De map dient compleet, en door de lerares geparafeerd/ afgestempeld te zijn. De complete indruk van de map dient netjes en verzorgd te zijn.

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE: 1.0 VOORWOORD. 2.0 BENODIGDHEDEN. 3.0 OPMETEN VAN DE LICHAAMSMATEN. 4.0 TEKENSYSTEEM. 5.0 EXAMEN EISEN. 6.0 GRONDPATROON GLADDE ROK. 7.0 GERENDE ROK. 8.0 VIERBAANSROK. 9.0 HALVE/ HELE CIRKELROK EENVOUDIGE ROKJES A SYMMETRISCHE ROK TAILLEBANDEN OPDRACHT 14.0 RIMPELEN VAN STOF OPDRACHT GRONDPATROON BROEKROK GRONDPATROON PANTALON GRONDPATROON RUIMVALLENDE PANTALON GRONDPATROON RUIMVALLENDE PANTALON JOGGINGBROEK GRONDPATROON PYJAMABROEK OVERALL/ TUINBROEK COUVEUSE KLEDING. 1

2 1.0 EXAMEN EISEN. - Inleveren van de mappen. - Inleveren van twee werkstukken. - Uitwerking van examentekening. Inleveren van de mappen: De map dient compleet, en door de lerares geparafeerd/ afgestempeld te zijn. De complete indruk van de map dient netjes en verzorgd te zijn. Inleveren van de werkstukken: Bij de drie mappen behoren twee kledingstukken ingeleverd te worden. De keuze is vrij. De kledingstukken dienen ingeleverd te worden op een kledinghangertje, zonder plastic zakken e.d. Voorzie alles duidelijk van naam en cursistennummer. Een uitgewerkte tekening op ¼ - schaal toevoegen evenals de maten waarop de kleding is getekend en gemaakt. De kleding wordt niet gepast op het examen. Beoordeling: - Minimaal 5 waarde punten. - netheid van de werkstukken. - originaliteit. - stofkeuze. - creativiteit. Als u veel werk hebt gehad aan het vervaardigen van uw kleding en/of de ontwerpen zijn zeer origineel, dan komt dit zeker tot uiting in uw cijfer! Uitwerking tekening: De grondpatronen die u nodig heeft voor de examentekening worden bij de opdracht geleverd. U hoeft deze dus niet uit uw hoofd te leren. Het tekenen van plooien, zakken, mouwen en kragen enz. echter wel. De tekening en overtrek moeten zover mogelijk worden uitgewerkt. Vermeld duidelijk uw naam en cursistennummer. 2

3 2.0 GRONDPATROON GLADDE ROK. (Maat cm). Het grondpatroon van dit rokje wordt getekend in een rechthoek en bestaat uit een half voor- en een half achterpand. Begin met een verticale lijn aan de linkerkant van het papier. Volg de beschrijving. Valt u kind in deze maatgroep dan kunt u de maten van uw kind aanhouden om dit rokje te tekenen. Heeft uw kind een grotere maat, teken dan dit rokje op maten boek. De grotere maat wordt hierna beschreven. Achterpand: Merk punt A. 1. A - D = de roklengte + 1 cm. A - C = de heuphoogte + 1 cm. Teken op de punten A, C en D haakse lijnen naar rechts. 2. C - C1 = 1/4 heupwijdte + 1,5 cm. Trek haakse lijn omhoog en omlaag, merk de punten A1 en D.1 3. A - A2 = 1/4 taillewijdte + 1 cm. A - B = 1 cm. Teken de taillelijn A2 B m.b.v. uw mal. Teken de heupronding A2 C.1. De lijn B-D is de M.A. lijn, en tevens recht van draad. Voorpand: Teken aan de rechterkant een verticale lijn, merk punt E. 1. E - H = de roklengte + 1 cm. E - G = de heuphoogte + 1 cm. Teken op de punten E, G en H haakse lijnen naar links. 2. G - G1 = 1/4 heupwijdte + 2 cm. Trek haakse lijn omhoog en omlaag, merk de punten E1 en H1. 3. E - E2 = 1/4 taillewijdte + 1,5 cm. E - F = 0,5 cm. Teken de taillelijn F - E2 m.b.v. uw mal. Teken de heupronding E2 - G1. De lijn F-H is de M.V. lijn, en tevens recht van draad. Schuin de zijnaden op de punten D1 en H1 2 tot 3 cm uit. Hoog de zijnaad op de zoomlijn 0,25 cm op. Dit grondpatroon heeft een ruim zittende taillelijn ("toeslag" van 5 cm), bedoeld om elastiek in de tailleband te verwerken. 3

4 Uitwerking gladde rok maat 98: Maten: T.W. = 51 cm. H.W. = 55 cm. H.H. = 12 cm. R.L. = 33 cm. Glad rokje. 4

5 Opdracht. Werk onderstaand plaatje op ¼ e schaal uit. 5

6 3.0 RIMPELEN VAN STOF. Het rimpelen van stof kan op verschillende manieren. Hieronder beschrijven we de meest voorkomende: Elastisch garen of dun elastiek: 1. Teken in het patroon lijnen waar u de stof wilt gaan rimpelen. 2. Knip het elastisch garen af op de lengte + 2 cm. van de lijn. 3. Leg het elastisch garen op de lijn aan de achterkant van de stof (binnenkant van uw werkstukje). 4. Stel een zigzag in op uw naaimachine (2 mm. bij 2 mm.) met bijkleurend naaigaren. 5. Zigzag nu over het elastische garen, zonder het vast te zetten. In feite creëert u een tunneltje van zigzagsteekjes voor het garen. Ga in 1 keer door van begin tot eind, het lijntje volgen. Doe dit over het gehele kledingstuk op de lijnen waar nodig is. 6. Trek de elastische draden aan tot de gewenste breedte. Rimpelen met elastisch garen of dun elastiek. Elastisch garen. 6

7 4.0 OPDRACHT. Rimpelen van stof: Benodigdheden: 3 lapjes stof van 20 x 20 cm. Rimpel elastiek. Rijggaren. Werk alle 3 de mogelijkheden uit van het rimpelen van stof. Rimpelen met elastiek. Rimpelen met naaimachine. Rijgsteek. 7

8 5.0 COUVEUSE KLEDING. U bent zwanger en kijkt uit naar de dag dat u gaat bevallen. Ergens rond week 40, misschien een weekje vroeger, misschien een weekje later. Twee weken vroeger of later is ook nog geen probleem. Maar soms gaat het anders, dan komt uw kindje (veel) eerder dan de uitgerekende datum. Ruim 7% van de baby s in ons land wordt te vroeg geboren, dat wil zeggen na een zwangerschap van minder dan 37 weken. U wilt natuurlijk dat uw baby er leuk uitziet in mooie kleertjes. We hebben in deze map basis patronen zitten voor een baby met een gewicht van gram. Is uw kindje zwaarder dan kunt u de patronen ruimer knippen. Belangrijk bij couveuse kleding is: - Zorg dat u zachte materialen gebruikt van natuurlijke stoffen. Stofkeuze is katoen, joggingstof of badstof. - Vermijd ritsen en knopen maar werk met lintjes of klittenband. - De kleding moet gemakkelijk aan en uit te doen zijn. - Vermijd zakjes en kragen. Maak de ontwerpen dus simpel - Probeer zo min mogelijk naden in uw patroon te hebben. 8