VIESMANN. Servicehandleiding VITOSOL-T. voor de vakman. Vitosol-T. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina NL 6/2010 Bewaren a.u.b.!

Transcriptie

1 Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol-T Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOL-T 6/2010 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Opgelet! Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming. EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Opmerking Naast het regelingsstroomcircuit kunnen meerdere laststroomkringen aanwezig zijn. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Opgelet! Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterleidingen, aanraken om de statische lading af te leiden. Reparatiewerkzaamheden Opgelet! De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen Opgelet! Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan evenals de wijziging en ombouw zonder toestemming kan de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud... 5 Aanvullende info over de stappen... 6 Inspectieomvang Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitosol 200-T, type SP Onderdelenlijst Vitosol 300-T, type SP3A Technische gegevens Vitosol 200-T, type SP Vitosol 300-T, type SP3A Verklaringen Conformiteitsverklaring

5 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Drukverhoudingen en voordruk controleren Veiligheidsinrichtingen op werking controleren Elektrische aansluitingen controleren Spoelen, lektest en vullen van het zonneenergiesysteem Debiet vaststellen en eventueel reguleren Installatie in bedrijf stellen Schakelfunctie van de zonne-energieregeling controleren Warmte-overdrachtsmedia controleren en evt. vervangen

6 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen Drukverhoudingen en voordruk controleren De collectoren afdekken. Opmerking De glazen afdekking bij Viessmann vlakke plaatcollectoren hebben een beschermfolielaag. Voor vacuümbuiscollectoren de als accessoire verkrijgbare dekzeilen gebruiken. Opmerking In de als accessoire verkrijgbare solartestkoffer bevindt zich een handmanometer. Waarden in de volgende tabel invullen. Deze kan voor latere inspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan het zonnesysteem blijven zitten. Voordat u het zonnesysteem doorspoelt of vult, de inlaatdruk van het expansievat controleren. Dat is niet meer mogelijk zodra het zonnesysteem draait. 1 2 P

7 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Documentatie van de drukverhoudingen 1 Systeemdruk van het zonnesysteem 1 bar 2 Toeslag per meter statische hoogte + 0,1 bar/m 3 Bedrijfsdruk van de installatie (manometer)... bar Drukreserve voor ontluchting + 0,1 bar Vuldruk... bar 4 Toeslag per meter hoogteverschil manometer expansievat + 0,1 bar/m 5 Mindering voor waterslot 0,3 bar Voordruk expansievat 5... bar Opmerking De waarde voor de voordruk markeren op het expansievat. Gebruik daarbij ook het woord voordruk, om misverstanden te vermijden. Voorbeeld: Bij 10 m statische hoogte volgt: bedrijfsdruk van de installatie = 2 bar Vuldruk = 2,1 bar Voordruk = 1,7 bar Veiligheidsinrichtingen op werking controleren Veiligheidsklep controleren: startdruk correcte inbouw, met afblaasleiding Elektrische aansluitingen controleren Controleren of steekverbindingen en kabeldoorvoeringen goed vast zitten, kabels op beschadiging controleren. 7

8 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Spoelen, lektest en vullen van het zonne-energiesysteem Opgelet! Het vullen en de inbedrijfname van het zonnesysteem zonder verzekerde warmte-afvoer leidt tot thermische belastingen. Bij vroegere inbedrijfname collectoren afdekken en afgedekt laten tot aan een gereguleerde warmte-afname. Opmerking De glazen afdekking bij Viessmann vlakke plaatcollectoren heeft een beschermfolielaag. Voor vacuümbuiscollectoren de als accessoire verkrijgbare dekzeilen gebruiken. Het zonnesysteem doorspoelen Gesoldeerde koperleidingen Bijzonder grondig doorspoelen, omdat eventueel achtergebleven roest de werking van het zonnesysteem bedreigt. Zonnesysteem doorspoelen met warmtedragermedium. Anders bestaat het gevaar dat eventueel restspoelwater zich vermengt met het warmtedragermedium en daarmee zijn eigenschappen verandert. Opmerking Voor het doorspoelen en vullen van het zonnesysteem de als accessoire leverbare vulwagen of het vulstation gebruiken. Deze omvatten een snel draaiende pomp met hoge transportcapaciteit en een filter. Installatie niet met een zuigpomp leegmaken. 8

9 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Solar-Divicon (accessoire) A B C L/Min 12 D A Thermometer / terugslagklep aanvoer B Thermometer / terugslagklep aanvoer C Veiligheidsgroep, met 6 bar veiligheidsklep D Debietindicatie Vularmatuur (accessoire) E F E Afsluiter F Vul- en aftapkranen 9

10 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) P A C D B A Manometer B Vul- en aftapkranen 1. Afsluiter of klep openen. Bij Solar- Divicon de terugslagklep openen door de thermometer 45 naar rechts te draaien (zie afbeelding op pagina 9). C Vat voor warmtedragermedium D Afsluiter 2. Afsluiter E sluiten, vul- en aftapkranen F van de vularmatuur openen (zie afbeelding op pagina 9). Slangen van de doorspoel- en vulinrichting aansluiten. Warmtedragermedium in het vat vullen. Opmerking Het doorspoelen van de installatie vindt plaats via de retouraansluiting (stromingsrichting naar de collector). 10

11 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 3. Het doorspoelen moet plaatsvinden met een snel lopende pomp. Het vloeistofniveau in het vat bekijken en eventueel warmtedragermedium bijvullen, opdat geen lucht in het zonnecircuit kan terechtkomen. Laat de vulpomp zo lang draaien, tot er geen luchtbellen meer opstijgen in het vat. 4. Aftapkraan aan de vularmatuur sluiten; de vulpomp zo lang laten draaien tot de vereiste installatiedruk is bereikt (inclusief 0,1 bar drukreserve voor de restontluchting in bedrijf). Aanwijzing voor restontluchting Ook bij grondige ontluchting bevindt zich in het warmtedragermedium nog opgeloste lucht. Deze komt vrij bij temperatuurverhoging en wordt afgevoerd via de luchtafscheider. 5. Vulkraan aan de vularmatuur sluiten; vulpomp uitschakelen. De druk mag minimaal een half uur niet dalen. 6. Circulatiepomp ontluchten. Handmatig bedrijf instellen. Ontluchting zo lang herhalen tot de vlotter in de debietindicatie van de Solar-Divicon (zie afbeelding op pagina 9) bij draaiende pomp een constante positie inneemt. Opmerking Lucht is waar te nemen in de debietindicatie (vlotter gaat heen en weer). Debiet vaststellen en eventueel reguleren Waarde aan de onderkant van de vlotter van de debietindicatie van de Solar-Divicon (zie afbeelding op pagina 9) aflezen. In combinatie met getrapte circulatiepompen het benodigde debiet via vermogenstrap instellen (instelwaarden bij benadering, zie volgende tabel). In te stellen debietvolumes De gegevens in de volgende tabellen houden geen rekening met de leidingweerstanden. 11

12 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Specifiek debiet 25 l/(h m 2 ) Collectoroppervlak in m 2 l/min Debiet in 2 0,8 3 1,3 4 1,7 5 2,1 6 2,5 7 2,9 8 3,3 9 3,8 10 4,2 Installatie in bedrijf stellen Ontluchter sluiten. Bedieningshandleidingen van de gemonteerde componenten respecteren. Schakelfunctie van de zonne-energieregeling controleren Montage- en servicehandleiding van de zonne-energieregeling Warmte-overdrachtsmedia controleren en evt. vervangen Het meegeleverde warmtedragermedium is een vloeistof op basis 1,2-propyleenglycol en polyethyleenglycol en een vorstbeveiliging tot 35 C. De bedrijfstoestand van het medium in het kader van het onderhoud van het zonnesysteem door de verwarmingsvakhandel jaarlijks controleren. Met de solar-testkoffer (accessoire) kunnen onder andere ph-waarde-controles en de controle van de vorstbeveiligingstemperatuur worden verricht. Van geval tot geval kan na overleg met de fabrikant van het warmtedragermedium een laboratoriumtechnische controle van het medium plaatsvinden. 12 TYFOROP CHEMIE GmbH Anton-Rée-Weg 7 D Hamburg, Duitsland info@tyfo.de Internet:

13 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. ph-waarde van het warmtedragermedium met de ph-strip van de solartestkoffer (accessoire) controleren. De kleur van de ph-strip geeft de globale waarde aan. Wanneer de waarde onder 7,5 ligt, moet u het warmtedragermedium vervangen. Aanwijzing voor het vervangen van het warmtedragermedium Een mengsel van het warmtedragermedium is uitsluitend mogelijk met Tyfocor HTL. In geen geval met water of media van andere fabrikanten mengen. 2. Vorstbeveiligingstemperatuur van het warmtedragermedium controleren met Viessmann vorstbeschermingmeter of met de hand-refractometer uit de solar-testkoffer. Bedieningshandleiding van de solar-testkoffer 13

14 Inspectieomvang Inspectieomvang Voor de bedrijfsveiligheid van het zonneenergiesysteem dient jaarlijks een inspectie te worden uitgevoerd. Bovendien wordt om de 3 tot 5 jaar een visuele controle van de essentiële componenten (bijv. collectoren, buisleidingen) geadviseerd. Zonne-energiesysteem ontluchten. Bedrijfsdruk van de installatie vergelijken met de gewenste waarde. Bij afwijking expansievat controleren. Warmte-overdrachtsmedia controleren. Circulatiepompen evt. met de hand inschakelen (op geluiden letten). Debiet met gewenste waarde vergelijken. Controleren of de thermostatische mengklep (indien aanwezig) soepel loopt. Plausibiliteit van de parameters voor zonne-energie in relatie tot de zoninstraling controleren (bijv. aanvoer- en retourtemperatuur op de thermometers, collector- en boilertemperatuur op de zonne-energieregeling). Veiligheidsklep hoeft niet te worden gecontroleerd als er geen zichtbare effecten zijn (bijv. afzettingen, druppelen). 14

15 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitosol 200-T, type SP2 Aanwijzingen voor het bestellen van onderdelen Vermeld het bestelnummer en serienummer (zie typeplaatje) evenals het positienummer van het onderdeel (uit deze onderdelenlijst). Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. Onderdelen 001 Heatpipe vacuümbuis, compl. 002 Buisklemmen 003 Borgklem 004 Veiligheidsrubber 005 O-ringen 006 Keerkast 007 Keerkast met ontluchting 008 Klemblokje, compl. 009 Aansluitbuis kort 011 Aansluitbuis lang 012 Kniestuk met fitting 013 Verbindingsleiding 014 Bus 015 Isolatiekap, compl. 016 Bevestigingsijzer 017 Houdpen 019 Veiligheidsplaat 020 Afstandhouder 021 Bevestigingsijzer Onderdelen zonder afbeelding 010 Speciaal smeervet 018 Buisborging 022 Montagehandleiding (montage met dakhaak resp. bevestigingsijzer) 023 Montagehandleiding (montage met spant-anker) 024 Demontagehandleiding 025 Servicehandleiding 026 Bedieningshandleiding 15

16 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitosol 200-T, type SP2 (vervolg) %

17 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitosol 300-T, type SP3A Aanwijzingen voor het bestellen van onderdelen Vermeld het bestelnummer en serienummer (zie typeplaatje) evenals het positienummer van het onderdeel (uit deze onderdelenlijst). Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. Onderdelen 001 Heatpipe vacuümbuis, compl. 002 Buisklemmen 003 Borgklem 004 Veiligheidsrubber 005 O-ringen 006 Keerkast 007 Klemblokje, compl. 008 Aansluitbuis kort 010 Aansluitbuis lang 011 Kniestuk met fitting 012 Verbindingsleiding 013 Bus 014 Isolatiekap, compl. 015 Bevestigingsijzer 016 Houdpen 021 Buisborging Onderdelen zonder afbeelding 009 Speciaal smeervet 017 Montagehandleiding (montage met dakhaak resp. bevestigingsijzer) 018 Demontagehandleiding 019 Servicehandleiding 020 Bedieningshandleiding 030 Montagehandleiding (montage met spant-anker) 17

18 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitosol 300-T, type SP3A (vervolg)

19 Technische gegevens Vitosol 200-T, type SP2 2 m 2 3 m 2 Absorberoppervlak m 2 2,00 3,02 Apertuuroppervlak m 2 2,15 3,23 Optisch rendement η 0 % 76,6 76,6 Warmteverliescoëfficiënt k 1 W/(m 2 K) 1,42 1,42 Warmteverliescoëfficiënt k 2 W/(m 2 K2 ) 0,005 0,005 Warmtecapaciteit c kj/(m 2 K) 8,4 8,4 Max. stilstandtemperatuur C Toegestane werkdruk bar 6 6 Inhoud warmte-overdrachtsmedia liter 1,2 1,7 Vitosol 300-T, type SP3A 2 m 2 3 m 2 Absorberoppervlak m 2 2,00 3,02 Apertuuroppervlak m 2 2,15 3,23 Optisch rendement η 0 % 80,9 80,4 Warmteverliescoëfficiënt k 1 W/(m 2 K) 1,37 1,33 Warmteverliescoëfficiënt k 2 W/(m 2 K2 ) 0,0068 0,0067 Warmtecapaciteit c kj/(m 2 K) 8,4 8,4 Max. stilstandtemperatuur C Toegestane werkdruk bar 6 6 Inhoud warmte-overdrachtsmedia liter 1,2 1,7 19

20 Verklaringen Conformiteitsverklaring Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, Duitsland, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat de producten Vitosol 200-T en 300-T in overeenstemming zijn met de volgende normen: DIN 1055 EN volgens Solar-KEYMARK Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen worden deze producten met _ gekenmerkt: 2006/95/EG 89/336/EEG 97/23/EG Gegevens overeenkomstig de richtlijn inzake drukapparatuur (97/23/EG): Verwarmd drukapparaat Categorie I volgens appendix II, diagram 5 Module A volgens appendix III Aanduiding van de afzonderlijke toestellen met een inhoud minder dan 2 liter als module volgens artikel 3 (2), minstens paarsgewijze montage vereist Het drukapparaat is zonder uitrusting (veiligheidsinrichting) getest. Het druktoestel moet vóór de opstelling en de eerste inbedrijfstelling volgens de nationale voorschriften worden uitgerust. Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties conform DIN V , zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitosol worden uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn zijn bepaald (zie tabel Technische gegevens). Allendorf, 1 maart 2010 Viessmann Werke GmbH&Co KG ppa. Manfred Sommer 20

21 21

22 22

23 23

24 Geldig voor Geldig voor de collectoren: Vitosol 200-T, type SP2, 2 m 2 Bestelnummer SK Vitosol 200-T, type SP2, 3 m 2 Bestelnummer SK Vitosol 300-T, type SP3A, 2 m 2 Bestelnummer SK Vitosol 300-T, type SP3A, 3 m 2 Bestelnummer SK Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.