De aansprakelijkheid van de werkgever bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten in rechtsvergelijkend perspectief.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De aansprakelijkheid van de werkgever bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten in rechtsvergelijkend perspectief."

Transcriptie

1 De aansprakelijkheid van de werkgever bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten in rechtsvergelijkend perspectief. M. van der Vos ( ) 23 Maart 2012

2 Begeleider: mr. E.M. Hoogeveen Tweede lezer: dr. drs. G.J.P. de Vries Studentnummer:

3 Inhoud Inleiding... 4 Opzet Werkgeversaansprakelijkheid Aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW Uitoefening van de werkzaamheden Omvang zorgplicht Opzet of bewuste roekeloosheid Aansprakelijkheid op grond van art. 7:611 BW Verkeersongevallen Bijzondere arbeidsgerelateerde risico s Aansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten Hoogstad/Vlisco Huijgen/Delta Lloyd Gielen/Spaar Select Bos-van der List/Oracle Six/KPMG Rollerskates-uitspraak Zeggenschap en bevoegdheid van de werkgever - art. 7:658 of art. 7:611? Vrijwillige deelname Verwijtbaarheid van de werkgever Eigen schuld & bewijslast Criteria Groot Kievitsdal Conclusie Werkgeversaansprakelijkheid in Amerika Risicoaansprakelijkheid Uitoefening van de werkzaamheden Arbeidsverhouding

4 4. Bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten Graham/Chair Company Hanks/Grey Wolf Drilling Co Frost/Salter Path Fire & Rescue Smart/Georgetown Community Hospital Woodrum/Industrial Com Hollingsworth/Biebel Brothers Roofing Criteria rechtspraak Direct of indirecte verplichting om deel te nemen Voordeel voor de werkgever Zeggenschap over activiteit Conclusie Literatuurlijst

5 Inleiding Bij een bedrijfsuitje van het Kruidvat in september 2007 kwamen twee medewerkers bij een vlotongeval om het leven. 1 In oktober van datzelfde jaar is een werknemer van een bedrijf uit Wolvega omgekomen na een ongeluk bij het 'tokkelen' 2 van een 15 meter hoge graansilo. 3 Sindsdien is er toenemende aandacht voor de risico s voor deelnemers aan bedrijfsuitjes en daarmee ook voor de aansprakelijkheidsvraag. 4 Het ingehuurde bedrijf dat de vlotactiviteit voor het Kruidvat had georganiseerd, is strafrechtelijk vervolgd. 5 De werkgever kan echter tevens aansprakelijk zijn om de schade te vergoeden die werknemers bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten oplopen. Werknemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan een dergelijke ontspanningsactiviteit maar verrichten niet hun gebruikelijke werkzaamheden. Het uitje bestaat regelmatig uit actieve activiteiten met een spelelement, zoals een sporttoernooi of raften, waarbij doorgaans het risico op schade voor de werknemers groter is dan bij de uitoefening van de gebruikelijke werkzaamheden. Na de twee fatale bedrijfsuitjes waarschuwde het MKB Nederland dat werkgevers voorzichtiger moeten zijn met de keuze van activiteiten die zij organiseren. 6 Er zijn geen specifieke regels in de wetgeving over de aansprakelijkheid van werkgevers voor dergelijke activiteiten. De Hoge Raad heeft zich eenmaal uitgesproken over werkgeversaansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes. 7 Daardoor zijn onduidelijkheden opgelost maar ook nieuwe vragen ontstaan. Opzet Ik onderzoek in mijn scriptie in welke gevallen een werkgever in Nederland aansprakelijk is voor schade van zijn werknemers opgelopen bij ongevallen tijdens bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten en wanneer een werkgever in de Verenigde Staten aansprakelijk is voor dergelijke activiteiten. Hierbij gaat het om de schade van de werknemers die bij de werkgever in dienst zijn. Bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten beschouw ik als alle activiteiten die de werkgever organiseert, laat organiseren of waar hij toestemming voor geeft en die een recreatief element bevatten. 1 Gerechtshof Arnhem 20 juli 2009, LJN BJ Tokkelen is het afdalen aan een katrol langs een diagonaal gespannen lijn Mooij 2008, p. 1-2; 'Bedrijfsuitje: een ontspannende of juist risicovolle onderneming?', Flexservice 12 augustus 2009, (zoek op bedrijfsuitje). 5 Gerechtshof Arnhem 20 juli 2009, LJN BJ HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos). 4

6 Ik heb gekozen voor een rechtsvergelijkend onderzoek omdat in Nederland discussie is over de vraag wanneer een werkgever aansprakelijk is voor de geleden schade bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten. In Verenigde Staten worden dezelfde vragen gesteld over de werkgeversaansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes. Dient bijvoorbeeld de omstandigheid dat een bedrijfsuitje verplicht was een rol te spelen bij de beoordeling of de werkgever aansprakelijk is? Om deze reden is het interessant is om te zien of de rechtsontwikkeling in Nederland is gediend met die in de Verenigde Staten op dit terrein. Dit leidt tot de volgende hoofdvraag: Onder welke criteria is een werkgever naar Nederlands recht aansprakelijk voor schade die zijn werknemers lijden tijdens bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten, en in hoeverre wijkt dit af van de criteria die in de Verenigde Staten hiervoor gelden? In hoofdstuk 1 behandel ik wanneer een werkgever in Nederland aansprakelijk is voor schade opgelopen door zijn werknemers. In hoofdstuk 2 wordt de aansprakelijkheid van de werkgever bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten in Nederland behandeld. In hoofdstuk 3 bespreek ik wanneer een werkgever in Verenigde Staten aansprakelijk is voor bedrijfsongevallen om vervolgens in hoofdstuk 4 te onderzoeken wanneer een werkgever in de Verenigde Staten aansprakelijk is voor schade bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten. Ik eindig met de conclusie waarin ik de hoofdvraag beantwoord. 5

7 1. Werkgeversaansprakelijkheid In dit hoofdstuk bespreek ik wanneer een werkgever aansprakelijk is voor de schade opgelopen door zijn werknemers. De belangrijkste grondslag waarop werknemers een beroep kunnen doen bij schade die zij oplopen door werkgerelateerde ongevallen is art. 7:658 BW. Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de norm van het goed werkgeverschap van art. 7:611 BW. Ook de algemene aansprakelijkheidsgrond van art. 6:162 BW kan als grondslag worden gehanteerd in gevallen wanneer er geen sprake is van een arbeidsverhouding tussen de werkgever en de werknemer maar de schade wel verband houdt met werkzaamheden die zijn verricht of als de schade door een ander dan de werkgever is veroorzaakt. 8 Ik bespreek eerst de aansprakelijkheid op grondslag van art. 7:658 BW en vervolgens op grondslag van art. 7:611 BW Aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW In lid 1 van art. 7:658 BW wordt de verplichting omschreven van de werkgever om zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens wordt de verplichting omschreven om de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee de arbeid wordt verricht, zodanig in te richten en te onderhouden dat redelijkerwijs schade voor de werknemers wordt voorkomen. Het tweede lid introduceert aansprakelijkheid van de werkgever indien de werknemer aantoont dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van de werkzaamheden, tenzij de werkgever kan aantonen dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De zorgplicht is in het leven geroepen om de werknemer bescherming te bieden tegen de risico's die verbonden zijn aan het werk en waarvan het redelijk is dat de werkgever, die immers ook het profijt heeft van de uitvoering van de werkzaamheden, de verantwoordelijkheid draagt voor veilige arbeidsomstandigheden Uitoefening van de werkzaamheden De werkgever is op grondslag van art. 7:658 BW alleen aansprakelijk voor de schade die de werknemer heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen de ruimtelijke dimensie, namelijk de feitelijke werkplek, 8 Lindenbergh 2009, p Idem, p

8 en de functionele dimensie, wanneer is er sprake van werk? 10 De Hoge Raad hanteert in beide dimensies, naar de woorden van Loonstra en Zondag, geen negen tot vijf mentaliteit. 11 Ook indien het ongeval buiten de werkuren heeft plaatsgevonden of niet op de gebruikelijke arbeidsplaats, kan er sprake zijn van schade die is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. 12 Ook de feitelijke werkplek is volgens de Hoge Raad een ruim begrip. De Hoge Raad zoekt aansluiting bij de definitie van het begrip arbeidsplaats in de Arbo-wet en omschrijft de arbeidsplaats als iedere plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt. Wel benadrukt de Hoge Raad dat de werkgever zeggenschap moet hebben en de bevoegdheid om instructies te geven over de uitoefening van de werkzaamheden om te kunnen spreken van een arbeidsplaats. 13 Indien dit het geval is, kan de arbeidsplaats bijvoorbeeld tevens de weg van de bouwplaats naar de keet zijn. 14 Wanneer is er geen sprake meer van uitoefening van de werkzaamheden? Dit is ieder geval bij privéactiviteiten die de werknemer onderneemt. De werkgever moet zeggenschap over de werkplek hebben en aanwijzingen kunnen geven over hoe de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. 15 Ongevallen die de werknemer in de privésituatie zijn overkomen, vallen daarmee dus niet onder het bereik van art. 7:658 BW. 16 Daar kunnen echter wel aanvullende verplichtingen gelden voor de werkgever op grond van het goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). Dit bespreek ik in paragraaf Omvang zorgplicht Het tweede lid van art. 7:658 BW bepaalt dat indien de werknemer schade heeft opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden, de werkgever aansprakelijk is tenzij hij aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of hij aantoont dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De bewijslast voor de nakoming van de zorgplicht ligt daarmee op de werkgever die om aan aansprakelijkheid te ontkomen, moet aantonen dat de zorgplicht is nagekomen of dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid Idem, p Loonstra & Zondag, 2010, p HR 15 december 2000, LJN AA9048 (Van Uitert/Jalas). 13 HR 12 december 2008, LJN BD3129 (Maatzorg/van der Graaf), r.o & HR 1 juli 1993, NJ 1993, 687 (Power/Adross). 15 Frenk 2009, p HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534 (Stichting Reclassering/S.). 17 De 'opzet en bewuste roekeloosheid' bespreek ik in paragraaf

9 De Hoge Raad heeft benadrukt dat de zorgplicht van art. 7:658 BW geen absolute waarborg beoogt te scheppen voor de veiligheid van de werknemer. 18 Aan de andere kant heeft de Hoge Raad bepaald dat indien de werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden, de werkgever niet snel aan zijn zorgplicht zal hebben voldaan. 19 Zo dient de werkgever niet alleen maatregelen nemen om bekende gevaren te voorkomen maar tevens ten aanzien van gevaren die hij had behoren te kennen. De zorgplicht reikt verder dan het enkel uitvoeren van de bestaande normen, zoals omschreven in de Arbo-wet. De werkgever moet zelfstandig het veiligheidsniveau in zijn onderneming op een zo hoog mogelijk niveau handhaven en mag niet wachten op een eventueel onderzoek of waarschuwing van de Arbeidsinspectie. 20 De zorgplicht die op de werkgever rust, is hiermee streng. In de rechtspraak wordt dit gerechtvaardigd doordat de werkgever de arbeidsomstandigheden bepaald waaronder de werknemer zijn werkzaamheden dient uit te voeren. 21 Deze strenge zorgplicht neigt soms naar een risicoaansprakelijkheid omdat in een aantal uitspraken het moeilijk voor te stellen is welke maatregelen een werkgever had kunnen nemen om de schade te voorkomen en daarmee aan zijn zorgplicht te voldoen. 22 In andere uitspraken lijkt de Hoge Raad weer meer nadruk te leggen op de mogelijke schending van de zorgplicht waardoor de werkgever aan aansprakelijkheid ontkomt indien hij voldoende veiligheidsmaatregelen heeft genomen Opzet of bewuste roekeloosheid Vaak zal de werkgever trachten aan aansprakelijkheid te ontkomen door zich te beroepen op onvoorzichtigheid van de werknemer. Bij normale aansprakelijkheidssituaties op grond van art. 6:162 BW kan de schadevergoeding worden gematigd op grond van eigen schuld van de betrokkene (art. 6:101 BW). Art. 7:658 tweede lid BW wijkt hiervan af doordat is bepaald dat de aansprakelijkheid van de werkgever vervalt indien er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De werkgever is in het geheel niet aansprakelijk 18 Zie onder andere: HR 4 oktober 2002, NJ 2004,175 (Laudy/Fair Play); HR 5 november 2004, NJ 2005,215 (De Lozerhof/Van Duyvenbode); HR 1 februari 2008, NJ 2009, 331 (Kooiker/Taxicentrale Nijverdal); HR 12 december 2008, NJ 2009, 332 (Maatzorg/Van der Graaf); HR 11 november 2011, LJN BR5223 (De Rooyse Wissel/Hagens). 19 HR 12 december 2008, NJ 2009, 332 (Maatzorg/Van der Graaf), r.o Loonstra & Zondag 2010, p Lindenbergh 2009, p ; HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534 (Stichting Reclassering/S.) en HR 9 november 2001, NJ 2002, 79 (Van Doesburg/Tan). 22 Vegter 2003, p. 197; Loonstra & Zondag 2010, p. 333; Zie HR 19 oktober 2001, JAR 2001, 218 (PTT Post/Baas) en HR 1 juli 1993, JAR 1993, 194 (Power/Adross). 23 HR 4 oktober 2002, JAR 2002, 259 (Laudy/Fair Play), HR 12 september 2003, JAR 2003, 242 (Koffievlek), HR 16 mei 2003, JAR 2003, 147 (Dusarduyn/ Du Puy). 8

10 indien hij aantoont dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. 24 De mogelijkheden van de werkgever om zich hierop te beroepen zijn echter beperkt. Van opzet op het ongeval zal niet snel sprake zijn en de Hoge Raad heeft bepaald dat voor aanname van bewuste roekeloosheid de werknemer direct voorafgaand aan het ongeval zich bewust moet zijn geweest van het roekeloze karakter van de gedraging die tot het ongeval heeft geleid. 25 Het enkele feit dat de werknemer herhaaldelijk gewaarschuwd was om een bepaalde gevaarlijke handeling niet meer te verrichten is daarvoor niet voldoende. De Hoge Raad motiveert dit doordat het een ervaringsfeit is dat het dagelijks verkeren in een bepaalde werksituatie leidt tot een vermindering van de voorzichtigheid waarbij er nog geen sprake hoeft te zijn van het bewust zijn van de gevaren direct voorafgaand aan het ongeval. 26 We hebben gezien dat niet alleen de uitoefening van de werkzaamheden ruim wordt uitgelegd en het causale verband tussen de schade en de uitoefening van de werkzaamheden voorshands wordt aangenomen maar ook dat er een gunstig schuldregime geldt voor de werknemer. Hiervan kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken (art. 7:658, derde lid BW) en is zowel van toepassing op arbeidsverhoudingen krachtens arbeidsovereenkomst als op andere arbeidsverhoudingen (art. 7:658, vierde lid BW). Met dit vierde lid heeft de wetgever getracht te voorkomen dat werkgevers de zorgplicht van art. 7:658 BW niet hoeven toe te passen door hun medewerkers niet krachtens een arbeidsovereenkomst te laten werken. Voor toepassing van dit lid moet logischerwijs sprake zijn van werkzaamheden die de werkgever ook door eigen werknemers had kunnen laten verrichten. Hieruit volgt dat art. 7:658 BW niet van toepassing is op derden die bijvoorbeeld worden ingehuurd om verbouwingswerkzaamheden uit te voeren aan het kantoorpand Aansprakelijkheid op grond van art. 7:611 BW Ook buiten de zorgplicht van art. 7:658 BW moet de werkgever in sommige gevallen zorg dragen voor de veiligheid van zijn werknemers. In twee situaties kan de werknemer zich hiertoe beroepen op de bescherming van art. 7:611 BW, waar de verplichting om een goed werkgever te zijn, staat omschreven Loonstra & Zondag 2010, p HR 20 september 1996, NJ 1997, 198 (Pollemans/Hoondert), r.o Onder andere: HR 20 september 1996, NJ 1997, 198 (Pollemans/Hoondert), r.o. 3.4; HR 1 februari 2008, NJ 2009, 330 (Maasman/Akzo). 27 Lindenbergh 2009, p Idem, p

11 Verkeersongevallen In de eerste plaats heeft de Hoge Raad art. 7:611 BW aangewend om de werknemer te compenseren die schade heeft opgelopen als gevolg van verkeersongevallen in de uitoefening van de werkzaamheden. 29 De werkgever zal doorgaans niets te verwijten zijn van een door de werknemer veroorzaakt verkeersongeluk waardoor aansprakelijkheid niet op art. 7:658 BW gebaseerd kan worden. 30 De Hoge Raad achtte de werkgever aansprakelijk op grondslag van art. 7:611 BW omdat hij had nagelaten te zorgen voor een behoorlijke verzekering voor zijn werknemers. 31 Op grond van deze rechtspraak is de werkgever niet gehouden de volledige schade te vergoeden, maar alleen voor zover de behoorlijke verzekering deze had vergoed. Met de huidige rechtspraak is het niet duidelijk wanneer sprake is van een behoorlijke verzekering naar de maatstaven van de Hoge Raad. 32 Het reguliere woon-werkverkeer valt in elk geval niet onder de verzekeringsplicht. 33 In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad bepaald dat een eenzijdig verkeersongeval tevens niet onder de verzekeringsplicht valt. Terecht beslist de Hoge Raad dat er geen goede grond bestaat om de verzekeringsplicht uit te bereiden naar struikelen of vallen op de openbare weg terwijl dat op de arbeidsplaats geen grond zal zijn voor het aannemen van aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW. 34 De werkgever zal immers over het algemeen zijn zorgplicht in een dergelijke situatie niet hebben geschonden. In een tweede recente uitspraak speelde de vraag of de werkgever een zelfde verzekeringsplicht heeft voor werknemers van een TBS-instelling die in de uitoefening van de werkzaamheden schade lijdt door toedoen van een TBS-patiënt. 35 De Hoge Raad wijst dit af en benadrukt dat de verzekeringsverplichting beperkt dient te blijven tot verkeersongevallen van werknemers, overkomen in de uitoefening van hun werkzaamheden en waarvoor zij niet verzekerd waren: In die situatie zou aanvaarding van een uit goed werkgeverschap voortvloeiende verzekeringsverplichting van de werkgever het wettelijk stelsel van werkgeversaansprakelijkheid, dat is gebaseerd op (tekortschieten in) een zorgplicht om schade te voorkomen, te vergaand aantasten HR 12 januari 2001, NJ 2001, 253 (Vonk/Van der Hoeven); HR 1 februari 2008, NJ 2009, 330 (Maasman/Akzo). 30 Loonstra & Zondag 2010, p Lindenberg 2009, p Loonstra & Zondag 2010, p Onder andere HR 30 november 2007, NJ 2009, 329 (Knoppen/NCM); HR 19 december 2008, NJ 2009, 334 (Autoster Bergen/Hendriks). 34 HR 11 november 2011, LJN BR5215 (TNT Post/Wijenberg), r.o HR 11 november 2011, LJN BR5223 (De Rooyse Wissel/Hagens). 36 Idem, r.o

12 Bijzondere arbeidsgerelateerde risico s De Hoge Raad heeft voor een tweede categorie aansprakelijkheid op grondslag van art. 7:611 BW aanvaard. De Hoge Raad heeft, zoals besproken, benadrukt dat er sprake moet zijn van zeggenschap en instructiebevoegdheid als voorwaarden voor toepassing van art. 7:658 en daarmee de vergaande zorgplicht. Indien dit ontbreekt, is de werknemer aangewezen op een eventuele schending van het goed werkgeverschap. 37 De Hoge Raad nam aansprakelijkheid aan op grond van art. 7:611 BW in een zaak waarbij een reclasseringsmedewerker thuis ernstig werd mishandeld door een cliënt. 38 Volgens de Hoge Raad kan er in dit soort gevallen geen sprake zijn van aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW omdat de schade niet is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden aangezien de zeggenschap van de werkgever zich niet uitstrekt tot privé situatie van de werknemer. 39 Slechts onder bijzondere omstandigheden kan er volgens de Hoge Raad dan toch sprake zijn van aansprakelijkheid op grond van goed werkgeverschap in de zin van art. 7:611 BW. Deze bijzondere omstandigheden waren in deze zaak dat de werknemer blootgesteld werd aan een de werkgever bekend bijzonder, specifiek en ernstig gevaar. 40 De werkgever was op de hoogte dat de werknemer gevaarlijke cliënten begeleidde en daardoor niet alleen risico liep bij haar werkzaamheden maar ook in de privésituatie. 41 De Hoge Raad beslist dat indien dit gevaar zich buiten de daadwerkelijke uitoefening van de werkzaamheden kan openbaren, op de werkgever een zorgplicht rust om naar redelijkheid voorzorgsmaatregelen te treffen om schade te voorkomen. Indien hij dit nalaat, is hij aansprakelijk voor de schade die de werknemer oploopt. 42 De andere categorie bijzondere arbeidsgerelateerde risico s waarin aansprakelijkheid van de werkgever op grond van art. 7:611 BW is aangenomen, is de aansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten. 43 De Hoge Raad heeft één uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes. 44 De lagere rechtspraak heeft wisselend geoordeeld over werkgeversaansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten. 45 Ik zal deze uitspraken kort beschrijven en vervolgens de uitspraak van de Hoge Raad bespreken. 37 Hartlief 2009, p. 650; Lindenbergh 2009, p HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534 (Stichting Reclassering/S.). 39 Idem, r.o Idem. 41 Loonstra & Zondag 2010, p Lindenberg 2009, p Idem. 44 HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos). 45 Klaassen 2009, p. 4 e.v. 11

13 2. Aansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten In de lagere rechtspraak is een beperkt aantal uitspraken gewezen over werkgeversaansprakelijkheid bij personeelsactiviteiten en bedrijfsuitjes. Ik bespreek er vijf. 46 De aansprakelijkheid wordt wisselend gebaseerd op art. 7:658 BW of art. 7:611 BW of er wordt in het geheel geen aansprakelijkheid aangenomen. 47 Vervolgens bespreek ik de uitspraak van de Hoge Raad en behandel ik de criteria waarop de aansprakelijkheid wordt beoordeeld. 2.1.Hoogstad/Vlisco Een eerste voorbeeld waar de werkgever niet aansprakelijk is voor de schade van de werknemer, is de uitspraak Hoogstad/Vlisco. 48 Manager Hoogstad is in Ivoorkust voor een technical meeting waar kennis wordt gemaakt met de collega s in Ivoorkust. Op zondag tijdens het sociale programma wordt Hoogstad tijdens het pootjebaden in zee door een golf omver gegooid. Hoogstad ontwikkelt whiplash klachten en spreekt zijn werkgever aan voor schadevergoeding. Het hof acht art. 7:658 BW van toepassing omdat van Hoogstad werd verwacht dat hij deelnam aan het sociale programma waardoor het uitje naar het strand geen vrijblijvend karakter had. Daarmee moet het sociale programma onder uitoefening van de werkzaamheden worden geschaard en is de volgende vraag of de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden. Naar het oordeel van het hof is hier geen sprake van omdat niet van de werkgever kan worden verwacht dat hij de werknemer wijst op alle mogelijke gevaren die zijn verbonden aan een dagje uit naar het strand in een toeristisch oord omdat dit geen bijzondere gevaren met zich mee brengt. Daarbij houdt het hof rekening met het feit dat het hier gaat om een 49-jarige werknemer met een verantwoordelijke internationale managementfunctie. 49 De werkgever is daarnaast niet aansprakelijk op grond van art. 7:611 BW omdat de werkgever geen verwijt kan worden gemaakt van het ongeval. Er is volgens het hof sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden die niet voor rekening van de werkgever komt, mede omdat deze een ongevallenverzekering had afgesloten Zie voor een uitspraak over de schade van een ambtenaar bij een bedrijfsuitje waar de aansprakelijkheid wordt gebaseerd op art. 6:162 BW, Rechtbank Breda 15 november 1999, TAR 2000/31 (S./Belastingdienst). 47 Zie o.a.: Klaassen 2009 en Hartlief Hof Den Bosch 22 juni 2004, JAR 2004/237 met noot Vegter (Hoogstad/Vlisco Helmond). 49 Idem, r.o Idem, r.o Zie tevens noot Vegter. 12

14 2.2. Huijgen/Delta Lloyd In de uitspraak Huigen/Delta Lloyd kiest de rechtbank een andere koers en acht 7:658 BW niet van toepassing. 51 Delta Lloyd organiseerde op zaterdag de Adventure Games voor haar medewerkers. Een van de medewerkers van de verzekeraar raakt gewond en vordert schadevergoeding op grond van 7:658 BW. 52 De aansprakelijkheid wordt afgewezen omdat deelname niet verplicht was en niet deelnemen feitelijk ook niet leidde tot enige consequenties. Dat Delta Lloyd met de dag wel bedrijfsdoelstellingen voor ogen had, zoals het bevorderen van de saamhorigheid van de medewerkers, doet daar volgens de rechtbank niet aan af Gielen/Spaar Select Een derde uitspraak waarin geen aansprakelijkheid wordt aangenomen, is Gielen/Spaar Select. 54 Op de bedrijfssportdag loopt Gielen, een managementtrainee, bij één van de onderdelen - glijdend van een zeephelling met het hoofd pionnen omstotend- letsel op. Het hof neemt geen aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW aan omdat de zeggenschap over de werkplek en de bevoegdheid van Spaar Select om aanwijzingen te geven over het uitoefenen van de werkzaamheden ontbreekt. Het hof benadrukt dat de bedrijfsportdag buiten kantoortijden was georganiseerd, de deelname facultatief was en een groot aantal medewerkers niet heeft deelgenomen aan de sportdag. 55 Vervolgens bekijkt het hof of aansprakelijkheid op grond van art. 7:611 BW aangenomen kan worden. Er zijn volgens het hof geen bijzondere omstandigheden die een geslaagd beroep op art. 7:611 BW mogelijk maken. Het niet deelnemen aan de bedrijfssportdag was zonder enkele sanctie en het hof begrijpt dat Gielen zich als managementtrainee moreel verplicht voelde om deel te nemen, maar geeft aan dat Gielen niet aan alle spelonderdelen had hoeven deelnemen Bos-van der List/Oracle In Bos-van der List/Oracle wordt art. 7:658 BW van toepassing geacht. Indien er sprake is van een voldoende nauwe band tussen de werkzaamheden en het uitje moet volgens de rechtbank de zorgplicht zoals omschreven in art. 7:658 BW zo worden opgevat dat deze zich uitstrekt tot door de werkgever georganiseerde activiteiten. 57 In de onderhavige zaak was dit 51 Rechtbank Amsterdam 4 augustus 1999, JAR 1999/172 (Huijgen/Delta Lloyd). 52 Er wordt geen schadevergoeding gevorderd op grond van art. 7:611 BW. 53 Hartlief 2009, p. 659; Sap 2000, p Hof Den Bosch 6 juli 2004, JAR 2004/187 (Gielen/Spaar Select). 55 Idem, r.o Idem, r.o Rechtbank Utrecht 3 september 1997, JAR 2000/13 (Bos-van der List/Oracle). 13

15 het geval omdat de werknemer letsel opliep tijdens een autorit met een jeep tussen twee zakelijke bijeenkomsten in. De rit met de jeep was onderdeel van een tweedaags programma waarbij de resultaten van het afgelopen jaar bekend werden gemaakt, gevolgd door de jeeprit, diner en overnachting waarbij de volgende morgen leidinggevenden toespraken zouden houden. De jeeprit was in beginsel facultatief maar als hoofd human resources kon de werknemer zich volgens de rechtbank moeilijk onttrekken. 58 Art. 7:658 BW is daarmee van toepassing. De werkgever heeft de daaruit voortvloeiende zorgplicht geschonden door jeeps te huren die niet waren voorzien van veiligheidsriemen. Dat de werkgever een derde partij had ingehuurd voor de organisatie van de terreinrit doet daar niet af omdat de werkgever aansprakelijk is voor de door hem ingeschakelde hulppersonen op grond van art. 6:76 BW Six/KPMG Rechtbank Amsterdam acht art. 7:658 BW in 2003 niet van toepassing op een ongeval met een ballonvaart tijdens het jaarlijkse kantooruitje van verzekeraar KPMG. 60 KPMG is niet aansprakelijk op grond van art. 7:658 BW omdat KPMG geen zeggenschap had en geen aanwijzingen kon geven ten aanzien van het uitje. De rechtbank neemt echter wel aansprakelijkheid aan op grond van art. 7:611 BW omdat werknemers in de regel geacht worden deel te nemen aan bedrijfsuitjes en omdat de werkgever, zonder dat de werknemers daarvan op de hoogte waren, had gekozen voor een ballonvaart dat volgens beide partijen met risico s gepaard gaat. KPMG had daartoe zelf aangevoerd dat het een feit van algemene bekendheid is dat aan een ballonvaart een verhoogd risico is verbonden op ongevallen met ernstige gevolgen. Daarbij is volgens de rechtbank tevens van belang dat KPGM verzekerd was voor het ongeval Rollerskates-uitspraak Van den Brink, een administratief medewerker van M/V Communicatie, nam op haar vrije dag deel aan een activiteit voor de medewerkers. 62 De activiteiten werden door de medewerkers bedacht en voorgesteld aan de directeur die de noodzakelijke toestemming gaf. De activiteit is dit keer een workshop dansen op rollerskates onder leiding van het ingehuurde bedrijf Groove Company. De workshop vond plaats op de marmeren kantoorhal. 58 Idem, r.o & r.o Idem, r.o Rechtbank Amsterdam 8 januari 2003, JAR 2004/108 (Six/KPMG). 61 Idem, r.o HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos). 14

16 Van den Brink is vrijwel meteen gevallen en brak daarbij haar linkerpols. 63 De breuk heeft uiteindelijk geleid tot het ontwikkelen van posttraumatisch dystrofie. 64 Hierdoor leidt van den Brink schade doordat zij onder andere niet meer volledig kan werken. 65 Van den Brink stelt haar werkgever primair aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW en subsidiair op grond van art. 7:611 BW. Het hof en de Hoge Raad nemen aansprakelijkheid aan op grond van art. 7:611 BW omdat de werkgever de verplichting om zich als goed werkgever te gedragen, heeft geschonden. Doordat het ingestelde cassatieberoep van M/V Communicatie faalt, komt de Hoge Raad niet meer toe aan de vraag of aansprakelijkheid tevens op grond van art. 7:658 BW kan worden aangenomen. 66 In het Rollerskates-arrest zijn dezelfde factoren als in de lagere rechtspraak van belang bij de beoordeling van de aansprakelijkheid. Ik behandel in de volgende paragrafen de criteria die de Hoge Raad en lage rechtspraak hebben gehanteerd om de aansprakelijkheid te beoordelen Zeggenschap en bevoegdheid van de werkgever - art. 7:658 of art. 7:611? De werkgever dient zeggenschap te hebben en de bevoegdheid om aanwijzingen te geven bij de uitvoering van de activiteit om te voldoen aan art. 7:658 BW. 67 De workshop Rollerskaten in het Rollerskates-arrest vond plaats in het kantoorgebouw en direct na werktijd. Desondanks vond het hof niet dat er sprake was van een zodanige band tussen de workshop en de normale werkzaamheden dat er was voldaan aan het vereiste van uitoefening van de werkzaamheden van art. 7:658 BW: Hoewel de band tussen door (verweerster) te verrichten administratieve- werkzaamheden en de workshop ontbreekt en niet aangenomen kan worden dat (verweerster) verplicht was om daaraan deel te nemen, was de workshop wel aan het werk gerelateerd.' 68 De Hoge Raad geeft aan dat het Hof gelet op de omstandigheden zeer wel heeft kunnen oordelen dat er een zodanige samenhang (cursief: MvdV) bestaat tussen de activiteit en de arbeidsovereenkomst dat op de werkgever een op het goed werkgeverschap gebaseerde zorg- en preventieplicht rust die niet is nagekomen Idem, r.o Posttraumatische dystrofie is een aandoening wat kan ontstaan na relatief simpel letsel en kan leiden tot ernstige klachten zoals invaliditeit. 65 HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos), r.o Hartlief 2009, p Zie o.a. HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534 (Stichting Reclassering/S.), paragraaf HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos) r.o Idem, r.o. 3.5 & r.o

17 De Hoge Raad maakt daarmee duidelijk dat niet is vereist voor de toepassing van art. 7:611 BW dat de werkgever zeggenschap heeft en de bevoegdheid om aanwijzingen te geven. In de lagere rechtspraak zagen we dit al. In Gielen/Spaar Select en Six/KPMG werd de aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW afgewezen omdat er geen sprake was van zeggenschap en bevoegdheid van de werkgever om aanwijzingen te geven terwijl dit voor de toepassing van art. 7:611 BW niet werd vereist. 70 Doordat de uitspraak in cassatie zich beperkt tot de vraag of aansprakelijkheid op basis van art. 7:611 BW kan worden aangenomen is niet zeker of de Hoge Raad nog de mogelijkheid open heeft willen laten om art. 7:658 BW toe te passen en wat mogelijk de voorwaarden zijn van toepassing van art. 7:658 BW bij bedrijfsuitjes. 71 Voor art. 7:658 BW is in ieder geval vereist dat de werkgever de bevoegdheid en de zeggenschap heeft om aanwijzingen te geven. Volgens Hartlief zal de aanwezigheid hiervan afhangen van wie de organisatie in handen heeft en of de werkgever materiaal en/of accommodatie ter beschikking heeft gesteld. 72 Verplichte activiteiten, zoals cursussen en teambuildingsworkshops, die plaatsvinden onder werktijd zullen in ieder geval onder de toepassing van art. 7:658 BW vallen. 73 De andere kant van het spectrum is de situatie waarbij de werknemers zelf een activiteit hebben georganiseerd en de werkgever niets met het initiatief te maken heeft. Het staat buiten kijf dat de werkgever in een dergelijke situatie op geen enkele manier aansprakelijk kan zijn aangezien de zeggenschap en de bevoegdheid van de werkgever ontbreken. De werkgever zal ook niet aansprakelijk zijn indien hij enkel het kantoorpand als accommodatie ter beschikking stelt voor de activiteit maar verder op geen enkele manier betrokken is. 74 In het Rollerskates-arrest organiseerde een medewerkercommissie, uiteraard met toestemming van de werkgever, de workshop. Het is naar mijn ervaring gebruikelijk dat bedrijven een medewerkerscommissie hebben die dergelijke ontspanningsactiviteiten organiseert. Het uitbesteden van deze taak aan een medewerkerscommissie leidt mijn inziens niet tot het ontbreken van de zeggenschap en bevoegdheid van de werkgever omdat de 70 Hof Den Bosch 6 juli 2004, JAR 2004/187 (Gielen/Spaar Select); Rechtbank Amsterdam 7 april 2004, JAR 2004/108 (Six/KPMG). 71 Klaassen en Hartlief denken dat de Hoge Raad heeft gekozen voor de toepassing van art. 7:611 BW en niet de mogelijkheid van toepassing van art. 7:658 BW heeft willen openlaten mede omdat de Hoge Raad het verschil tussen beide regimes heeft benadrukt; Klaassen 2009, p. 11; Hartlief 2009, p Hartlief 2002, p Lindenbergh 2009 p. 15; Klaassen 2009, p Hartlief 2002, p

18 medewerkercommissie de activiteit zal moeten organiseren binnen het mandaat en met toestemming van de werkgever en de werkgever de activiteit financiert. In de literatuur wordt gepleit voor het toepassen van art. 7:658 BW in het Rollerskates-arrest. 75 A-G Spier pleitte in zijn conclusie voor het toepassen van art. 7:658 BW wanneer een werkgever een activiteit organiseert, doet organiseren of goedkeurt die voldoende gevaarlijk is. 76 Spier is tegen het stapsgewijs uitbreiden van aansprakelijkheid op grond van art. 7:611 BW omdat het creëren van een dergelijke vergaarbak voor allerlei gevallen leidt tot rechtsonzekerheid. 77 Hartlief en van Orsouw en Krispijn hebben tevens een voorkeur voor het toepassen van art. 7:658 BW in het Rollerskates-arrest. De werkgever had veel invloed op de uitvoering van de workshop aangezien de workshop plaatsvond in het kantoorpand zelf en direct na werktijd. 78 Van Orsouw en Krispijn wijzen erop dat gezien bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten mede de saamhorigheid en de motivatie van de werknemers op oog hebben, er reden is om niet te snel art. 7:658 BW buiten toepassing te laten. 79 Ook Hartlief geeft aan dat met de organisatie van bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten uiteraard het eigen belang van de werkgever gediend is omdat dit zorgt voor een prettige werksfeer en goede werkverhoudingen. 80 Ook Klaassen bekritiseert de toepassing van art. 7:611 BW omdat het moeilijk wordt af te bakenen wanneer welk aansprakelijkheidsregime van toepassing is en om de verschillen in gevolg die de Hoge Raad heeft aangebracht tussen art. 7:658 BW en art. 7:611 BW. 81 Deze verschillen bespreek ik in paragraaf Ik sluit mij aan bij de in de literatuur gesignaleerde problemen bij de toepassing van art. 7:611 BW. Een open norm als art. 7:611 BW is naar zijn aard minder geschikt als grondslag voor aansprakelijkheid omdat daarmee niet duidelijk is wat de criteria zijn bij de toepassing. Het heeft daarom mijn inziens de voorkeur om de wettelijk gecreëerde zorgplicht van art. 7:658 BW te hanteren voor de aansprakelijkheid bij bedrijfsuitjes. Ook bij toepassing van art. 7:658 BW is niet op voorhand duidelijk welke criteria moeten worden gehanteerd om te beoordelen of de werkgever aansprakelijk is voor de schade bij de bedrijfsuitjes. Dit artikel 75 Klaassen 2009, p ; Hartlief 2009, p. 651 t/m p. 653; Van Orsouw & Krispijn 2009, p ; Lavrijssen 2009, p A-G Spier in zijn conclusie bij HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos), r.o & Ik behandel het criterium voldoende gevaarlijk in paragraaf Idem, r.o t/m Van Orsouw & Krispijn 2009, p ; Hartlief 2009, p Idem. 80 Hartlief 2009, p Klaassen 2009, p

19 is echter beter toegerust door het eigen schuld regime en de bewijslastverdeling om de aansprakelijkheid van de werkgever vorm te geven. Daar kom ik in paragraaf op terug. Daarnaast is het organiseren van bedrijfsuitjes en ook personeelsactiviteiten een gebruikelijk en normaal onderdeel van de taken die je als werkgever hebt. Terecht wordt in de literatuur opgemerkt op dat bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten worden georganiseerd om de saamhorigheid en motivatie van de werknemers te verhogen waardoor de werkgever uiteindelijk diegene is die profiteert van de meer tevreden werknemers. Het is mijn inziens om deze reden niet meer dan logisch dat op de werkgever een zorgplicht rust om de kans op schade bij alle georganiseerde activiteiten zoveel mogelijk te verkleinen. Er moet echter wel een onderscheid worden gemaakt tussen activiteiten waarbij bijvoorbeeld een groepje werknemers jaarlijks een weekend weggaan en waaraan de werkgever uit aardigheid een kleine financiële bijdrage geeft en waarbij de activiteit niet meer in verband staat met het bedrijf dan enkel dat de werknemers elkaar daarvan kennen, en activiteiten die georganiseerd worden door of namens het bedrijf. Hoe dit onderscheid gemaakt kan worden, behandel ik in de rechtsvergelijking met de Verenigde Staten in hoofdstuk Vrijwillige deelname De aansprakelijkheid van de werkgever in het Rollerskates-arrest kan volgens het hof niet gebaseerd worden op art. 7:658 BW omdat de band tussen de te verrichten administratieve- werkzaamheden en de workshop ontbreekt en niet kan worden aangenomen dat de workshop verplicht was. Voor de aansprakelijkheid op grond van art. 7:611 is het feit dat van den Brink zich elk moment kon onttrekken aan de workshop niet van belang. Het gaat er volgens het hof om of, wanneer een werknemer besluit aan het rolschaatsen deel te nemen, M/V Communicatie voldoende heeft gedaan om deze te beschermen tegen de risico s van vallen. De Hoge Raad bevestigt dit. 82 Het Rollerskates-arrest laat mijn inziens terecht zien dat vrijwillige deelname niet in de weg hoeft te staan aan aansprakelijkheid. Voor het toepassen van art. 7:658 BW is het volgens het hof wel van belang of de activiteit vrijwillig is. Het probleem daarbij is dat werknemers zich veelal verplicht zullen voelen om deel te nemen aan een activiteit georganiseerd door hun werkgever. Dit geldt ook als de deelname formeel vrijwillig en de werknemer uit hoofde van zijn functie niet hoefde deel te nemen. Heerma van Voss en van Slooten pleiten mijn inziens terecht voor het buiten beschouwing laten van het criterium of de werknemer verplicht was tot deelname bij de beoordeling van de aansprakelijkheid, omdat ook als deelname formeel niet verplicht is, de 82 Gerechtshof Amsterdam 30 oktober 2007, JAR 2008/11, r.o &

20 werknemer dit toch snel als een sociale verplichting zal voelen. 83 Ook volgens Klaassen moet de omstandigheid dat de deelname verplicht was of niet en/of de werknemer zich op ieder moment kan terugtrekken geen rol spelen omdat de werknemer, ook al is deze zich ervan bewust dat het gaat om een risicovolle activiteit niet flauw zal willen doen tegenover zijn collega s en daarom toch zal meedoen. 84 Spier deelt deze mening en omschrijft het als een feit van algemene bekendheid dat er een zekere sociale druk bestaat om niet weg te blijven bij bedrijfsuitjes. 85 Om de genoemde redenen in de literatuur is het mijn inziens opvallend dat in Huijgen/ Delta Loyd en Gielen/Spaar Select waarde wordt gehecht aan de vrijwilligheid van de activiteit. 86 In Six/KPMG heeft de rechter wel erkend dat de werknemers zich in het algemeen verplicht zullen voelen om deel te nemen en in Bos-van der List/Oracle dat een hoofd human resources zich moeilijk kan ontrekken aan een personeelsactiviteit. 87 Deze uitspraken zijn in lijn met het later verschenen Rollerskates-arrest waarmee duidelijk is geworden dat de werkgever een zorg- en preventieplicht heeft, ook al was deelname aan het uitje vrijwillig. De uitspraak van de rechtbank in Gielen/Spaar Select blijkt niet te kloppen met de latere gekozen lijn in het Rollerskates-arrest omdat de aansprakelijkheid op grond van art. 7:611 BW niet wordt aangenomen omdat de werknemer zich als managementtrainee wellicht moreel verplicht voelde om deel te nemen maar niet had hoeven deelnemen aan elk spelonderdeel. 88 In het Rollerskates-arrest wordt duidelijk gemaakt dat of je elk moment kan onttrekken aan de activiteit niet van belang is voor de aansprakelijkheid Verwijtbaarheid van de werkgever De Hoge Raad acht M/V Communicatie net als het hof aansprakelijk voor de geleden schade op grond van art. 7:611 BW. Het rolschaatsen op een marmeren vloer is volgens het hof een risicovolle bezigheid. Zeker indien geen beschermingsmiddelen zijn uitgereikt en van te voren geen instructie is gegeven. Het is volgens het hof van algemene bekendheid dat het valgevaar aanzienlijk is, zeker voor mensen op middelbare leeftijd die in geen jaren aan rolschaatsen hebben gedaan. Daaraan doet volgens het hof niet af dat de gevolgen van een 83 Heerman van Voss & van Slooten 2008, p Klaassen 2009, p A-G Spier in zijn conclusie bij HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos). 86 Rechtbank Amsterdam 4 augustus 1999, JAR 1999/172 (Huijgen/Delta Lloyd); Hof Den Bosch 6 juli 2004, JAR 2004/187 (Gielen/Spaar Select). 87 Rechtbank Utrecht 3 september 1997, JAR 2000/13 (Bos-van der List/Oracle); Rechtbank Amsterdam 8 januari 2003, JAR 2004/108 (Six/KPMG). 88 Hof Den Bosch 6 juli 2004, JAR 2004/187 (Gielen/Spaar Select). 89 HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos). 19

21 dergelijke val doorgaans niet zo ernstig zijn als bij van den Brink. Daarnaast heeft de werkgever de werknemers niet gewezen op het ontbreken van een aansprakelijkheidsverzekering. 90 M/V Communicatie voert als verweer onder andere aan dat zij erop mochten vertrouwen dat Groove Company geen activiteiten zou organiseren die evident gevaarlijk zijn. Het hof beslist echter dat het handelen van de Groove Company voor rekening van M/V Communicatie komt omdat zij bij de uitvoering van de personeelsactiviteit gebruik hebben gemaakt van de diensten van de Groove Company. Het nalaten van M/V Communicatie op deze punten leidt volgens het hof tot een schending van het goed werkgeverschap op grond van art. 7:611 BW. De Hoge Raad vult aan door een zorg- en preventieplicht van de werkgever te creëren: Gelet op het voorgaande heeft het hof met inachtneming van de in de rov. 4.8 en 4.9 van zijn arrest vermelde omstandigheden zeer wel kunnen oordelen dat een zodanige samenhang bestaat tussen de activiteit in het kader waarvan het ongeval plaatsvond en de arbeidsovereenkomst, dat ten aanzien van die activiteit voor M/VC een op eisen van goed werkgeverschap gebaseerde zorg- en preventieplicht bestond die zij niet is nagekomen, zodat schending van die plicht tot haar aansprakelijkheid leidt voor de schadelijke gevolgen van het ongeval op de voet van art. 7:611 in verbinding met art. 6:74 BW. 91 Het arrest maakt echter niet duidelijk wat de omvang van de zorgplicht is. In het kader van art. 7:658 BW hebben we gezien dat de zorgplicht zeer ruim is. 92 Van Orsouw en Krispijn pleiten voor het gebruik van de Kelderluikfactoren bij de beoordeling of de werkgever voldoende zorg heeft betracht. 93 De factoren die op grond van het Kelderluik arrest beoordeeld moeten worden, zijn de aard en de omvang van de gevreesde schade, de waarschijnlijkheid dat deze schade zich zal voordoen, de aard van de gedraging en de bezwaarlijkheid in termen van kosten, tijd en moeite voor het nemen van voorzorgsmaatregelen. Naar mate de ernst en omvang van de mogelijke schade groter is en naar mate de gedraging gevaarlijker is, dient een strengere zorgplicht in acht genomen te worden. 94 Indien de werkgever een bedrijfsuitje organiseert waar meer kans is op 90 Idem, r.o HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos), r.o. 3.5 & r.o Zie paragraaf Van Orsouw & Krispijn 2009, p. 3; HR 5 november 1965, NJ 1966, 136 (Kelderluik). 94 Van Maanen 2006, nr

22 ongelukken, zoals raften, zal de werkgever meer moeten doen om zijn werknemers tegen dit gevaar te beschermen. In de lagere rechtspraak is de beoordeling van de verwijtbaarheid van de werkgever bij Huijgen/Delta Lloyd en Gielen/Spaar Select in het geheel niet aan de orde gekomen door het vrijwillige karakter van de activiteit. 95 In Six/KPMG speelt de verwijtbaarheid van de werkgever geen enkele rol omdat de rechtbank een risicoaansprakelijkheid creëert. De aansprakelijkheid wordt aangenomen omdat volgens de rechtbank in het algemeen verwacht wordt dat je deelneemt aan bedrijfsuitjes en het algemeen bekend is dat aan een ballonvaart een verhoogd risico is verbonden. 96 Vegter vindt deze uitspraak te ver gaan omdat de uitspraak tot gevolg heeft dat een werknemer meer bescherming geniet tijdens een bedrijfsuitje dan tijdens zijn gewone werk. 97 Daar sluit ik mij bij aan want de wetgever heeft met het wettelijk regime een systeem van werkgeversaansprakelijkheid gebaseerd op schuldaansprakelijkheid gecreëerd. Het is strijdig met de basis van het wettelijk stelsel om een risicoaansprakelijkheid in het leven te roepen op basis van art. 7:611 BW. In Hoogstad/Vlisco en Bos-van der List/Oracle wordt wel beoordeeld of de zorgplicht van de werkgever is geschonden. 98 In Hoogstad/Vlisco oordeelde de rechter dat van de werkgever niet meer voorzorgsmaatregelen konden worden verwacht om de gevaren bij pootjebaden te voorkomen waardoor de werkgever zijn zorgplicht was nagekomen. Daarbij hield de werkgever rekening met het feit dat Hoogstad een verantwoordelijke managementfunctie had. 99 Uit Bos-van der List/Oracle blijkt dat het ter beschikking stellen van gebrekkig materiaal, een jeep zonder veiligheidsgordels, leidt tot een schending van de zorgplicht. 100 Het Rollerskates-arrest sluit hierop aan door de zorg- en preventieplicht geschonden te achten mede doordat geen beschermingsmiddelen waren uitgereikt bij de workshop. 101 Dit criterium valt tevens binnen de Kelderluikfactoren aangezien de bezwaarlijkheid van het nemen van voorzorgsmaatregelen daarin wordt beoordeeld. Hoe ver de zorgplicht reikt is met het Rollerskates-arrest nog niet uitgekristalliseerd. De tweede vraag is of de Hoge Raad de zorgplicht beperkt tot activiteiten die een bijzonder risico vormen, zoals omschreven in de formulering van de zorgplicht: 95 Rechtbank Amsterdam 4 augustus 1999, JAR 1999/172 (Huijgen/Delta Lloyd); Hof Den Bosch 6 juli 2004, JAR 2004/187 (Gielen/Spaar Select). 96 Rechtbank Amsterdam 7 april 2004, JAR 2004/108 (Six/KPMG). 97 Noot Vegter bij Rechtbank Amsterdam 7 april 2004, JAR 2004/108 (Six/KPMG). 98 Hof Den Bosch 22 juni 2004, JAR 2004/237 met noot Vegter (Hoogstad/Vlisco Helmond); Rechtbank Utrecht 3 september 1997, JAR 2000/13 (Bos-van der List/Oracle). 99 Hof Den Bosch 22 juni 2004, JAR 2004/237 met noot Vegter (Hoogstad/Vlisco Helmond). 100 Rechtbank Utrecht 3 september 1997, JAR 2000/13 (Bos-van der List/Oracle). 101 HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos), r.o

23 ( ) Daarbij geldt dat een werkgever die voor zijn personeel een activiteit organiseert of doet organiseren waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers verbonden is, uit hoofde van de eisen van goed werkgeverschap gehouden is de ter voorkoming van die schade redelijkerwijs van hem te verlangen zorg te betrachten.(...) 102 A-G Spier wilde dit in ieder geval wel. Of een bedrijfsuitje als een bijzonder risico moet worden beschouwd, zou dan moeten worden bepaald aan de hand van de Kelderluikfactoren. 103 Een probleem daarbij is mijn inziens dat juist bedrijfsuitjes regelmatig bestaan uit activiteiten die in beginsel risicovol zijn, zoals raften, survivalleen, zeilen. Of activiteiten een bijzonder risico voor de medewerkers vormen, zal onder andere afhangen van de ervaring en conditie van de medewerkers. Zoals Klaassen het omschrijft, het is iets anders als de medewerkers van de sportschool gaan survivalleen dan als de medewerkers van de administratie dat gaat doen. 104 In het geval van mevrouw den Brink lijkt er evident sprake van te zijn van een gevaarlijke activiteit aangezien ongeoefende medewerkers zonder beschermingsmiddelen aan het rollerskaten waren op een marmeren vloer. 105 Indien de Hoge Raad inderdaad de zorgplicht heeft willen beperken tot in beginsel gevaarlijke activiteiten, heeft dit tot gevolg dat onzekerheid ontstaat over wanneer een bedrijfsuitje een bijzonder risico op schade omvat. Deze afbakening lijkt mij zeer moeilijk te geven. Stel dat in de onderhavige zaak het rolschaatsen niet had plaatsgevonden op een marmeren vloer, maar op laminaat en instructies waren gegeven, was de schending van de zorgplicht van de werkgever mijn inziens veel moeilijker aan te tonen. Waar deze grens ligt, is voor werkgevers moeilijk in te schatten. Klaassen pleit om deze reden voor de mogelijkheid dat werkgeversaansprakelijkheid bij alle personeelsactiviteiten mogelijk moet zijn. Zij wijst er echter wel op dat de werkgever niet bij elke letselschade die bij een personeelsactiviteit ontstaat, aansprakelijk moet kunnen zijn. 106 Anders ontstaat de situatie dat werkgevers eerder aansprakelijk zijn bij personeelsactiviteiten dan bij de normale werkzaamheden van werknemers. Hartlief geeft aan dat een bijzonder risico moet worden opgevat als een relevant risico waarvan sprake is als de werkgever er niet op mag vertrouwen 102 Idem, r.o Conclusie r.o & 9.13 bij HR 17 april 2009, LJN BH1996 (M/V Communicatie/Van den Brink-Bos), r.o Klaassen 2009, p Zie o.a. A-G Spier in zijn conclusie, r.o en Klaassen 2009, p Klaassen 2009, p. 9; Zie ook noot Vegter bij Rechtbank Amsterdam 7 april 2004, JAR 2004/108 (Six/KPMG). 22

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2009:BH1996

ECLI:NL:HR:2009:BH1996 ECLI:NL:HR:2009:BH1996 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 17-04-2009 Datum publicatie 17-04-2009 Zaaknummer 08/00635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BH1996

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K.

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Teuben 1 Inleiding In het eerste deel van deze bijdrage is ingegaan

Nadere informatie

Scriptie: Werkgeversaansprakelijkheid voor bedrijfsuitjes

Scriptie: Werkgeversaansprakelijkheid voor bedrijfsuitjes Scriptie: Werkgeversaansprakelijkheid voor bedrijfsuitjes, 5890225 Scriptiebegeleider: E.M. Hoogeveen Inhoudsopgave Inleiding... 3 1.1 Vooraf... 5 1.2 In de uitoefening van de werkzaamheden artikel 7:658

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid

Werkgeversaansprakelijkheid Werkgeversaansprakelijkheid Het gevaar van bedrijfsuitjes voor werkgevers Rukshana Guman 5730651 rg-@live.nl Master Privaatrechtelijke rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam Augustus 2014 Scriptiebegeleider

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid drs V.G.J. (Vincent) Zwijnenberg 8 april 2010 Onderwerpen 1. De behoorlijke verzekering volgens de Hoge Raad 2. De behoorlijke verzekering

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW

Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW Werkgeversaansprakelijkheid voor ongevallen en de functie van 7:611 BW Foto: Gelrenieuws.nl Open Universiteit Master Rechtsgeleerdheid Simon van Well Studentnummer 839133805 Datum: 23 juni 2013 Hoofdstuk

Nadere informatie

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard LWV Voorprogramma Het nieuwe werken Rob Brouwer, 8 mei 2012 1 Het nieuwe werken Ontwikkelingen > Hoger opgeleid > Deeltijd > Thuiswerken > Work/life balance > Andere eisen aan het werk 2 Het nieuwe werken

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ

Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ 27 januari 2010 Werkgeversaansprakelijkheid FiDiZ Chris van Dijk Werkgeversaansprakelijkheid: algemeen Artikel 7:658 BW Art. 7:658 lid 1: inhoud zorgplicht werkgever: lokalen, werktuigen en gereedschappen

Nadere informatie

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 1. Inleiding Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nieuwe markten in alle delen van de wereld zelfs

Nadere informatie

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? Claimcultuur, het maar raak claimen? Ook in Nederland toenemend claimbewustzijn bij burgers en bedrijven.

Nadere informatie

Hoge Raad, 12 januari 2001

Hoge Raad, 12 januari 2001 Hoge Raad, 12 januari 2001 Samenvatting Vier bouwvakkers rijden in een busje van de werkgever van Didam naar Amsterdam om werkzaamheden te verrichten aan de Amsterdam Arena. Het busje wordt bij toerbeurt

Nadere informatie

13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten

13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten Monografieën Privaatrecht 13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten S.D. Lindenbergh Tweede druk ï Kluwer a Wolters Kluwer business Kluwer- Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1 Het thema

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns NIS-bijeenkomst 17 januari 2013 Herstelcoach Actualiteiten Arlette Schijns Wat ga ik met jullie bespreken? Herstelcoach: de juridische inbedding Actualiteiten - Verkeersongevallenjurisprudentie: 7:611

Nadere informatie

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1 Geen schending zorgplicht bij een val tijdens het volgen van een BHV-cursus (Gerechtshof Amsterdam, 24 mei 2017) Werknemer is op 6 augustus 1977 in dienst getreden bij zijn werkgever. Werknemer vervult

Nadere informatie

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief

Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 570000899/8338 000899/8338484. Zorgplicht over de landsgrenzen voor uw internationaal opererende werknemers: een juridisch perspectief 1. Inleiding Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nieuwe markten

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Congres Veiligheid & Toezicht 10 november 2014 Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Mr. E.H. de Joode Inleiding Veiligheid & Toezicht Op de werkvloer Ondergeschiktheid werknemer Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

Scriptie van Lineke Vlendré

Scriptie van Lineke Vlendré Scriptie van Lineke Vlendré Een ongeluk zit in een klein hoekje. Van zorgplicht naar verzekeringsplicht? Onderzoek naar de ontwikkelingen op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid en de ( on) verzekerbaarheid

Nadere informatie

De werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW

De werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW De werkgeveraansprakelijkheid ex artikel 7:611 BW Demi Al Studentnummer: 10309179 Scriptiebegeleider: de heer A.V.T. de Bie 2013-2014 Nieuwe Zijds Burgwal 34C 1141 TE Monnickendam t 06-285 329 50 e-mail

Nadere informatie

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID door Mariken Peters sectie aansprakelijkheid, verzekeringen en (letsel)schade STELLING 1 Als de werknemer een arbeidsongeval op de werkplek overkomt, is de werkgever altijd

Nadere informatie

Hoe ver reikt de aansprakelijkheid van de werkgever?

Hoe ver reikt de aansprakelijkheid van de werkgever? Hoe ver reikt de aansprakelijkheid van de werkgever? Werkgeversaansprakelijkheid buiten de werkplek Masterscriptie Universiteit van Amsterdam Master Privaatrecht Privaatrechtelijke rechtspraktijk Naam:

Nadere informatie

Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht. Herengracht 584 Telefoon: +31 (0)20 521 06 90

Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht. Herengracht 584 Telefoon: +31 (0)20 521 06 90 Maandag 18 mei 2015 Supernova Jaarbeurs Utrecht 1 De nieuwe zorgplicht Flexibele arbeidskrachten en aansprakelijkheid opdrachtgever 2 Werkgeversaansprakelijkheid is een soep van rechtspraak. Ruim honderd

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid: Algemeen

Werkgeversaansprakelijkheid: Algemeen @AVDRnl Werkgeversaansprakelijkheid: Algemeen Artikel 7:658 BW Art. 7:658 lid 1: inhoud zorgplicht werkgever: lokalen, werktuigen en gereedschappen maatregelen en aanwijzingen redelijkerwijs voorkomen

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

www.avansplus.nl Welkom

www.avansplus.nl Welkom Welkom Tot 1 oktober 2006 kon werknemer niet instemmen met einde dienstverband zonder verlies WW-rechten. Heeft geleid tot pro-forma praktijk. Vanaf 1 oktober 2006 is deze mogelijkheid er wel. Voorwaarde

Nadere informatie

Voorwoord. Voorwoord

Voorwoord. Voorwoord Voorwoord Voorwoord Het zit er op. Naar ongeveer vierenhalf jaar studeren sluit ik met deze scriptie mijn studie Nederlands Recht aan de Radboud Universiteit af. Een studie die mij elk collegejaar maar

Nadere informatie

Dit is het overzicht van de verplichte arresten van Algemene Rechtswetenschap

Dit is het overzicht van de verplichte arresten van Algemene Rechtswetenschap Voorwoord Dit is het overzicht van de verplichte arresten van Algemene Rechtswetenschap 2 2016-2017. Dit overzicht is geschreven naar eigen inzicht van de auteur. Bij het maken van deze overzichten wordt

Nadere informatie

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd. Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

11-11-11, de Hoge Raad en 7:611

11-11-11, de Hoge Raad en 7:611 11-11-11, de Hoge Raad en 7:611 Duidelijk, maar onvermijdelijk arbitrair M e v r o u w m r. A. K r i s p i j n * Het gebruik van artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (BW) als grondslag voor werkgeversaansprakelijkheid

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

KENNISBROCHURE WEGAS XL. De personeelsschadeverzekering

KENNISBROCHURE WEGAS XL. De personeelsschadeverzekering KENNISBROCHURE WEGAS XL De personeelsschadeverzekering Versie 12-2018 WEGAS XL Primair DE PERSONEELSSCHADEVERZEKERING WEGAS XL Primair dekt de schade die een volgens de wet aan zijn werknemers moet vergoeden

Nadere informatie

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Auteur: Jack Damen en Gerrit Jan Mulder Personeel & Organisatie Avans +, dé specialist in het ontwikkelen van mensen en organisaties.

Nadere informatie

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691 beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-2969 uitspraak: 21

Nadere informatie

Maar wij hebben alles goed geregeld. juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen

Maar wij hebben alles goed geregeld. juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen Maar wij hebben alles goed geregeld toch? juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen Achtergrond Jurist (privaatrecht en strafrecht) Register-Expert Nostimos Letselschadedeskundigen

Nadere informatie

mr. ing. R.O.B. Poort

mr. ing. R.O.B. Poort AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VEILIGHEIDSKUNDIGE 17 maart 2011 mr. ing. R.O.B. Poort 17 maart 2011 www.bureaupoort.nl 1 OPBOUW WORKSHOP Beroepsaansprakelijkheid algemeen Wanprestatie (contractueel) Onrechtmatige

Nadere informatie

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen 13 mei 2014 Netwerk sport bewegen en gezonde leefstijl Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag ongevallen Aspecten van verzekering

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-472 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 oktober 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Schadeverzekering voor Werknemers.

Schadeverzekering voor Werknemers. Schadeverzekering voor Werknemers Speciaal voor uw medewerkers Dé schadeverzekering voor werknemers Werkgevers worden steeds vaker met succes verplicht de schade te vergoeden die ontstaat doordat een werknemer

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID BIJ BEDRIJFSONGEVALLEN. Artikel 7:658 BW en de zorgplicht van de werkgever:

WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID BIJ BEDRIJFSONGEVALLEN. Artikel 7:658 BW en de zorgplicht van de werkgever: WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID BIJ BEDRIJFSONGEVALLEN Artikel 7:658 BW en de zorgplicht van de werkgever: De koers van de Hoge Raad op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid ex artikel 7:658 BW sinds

Nadere informatie

Werkgerelateerde verkeersongevallen. Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst

Werkgerelateerde verkeersongevallen. Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst Werkgerelateerde verkeersongevallen Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst U kent het wel, zo n typisch Zeeuwse weg Verkeersongevallen zitten in een klein hoekje Wat nu bij (letsel)schade? Allerlei

Nadere informatie

DE INVLOED VAN DE EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WERKNEMER OP DE WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN

DE INVLOED VAN DE EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WERKNEMER OP DE WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN DE INVLOED VAN DE EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WERKNEMER OP DE WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN Afstudeerscriptie Nederlands Recht, ongedeelde richting Open Universiteit

Nadere informatie

Safety Event 2015. Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine. www.vandiepen.com

Safety Event 2015. Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine. www.vandiepen.com Safety Event 2015 www.vandiepen.com Remko Roosjen en Didi Rinkel Aansprakelijkheid na ingebruikname machine Agenda Introductie Ce-uitspraken.eu Contractuele verplichtingen Europese product- en sociale

Nadere informatie

Een dubbele zorgplicht en (g)een enkele zeggenschap

Een dubbele zorgplicht en (g)een enkele zeggenschap Een dubbele zorgplicht en (g)een enkele zeggenschap De werkgeversaansprakelijkheid van art. 7:658 BW in de thuiszorg Marjo Vink-Jacobs studentnummer 836174869 Master Opleiding Nederlands Recht Open Universiteit,

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-693 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 augustus 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van art. 7:658 en 7:611BW: een overzicht van de stand van zaken P.W.H.M. Willems en K.

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van art. 7:658 en 7:611BW: een overzicht van de stand van zaken P.W.H.M. Willems en K. Werkgeversaansprakelijkheid op grond van art. 7:658 en 7:611BW: een overzicht van de stand van zaken P.W.H.M. Willems en K. Teuben 1 Inleiding Wanneer een werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn

Nadere informatie

Aansprakelijkheid op het ijs

Aansprakelijkheid op het ijs Aansprakelijkheid op het ijs KNSB verenigingsdag voor bestuurders 3 november 2007 Bart Bendel Wouter Vermaas Inhoud workshop Aansprakelijkheid van: Schaatsers Verenigingen Trainers Aansprakelijkheid van

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-294 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. S. Riemens en mr. drs. S.F. Van Merwijk, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:2191

ECLI:NL:CRVB:2014:2191 ECLI:NL:CRVB:2014:2191 Instantie Datum uitspraak 26-06-2014 Datum publicatie 01-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-1859 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Gerechtshof s-hertogenbosch 22 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:5328

Gerechtshof s-hertogenbosch 22 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:5328 Gerechtshof s-hertogenbosch 22 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:5328 Noot J.H.G. Verweij-Hoogendijk en I. van der Zalm Werkgeversaansprakelijkheid. Arbeidsongeval. Beschermingsmiddelen. Zorgplicht. Predispositie.

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid inzake huis-, tuin-, en keukenongevallen Eigen schuld, dikke bult! Ook tijdens het werk?

Werkgeversaansprakelijkheid inzake huis-, tuin-, en keukenongevallen Eigen schuld, dikke bult! Ook tijdens het werk? Werkgeversaansprakelijkheid inzake huis-, tuin-, en keukenongevallen Eigen schuld, dikke bult! Ook tijdens het werk? Afstudeerscriptie van de opleiding HBO-rechten ten behoeve van ARAG Rechtsbijstand Roermond

Nadere informatie

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW Op 1 februari 2008 heeft de Hoge Raad twee interessante arresten gewezen over goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). Hoge Raad 1 februari 2008, LJN BB4767 Feiten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Het is tijd voor een heldere werkgeversaansprakelijkheid

Het is tijd voor een heldere werkgeversaansprakelijkheid Masterthesis Rechtsgeleerdheid Het is tijd voor een heldere werkgeversaansprakelijkheid Een zoektocht naar een eenvoudig systeem dat rechtszeker en rechtsgelijk is, een verdergaande bescherming aan werknemers

Nadere informatie

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1 Inleiding Na hevige regenval ondervindt eigenaar X ernstige waterschade in het privé gedeelte van zijn appartement. De regen is via de gevel het privé gedeelte binnengedrongen.

Nadere informatie

Twaalf ambachten, dertien ongelukken: werkgeversaansprakelijkheid bij arbeidsongevallen

Twaalf ambachten, dertien ongelukken: werkgeversaansprakelijkheid bij arbeidsongevallen Twaalf ambachten, dertien ongelukken: werkgeversaansprakelijkheid bij arbeidsongevallen J.G.L. DORRESTEIN, B.A.M. HAMPSINK & M.J. JONGSTE 1 1. Inleiding Jaarlijks vinden in Nederland gemiddeld meer dan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357 ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9357 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 16-06-2010 Datum publicatie 25-06-2010 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 637248 UC EXPL

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Casus 8 Even Apeldoorn bellen

Casus 8 Even Apeldoorn bellen 2010, Noordhoff Uitgevers bv Casus 8 Even Apeldoorn bellen Helaas komt het maar al te regelmatig voor dat werknemers betrokken raken bij een bedrijfsongeval. Langdurige uitval, hoge rekeningen, veel pijn

Nadere informatie

De behoorlijke verzekering van de werkgeversaansprakelijkheid

De behoorlijke verzekering van de werkgeversaansprakelijkheid De behoorlijke verzekering van de werkgeversaansprakelijkheid Wat houdt het in en wat zijn de gevolgen Universiteit: Tilburg University Naam: A.J. Nieuwenhuijse ANR: 946005 Begeleiders: Mw. mr. J.M.H.P.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6240

ECLI:NL:RBROT:2015:6240 ECLI:NL:RBROT:2015:6240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08-05-2015 Datum publicatie 28-08-2015 Zaaknummer 3260279 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not?

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? PIV Jaarconferentie 18 maart 2016 Saskia Phoelich-Pontier NN Advocaten Stelling De Kelderluikcriteria geven onvoldoende handvatten om in specifieke gevallen te

Nadere informatie

Schadeverzekering voor Werknemers

Schadeverzekering voor Werknemers Schadeverzekering voor Werknemers Werkgevers worden steeds vaker met succes verplicht de schade te vergoeden die ontstaat doordat een werknemer een ongeval overkomt tijdens werkzaamheden, maar bijvoorbeeld

Nadere informatie

Flexibilisering van arbeidsverhoudingen en werkvormen

Flexibilisering van arbeidsverhoudingen en werkvormen Flexibilisering van arbeidsverhoudingen en werkvormen Hoe het zit met de werkgeversaansprakelijkheid J.M. van Maanen (0145432) Universiteit van Amsterdam December 2012 Inleiding... 4 Probleemstelling...

Nadere informatie

De zzp er, Deliveroo en de verzekeringsplicht

De zzp er, Deliveroo en de verzekeringsplicht De zzp er, Deliveroo en de verzekeringsplicht Naam: Marijn Cok Mastertrack: Arbeidsrecht Begeleider: Evert Verhulp Inleverdatum: 27 juli 2018 INHOUDSOPGAVE Inleiding / 4 Methodologie / 4 Afbakening / 4

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-351 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 juni 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Voorwoord. Brunssum, 20 oktober 2009

Voorwoord. Brunssum, 20 oktober 2009 Voorwoord Deze scriptie is geschreven ter afsluiting van de master Recht & Management, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, aan de Universiteit van Tilburg. De scriptie gaat in op het leerstuk van de werkgeversaansprakelijkheid,

Nadere informatie

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever?

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? In januari 2016 zal de Wet flexibel werken in werking treden. Door de invoering van deze wet worden de mogelijkheden voor werknemers om flexibel

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-789 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. A. Wigger, leden en mr. D.P. van Strien, secretaris) Klacht ontvangen op : 29

Nadere informatie

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De

Nadere informatie

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Het komt regelmatig voor dat een werknemer na afloop van de wachttijd voor de WIA (104 tot 156 weken) niet in staat is zijn eigen werkzaamheden

Nadere informatie

11 Onbeantwoorde vragen over de aansprakelijkheid van de werkgever voor arbeidsongevallen?

11 Onbeantwoorde vragen over de aansprakelijkheid van de werkgever voor arbeidsongevallen? 11 Onbeantwoorde vragen over de aansprakelijkheid van de werkgever voor arbeidsongevallen? Y.L.L.A.M. Delfos-Roy 1 INLEIDING Wanneer een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt,

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

Programma Een actueel licht op aansprakelijkheid

Programma Een actueel licht op aansprakelijkheid Programma Een actueel licht op aansprakelijkheid Werkgeversaansprakelijkheid: wettelijke achtergrond jurisprudentie ingehuurde ZZP-ers Productaansprakelijkheid wettelijke achtergrond 3D printing import

Nadere informatie

Peilstation Intensief Melden

Peilstation Intensief Melden Peilstation Intensief Melden Adviseren over beroepsziekten Mr.drs. Niek Weesie Beroepsziekte Artikel 9 lid 3 Arbowet De persoon bedoeld in artikel 14, eerste lid, die belast is met de taak, bedoeld in

Nadere informatie