ORBA informatiebijeenkomst. Introductie nieuwe referentiefuncties in het Schoonmaaken Glazenwassersbedrijf. R.P.J. (Ruud) Niessen M.

Transcriptie

1 ORBA informatiebijeenkomst Introductie nieuwe referentiefuncties in het Schoonmaaken Glazenwassersbedrijf R.P.J. (Ruud) Niessen M. (Maaike) Jacobi

2 Even voorstellen: EVZ organisatie-advies - Opgericht in adviseurs, 3 ondersteuners - Advies over optimalisatie van effectiviteit van HRM - Licentiehouder ORBA-methode van functiewaardering - Recent onderzoek naar actualisatie referentiefuncties in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2

3 Agenda 1. Inleiding 2. Referentiefuncties 3. Wat is ORBA? 4. Bedrijfsfuncties 5. Implementatie 6. Bezwaar en beroep 7. Terugblik en afsluiting 3

4 1. Inleiding 4

5 1. Inleiding (1/8) Opdrachtgever: cao-partijen vertegenwoordigd in de RAS Aanleiding: - Actualisatie-slag: aard en inhoud van de functies - Verbeterde toepassing referentiemateriaal: betere onderbouwing indeling bedrijfsfuncties, niveau-onderscheid beter uitlegbaar 5

6 1. Inleiding (2/8) Wat wel en wat niet? - Nieuw referentiemateriaal voor: A-deel (schoonmaakonderhoud) B-deel (specialistisch schoonmaakonderhoud) - Géén nieuw referentiemateriaal voor het C-deel (administratieve, ondersteunende en leidinggevende functies) 6

7 1. Inleiding (3/8) Wat hebben we gedaan? - Overleg met werkgroepen OSB-leden voor A- en B-deel als input voor ontwikkelingen, wensen/behoeften e.d. - Bedrijven bezoeken: ophalen van informatie over functies - Uitwerken functiebeschrijvingen en NOK s + toets door werkgevers en kaderleden vakbonden - Waarderen functies + toets door functiewaarderings-deskundigen van de vakbonden - CAO-partijen besluiten over vaststelling en implementatie (informatievoorziening, voorlichting) 7

8 1. Inleiding (4/8) Resultaat: - 12 nieuwe referentiefuncties verspreid over 6 functiegroepen A-deel: 7 referentiefuncties B-deel: 5 referentiefuncties - Verschillen in niveau tussen referentiefuncties zijn uitgewerkt in Niveau Onderscheidende Kenmerken matrix (NOK) - Referentiefuncties zijn gekoppeld aan het functiegroepenstelsel 8

9 1. Inleiding (5/8) Veranderingen t.o.v. het huidige referentiemateriaal: - I.p.v. nadruk op taken nadruk op te behalen resultaten en niveaubepalende factoren - Minder referentiefuncties NOK s geven inzicht in niveau onderscheidende kenmerken van de referentiefuncties - Algemener beschreven functies bijv. geen onderscheid meer tussen transportmiddelen - Verandering in indeling van de objectleider zwaardere eisen aan leidinggevende verantwoordelijkheden 9

10 1. Inleiding (6/8) Huidige referentiefuncties glazenwasser Loongroep Glazenwasser A 1 Nieuwe referentiefuncties glazenwasser Glazenwasser B 1 + 5% Glazenwasser I Zelfstandig glazenwasser 2 Glazenwasser II Allround glazenwasser 2 + 5% Meewerkend voorman buiten I 3 Meewerkend voorman buiten II De schuingedrukte functies zijn uitgewerkt in een functiebeschrijving. De overige functies zijn uitgewerkt in de bijbehorende NOK. 10

11 1. Inleiding (7/8) Huidige referentiefuncties schoonmaakonderhoud transportmiddelen Werknemer dagelijks schoonmaak-onderhoud vliegtuigen Medewerker keerpuntreiniging treinen Werknemer dagelijks schoonmaak-onderhoud perrons/stations Medewerker modulaire en keerpuntreiniging treinen Werknemer dagelijks en periodiek schoonmaakonderhoud perrons/stations Werknemer periodiek schoonmaak-onderhoud treinen Werknemer schoonmaakonderhoud autobussen Loongroep Nieuwe referentiefuncties schoonmaakonderhoud transportmiddelen 1 Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen I 1 + 5% Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen II 2 Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen III De schuingedrukte functies zijn uitgewerkt in een functiebeschrijving. De overige functies zijn uitgewerkt in de bijbehorende NOK. 11

12 1. Inleiding (8/8) Huidige referentiefuncties objectleider Objectleider (algemeen schoonmaakonderhoud) Ambulant objectleider (algemeen schoonmaakonderhoud) Loongroep Nieuwe referentiefuncties objectleider 3 (Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud I 3 + 5% (Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud II (Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud III De schuingedrukte functies zijn uitgewerkt in een functiebeschrijving. De overige functies zijn uitgewerkt in de bijbehorende NOK. 12

13 2. Referentiefuncties 13

14 2. Referentiefuncties (1/3) Referentiefunctie: Een voorbeeldfunctie gebaseerd op in de bedrijfstak veel voorkomende functies, waarbij inhoud is losgekoppeld van bedrijfsspecifieke aspecten Een referentiefunctie is niet automatisch een bedrijfsfunctie! Doel: onderbouwd indelen van bedrijfsfuncties in een passende loongroep in de CAO. 14

15 2. Referentiefuncties (2/3) Onderdelen van de referentiefunctie: A. Kenmerken van de referentiefunctie B. Organisatie (leiding geven/ontvangen) C. Verantwoordelijkheden / kerntaken D. Bezwarende omstandigheden 15

16 Functieprofiel medewerker algemeen schoonmaakonderhoud I 16

17 4. Referentiefuncties (3/3) NOK (Niveau Onderscheidende Kenmerken): Een matrix met een beschrijving van de kenmerken die het verschil qua niveau tussen functies in een reeks bepalen aan de hand van specifieke aspecten/criteria. Ten grondslag aan een NOK ligt normaliter één functie-omschrijving. 17

18 NOK medewerker algemeen schoonmaakonderhoud 18

19 3. Wat is ORBA? 19

20 3. Wat is ORBA? (1/3) - Breed in Nederland toegepaste functiewaarderingsmethode (branches / organisaties) de referentiefuncties voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf zijn onderbouwd met versie ORBA PM - Breed maatschappelijk draagvlak (werkgevers / werknemers) - Kwaliteitsborging door onderlinge systeemtoetsing systeemeigenaar, licentiehouders en vakorganisaties beroepsprocedures 20

21 3. Wat is ORBA? (2/3) - Methode om geobjectiveerd het niveau van een functie te bepalen - Weegt de zwaarte van de functie, niet het functioneren van de medewerker - De te wegen eisen zijn genormeerd in de ORBA-methode - De weging leidt tot een zwaarte-getal = het functieniveau - Het functieniveau leidt tot indeling in een functie-/salarisgroep 21

22 3. Wat is ORBA? (3/3) ORBA PM verwachte functionele vereiste werkgerelateerde BIJDRAGEN BESLISSINGEN BEKWAAMHEDEN BEZWAREN EFFECT PROBLEMATIEK KENNIS ZWAARTE RELATIONELE INVLOED COMMUNICATIE HOUDING & BEWEGING POSITIONELE INVLOED MOTORIEK WERK OMSTANDIGH. PERSOONLIJK RISICO 22

23 4. Bedrijfsfuncties 23

24 4. Bedrijfsfuncties (1/15) Bedrijfsfunctie: Een functie die in een bepaalde organisatie door de werkgever is vastgesteld en als uitgangspunt geldt voor de werkzaamheden van medewerkers die worden geplaatst op de betreffende functie. Een referentiefunctie is niet automatisch een bedrijfsfunctie! Doel bedrijfsfuncties: 1. Structuurdoel: afbakening verantwoordelijkheid in de organisatie 2. Niveaudoel: onderlegger indeling (en dus salarisbereik) 3. Sturingsdoel: handvat om resultaat- en ontwikkelafspraken te maken 24

25 4. Bedrijfsfuncties (2/15) Hoe deel ik een bedrijfsfunctie in? 1. Uitgangspunt = vastgestelde bedrijfsfunctie 2. Kies op basis van inhoud de best passende referentiefunctie(s) 3. Vergelijk de inhoud van de bedrijfsfunctie met die van de referentiefunctie(s) en de bijbehorende NOK(s) 4. Trek conclusies over de zwaarte van de bedrijfsfunctie ten opzichte van de geselecteerde referentiefunctie o.b.v. o.m.: a. de omvang (breedte) van taken en verantwoordelijkheden b. de moeilijkheidsgraad (diepte) van taken en verantwoordelijkheden c. kenmerken van de organisatorische context 5. Stel de indeling van de bedrijfsfunctie (beargumenteerd) vast 6. Informeer de medewerker(s) schriftelijk over de indeling 25

26 4. Bedrijfsfuncties (3/15) Een voorbeeld m.b.t. het indelen van bedrijfsfuncties: Indelen van de (fictieve) bedrijfsfunctie medewerker schoonmaakonderhoud bussen Taken en verantwoordelijkheden functiehouder: - uitvoeren van dagelijkse en periodieke schoonmaakwerkzaamheden aan bussen - werkprogramma s en methoden staan vast - sommige werkzaamheden vragen om een inschatting van de toe te passen werkmethode, die in sommige gevallen afwijkend is van de standaard 26

27 4. Bedrijfsfuncties (4/15) Best passende referentiefunctie? Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen II* Is er een NOK beschikbaar? Ja, de NOK medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen niveau I, II en III Bestudeer de functiebeschrijving en de NOK en vergelijk deze met de bedrijfsfunctie * Hiermee wordt de niveauvariant bedoeld die volledig is uitgewerkt als functie 27

28 4. Bedrijfsfuncties (5/15) 28

29 4. Bedrijfsfuncties (6/15) Conclusie: De in te delen functie komt, kijkend naar de niveau onderscheidende kenmerken, het meest overeen met de medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen II. Indeling conform deze functie is dan ook het meest passend. 29

30 4. Bedrijfsfuncties (7/15) Een voorbeeld m.b.t. het indelen van bedrijfsfuncties: Indelen van de (fictieve) bedrijfsfunctie meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud Taken en verantwoordelijkheden functiehouder: - aansturing van 5 medewerkers algemeen schoonmaak-onderhoud, zelf voor 80% meewerkend - werkzaamheden vinden plaats in ziekenhuizen, o.a. in operatiekamers er worden strenge eisen gesteld aan de kwaliteit en tijdigheid van uitgevoerde schoonmaak-werkzaamheden - er vindt regelmatig overleg plaats met de opdrachtgever over uitgevoerde en aanvullende werkzaamheden 30

31 4. Bedrijfsfuncties (8/15) Best passende referentiefunctie? Meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud I Is er een NOK beschikbaar? Ja, de NOK meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen niveau I en II Bestudeer de functiebeschrijving en de NOK en vergelijk deze met de bedrijfsfunctie 31

32 4. Bedrijfsfuncties (9/15) 32

33 4. Bedrijfsfuncties (10/15) Conclusie: De in te delen functie komt, kijkend naar de niveau onderscheidende kenmerken, het meest overeen met de Meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud II. Indeling conform deze functie is dan ook het meest passend. 33

34 4. Bedrijfsfuncties (11/15) Nog een voorbeeld m.b.t. het indelen van bedrijfsfuncties: Indelen van de (fictieve) bedrijfsfunctie ambulant objectleider algemeen schoonmaakonderhoud Taken en verantwoordelijkheden functiehouder: - verantwoordelijk voor de realisatie van schoonmaakonderhoud op 3 verschillende locaties - er is sprake van een vast werkprogramma op alle locaties, incidenteel komen afwijkingen voor - hiërarchisch leidinggeven aan ca. 15 medewerkers - is aanspreekpunt voor de klant en verzorgt afstemming 34

35 4. Bedrijfsfuncties (12/15) Best passende referentiefunctie? (Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud II Is er een NOK beschikbaar? Ja, de NOK (ambulant) objectleider algemeen schoonmaak-onderhoud, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen niveau I, II (referentie) en III Bestudeer de functiebeschrijving en de NOK en vergelijk deze met de bedrijfsfunctie 35

36 4. Bedrijfsfuncties (13/15) 36

37 4. Bedrijfsfuncties (14/15) Conclusie: De in te delen functie komt, kijkend naar de niveau onderscheidende kenmerken, het meest overeen met de (ambulant) objectleider II. Indeling conform deze functie is dan ook het meest passend. 37

38 4. Bedrijfsfuncties (15/15) NB: een bedrijfsfunctie hoeft niet altijd conform een niveauvariant zoals uitgewerkt in de NOK te worden ingedeeld. Het kan ook voorkomen dat een functie lichter is dan de lichtste niveauvariant uit de NOK, of juist zwaarder dan de zwaarste variant. 38

39 5. Implementatie 39

40 Implementatie (1/3) Als u de bedrijfsfuncties altijd netjes heeft beschreven en ingedeeld conform de bestaande referentiefuncties hoeft u eigenlijk niets te doen!!!!! Behalve (her)overwegen van de indeling van de bedrijfsfunctie gerelateerd aan de (nieuwe) referentiefunctie (ambulant) objectleider 40

41 5. Implementatie (2/3) Heeft u nog geen bedrijfsfuncties? Stel deze dan eerst op! 1. Beschrijf de referentiefuncties conform de eigen bedrijfssituatie: bedrijfsfunctie referentiefunctie 2. Maak evt. gebruik van de referentiefunctie(s) als voorbeeld en: voeg (relevante) werkzaamheden toe schrap niet van toepassing zijnde werkzaamheden nuanceer formuleringen 3. Bespreek de concept-bedrijfsfunctie met (een afvaardiging van) functiehouders 4. Stel de bedrijfsfunctie waar nodig bij en stel deze vast (MT/directie) 41

42 5. Implementatie (3/3) Implementatie van het nieuwe referentiemateriaal in uw organisatie: - Deel de bedrijfsfuncties in aan de hand van het nieuwe referentiemateriaal - Leg uitkomsten, besluiten schriftelijk vast - Verandert de indeling van één/meerdere functies? Bepaal de beloningsconsequentie(s) voor de betreffende medewerker(s) Geef de wijziging(en) schriftelijk door aan de betreffende medewerker(s) d.m.v. een brief met de nieuwe arbeidsvoorwaarden (bedrijfsfunctie, referentiefunctie, loongroep, salaris) en de indelingsargumentatie 42

43 5. Bezwaar en beroep 43

44 5. Bezwaar en beroep (1/1) Een medewerker kan bezwaar maken wanneer hij het niet eens is met de indeling van zijn/haar functie in een salarisschaal Ga gezamenlijk en in goed overleg op zoek naar een oplossing Bezwaarprocedure: overlegfase, bezwaarfase, externe beroepsfase Zie de CAO voor voorschriften over de wijze waarop overleg en behandeling van het geschil moet plaatsvinden 44

45 7. Terugblik en afsluiting 45

46 7. Terugblik & afsluiting (1/1) 1. Inleiding 2. Referentiefuncties 3. Wat is ORBA? 4. Bedrijfsfuncties 5. Implementatie 6. Bezwaar en beroep 46

47 Heeft u nog vragen? Neem gerust contact met ons op! EVZ organisatie-advies Ringbaan West 306a 5025 VB TILBURG evz@evz.nl 47