ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 oktober 2001 *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 oktober 2001 *"

Transcriptie

1 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 oktober 2001 * In zaak C-379/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesarbeitsgericht (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding tussen Pensionskasse für die Angestellten der Barmer Ersatzkasse VVaG en Hans Menauer, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 119 EG-Verdrag (de artikelen EG-Verdrag zijn vervangen door de artikelen 136 EG-143 EG), * Procestaai: Duits. I

2 MENAUER wijst HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer), samengesteld als volgt: F. Macken, kamerpresident, N. Colneric, C. Gulmann, J.-P. Puissochet en V. Skouris (rapporteur), rechters, advocaat-generaal: A. Tizzano, griffier: R. Grass, gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door: de Pensionskasse für die Angestellten der Barmer Ersatzkasse VVaG, vertegenwoordigd door J. Bornheimer, Rechtsanwalt, de Duitse regering, vertegenwoordigd door W.-D. Plessing en B. Muttelsee- Schön als gemachtigden, de Nederlandse regering, vertegenwoordigd door M. A. Fierstra als gemachtigde, de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door H. Michard en C. Ladenburger als gemachtigden, gezien het rapport van de rechter-rapporteur, gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 27 maart 2001, I

3 het navolgende Arrest 1 Bij beschikking van 23 maart 1999, ingekomen bij het Hof op 7 oktober daaraanvolgend, heeft het Bundesarbeitsgericht het Hof krachtens artikel 234 EG een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van artikel 119 EG-Verdrag (de artikelen EG-Verdrag zijn vervangen door de artikelen 136 EG-143 EG). 2 Deze vraag is gerezen in het kader van een geding tussen de Pensionskasse für die Angestellten der Barmer Ersatzkasse WaG (pensioenfonds van de werknemers van de Barmer Ersatzkasse; hierna: Pensionskasse") en H. Menauer betreffende de vraag of Menauer recht heeft op een weduwnaarspensioen en of de Pensionskasse dit recht moet garanderen. Toepasselijke bepalingen Het gemeenschapsrecht 3 Artikel 119 EG-Verdrag formuleert het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke arbeid. I

4 MENAUER 4 Artikel 119, tweede alinea, bepaalt: Onder beloning in de zin van dit artikel dient te worden verstaan het gewone basis- of minimumloon of -salaris, en alle overige voordelen in geld of in natura die de werkgever direct of indirect aan de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking betaalt." Het nationale recht Het Gesetz zur Verbesserung der betrieblichen Altersversorgung (Duitse wet ter verbetering van de bedrijfsregelingen inzake ouderdomsverzekering; hierna: BetrAVG") 5 Blijkens het dossier kunnen in de Bondsrepubliek Duitsland aanvullende ouderdomspensioenuitkeringen van ondernemingen op verschillende wijzen worden betaald. Enerzijds kan de werkgever de uitkeringen waartoe hij op basis van de bedrijfspensioenregeling van zijn onderneming is gehouden, rechtstreeks betalen. Anderzijds kan hij deze uitkeringen door externe organen laten betalen. Hij verricht dan geen uitkeringen, maar betaalt deze onrechtstreeks hetzij via een Direktversicherung", dit is een door de werkgever ten gunste van de werknemer gesloten levensverzekering, of via een Unterstützungskasse", dit is een voorzorg- I

5 fonds, of via een Pensionskasse", dit is een pensioenfonds dat door de werkgever is belast met het beheer van de bedrijfspensioenregeling van zijn onderneming. 6 Wat dit laatste geval betreft, bepaalt artikel 1, lid 3, BetrAVG dat de Pensionskasse een pensioeninstelling met eigen rechtspersoonlijkheid is, die een recht toekent aan de werknemer of zijn rechtverkrijgenden. 7 Volgens de verwijzende rechter, moet de werkgever, indien de in de statuten van de Pensionskasse vastgestelde verzekeringsvoorwaarden niet volstaan om de pensioenverbintenis van de werkgever op basis van de arbeidsovereenkomst na te komen, zelf het bestaande tekort bijpassen; het betreft hier een pensioenverbintenis die is gebaseerd op het beginsel van gelijke behandeling in de zin van artikel 1, lid 1, vierde zin, BetrAVG. 8 Het daaruit voortvloeiende recht van de werknemer tegenover zijn werkgever is overeenkomstig artikel 7 BetrAVG beschermd tegen insolventie van laatstgenoemde. De statuten van de Pensionskasse 9 Artikel 11, punt 2, sub a, van de statuten van de Pensionskasse, met het opschrift soorten uitkeringen", bepaalt: De volgende uitkeringen worden toegekend aan aangeslotenen die wegens de I

6 MENAUER gebeurtenis die pensioenrechten doet ontstaan hun werkzaamheid bij de Barnier Ersatzkasse beëindigen [...]: [...] 2. pensioenen die worden betaald aan nabestaanden nadat de betaling van het pensioen of het salaris aan de aangeslotene is stopgezet: a) een weduwepensioen aan de weduwe van een overleden aangeslotene. Een weduwnaarspensioen aan de langstlevende echtgenoot na het overlijden van zijn aangesloten echtgenote, indien de overledene hoofdzakelijk voor het onderhoud van het gezin heeft gezorgd." Het hoofdgeding en de prejudiciële vraag 10 De echtgenote van Menauer was van 1 september 1956 tot haar overlijden op 12 november 1993 werkneemster van de Barmer Ersatzkasse (privaatrechtelijk ziekenfonds Barmer) te Straubing (Duitsland). Ingevolge een bepaling van de arbeidsovereenkomst van mevrouw Menauer was daarop de Ersatzkassentarifvertrag (collectieve overeenkomst voor privaatrechtelijke ziekenfondsen; hierna: EKTV") van toepassing. I

7 11 Overeenkomstig de bepalingen van de EKTV moest de Barmer Ersatzkasse haar werknemers en werkneemsters uitkeringen van een bedrijfspensioenregeling verzekeren. Deze uitkeringen omvatten een rustpensioen dat de Barmer Ersatzkasse zelf is verschuldigd, en een aanvullend pensioen dat de Pensionskasse betaalt aan de daarbij aangesloten werknemers en werkneemsters van de Barmer Ersatzkasse. Volgens de EKTV moest de Barmer Ersatzkasse voor rekening van haar werknemers en werkneemsters aan de Pensionskasse bijdragen betalen. Menauers overleden echtgenote was tijdens de gehele duur van haar arbeidsovereenkomst bij de Pensionskasse aangesloten. 12 Menauer stelde tegen de Barmer Ersatzkasse en de Pensionskasse beroep in bij het Arbeitsgericht en vorderde de betaling van een weduwnaarspensioen. Het Arbeitsgericht wees de vordering tegen de Pensionskasse toe, en wees de vordering tegen de Barmer Ersatzkasse af. De Pensionskasse stelde hoger beroep in bij het Landesarbeitsgericht. Aangezien Menauer geen hoger beroep heeft ingesteld, is zijn vordering tegen de Barmer Ersatzkasse definitief afgewezen. Het hoger beroep van de Pensionskasse werd door het Landesarbeitsgericht verworpen. De Pensionskasse stelde daarop beroep tot Revision" in bij het Bundesarbeitsgericht, en vorderde de vernietiging en herziening van de beslissingen van de lagere rechters, alsmede de afwijzing van Menauers vordering. 13 Volgens Menauer is de in artikel 11 van de statuten van de Pensionskasse gestelde aanvullende voorwaarde voor de betaling van een weduwnaarspensioen in strijd met het beginsel van gelijke behandeling en dus ongeldig. Hij maakt aanspraak op hetzelfde overlevingspensioen als een weduwe van een voormalig werknemer van de Barmer Ersatzkasse. Volgens hem is de Pensionskasse het door de Barmer Ersatzkasse met het beheer van haar bedrijfspensioenregeling belaste orgaan, en derhalve aansprakelijk. I

8 MENAUER 14 In de verwijzingsbeschikking stelt het Bundesarbeitsgericht met name vast, dat het overlevingspensioen waarop Menauer aanspraak maakt, een van de overige voordelen in de zin van artikel 119 EG-Verdrag is, en dat artikel 11, punt 2, sub a, van de statuten van de Pensionskasse in strijd is met deze verdragsbepaling. Het vraagt zich echter af of Menauer zijn recht geldend kan maken tegenover de Pensionskasse. Dienaangaande overweegt het dat de uitbreiding van de werkingssfeer van artikel 119 EG-Verdrag tot pensioenfondsen zou leiden tot moeilijk oplosbare ongerijmdheden en tegenstrijdigheden in het Duitse recht, zonder daldeze noodzakelijk zijn om de werknemers te beschermen tegen discriminatie op grond van geslacht. 15 Het Bundesarbeitsgericht wijst er met name op dat: volgens het Duitse arbeidsrecht de werkgever de uitkeringen waarop de werknemer recht heeft verschuldigd blijft, ook in een geval als in het hoofdgeding aan de orde is, waarin de statuten van de Pensionskasse in strijd zijn met het discriminatieverbod. De werkgever moet dus het bestaande tekort bijpassen door de betrokken uitkeringen te betalen, en kan zich aan deze verplichting niet onttrekken. Bovendien is de werknemer beschermd tegen insolventie van de werkgever; op grond van deze overwegingen wordt er in de Duitse doctrine meestal van uitgegaan dat, ondanks het feit dat de pensioenfondsen als verzekeraars ingevolge artikel 1, lid 3, BetrAVG bepaalde risico's inzake pensioenen en bijstand op zich nemen, op de pensioenfondsen geen eigen verplichting rust om het arbeidsrechtelijke beginsel van gelijke behandeling na te leven. Dienaangaande wordt benadrukt dat een pensioenfonds weliswaar juridisch zelfstandig is, maar niettemin aan het verzekeringstoezicht en het verzekeringsrecht is onderworpen; het autonome verzekeringsrechtelijke beginsel I

9 van gelijke behandeling vereist dat bij gelijke bijdragen gelijke uitkeringen worden betaald. Indien de omvang van de in de statuten vastgestelde verzekeringsverplichtingen van een pensioenfonds toeneemt, zal dit fonds de bijdragen moeten verhogen wat, ingeval de werkgever niet zelf de volledige bijdragen voor zijn werknemers betaalt, niet ten laste zou komen van de werkgever die de uitkeringen is verschuldigd, maar wel van alle aangesloten werknemers. 16 Gelet evenwel op de rechtspraak van het Hof (arresten van 28 september 1994, Colorali Pension Trustees, C-200/91, Jurispr. blz. I-4389, en Fisscher, C-128/93, Jurispr. blz. I-4583) heeft het Bundesarbeitsgericht besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof om een prejudiciële beslissing te verzoeken over de volgende vraag: Moet artikel 119 EG-Verdrag aldus worden uitgelegd, dat pensioenfondsen als werkgever moeten worden aangemerkt en verplicht zijn om bij uitkeringen op basis van de bedrijfsouderdomsverzekering mannen en vrouwen gelijk te behandelen, ofschoon de benadeelde werknemers tegenover degenen die de uitkering rechtstreeks verschuldigd zijn, namelijk de werkgevers als partijen bij de arbeidsovereenkomsten, een tegen insolventie beschermd recht hebben dat discriminatie uitsluit?" De prejudiciële vraag 17 Dienaangaande zij eraan herinnerd, dat volgens vaste rechtspraak een rustpensioen dat wordt betaald in het kader van een bij collectieve overeenkomst ingestelde bedrijfspensioenregeling, een voordeel is dat de werkgever aan de I

10 MENAUER werknemer betaalt uit hoofde van zijn dienstbetrekking, zodat het binnen de werkingssfeer van artikel 119 EG-Verdrag valt, zulks ongeacht of deze regeling de wettelijke regeling vervangt of aanvult (zie, met name, arresten van 13 mei 1986, Bilka, 170/84, Jurispr. blz. 1607, punten 20 en 22; 17 mei 1990, Barber, C-262/88, Jurispr. blz. I-1889, punt 28, en 14 december 1993, Moroni, C-110/91, Jurispr. blz. I-6591, punt 15). 18 Het Hof heeft eveneens geoordeeld, dat een onder een dergelijke regeling toegekend overlevingspensioen binnen de werkingssfeer van artikel 119 EG- Verdrag valt. Het Hof heeft dienaangaande gepreciseerd, dat de omstandigheid dat dit pensioen per definitie niet aan de werknemer doch aan diens nabestaande wordt betaald, niet aan deze uitlegging kan afdoen, aangezien een dergelijke uitkering een voordeel is dat voortvloeit uit de aansluiting van de echtgenoot van de nabestaande bij de regeling, zodat het pensioen door laatstgenoemde wordt verworven in het kader van de arbeidsverhouding tussen de werkgever en de echtgenoot, en hem wordt betaald uit hoofde van de dienstbetrekking van de echtgenoot (zie arrest van 6 oktober 1993, Ten Oever, C-109/91, Jurispr. blz. I-4879, punten 12 en 13; arrest Colorali Pension Trustees, reeds aangehaald, punt 18, en arrest van 17 april 1997, Evrenopoulos, C-147/95, Jurispr. blz. I-2057, punt 22). 19 Bijgevolg kan de overlevende echtgenoot van een overleden werknemer zich voor de erkenning van het beginsel en de omvang van zijn recht op betaling van een overlevingspensioen beroepen op artikel 119 EG-Verdrag (zie, in deze zin, arrest Colorali Pension Trustees, reeds aangehaald, punt 19). 20 Wat de vraag betreft of de langstlevende echtgenoot zich op dit artikel kan beroepen tegenover een extern orgaan, zoals een pensioenfonds naar Duits recht ( Pensionskasse") dat door de werkgever is belast met de betaling van de betrokken uitkeringen en juridisch zelfstandig is, zij eraan herinnerd dat volgens de arresten Barber en Colorali Pension Trustees, reeds aangehaald, aan de toepasselijkheid van artikel 119 EG-Verdrag op een bedrijfspensioenregeling niet wordt afgedaan door de omstandigheid, dat deze regeling is opgezet in de vorm van een trust en wordt beheerd door trustees die formeel onafhankelijk zijn van I

11 de werkgever, aangezien artikel 119 ook van toepassing is op voordelen die de werkgever onrechtstreeks betaalt (zie reeds aangehaalde arresten Barber, punten 28 en 29, en Coloroll Pension Trustees, punt 20). 21 Het Hof heeft eveneens geoordeeld dat de trustees, hoewel zij geen partij zijn bij de arbeidsverhouding, uitkeringen moeten betalen die niet op die enkele grond het karakter van beloning in de zin van artikel 119 EG-Verdrag verliezen, en derhalve alles moeten doen wat binnen hun bevoegdheid ligt om te verzekeren, dat op dit gebied het beginsel van gelijke behandeling wordt geëerbiedigd (arrest Coloroll Pension Trustees, reeds aangehaald, punt 22). 22 In punt 31 van het arrest Fisscher, reeds aangehaald, kwam het Hof tot dezelfde conclusie met betrekking tot de beheerders van een bedrijfspensioenregeling naar Nederlands recht die, zoals de trustees, geen partij waren bij de arbeidsverhouding. 23 Uit het voorgaande volgt, dat beheerders van een bedrijfspensioenregeling, aangezien zij uitkeringen moeten betalen die een beloning zijn in de zin van artikel 119 EG-Verdrag, zijn gehouden het in dit artikel neergelegde beginsel van gelijke behandeling te eerbiedigen, ongeacht hun rechtsvorm of de wijze waarop zij met het beheer van deze pensioenregeling zijn belast. 24 Deze vaststelling geldt ook voor pensioenfondsen naar Duits recht, zoals de Pensionskasse als bedoeld in het hoofdgeding. Aangezien deze fondsen zijn belast met het beheer van bedrijfspensioenregelingen en zij aan de aangesloten werknemers en hun rechtverkrijgenden uitkeringen moeten betalen die, zoals werd benadrukt in de punten 17 en 18 van het onderhavige arrest, binnen de werkingssfeer van artikel 119 EG-Verdrag vallen, moeten zij het in deze bepaling I

12 MENAUER neergelegde beginsel van gelijke beloning eerbiedigen, zonder dat hun juridische zelfstandigheid of hun hoedanigheid van verzekeringsorgaan daarbij van belang is. 25 In het bijzonder is de omstandigheid, dat een pensioenfonds naar Duits recht in zijn hoedanigheid van verzekeringsorgaan aan het verzekeringsrecht en dus aan het autonome verzekeringsrechtelijke beginsel van gelijke behandeling is onderworpen, en dat de toename van de omvang van zijn verzekeringsverplichtingen ingevolge de toepassing van artikel 119 EG-Verdrag kan leiden tot maatregelen ter dekking van de daarmee gepaard gaande uitgaven, waaronder eventueel een verhoging van de bijdragen van alle aangesloten werknemers, een probleem dat overeenkomstig het nationale recht moet worden opgelost. Hoe dan ook kan het bestaan van een dergelijk probleem niet afdoen aan de vaststelling in het voorgaande punt. 26 Zoals het Hof in de punten 42 en 43 van het arrest Coloroll Pension Trustees, reeds aangehaald, met betrekking tot een in de vorm van een trust opgezette bedrijfspensioenregeling immers heeft vastgesteld, is het feit dat de toepassing van het beginsel van gelijke beloning op moeilijkheden stuit als gevolg van de ontoereikende financiële middelen van de trustees, een probleem dat overeenkomstig het nationale recht moet worden opgelost. Aldus moeten eventuele problemen als gevolg van het feit dat deze financiële middelen niet volstaan om de uitkeringen gelijk te trekken, worden opgelost op basis van het nationale recht met inachtneming van het beginsel van gelijke beloning, en kunnen deze problemen met name niet afdoen aan de vaststelling in punt 24 van het arrest Coloroll Pensions Trustees, reeds aangehaald, dat de rechtstreekse werking van artikel 119 EG-Verdrag zowel door werknemers als door hun rechtverkrijgenden kan worden ingeroepen tegenover de trustees van een bedrijfspensioenregeling, die bij de uitoefening van hun bevoegdheden en verplichtingen het beginsel van gelijke behandeling moeten eerbiedigen. 27 Dezelfde vaststelling geldt voor soortgelijke problemen van ontoereikende financiële middelen waarmee een pensioenfonds naar Duits recht dat artikel 119 EG-Verdrag moet toepassen, ingevolge specifieke aspecten van het Duitse verzekeringsrecht eventueel zou worden geconfronteerd. I

13 28 Verder moet nog worden onderzocht of de verplichte naleving van artikel 119 EG-Verdrag ook geldt voor een orgaan zoals een pensioenfonds naar Duits recht, wanneer werknemers die door dit orgaan worden gediscrimineerd op grond van geslacht of hun rechtverkrijgenden zich kunnen wenden tot de werkgever, die volgens de nationale regeling de door dit orgaan betaalde uitkeringen rechtstreeks verschuldigd blijft, en zij daartoe over een bij insolventie van de werkgever beschermd recht beschikken, waardoor elke discriminatie is uitgesloten. 29 Dienaangaande zij eraan herinnerd, dat volgens de rechtspraak van het Hof aanmerkelijk afbreuk zou worden gedaan aan het nuttig effect van artikel 119 EG-Verdrag en de rechtsbescherming, die een daadwerkelijke gelijkheid vereist, ernstig zou worden geschaad, indien een werknemer of zijn rechtverkrijgenden deze bepaling enkel tegenover de werkgever konden inroepen en niet tegenover degenen die uitdrukkelijk zijn belast met de uitvoering van de verplichtingen van de werkgever (zie, in deze zin, de reeds aangehaalde arresten Coloroll Pension Trustees, punt 23, en Fisscher, punt 31). 30 Ondanks de door de verwijzende rechter op dit punt geuite twijfels, blijft deze vaststelling gelden ook indien de op grond van geslacht gediscrimineerde werknemers of hun rechtverkrijgenden volgens het nationale recht tegenover hun werkgever een volledige rechtsbescherming genieten. Het nuttig effect van artikel 119 EG-Ver drag vereist, dat eenieder die uitkeringen moet betalen die binnen de werkingssfeer van deze bepaling vallen, deze moet naleven. De verplichting voor de werknemer of zijn rechtverkrijgenden zich uitsluitend tot de werkgever te wenden, en niet tot het orgaan dat is belast met de betaling van de uitkeringen, zou leiden tot een beperking van het aantal personen tegenover wie de betrokken werknemer of zijn rechtverkrijgenden hun rechten geldend kunnen maken. 31 Een dergelijke beperking zou echter afbreuk doen aan het nuttig effect van artikel 119 EG-Verdrag. Zij zou bovendien des te meer onverenigbaar zijn met dit I

14 MENAUER artikel omdat de betrokken discriminatie, zoals in de zaak in het hoofdgeding, haar oorsprong kan vinden in de statuten van het orgaan dat is belast met de betaling van de uitkeringen, waardoor met name bij een rechtverkrijgende de indruk kan ontstaan dat dit orgaan de normale schuldenaar van de betrokken uitkering is. 32 De toepasselijkheid van artikel 119 EG-Verdrag op pensioenfondsen naar Duits recht is bijgevolg noodzakelijk om op grond van geslacht gediscrimineerde werknemers of in voorkomend geval hun rechtverkrijgenden een volledige en gelijke rechtsbescherming te verzekeren. 33 Gelet op een en ander, moet op de prejudiciële vraag worden geantwoord, dat artikel 119 EG-Verdrag aldus moet worden uitgelegd, dat organen zoals pensioenfondsen naar Duits recht ( Pensionskassen") die zijn belast met de betaling van uitkeringen van een bedrijfspensioenregeling, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen moeten verzekeren, zelfs indien de op grond van geslacht gediscrimineerde werknemers tegenover degenen die de uitkering rechtstreeks zijn verschuldigd, namelijk de werkgevers als partijen bij de arbeidsovereenkomsten, een tegen insolventie beschermd recht hebben dat discriminatie uitsluit. Kosten 34 De kosten door de Duitse en de Nederlandse regering en door de Commissie wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. I

15 HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer), uitspraak doende op de door het Bundesarbeitsgericht bij beschikking van 23 maart 1999 gestelde vraag, verklaart voor recht: Artikel 119 EG-Verdrag (de artikelen EG-Verdrag zijn vervangen door de artikelen 136 EG-143 EG) moet aldus worden uitgelegd, dat organen zoals de pensioenfondsen naar Duits recht ( Pensionskassen") die zijn belast met de betaling van uitkeringen van een bedrijfspensioenregeling, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen moeten verzekeren, zelfs indien de op grond van geslacht gediscrimineerde werknemers tegenover degenen die de uitkering rechtstreeks zijn verschuldigd, namelijk de werkgevers als partijen bij de arbeidsovereenkomsten, een tegen insolventie beschermd recht hebben dat discriminatie uitsluit. Macken Colneric Gulmann Puissochet Skouris Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 9 oktober De griffier R. Grass De president van de Zesde kamer F. Macken I

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * In zaak C-206/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal administratif de Châlons-en-Champagne (Frankrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 *

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * ARREST VAN 28.9. 1994 ZAAK C-28/93 ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * In zaak C-28/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Kantongerecht te 's-gravenhage,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* ARREST VAN 22. 9. 1988 ZAAK 236/87 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* In zaak 236/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landessozialgericht

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * ARREST VAN 13.3.1997 ZAAK C-131/95 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * In zaak C-131/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 *

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * In zaak C-128/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Kantongerecht te Utrecht, in het aldaar aanhangig geding tussen G.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * ALDEWERELD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * In zaak C-60/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EE G-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * ARREST VAN 7. 2. 1991 ZAAK C-227/89 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * In zaak C-227/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sozialgericht Stuttgart,

Nadere informatie

Page 1 of 6 BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 * ADS ANKER ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 * In zaak C-349/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Arbeitsgericht Bielefeld (Duitsland) in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006*

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* ZVK ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* In zaak C-300/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * In zaak C-112/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberverwaltungsgericht für das Land Nordrhein-Westfalen (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* ARREST VAN 11. 6. 1987 ZAAK 30/85 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* In zaak 30/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Raad van Beroep te Amsterdam,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 * ARREST VAN 14. 12. 2000 ZAAK C-141/99 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 * In zaak C-141/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 *

BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 * BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 * In zaak 69/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Verwaltungsgericht Frankfurt/Main, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * In zaak C-518/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * ARREST VAN 7. 7. 1994 ZAAK C-130/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * In zaak C-130/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hof van Beroep te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 april 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 april 2000 * BAARS ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 april 2000 * In zaak C-251/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Gerechtshof te 's-gravenhage

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' In zaak C-48/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sø- og Handelsret i København, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29.2. 1996 ZAAK C-215/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-215/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 13 mei 1986 *

ARREST VAN HET HOF 13 mei 1986 * ARREST VAN 13. 5. 1986 ZAAK 170/84 ARREST VAN HET HOF 13 mei 1986 * In zaak 170/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesarbeitsgericht, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 mei 1990*

ARREST VAN HET HOF 17 mei 1990* ARREST VAN HET HOF 17 mei 1990* In zaak C-262/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Court of Appeal te Londen, in het aldaar aanhangig geding tussen D. H. Barber

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 13 januari 2004 *

ARREST VAN HET HOF 13 januari 2004 * ARREST VAN 13. 1. 2004 ZAAK C-453/00 ARREST VAN HET HOF 13 januari 2004 * In zaak C-453/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001»

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» BAKCSI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» In zaak C-415/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* In zaak C-26/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 *

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * ARREST VAN 24.11.1993 GEVOEGDE ZAKEN C-267/91 EN C-268/91 ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * In de gevoegde zaken C-267/91 en C-268/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1)

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1) pagina 1 van 5 BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * TELLERUP / DADDY'S DANCE HALL ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * In zaak 324/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Deense Højesteret, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * RYDERGÅRD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * In zaak C-215/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van Regeringsrätten (Zweden), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 *

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * In zaak C-517/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundespatentgericht (Duitsland), in de procedure aldaar ingeleid door Merz & Krell

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * In zaak C-484/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Luxemburgse Conseil d'état, in het aldaar aanhangig geding tussen P.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * In zaak C-143/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 *

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 * ARREST VAN 30. 6.1998 ZAAK C-394/96 ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 * In zaak C-394/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het House of Lords (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 * In zaak C-498/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het VAT and Duties Tribunal, Manchester (Verenigd Koninkrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 juli 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 juli 2007 * LAKEBRINK EN PETERS-LAKEBRINK ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 juli 2007 * In zaak C-182/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Cour

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * ARREST VAN 1. 7. 1999 ZAAK C-173/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * In zaak C-173/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 )

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 ) Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61987J0207 - NL Avis juridique important 61987J0207 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 14 JULI 1988. - GERD

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * HEGER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * In zaak C-166/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 * LEITNER ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 * In zaak C-168/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Landesgericht Linz (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 december 1997*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 december 1997* ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 december 1997* In zaak C-309/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Pretura circondariale di Roma, sezione distaccata di Tivoli,

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 * COMMISSIE / BELGIË ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 * In zaak C-433/02, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door K. Banks als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * ARREST VAN 22. 11. 2001 ZAAK C-184/00 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * In zaak C-184/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1)

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF 30 juni

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996"

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996" In zaak C-192/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Juzgado de Primera Instancia nr. 10 de Sevilla (Spanje), in

Nadere informatie

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Datum 24 oktober 1996

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Datum 24 oktober 1996 PJ 1996/78 Reikwijdte art. 119 EG-Verdrag ten aanzien van wettelijk verplicht gestelde pensioenregelingen. HvJ EG 24-10-1996, ECLI:EU:C:1996:395, m.nt. mr. W.P.M. Thijssen Instantie Hof van Justitie van

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 januari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 januari 2007 * ARREST VAN 25. 1. 2007 ZAAK C-329/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 januari 2007 * In zaak C-329/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * ARREST VAN 9. 11. 1995 ZAAK C-475/93 ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * In zaak C-475/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Speyer (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. B. N. O. WALRAVE, L. J. N. KOCH TEGEN ASSOCIATION UNION CYCLISTE INTERNATIONALE, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE WIELREN UNIE EN FEDERATION ESPANOLA CICLISMO. (VERZOEK

Nadere informatie

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 26 OKTOBER 1995. S. E. KLAUS TEGEN BESTUUR VAN DE NIEUWE ALGEMENE BEDRIJFSVERENIGING. VERZOEK OM EEN

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987* ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987* In zaak 316/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Arbeidshof te Bergen, in het aldaar aanhangig geding tussen Openbaar centrum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * ARO LEASE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * In zaak C-190/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Gerechtshof te Amsterdam, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie