Code Instellingen. Inhoudsopgave. Inleiding. Code instellingen algemeen Diagnosecodes Lokalisatie Aandoening Verwijsspecialisme Indicatiecodes

Transcriptie

1 Code Instellingen Inhoudsopgave Inleiding Code instellingen algemeen Diagnosecodes Lokalisatie Aandoening Verwijsspecialisme Indicatiecodes

2 Inleiding In deze handleiding worden verschillende Code instellingen behandeld. Bij de inhoudsopgave kunt u direct het gewenste onderdeel van een handleiding aanklikken. Alle instellingen zijn te vinden onder de [WinMens / Bestandknop]. Deze knop verschilt per gekozen thema van uiterlijk, maar staat altijd het meest links bovenin uw scherm. Voorbeelden van de verschillende weergaven van de WinMens / Bestandknop in verschillende visuele thema s. U stelt een ander thema in bij het onderdeel Instellingen WinMens op het tabblad Programma.

3 Code instellingen algemeen Voor het aanpassen van de Code instellingen klikt u op de [WinMens / Bestandknop] links bovenin uw scherm, daarna selecteert u Code instellingen. Nadat u Code instellingen heeft geselecteerd opent een nieuw scherm. In deze module zijn verschillende gegevens aan te passen of te veranderen. Elk tabblad heeft dezelfde opties. U kunt een record toevoegen, wijzigen of verwijderen. Per record dat u toevoegt of wijzigt moet u de gegevens opslaan. Voor het toevoegen van een code, klikt u op de knop [Toevoegen]. U vult de gegevens helemaal onder in het scherm bij het vakje achter Code en het vakje achter Omschrijving in. Na het invullen, klikt u op de knop [Opslaan] om de gegevens op te slaan of [Annuleren] om terug te gaan naar het beginscherm van het tabblad waarop u aan het werk bent. U kunt ook een bestaand record wijzigen of verwijderen. U selecteert het record dat u wilt wijzigen of verwijderen. Als u het record wilt wijzigen klikt u op de knop [Wijzigen], daarna kunt u net als bij het toevoegen, de gegevens onderin het scherm aanpassen. Na het wijzigen moet u de gegevens wel opslaan om de wijziging door te voeren. Wilt u het record verwijderen, dan klikt u op de knop [Verwijderen]. Hierna krijgt u de vraag of u dit record wilt verwijderen.

4 Met de knop [Ja] verwijdert u de gegevens ook echt. Wilt u het record niet uit de lijst verwijderen dan klikt u op de knop [Nee]. Nadat u op de knop [Ja] heeft geklikt is het record helemaal uit de lijst verwijderd. De module Code instellingen opent standaard met het tabblad Diagnosecodes.

5 Diagnosecodes Op dit tabblad kunt u standaard voorselectie van diagnosecodes toevoegen, aanpassen of verwijderen. De lijst met de voorselectie van diagnosecodes kunt u terugvinden bij het aanmaken of wijzigen van een verwijzing. In het comboboxje in het 2 e hokje achter Diagnosecode staan de voorgeselecteerde codes met de daaraan gekoppelde omschrijvingen.

6 Lokalisatie Op dit tabblad vind u de codes en omschrijvingen die u bij het toevoegen of wijzigen van een verwijzing kunt vinden onder het comboboxje achter het vak lokalisatie.

7 Aandoening Op dit tabblad vind u de codes en omschrijvingen die u bij het toevoegen of wijzigen van een verwijzing kunt vinden onder het comboboxje achter het vak aandoening.

8 Verwijsspecialisme Op dit tabblad vind u de codes en omschrijvingen die u bij het toevoegen of wijzigen van een verwijzing kunt vinden onder het comboboxje achter het vak verwijsspecialisme.

9 Ook kunt u de verwijsspecialisme records gebruiken bij het invoeren van een contact. U kunt deze codes vinden onder het comboboxje achter het van Specialisme. Doordat de code al aan het contact is toegevoegd, hoeft u, wanneer u een verwijzer met een ingevuld verwijsspecialisme op de verwijzing selecteert, geen verwijsspecialisme meer te selecteren, omdat dit dan automatisch geselecteerd wordt.

10 Indicatiecodes Op dit tabblad vind u de codes en omschrijvingen die u bij het toevoegen of wijzigen van een verwijzing kunt vinden onder het comboboxje achter het vak indicatiecode.