Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene en bijzondere voorschriften wordt voldaan.

Transcriptie

1 WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 9 maart 2015 een aanvraag ontvangen van TenneT TSO B.V., Postbus 718, 6800 AS te ARNHEM om een watervergunning op grond van de Keur voor de aanleg van een glasvezelkabel, inclusief twee HDD-kruisingen te De Groeve en Tjuchum ten behoeve van een gesloten telecomnetwerk voor TenneT TSO B.V. De aanvraag is namens TenneT TSO B.V. ingediend door Volker Wessels Telecom Infratechniek BV te Amersfoort. Op 1 april 2015 zijn de laatste aanvullingen op deze aanvraag ingediend. 2. Beoordeling aanvraag Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene en bijzondere voorschriften wordt voldaan. Uitgangspunten voor het gebruik van waterstaatswerken in beheer bij het waterschap zijn verwoord in de volgende verordening of beleidsregel(s): De Keur 2010 Bij de beoordeling van de aanvraag is de volgende overweging gemaakt: De aan deze vergunning verbonden voorschriften zijn voldoende om de doelstellingen genoemd in artikel 2.1. van de Waterwet te waarborgen. 3. Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, de Keur van het waterschap Hunze en Aa s 2010 en de Algemene wet bestuursrecht besluit het dagelijks bestuur als volgt: I. Aan TenneT TSO B.V., Postbus 718 te ARNHEM vergunning te verlenen voor de aanleg van een glasvezelkabel, inclusief twee HDD-kruisingen te De Groeve en Tjuchum. II De eerder voor dit tracé verleende watervergunning voor de HDD bij de brug in de Hoofdweg te Tjuchum met nummer HAS2015_Z00747 bij deze wordt ingetrokken. III. Aan de vergunning bijzondere voorschriften te verbinden als opgenomen bij punt 5. IIII Aan de vergunning algemene voorschriften te verbinden als opgenomen in Bijlage Ondertekening Veendam, 1 april 2015 namens het dagelijks bestuur, Jan van der Laan Afdelingshoofd Veiligheid en Voldoende Water Watervergunning HASdinsdag_Z /6

2 5. Bijzondere voorschriften 5.1. Plaats a. Het tracé van de glasvezelbundel en de plaatsen van de HDDs is als aangegeven op onderstaande kaart Goedkeuring a. De bij de vergunningaanvraag van TenneT TSO B.V., als bijlage gevoegde rapporten en tekeningen van Volker Wessels Telecom, betreffende het tracé, met referentiecode STRD 110-TELG0493-TELG0492 worden bij deze goedgekeurd, voor die werken, welke binnen de reikwijdte van de Keur vallen, met inachtneming van de geplaatste opmerkingen. Tekening nummer Tennet Trench TELG0492 Versie/Uitg./blad Datum Opmerkingen FttU STRD_110 Slochteren 9/A/ FttU STRD_110 Slochteren 9/A/ FttU STRD_110 Slochteren 9/A/ FttU STRD_110 Slochteren 9/A/ FttU STRD_110 Slochteren 9/A/ VWBA /-/ Aangepast en aangeleverd op 31 maart 2015 VWBA /-/- 03/03/2015 en Watervergunning HASdinsdag_Z /6

3 Rapport Aveco de Bondt: Gestuurde boring - De Groeve te Overschild HB Technical Service BV: Gestuurde boring -De Groeve, kwelwegberekeningen Adviesbureau Schrijvers/ HB Technical Service BV: Gestuurde boring -Tjuchum, kwelwegberekeningen en sterkteberekeningen Referentie, datum, versie, status TKA/005/141792, 17/11/2015, 1.0, def HB, 8/9/2014, -, A Opmerkingen a. Rekening dient te worden gehouden met de situering van de brugfundering en remmingswerken. b. De bermsloot aan de oostzijde van de brug dient ter voorkoming van muduitbraak, tijdelijk te worden gedempt over een lengte van ten minste 15 meter (vanaf het uittredepunt in westelijke richting) -, 2/3/2015, - c. De te kruisen sloot aan de noordzijde van het Afwateringskanaal dient ter voorkoming van mud-uitbraak, tijdelijk te worden gedempt over een lengte van ten minste 35 meter (vanaf het uittredepunt in zuidelijke richting). In de demping dient een buisleiding te worden aangebracht. d. Aanbrengen kleiterpen bij in- en uittredepunt. Zie voorschrift 5.7.h. t/m l. b. De in het rapport aangegeven adviezen dienen te worden opgevolgd en de werkzaamheden dienen conform het rapport en tekeningen te worden uitgevoerd en te voldoen aan de algemene- en bijzondere voorschriften welke zijn opgenomen in deze vergunning. c. Afwijkingen mogen slechts plaatsvinden ter beoordeling en ter goedkeuring van het dagelijks bestuur van het waterschap Certificering uitvoerend boorbedrijf Het uitvoerend boorbedrijf dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat volgens de CKBregeling (Certificatieregeling Kabelinfrastructuur- en Buizenlegbedrijven) en wel voor die scope waarmee de boring wordt uitgevoerd. Daarmee is gegarandeerd dat het uitvoerend bedrijf aan de volgende eisen voldoet: 1. de algemene eisen aan kabelleg- en buizenlegbedrijven uit de CKB, 2. de specifieke proces-eisen waarvoor certificatie is verleend, 3. beschikt over een geldig ISO 9001-certificaat en 4. beschikt over een geldig VCA-certificaat Uitvoering/opmerkingen (algemeen) a. Waterhuishoudkundige voorvallen, ontstaan door of tijdens de uit te voeren werken en waarin deze watervergunning niet voorziet, dienen ter beoordeling en ter goedkeuring aan het waterschap te worden voorgelegd. Watervergunning HASdinsdag_Z /6

4 b. De aanleg van tijdelijke dammen geschiedt conform de Algemene Regels voor Dam met Duiker. De uitvoering en de werken dienen te voldoen aan de hierin opgenomen voorwaarden. Uitzondering hierop is dat er geen melding meer behoeft te worden gedaan van de werken. c. De aanleg van het tracé geschiedt conform de Algemene Regels voor Kabel of leiding in of nabij oppervlaktewaterlichaam zonder waterkering. De uitvoering en de werken dienen te voldoen aan de hierin opgenomen voorwaarden. Uitzondering hierop is dat er geen melding meer behoeft te worden gedaan van de werken. d. De Algemene Regels zijn te vinden op de website van het waterschap onder Regelgeving/Keur Duikerkruisingen Indien bij de aanleg van kabels en leidingen, kruisingen gemaakt worden met duikers, welke in beheer en onderhoud zijn bij het waterschap, dienen deze kabels en leidingen onder de duikers aangebracht te worden, waarbij de afstand tussen kabel/leiding en duikers minimaal 1 meter bedraagt. Uitzondering hierop zijn de kruisingen met duikers door kabels en leidingen die worden aangebracht in de wegberm van een openbare weg Drainage a. Indien de leidingwerken langs watergangen of door maaipaden van het waterschap wordt gelegd, waarop drainagewerken uitmonden, dient de vergunninghouder in overleg te treden met de eigenaar en/of gebruiker van deze drainagewerken ten einde overeenkomst te bereiken over de diepteligging van de leidingwerken. Uitgangspunt hierbij is dat het standpunt van de eigenaar en/of gebruiker bepalend is voor de diepteligging van de leidingwerken. b. Deze regel is tevens van toepassing indien de eigenaar of gebruiker voornemens is in de toekomst drainagewerken aan te brengen Uitvoering a. De werken dienen tussen 1 april en 1 oktober te worden uitgevoerd. b. De in rapporten aangegeven maximale toelaatbare muddrukken bij de boorkop mogen niet worden overschreden. De muddrukken bij de boorkop dienen te worden geregistreerd. c. Door de te maken boorgang van 160 mm wordt 1 PE100 mantelbuis getrokken van 110 mm. In de PE100 mantelbuis worden glasvezelleidingen getrokken. d. De PE100 mantelbuis van 110 wordt aan de beide uiteinden blijvend waterdicht afgewerkt. e. Bij het in- en uittredepunt worden kwelschermen/kwelkisten om de mantelbuis aangebracht. De kwelschermen dienen te worden gepakt in een kleikist met een dikte van minimaal 50 cm aan weerszijden van het schermen. Boven de aan te brengen kwelschermen dient de gronddekking minimaal 50 cm te bedragen. De te verrichten graafwerkzaamheden hierbij zijn minimaal. f. De mantelbuis dient in het midden van de kwelschermen te worden aangebracht. g. De kwelschermen dienen waterdicht aan de mantelbuis te worden aangesloten. h. Voor uitvoering van de horizontaal gestuurde boring HDD2 Tjuchum, dienen twee tijdelijke kleiterpen met een minimale hoogte van -0,6 meter NAP te worden aangebracht. Het middelpunt van de terpen ligt boven het in- en uittredepunt. i. De kleiterpen dienen op de kruin de volgende afmetingen te hebben: lengte: 10 meter; breedte: 6 meter. j. De kleiterpen worden aangebracht met een minimale taludhelling van 1:1. Watervergunning HASdinsdag_Z /6

5 k. De kleiterpen worden zodanig aangebracht, waarbij het langste deel van de kleiterp in de lengterichting van de gestuurde boring is gesitueerd. l. De tijdelijke kleiterpen dienen tenminste 1 week voor aanvang van de uit te voeren werkzaamheden en tot tenminste 1 week na uitvoering van de uit te voeren werkzaamheden geheel aanwezig te zijn. Dit ter beoordeling en ter goedkeuring van de heer Henk van der Leij, medewerker Keringen en Veiligheid van het waterschap Hunze en Aa s, bereikbaar op telefoonnummer m. Het is verboden met de uitvoering van de werkzaamheden te beginnen bij een hogere waterstand of een hogere te verwachten waterstand van - 0,80 meter NAP. Hiervoor dient vroegtijdig te worden overlegd met de heer Anton Bartelds van de afdeling Veiligheid en Voldoende Water, bereikbaar op telefoonnummer Met de aanvang van de werkzaamheden mag in dat geval uitsluitend worden begonnen na overleg en met goedkeuring van het waterschap. n. Het eventueel bij een persing/boring vrijkomende bentoniet-grondmengsel dient op een verantwoorde wijze en naar een erkende afvalverwerking te worden afgevoerd. o. De te verrichten graafwerkzaamheden zijn minimaal: van de mechanisch te graven sleuf ten behoeve van de aan te brengen leiding en de te graven werkput, dient de profilering zo klein mogelijk te worden gehouden (breedte sleuf maximaal 30 cm). p. Aanvullingen moeten laagsgewijs mechanisch worden verdicht met de uitkomende grond, in lagen van ten hoogste 30 cm dikte. q. Werkzaamheden dienen in een droge ontgraving plaats te vinden. r. Voor de uitvoering van de werken wordt verwezen naar de laatste uitgave van de Standaard RAW Bepalingen. s. In aanvulling op de algemene voorwaarden wordt bepaald dat voor de uitvoering van de te maken werken moet worden voldaan aan de NEN-3650-serie (deel 1 t/m 5), NEN-3651 en NPR Onderhoud a. Voor kabel- en leidingwerken geldt een onderhoudstermijn van één jaar na de controle van de werken uitgevoerd door het waterschap, waarbinnen de vergunninghouder schade aan waterschapsobjecten herstelt, die als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden zijn ontstaan. b. Indien na uitvoering van de werken verzakkingen van taluds/maaipaden optreden, dienen deze door de vergunninghouder te worden hersteld; dit ter beoordeling van het waterschap Afsluiters, kathodische bescherming etc. Binnen vijf meter vanaf de boveninsteek van een hoofdwatergang of kanaal mogen geen bovengrondse afsluiters, kathodische beschermingspaaltjes etc. worden aangebracht. Dit verbod is tevens van toepassing op waterkeringen en maaipaden Bestaande vervallen leidingen en dammen a. Vervallen oude leidingen dienen in overleg met en ter goedkeuring van het waterschap Hunze en Aa s te worden verwijderd. b. Eventueel aanwezige dammen in hoofdwatergangen, welke zijn aangebracht ten behoeve van de dekking van bestaande leidingen, dienen bij het vervallen van deze leidingen te worden verwijderd. Watervergunning HASdinsdag_Z /6

6 5.11. Werkoverleg voor uitvoering van werkzaamheden a. Met de aanvang van de werkzaamheden mag uitsluitend worden begonnen na overleg en ter goedkeuring van het waterschap. b. Alvorens met de boring wordt begonnen dient tenminste 1 week voor het starten van de boring, de heer Ruud Drent of Jan Copinga van het waterschap Hunze en Aa s, bereikbaar op telefoonnummer , hiervan telefonisch in kennis te worden gesteld Waterbeheersing a. Indien er bij een gestuurde boring of schildboring tijdelijke dammen en of dempingen worden aangebracht, dienen deze te zonodig worden voorzien van duikers van voldoende capaciteit. Dit om de water aan- en afvoer te garanderen. b. De tijdelijk aangebrachte dammen dienen na beëindiging van de werkzaamheden te worden verwijderd, waarbij de watergang weer in oorspronkelijke staat wordt gebracht Revisietekeningen a. Binnen 1 maand na voltooiing van de werken dienen aan het waterschap, afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie, onder vermelding van het nummer van de watervergunning (HAS2015_Z00923), digitaal revisietekeningen (As-build-situatie) in RD-coördinaten (Rijks Driehoek stelsel) in DXF formaat te worden toegezonden, waarop de werken ten genoegen van dit bestuur voldoende gedetailleerd zijn aangegeven. b. De registraties van de muddrukken bij de boorkop dienen gelijktijdig met de revisietekeningen te worden toegezonden. c. Voor vragen dient contact te worden opgenomen met de heer Piet Mulder, afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie van het waterschap Hunze en Aa s, bereikbaar op telefoonnummer Watervergunning HASdinsdag_Z /6

7 Bijlage 1 Algemene voorschriften bij Watervergunning Keur 1. Melden aanvang en beëindiging werkzaamheden (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. Tenminste 8 dagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen moet de vergunninghouder dit melden aan het waterschap door het verzenden van formulier A. b. Zodra het werk gereed is, meldt vergunninghouder dit aan het waterschap door het verzenden van formulier B. Vergunninghouder moet volledige medewerking verlenen bij het beoordelen van de vergunningvoorschriften door het waterschap (de oplevering). 2. Werkzaamheden (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. De werkzaamheden moeten voortvarend en zonder onderbreking worden uitgevoerd. b. De werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag, tenzij in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. c. De aanvraag en de watervergunning moeten tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op het werk aanwezig zijn. d. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 3. Meldplicht bij ongewone voorvallen (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. Indien, als gevolg van een ongewoon voorval, nadelige gevolgen voor het waterstaatswerk zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, dient de vergunninghouder onmiddellijk maatregelen te treffen, om een nadelige beïnvloeding van de functie van het waterstaatswerk zoveel mogelijk te voorkomen, te beperken en/of ongedaan te maken. b. Van een dergelijk ongewoon voorval moet de vergunninghouder onmiddellijk het waterschap in kennis stellen (telefoon ). 4. Waterbeheer De vergunninghouder moet maatregelen treffen om te voorkomen dat door de uit te voeren werken wateroverlast of tekort aan water kan ontstaan. 5. Onderhoud a. De vergunninghouder moet de aangebrachte werken in goede staat onderhouden, tenzij dit in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. b. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 6. Vernieuwen van het werk a. Bij vernieuwing van de in deze watervergunning genoemde werken moet de vergunninghouder dit tenminste één maand van tevoren melden bij het waterschap. b. Indien het belang van de waterbeheersing het nodig maakt dat de in deze watervergunning genoemde werken worden gewijzigd, dan doet de vergunninghouder dat voor eigen rekening, tenzij omstandigheden aanleiding geven tot het overeenkomen van een andere regeling. 7. Overdracht De vergunning geldt tevens voor de rechtsopvolgers van de vergunninghouder. Rechtsopvolging moet binnen 4 weken na overdracht bij het waterschap worden gemeld.