Inspectierapport Klikkelstein Kinderopvang (BSO) Grootschoterweg KC Budel Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Klikkelstein Kinderopvang (BSO) Grootschoterweg KC Budel Registratienummer Toezichthouder: GGD Brabant-Zuidoost In opdracht van gemeente: Cranendonck Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 5 Overzicht getoetste inspectie-items... 9 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 12

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het onderzoek richt zich alleen op de wettelijk verplichte domeinen Pedagogisch klimaat en Personeel en groepen. Beschouwing Klikkelstein kinderopvang is gestart in 1991 en biedt zowel dagopvang als buitenschoolse opvang. Sinds 18 september 2008 is Klikkelstein kinderopvang gehuisvest in een nieuwgebouwd sportcomplex, het Harry Derckx Sportcomplex. In dit gebouw bevindt zich naast het kindercentrum, ook een turnhal c.q. sporthal en aangrenzend ligt een zwembad. Het kindercentrum is ingedeeld in een vleugel voor het kinderdagverblijf (KDV) en een aparte vleugel voor de buitenschoolse opvang (BSO). Zowel de dagopvang als de buitenschoolse opvang bestaan uit vijf groepen. De BSO vleugel is ingedeeld in vijf groepsruimten, die middels een tussendeur onderling verbonden zijn. Klikkelstein Kinderopvang stimuleert sport en beweging bij kinderen. Aan de BSO kinderen worden op alle dagen van de week sportmodules gegeven. Kinderen kunnen meedoen aan verschillende vormen van beweging, zoals trefbal, badminton en voetbal. Elke maand is er een thema (bijvoorbeeld voetbal) zodat kinderen kennis kunnen maken met diverse vormen van sport. De modules worden gegeven in de sporthal door vijf sportleraren die in dienst zijn van Klikkelstein Kinderopvang. Daarnaast kunnen kinderen lid worden van het verenigingswerk in het Harry Derckx Sportcomplex (zwemles, volleybal, turnen, jazzballet, dans, tennis en judo). Doordat deze trainingstijden vallen binnen de BSO uren wordt er op deze wijze een combinatie gemaakt. De combinatie van het sportverenigingswerk en de BSO vraagt om een goede organisatie. Inspectiegeschiedenis Vanaf 2003 is het kindercentrum door de GGD bezocht. Tijdens de inspecties van 17 februari 2011 en 18 oktober 2012 werd voldaan aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Regulier onderzoek 10 december 2013 Tijdens deze inspectie werd niet voldaan aan de domeinen Veiligheid en gezondheid (de risicoinventarisatie veiligheid niet compleet ) en Opvang in groepen (de basisgroepen de Kiezels en de Keien waren in de praktijk één basisgroep). Na Overleg en Overreding voldeed het domein Veiligheid en gezondheid aan de gestelde eisen. Op 3 januari 2014 heeft de houder een aanwijzing ontvangen van de gemeente om de indeling van de groepen uiterlijk 20 januari 2014 in orde te hebben. Nader onderzoek 22 januari 2014 De GGD heeft opdracht gekregen een nader onderzoek uit te voeren naar de samenstelling van de groepen. Voor dit onderzoek heeft een inspectie ter plaatse plaatsgevonden en een documentenonderzoek. Tijdens deze inspectie voldeed het kindercentrum aan de getoetste items van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder had voldoende maatregelen genomen om een overtreding op dit inspectie item in de toekomst te voorkomen. Regulier onderzoek 20 november 2014 Tijdens deze inspectie werd bijna voldaan aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het klachtenjaarverslag 2013 was niet voor 1 juni 2014 aangeleverd. Het klachtenjaarverslag is alsnog tijdens de inspectie aangeleverd. De gemeente heeft het advies van de GGD om op dit item niet te handhaven, overgenomen. Jaarlijks onderzoek 1 juni 2015 Tijdens deze inspectie is geconstateerd dat de getoetste items voldeden aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 3 van 12

4 Jaarlijks onderzoek 9 november 2016 Tijdens deze inspectie is geconstateerd dat de getoetste items voldeden aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Met ingang van 10 november 2016 is een geheel nieuwe oudercommissie ingesteld. Huidige inspectie 30 oktober 2017 Tijdens het inspectiebezoek heeft een observatie plaatsgevonden op een maandagmiddag in de basisgroepen Kanjers, Klinkers, Kiezels, Keien en Oje. De toezichthouder is goed ingelicht door de aanwezige beroepskrachten, de leidinggevende van de BSO en de algemeen directeur. Documenten zijn digitaal opgevraagd bij de leidinggevende van de buitenschoolse opvang en binnen de afgesproken termijn ontvangen. De oudercommissie heeft aangegeven dat zij over het algemeen tevreden zijn over de informatieverstrekking en de kwaliteit van de opvang. Conclusie Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat de getoetste inspectie items voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 12

5 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het "pedagogisch klimaat". Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 4 jaar of 4-12 jaar. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek heeft een observatie plaatsgevonden op een maandagmiddag in de basisgroepen Kanjers, Klinkers, Kiezels, Keien en Oje. Tijdens de observaties op de groepen is gezien, dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang. Het draagt bij aan het welbevinden van het kind en het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen. Als een kind zich veilig voelt, gaat het op ontdekking en durft het nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt zelfvertrouwen en er kan innerlijke groei plaatsvinden door positieve ervaringen'. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de emotionele veiligheid gewaarborgd wordt doordat: De beroepskrachten communiceren met de kinderen (Kennis pre-puberale ontwikkeling). Tijdens de observatie is gezien dat de beroepskrachten weten wat 8+ kinderen aankunnen, leuk vinden en wat hun enthousiast maakt. Zij sluiten daar in hun contact op aan. Er is aandacht voor het ontwikkelingsniveau, de mate van zelfredzaamheid en de persoonlijke interesse van de 8+ kinderen. Zo is bij de 8+ groep zichtbaar dat de kinderen meer vrijheden hebben en dat de beroepskrachten hen zelf keuzes laten maken. Wanneer kinderen van de groep Oje (8-12 jarigen) willen spelen met de (spel)computer overleggen de beroepskrachten met de kinderen om de tijdsduur van deze activiteit bepalen. De beroepskracht geeft aan dat de kinderen zo leren om rekening te houden met elkaar en samen te overleggen en af te stemmen. De 8+ kinderen hebben een eigen groepsruimte waarbij de inrichting en het spelmateriaal is afgestemd op hun specifieke behoeftes. Persoonlijke competentie 'Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op de omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht'. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de persoonlijke competentie gewaarborgd wordt doordat: De beroepskrachten de ontwikkeling van (individuele) kinderen ondersteunen en stimuleren (Doelgericht aanbod). Tijdens de observatie en uit de gesprekken met de beroepskrachten is gebleken dat zij het programma organiseren en benutten om uitdaging, stimulans, avontuur en plezier te creëren. Tijdens de opvang is er een breed aanbod van activiteiten. Hierbij is er aandacht voor het ontwikkelings- en leeftijdsniveau van de kinderen. Dagelijks worden er sport- en spelactiviteiten aangeboden waar kinderen aan mee kunnen doen. De sportactiviteiten worden door sport- 5 van 12

6 gediplomeerde beroepskrachten begeleid. Bij het aanbod van de sportactiviteiten is er een specifiek aanbod voor de kleuters en worden de groepen gesplitst, sommige activiteiten vinden gezamenlijk plaats (bijvoorbeeld tikspellen). Verder worden er soms gezamenlijke activiteiten (uitstapjes) ondernomen zoals een bezoek aan de speeltuin, naar het zwembad of de bossen. Er wederzijdse interactie is tussen beroepskrachten en individuele kinderen (Zelfredzaamheid). Tijdens de observatie is gezien dat de kinderen ruimte krijgen voor zelfsturing maar dat de beroepskracht voor de kinderen beschikbaar is voor hulp en ondersteuning. Enkele voorbeelden: Bij binnenkomst melden de kinderen van alle groepen (uitgezonderd kinderen van groep Kanjers, 4-5 jarigen) zich zelf aan op het digibord in de groepsruimte. De beroepskracht geeft hierbij aanwijzingen en helpt indien nodig. De kinderen schenken zelf hun drinken in (ranja) en kunnen daarna zelf water tappen uit de waterkan. De jongste kinderen worden hierbij geholpen door de beroepskracht. Bij de groep Kanjers (4-5 jarigen) trekken de kinderen zelf hun jassen aan voordat ze buiten spelen. De beroepskracht stimuleert dit proces: Probeer het zelf eens en Ik zal je helpen. Sociale competentie 'De interacties met leeftijdgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale kennis en vaardigheden. Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen'. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de sociale competentie gewaarborgd wordt doordat: De kinderen deel zijn van de groep (Participatie/kinderinspraak). Tijdens de observatie en uit de gesprekken met de beroepskrachten is gebleken dat de kinderen de ruimte krijgen om hun mening en voorkeur kenbaar te maken. De kinderen hebben inspraak op het (spel)activiteitenaanbod en de aanschaf van spelmateriaal. Bij het aanbieden van de sportactiviteiten is er gedurende twee weken een aanbod, afgestemd op het actuele thema. De week daarop is een keuzeweek. Gedurende deze weken mogen de kinderen zelf beslissen welke sportactiviteiten er plaats gaan vinden. Overdracht van waarden en normen 'Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie'. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de overdacht van normen en waarden gewaarborgd wordt doordat: Afspraken, regels en omgangsvormen herkenbaar aanwezig zijn en worden toegepast. Enkele voorbeelden van regels en afspraken die tijdens de observatie zijn waargenomen: Na binnenkomst melden de kinderen zichzelf aan op het digibord in de groepsruimte. Bij binnenkomst mogen de kinderen eerst een beker water of ranja drinken, daarna wordt er alleen water geboden. De kinderen dienen eerst hun spelmateriaal op te ruimen voordat zij weer met aan nieuwe activiteit gaan beginnen. Nadat de kinderen klaar zijn met drinken, zetten zij hun bekers in de wasbak van het keukenblok (groep Kanjers). Bij de sportactiviteiten in de sporthal worden de namen van de kinderen op een A4 genoteerd en dit wordt op het bord in de gang gehangen zodat beroepskrachten, ouders en de kinderen zelf kunnen zien welke kinderen in de sporthal spelen/aanwezig zijn. Sommige kinderen komen zelfstandig van school naar de BSO. Ouders hebben hiervoor schriftelijk toestemming gegeven. 6 van 12

7 Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (ontvangen ) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (dhr. E. van Buul, algemeen directeur; dhr. N. Geurts, leidinggevende BSO) Interview (8 beroepskrachten, 1 stagiaire) Observaties (maandag , uur) Pedagogisch beleidsplan (BSO versie 2018) Observaties: Kanjers (4 en 5 jarigen): 10 kinderen met 1 beroepskracht aanwezig Klinkers (4 tot 8 jarigen): 16 kinderen met 2 beroepskrachten aanwezig Kiezels (4 tot 8 jarigen): 14 kinderen met 2 beroepskrachten aanwezig Keien (5 tot 12 jarigen): 10 kinderen met 1 beroepskracht aanwezig Oje (8 tot 12 jarigen): 17 kinderen met 2 beroepskrachten aanwezig 7 van 12

8 Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de huidige inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van negen beroepskrachten en één stagiaire ingezien. De VOG's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Tijdens de huidige inspectie zijn de diploma's van negen beroepskrachten ingezien. De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de cao kinderopvang. Opvang in groepen Er zijn momenteel vijf basisgroepen. De BSO staat met 110 kindplaatsen geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Groep Leeftijd Aantal kinderen Kanjers 4 en 5 jarigen 20 Klinkers 4 tot 8 jarigen 20 Kiezels 4 tot 8 jarigen 20 Keien 5 tot 12 jarigen 20 Oje 8-12 jarigen 30 Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de inspectie zijn voldoende beroepskrachten ingeroosterd. Ook uit de aanwezigheidslijst van de kinderen en het personeelsrooster van week 44 blijkt dat de juiste norm wordt gehanteerd. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (ontvangen ) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (dhr. E. van Buul, algemeen directeur; dhr. N. Geurts, leidinggevende BSO) Interview (8 beroepskrachten, 1 stagiaire) Observaties (maandag , uur) Verklaringen omtrent het gedrag (9 beroepskrachten, 1 stagiaire) Diploma's beroepskrachten (9 beroepskrachten) Presentielijsten (week 44) Personeelsrooster (week 44) Observaties: Kanjers (4 en 5 jarigen): 10 kinderen met 1 beroepskracht aanwezig Klinkers (4 tot 8 jarigen): 16 kinderen met 2 beroepskrachten aanwezig Kiezels (4 tot 8 jarigen): 14 kinderen met 2 beroepskrachten aanwezig Keien (5 tot 12 jarigen): 10 kinderen met 1 beroepskracht aanwezig Oje (8 tot 12 jarigen): 17 kinderen met 2 beroepskrachten aanwezig 8 van 12

9 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12

10 De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12

11 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Klikkelstein Kinderopvang Website : Aantal kindplaatsen : 110 Gegevens houder Naam houder : Klikkelstein Kinderopvang Adres houder : Grootschoterweg 10 Postcode en plaats : 6021KC Budel Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Brabant-Zuidoost Adres : Postbus 8684 Postcode en plaats : 5605KR EINDHOVEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Angela Driessen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Cranendonck Adres : Postbus 2090 Postcode en plaats : 6020AB BUDEL Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 12

12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12