INSTALLATIEHANDLEIDING LINEAIRE BEDIENINGSEENHEDEN

Transcriptie

1 STLLTIEHNDLEIDG LEIRE EDIENGSEENHEDEN HIDRO-DOMESTIS, S.L. R04

2 NEDERLNDS LGEMENE VEILIGHEIDSVEREISTEN... pag. 7 TEHNISHE GEGEVENS... pag. 4 VERIJZGEN NR STLLTIE... pag. 5 STLLTIE... pag. 8 HYDRULISHE VERGRENDELGEN... pag. 8 ONDERHOUD... pag. 8 VK VOORKOMENDE PROLEMEN EN OPLOSSGEN... pag. 8 GERUIKSSTRUTIES... pag

3 TEHNISHE GEGEVENS Type 3L33**2503* 3L66**4003F* 3L50**4003* 4LR33**2503* Spanning 230 V 50 Hz / 230 V Hz / 115 V Hz Verbruik 250 Motorvermogen (3.000 tpm) F- 125 (1.500 tpm) ondensator 10 F (230 V 50 Hz Hz) 35 F (115 V Hz) Thermische uitschakeling 100 º Snelheid 12 mm/s - 13 mm/s mm/s mm/s Dienst S2 = 35 min S3 = 50 % S2 = 20 min S3 = 50 % S2 = 45 min S3 = 50 % S2 = 25 min S3 = 35 % Temp. bereik -20 º - + º IP-codering IP 44 Gewicht 10 kg 14 kg 13 kg 8 kg Debiet 33 = 0,33 cc/omw. 50 = 0,50 cc/omw. 66 = 0,66 cc/omw. Maximumdruk 4 Mpa 3,0 Mpa 3,0 Mpa Kracht (uittrekken/intrekken) / N / N / N Slag 250 mm 400 mm 250 mm Demping SD1 = 16 mm SD2 = 12 mm Vloeistof die moet worden gebruikt Renolin MR

4 MONTGEDETILS Ø30 Ø30 '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' '' FIG. 1 FIG. 3 M Plano 9783/95/2 D E F OM Druk uitlaatzijde Druk inlaatzijde Onderste poort Onderste poort Nooduitschakeling Snelheid 1 P 10uF 230 Vac FIG. 2 Plano 9783/95/1 F D E X Par de apriete 190 Nm. Montar con loctite Opgelet: niet aanraken! - 4 -

5 LGEMENE VEILIGHEIDSVEREISTEN Deze instructiehandleiding is uitsluitend bedoeld voor gebruik door gekwalificeerde vakmensen. De installatie, de elektrische aansluitingen en de instellingen moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende wetgeving in ieder land. Lees de instructies aandachtig voordat u de apparatuur begint te installeren. Een onjuiste installatie kan tot gevaarlijke situaties leiden. Verpakkingsmateriaal (plastic, polystyreenschuim enz.) moet op een milieuvriendelijke manier worden verwijderd en buiten het bereik van kinderen worden gehouden, aangezien dit materiaal potentieel gevaarlijk is. Installeer geen elektrische apparatuur in een explosieve omgeving. De aanwezigheid van gas of ontvlambare dampen vormt een ernstig veiligheidsrisico. Voer vóór de installatie van de apparatuur alle nodige wijzigingen aan de deur/ poort uit, zodat ieder risico op verpletteren, snijden of andere mogelijk schadelijke bewegingen wordt vermeden. De fabrikant van de apparatuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor een geautomatiseerde deur/poort die niet aan de relevante veiligheidsnormen beantwoordt of voor de mogelijke vervormingen die zich tijdens het gebruik zouden kunnen voordoen. Veiligheidsvoorzieningen (foto-elektrische cellen, pneumatische strips enz.) moeten in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden geïnstalleerd. Die veiligheidsvoorzieningen moeten zo worden geïnstalleerd, dat ze mogelijke risico's voorkomen op verpletteren, snijden of andere gevaarlijke bewegingen door de deur/ poort die wordt geautomatiseerd. reng de relevante waarschuwingstekens aan in overeenstemming met de geldende normen om de potentiële gevarenzones aan te duiden. Op iedere installatie moet duidelijk zichtbare identificatie-informatie over de geautomatiseerde deur/ poort worden aangebracht. Installeer een tweepolige schakelaar aan de voeding, waarmee de stroomtoevoer in een noodgeval kan worden uitgeschakeld. ontroleer of er een differentiaal en thermische uitschakeling aanwezig zijn. De apparatuur en de deur/ poort moeten altijd worden geaard. MHERIHTLIJN In overeenstemming met de Machinerichtlijn (2006/42/EG) heeft de installateur van een deur/poort dezelfde verplichtingen als de fabrikant van een machine. Hij moet daarom: - Een technisch verslag opstellen voor de gemotoriseerde deur/poort, waarin de documenten opgenomen zijn die in anhangsel V van de Machinerichtlijn worden gespecificeerd. (Dit technische document moet gedurende minstens tien jaar na de fabricagedatum van de gemotoriseerde deur/poort worden bijgehouden en ter beschikking worden gesteld van de bevoegde nationale overheidsdienst.) - De conformiteitsverklaring voor de gemotoriseerde deur/poort in overeenstemming met anhangsel II- van de Machinerichtlijn kunnen voorleggen. - De E-markering op de gemotoriseerde deur/poort aanbrengen in overeenstemming met bepaling van anhangsel I van de Machinerichtlijn. VERKLRG VN DE FRIKNT (Richtlijn 2006/42/EG, anhangsel II, deel ) Fabrikant: Hidro Domèstics, S.L. dres: / Fusteria, 26, 28, 30, Tona arcelona SPNJE Verklaart hierbij dat de systemen met onderdeelnummers: 3L33D2503*, 3L33RT2503*, 3L66D4003F*, 3L50D4003*, 3L66RT4003*, 3L50RT4003*, 4LR33D2503*, 4LR33RT2503*, 3L50RT15032 en 3L66RT erden gebouwd om te worden gebruikt in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines om een machine samen te stellen die onder de bepalingen valt van Richtlijn 2006/42/E zoals gewijzigd. - In overeenstemming zijn met de voorwaarden van de volgende EU-Richtlijnen: De Europese Richtlijn over Elektromagnetische ompatibiliteit 89/336/EEG, zoals gewijzigd. De Europese Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG, zoals gewijzigd. De veiligheidsnorm voor hydraulische transmissiesystemen EN-ISO4413:2010. En verklaart hierbij ook dat het niet toegestaan is om de systemen te gebruiken tot op het moment dat de machine waarin ze moeten worden gebruikt of waarvan ze een onderdeel vormen, werd verklaard conform te zijn met de voorwaarden van de richtlijn 2006/42/EG en iedere relevante nationale wetgeving. Tona te 23/09/2013 Jordi Roquet (Manager) - 5 -

6 MONTGE-STRUTIES STLLTIE Voor dit poorttype bestaan er twee montagetypes: (zie pag. 5) fhankelijk van de vereiste openingshoek (G), moeten de afmetingen, en worden gekozen in overeenstemming met pag. 5. 'ST250' en 'ST400' geven de slag van de bedieningseenheid weer. PROEDURE 1. Kies een montagepositie op een hoogte waar de poort voorzien is van een stijf oppervlak om de voorste beugel te monteren. 2. Monteer de achterste beugel volgens de afmetingen die op pag. 5 worden vermeld. 3. Plaats de bedieningseenheid op de achterste beugel en plaats deze elektrisch in volledig uitgerekte stand. Verwijder de kap over de elektrische aansluiting en sluit de bedieningseenheid aan op de manier die in afb. 1 wordt weergegeven. 4. Schroef het uiteinde van de stang in met zijn borgmoer tot er nog 5 mm schroefdraad zichtbaar is. Positioneer de voorste beugel met afmeting terwijl de poort dicht is (zie pag. 5) en markeer zijn positie op de poort. Zorg ervoor dat de bedieningseenheid volledig waterpas ligt. 5. Verwijder de bedieningseenheid en zet de voorste beugel op de juiste positie vast. Verwijder in deze fase zeker de bedieningseenheid, om te voorkomen dat de verchroomde stang beschadigd raakt. 6. Voordat u de bedieningseenheid terugplaatst, moet u de scharnierpennen van de beugel met vet insmeren, het systeem assembleren en manueel controleren of alles naar behoren werkt. ls dat het geval is, kunt u de bedieningseenheid instellen. 7. Schroef daarbij de drukinstellingen zo ver mogelijk los, maar zorg er wel voor dat de eenheid nog kan bewegen (zie punt 8). Stel de gesloten stand van de poort in door het uiteinde van de stang in of uit te schroeven (zorg ervoor dat u de stang van de bedieningseenheid niet beschadigt met gereedschappen die er krassen zouden kunnen in trekken). 8. Stel daarna de openings- en sluittijden van de regelkaart in, zodat de motor ongeveer 4 seconden langer draait dan nodig is om de volledige beweging in iedere richting te maken. 9. Stel daarna de druk in met de daarvoor voorziene schroeven (onder de plastic kap bovenop de bedieningseenheid die met een sleutel wordt afgesloten). Draai die schroeven ongeveer één omwenteling verder in dan nodig is voor de druk die de bedieningseenheid in beweging zet. Op die manier kan de gebruiker op een maximale veiligheid rekenen. De groene klep '' controleert de druk voor de intrekkende beweging van de stang; de rode klep '' de druk voor de uittrekkende beweging van de stang. ij bedieningseenheden die met een keerklep uitgerust zijn, moet de openingsdruk altijd hoger liggen dan de sluitdruk. HYDRULISHE VERGRENDELG De slang die vanaf de hydraulische vergrendeling loopt, moet bij poorten die naar binnen opengaan, met poort 'D' (zie afb. 2) en bij poorten die naar buiten opengaan, met poort '' worden verbonden. ONDERHOUD - Ververs de olie iedere 2 jaar of om de cycli. - Smeer de scharnierpennen op de beugels ieder jaar en telkens wanneer de bedieningseenheid wordt verwijderd, met vet in. Voer deze ingreep vaker uit bij bedieningseenheden die in natte omstandigheden worden gebruikt. VK VOORKOMENDE PROLEMEN EN OPLOSSGEN - De motor draait, maar de poort gaat niet open of dicht: de druk is op een te lage waarde ingesteld. - De poort gaat met schokken open of de demping werkt niet: de druk is op een te hoge waarde ingesteld. - De poort gaat niet helemaal dicht: controleer of de motor lang genoeg draait. Schroef het uiteinde van de stang verder uit als dat niet het geval is

7 GERUIKSSTRUTIES Tijdens een stroomuitval is het mogelijk om poorten die met bedieningseenheden zonder keerkleppen uitgerust zijn (4LR33D2503*, 3L33D2503*, 3L50D4003* en 3L66D4003F*), als niet-geautomatiseerde poorten te bedienen. In dat geval moet u wel wat meer kracht op de poort zetten om de wrijving van de bedieningseenheid te overwinnen. ij poorten die met bedieningseenheden met keerkleppen (4LR33RT2503*, 3L33RT2503*, 3L50RT4003* en 3L66RT4003F*) uitgerust zijn, moet u de werking van de keerkleppen eerst tijdelijk opheffen. Ga daarbij als volgt te werk: Ontgrendel en verwijder de plastic kap bovenop de bedieningseenheid. Draai de schroef die met de letter 'E' gemarkeerd is, met de meegeleverde inbussleutel één volledige omwenteling los. Duw de poort open of dicht. ls u de poort na de herstelling van het stroomprobleem opnieuw automatisch wilt laten werken, moet u de schroef 'E' opnieuw dichtdraaien