbepaald Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties

Nadere informatie

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 3 Inwendige krachten in lineaire constructiedelen Opdracht Statisch bepaalde constructie. Uitwendig evenwicht te bepalen met evenwichtsvoorwaarden. Daarna

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. A B C D Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties zijn: Moment in punt

Nadere informatie

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 3 Inwendige krachten in lineaire constructiedelen Opdracht Analyse Statisch bepaalde constructie. Uitwendig evenwicht te bepalen met evenwichtsvoorwaarden.

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min)

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min) Opleiding Civiele Techniek Constructiemechanica ermeld op bladen van uw werk: STUDIEUMMER : oornaam AAM : Achternaam UITWERKIGSFORMULIER Tentamen CTB1110 COSTRUCTIEMECHAICA 1 3 november 014 09:00 1:00

Nadere informatie

NIETJE NIET VERWIJDEREN

NIETJE NIET VERWIJDEREN NIETJE NIET VERWIJDEREN Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen NAAM : Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMEchanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 21 pagina

Nadere informatie

Invloedslijnen voor platen

Invloedslijnen voor platen Bachelor Eindwerk Invloedslijnen voor platen Lars Imholz 4090497 November 2016 Eerste begeleider: J.W. Welleman Tweede begeleider: P.C.J. Hoogenboom Inhoudsopgave Samenvatting... 1 Inleiding... 2 Ontwikkeling

Nadere informatie

M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking. Hans Welleman 1

M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking. Hans Welleman 1 M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking Hans Welleman 1 Uitwendige krachten 50 kn 120 kn 98,49 kn 40 kn 40 kn 30 kn 90 kn 4,0 m 2,0 m 2,0 m werklijnen van de reactiekrachten Hans Welleman 2

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min)

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min) Opleiding Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : UITWERKINGSFORMULIER Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november 2014 09:00 12:00 uur (180 min)

Nadere informatie

Aan de hand van de collegevoorbeelden zal de aanpak in CTB2210 worden belicht. Het onderwerp statisch onbepaalde constructies is te splitsen in:

Aan de hand van de collegevoorbeelden zal de aanpak in CTB2210 worden belicht. Het onderwerp statisch onbepaalde constructies is te splitsen in: CTB2210 Statisch Onbepaalde Constructies Aan de hand van de collegevoorbeelden zal de aanpak in CTB2210 worden belicht. Het onderwerp statisch onbepaalde constructies is te splitsen in: Krachtenmethode

Nadere informatie

Vraagstuk 1 (18 minuten, 2 punten)

Vraagstuk 1 (18 minuten, 2 punten) P.C.J. Hoogenboom OPMERKINGEN : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden. : Alle studiemateriaal en aantekeningen mogen tijdens het tentamen worden geraadpleegd. : Na afloop kunt u de uitwerking vinden op

Nadere informatie

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse De constructie bestaat uit een drie keer geknikte staaf die bij A is ingeklemd en bij B in verticale richting is gesteund. De staafdelen waarvan

Nadere informatie

OPGAVE FORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min)

OPGAVE FORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min) Opleiding Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : OPGAVE FORMULIER Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november 2014 09:00 12:00 uur (180 min) Dit

Nadere informatie

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F.

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F. 6.3 Vraagstukken Opmerking vooraf: Tenzij in de opgave anders is aangegeven hebben alle constructies overal hetzelfde volplastisch moment M p. 6.2-1 t/m 4 Gegeven vier portalen belast door een horizontale

Nadere informatie

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen Blok 2 2.01 Een doorsnede waarin de neutrale lijn (n.l.) zich op een afstand a onder de bovenrand bevindt. a = aa (mm) De coordinaat ez van het krachtpunt (in mm). 2 2.02 Uit twee aan elkaar gelaste U-profielen

Nadere informatie

UITWERKING. Tentamen (TB 138) SPM1360 : STATICA 25 augustus Opgave 1. Onderdeel a)

UITWERKING. Tentamen (TB 138) SPM1360 : STATICA 25 augustus Opgave 1. Onderdeel a) Opgave Onderdeel a) UITWERKING a) onstructie I is vormvast en plaatsvast, constructie II is plaatsvast maar niet vormvast. ij deze constructie kan er een mechanisme ontstaan. onstructie III is plaatsvast

Nadere informatie

Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^

Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^ Tentamen CTB 1310 Constructiemechanica 2 Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^ Maak alle opgaven op dit antwoordformulier. Lever dit formulier in. Kladpapier wordt niet ingenomen.

Nadere informatie

DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES

DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES 1. De buigstijfheid EI 1.1 Inleiding 1.2 De relatie tussen moment en kromming: EI 1.3 Tension Stiffening 1.4 M-κ diagrammen voor de UGT en de BGT 1.4.1 Berekening van

Nadere informatie

CT2121 EXPERIMENT 1 ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE BUIGINGSTHEORIE FORMULIER 1: AFTEKENFORMULIER

CT2121 EXPERIMENT 1 ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE BUIGINGSTHEORIE FORMULIER 1: AFTEKENFORMULIER CT2121 EXPERIMENT 1 ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE BUIGINGSTHEORIE FORMULIER 1: AFTEKENFORMULIER Naam Studienummer LET OP: NA HET JUIST INVULLEN VAN DE VERPLAATSINGEN BIJ ONDERDEEL 4 KRIJG JE EEN

Nadere informatie

Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse Constructie bestaat uit scharnierend aan elkaar verbonden staven, rust op twee scharnieropleggingen: r 4, s 11 en k 8. 2k 3 13 11, dus niet vormvast.

Nadere informatie

UITWERKING MET ANTWOORDEN

UITWERKING MET ANTWOORDEN Tentamen T0 onstructieechanica Januari 0 UITWERKING ET ANTWOORDEN Opgave a) Drie rekstrookjes b) Onder hoeken van 45 graden c) Tussen 0,5l en 0,7l (basisgevallen van Euler) d) () : Nee de vergrotingsfactor

Nadere informatie

Blz 64: Figuur De rondjes in de scharnierende ondersteuningen horen onder de doorgaande ligger te worden getekend.

Blz 64: Figuur De rondjes in de scharnierende ondersteuningen horen onder de doorgaande ligger te worden getekend. lgemene opmerking De zetter heeft bij de formuleopmaak in uitwerkingen veelal geen cursieve l gebruikt voor de lengte maar l. Dit is een storend probleem want hiermee is het onderscheid met het getal 1

Nadere informatie

Construerende Technische Wetenschappen

Construerende Technische Wetenschappen Faculteit: Opleiding Construerende Technische Wetenschappen : Civiele Techniek Tentamen : Mod 4 Mechanica / Statisch onbepaalde constructies / Plasticiteit Datum tentamen : 26-5-2016 Vakcode : 201300146

Nadere informatie

STIJFHEIDSMATRIX VAN ASYMMETRISCHE

STIJFHEIDSMATRIX VAN ASYMMETRISCHE STIJFHEIDSMATRIX VAN ASYMMETRISCHE PROFIELEN Eindrapport Bachelor Eindwerk Naam J.R.van Noort Studienummer 1274082 Begeleiders dr. ir. P.C.J. Hoogenboom ir. R. Abspoel Datum 21-10-2009 VOORWOORD Dit rapport

Nadere informatie

Buiging van een belaste balk

Buiging van een belaste balk Buiging van een belaste balk (Modelbouw III) G. van Delft Studienummer: 0480 E-mail: gerardvandelft@email.com Tel.: 06-49608704 4 juli 005 Doorbuigen van een balk Wanneer een men een balk op het uiteinde

Nadere informatie

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Opleiding BSc iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUDIENUMMER : NM : UITWERKINGSFORMULIER Tentamen T1031 ONSTRUTIEMEHNI 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie.

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMEchanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 18 pagina s excl voorblad 02-11-2015 van

Nadere informatie

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk. Praktische-opdracht door een scholier 2910 woorden 3 mei 2000 5,2 46 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde A1 - Praktische Opdracht Hoofdstuk 2 1. Inleiding We hebben de opdracht gekregen een praktische

Nadere informatie

Construerende Technische Wetenschappen

Construerende Technische Wetenschappen Faculteit: Opleiding: Construerende Technische Wetenschappen Civiele Techniek Tentamen Mechanica I Datum tentamen : 14-4-2009 Vakcode : 226014 Tijd : 3½ uur (09:00-12:30) Beoordeling: Aantal behaalde punten

Nadere informatie

Construerende Technische Wetenschappen

Construerende Technische Wetenschappen Faculteit: Opleiding: Construerende Technische Wetenschappen Civiele Techniek Oefententamen Module I Mechanica Datum tentamen : 14-1-2015 Vakcode : 201300043 Tijd : 3:00 uur (18:15-21:15) Studenten met

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. NIETJE NIET LOSHALEN!!

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. NIETJE NIET LOSHALEN!! Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMechanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 5 pagina s excl voorblad 27-1-2017 van 09:00-12:00

Nadere informatie

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.

Nadere informatie

UITWERKING. Tentamen SPM1360 : STATICA 24 maart Opgave 1. Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b)

UITWERKING. Tentamen SPM1360 : STATICA 24 maart Opgave 1. Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b) Opgave Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b) UITWERKING Evenwicht betekent een gesloten krachtenveelhoek en krachten die allen door één punt gaan. Met een krachten veelhoek kan R worden bepaald. ieronder

Nadere informatie

Vergelijkingen met breuken

Vergelijkingen met breuken Vergelijkingen met breuken WISNET-HBO update juli 2013 De bedoeling van deze les is het doorwerken van begin tot einde met behulp van pen en papier. 1 Oplossen van gebroken vergelijkingen Kijk ook nog

Nadere informatie

Dwarskrachtcapaciteit Gouwe Aquaduct

Dwarskrachtcapaciteit Gouwe Aquaduct Dwarskrachtcapaciteit Gouwe Aquaduct Coen van der Vliet Imagine the result inhoud situatie rekenmodel resultaten sterktecontroles funderingsstijfheid Dia 2 28 juni 2012 ARCADIS 2012 Dia 3 28 juni 2012

Nadere informatie

Bepaling energie en soortelijke warmte 2D-atoomrooster m.b.v. de Metropolis Monte Carlo methode

Bepaling energie en soortelijke warmte 2D-atoomrooster m.b.v. de Metropolis Monte Carlo methode Bepaling energie en soortelijke warmte 2D-atoomrooster m.b.v. de Metropolis Monte Carlo methode Verslag Computational Physics Sietze van Buuren Begeleider: Prof.Dr. H. de Raedt 29 december 25 Samenvatting

Nadere informatie

te vermenigvuldigen, waarbij N het aantal geslagen Nederlandse munten en B het aantal geslagen buitenlandse munten zijn. Het resultaat is de vector

te vermenigvuldigen, waarbij N het aantal geslagen Nederlandse munten en B het aantal geslagen buitenlandse munten zijn. Het resultaat is de vector Les 3 Matrix product We hebben gezien hoe we matrices kunnen gebruiken om lineaire afbeeldingen te beschrijven. Om het beeld van een vector onder een afbeelding te bepalen hebben we al een soort product

Nadere informatie

8 pagina s excl voorblad van 13:30-16:30 uur J.W. (Hans) Welleman

8 pagina s excl voorblad van 13:30-16:30 uur J.W. (Hans) Welleman Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Schriftelijk tentamen CTB10 ConstructieMechanica 3 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 8 pagina s excl voorblad 14-04-016 van 13:30-16:30

Nadere informatie

scheve platen puntlasten temperatuur dwarscontractiecoëfficiënt verende ondersteuningen

scheve platen puntlasten temperatuur dwarscontractiecoëfficiënt verende ondersteuningen scheve platen puntlasten temperatuur dwarscontractiecoëfficiënt verende ondersteuningen COMMISSIE VOOR UITVOERING VAN RESEARCH INGESTELD DOOR DE BETONVEREN IGI NG ONDERZOEKINGSCOMMISSIES (1973) COMMISSIE

Nadere informatie

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 x 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5 x -3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 x 3 = -15 Afspraak: In plaats

Nadere informatie

Invloedslijnen voor platen

Invloedslijnen voor platen T.R. van Woudenberg Invloedslijnen voor platen Ingenieurstool op basis van het balkjesmodel Figuur 1 op voorblad - Gibraltar airport (Rinaldi, 2013) ii Invloedslijnen voor platen Ingenieurstool op basis

Nadere informatie

Het drie-reservoirs probleem

Het drie-reservoirs probleem Modelleren A WH01 Het drie-reservoirs probleem Michiel Schipperen (0751733) Stephan van den Berkmortel (077098) Begeleider: Arris Tijsseling juni 01 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Inleiding.1 De probleemstelling.................................

Nadere informatie

Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat

Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat Colin van Weelden CT3000 Bachelor Eindwerk Begeleiders: 1379550 TU Delft P.C.J. Hoogenboom Delft, Juni 2010 C.B.M. Blom Voorwoord Dit rapport is het eindresultaat

Nadere informatie

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling.

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling. Universiteit Twente Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Opleidingen Werktuigbouwkunde & Industrieel Ontwerpen Kenmerk: CTW.5/TM-5758 ONDERDEE : Statica DATUM : 4 november 5 TIJD : 8:45 :5

Nadere informatie

Blokmatrices. , I 21 = ( 0 0 ) en I 22 = 1.

Blokmatrices. , I 21 = ( 0 0 ) en I 22 = 1. Blokmatrices Soms kan het handig zijn een matrix in zogenaamde blokken op te delen, vooral als sommige van deze blokken uit louter nullen bestaan Berekeningen kunnen hierdoor soms aanzienlijk worden vereenvoudigd

Nadere informatie

ANTWOORDEN ( uitgebreide versie )

ANTWOORDEN ( uitgebreide versie ) Tentamen T0 onstructieechanica 4 pril 00 OPGVE NTWOOREN ( uitgebreide versie ) a) Zie dictaat, paragraaf.. Niet rommelend naar het eindantwoord rekenen maar de essentie aangeven en dat is uiteraard de

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie.

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMEchanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 5 pagina s excl voorblad 02-11-2015 van

Nadere informatie

3.2 Vectoren and matrices

3.2 Vectoren and matrices we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,

Nadere informatie

Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model. Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben

Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model. Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben oktober 9 Inleiding In dit rapport zal gekeken worden naar verschillende

Nadere informatie

Voorwoord. Khalid Saleh. Delft, juni 2012 DE EFFECTIEVE KIPLENGTE VAN HOUTEN LIGGERS 2

Voorwoord. Khalid Saleh. Delft, juni 2012 DE EFFECTIEVE KIPLENGTE VAN HOUTEN LIGGERS 2 Voorwoord Dit rapport is geschreven in het kader van het Bachelor eindwerk ter afsluiting van de bachelorfase van mijn studie Civiele Techniek aan de Technische Universiteit Delft. Tijdens dit eindwerk

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2012, 09:00 12:00 uur

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2012, 09:00 12:00 uur Subfaculteit Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NM : Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHNIC 4 16 april 01, 09:00 1:00 uur Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven.

Nadere informatie

Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer

Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer Gestelde vragen en antwoorden 1. Kan er ook een webinar gegeven worden op het gebruik van een plaat met ribben. Dit voorstel is doorgegeven, en al intern

Nadere informatie

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015, Technische Universiteit Delft Faculteit EWI ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW23 Vrijdag 3 januari 25, 4.-7. Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Alle antwoorden dienen beargumenteerd

Nadere informatie

Complexe eigenwaarden

Complexe eigenwaarden Complexe eigenwaarden Tot nu toe hebben we alleen reële getallen toegelaten als eigenwaarden van een matrix Het is echter vrij eenvoudig om de definitie uit te breiden tot de complexe getallen Een consequentie

Nadere informatie

3 Wat is een stelsel lineaire vergelijkingen?

3 Wat is een stelsel lineaire vergelijkingen? In deze les bekijken we de situatie waarin er mogelijk meerdere vergelijkingen zijn ( stelsels ) en meerdere variabelen, maar waarin elke vergelijking er relatief eenvoudig uitziet, namelijk lineair is.

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde Masterclass VWO-leerlingen juni 2008 Snelle glijbanen Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD 2009 1 Technische Universiteit Delft Probleemstelling Gegeven: een punt A(0,a) en een punt B(b, 0) met a 0.

Nadere informatie

==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica

==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica ==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica NM Tentamen STTIC STUDIENUMMER STUDIERICHTING ls de kandidaat niet voldoet aan de voorwaarden

Nadere informatie

SHERATON AMSTERDAM SCHIPHOL Herberekening dakvloer i.v.m. deursparingen dragende wanden 12 MEI 2016

SHERATON AMSTERDAM SCHIPHOL Herberekening dakvloer i.v.m. deursparingen dragende wanden 12 MEI 2016 Herberekening dakvloer i.v.m. deursparingen dragende wanden 12 MEI 2016 Contactpersonen IR. M. (MEINT) SMITH Senior Ontwerper / Projectleider T +31646158726 M +31646158726 E meint.smith@arcadis.com Arcadis

Nadere informatie

4. NUMERIEKE INTEGRATIE

4. NUMERIEKE INTEGRATIE 4. NUMERIEKE INTEGRATIE Uit het voorgaande is gebleken dat oppervlakken, volumina, zwaartepunten, statische momenten etc. een belangrijke rol spelen in de beschouwingen aangaande het evenwicht van drijvende

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 College 6 26 september 2016 1 Hoofdstuk 3.1 en 3.2 Matrix operaties Optellen van matrices Matrix vermenigvuldigen met een constante Matrices vermenigvuldigen Machten

Nadere informatie

H:\MatrixFrame\Eindexamen\Versie A Opdracht 3 Eindexamen.mxe

H:\MatrixFrame\Eindexamen\Versie A Opdracht 3 Eindexamen.mxe Projectnaam Omschrijving Opdrachtgever Bestand Projectnummer Constructeur Eenheden m, kn, knm H:\MatrixFrame\Eindexamen\Versie A Opdracht 3 Eindexamen.mxe CONSTRUCTIEGEGEVENS Projecttype Knopen Staven

Nadere informatie

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

1.1 Lineaire vergelijkingen [1] 1.1 Lineaire vergelijkingen [1] Voorbeeld: Los de vergelijking 4x + 3 = 2x + 11 op. Om deze vergelijking op te lossen moet nu een x gevonden worden zodat 4x + 3 gelijk wordt aan 2x + 11. = x kg = 1 kg

Nadere informatie

wiskunde C pilot vwo 2017-I

wiskunde C pilot vwo 2017-I De formule van Riegel en kilometertijden De marathonloper Pete Riegel ontwikkelde een eenvoudige formule om te voorspellen welke tijd een hardloper nodig zou hebben om een bepaalde afstand af te leggen,

Nadere informatie

Mengsel mix. Elieke van Sark en Liza Fredriks

Mengsel mix. Elieke van Sark en Liza Fredriks Mengsel mix Elieke van Sark en Liza Fredriks 2 oktober 29 Inleiding Een chemisch bedrijf is naar ons toe gekomen met een aantal vragen over het reageren van stoffen tot andere stoffen Hierbij gaat het

Nadere informatie

Basiskennis lineaire algebra

Basiskennis lineaire algebra Basiskennis lineaire algebra Lineaire algebra is belangrijk als achtergrond voor lineaire programmering, omdat we het probleem kunnen tekenen in de n-dimensionale ruimte, waarbij n gelijk is aan het aantal

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten Voor geldt: ( )( ) ( ) ( ( ) ) ( ) ( ) ( ) Alternatief: ( )( ) Vraag 1b 4 punten Voor geldt: met geeft, en ook. De perforatie van zowel

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a Als x = 0,6 is de totale breedte 5,6 meter. De totale oppervlakte is 3 5,6 = 67, m. b De lengte is meter, de totale breedte is 5 + x meter, dus voor de oppervlakte geldt A = (5 + x). Dus

Nadere informatie

Chemische reacties. Henk Jonker en Tom Sniekers

Chemische reacties. Henk Jonker en Tom Sniekers Chemische reacties Henk Jonker en Tom Sniekers 23 oktober 29 Inleiding Op 3 september hebben wij met u gesproken U heeft aan ons gevraagd om twee problemen op te lossen Het eerste probleem ging over het

Nadere informatie

Tentamen CT3109 ConstructieMechanica 4 16 april 2012 ANTWOORDEN

Tentamen CT3109 ConstructieMechanica 4 16 april 2012 ANTWOORDEN Opgave ANTWOORDEN Hier geen complete antwoorden op de theorie, slechts hints om je aan te etten om echt in de theorie te duiken in de voorbereiding op het komende tentamen. a) Zie lesmateriaal. Uitleg

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

Hertentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 1 jul 2009, 09:00 12:00 uur

Hertentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 1 jul 2009, 09:00 12:00 uur Subfaculteit Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : Hertentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4 1 jul 009, 09:00 1:00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven.

Nadere informatie

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo Deel (benaderbaar object) Om de hoogte van een bepaald object te berekenen hebben we geleerd dat je dat kunt doen als je in staat bent om een rechthoekige driehoek te bedenken waarvan je één zijde kunt

Nadere informatie

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen Deel C Breuken vermenigvuldigen en delen - 0 Sprongen op de getallenlijn. De sprongen op de getallenlijn zijn even groot. Schrijf passende breuken of helen bij de deelstreepjes. 0 Welk eindpunt wordt bereikt

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De

Nadere informatie

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 Naam: Patrick Damen Datum: 17 juni 2003 INHOUDSOPGAVE Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 pagina: 1 van 20 Algemeen Om de zestal vragen van de opgave niet-lineaire

Nadere informatie

K.M.J. Gribnau. Nauwkeurigheid van schaalelementen in Ansys

K.M.J. Gribnau. Nauwkeurigheid van schaalelementen in Ansys K.M.J. Gribnau Nauwkeurigheid van schaalelementen in Ansys 1 2 Nauwkeurigheid van schaalelementen in Ansys By K.M.J. Gribnau Studentnummer: 4293460 Periode: 18 april 2016 20 juni 2016 Begeleiders: Dr.

Nadere informatie

Tussentoets 2 Mechanica 4RA03 17 oktober 2012 van 9:45 10:30 uur

Tussentoets 2 Mechanica 4RA03 17 oktober 2012 van 9:45 10:30 uur Tussentoets 2 Mechanica 4RA03 7 oktober 20 van 9:45 0:30 uur De onderstaande balkconstructie bestaat uit een horizontale tweezijdig ingeklemde (bij punten A en D) rechte balk met een lengte van m die zowel

Nadere informatie

3.1 Kwadratische functies[1]

3.1 Kwadratische functies[1] 3.1 Kwadratische functies[1] Voorbeeld 1: y = x 2-6 Invullen van x = 2 geeft y = 2 2-6 = -2 In dit voorbeeld is: 2 het origineel; -2 het beeld (of de functiewaarde) y = x 2-6 de formule. Een functie voegt

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

Stelsels Vergelijkingen

Stelsels Vergelijkingen Hoofdstuk 5 Stelsels Vergelijkingen Eén van de motiverende toepassingen van de lineaire algebra is het bepalen van oplossingen van stelsels lineaire vergelijkingen. De belangrijkste techniek bestaat uit

Nadere informatie

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad.

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad. POST HBO-OPLEIDINGEN Betonconstructeur BV Staalconstructeur BmS Professional master of structural engineering Toegepaste mechanica Materiaalmodellen en niet-lineaire mechanica docent : dr. ir. P.C.J. Hoogenboom

Nadere informatie

Niet-lineaire mechanica INHOUD LES 1. Niet-lineair materiaalgedrag: gewapend betonnen wanden en staalprofielen. Niet-lineair raamwerk-element

Niet-lineaire mechanica INHOUD LES 1. Niet-lineair materiaalgedrag: gewapend betonnen wanden en staalprofielen. Niet-lineair raamwerk-element INHOUD LES 1 Niet-lineair gedrag van een kabel-element Niet-lineair materiaalgedrag: gewapend betonnen wanden en staalprofielen Niet-lineair raamwerk-element Demonstratie van computerprogramma Dr.Frame

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie.

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Naam : Studienr : Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMechanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 20 pagina s excl voorblad

Nadere informatie

Tentamen numerieke analyse van continua I

Tentamen numerieke analyse van continua I Tentamen numerieke analyse van continua I Donderdag 13 november 2008; 14.00-17.00 Code: 8W030, BMT 3.1 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven Het eamen is een volledig open

Nadere informatie

b Wat zijn de waarden van de hoofdspanningen in het kubusje? (zie figuur)

b Wat zijn de waarden van de hoofdspanningen in het kubusje? (zie figuur) Tentamen Materiaalmodellen en Niet-lineaire Mechanica docent: P.C.J. Hoogenboom 8 januari 2013, 18:00 tot 19:30 uur Toegestaan is gebruik van dictaat, aantekeningen, boeken, calculator en een laptop-computer

Nadere informatie

wiskunde B pilot havo 2015-II

wiskunde B pilot havo 2015-II wiskunde B pilot havo 05-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven

Nadere informatie

STUDIEWIJZER ARBEID, ENERGIE EN INVLOEDSLIJNEN. ir J.W. Welleman

STUDIEWIJZER ARBEID, ENERGIE EN INVLOEDSLIJNEN. ir J.W. Welleman STUDIEWIJZER ARBEID, ENERGIE EN INVLOEDSLIJNEN ir J.W. Welleman Mei, 2007 I N H O U D S O P G A V E 1 INLEIDING... 1 1.1... 1 1.2 Leerdoelen...1 1.3 Opzet van deze studiewijzer... 1 1.4 Leermiddelen...

Nadere informatie

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

I y y. 2 1 Aangezien er voor de rest geen andere krachtswerking is op de staaf, zijn alle overige spanningen nul.

I y y. 2 1 Aangezien er voor de rest geen andere krachtswerking is op de staaf, zijn alle overige spanningen nul. Oplossing deel 1 Staaf BC is een staaf tussen twee scharnierpunten, zonder dat er tussen de scharnierpunten een kracht ingrijpt. Bijgevolg ligt de kracht volgens BC en grijpt er in B enkel een verticale

Nadere informatie

Krachtsverdeling in een betonnen brugdek

Krachtsverdeling in een betonnen brugdek Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Krachtsverdeling in een betonnen brugdek Cecilia Braendstrup KRACHTSVERDELING IN EEN BETONNEN BRUGDEK DE INVLOED VAN VERSTERKTE RANDSTROKEN EN SCHEEFSTAND

Nadere informatie