Affectieschade voor naasten en nabestaanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Affectieschade voor naasten en nabestaanden"

Transcriptie

1 Affectieschade voor naasten en nabestaanden Wat is de positie van naasten en nabestaanden van letselschadeslachtoffers binnen het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht onder huidige en toekomstige wetgeving? Student: Renée Hoedemakers Privaatrecht Begeleider: Antoine de Bie Datum: 4 januari

2 Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie die ik in het kader van mijn afstuderen voor de master privaatrechtelijke rechtspraktijk aan de Universiteit van Amsterdam heb geschreven. Aanleiding voor het schrijven van deze scriptie over de positie van naasten en nabestaanden van letselschadeslachtoffers binnen het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht onder huidige en toekomstige wetgeving is dat vergoeding van affectieschade al jarenlang onderwerp van debat is en dat de vergoeding ervan tot op heden niet wettelijk is vastgelegd. Dit vraagstuk is nu opnieuw erg actueel. Op dit moment ligt immers een nieuw wetsvoorstel affectieschade bij de Tweede Kamer voor een parlementaire behandeling. Tijdens het schrijven van deze scriptie heb ik me erover verbaasd dat de vergoeding van affectieschade nog steeds niet is geregeld in Nederland terwijl de behoefte hieraan zo groot is. Ik ben dan ook erg benieuwd of het nieuwe wetsvoorstel affectieschade zal worden aangenomen door beide Kamers. Bij dezen wil ik graag mijn begeleider Antoine de Bie bedanken voor zijn ondersteuning en waardevolle feedback tijdens dit traject. Ik wens u veel leesplezier toe. Renée Hoedemakers Amsterdam 4 januari

3 Lijst van afkortingen AmvB Art. Artt. BW CDA EHRM EVRM MvT NVvR OM Rvdr VU VVD Wsg Algemene maatregel van bestuur Artikel Artikelen Burgerlijk Wetboek (nieuw) Christen-Democratisch Appèl Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Memorie van Toelichting de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Openbaar Ministerie Raad voor de Rechtspraak Vrije Universiteit Volkspartij Voor Vrijheid en Democratie Wet schadefonds geweldmisdrijven 3

4 Inhoudsopgave VOORWOORD 2 INLEIDING 5 1. HET NEDERLANDSE SCHADEVERGOEDINGSRECHT EN AFFECTIESCHADE INLEIDING DE HUIDIGE WET- EN REGELGEVING UITZONDERINGMOGELIJKHEDEN GECREËERD DOOR DE HOGE RAAD OOGMERK ARREST TAXIBUS-ARREST TUSSENCONCLUSIE HET NEDERLANDSE SCHADEVERGOEDINGSRECHT VANUIT EXTERN PERSPECTIEF INLEIDING HET SYSTEEM VAN AFFECTIESCHADE IN BELGIË HET SYSTEEM VAN AFFECTIESCHADE IN FRANKRIJK TUSSENCONCLUSIE VERWERPING WETSVOORSTEL AFFECTIESCHADE INLEIDING VERWERPING VAN HET WETSVOORSTEL INHOUD VAN HET WETSVOORSTEL WETSVOORSTEL AANGENOMEN DOOR DE TWEEDE KAMER WETSVOORSTEL VERWORPEN DOOR DE EERSTE KAMER ONDERZOEK NAAR DE SPECIFIEKE VERWACHTINGEN EN BEHOEFTEN VAN SLACHTOFFERS EN NABESTAANDEN VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT TUSSENCONCLUSIE HET NIEUWE WETSVOORSTEL SCHADEVERGOEDING AFFECTIESCHADE NIEUW WETSVOORSTEL INHOUD WETSVOORSTEL INTRODUCTIE VAN EEN NIEUW SYSTEEM DE VERANDERINGEN VAN HET VOORONTWERP NAAR AANLEIDING VAN DE CONSULTATIE WIJZIGINGEN VAN DE VOORGESTELDE REGELING: VORMGEVING VOOR EEN WETTELIJKE GRONDSLAG VOOR AFFECTIESCHADE IN HET BURGERLIJK WETBOEK (HIERNA BW) WIJZIGINGEN BETREFFENDE DE OVERGANG ONDER BIJZONDERE TITEL EN BESLAG OP IMMATERIËLE SCHADEVERGOEDINGEN MOGELIJKHEID TOT VOEGEN VAN NAASTEN IN HET STRAFPROCES TUSSENCONCLUSIE VERGELIJKING WETSVOORSTELLEN INLEIDING VERGELIJKING MET HET EERDERE WETSVOORSTEL VRAGEN EN ONDUIDELIJKHEDEN OVER HET HUIDIGE WETSVOORSTEL AFFECTIESCHADE 42 CONCLUSIE 47 LITERATUURLIJST 50 4

5 Inleiding Op 16 september 2014 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de Amsterdamse zedenzaak tegen hoofdverdachte Robert M. Het Gerechtshof Amsterdam heeft de verdachte bij arrest van 26 april 2013 veroordeeld tot negentien jaren gevangenisstraf en tbs met bevel tot verpleging van overheidswege wegens het begaan van tachtig zedendelicten jegens jonge tot zeer jonge kinderen, alsmede wegens het bezit, verspreiden en vervaardigen van een enorme hoeveelheid kinderpornografie en het daarvan een gewoonte maken. Daarnaast heeft het hof onder meer beslist over de vordering van 56 benadeelde partijen, veelal ouders. 1 De rechtbank en het Gerechtshof hebben alle claims van de ouders niet-ontvankelijk verklaard omdat de strafwet niet voorziet in de mogelijkheid dat anderen dan het directe slachtoffer zich als benadeelde partij in een strafzaak voegen. 2 De Hoge Raad heeft dat oordeel in stand gelaten. Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie): Naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak heb ik de Tweede Kamer toegezegd het mogelijk te maken dat ouders van minderjarige kinderen die als gevolg van een strafbaar feit ten behoeve van hun kind kosten hebben gemaakt zich kunnen voegen in het strafproces om deze kosten op de dader te verhalen. Dat is nu niet mogelijk omdat artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) alleen slachtoffers zelf de mogelijkheid biedt om de schade die zij hebben geleden, in het strafproces als benadeelde partij op de dader te verhalen, aangevuld met enkele bepalingen voor nabestaanden van overleden slachtoffers (zie Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885). 3 Er blijkt een grote maatschappelijke behoefte te zijn aan een verbetering van de positie van naasten en nabestaanden van slachtoffers. Dit is onder andere af te leiden uit de pogingen die door dergelijke derden worden gedaan om vergoeding van immateriële schade te eisen. 4 Het gaat hier dan om zogenaamde affectieschade. Vergoeding van affectieschade is een vorm van smartengeld voor naasten: het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, maar in leed dat men ondervindt doordat een persoon met wie men een affectieve band heeft, ernstig gewond raakt of overlijdt. Derden hebben geen 1 Mr. A.H. Sas, 'De zaak Robert M. in cassatie. De ouders van de slachtoffers als benadeelde partij in het strafproces: hun verplaatste schade en proceskosten', TVP 2015, p.8. 2 P. De Graaf, Rechters: smartengeld voor familie gaat niet werken, de Volkskrant,13 oktober Kamerstukken 2014/15, 34257, nr 3, p.7. 4 Zie (geraadpleegd 10 september 2015) zie bijvoorbeeld Rb. Midden- Nederland 5 februari

6 aanspraken, tenzij het gaat om zogenoemde verplaatste schade, dat wil zeggen schade die bestaat uit kosten die derden hebben gemaakt ten behoeve van het slachtoffer en die de gekwetste zelf had kunnen vorderen, indien hij deze kosten zelf had gemaakt. 5 Uit onderzoek dat de Vrije Universiteit heeft gedaan in 2008 naar affectieschade, blijkt dat naasten en nabestaanden in meerderheid een duidelijke behoefte hebben aan vergoeding van affectieschade. Vaststaat dat de vergoeding van affectieschade weliswaar niet het leed en verdriet weg kan nemen van nabestaanden en naasten, maar wel erkenning en genoegdoening kan geven en daarmee aan de verwerking van het verdriet kan bijdragen. 6 Er wordt al lange tijd gezocht naar antwoorden op de vraag of en hoe affectieschade in het Nederlandse schadevergoedingsrecht moet worden geregeld. Op 6 februari 2003 werd een wetsvoorstel over de vergoeding van affectieschade ingediend. 7 Dit wetsvoorstel werd in 2005 aangenomen door de Tweede Kamer maar is op 23 maart 2010 door de Eerste Kamer verworpen. 8 Onder andere omdat men het niet eens kon worden over de vormgeving van het wetsvoorstel (28 781). 9 Na de afwijzing van het wetsvoorstel in 2010 is er inmiddels een herkansing. Eind mei 2014 is er een nieuw wetsvoorstel zorg- en affectieschade (hierna: wetsvoorstel) ter consultatie gepubliceerd. Op 20 juli 2015 heeft minister Van der Steur dit voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. 10 Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat de Minister de wetsvoorstellen zorg- en affectieschade heeft losgekoppeld en dat hij alleen het wetsvoorstel affectieschade heeft ingediend. 11 In deze scriptie beschrijf ik hoe het huidige schadevergoedingsrecht voor derden in Nederland eruit ziet; waarom het eerste wetsvoorstel door de Eerste Kamer is afgewezen en welke de huidige maatschappelijke behoefte is aan vergoeding van affectieschade. Kern van dit onderzoek is het nieuwe wetsvoorstel affectieschade. Ik analyseer dit door verschillen en wijzigingen ten opzichte van het eerdere wetsvoorstel te bespreken. Vraag is ook hoe en of 5 Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr. 3. p.1. 6 Kamerstukken II 2014/ , nr. 3, Onderzoek van de VU, Slachtoffers en aansprakelijkheid, deel II affectieschade Zie (geraadpleegd 9 september 2015). 8 Kamerstukken II 2002/ /2007, , nr. 1-13; Kamerstukken I 2004/ /2010, , nr. A-H. 9 Kritisch hierover S.D. Lindenbergh, Het wetsvoorstel affectieschade: een treurige dood (?), NJB 2010, nr.24, p M.Hebly, I. van der Zalm en E. Engelhard, Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: verbetering van de positie van slachtoffers en naasten, AA 2015, afl.2, p Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr.3. p.3. 6

7 het nieuwe wetsvoorstel affectieschade en het Nederlandse schadevergoedingsrecht in staat zijn om door middel van een wettelijk recht op schadevergoeding aan de juridische erkenning van deze schade van naasten bij te dragen. In de context van de problematiek van naasten die in deze scriptie centraal staat, bespreek ik ook het Nederlandse schadevergoedingsrecht vanuit een extern perspectief. Daarbij kijk ik naar hoe men het recht van vergoeding van affectieschade regelt in België en Frankrijk. Dit onderzoek richt zich op de beantwoording van de volgende probleemstelling: Wat is de positie van naasten van letselschadeslachtoffers binnen het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht onder huidige en toekomstige wetgeving? Om tot een goed antwoord te komen op deze vraag, stel ik de volgende deelvragen: 1. Hoe is de vergoeding van affectieschade in het huidige Nederlandse schadevergoedingsrecht vormgegeven? 2. Het Nederlandse schadevergoedingsrecht vanuit extern perspectief. Hoe passen België en Frankrijk affectieschade als onderdeel van het schadevergoedingsrecht toe? 3. Wetsvoorstel uit 2003: Waarom is het, aangenomen door de Tweede Kamer in 2005, in 2010 verworpen door de Eerste Kamer? 4. Hoe wordt inhoudelijk het nieuwe wetsvoorstel affectieschade vormgegeven? 5. Wat zijn de verschillen tussen het nieuwe wetsvoorstel en wetsvoorstel ? Tot slot trek ik conclusies met betrekking tot de positie van naasten en nabestaanden van letselschadeslachtoffers binnen het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht onder huidige en toekomstige wetgeving. 7

8 1. Het Nederlandse schadevergoedingsrecht en affectieschade Hoe ziet het Nederlandse schadevergoedingsrecht eruit en welke rol speelt affectieschade voor derden daarbinnen? 1.1 Inleiding In Nederland is het zo geregeld dat er voor derden uitsluitend een recht op schadevergoeding bestaat als dit uit de wet blijkt. 12 We hebben in Nederland een gesloten stelsel, het recht voor vergoeding van affectieschade valt niet onder de uitzonderingsmogelijkheden die de wetgever geeft. Hoofdregel is dat bij letsel waarvoor een ander aansprakelijk is, alleen de gekwetste zelf aanspraak heeft op vergoeding van zijn materiele en immateriële schade. Dit blijkt uit het woord jegens in artikel 6:162 BW; om een ander voor de geleden schade aansprakelijk te stellen dient er jegens de benadeelde sprake te zijn van een onrechtmatige gedraging. Het gaat dan om een direct slachtoffer, er moet worden vastgesteld dat er onrechtmatig is gehandeld ten opzichte van déze benadeelde, het relativiteitsvereiste. Het leidt tot inperking van aansprakelijkheid. 13 Dit wordt verder omschreven in artikel 6:163 BW. 14 Derden hebben dan ook geen aanspraken, tenzij het gaat om zogenaamde verplaatste schade (6:107 BW), dat wil zeggen schade die bestaat uit kosten die derden hebben gemaakt ten behoeve van het slachtoffer en die de gekwetste zelf had kunnen vorderen, indien hij deze kosten zelf had gemaakt. 15 Derden hebben ex artikel 6:108 lid 1 en 2 BW recht op een vergoeding van gederfd levensonderhoud en kosten van lijkbezorging bij schade in geval van overlijden van een naaste. 16 Vergoeding voor immaterieel nadeel wordt naar Nederlands recht toegekend bij eigen lichamelijk of geestelijk letsel van het directe slachtoffer, affectieschade betreft immateriële schade door leed en verdriet van het ernstig gewond raken of overlijden van een dierbare. Er zijn twee jurisprudentiële uitzonderingsmogelijkheden gecreëerd door de Hoge 12 Deze wettelijke regeling staat beschreven in de artikelen 6:107, 107a en 108 Burgerlijk Wetboek (BW). 13 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige Daad, artikel 163 Boek 6 BW (relativiteitsvereiste), aant. 1.4, Deventer: Kluwer Art. 6:163 BW bepaalt dat geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden. 15 Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr 3. p A.T. Bolt, Groene Serie Schadevergoeding, Alleen de in art. 6:108 BW genoemde schadeposten bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 108 (overlijden), Deventer: Kluwer

9 Raad: als er sprake is van een bijzonder oogmerk tot het toebrengen van schade 17 en als er sprake is van shockschade De huidige wet- en regelgeving Het recht op schadevergoeding voor derden staat beschreven in de bijzondere wettelijke regeling voor vergoeding van schade van derden in personenschadezaken. Vooral de artikelen over de vergoedbare schade, artikel 6:95 BW, artikel 6:96 BW, artikel 6:107 en artikel 6:108 BW en artikel 6:162 juncto artikel 6:163 BW zijn hiervoor van belang. Uit artikel 6:95 BW blijkt dat wanneer uit de wet een verplichting tot schadevergoeding voortvloeit, steeds slechts de vermogensschade behoeft te worden vergoed, tenzij de formele wet anders bepaalt. 19 De wetgever heeft met art. 6:95 20 gekozen voor een gesloten stelsel van limitatief opgesomde categorieën van gevallen waarin een aanspraak op vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade bestaat. 21 Aan deze wettelijke verplichting tot schadevergoeding kan je geen recht ontlenen (artikel 6:95 BW is geen zelfstandige grondslag voor schadevergoeding). Er wordt voor het recht op schadevergoeding een verschil gemaakt tussen vermogensschade, de materiele schade en de vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade ; immateriële schade. Het recht op vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade wordt bepaald in art. 6:106 BW. Op het moment dat aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan heeft de benadeelde recht op deze immateriële schadevergoeding. 22 Artikel 6:106 bepaalt dus in welke gevallen ander nadeel dan vermogensschade, voor vergoeding in aanmerking komt; hoe de omvang daarvan moet worden vastgesteld en welke beperkingen de wet hierop aanbrengt. 23 In artikel 6:96 BW wordt bepaald wat onder vermogensschade valt. Omdat Nederland een gesloten stelsel van recht op schadevergoeding voor derden kent omdat artikel 6:162 BW alleen het directe slachtoffer beschermt- heeft de wetgever in de 17 HR 21 oktober 2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2775,NJ 2002/216, m.nt. J.B.M.Vranken (Oogmerk). 18 HR 22 februari 2002,ECLI:NL:HR:2002:AD5356, NJ 2002/240,m.nt. J.B.M. Vranken (Taxibus). 19 S.D. Lindenbergh, W.J.G. Oosterveen, N. Frenk, Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, Vergoedbare schade bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 95 (schadesoorten), aant. 1, Deventer MvA II, Parl. Gesch. BW Boek 6, p MvA II, Parl. Gesch. BW Boek 6, p a. indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen; b. indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast; c. indien het nadeel gelegen is in aantasting van de nagedachtenis van een overledene en toegebracht is aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner of een bloedverwant tot in de tweede graad van de overledene, mits de aantasting plaatsvond op een wijze die de overledene, ware hij nog in leven geweest, recht zou hebben gegeven op schadevergoeding wegens het schaden van zijn eer of goede naam. 23 MvA II, Parl. Gesch. BW Boek 6, p

10 artikelen 6:107 en 6:108 BW voor derden een uitzondering gecreëerd. De artikelen 6:107 en 6:108 BW hebben bijzondere kenmerken. Ten eerste zijn zij limitatief van aard, zowel de kring van gerechtigden als de vergoedbare schade is limitatief omschreven. Deze artikelen geven een beperkt aantal gerechtigden de mogelijkheid op aanspraken van de in de artikelen 6:107 en 6:108 BW genoemde vermogensschade. Ten tweede hoeven derden die tot de kring van gerechtigden behoren, niet aan te tonen dat er jegens hen onrechtmatig is gehandeld. 24 Verder werken deze artikelen exclusief hetgeen betekent dat vergoeding van de posten die niet in de artikelen 6:107 en 6:108 BW genoemd staan, langs een andere weg evenmin mogelijk zijn, zolang het althans gaat om schade als gevolg van ernstig letsel dan wel het overlijden van een naaste. 25 Artikel 6:107 BW is het artikel dat gaat over schadevergoeding bij letsel. Dit artikel schept geen recht voor het directe slachtoffer zelf, maar uitsluitend voor derden die kosten hebben gemaakt. 26 Dit artikel creëert een rechtstreeks vorderingsrecht voor een derde jegens de aansprakelijke persoon. 27 Artikel 6:107 BW verwijst niet zelf naar algemene regels. Lid 1 van het artikel bepaalt de kring van personen die in geval van schade voortvloeiend uit iemands (lichamelijke of geestelijke) verwonding recht op vergoeding hebben. Een derde die op grond van artikel 6:107 BW schadevergoeding eist, zal feiten en omstandigheden dienen te stellen en bij betwisting dienen te bewijzen waaruit blijkt dat aansprakelijkheid bestaat jegens de gekwetste en dat aan de overige vereisten voor aansprakelijkheid jegens hem is voldaan. 28 De schade van derden wordt vergoed voor zover het gaat om verplaatste schade, dat wil zeggen schade die bestaat uit kosten die derden hebben gemaakt ten behoeve van het slachtoffer en die de gekwetste zelf had kunnen vorderen, indien hij deze kosten zelf had gemaakt. 29 Een derde heeft dan een eigen recht op vergoeding. 30 Steeds moet in ogenschouw worden genomen dat het wel moet gaan om schade waarvan de gekwetste vergoeding had kunnen vorderen en dat deze kosten ook gemaakt zijn ten behoeve van de gekwetste Parl. Gesch. Boek 6, p ; Parl. Gesch. Boek 6 (inv.), p. 1280; Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-II* 2009, nr. 154 en 159; R. Rijnhout, Schadevergoeding voor derden in personenschadezaken (diss. Utrecht), BJU R. Rijnhout, Een nieuwe weg naar volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken, Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 2012/4, p NvW, Parl. Gesch. BW Inv. 3, 5 en 6 Boek 6, p NvW, Parl. Gesch. BW Inv. 3, 5 en 6 Boek 6, p NvW, Parl. Gesch. BW Inv. 3, 5 en 6 Boek 6, p Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr 3. p HR 5 dec 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998, NJ 2009/387 (Rijnstate/R.) Uit dit arrest blijkt dat indien de aansprakelijke persoon de schade heeft vergoede aan de derde die de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt, hij ook tegenover het slachtoffer is bevrijd en omgekeerd. 31 Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr 3. p.1. 10

11 Artikel 6:108 BW gaat over schadevergoeding bij overlijden. Grondslag van de vordering is de krenking van een rechtsgoed van de overledene. 32 Het is nodig dat jegens de overledene aansprakelijkheid zou hebben bestaan. Het is niet vereist dat er ook onrechtmatig jegens de nabestaande is gehandeld. In dit artikel worden limitatief 33 de personen genoemd aan wie bij aansprakelijkheid wegens iemands overlijden, een vordering tot schadevergoeding wegens het derven van levensonderhoud toekomt. Voorts regelt het artikel in lid 2 de vergoeding van de kosten van de uitvaart van de overledene. Wat opvalt aan de opzet van deze artikelen is dat een derde al op voorhand wordt beperkt in zijn mogelijkheid om volledige schadevergoeding te ontvangen indien zijn schade is veroorzaakt door het letsel of overlijden van een ander. Dit is opmerkelijk omdat zo de oorzaak van de schade van iemand bepalend is voor hoeveel schadevergoeding deze derde krijgt. Voorwaarde voor de verhaalbaarheid van de schade van de gekwetste is dan wel dat deze derden zelf kosten heeft gemaakt. De vraag is dus niet aan de orde of er überhaupt aansprakelijkheid is jegens die derde. 34 In het huidige stelsel van het Burgerlijk Wetboek is het dus in beginsel niet mogelijk om een vergoeding te krijgen van immateriële schade voor het verdriet om verwonding of overlijden van anderen. Dit volgt uit de beperkingen die de artikelen 6:162 en 6:95 BW opwerpen. 1.3 Uitzonderingmogelijkheden gecreëerd door de Hoge Raad Er wordt al lange tijd geprobeerd om via de rechter 35 een mogelijkheid voor naasten en nabestaanden te creëren om affectieschade in het Nederlandse schadevergoedingsrecht toe te kennen Oogmerk arrest Het eerste arrest waar een uitzonderingsmogelijkheid gecreëerd is, is het Oogmerk arrest. In dit arrest strandt het huwelijk tussen een man en vrouw, waaruit één kind is geboren. De man doodt hun zevenjarige zoon. Zijn vrouw stelt een vordering in jegens de man tot vergoeding 32 TM, Parl. Gesch. BW Boek 6, p MvA II, Parl. Gesch. BW Boek 6, p R. Rijnhout, Een nieuwe weg naar volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken, Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 2012/4, p HR 8 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7041, NJ 2000/734,m.nt. A.R. Bloembergen (Baby Joost-arrest). Zie naar aanleiding hiervan Kamerstukken II, 2000/01, VI, nr

12 van immateriële schade. De man had volgens het Hof het oogmerk leed aan zijn vrouw toe te brengen door hun zoon te vermoorden. Dit bleek uit het strafrechtelijk onderzoek. Aanspraak op vergoeding van immateriële schade kan bestaan indien voldaan is aan het vereiste omschreven in artikel 6:106 lid 1 sub a BW. Hierin staat het vereiste dat indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had een ander nadeel dan vermogensschade toe te brengen, deze benadeelde aanspraak heeft op vergoeding van die schade. Het oogmerk moet wel gericht zijn op het toebrengen van leed en verdriet. Verder is vereist dat het ombrengen van de jongen een onrechtmatige daad jegens de benadeelde (zijn moeder) is (gelet op artikel 6:95 BW). Alleen in dat geval kan de bepaling toepassing vinden. De Hoge Raad omzeilt het gesloten stelsel door in dit geval een onrechtmatige daad jegens de moeder aan te nemen, artikel 6:162 BW. Daardoor is de moeder niet meer een derde, maar een direct benadeelde geworden. Het stelsel van de wet en met name artikel 6:108 BW staat hieraan niet in de weg. 36 De Hoge Raad beslist in rechtsoverweging 3.3.2: Voor de toepassing van art. 6:108 doet niet terzake of het doden van het slachtoffer alleen jegens deze of mede jegens anderen onrechtmatig is. In beide gevallen kunnen alleen de in deze bepaling genoemden aanspraak maken op vergoeding van schade, en wel enkel de materiële schade die bestaat in het derven van levensonderhoud. Art. 6:95 staat eraan in de weg dat op grond van art. 6:108 immateriële schadevergoeding wordt gevorderd. Dit neemt evenwel niet weg dat een aanspraak op vergoeding van immateriële schade wel kan bestaan, indien voldaan is aan het in art. 6:106 lid 1, aanhef en onder a, neergelegde vereiste dat het oogmerk heeft bestaan immateriële schade toe te brengen, en, gelet op art. 6:95, aan het vereiste dat, voorzover hier van belang, het doden van het slachtoffer een onrechtmatige daad jegens de benadeelde oplevert. In het Oogmerk arrest is voor het eerst een uitzonderingsmogelijkheid door de Hoge Raad gecreëerd. Er kan wel een aanspraak op vergoeding van immateriële schade bestaan, indien voldaan is aan het vereiste omschreven in art. 6:106 lid 1 sub a BW, en, gelet op art. 6:95 BW, aan het vereiste, dat het doden van het slachtoffer een onrechtmatige daad jegens de derde oplevert. Dit laatste is essentieel voor de toewijzing van schadevergoeding anders dan op grond van artikel 6:108 BW aan de moeder. 37 Dat artikel 6:106 lid 1 sub a BW bij 36 S.D. Lindenbergh, W.J.G. Oosterveen, N. Frenk, Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, Ander nadeel dan vermogensschade bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 6:106 (immateriële schade), aant. 2, Deventer HR 21 oktober 2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2775,NJ 2002/216,m.nt. J.B.M.Vranken (Oogmerk), r.o

13 doodslag (er is dan altijd sprake van opzet 38 ) van toepassing dient te zijn en dat het beter is dat artikel 6:108 BW geen beperkingen opwerpt is in de literatuur na dit arrest ook verdedigd Taxibus-arrest Het tweede arrest waarin een uitzonderingsmogelijkheid is gecreëerd door de Hoge Raad is het Taxibus-arrest. In deze zaak gaat het om een ongeval waarbij een kind van vijf jaar door een taxi is overreden en als gevolg hiervan is overleden. De moeder van het kind wordt vlak na het verkeersongeval op schokkende wijze met het lichaam van haar ernstig verminkte dochter geconfronteerd. Dit leidt tot ernstig geestelijk letsel bij de moeder. In deze zaak komt duidelijk naar voren dat de Hoge Raad er zichtbaar problemen mee heeft om de grenzen van zijn rechtsvormende taak niet te overschrijden. Het limitatieve en exclusieve stelsel van de huidige wet brengt immers met zich mee dat nabestaanden geen vordering geldend kunnen maken tot vergoeding van immaterieel nadeel wegens het verdriet dat ze ondervinden als gevolg van het overlijden van iemand met wie zij een affectieve band hebben. Het gaat de rechtsvormende taak van de rechter te buiten om in afwijking van het wettelijk stelsel zonder meer vergoeding toe te kennen. Uit r.o blijkt dit. Verder heeft de Hoge Raad geworsteld met het feit dat naasten pas schadevergoeding kunnen vorderen als de dader niet alleen jegens de dierbare maar ook jegens hem of haar onrechtmatig heeft gehandeld. 40 De vraag was dan ook wat de rechtsgrond zou zijn van de moeder voor toewijzing aan haar van de vergoeding van shockschade. In r.o geeft de Hoge Raad hier een antwoord op: Indien iemand door overtreding van een veiligheids- of verkeersnorm een ernstig ongeval veroorzaakt, handelt hij in een geval als hier bedoeld niet alleen onrechtmatig jegens degene die dientengevolge is gedood of gekwetst, maar ook jegens degene bij wie door het waarnemen van het ongeval of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, een hevige emotionele schok wordt teweeggebracht, waaruit geestelijk letsel voortvloeit, hetgeen zich met name zal kunnen voordoen indien iemand tot wie de aldus getroffene in een nauwe affectieve relatie staat, bij het ongeval is gedood of gewond. De daardoor ontstane immateriële schade komt op grond van het bepaalde in art. 6:106 lid 1, aanhef en onder b, BW voor vergoeding in aanmerking. Daarvoor is dan wel vereist dat het bestaan van geestelijk letsel, waardoor iemand in zijn persoon is aangetast, in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. 38 Artikel 287 Wetboek van Strafrecht. 39 Noot van J.B.M. Vranken bij het arrest van HR 21 oktober 2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2775,NJ 2002/216, NJ 2002, 216 (Oogmerk). 40 HR 22 februari 2002,ECLI:NL:HR:2002:AD5356, NJ 2002/240,m.nt. J.B.M. Vranken (Taxibus). 13

14 In r.o. 5.2 overwoog de Hoge Raad daarbij: Voldoende is dat een rechtstreeks verband bestaat tussen het gevaarzettend handelen enerzijds en het geestelijk letsel dat een derde door de confrontatie met de gevolgen van dit handelen oploopt anderzijds. Deze confrontatie kan ook plaatsvinden (kort) nadat de gebeurtenis die tot de dood of verwonding van een ander heeft geleid, heeft plaatsgevonden. De aard van deze schade brengt mee dat deze schade in het algemeen slechts voor vergoeding in aanmerking komt indien (i) de betrokkene rechtstreeks wordt geconfronteerd met de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden en (ii) deze confrontatie bij de betrokkene een hevige schok teweeggebracht heeft, hetgeen zich met name kan voordoen indien sprake is van een nauwe (affectieve) band met degene die door het ongeval is gedood of gewond geraakt. Hieruit kan geconcludeerd worden dat als een nabestaande (of naaste) geestelijk letsel heeft, onder bepaalde nauw omschreven omstandigheden wel een vergoeding kan worden geboden voor zowel materiele als immateriële schade: de shockschadevordering. 41 De grondslag om deze shockschadevergoeding toe te kennen is de onrechtmatige daad van artikel 6:162 BW. Niet alleen heeft de Hoge Raad de kwestie van vergoeding van affectieschade in het algemeen in het Taxibus-arrest uitdrukkelijk aangemerkt als één die zijn rechtsvormende taak te buiten gaat 42, ook de bespreekt de Hoge Raad in r.o. 4.2 dat het stelsel van de wet (artikel 6:108 BW) met zich meebrengt dat vergoeding van affectieschade niet mogelijk is en wijst de Hoge Raad het verzoek van affectieschade af. R.o. 4.2: Het stelsel van de wet brengt mee dat nabestaanden ingeval iemand met wie zij een nauwe en/of affectieve band hadden, overlijdt ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander jegens hem aansprakelijk is, geen vordering geldend kunnen maken tot vergoeding van nadeel wegens het verdriet dat zij ondervinden als gevolg van dit overlijden. Art. 6:108 BW geeft immers in een dergelijk geval slechts aan een beperkt aantal gerechtigden de mogelijkheid tot het vorderen van bepaalde vermogensschade. Hoewel deze bepaling van tamelijk recente datum is, kan er grond bestaan om de redenen die tot de daarin neergelegde regeling van de schadevergoeding hebben geleid, te heroverwegen. Niet uitgesloten is dat het wettelijk stelsel onvoldoende tegemoet komt aan de maatschappelijk gevoelde behoefte om aan degenen die in hun leven de ernstige gevolgen moeten ondervinden van het overlijden van een persoon tot wie zij - zoals hier - in een affectieve relatie hebben gestaan, enige vorm van genoegdoening te verschaffen. Het gaat echter de rechtsvormende taak van de rechter te buiten te dezer zake in afwijking van het 41 Kritisch hierover S.D. Lindenbergh, Het wetsvoorstel affectieschade een treurige dood(?) NJB 2010, p HR 22 februari 2002,ECLI:NL:HR:2002:AD5356, NJ 2002/240,m.nt. J.B.M. Vranken (Taxibus). 14

15 wettelijk stelsel zonder meer een vergoeding toe te kennen. In de eerste plaats zou immers opnieuw een, aan de wetgever voorbehouden, afweging moeten worden gemaakt van de vooren nadelen die aan het huidige stelsel verbonden zijn. Voorts vergt een herziening van het bestaande stelsel een afbakening van de gevallen waarin een vergoeding passend wordt gevonden en een concrete aanwijzing van de personen aan wie een dergelijke vergoeding toekomt. Ten slotte is het ook aan de wetgever te beoordelen of, en zo ja in hoeverre, aan de toekenning van een dergelijke vergoeding financiële grenzen gesteld moeten worden in verband met de consequenties die daaraan kunnen zijn verbonden. Na het Taxibus-arrest is in de rechtspraak geprobeerd om de door de Hoge Raad opgestelde criteria voor shockschade uit te breiden om zo toch nog een mogelijkheid te creëren voor vergoeding van affectieschade. Zo is in het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 2009 (Vilt-arrest) door Hoge Raad besloten niet de confrontatie-eis uit het Taxibus-arrest ter zijde te stellen of af te zwakken toen partijen de rechter daartoe probeerden te bewegen. In dit arrest ging het over een shockschadevordering van ouders die hun kinderen hebben verloren. De drie inzittenden (tussen de 18 en 20 jaar) zijn om het leven gekomen nadat hun auto tegen een boom is gereden als gevolg van een wilde achtervolging van een andere automobilist. In de civiele procedure heeft de Hoge Raad strikt vastgehouden aan de gestelde criteria in het Taxibus-arrest en geoordeeld dat de ernst van de normschending in ieder geval geen reden mag zijn van verruiming van de schadevergoedingsverplichting. De shockschadevergoeding is niet toegewezen. 43 Ook wordt er soms door rechters in lagere rechtspraak geprobeerd het gesloten systeem te doorbreken. Zo heeft rechtbank Rotterdam geprobeerd om het gesloten systeem te doorbreken, de rechtbank heeft daar, een vordering tot vergoeding van schade van een derde toegewezen op grond van artikel 6:106 lid 1 aanhef en onder b BW. In deze zaak vordert eiseres in haar hoedanigheid van echtgenote en moeder van haar kinderen schadevergoeding van gedaagde die haar man en vader van haar kinderen door messteken om het leven heeft gebracht. 44 R.o : Mevrouw eiseres vordert voor zichzelf zowel kind X. als kind Y immateriële schadevergoeding. Zij stelt in dit verband het volgende. Mevrouw eiseres is geconfronteerd geweest met het door messteken gehavende lichaam van haar man. Kind X. en kind Y. mochten hem om die reden niet meer zien; wel hebben zij gezien dat de arts die bij hun vader vandaan kwam bloed op zijn schoenen had. Mevrouw eiseres, kind X. en kind Y. 43 HR 9 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8583, NJ 2010, 387,m.nt. Vranken, RvdW 2009, 1154, r.o (Vilt). 44 Rb. Rotterdam 18 december 2013, ECLI: NL:RBROT:2013:10164, NJF 2014/

16 zijn bekend met de plaats waar het misdrijf plaatsvond en zij zijn door de media geïnformeerd over de exacte toedracht. Zij hebben hierdoor geestelijk letsel bekomen. 45 Uit r.o blijkt dat de psychiater die de eiseres onderzocht heeft van oordeel is dat het delict bij haar een emotionele schok teweeg heeft gebracht die tot geestelijk letsel en posttraumatische stressstoornis heeft geleid. De rechtbank oordeelt dat eiseres recht heeft op vergoeding van shockschade als bedoeld in artikel 6:206 lid 1, aanheft en onder b BW. Uit r.o blijkt dat bij kind X geen psychiatrische stoornis is aangetroffen. Bij kind Y is er wel een posttraumatische stressstoornis vastgesteld. In r.o stelt de gedaagde dat uit het onderzoek blijkt dat kind X geen geestelijk letsel heeft en dat de posttraumatische stressstoornis van kind Y door het overlijden van zijn vader komt en niet door de directe confrontatie, zodat geen van de kinderen recht heeft op smartengeld wegens shockschade. De rechtbank gaat hier in r.o volledig aan voorbij en volgt het oordeel van de deskundige die aangeeft dat beide kinderen recht hebben op een immateriële schadevergoeding van , Dit is in strijd met de door de Hoge Raad eerder gegeven beperkingen; getoetst aan de criteria van het Taxibus-arrest. 47 De rechtbank heeft zonder meer schadevergoeding toegekend aan kind X zonder na te gaan of er een onrechtmatige daad jegens dat kind is gepleegd. Dit is in strijd met artikel 6:95 BW. Deze uitspraak is niet in lijn met het Taxibus-arrest en is onwenselijk want dit kan leiden tot rechtsonzekerheid. Dit pleit voor een heldere wetgeving op het gebied van affectieschade. 1.4 Tussenconclusie In het huidige stelsel van het Burgerlijk Wetboek is er geen mogelijkheid voor naasten en nabestaanden om vergoeding van affectieschade te vorderen. Hoofdregel is dat bij letsel waarvoor een ander aansprakelijk is, alleen de gekwetste zelf aanspraak heeft op vergoeding van zijn materiele en immateriële schade. Dit blijkt uit het woord jegens in artikel 6:162 BW; om een ander voor de geleden schade aansprakelijk te stellen dient er jegens de benadeelde sprake te zijn van een onrechtmatige gedraging. Het is dus niet mogelijk om op basis van een rechtstreeks jegens de naaste of nabestaande gepleegde onrechtmatige daad schadevergoeding te vorderen. Uit het wettelijke stelsel volgt dat een derde uitsluitend recht heeft op vergoeding van verplaatste schade in geval van letsel 45 Rb. Rotterdam 18 december 2013, ECLI: NL:RBROT:2013:10164, NJF 2014/121, r.o van tussenuitspraak rb. 25 juli Rb. Rotterdam 18 december 2013, ECLI: NL:RBROT:2013:10164, NJF 2014/ Rb. Rotterdam 18 december 2013, ECLI: NL:RBROT:2013:10164, NJF 2014/

17 van een direct gekwetste en op vergoeding van begrafeniskosten en gederfd levensonderhoud als iemand overlijdt. Andere schade hoeft niet te worden vergoed. 48 In de rechtspraak zijn twee jurisprudentiële uitzonderingen hierop gecreëerd door de Hoge Raad met als grondslag voor de vordering van schadevergoeding de onrechtmatige daad. In het Oogmerk-arrest is door de Hoge Raad geoordeeld dat, indien de dader het oogmerk had aan een derde immateriële schade toe te brengen zoals staat omschreven in art. 6:106 lid 1 sub a, derden recht hebben op vergoeding van de door hen geleden schade. 49 In het Taxibus-arrest heeft de Hoge Raad beslist dat er een zelfstandige vordering van een derden op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b bestaat als er is voldaan aan de vereiste van shockschade. 50 Dit arrest is ook relevant omdat de Hoge Raad hier erkent dat het huidige wettelijke stelsel van schadevergoeding onvoldoende tegemoetkomt aan de maatschappelijke behoefte van een vergoeding van affectieschade. 51 In beide arresten heeft de Hoge Raad het gesloten systeem omzeild door immateriële schadevergoeding toe te kennen op grond van artikel 6:162 BW door een onrechtmatige daad jegens deze derden aan te nemen. 48 R. Rijnhout, Schadevergoeding voor derden in personenschadezake, een rechtsvergelijkende studie naar de artikelen 6:107 en 6:108 BW in relatie tot het onrechtmatige daadsrecht en schadevergoedingsrecht, Boom Juridische uitgevers 2012, p HR 21 oktober 2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2775,NJ 2002/216,m.nt. J.B.M.Vranken (Oogmerk). 50 HR 22 februari 2002,ECLI:NL:HR:2002:AD5356, NJ 2002/240,m.nt. J.B.M. Vranken (Taxibus). 51 HR 22 februari 2002,ECLI:NL:HR:2002:AD5356, NJ 2002/240,m.nt. J.B.M. Vranken (Taxibus), r.o

18 2. Het Nederlandse schadevergoedingsrecht vanuit extern perspectief Het Nederlandse schadevergoedingsrecht bezien vanuit het perspectief van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en een rechtsvergelijkend onderzoek naar hoe affectieschade is geregeld in België en Frankrijk. 2.1 Inleiding In bijna alle landen van Europa kent men wel een vorm van vergoeding van affectieschade bij het overlijden en/of ernstige verwoning van een naaste. 52 In Europa bestaat er alleen nog in Nederland en Duitsland geen recht op vergoeding van affectieschade. Hoe de verschillende rechtsstelsels in deze mogelijkheid voorzien, is erg verschillend. Zo kent het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld een uitgewerkte wettelijke regeling voor de kring van gerechtigden en de toe te kennen vergoeding. In Frankrijk en België daarentegen is het recht op schadevergoeding in de rechtspraak ontwikkeld omdat de wet, anders dan in Nederland, hier geen beperkingen oplevert. 53 Ook het uit rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) blijkt dat naasten aanspraak moeten kunnen maken op affectieschade in gevallen waarin de staat (mede) verantwoordelijk is voor het overlijden van een dierbare, 54 aldus het hof. 55 Vanuit extern perspectief bezien blijkt het Nederlandse schadevergoedingsrecht op het gebied van affectieschade uitzonderlijk terughoudend en loopt het in Europees verband gezien uit de pas. Het is naar mijn idee interessant om te kijken naar hoe andere Europese landen de vergoeding van immateriële schade van nabestaanden en naasten regelen. Afstemming tussen landen in Europa wordt steeds belangrijker omdat Europa steeds meer één wordt en om te voorkomen dat er (rechts)ongelijkheid ontstaat tussen naasten en nabestaanden uit verschillende landen. Door vergelijking met andere Europese rechtsstelsels die de vergoeding van affectieschade regelen, wordt zichtbaar of het nieuwe wetsvoorstel in de pas loopt. Dat het van belang is 52 Zie M. Bona, P. Mead & S.D. Lindenbergh, Fatal Accidents and Secondary Victims, St. Albans: XPL publishing 2005, p. 422 e.v. en Rijnhout 2012, p. 147 e.v. 53 Men zie hierover Bona, Mead en Lindenbergh, Fatal accidents and secondary victims, Peopil research group 2005, p en Von Bar en Clive, Principles, Definitions and Model Rules of European Private Law. Draft Common Frame of Reference, 2009, Boek VI. 2:202, p Zie hierover bijv. C.P.J. Wijnakker, Vergoeding van affectieschade: via het EVRM ook in Nederland mogelijk, Verkeersrecht , afl. 11, p en R. Rijnhout & J. Emaus, Damages in Wrongful Death Cases in the Light of European Human Rights Law: Towards a Rights-Based Approach to the Law of Damages, Utrecht Law Review 2014, afl. 10(3), p EHRM 3 april 2001, appl. no /95, par. 130,131 (Keenan/VK), EHRM 14 juni 2002, appl. no /99, par.97 (Paul en Audrey Edwards/VK), EHRM 17 juni 2005, appl. no /99, par. 171, 172 (Bubbins/VK). 18

19 om het Nederlandse schadevergoedingsrecht ook in Europees verband te zien, blijkt uit de vragen die door de leden van de VVD-fractie zijn gesteld in de Tweede Kamer (d.d. 4 november 2015). Deze vragen gingen over hoe wettelijke regelingen in andere Europese landen ten aanzien van het vergoeden van affectieschade zijn vormgegeven en hoe deze zich verhouden tot het onderhavige wetsvoorstel. 56 In dit hoofdstuk ga ik het Belgische en Franse recht waar het gaat over de mogelijkheden tot vergoeding van affectieschade, vergelijken. Deze landen hebben net als Nederland een civiel rechtsstelsel. Verder kennen zowel het Belgische als het Franse rechtsstelsel een regeling die naasten en nabestaanden van slachtoffers een vergoeding voor affectieschade toekent. Het onderhavige wetsvoorstel affectieschade lijkt hiermee veel op de regelingen zoals Frankrijk en België die kennen Het systeem van affectieschade in België Immateriële schade van naasten en nabestaanden als gevolg van ernstig letsel bij of het overlijden van een dierbare (affectieschade) is in België, in tegenstelling tot in Nederland, wél een vergoedbare schadepost. Het Nederlandse wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid om zowel in geval van het ernstig gewond raken als in het geval van het overlijden van een naaste recht op vergoeding van immateriële schade uit te keren. 58 In België is dit al wettelijk geregeld. In België wordt immateriële schade morele schade genoemd. 59 Een bijzondere vorm van de vergoeding van morele schade is Genegenheidschade: dit houdt de morele schade van naasten van een slachtoffer in die zij lijden als gevolg van confrontatie met het leed en pijn van een iemand met wie zij een hechte genegenheids-,familie-of professionele band hebben. 60 De Belgische rechter oordeelt aan de hand van concrete gegevens wie een vorderingsrecht tot affectieschade heeft. Er is sprake van een open stelsel. 61 De Belgische regeling bevat geen limitering dan wel normering van de bedragen, de kring van gerechtigden wordt niet specifiek benoemd en het begrip schade wordt niet gedefinieerd. Per geval bekijkt de Belgische rechter wie voor vergoeding in aanmerking kan komen en wat de hoogte van het uit te keren bedrag wordt. 62 Vanuit de rechtspraak zijn criteria ontwikkeld waarmee 56 Kamerstukken II , , nr. 5, p M. Bona, P. Mewad & S. Lindenbergh, Fatal Accidents and Secondairy Victims, St. Albans: XPL publishing 2005, p Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr 3, p C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p C. van Schoubroeck, Affectieschade en shockschade: Belgische reglementering en praktijk, Verkeersrecht , p C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p

20 de rechter beoordeelt of er schade is geleden en of daar een recht op schadevergoeding uit voortvloeit. 63 Hoogte van de vergoeding In België heeft men een indicatieve tabel, deze bevat een lijst met nabestaanden met de daarbij behorende schadevergoedingsbedragen. Verder bevat de indicatieve tabel een lijst waarin richtbedragen worden gegeven voor het toe te kennen smartengeld in geval van overlijden van een verwante. 64 Deze tabel is vormgegeven door verschillende betrokkenen die vaak bij schadebegrotingen betrokken zijn; onder andere verzekeringsmaatschappijen, de rechterlijke macht, academici en medisch deskundigen. 65 De uit te keren vergoeding verschilt van 1250 voor het verlies van een niet-inwonend(e) schoonouder of schoonkind, tot voor het verlies van een partner of kind. 66 De rechter is vrij om van de bedragen, opgenomen in de indicatieve tabel, af te wijken. De indicatieve tabel is slechts een aanbeveling waarop teruggevallen kan worden als de omvang van de schade niet exact kan worden begroot. De eenvormigheid in de Belgische rechtspraak, het streven naar gelijke behandeling van slachtoffers en het verhogen van de rechtszekerheid zijn door de indicatieve tabel toegenomen. 67 In het Nederlandse wetsvoorstel worden eveneens de kring van gerechtigden en voorgestelde smartengeldbedragen voor affectieschade genoemd. 68 Opvallend is dat in België alleen voor gevallen van overlijden van naasten er een indicatieve tabel te raadplegen is. 69 Kring van gerechtigden Er is een verschil tussen hoe de kring van gerechtigden in België is vastgesteld en hoe die in het Nederlandse wetsvoorstel wordt bepaald. In België is de kring van gerechtigden ruimer, deze kring is niet beperkt tot direct bloed-of aanverwantschap tussen beiden. 70 Wel is bij andere affectieve verhoudingen (zoals voornoemde) dan die van ouders/kinderen en echtgenoten, beoordeling van de effectieve verhouding vereist. Dit gebeurt aan de hand van 63 Men zie hierover Bona, Mead en Lindenbergh, Fatal accidents and secondary victims, Peopil research group 2005, pp en Von Bar en Clive, Principles, Definitions and Model Rules of European Private Law. Draft Common Frame of Reference, 2009, Boek VI. 2:202, pp Zie in bijlage 1 de Indicatieve tabel 65 C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p Zie in bijlage 1 de Indicatieve tabel 67 C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p Zie tabel 1: voorgestelde smartengeldbedragen. Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr 3, p C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p.4. en verder C. Van Schoubroeck, supra n. 9,

21 de feitelijke omstandigheden. 71 Voor de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding door de rechter in België zijn de concrete schadebegroting en de volledige schadevergoeding de belangrijkste uitgangspunten Het systeem van affectieschade in Frankrijk Frankrijk kent in het civiele aansprakelijkheidsrecht een schadevergoeding toe voor affectieschade. De rechtsgrondslag voor het toekennen van immateriële schadevergoeding is de onrechtmatige daad 73. De schade moet direct zijn geleden en de schade moet vaststaan, wat inhoudt dat de derde moet aantonen dat hij door het letsel of overlijden van de direct gekwetste schade heeft geleden of zal gaan lijden. 74 In Frankrijk is voor zowel ernstige verwonding of invaliditeit 75 als bij overlijden van het slachtoffer, een vergoeding van affectieschade aanvaard. Deze mogelijkheid wordt ook voorgesteld in het nieuwe wetsvoorstel affectieschade in Nederland. 76 Hoogte van vergoeding In het Franse recht is het uitgangspunt dat schade in z n geheel wordt vergoed en dat het bedrag waar men recht op heeft concreet vastgesteld wordt. De feitenrechter stelt de situatie aan de hand van concrete omstandigheden vast waarbij er twee soorten schade worden onderscheiden: dommage patrimonial of économique (materiele schade: vergoeding van reeds gemaakte en nog te maken kosten als gevolg van ziekte of letsel), en dommage extrapatrimonial, moral of personnel (immateriële schade, waarbij een verschil wordt gemaakt tussen smart of pijn in geval van lichamelijk of geestelijk letsel en in geval van het verlies van levensvreugde en affectieschade). 77 Kring van gerechtigden De kring van gerechtigden die in Frankrijk recht hebben op vergoeding van affectieschade is ruim. Dit is zo omdat er geen objectief criterium is om een vaste kring van gerechtigden vast te stellen. 78 Aangenomen wordt dat schade van naasten moet worden vergoed als de geleden 71 C. van Schoubroeck, Affectieschade en shockschade: Belgische reglementering en praktijk, VRA 2004, p C. van Schoubroeck, Verkeersrecht Artikelen, Begroting van morele schade in België, VRA 2012/68, p Artikel 1382 Code Civil. 74 R. Rijnhout, Schadevergoeding voor derden in personenschadezaken, Boom Juridische uitgevers Den Haag 2012, p Kamerstukken II 2002/03, 28781, nr.3. p Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr 3, p R. Rijnhout, Schadevergoeding voor derden in personenschadezaken, Boom Juridische uitgevers Den Haag 2012, p R. Rijnhout, Schadevergoeding voor derden in personenschadezaken, Boom Juridische uitgevers Den Haag 2012, p

22 schade zeker, persoonlijk en direct is. 79 Dat betekent echter niet dat iedereen aanspraak maakt op vergoeding van affectieschade. Aangenomen wordt dat er een affectieve band bestaat als nabestaanden in een hechte familieverhouding staan met de overledene. In de Franse literatuur wordt terughoudend gereageerd op vorderingen van derden die een relatie onderhouden met het slachtoffer, vooral als dat vorderingen betreft van anderen dan naasten Tussenconclusie Het nieuwe wetsvoorstel affectieschade impliceert dat men affectieschade bij wet wil gaan regelen, zoals dat al in België en Frankrijk het geval is. Daar wordt een vergoeding van affectieschade toegekend op grond van het onrechtmatige daadsrecht terwijl men in Nederland dit voorstelt door een wettelijke grondslag in het Burgerlijk Wetboek te creëren. Zowel in Nederland als in België en Frankrijk zijn het de aansprakelijkheid vestigende artikelen die aanduiden wanneer er een recht op schadevergoeding bestaat. Cruciaal in het Nederlandse schadevergoedingsrecht is, dat alleen de gekwetste zelf aanspraak heeft op vergoeding van zijn materiele en immateriële schade (artikel 6:162 BW, zie verder hoofdstuk 1). In zowel België als Frankrijk is het recht op vergoeding van affectieschade in de rechtspraak ontwikkeld. 81 Vorderingsmogelijkheden zijn voor derden in het Nederlandse recht beperkt. Dit is een kwestie van interpretatie geweest; in Nederland is er in de rechtspraak (door de hoogste rechters) geen mogelijkheid gelezen in artikel 6:162 BW om ook schadevergoeding aan derden toe te kennen. Dit is wel de grondslag voor toekenning van affectieschade in België en Frankrijk. Er is in België en Frankrijk een mogelijkheid tot vergoeding van affectieschade bij ernstige verwondingen en bij het overlijden van de verwant. Ook dit is een voornemen dat in het nieuwe wetsvoorstel geïntroduceerd wordt, er moet een onderscheid gemaakt kunnen worden tussen situaties waarbij een verwant ernstig en blijvend gewond raakt, en die waarbij hij overlijdt. Dit kan tot uitdrukking komen in de hoogte van de vergoeding die wordt toegekend. 82 Verder wordt er betekenis toegekend aan de aard van de relatie in het nieuwe wetsvoorstel. In België en Frankrijk is de kring van gerechtigden ruim. Als algemene lijn geldt voor beide landen dat een nauwe affectieve band nodig is, dat uitsluitend ernstig letsel recht geeft op vergoeding en dat er sprake is van een zekere normering op grond van de indicatieve tabel in België en invulling van deze open norm door de rechter in zowel 79 R. Rijnhout, Schadevergoeding voor derden in personenschadezaken, Boom Juridische uitgevers Den Haag 2012, p R. Rijnhout, Schadevergoeding voor derden in personenschadezaken, Boom Juridische uitgevers Den Haag 2012, p Exclusieve en limitatieve stelsel van de artikel 6:106 t/m 6:108 BW. 82 Kamerstukken II 2014/15, 34257, nr 3. p

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M.

Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M. Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M. van Reijsen) M. (Melissa) de Groot, student-assistent, sectie Burgerlijk

Nadere informatie

DE REDACTIE PRIVAAT VAN TRANEN, DUITEN, DIJKEN EN SLUIZEN OVER VERGOEDING VAN AFFECTIESCHADE EN SHOCKSCHADE IN NEDERLAND NA 1 JANUARI 2019

DE REDACTIE PRIVAAT VAN TRANEN, DUITEN, DIJKEN EN SLUIZEN OVER VERGOEDING VAN AFFECTIESCHADE EN SHOCKSCHADE IN NEDERLAND NA 1 JANUARI 2019 DE REDACTIE PRIVAAT VAN TRANEN, DUITEN, DIJKEN EN SLUIZEN OVER VERGOEDING VAN AFFECTIESCHADE EN SHOCKSCHADE IN NEDERLAND NA 1 JANUARI 2019 Siewert Lindenbergh* I. TRANEN MET DUITEN 1. Op 1 januari 2019

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Shockschade. Directe confrontatie. Ernst normschending.

Onrechtmatige daad. Shockschade. Directe confrontatie. Ernst normschending. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 december 2014, nr. 200.090.627, ECLI:NL:GHARL:2014:9440 (mrs. Ch.E. Bethlem, M.B. Beekhoven van den Boezem, A.S. Gratama) Noot I. van der Zalm Onrechtmatige daad. Shockschade.

Nadere informatie

Affectieschade in Nederland nu en in de toekomst

Affectieschade in Nederland nu en in de toekomst Affectieschade in Nederland nu en in de toekomst Sarah Schokker Studentnummer: 10315217 Master Privaatrecht Privaatrechtelijke rechtspraktijk Scriptiebegeleider: dhr. dr. drs. G.J.P. de Vries 24 juni 2016

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 133 Besluit van 20 april 2018 tot vaststelling van bedragen voor nadeel van naasten dat niet in vermogensschade bestaat (Besluit vergoeding affectieschade)

Nadere informatie

Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade M.P.G. Schipper & I. van der Zalm Published in AV&S 2010/3, nr. 15,

Nadere informatie

JA 2011/159 Rechtbank 's-hertogenbosch, , Shockschade, Taxibus-criteria, Eigen schuld. Samenvatting. Uitspraak. 1.

JA 2011/159 Rechtbank 's-hertogenbosch, , Shockschade, Taxibus-criteria, Eigen schuld. Samenvatting. Uitspraak. 1. JA 2011/159 Rechtbank 's-hertogenbosch, 25-07-2011, Shockschade, Taxibus-criteria, Eigen schuld Samenvatting Een vijf maanden oude baby is door de oppas zodanig geschud en geslagen dat zij na enkele dagen

Nadere informatie

Jurisprudentie. HR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./reaal Schadeverzekeringen)

Jurisprudentie. HR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./reaal Schadeverzekeringen) Jurisprudentie Shockschade HR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./reaal Schadeverzekeringen) Inleiding In het Taxibus-arrest uit 2002 heeft de Hoge Raad aangegeven onder welke omstandigheden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:3937

ECLI:NL:RBDHA:2015:3937 ECLI:NL:RBDHA:2015:3937 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-04-2015 Datum publicatie 06-05-2015 Zaaknummer C-09-477807 - HA RK 14-638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Scriptie. De betekenis van de rechtsontwikkelingen op Europees niveau voor Nederlandse nabestaanden en naasten

Scriptie. De betekenis van de rechtsontwikkelingen op Europees niveau voor Nederlandse nabestaanden en naasten Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Scriptie De vergoeding van immateriële schade die gelegen is in het letsel of verlies van een dierbare naaste vanuit nationaal, rechtsvergelijkend

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AD5356. Formele relaties

Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AD5356. Formele relaties ECLI:NL:HR:2002:AD5356, Hoge Raad, 22-02-2002, C00/227HR Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-02-2002 Datum Publicatie 22-02-2002 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AD5356

Nadere informatie

Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: verbetering van de positie van slachtoffers en naasten

Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: verbetering van de positie van slachtoffers en naasten Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: verbetering van de positie van slachtoffers en naasten Naar verwachting wordt begin 2015 het wetsvoorstel zorg- en affectieschade naar de Raad van

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2001 Nr. 70 BRIEF

Nadere informatie

Wetsvoorstel verruiming vergoeding letsel- en overlijdensschade Bijeenkomst NIS 5 juni 2014

Wetsvoorstel verruiming vergoeding letsel- en overlijdensschade Bijeenkomst NIS 5 juni 2014 Wetsvoorstel verruiming vergoeding letsel- en overlijdensschade Bijeenkomst NIS 5 juni 2014 Esther Pans Esther.pans@kvdl.nl Opbouw presentatie - Achtergrond - Inhoud voorstel zorgkosten - Inhoud voorstel

Nadere informatie

Affectieschade en shockschade, onderscheid, samenloop, vooruitblik

Affectieschade en shockschade, onderscheid, samenloop, vooruitblik Affectieschade en shockschade, onderscheid, samenloop, vooruitblik P r o f. m r. S. D. L i n d e n b e r g h * 1. Inleiding Per 1 januari 2019 voorzien artikel 6:107 en 6:108 van het Burgerlijk Wetboek

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

Volledige uitspraak: LJN: BI8583, Hoge Raad, 08/01994. Datum uitspraak: 09-10-2009. Datum publicatie: 09-10-2009. Rechtsgebied: Civiel overig

Volledige uitspraak: LJN: BI8583, Hoge Raad, 08/01994. Datum uitspraak: 09-10-2009. Datum publicatie: 09-10-2009. Rechtsgebied: Civiel overig Hoge Raad, 9 oktober 2009; geen vergoeding van shockschade voor nabestaanden na opzettelijk veroorzaakt ongeval. Niet voldaan aan vereiste van waarneming van het ongeval of de directe confrontatie met

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17523 10 november 2010 Besluit van *****, tot vaststelling van de bedragen voor vergoeding voor het door naasten geleden

Nadere informatie

Hoge Raad, 22 februari 2002; vereisten bij shockschade, geen vergoeding van affectieschade.

Hoge Raad, 22 februari 2002; vereisten bij shockschade, geen vergoeding van affectieschade. Hoge Raad, 22 februari 2002; vereisten bij shockschade, geen vergoeding van affectieschade. In het Taxibus-arrest gaat het om een moeder, die zwaar psychisch letsel opliep na confrontatie met haar net

Nadere informatie

Het verworpen wetsvoorstel affectieschade Hoe nu verder?

Het verworpen wetsvoorstel affectieschade Hoe nu verder? Het verworpen wetsvoorstel affectieschade Hoe nu verder? Naam: ANR: 523821 Angelica de Jong Opleiding: Afstudeerzitting: Examencommissie: Master Rechtsgeleerdheid Accentprogramma privaatrecht 24 augustus

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inhoud en aanleiding wetsvoorstel

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inhoud en aanleiding wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Een prominentere rol voor naasten in het schadevergoedingsrecht: het wetsvoorstel schadevergoeding zorgschade en affectieschade

Een prominentere rol voor naasten in het schadevergoedingsrecht: het wetsvoorstel schadevergoeding zorgschade en affectieschade Artikel Mr. M.C.R. van Lent 1 en mr. dr. W.C.T. Weterings 2 Een prominentere rol voor naasten in het schadevergoedingsrecht: het wetsvoorstel schadevergoeding zorgschade en affectieschade 21 Affectieschade

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22376 30 juli 2015 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek

Nadere informatie

Schadevergoeding nabestaanden MH 17 De stand van zaken. Prof. Arno Akkermans Vrije Universiteit Amsterdam

Schadevergoeding nabestaanden MH 17 De stand van zaken. Prof. Arno Akkermans Vrije Universiteit Amsterdam Schadevergoeding nabestaanden MH 17 De stand van zaken Prof. Arno Akkermans Vrije Universiteit Amsterdam Strafrecht en burgerlijk recht Het straffen van daders is een kwestie van strafrecht Het OM is verantwoordelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFFECTIESCHADE HET VERGOEDEN VAN HET ONVERGOEDBARE

AFFECTIESCHADE HET VERGOEDEN VAN HET ONVERGOEDBARE AFFECTIESCHADE HET VERGOEDEN VAN HET ONVERGOEDBARE In hoeverre dient het aansprakelijkheidsrecht een rol toe te komen als het gaat om hoogstpersoonlijk leed? MASTERSCRIPTIE Privaatrechtelijke rechtspraktijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 781 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING 34257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal

Nadere informatie

Zijn naasten van het slachtoffer binnenkort slachtoffer af?

Zijn naasten van het slachtoffer binnenkort slachtoffer af? Masterscriptie Privaatrecht Zijn naasten van het slachtoffer binnenkort slachtoffer af? Een bespreking van het wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade Désirée van Daal Juli 2015 Privaatrecht:

Nadere informatie

Themasessie Evenementenveiligheid VRU 1

Themasessie Evenementenveiligheid VRU 1 Even voorstellen Yme P.J. Drost Register-Expert Personenschade De afwikkeling van letselschade na evenementen en de betekenis van gemeentelijke vergunningen daarbij Waardoor ontstaat letsel? Verkeersongevallen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 13-1-1049 Beslissing van 28 januari 2016 De eerste kamer van de Commissie, samengesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Webinar PIV september Chris van Dijk

Webinar PIV september Chris van Dijk Webinar PIV september 2015 Chris van Dijk - Shockschade; - Wetsvoorstel affectieschade; - Billijkheidscorrectie. 2 Shockschade beperkte ruimte voor vergoeding van shockschade. De ratio hiervan is onder

Nadere informatie

Letselschade Theorie en praktijk

Letselschade Theorie en praktijk Workshop 2014 Letselschade Theorie en praktijk mr. Judith Pol mr. Tim Gmelig Meijling 3 Waar ga ik het over hebben? Wat is letselschade? Wanneer is letselschade verhaalbaar? Wie kan letselschade verhalen?

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Immateriële schadevergoeding:

Immateriële schadevergoeding: Immateriële schadevergoeding: aansprakelijkheid jegens indirecte slachtoffers Corry Enting Masterscriptie in het kader van de opleiding Nederlands Recht Open Universiteit Nederland Corry Enting Studentnummer:

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van schade door letsel en overlijden te verruimen MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

Nadere informatie

Een nieuwe weg naar volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken

Een nieuwe weg naar volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken Een nieuwe weg naar volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken M r. d r. R. R i j n h o u t * 1. Inleiding In de zomer van 2012 heeft het Hof Den Bosch in een tussenarrest een uitspraak

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M12-5-0321 Beslissing van 9 januari 2014 De vijfde kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Nadere informatie

Over erfgenamen, nabestaanden, naasten en derden als direct gekwetsten

Over erfgenamen, nabestaanden, naasten en derden als direct gekwetsten Over erfgenamen, nabestaanden, naasten en derden als direct gekwetsten Rb. Zeeland-West-Brabant 30 januari 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:2618 M r. d r. R. R i j n h o u t * Feiten De gedaagde wordt ervan verdacht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 28 781 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid

Nadere informatie

Het wetsvoorstel affectieschade in de ijskast

Het wetsvoorstel affectieschade in de ijskast Het wetsvoorstel affectieschade in de ijskast Mr. K.A.P.C. van Wees* Inleiding Op 12 september 2006 vond in de Eerste Kamer de plenaire behandeling van het wetsvoorstel affectieschade 1 plaats. 2 De uitkomst

Nadere informatie

Het onderscheid tussen affectie- en shockschade-vergoeding in rechtsvergelijkend perspectief. E.A.W. Claessens

Het onderscheid tussen affectie- en shockschade-vergoeding in rechtsvergelijkend perspectief. E.A.W. Claessens Het onderscheid tussen affectie- en shockschade-vergoeding in rechtsvergelijkend perspectief. E.A.W. Claessens 1 juli 2015 Studentnummer: 6143466 Begeleider: A.V.T. de Bie 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding pagina

Nadere informatie

Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016

Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016 Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016 Waar hebben we het over? Twee varianten van het relativiteitsvereiste Artikel 6:162 lid 1 BW: Artikel 6:163 BW: Hij die jegens een ander

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 28 781 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid

Nadere informatie

Hof 's-gravenhage, 19 september 2006; shockschade of affectieschade? Op grond van de billijkheid volledige schade vergoeden.

Hof 's-gravenhage, 19 september 2006; shockschade of affectieschade? Op grond van de billijkheid volledige schade vergoeden. Hof 's-gravenhage, 19 september 2006; shockschade of affectieschade? Op grond van de billijkheid volledige schade vergoeden. Vrouw vijf maanden zwanger, wacht samen met echtgenoot bij oversteekplaats op

Nadere informatie

Aan de Koning. Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag

Aan de Koning. Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag Aan de Koning Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv Registratienummer Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet schadefonds

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Een jongetje van 4 jaar oud wordt door een pitbull terriër in het gezicht en in de arm gebeten. Zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tilburg University. Rechtsgeleerdheid, Accent privaatrecht. E. Schaeken

Tilburg University. Rechtsgeleerdheid, Accent privaatrecht. E. Schaeken 2014 Tilburg University Rechtsgeleerdheid, Accent privaatrecht E. Schaeken Het confrontatiecriterium; verruimen of beperken?! Een onderzoek naar de vraag hoe het confrontatiecriterium vandaag de dag toegepast

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Centraal Justitieel Incassobureau

Centraal Justitieel Incassobureau Postbus 20301 2500 EH DEN HMG mr. F. Teeven www.cjib.rii 8901 CO Leeuwarden De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 1794 Afdeling Strategie & Beleid > Retouracires Postbus 1794d 8901. CB

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

ECLI:NL:CRVB:2014:3463 ECLI:NL:CRVB:2014:3463 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3170

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

een vooruitblik vergoeding van affectieschade is om Vanaf 1 januari 2019 gaat dit veran-

een vooruitblik vergoeding van affectieschade is om Vanaf 1 januari 2019 gaat dit veran- Jurisprudentie een vooruitblik door Annerie Joxhorst In het overgrote deel van Europa zijn juristen er al mee bekend: vergoeding De hoogte varieert. In Griekenland worden bedragen toegekend tot 380.000,-

Nadere informatie

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING I. Introductie 1. De toekenning van billijke genoegdoening is geen automatisch gevolg van de vaststelling door het Europees Hof voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 28 781 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 781 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 781 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629

Nadere informatie

Dit artikel uit Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Jurisprudentie De zaak Robert M. in cassatie. De ouders van de slachtoffers als benadeelde partij in het strafproces: hun verplaatste schade en proceskosten HR 16 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2668,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-218 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 28 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Aanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee)

Aanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee) Aanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee) Verantwoording... 1 Geen voegingsformulier... 1... 2 Afwijzen of niet ontvankelijk verklaren... 2... 2 Civiele vordering

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44630 31 december 2015 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2015, kenmerk 708251, tot vaststelling

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Nieuwsbrief Aansprakelijkheid & Verzekering

Nieuwsbrief Aansprakelijkheid & Verzekering Nieuwsbrief Aansprakelijkheid & Verzekering Utrecht, 1 september 2014 In deze nieuwsbrief treft u de volgende onderwerpen aan: Smartengeld in beweging Shockschade Concept wetsvoorstel Zorg- en Affectieschade

Nadere informatie

32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Nr.

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M81137 B.R. 6374 Beslissing van 13 juli 2009 De Eerste Kamer van de Commissie, samengesteld

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag ~ Telefoon Fax algemeen (070) (070) 361 93361 009310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker

Nadere informatie