~d d RMOSVERGADE.RING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "~d d RMOSVERGADE.RING"

Transcriptie

1 j~ dj ~ ~l1ssr(l oom ~d d RMOSVERGADE.RING Geme Be 2 5 APR a~~.m1 ~ - ~ ~.~~~ II.c o._ {OJ. 4.AA Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Contactpersoon Telefoon Programmanummer en naam : Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning : Afdeling : Maatschappelijke : 19 maart 2013 Dienstverlening, Beleid : Drs. S.P.M. Verstraten : S.P.MVerstraten@bergenopzoom.nl : (0164) : 12.Zorg Voorstel: 1. De "verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen op Zoom 2011" zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2011 intrekken per 1 juni De "verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2013" in werking te laten treden per 1 juni Type voorstel: It} I&l I&l KadersteIlend Controlerend Rest Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Zijn doelen en/of effecten beschreven Financiële consequenties Inspraakverordening van toepassing Ja 121 I&l It} Nee I&l It} I&l Communicatieparagraaf: Conform de inspraakverordening is de concept-verordening gedurende zes weken ter inzage gelegd, van 21 januari tot en met 1 maart Er zijn geen inspraakreacties ingediend. Ook de leden van het Platform Belangen Gehandicapten zijn geïnformeerd over de concept-verordening. Daarnaast is het burgerpanel ingeschakeld. Aan de panelleden met interessegebied Wmo is gevraagd of zij mee wilden denken over de concept-verordening. Vervolgens zijn er twee onderzoeken onder de panelleden uitgevoerd. Een korte vragenlijst en een online forumdiscussie. "'" GRIFFIE Berge..."...,~"'=»=' om

2 Geme ;j I ~ ~ Bergen op Zoom Samenvatting: Sinds 2007 bestaat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo verving de toenmalige Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Doel van deze wet is dat iedereen ongeacht leeftijd, ziekte of aandoening deel kan nemen aan de maatschappij en zo lang mogelijk zelfstandig thuis kan blijven wonen. Eigen kracht en zelfredzaamheid staan hierbij centraal. In de Wmo staat niet vermeld hoe deze compensatie moet plaatsvinden. De gemeente mag zelf bepalen welke voorzieningen zij aanbiedt om invulling te geven aan het compensatiebeginsel, als deze voorzieningen maar voldoende compensatie bieden op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. Gemeenten hebben hierdoor de vrijheid om andere en nieuwe oplossingen te (laten) organiseren, bijvoorbeeld de vrijwilligersdiensten. Getoetst wordt of in het concrete geval een voorziening is getroffen die compensatie biedt voor de belemmeringen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. Aanleiding tot een nieuwe verordening is de noodzaak om de uitvoering van de Wmo in overeenstemming te brengen met het oorspronkelijke doel van deze wet en de ontwikkelingen in de jurisprudentie. De Wmo is in 2007 in eerste instantie 'beleidsarm' ingevoerd, wat wil zeggen dat het oude Wvg-beleid en het AWBZ-beleid wegens de korte invoeringstijd vrijwelongewijzigd is overgenomen in de Wmo. Inmiddels is deze wijze van uitvoering niet langer houdbaar als gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij en in de jurisprudentie, maar ook om financiële redenen op korte en lange termijn. Het is namelijk van belang dat ook op termijn de voorzieningen die noodzakelijk zijn om mensen met een beperking te compenseren in stand gehouden kunnen worden. De nieuwe vormgeving van de Wmo wordt de kanteling genoemd. De kanteling zorgt voor een werkwijze waarin de voorziening niet langer centraal staat maar het probleem en het hierbij gewenste resultaat. Middels een gesprek wordt er in kaart gebracht wat de belemmeringen van een persoon zijn, wat zijn gewenste resultaat is en hoe dit resultaat behaald kan worden. Het uitgangspunt hierbij is maatwerk waarbij de participatie en eigen kracht van de burger en zijn leefomgeving (nog meer) centraal komen te staan. Om de werkwijze van de kanteling binnen de Wmo uit te kunnen voeren is het noodzakelijk de verordening hierop aan te passen. Om deze reden wordt voorgesteld om in te stemmen met de gewijzigde verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Bijlagen: Overzicht verschillen huidige verordening 2011 en nieuwe verordenina ! RéiPP9Œ~i!k()I!l~~f?Q9Qqf?r;?:()f?~~~Egf?rpéiQf?1! If?riQ~9gf? J~"! '.... GRIFFIE ~~~en~m,

3 ~ ~ (ti Gemeente III Datum raadsvergadering : 25 april 2013 Nummer : Onderwerp : Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. De "verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen op Zoom 2011" zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2011 intrekken per 1 juni De "verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2013" in werking te laten treden per 1 juni Inleiding Sinds 2007 bestaat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en zijn gemeenten verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van de Wmo. De Wmo verving de toenmalige Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Doel van deze wet is dat iedereen ongeacht leeftijd, ziekte of aandoening deel kan nemen aan de maatschappij en zo lang mogelijk zelfstandig thuis kan blijven wonen. Eigen kracht en zelfredzaamheid staan hierbij centraal. Aanleiding tot een nieuwe verordening is de noodzaak om de uitvoering van de Wmo in overeenstemming te brengen met het oorspronkelijke doel van deze wet en de ontwikkelingen in de jurisprudentie. De Wmo is in 2007 in eerste instantie 'beleidsarm' ingevoerd, wat wil zeggen dat het oude Wvg-beleid en het AWBZ-beleid wegens de korte invoeringstijd vrijwelongewijzigd is overgenomen in de Wmo. Inmiddels is deze wijze van uitvoering niet langer houdbaar als gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij en in de jurisprudentie, maar ook om financiële redenen op korte en lange termijn. Het is namelijk van belang dat ook op termijn de voorzieningen die noodzakelijk zijn om mensen met een beperking te compenseren in stand gehouden kunnen worden. De nieuwe vormgeving van de Wmo wordt de kanteling genoemd. De kanteling zorgt voor een werkwijze waarin de voorziening niet langer centraal staat maar het probleem en het hierbij gewenste resultaat. Middels een gesprek wordt er in kaart gebracht wat de belemmeringen van een persoon zijn, wat zijn gewenste resultaat is en hoe dit resultaat behaald kan worden. Het uitgangspunt hierbij is maatwerk waarbij de participatie en eigen kracht van de burger en zijn leefomgeving (nog meer) centraal komen te staan. De huidige verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning sluit niet aan bij de werkwijze van de kanteling. Om deze reden wordt voorgesteld om de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning aan te passen. G ='=J" 3 GRIFFIE... r~~m

4 Beoogd maatschappelijk effect/doelstelling Met de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning wordt uitvoering gegeven aan het compensatiebeginsel. Artikel 4 van de Wmo beschrijft deze compensatieplicht. Dit artikel verplicht het college van burgermeester en wethouders om voorzieningen te treffen voor personen met een beperking, chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem, die problemen ondervinden tijdens hun deelname aan de maatschappij en het zelfstandig wonen. Deze voorzieningen moeten die personen in staat stellen: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; d. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De gemeente mag zelf bepalen welke voorzieningen zij aanbiedt om invulling te geven aan het compensatiebeginsel, als deze voorzieningen maar voldoende compensatie bieden op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. Gemeenten hebben hierdoor de vrijheid andere en nieuwe oplossingen te (laten) organiseren, bijvoorbeeld de vrijwilligersdiensten. Getoetst wordt of in het concrete geval een voorziening is getroffen die compensatie biedt voor de belemmeringen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. De kanteling De kanteling binnen de Wmo zorgt voor een nieuwe werkwijze. Tot nu toe diende een persoon een aanvraag in en beoordeelde de gemeente of hij daar wel of niet voor in aanmerking kwam. Met de nieuwe werkwijze wordt er samen met de persoon eerst onderzocht wat daadwerkelijk het probleem is. Vervolgens wordt er onderzocht wat die persoon er zelf aan kan doen om dit probleem op te lossen en/of er familieleden/kennissen zijn die kunnen helpen. Ook wordt onderzocht of er voorzieningen zijn zoals de boodschappendienst die het probleem eventueel op kunnen lossen. Als dit alles het probleem niet voldoende oplost, wordt onderzocht of de persoon in aanmerking komt voor hulp bij het huishouden of een hulpmiddel. Kortom, er wordt eerst gekeken wat iemand zelf nog kan. De uiteindelijke oplossing(en) voor het ondervonden probleem verschillen per persoon. Het betreft maatwerk. Uitwerking voorstel Om de werkwijze van de kanteling binnen de Wmo uit te kunnen voeren is het noodzakelijk de verordening hierop aan te passen. Om deze reden wordt voorgesteld om in te stemmen met de gewijzigde verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Opbouw verordening De nieuwe verordening is gebaseerd op de VNG modelverordening. In deze verordening is rekening gehouden met de jurisprudentie, onder andere die van de Raad van Beroep. De basis van de verordening is artikel 4 van de Wmo. De vier in dit artikel genoemde domeinen zijn lastig te vertalen naar de praktijk. Om toepassing toch mogelijk te maken zijn deze vertaald in zeven te bereiken resultaten, namelijk: ~=""~"""'=O"_.._~~_n=_= 4

5 [ ~ ~ (ti Gemeente I a. Wonen in een schoon en leefbaar huis; b. Wonen in een geschikt huis; c. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding. e. Zich verplaatsen in en om de woning; f. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. g. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten. De nieuwe verordening gaat dus niet meer uit van voorzieningen, maar van zeven te bereiken resultaten. De prioriteit ligt niet meer bij het wel of niet verstrekken van een voorziening, maar bij het compenseren van het probleem die een persoon ondervindt tijdens zijn deelname aan de maatschappij en het zelfstandig wonen en het hierbij bereiken van het gewenste resultaat. Dit eist een afstemming van de oplossing op de persoon, zijn mogelijkheden en zijn omstandigheden: gemotiveerd maatwerk. Hiervoor worden in samenspraak met de betreffende persoon alle beschikbare mogelijkheden van eigen kracht, sociaal netwerk, algemene voorzieningen en individuele voorzieningen (in deze volgorde) in kaart gebracht. Verschil huidige verordening en nieuwe verordening De nieuwe verordening verschilt dusdanig van de huidige verordening dat een artikelsgewijze vergelijking niet zinvol is. Een overzicht van de verschillen of hoofdlijnen tussen de huidige en de nieuwe verordening is als bijlage bij dit raadsvoorstel gevoegd. Ongewijzigd in de nieuwe verordening Het recht op compensatie blijft bestaan. De rechten van een persoon wijzigen niet. Een gemeente blijft verplicht om de beperkingen van een persoon te compenseren zodat hij deel kan nemen aan de maatschappij; - Voor de voorziening hulp bij het huishouden en de hulpmiddelen (uitgezonderd rolstoelvoorzieningen) blijft een eigen bijdrage worden gevraagd. De hoogte van de eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt bepaald en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Indien de gemeenteraad instemt met de nieuwe verordening, dan moet deze gepubliceerd worden. Daarnaast worden de inwoners op de hoogte gebracht van de nieuwe verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2013 middels een persbericht, publicatie hierover op de gemeentepagina en de gemeentelijke website. Voorgesteld wordt de verordening per 1 juni 2013 in werking te laten treden. Er wordt geen overgangstermijn gehanteerd omdat de rechten van een persoon op het gebied van de Wmo niet wijzigen. Inspraak Conform de inspraakverordening is de concept-verordening ter inzage gelegd gedurende zes weken. Er zijn geen inspraakreacties ingediend. Ook de leden van het Platform Belangen Gehandicapten zijn geïnformeerd over de concept-verordening. Daarnaast is het burgerpanel ingeschakeld. Aan de panelleden met interessegebied Wmo is gevraagd of zij mee wilden denken over de concept-verordening. Vervolgens zijn er twee onderzoeken uitgevoerd. Een korte vragenlijst en een online forumdiscussie. Uit deze onderzoeken zijn kort weergegeven de volgende uitkomsten gekomen: ~<u~...~"~."..="'"~~~"~_. 5 I GRiFFIE _ Bergen~m

6 ~ ~ (ti Gemeente III Uitgangspunt is het oplossen van individuele problemen 86% van de burgerpanelleden is het eens met het nieuwe uitgangspunt in de verordening waarbij het oplossen van individuele problemen centraal staat en niet meer het verstrekken van een voorziening. 8,7% van de burgerpanelleden vindt het nieuwe uitgangspunt niet goed/niet slecht en 4,3% vindt het nieuwe uitgangspunt slecht. Een reden hiervoor is dat het volgens hen leidt tot verdere uitholling van de zorg. Vertaling vier domeinen naar zeven te bereiken resultaten 78,2% van de burgerpanelleden vindt de zeven geformuleerde te bereiken resultaten goed omschreven en vertaald naar aanleiding van de in artikel4 van de Wmo genoemde vier domeinen. 17,4 % vindt de vertaling van de vier domeinen naar zeven te bereiken resultaten niet goed/niet slecht en 4,3% heeft geen mening. Werken middels een melding 78,3% van de burgerpanelleden vindt het goed dat personen met een probleem op het gebied van deelname aan de maatschappij en/of het zelfstandig wonen, dit probleem kenbaar kunnen maken via een melding. Het invullen van een aanvraagformulier is niet langer een vereiste. 21,7% vindt het probleem kenbaar maken via een melding niet goed/niet slecht. De uitkomsten van de twee onderzoeken zijn weergegeven in een rapport. Dit rapport is als bijlage bij dit raadsvoorstel gevoegd. Consequenties van het voorstel De uitvoering van de Wmo wordt anders: - Andere benadering van de burger Middels een gesprek wordt er samen met de persoon in kaart gebracht wat de belemmeringen zijn en wat hij hier zelf aan kan doen om dit probleem op te lossen. Vervolgens wordt er gekeken of er familieleden/kennissen zijn die kunnen helpen en/of er voorzieningen zijn zoals de boodschappendienst die dit probleem op kunnen lossen. Als dit alles het probleem niet voldoende oplost, wordt onderzocht of de persoon in aanmerking komt voor hulp bij het huishouden of een hulpmiddel. Kortom er wordt eerst gekeken wat de persoon zelf nog kan. De Wmo en Vraagwijzer consulenten doorlopen een scholingstraject, onder andere door het volgen van cursussen en coaching on the job, waarmee zij worden opgeleid om de werkwijze van de kanteling in de praktijk uit te kunnen voeren. Er wordt per persoon bekeken wat voor zijn probleem de beste oplossing is. De persoon heeft niet meer automatisch recht op hulp bij het huishouden of een hulpmiddel, maar er wordt voor die persoon gezocht naar de beste en goedkoopste oplossing. Deze oplossing verschilt per persoon. - In de Wmo wordt niet bepaald welke voorzieningen zoals hulp bij het huishouden en hulpmiddelen de gemeente moet verstrekken. De gemeente moet er wel voor zorgen dat er een oplossing komt voor de problemen van een persoon bij het meedoen aan de samenleving. Gemeenten hebben dan ook de vrijheid om andere en nieuwe oplossingen te (laten) organiseren, bijvoorbeeld de vrijwilligersdiensten. Getoetst wordt of in het concrete geval een voorziening is getroffen die compensatie biedt voor de belemmeringen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. Wanneer uw gemeenteraad besluit tot vaststelling van de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2013 dan betekent dit dat het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en de beleidsregels hier door het college op aangepast moeten worden. 6

7 Alternatieven Als gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij en in de jurisprudentie, maar ook om financiële redenen op korte en lange termijn is het noodzakelijk de uitvoering van de Wmo in overeenstemming te brengen met het oorspronkelijke doel van deze wet en de ontwikkelingen in de jurisprudentie. Het is namelijk van belang dat ook op termijn de voorzieningen die noodzakelijk zijn om mensen met een beperking te compenseren in stand gehouden kunnen worden. Wanneer de huidige verordening gehandhaafd blijft, is het niet mogelijk om de invulling en uitvoering van de Wmo anders vorm te geven. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris, A.J.F.M. Linssen loco-burgemeester 7 dm

8 III De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 19 maart 2013, nr. ; gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning; overwegende dat het noodzakelijk is om voorzieningen te treffen om de beperkingen te compenseren, die iemand heeft om te kunnen participeren in de samenleving; BESLUIT: Vast te stellen de navolgende: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: 1. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning. 2. College: College van burgemeester en wethouders. 3. Compensatieplicht: De plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is. 4. Belanghebbende: Een persoon met een aantoonbare beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn 1 deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of met behulp van een machtiging, door een ander of een wettelijk vertegenwoordiger een melding of een aanvraag doet of laat doen. Onder belanghebbende kan ook verstaan worden de mantelzorger(s). 5. Psychosociaal probleem: Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen en/of met zijn sociale omgeving Melding:Het door een belanghebbende, aan het college, kenbaar maken van een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren. 1 Overal waar in deze tekst de mannelijke vorm staat kan ook de vrouwelijke vorm worden gelezen. 2 Ontleend aan uitspraak CRvB LJN: B Dit is een omgewerkt citaat uit de parlementaire behandeling in die uitspraak geciteerd =."""'<>==<.~"""'""""'~~~ GRIFFIE ~rgen~m_ J'

9 ~ 7. Aanvraag: Het verzoek van een belanghebbende aan het college, om in aanmerking te komen voor één of meerdere -individuele - voorzieningen. 8. Gesprek: Het eerste contact na een melding of aanvraag waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen. 9. Professional: Degene die namens het college een gesprek voert met de belanghebbende, zoals aangegeven in lid Voorliggende voorziening: Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft. 11. Algemene voorziening: Een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een eenvoudige toegangsbeoordeling heeft en die een snelle, regelarme en compenserende oplossing biedt voor de belemmeringen die een belanghebbende ondervindt. 12. Algemeen gebruikelijke voorziening: Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt kan worden, algemeen verkrijgbaar is en nietaanzienlijk - duurder is dan vergelijkbare producten. 13. Collectieve voorziening: Een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt. 14. Wettelijk voorliggende voorziening: Een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling dan de Wet maatschappelijke ondersteuning, waarmee het resultaat door belanghebbende geheel of gedeeltelijk kan worden bereikt. 15. Individuele voorziening: Een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt. 16. Gebruikelijke zorg: De normale, dagelijkse ondersteuning die partners en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden, omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van een huishouden. 17. Mantelzorger: Een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt. 18. Sociaal netwerk: Een verzamelnaam voor het netwerk van personen om de belanghebbende heen dat kan functioneren als ondersteuningsbron voor het welzijn en welbehagen van de belanghebbende. 19. Hoofdverblijf: De plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt. 20. Gemeenschappelijke ruimte: Gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de belanghebbende vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken; en ruimten die onder het gehuurde vallen en/of waarvan de belanghebbende gebruik van moet kunnen maken. 21. Voorziening in natura: Een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt om het resultaat te bereiken. 22. Persoonsgebonden budget: Een geldbedrag waarmee belanghebbende een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven om het resultaat te bereiken, als alternatief voor een voorziening in natura. 23. Financiële tegemoetkoming: Een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat. 24. Eigen aandeel: Een door het college vast te stellen bijdrage, die bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming voor rekening van de belanghebbende komt. De hoogte van het eigen aandeel is inkomensafhankelijk en wordt bepaald en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). _, ~~l 1 GRIFFIE Bergen~ ~ 9

10 Geme Bergen op Zoom --::::>- ~ ;j Eigen bijdrage: Een door het college vast te stellen bijdrage, die bij verstrekking van een voorziening in natura en persoonsgebonden budget voor rekening van de belanghebbende komt. De hoogte van de eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt bepaald en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE Artikel2. De te bereiken resultaten De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn: Het voeren van een huishouden a. Wonen in een schoon en leefbaar huis; b. Wonen in een geschikt huis; c. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding. Verplaatsen e. Zich verplaatsen in en om de woning; f. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Daginvulling g. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten. HOOFDSTUK 3. MELDING, AANVRAAG, GESPREK EN BESLUIT Artikel Artikel 3. Melding 1. Door of namens een persoon als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder g sub 4, 5 en 6 van de wet wordt een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren kenbaar gemaakt middels een melding. 2. De in lid 1 genoemde melding wordt schriftelijk, digitaal, mondeling of telefonisch kenbaar gemaakt bij door het college aangewezen personen of instellingen. 4. Aanvraag 1. Door of namens een persoon als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder g sub 4, 5 en 6 van de wet kan ten alle tijden een aanvraag voor een specifieke individuele voorziening worden ingediend bij door het college aangewezen personen of instellingen. 2. De in het vorige lid genoemde aanvraag wordt schriftelijk of digitaal ingediend door middel van een door of namens het college ter beschikking gesteld formulier. 10

11 ~~ {t: Gemeente --:::> Artikel 5. Gesprek 1. Naar aanleiding van een melding of aanvraag vindt een gesprek plaats tussen belanghebbende en professional met als doel het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte van de belanghebbende en het zoeken naar hiervoor passende oplossingen. 2. Bij het voeren van het gesprek wordt de International Classification of Functions, Disabilities and Health, de zogenaamde ICF classificatie, als basis voor het begrippenkader qehanteerd'. 3. Als de belanghebbende een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij en/of als gevolg van de uitvoering van de mantelzorg. 4. De inhoud van het gesprek wordt door de professional vastgelegd en op basis daarvan wordt door de professional een rapportage opgesteld. Artikel 6. Besluit De in artikel 5 lid 4 genoemde rapportage is een besluit op de ingediende melding of aanvraag en wordt naar de belang hebbende toegezonden. HOOFDSTUK 4. DE TE BEREIKEN RESULTATEN PARAGRAAF 1. HET MAKEN VAN EEN AFWEGING Artikel7. Het maken van een afweging 1. Mogelijkheden in het kader van gebruikelijke zorg, alle wettelijk voorliggende voorzieningen en alle voorliggende voorzieningen zoals algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid eerst beoordeeld. 2. Het college neemt bij het beoordelen van de te treffen -individuele- voorzieningen de in artikel 5 lid 4 genoemde rapportage als uitgangspunt. PARAGRAAF 2. DE TE BEREIKEN RESULTATEN TE BEREIKEN RESULTATEN TEN AANZIEN VAN HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN ArtikelS. Wonen in een schoon en leefbaar huis 1. Een schoon en leefbaar huis ten aanzien van de hal, woonkamer, slaapvertrek of slaapvertrekken, de keuken en sanitaire ruimten. 2. Een individuele voorziening kan getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk. 'Toelichting amendement van het lid van Miltenburg c.s. TK , nr. 65: "Voor de gemeentelijke biedt de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF classificatie) een uniform begrippenkader dat als grondslag kan dienen om de behoefte aan voorzieningen in individuele gevallen vast te stellen." 11 r-~~~~~-- '1 i... GRIFFIE L!:ergen op Z m

12 Geme :dl J ~ ~ Bergen op Zoom II Artikel g. Wonen in een geschikt huis 1. Een geschikt huis ten aanzien van het normaal gebruik van de hal, woonkamer, slaapvertrek of slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon. 2. Een individuele voorziening kan getroffen worden ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de in lid 1 genoemde vertrekken. Artikel10. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 1. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften zoals eten en drinken, toiletartikelen en schoonmaakartikelen. 2. Een individuele voorziening kan getroffen worden ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden. Artikel11. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding 1. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding in gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat. 2. Een individuele voorziening kan getroffen worden ten aanzien van het wassen, drogen, strijken en/of opruimen van de dagelijkse was. TE BEREIKEN RESULTATEN TEN AANZIEN VAN HET VERPLAATSEN Artikel12. Zich verplaatsen in en om de woning 1. Belanghebbende is in staat zijn woonkamer, het slaapvertrek of slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon te bereiken en kan zich er zodanig redden dat normaal functioneren mogelijk is. 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen. Artikel 13. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 1. Belanghebbende kan zich zodanig verplaatsen dat hij in staat is dagelijkse boodschappen te doen, familie en/of kennissen kan bezoeken en andere gewenste activiteiten kan ondernemen, alles binnen de directe woon- en leefomgeving. 2. Een individuele voorziening kan getroffen worden ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon- en leefomgeving. TE BEREIKEN RESULTATEN TEN AANZIEN VAN DAGINVULLING Artikel14. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten 1. Belanghebbende heeft de mogelijkheid medemensen te ontmoeten en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten, inclusief het kunnen afleggen van gewenste bezoeken. 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen. 12!-""~~~-'~'1 I GRIFFIE I L Berge~o~

13 dl Geme ---:::=-- ~.Bergen op Zoom HOOFDSTUK 5. COMPENSATIE DOOR MIDDEL VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING Artikel15. Compensatie door middel van een individuele voorziening 1. Ter compensatie van een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren kan een individuele voorziening worden toegekend voor zover: a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat; b. De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is. 2. Ter compensatie van een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren wordt geen individuele voorziening toegekend: a. Indien het hoofdverblijf van de belanghebbende niet in de gemeente Bergen op Zoom is; b. Indien (wettelijk) voorliggende voorzieningen en/of gebruikelijke zorg voldoende compensatie bieden en leiden tot het beoogde resultaat; c. Indien er aan de zijde van de belanghebbende geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen; d. Voor zover de melding of aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van melden of aanvragen of voorgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt; e. Indien een voorziening als die waarop de melding of aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening, of krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordeningen voorzieningen maatschappelijke ondersteuning is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de belanghebbende zijn toe te rekenen; f. Indien het college door belanghebbende niet in staat wordt gesteld om door middel van onderzoek de compensatienoodzaak vast te stellen. HOOFDSTUK 6. VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING Artikel16. Mogelijke verstrekkingwijzen De te treffen individuele voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget of als financiële tegemoetkoming worden verstrekt. Artikel17. Overwegende bezwaren persoonsgebonden budget Het college legt in het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren waardoor er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt. 13 G'~"~~~=- GRIFFIE r'!_e_~ Ii

14 Gemeente ~ ~r. ~ HOOFDSTUK 7. EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Artikel18. Eigen bijdrage en eigen aandeel 1. Bij het verstrekken van een individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten: a. Wonen in een schoon en leefbaar huis; b. Wonen in een geschikt huis; c. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; e. Zich verplaatsen in en om de woning voor zover het geen rolstoelvoorziening betreft; f. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; g. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten. 2. Het college legt in het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom de eigen bijdrage, respectievelijk het eigen aandeel vast. 3. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of eigen aandeel wordt dit in de artikel 5 lid 4 genoemde rapportage opgenomen. HOOFDSTUK 8. PROCEDURELE BEPALINGEN RONDOM BESLISTERMIJNEN, ONDERZOEK, ADVISERING, BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING Artikel19. Beslistermijnen De termijn waarbinnen een besluit ten behoeve van een individuele voorziening genomen moet worden bedraagt maximaal 8 weken voor: a. Een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis; b. Een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; c. Een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; d. Een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning; e. Een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; f. Een voorziening voor het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan sociale verbanden aangaan; g. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis: Als het gaat om een voorziening waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden. De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal13 weken voor: h. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis: Als het gaat om voorzieningen waarvoor bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden. De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal 27 weken voor: i. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis: Als het gaat om complexe voorzieningen waarvoor bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden. 14 '''"."~~~=~, GRIFFIE L~e~e~oom

15 ~ /!.) Gemeente --:> Artikel 20. Onderzoek en advisering 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang is voor de vaststelling van de compensatienoodzaak en de beoordeling van de melding of aanvraag, degene door wie een melding of aanvraag is ingediend, of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten: a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen; b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen (medische) deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken. 2. Wanneer er sprake is van de in het vorige lid genoemde advisering, wordt door de (medisch) adviseur de ICF classificatie als basis voor het begrippenkader gehanteerd. 3. Indien het voor het vaststellen van de compensatienoodzaak en de beoordeling van de melding of aanvraag noodzakelijk is om medische informatie over de belanghebbende op te vragen bij (medische) deskundigen, is een ondertekende door of namens het college ter beschikking gestelde toestemmingsverklaring van belanghebbende noodzakelijk. Artikel 21. Wijziging situatie Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk is dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening. Artikel 22. Heronderzoek In geval er op grond van de Wmo eerder een toekenning van een (individuele) voorziening heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd om op eigen initiatief een heronderzoek in te (laten) stellen. Artikel 23. Intrekking 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien: a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening; b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen. 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen drie maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. Artikel 24. Terugvordering 1. Ingeval het recht op een voorziening is ingetrokken of gewijzigd kan het college een op basis daarvan reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget terugvorderen tot het tijdstip vanaf wanneer de voorziening is toegekend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald. 2. In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan het college deze voorziening terugvorderen, indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens. 15 "~. ~~~".~..., GRlp:PŒfIE I Berge~~~

16 ~ (ti Gemeente --:> In geval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan het college deze voorziening terugvorderen, indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens. 4. Ingeval uit de verantwoording van het persoonsgebonden budget blijkt dat het budget niet of niet volledig is besteed aan de voorziening waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt, of in het geval dat niet of niet tijdig een verantwoording is ingediend, kan het college het reeds uitbetaalde persoonsgebonden budget terugvorderen tot het tijdstip vanaf wanneer de voorziening is toegekend. HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN Artikel 25. Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 26. Indexering Het college kan jaarlijks de hoogte van de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom geldende bedragen indexeren. Artikel 27. Evaluatie Het door het college gevoerde beleid kan Uaarlijks) worden geëvalueerd. Indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft, wordt de verordening aangepast. Artikel28. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2013, onder gelijktijdige intrekking van "Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2011". Artikel 29. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2013". GRIFFIE 16 Bergen tlf;lp0fr1 JO;

17 ~ (!;) Gemeente ~-:::> Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2013 INLEIDING Deze verordening geeft invulling aan de in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gegeven opdracht regels te stellen bij verordening. Sinds 2007 bestaat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo verving de toenmalige Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Met de invoering van de Wmo op 1 januari 2007 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid gekregen voor de beleidsbepaling en uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning. Artikel 5 van de Wmo schrijft voor dat de gemeenteraad een verordening vaststelt waarin regels worden vastgelegd over de door het college van burgemeester en wethouders te verlenen -individuele- voorzieningen en onder welke voorwaarden personen die aanspraak hebben op dergelijke voorzieningen recht hebben op het ontvangen van die -individuele- voorzieningen in natura, het ontvangen van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget. ACHTERGROND De kern van de Wmo wordt gevormd door het begrip "compensatieplicht". Artikel4 van de Wmo geeft aan dat ter compensatie van de beperkingen die een persoon als bedoeld in artikel1, eerste lid, onder g, onderdeel4 0, 50 en 6 0, ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie, het college van burgemeester en wethouders voorzieningen treft op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die hem in staat stellen: a. Een huishouden te voeren; b. Zich te verplaatsen in en om de woning; c. Zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; d. Medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De Wmo is in 2007 in eerste instantie 'beleidsarm' ingevoerd, wat wil zeggen dat het oude Wvg-beleid en het AWBZ-beleid wegens de korte invoeringstijd vrijwelongewijzigd is overgenomen in de Wmo. Als gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij en in de jurisprudentie, maar ook om financiële redenen op korte en lange termijn is het noodzaak om de uitvoering van de Wmo in overeenstemming te brengen met het oorspronkelijke doel van deze wet (zoals hierboven beschreven) en de ontwikkelingen in de jurisprudentie. Het is namelijk van belang dat ook op termijn de voorzieningen die noodzakelijk zijn om mensen met een beperking te compenseren in stand gehouden kunnen worden. De nieuwe vormgeving van de Wmo wordt de kanteling genoemd. De kanteling zorgt voor een andere werkwijze waarin de voorziening niet langer centraal staat, maar het probleem en het hierbij gewenste resultaat. Middels een gesprek wordt er in kaart gebracht wat de belemmeringen van een persoon zijn, wat zijn gewenste resultaat is en hoe dit resultaat behaald kan worden. Het uitgangspunt hierbij is maatwerk waarbij de participatie en eigen kracht van de burger en zijn leefomgeving (nog meer) centraal komen te staan. Om deze werkwijze uit te kunnen voeren in de praktijk, zijn op basis van de hierboven genoemde vier domeinen zeven resultaten geformuleerd: 17 G-~'~--i GRIFFIE ge~on~j '

18 ~ (}.) Gemeente ---:> Het voeren van een huishouden a. Wonen in een schoon en leefbaar huis; b. Wonen in een geschikt huis; c. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding. Verplaatsen e. Zich verplaatsen in en om de woning; f. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Daginvulling g. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten. Bovengenoemde te behalen resultaten vormen de basis van deze verordening en worden na de begripsbepalingen en het procesverloop verder uitgewerkt. BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING In de Verordening worden de kaders van de Wmo vastgelegd. Het college van burgemeester en wethouders wordt bevoegd verklaard om nadere regels vast te leggen met betrekking tot het geheel van verstrekkingen en bedragen, welke in het kader van de Wmo kunnen worden verstrekt. Deze uitvoeringsregels worden vastgelegd in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. 18 =""GRÎFFIE Bergen~_~ '«~=J'

19 :dl I Geme Bergen op Zoom ---::>- ~ HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: Lid 1 Wet Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Lid 2 College Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 3 Compensatieplicht De begripsomschrijving van het cruciale begrip "compensatieplicht" is ontleend aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 december In deze uitspraak wordt voor het eerst een fundamenteel standpunt gegeven over de Wmo. Het letterlijke citaat luidt: " Artikel4 van de Wmo verplicht het college aan de in dat artikel genoemde personen voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Dit artikel brengt mee dat de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van deze personen de doeleinden zijn waarop de compensatieplicht van het college gericht moet zijn. Het is - gelet op de artikelen 3 en 5 van de Wmo - in beginsel aan de gemeenteraad en - gelet op artikel4 van de Wmo - aan het college om te bepalen op welke wijze invulling wordt gegeven aan de in artikel 4 van de Wmo bedoelde compensatieplicht. De rechter dient de keuze(n) die de gemeenteraad en het college daarbij hebben gemaakt in beginsel te respecteren, onverminderd de rechtsplicht van het college om in elk concreet geval een voorziening te treffen die zich kwalificeert als compensatie van beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Artikel 4 van de Wmo legt het college, wat dat aangaat, de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden. De Raad heeft noch in de wet, noch in de wetsgeschiedenis aanknopingspunten gevonden voor een terughoudende beoordeling van een ter uitvoering van artikel4 van de Wmo genomen besluit. Wel heeft hij daarin aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat een dergelijk besluit in het individuele geval maatwerk dient te zijn. Onder omstandigheden kan dit leiden tot het oordeel dat algemene keuzen die de gemeenteraad en het college bij de uitvoering van de artikelen 3, 4, 5 en 6 van de Wmo hebben gemaakt in het concrete, individuele geval niet kunnen worden toegepast wegens strijd met de in artikel 4 van de Wmo bedoelde compensatieplicht. De Raad vindt hiervoor steun in de parlementaire geschiedenis, meer in het bijzonder in het verslag van het wetgevingsoverleg (Tweede Kamer ,30131, nr. 98, p. 58 en 61), de brief van de staatssecretaris van 30 oktober 2006 (Tweede Kamer ,30131, nr. 122, p. 6), de memorie van antwoord (Eerste Kamer ,30131, C, p. 7,9, 10 en 57), de nadere memorie van antwoord (Eerste Kamer ,30131, E, p. 19 en 25) en de Handelingen (Eerste Kamer 27 juni 2006, p )." Uit dit citaat zijn de belangrijkste bestanddelen samengevoegd tot de volgende begripsomschrijving: "Compensatieplicht: De plicht van het college van burgemeester en wethouders 19

20 ;j Geme Bergen op Zoom ---::>- ~ aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem, voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan (met als doeleinden de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van deze personen). Daarbij legt artikel4 van de Wmo het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is" De compensatieplicht houdt een plicht in voor het college. Die plicht geldt in ieder geval ten aanzien van personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem, waaronder ook ouderen kunnen vallen. Daarbij moet het gaan om ondervonden beperkingen op het gebied van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie. Doel is betrokkenen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Bij wat het college ook besluit geldt: het moet gaan om maatwerk. Uitgegaan moet worden van de persoonskenmerken en behoeften van de betrokkene. Dat legt een beperking op aan de mogelijkheid algemene maatregelen te treffen, zoals het hanteren van primaten. Dat is toegestaan, mits in het individuele geval steeds wordt nagegaan of die algemene maatregel welleidt tot maatwerk. Of zoals de Centrale Raad het zegt: "Onder omstandigheden kan dit (maatwerk) leiden tot het oordeel dat algemene keuzen die de gemeenteraad en het college bij de uitvoering van de artikelen 3, 4, 5 en 6 van de Wmo hebben gemaakt in het concrete, individuele geval niet kunnen worden toegepast wegens strijd met de in artikel4 van de Wmo bedoelde compensatieplicht." Lid 4 Belanghebbende In de wet wordt gesproken over mantelzorgers als doelgroep voor de compensatieplicht. Het college is onder de Wmo verplicht mantelzorgers te ondersteunen op basis van artikel1 lid 1 onder g onderdeel 4 Wmo. Het college moet ter compensatie van de beperkingen die een persoon als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder g onderdeel4 Wmo, dus ook de mantelzorger, ondervindt in zijn zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie voorzieningen treffen. De staatssecretaris heeft hierover aangegeven dat gemeenten tot taak hebben mantelzorgers te ondersteunen, maar niet verplicht zijn mantelzorgers individuele voorzieningen aan te bieden (EK ,30131, E, bijlage 1, p. 9). Het begrip 'belanghebbende' kan dus ruimer zijn dan alleen betrokkene zelf. Onder belanghebbende kan dus ook verstaan worden de mantelzorgers van betrokkene. Lid 5 Psychosociaal probleem Naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB , LJN:B16832) wordt binnen de Wmo onder het begrip psychosociaal probleem verstaan: "Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen en/of met zijn sociale omgeving." 20 GRIFFIE! I Berger~oo~~J

21 ;j j Geme Bergen op Zoom --::>- ~ Lid 6 Melding Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 7 Aanvraag Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 8 Gesprek Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 9 Professional Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 10 Voorliggende voorziening Voorliggende voorzieningen kunnen onder andere zijn algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen en collectieve voorzieningen. Voorliggende voorzieningen gaan voor op individuele voorzieningen als deze voldoende compensatie bieden en leiden tot het beoogde resultaat. Lid 11 Algemene voorziening In een aantal gevallen kan de belanghebbende gebruik maken van een (voorliggende) algemene voorziening. Het gaat hier om direct of uit voorraad beschikbare voorzieningen die met een minimum aan bureaucratie kunnen worden verstrekt. Voorbeelden zijn: Dagrecreatie voor ouderen; Sociale alarmering; Plusbus, supermarktservice, de (vrijwillige) boodschappenhulp/boodschappendienst; Maaltijdenservice en het eetcafé; Klusjesdiensten om kleine woningaanpassingen te realiseren zoals een conciërge van een woongebouwen de klussendienst; {Ramen)wasservice; Rolstoel- en scootmobielpools voor incidenteel gebruik; Kinderopvang in al zijn verschijningsvormen. Een algemene voorziening is geen individuele voorziening en wordt altijd in natura verleend, nooit als financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget. Ook aan ondersteuning via algemene voorzieningen kan een melding of aanvraag en eventueel een gesprek vooraf gaan. Lid 12 Algemeen gebruikelijke voorziening Voorzieningen waarover de belanghebbende, gezien zijn individuele situatie, ook zonder functionele of psychosociale beperking zou kunnen beschikken. Het begrip 'algemeen gebruikelijk' is geconcretiseerd in de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep. Deze jurisprudentie geeft aan dat een voorziening algemeen gebruikelijk is wanneer voldaan is aan de volgende voorwaarden: Het aan te schaften object kan voor een niet-ondersteuningsbehoevende in een financieel vergelijkbare positie tot het normale aanschaffingspatroon worden gerekend; 21.~ GRIFF~-~-I I:JII.::;. ~-j

22 Gemeente ~-::>-. ~r, ~ Het aan te schaffen object is niet speciaal voor de ondersteuningsbehoevende, zodat deze ook op grote schaal door niet-ondersteuningsbehoevende kan worden gebruikt; Het is gewoon in een normale winkel te koop en niet speciaal in de revalidatie-vakhandel of soortgelijke winkels; Het is niet (aanzienlijk) duurder dan soortgelijke producten. Daarnaast geeft de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep aan dat er in principe een uitzondering moet worden gemaakt als het gaat om vervanging van een zaak die (nog lang) niet is afgeschreven. Lid 13 Collectieve voorziening Een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het collectief vraagafhankelijk vervoer. Lid 14 Wettelijk voorliggende voorziening De wettelijk voorliggende voorzieningen zijn die voorzieningen die in wetgeving en regelgeving zijn vastgelegd, die op basis van artikel 2 van de wet voorgaan op de Wmo. Te denken valt hierbij aan onder meer de Zorgverzekeringswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Wet op de kinderopvang en de verschillende arbeidsongeschiktheidswetten. Als een wettelijk voorliggende voorziening het probleem kan compenseren is er geen aanspraak op maatschappelijke ondersteuning op grond van de Wmo. Lid 15 Individuele voorziening Een individuele voorziening is niet voor iedereen beschikbaar, maar uitsluitend voor diegenen die onder artikel4 van de wet vallen. Gebruikelijke zorg en (wettelijk) voorliggende voorzieningen gaan voor op individuele voorzieningen als deze voldoende compensatie bieden en leiden tot het beoogde resultaat. Individuele voorzieningen worden bij besluit toegekend en er staat bezwaar en beroep open. Verder zijn alle regels van de Wmo van toepassing, zoals die rond eigen bijdragen en eigen aandeel. Lid 16 Gebruikelijke zorg Als in een leefeenheid meerderjarige personen wonen hebben zij gezamenlijk de taak al het zich voordoende huishoudelijke werk te verrichten. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor de (her)verdeling en dit uitgangspunt heeft een verplichtend karakter. In geval de leefeenheid mede bestaat uit kinderen, dient ervan te worden uitgegaan dat zij, afhankelijk van hun leeftijd en psychosociaal functioneren, een (kleine) bijdrage kunnen leveren aan het huishoudelijk werk. In de beleidsregels wordt nader omschreven welke taken en activiteiten het hier betreft. Lid 17 Mantelzorger Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 18 Sociaal netwerk Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 19 Hoofdverblijf Definitie behoeft geen verdere toelichting. 22

23 ~ (t) Gemeente ---:> Lid 20 Gemeenschappelijke ruimte Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 21 Voorziening in natura Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 22 Persoonsgebonden budget Een persoonsgebonden budget (pgb) is een geldbedrag wat onder bepaalde voorwaarden, gesteld door het college van burgemeester en wethouders, wordt verstrekt aan een belanghebbende, waarmee hij één of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven om het resultaat te bereiken, als alternatief voor een voorziening in natura. Met een pgb ontstaat er een keuzevrijheid voor de belanghebbende. Lid 23 Financiële tegemoetkoming Een financiële tegemoetkoming is een geldbedrag dat is bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat. Het is niet persé een kostendekkende vergoeding, maar een bedrag, bedoeld als tegemoetkoming in de kosten. Lid 24 Eigen aandeel Definitie behoeft geen verdere toelichting. Lid 25 Eigen bijdrage Definitie behoeft geen verdere toelichting. HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE Artikel 2. De te bereiken resultaten Op basis van artikel 4 lid 1 van de wet worden compenserende maatregelen bereikt op de vier benoemde domeinen: Het voeren van een huishouden; Zich verplaatsen in en om de woning; Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan het recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Op basis van de bovengenoemde vier domeinen zijn er zeven te bereiken resultaten opgesteld: Het voeren van een huishouden a. Wonen in een schoon en leefbaar huis; b. Wonen in een geschikt huis; c. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding. 23 r -=="""""'''''' "'''''''If2:I.~'~"",,"~~' """tj~om

24 Verplaatsen e. Zich verplaatsen in en om de woning; f. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Daginvulling g. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten. Op bovenstaande terreinen heeft het college een resultaatverplichting. Wanneer een belanghebbende niet of niet volledig in staat is om eigen oplossingen te realiseren voor de ondervonden belemmeringen, treft het college compenserende maatregelen om het beoogde resultaat te bereiken. HOOFDSTUK 3. MELDING, AANVRAAG, GESPREK EN BESLUIT I Melding I aanvraag r I L Het gesprek I Vaststellen ondersteuningsbehoefte I Eventueel toekennen (individuele) voorziening Artikel 3. Melding Lid 1 De belanghebbende, waaronder ook wordt verstaan een mantelzorger, maakt via een melding kenbaar dat hij een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren ondervindt. Dit wordt ook wel een probleem- en ondersteuningsgerichte benadering genoemd. Deze manier van benaderen voorkomt dat de belanghebbende door middel van een aanvraag voor een specifieke (individuele) voorziening zijn behoefte al vertaald heeft in een oplossing terwijl het juist van belang is om eerst de ondersteuningsbehoefte van de belanghebbende vast te stellen voordat er naar passende oplossingen kan worden gezocht. Het moment dat de melding door de belanghebbende kenbaar wordt gemaakt is het begin van de toegangsbepaling. De melding wordt vervolgens geregistreerd en op dat moment start de beslistermijn. Lid 2 De in lid 1 genoemde melding kan door belanghebbende op meerdere manieren kenbaar worden gemaakt bij de door het college aangewezen personen of instellingen, namelijk: Schriftelijk, digitaal, maar ook mondeling of telefonisch. In Artikel4:1 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat een aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk wordt ingediend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij wettelijk voorschrift r-=-~bj 24. GRIFFIE ~rg':'urom

25 ~ fj..; Gemeente --::::;> kan hier dus van worden afgeweken en is het mogelijk een aanvraag, in deze een melding, mondeling of telefonisch in te dienen. Artikel 4. Aanvraag Lid 1 Het is noodzakelijk om eerst de ondersteuningsbehoefte van de belanghebbende vast te stellen voordat er naar passende oplossingen kan worden gezocht. Hierbij is het kenbaar maken van een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren middels een melding het ideale startpunt. Wanneer een belanghebbende zijn belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren niet kenbaar wil maken middels een melding, maar expliciet een aanvraag voor een specifieke individuele voorziening wil indienen, kan dit te allen tijden op grond van artikel4:1 van de Algemene wet bestuursrecht Lid 2 In lid 2 is geregeld dat een aanvraag voor een individuele voorziening altijd schriftelijk moet worden ingediend, waarbij digitaal een vorm van schriftelijk is. Dit is een verplichting op grond van artikel4:1 van de Algemene wet bestuursrecht dat bepaalt dat, tenzij bij wettelijk voorschrift anders bepaald, een aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk moet worden ingediend op een daartoe beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De aanvraag in het kader van de wet die niet op het beschikbaar gestelde aanvraagformulier is ingediend, kan echter niet zonder meer buiten behandeling worden gelaten. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat de aanvraag in ieder geval naam en adres van de belanghebbende en een aanduiding van de beschikking die gevraagd wordt, dient te bevatten en verder ondertekend moet zijn. Jurisprudentie leert dat een ondertekend formulier, dat overigens niet is ingevuld, geaccepteerd dient te worden als de overige benodigde bescheiden daarbij zijn gevoegd. Het ligt voor de hand in een dergelijke situatie te verzoeken om aanvulling van de gegevens. Artikel 5. Gesprek Lid 1 Na het kenbaar maken van een melding of het indienen van een aanvraag voor een individuele voorziening door de belanghebbende, vindt er een gesprek plaats tussen belanghebbende en professional. Het gesprek kan telefonisch, bij Vraagwijzer, bij een spreekuurlocatie of bij de belanghebbende thuis gevoerd worden. Tijdens het gesprek wordt er gezamenlijk met de belanghebbende een inventarisatie gemaakt, met als doel het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte en het zoeken naar hiervoor passende oplossingen. Bij het zoeken naar de oplossingen staat maatwerk centraal, geen belanghebbende is tenslotte hetzelfde. Het gesprek leidt uiteindelijk naar één of meer passende oplossingen, ook wel een arrangement genoemd. Tijdens het samenstellen van een arrangement gaan (wettelijk) voorliggende voorzieningen en gebruikelijke zorg voor op individuele voorzieningen als deze voldoende compensatie bieden en leiden tot het beoogde resultaat. De volgende punten worden tijdens het gesprek in ieder geval geïnventariseerd: De belemmeringen die de belanghebbende als gevolg van zijn beperkingen ondervindt; Hetgeen belanghebbende inmiddels zelf heeft gedaan om bestaande belemmeringen op te lossen en om de gewenste resultaten te bereiken; De mogelijkheden die de belanghebbende heeft ondanks zijn beperkingen; 25 ~,~=~ GRIFFIE Bergen B&...lPom --~----

26 ~ç [D Gemeente ---:> De mogelijkheden die belanghebbende heeft om de resultaten eventueel in samenwerking met het sociale netwerk en/of via (wettelijk) voorliggende voorzieningen te bereiken; De resultaten die belanghebbende wil bereiken als gevolg van zijn belemmeringen op de verschillende in deze verordening weergegeven terreinen; De beperking, het chronisch psychisch probleem of het psychosociaal probleem dat de basis is van de behoefte aan compensatie; Indien van toepassing de oplossingen die de gemeente in principe biedt om de belemmeringen via een individuele voorziening op te lossen. Lid 2 geeft aan dat de ICF de basis is voor het begrippenkader van het gesprek. Dit wil niet zeggen dat tijdens het gesprek de ICF wordt doorgenomen of dat de belanghebbende bekend moet zijn met de ICF. De ICF zal aan de basis liggen van de lijst met te bespreken punten en de daarbij te gebruiken begrippen. Wel betekent dit dat de professional de ICF dient te kennen. Lid 3 bepaalt dat als de melding of aanvraag gedaan is door een mantelzorger, het gesprek met de mantelzorger en zo mogelijk ook met degene die door de mantelzorger verzorgd wordt, gevoerd zal worden. Lid 4 De inhoud van het gesprek wordt door de professional vastgelegd en op basis daarvan wordt door de professional een rapportage opgesteld. In de rapportage worden onder andere alle in artikel 5 lid 1 genoemde punten, voor zover relevant, vastgelegd. Belangrijk hierbij is de formulering van het te bereiken resultaat, de daarbij behorende oplossingen, ook wel een arrangement genoemd, en de onderbouwing/motivatie van deze onderdelen. De verslaglegging middels bovengenoemde punten is noodzakelijk daar uit jurisprudentie is gebleken dat rechters een breed onderzoek naar de persoonlijke behoeften van de belanghebbende eisen. Middels bovenstaande verslaglegging wordt hier onder andere aan voldaan. Artikel 6. Besluit Lid 1 De rapportage genoemd in artikel 5 lid 4 wordt naar de belanghebbende toegezonden waarbij onder andere de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift wordt aangegeven. Dit is noodzakelijk omdat artikel1:3 van de Algemene wet bestuursrecht de volgende omschrijving voor het begrip besluit hanteert: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. De rapportage kan in deze dus worden beschouwd als een besluit. Als er in het samengestelde arrangement een individuele voorziening geselecteerd is, wordt er in de rapportage een omschrijving van de toegekende individuele voorziening gegeven en de daaraan gestelde voorwaarden. Ook als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of aandeel zoals aangegeven in artikel 18 lid 3 wordt dit in de artikel 5 lid 4 genoemde rapportage opgenomen. 26 ~-~GRIi;FIE =~""11 Bergen~

27 ~ (t) Gemeente ---:::> HOOFDSTUK 4. DE TE BEREIKEN RESULTATEN In paragraaf 1 van dit hoofdstuk worden de algemene regels die voor alle zeven te bereiken resultaten gelden weergegeven. Het betreft dan met name het maken van een afweging. In paragraaf 2 zijn er zeven te bereiken resultaten geformuleerd aan de hand van de ICF classificatie. Per te bereiken resultaat wordt besproken wat de (globale) kaders zijn. Er is bewust gekozen voor het niet noemen van de (individuele) voorzieningen die mogelijk zijn omdat er gewerkt wordt met een probleem- en ondersteuningsgerichte benadering. Het noemen van de mogelijke (individuele) voorzieningen kan er namelijk voor zorgen dat een bepaalde (individuele) voorziening centraal in de procedure komt te staan in plaats van het te bereiken resultaat en de daarbij passende oplossing hiervoor. PARAGRAAF 1. HET MAKEN VAN EEN AFWEGING Artikel 7. Het maken van een afweging Lid 1 bepaalt dat de mogelijkheden in het kader van gebruikelijke zorg en alle voorliggende voorzieningen zoals algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen, collectieve voorzieningen en wettelijk voorliggende voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn eerst beoordeeld dienen te worden. Dat wil zeggen dat allereerst bekeken moet worden of via deze, in de maatschappij voorhanden voorzieningen, de te bereiken resultaten ook daadwerkelijk bereikt kunnen worden. Als deze voorzieningen toch niet of gedeeltelijk leiden tot het te bereiken resultaat zal naar andere oplossingen gezocht moeten worden waarbij onder andere gedacht kan worden aan individuele voorzieningen. In lid 2 van artikel 7 is vastgelegd dat het college de in artikel 5 lid 4 opgestelde rapportage als uitgangspunt neemt bij het beoordelen van de te treffen -individuele- voorzieningen. Het college gaat hierbij uit van de persoonskenmerken en behoeften van de belanghebbende, zoals artikel4 van de wet voorschrijft. "Uitgaan van" betekent dat het college die persoonskenmerken en behoeften als vertrekpunt van het onderzoek en de afweging neemt. Bij het onderzoek zal gekeken worden naar de ondersteuningsbehoefte van belanghebbende en wordt er middels maatwerk gezocht naar hiervoor passende oplossingen. Het college kijkt daarbij onder andere ook naar de mogelijkheden van belanghebbende om het resultaat zelf te bereiken en/of de mogelijkheden van ondersteuning vanuit het sociale netwerk en/of de mogelijkheden van gebruikelijke zorg en/of voorliggende voorzieningen. PARAGRAAF 2. DE TE BEREIKEN RESULTATEN TE BEREIKEN RESULTATEN TEN AANZIEN VAN HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN Artikel 8. Wonen in een schoon en leefbaar huis In het eerste lid van dit artikel wordt geschetst wat het te bereiken resultaat is ten aanzien van een schoon en leefbaar huis. Dit resultaat houdt in dat iedereen moet kunnen wonen in een huis dat schoon en leefbaar is volgens de aanvaarde maatschappelijke normen. Die normen zijn ontleend aan gangbare ideeën die bestaan in 27...".,.= ~u=<r.:..~_"""'=:0=:1"'-..""""..=,,'=~ GRIFFIE Bergen QP' Zoom

28 ~ u;j Gemeente ---::::> de maatschappij. Uitgangspunt hierbij is dat men zelf al beschikt of zal beschikken over een woning. Het is niet zo dat het college voor een woning moet zorgen: dat is een eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende. Ten aanzien van de omvang van de woning is het uitgangspunt hierbij de omvang van een nieuwe woning binnen de sociale woningbouw. Dit uitgangspunt is niet star: er zijn altijd mogelijkheden om van dit uitgangspunt af te wijken (bijstelling naar boven of naar beneden) om het gewenste maatwerk te kunnen leveren. De ruimten die onder dit principe vallen zijn: de hal, de woonkamer, de aanwezige en in gebruik zijnde slaapkamer(s), de keuken en de sanitaire ruimten. Lid 2 van artikel 8 geeft aan welke individuele compenserende maatregelen getroffen kunnen worden om het gestelde resultaat te bereiken. Dat gaat via licht en/of zwaar huishoudelijk werk en wil zeggen het droog, nat schoon en stofvrij maken en houden van de woning. In de beleidsregels staat nader omschreven welke taken en activiteiten er onder dit resultaat vallen. Het reinigen van de ramen aan de buitenkant van de woning valt niet onder de compensatieplicht, omdat daarvoor een algemeen gebruikelijke voorziening bestaat: de glazenwasser. Artikel 9. Wonen in een geschikt huis Lid 1 gaat over het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Hier valt onder andere de toe- en doorgankelijkheid van de woning onder. Uitgangspunt daarbij is dat men zelf al beschikt of zal beschikken over een woning. Het is niet zo dat het college voor een woning moet zorgen: dat is een eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende. Het college kan welondersteunen of bemiddelen bij het zoeken naar een (geschikte) woning indien op medische gronden een andere woning nodig is. Daarbij is uitgangspunt dat iedereen altijd zoekt naar een voor hem op dat moment meest geschikte beschikbare woning, uiteraard passend bij het bestedingspatroon. Heeft de belanghebbende een woning, dan zal de compensatieplicht betekenen dat eventuele belemmeringen met betrekking tot het normale gebruik van de woning opgelost worden ten aanzien van de hal, de woonkamer, de aanwezige en in gebruik zijnde slaapvertrekken, de keuken, de sanitaire ruimten, tuin of balkon en ook een eventuele berging die daadwerkelijk in gebruik is. Het uitgangspunt hierbij is de omvang van een nieuwe woning binnen de sociale woningbouw. Er kan altijd afgeweken worden naar boven of beneden, maar omvangrijke woningen en zeer grote ruimten zullen niet als uitgangspunt voor compensatie gelden. Eventuele belemmeringen met betrekking tot de gemeenschappelijke ruimte in wooncomplexen specifiek gericht op ondersteuningsvragers en ouderen vallen niet onder de compensatieplicht. Lid 2. Als het gaat om een geschikte woning is er een reeks aan mogelijke wijzen van compensatie. Het kan mogelijk zijn de woning aan te passen, maar ook kan het mogelijk zijn dat er een andere woning beschikbaar is die geschikt is, of een woning die gemakkelijker geschikt te maken is. In die situatie zal een afweging moeten worden gemaakt van de diverse mogelijkheden. Goedkoopst-compenserend is leidraad tijdens deze afweging. De verschillende regels die gelden bij het maken van afwegingen zijn in de beleidsregels opgenomen. Artikel10. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften Lid 1 van artikel1 0 heeft betrekking op het resultaat beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften. Het kunnen beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften betekent dat de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, beschikbaar moet zijn. 28 G; '==-~~~J." -'. RIFFlE ~oom.

29 Hetzelfde geldt voor toiletartikelen en schoonmaakmiddelen. De compensatieplicht van het college gaat niet over de belanghebbende financieel in staat stellen te kunnen beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften. De hierboven genoemde dagelijkse benodigdheden kunnen op vele manieren in huis komen. Compensatie houdt niet per definitie in dat de aanvrager zelf de boodschappen moet kunnen doen. Er zal via maatwerk gezocht moeten worden naar een passende en compenserende oplossing waarmee het resultaat bereikt wordt. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan een boodschappendienst of -service, waarbij wel opgelet wordt dat de supermarkt qua prijsniveau past bij het bestedingspatroon van de aanvrager. Dit resultaat gaat niet alleen om het aanschaffen van goederen voor primaire levensbehoeften, maar ook om het bereiden en aanreiken van de maaltijden zelf. Compensatie hiervoor betekent dat de belanghebbende beschikt over de verschillende maaltijden door de dag heen. Daarbij dient onder andere rekening te worden met medisch geïndiceerde diëten. Lid 2 van artikel1 0 heeft betrekking op welke individuele compenserende maatregelen getroffen kunnen worden om het gestelde resultaat te bereiken. Goedkoopst-compenserend zal bij de afweging leidraad zijn, zodat het doen van boodschappen niet perse door de aanvrager zelf met hulp hoeft te worden gedaan. Boodschappen kunnen namelijk op verschillende manieren gedaan worden. Ook hier is het te bereiken resultaat van belang en is de manier waarop daaraan ondergeschikt. In individuele gevallen kan er gekozen worden voor het inzetten van hulp om de boodschappen te doen. Het onderdeel bereiden en aanreiken van de maaltijd kan onder andere behaald worden via een maaltijdservice, via kant- en klare (magnetron)maaltijden, via het gebruik maken van gezamenlijke maaltijden of via het - met behulp van een vrijwilliger of anderszins - zelf bereiden van maaltijden. Als de persoonlijke situatie van de belanghebbende dit vereist, kan het bereiden van maaltijden worden overgenomen. Artikel 11. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Lid 1 van artikel11 geeft aan dat het college de belanghebbende in staat moet stellen te beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleiding. Wat doelmatige kleding precies is verschilt per situatie. Het moge duidelijk zijn dat het gaat om dagelijkse kleding en niet om exceptionele kleding zoals bijvoorbeeld speciale gelegenheidskleding. Dit resultaat is beperkt tot het verzorgen van kleding die iemand in zijn bezit heeft. Het bieden van financiële ondersteuning voor het aanschaffen van kleding valt, net als begeleiding bij het kopen van kleding, niet onder de compensatieplicht. Lid 2 Schone, draagbare en doelmatige kleding betekent dat er compenserende maatregelen getroffen kunnen worden voor het wassen, drogen, strijken en/of opruimen van de dagelijkse was. Alles voor zover de belanghebbende daartoe zelf niet in staat is. Het wassen zal veelal gebeuren met de 'algemeen gebruikelijke' wasmachine en het drogen van de was vindt indien mogelijk plaats met een wasdroger. Voor zover het noodzakelijk is de kleding te strijken valt dit onder de compensatieplicht. Ook bij dit resultaat is het uitgangspunt wat in de maatschappij als algemeen gangbaar wordt beschouwd. Goedkoopst-compenserend is leidraad tijdens het maken van de afweging(en). 29 I ~~~=~~~ GRIFFIE ",_~erg~~~

30 ~r, [D Gemeente ---:> III TE BEREIKEN RESULTATEN TEN AANZIEN VAN HET VERPLAATSEN Artikel 12. Zich verplaatsen in en om de woning Lid 1 geeft aan dat het te bereiken resultaat betekent dat de belanghebbende zich in, om en nabij de woning moet kunnen verplaatsen en zich daardoor zodanig kan redden dat, voor zover mogelijk, normaal functioneren mogelijk is. Bij al deze verplaatsingen staat de woning centraal. Ook de verplaatsingen naar een centrale hal in een flat, waar veelal de brievenbussen zijn, vallen onder artikel 12. Alle verplaatsingen, die verder gaan dan de woning (zoals bijvoorbeeld het posten van een brief, het bezoeken van een buurman of het maken van een ommetje) vallen onder artikel13: zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. In de woning moeten de normale en in gebruik zijnde woonruimten bereikt kunnen worden. Te denken valt daarbij aan de woonkamer, de aanwezige en in gebruik zijnde slaapkamer(s), het toilet en de douche. Ook een balkon of tuin moeten bereikbaar zijn. Wat de tuin betreft moet het mogelijk zijn in de tuin te komen, de inrichting van de tuin is een eigen verantwoordelijkheid. Als er een berging is die belanghebbende daadwerkelijk gebruikt, moet ook de berging bereikt kunnen worden. Lid 2 geeft aan dat om dit resultaat te bereiken compensatie kan worden geboden in de vorm van individuele voorzieningen. Bijvoorbeeld een rolstoel voor verplaatsingen in de woning en ook een verrijdbare tillift kan worden gezien als een dergelijk middel. Daarnaast kan het voorkomen dat het verstrekken van één (individuele) voorziening niet voldoende is om het gestelde resultaat te bereiken. Het verstrekken van een tweede (individuele) voorziening kan in sommige situaties noodzakelijk zijn. Goedkoopst-compenserend is leidraad tijdens het maken van de afweging(en). De hulpmiddelen die het te bereiken resultaat kunnen bevorderen kunnen nieuw of gebruikt zijn. Het is niet zo dat de compensatieplicht betekent dat iemand een nieuwe voorziening moet ontvangen, de compensatieplicht betekent dat iemand met de verstrekking het te bereiken resultaat moet kunnen bereiken. Artikel13. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Lid 1 geeft aan dat als het gaat om het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel het te bereiken resultaat is dat de belanghebbende zich met een vervoermiddel binnen zijn eigen woonplaats en het direct daaromheen gelegen gebied kan verplaatsen. Die verplaatsingen moeten passen in het kader van het leven van alledag. Dat zijn alle verplaatsingen die niet uitsluitend te maken hebben met verplaatsingen in het kader van betaalde arbeid. Deze vallen niet onder de compensatieplicht van de Wmo. Verder zijn ook vakanties en ander verblijf buiten het gebied zoals omschreven met woonplaats en omgeving uitgesloten. Voor dit laatste is als aanvulling op de door de Wmo te compenseren voorzieningen en vallend buiten de verantwoordelijkheid van het college door het Ministerie van VWS de Valys beschikbaar gesteld. Het college is verantwoordelijk voor de vervoersbehoefte van de pashouder tot en met vijf OV-zones vanaf diens woonadres of wanneer het vertrekadres is gelegen binnen vijf OV-zones vanaf diens woonadres. Valys regelt het vervoer wanneer de pashouder een vervoersbehoefte heeft die verder reikt dan 5 OV-zones vanaf het woonadres van de pashouder of wanneer het vertrekadres is gelegen op een afstand van meer dan 5 OV-zones vanaf het woonadres van de pashouder. Onder dit resultaat vallen ook de verplaatsingen die noodzakelijk zijn voor het doen van de boodschappen (zodat ook op deze wijze het resultaat van het kunnen beschikken over de eerste 30 Gr9T- GRlFFïE~~.~ ~ '" enbp.}póm J

31 ~ Gemeente ---::::: levensbehoeften wordt bereikt), het op bezoek gaan en het afleggen van bezoeken aan artsen/specialisten, paramedici en ziekenhuisonderzoek. Ook het vervoer om in de natuur te zijn, al dan niet met familie of vrienden, of het vervoer om een kerk, een sporthal, of een museum te bezoeken, valt onder de compensatieplicht. Lid 2 geeft aan dat om dit resultaat te bereiken compensatie kan worden geboden in de vorm van individuele voorzieningen. Om hierbij te komen tot maatwerk zal de vervoersbehoefte van de belanghebbende uitgangspunt zijn van de beoordeling welke voorziening nodig is om het te bereiken resultaat te bereiken. Goedkoopst-compenserend is leidraad tijdens het maken van de afweging(en). TE BEREIKEN RESULTATEN TEN AANZIEN VAN DAGINVULLING Artikel14. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten Lid 1 gaat over het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten. Deze bestaat uit het kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deel kunnen nemen aan gewenste activiteiten. Daarbij kan gedacht worden aan familiebezoek, aan het bezoeken van bijeenkomsten of het bezoeken van kerkdiensten, het deelnemen aan het verenigingsleven (o.a. sportvereniging), maar ook het volgen van cursussen om de vrije tijd op een aangename wijze te kunnen invullen. Voorwaarden hiervoor is onder andere het zich kunnen verplaatsen naar deze bestemmingen. Lid 2 geeft aan dat om dit resultaat te bereiken compensatie kan worden geboden in de vorm van individuele voorzieningen. Goedkoopst-compenserend is leidraad tijdens het maken van de afweging(en). HOOFDSTUK 5. COMPENSATIE DOOR MIDDEL VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING Artikel15. Compensatie door middel van een individuele voorziening Lid 1 onder a bepaalt dat een individuele voorziening kan worden toegekend als deze langdurig noodzakelijk is. Op deze regel bestaat een duidelijke uitzondering: hulp bij het huishouden na een ziekte of ziekenhuisopname. Als deze kortdurende hulp bij het huishouden niet geleverd kan worden als algemene voorziening, waardoor geen individuele voorziening meer nodig zal zijn, zal deze hulp als individuele voorziening verstrekt moeten worden. Wat langdurig noodzakelijk is hangt geheel af van de situatie, maar ook een te bereiken resultaat voor een belanghebbende die terminaal is, dient gerekend te worden tot langdurig noodzakelijk. De voorziening zal immers iemands gehele verdere leven noodzakelijk zijn. Lid 1 onder b bepaalt dat een individuele voorziening wordt toegekend als deze voorziening als goedkoopstcompenserend kan worden aangemerkt. In de eerste plaats gaat het erom dat een voorziening compenseert, zodat het te bereiken resultaat daadwerkelijk wordt bereikt. Maar wanneer er meerdere voorzieningen in de situatie compenserend blijken te zijn, mag volstaan worden met de goedkoopste voorziening. Lid 2 bepaalt onder a dat er geen individuele voorziening wordt toegekend als het hoofdverblijf van de belanghebbende niet in de gemeente Bergen op Zoom is. 31 r"~~~----~~"~; i '"'~GRIFFIE ~en~om J

32 Geme.Bergen op Zoom ~ ~ ~ Lid 2 bepaalt onder b dat geen individuele voorziening wordt toegekend als (wettelijk) voorliggende voorzieningen en/of gebruikelijke zorg voldoende compensatie bieden en leiden tot het beoogde resultaat. Lid 2 bepaalt onder c dat geen individuele voorziening wordt toegekend als een belanghebbende reeds gebruik maakt van een voorziening, maar na het optreden van een beperking deze voorziening gecompenseerd wil hebben op grond van de Wmo. Dit kan leiden tot de conclusie dat het optreden van beperkingen geen meerkosten met zich meebrengt. Belanghebbende heeft immers de belemmeringen die worden ervaren met betrekking tot de maatschappelijke participatie en het aangaan en onderhouden van sociale contacten reeds binnen de eigen mogelijkheden opgelost. Er bestaat geen noodzaak voor compensatie. Lid 2 bepaalt onder d dat er geen individuele voorziening wordt toegekend wanneer er niet meer is na te gaan of de voorziening noodzakelijk was en of er wel sprake was van een goedkoopst compenserende voorziening. In dit laatste geval kan na het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte en de hiervoor passende oplossing(en) het college volstaan met het vergoeden van een lager bedrag conform de goedkoopst-compenserende voorziening. Lid 2 bepaalt onder e dat geen individuele voorziening wordt toegekend als het gaat om een vergoeding of verstrekking die reeds eerder heeft plaatsgehad, terwijl het aan de belanghebbende verwijtbaar is dat het middel verloren is gegaan, bijvoorbeeld door roekeloosheid of verwijtbare onachtzaamheid. Indien een ander aansprakelijk is voor het verloren gaan, dient bekeken te worden of het mogelijk is deze derde aansprakelijk te stellen om zodoende de kosten te kunnen verhalen. Hiervoor is de belanghebbende zelf aansprakelijk. Dit geldt eveneens voor het afsluiten van verzekeringen van in eigendom verstrekte goederen. Lid 2 onder f bepaalt tot slot dat geen individuele voorziening wordt toegekend als het college door belanghebbende niet in staat wordt gesteld door middel van (medisch) onderzoek de compensatienoodzaak vast te stellen. Het college moet hiervoor onderzoek kunnen verrichten naar de persoonlijke situatie van belanghebbende en/of diens sociale netwerk. HOOFDSTUK 6. VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING Artikel16. Mogelijke verstrekkingwijzen In dit artikel wordt behandeld in welke vormen individuele voorzieningen verstrekt kunnen worden. Artikel 6 van de Wmo geeft aan dat het college de belanghebbende die aanspraak heeft op een individuele voorzieningen de keuze biedt tussen een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget. Daarnaast geeft artikel 7 van de Wmo aan dat er ook een mogelijkheid is voor een financiële tegemoetkoming voor onder andere een bouwkundige of woontechnische ingreep in of aan een woonruimte. Artikel17. Overwegende bezwaren persoonsgebonden budget Artikel 17 bepaalt dat die situaties waarin geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt door het college opgenomen moeten worden in het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom. Het aantal situaties waarin dit is voorgekomen is nog zeer beperkt, maar in de loop der jaren zullen meer 32 I ""~GRIFFIE Bergenf98 ~/oom "',_".'",e,,,,_.,.. "~'""~_~''''''''''''-'

33 ~ fj.; Gemeente ---::> II situaties ontstaan waarin tegen het verstrekken van een pgb overwegende bezwaren bestaan. Dit kan onder andere zijn als vast staat dat belanghebbende niet in staat is de gelden te beheren. De keuze hiervoor moet altijd onderbouwd worden en uitzonderingen moeten mogelijk zijn. HOOFDSTUK 7. EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Artikel18. Eigen bijdrage en eigen aandeel Artikel15 van de wet biedt de mogelijkheid bij verstrekking van voorzieningen in natura of een pgb, een eigen bijdragen te vragen. Artikel19 van de wet biedt de mogelijkheid de hoogte van financiële tegemoetkomingen af te stemmen op het inkomen van degene aan wie maatschappelijke ondersteuning wordt verleend: het zogeheten eigen aandeel. In dit artikel stelt de raad vast van deze mogelijkheid gebruik te maken, zoals opgedragen in artikel151id 1 van de wet. Bovendien wordt bepaald dat de wijze waarop dit wordt uitgevoerd door het college in het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom wordt vastgelegd. Het college heeft hierbij ingevolge de Algemene Maatregel van Bestuur de mogelijkheid binnen de grenzen die de Algemene Maatregel van Bestuur stelt de verschillende bedragen vast te stellen. Deze bedragen worden in het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom opgenomen. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of aandeel wordt dit in de artikel 5 lid 4 genoemde opgenomen. rapportage HOOFDSTUK 8. PROCEDURELE BEPALINGEN RONDOM BESLISTERMIJNEN, ONDERZOEK, ADVISERING, BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING Artikel19. Beslistermijn De Wmo zelf bepaalt niets over beslistermijnen. De Algemene wet bestuursrecht regelt dat, als bij wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, een besluit genomen dient te worden binnen een redelijke termijn. Dit redelijke termijn is 8 weken. Voor het te bereiken resultaat; wonen in een geschikt huis, is het hanteren van langere termijnen noodzakelijk wanneer er bouwkundige offertes opgevraagd dienen te worden. Artikel 20. Onderzoek en advisering Artikel 20 bepaalt dat het college bevoegd is om, voor zover dit van belang kan zijn voor de vaststelling van de compensatienoodzaak en de beoordeling van de melding of aanvraag voor een individuele voorziening, degene door wie een melding of aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen en/of hem door één of meer daartoe aangewezen (medische) deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken. Deze laatste mogelijkheid biedt ook de gelegenheid tot (medisch) onderzoek, bijvoorbeeld door een arts. Hierbij zal de ICF terminologie gebruikt worden met het oog op de consistentie van verslag, onderzoek en beoordeling. ~~-~ 33 GRIFFIE Bergen RZOO~

34 Bergen op Zoom ---:>- ~ :l4i Geme II Van bovenstaande mogelijkheden wordt alleen gebruik gemaakt als zonder dit onderzoek geen zorgvuldige besluitvorming plaats kan vinden. In principe mag van de belanghebbende verwacht worden mee te werken. Is de belanghebbende niet bereid tot medewerking, dan zal het college moeten beoordelen of zonder deze medewerking een zorgvuldig besluit genomen kan worden. Is het maken van een zorgvuldig besluit wel mogelijk dan zal dat besluit genomen moeten worden. Lid 3 geeft aan dat wanneer voor het vaststellen van de compensatienoodzaak en de beoordeling van de melding of aanvraag voor een individuele voorziening het noodzakelijk is om medische informatie over de belanghebbende op te vragen bij (medisch) deskundigen, een ondertekende toestemmingsverklaring van belanghebbende dan noodzakelijk is op grond van onder andere de privacywet. Het opvragen van de medische informatie zal geschieden door de in lid 1 van dit artikel genoemde aangewezen (medische) deskundige(n). De toestemming kan door belanghebbende worden verleend middels het ondertekenen van een door of namens het college ter beschikking gestelde toestemmingsverklaring. Artikel 21. Wijziging situatie Dit artikel voorziet erin dat bij een gewijzigde situatie voor de belanghebbende de plicht bestaat het college hiervan op de hoogte te stellen als men kan vermoeden dat dit invloed kan hebben op de verstrekte voorziening. Bij een aantal situaties kan de gemeente ook via het GBA kennis hebben genomen van deze gewijzigde omstandigheid, maar dat is niet bij alle situaties zo. In die situaties kan men op basis van dit artikel verwachten dat wijzigingen worden doorgegeven. Artikel 22. Heronderzoek In geval er op grond van de Wmo eerder een toekenning van een (individuele) voorziening heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd om op eigen initiatief een heronderzoek in te (laten) stellen. Artikel 23. Intrekking Een besluit, genomen op basis van deze verordening, kan in bepaalde omstandigheden geheel of gedeeltelijk ingetrokken worden als bij de toekenning voorwaarden gesteld zijn en daar op enig moment niet of niet meer aan is voldaan of als de situatie beslist is op onjuist verstrekte gegevens. Wanneer het besluit geheel of gedeeltelijk is ingetrokken bestaat tevens de mogelijkheid tot terugvordering, indien de voorziening zich daartoe leent. Dat is in artikel 24 geregeld. Een besluit wordt genomen met de bedoeling dat men daar een voorziening mee treft. Als binnen drie maanden na het nemen van het besluit de voorziening nog niet is getroffen, is er ook de mogelijkheid een beslissing geheel of ten dele in te trekken. Uitzondering op deze drie maanden is het indienen van een gereedmelding na uitvoering van een (complexe) woonvoorziening ten behoeve van het resultaat: wonen in een geschikt huis. Artikel 24. Terugvordering Indien een besluit is ingetrokken kan tot terugvordering worden overgegaan indien de voorziening zich daartoe leent. Voorwaarde voor terugvordering is dat het recht op de voorziening is ingetrokken. Een voorziening verstrekt middels een financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget of een voorziening in eigendom of natura kunnen worden teruggevorderd. Hierbij geldt een privaatrechtelijke procedure. Als blijkt dat een financiële tegemoetkoming of een pgb binnen drie maanden na de uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor deze verleend is, wordt deze teruggevorderd. Het 34 GRIFFIE -.. "1 [ Bergen~o~J

35 Geme :dl I ~ ~ Bergen op Zoom II gaat hierbij om voorzieningen waarbij de uitbetaling van de tegemoetkoming of de vergoeding, aan de aanschaf van de voorziening vooraf is gegaan. Uitzondering op deze drie maanden is het indienen van een gereedmelding na uitvoering van een (complexe) woonvoorziening ten behoeve van het resultaat: wonen in een geschikt huis. HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN Artikel 25. Hardheidsclausule Artikel 25 bepaalt dat het college in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende kan afwijken van de bepalingen van deze verordening en dus niet van de in de wet genoemde bepalingen. Zo nodig wordt hierbij advies ingewonnen van de in artikel20 genoemde aangewezen (medische) deskundige(n). Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken. Artikel 26. Indexering Deze bepaling maakt het mogelijk alle bedragen, genoemd in het op de verordening gebaseerde Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom aan te passen. Artikel 27. Evaluatie De wet vereist evaluatie. Indien de evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt de verordening aangepast. Artikel28. Inwerkingtreding Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 29. Citeertitel Dit artikel regelt hoe deze verordening geciteerd gaat worden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 5 APR De griffier, C.J.M. Terstappen 35 ""~GRïFFîE ~~'~'J 'i Berge -oom

36 Bijlage 1 Overzicht verschillen huidige verordening 2011 en nieuwe verordening 2013 Huidige verordening 2011 Nieuwe verordening 2013 Gaat uit van voorzieningen verstrekken Gaat uit van de compensatieplicht: het compenseren van belemmeringen Het wel of niet verstrekken van voorzieningen aan personen staat centraal. Heeft een persoon wel of geen recht op een voorziening. Aanbodsturing Het aanbod van voorzieningen staat centraal. Symbool hiervoor is de indeling van de verordening aan de hand van voorzieningen: woonvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en hulp bij het huishouden. Prioriteit is de voorziening De prioriteit ligt bij het beoordelen of een persoon aan 'de eisen' voldoet om in aanmerking te komen voor een voorziening. Proces: aanvraag(formulier) en beoordeling aanvraag Via een aanvraagformulier wordt een specifieke voorziening aangevraagd waarna vervolgens beoordeeld wordt of een persoon aan 'de eisen' voldoet om in aanmerking te komen voor een voorziening. Inkomensgrenzen Februari 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat er bij toekenningen van de Wmo- voorzieningen: deeltaxi/rolstoeltaxi of financiële tegemoetkoming in kosten vervoer, geen rekening mag worden gehouden met het inkomen van een persoon. Het hanteren van inkomensgrenzen en het uitvoeren van een inkomenstoets is niet (meer) toegestaan. C ~- ~_~ n. ~.."~"",.,, J GRIFFIE Bergen~_ Met ingang van 1 juli 2011 worden inkomensgrenzen gehanteerd bij het verstrekken van de vervoersvoorzieningen: deeltaxi/rolstoeltaxi of financiële tegemoetkoming in kosten vervoer. Middels een inkomenstoets wordt beoordeeld of het norminkomen van een persoon/huishouden boven de gestelde inkomensgrens ligt. Is het norminkomen daadwerkelijk hoger dan de gestelde inkomensgrens, komt een persoon niet in aanmerking voor de hierboven genoemde vervoersvoorziening(en). Het compenseren van problemen van personen tijdens hun deelname aan de maatschappij en/of het zelfstandig wonen, gericht op: het voeren van een huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het lokaal verplaatsen per vervoermiddel en de mogelijkheid om medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan, staat centraal. Probleemsturing Niet het aanbod van voorzieningen, maar het probleem en het hierbij gewenste resultaat staat centraal. Symbool hiervoor is de indeling van de verordening aan de hand van zeven te bereiken resultaten die geformuleerd zijn op basis van de hierboven vier genoemde domeinen. Dus er wordt niet benoemd welke voorzieningen aangeboden worden. Prioriteit is gemotiveerd maatwerk De prioriteit ligt bij het compenseren van het probleem en het bereiken van het gewenste resultaat. Dit eist een afstemming van de oplossing op de persoon, zijn mogelijkheden en zijn omstandigheden: gemotiveerd maatwerk. Hiervoor worden in samenspraak met de betreffende persoon alle beschikbare mogelijkheden van eigen kracht, sociaal netwerk, algemene voorzieningen en individuele voorzieningen (in deze volgorde) in kaart gebracht. Proces: melding en gesprek Via een melding wordt er door of namens een persoon een probleem op het gebied van deelname aan de maatschappij en/of het zelfstandig wonen kenbaar gemaakt. Na deze melding volgt een gesprek en wordt onderzocht wat daadwerkelijk het probleem is, hoe dit probleem opgelost kan worden en wat het gewenste resultaat is. Resultaatgerichtheid en maatwerk zijn hierbij van groot belang. Geen inkomensgrenzen

37 ;jj G, eme, Bergen op Zoom ---:::::=-- ~ ~ III BW Overzicht verschillen huidige verordening 2011 en nieuwe verordening 2013 Huidige verordening 2011 Nieuwe verordening 2013 Gaat uit van voorzieningen verstrekken Gaat uit van de compensatieplicht: van belemmeringen het compenseren Het wel of niet verstrekken van voorzieningen aan personen staat centraal. Heeft een persoon wel of geen recht op een voorziening. Aanbodsturing Het aanbod van voorzieningen staat centraal. Symbool hiervoor is de indeling van de verordening aan de hand van voorzieningen: woonvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en hulp bij het huishouden. Prioriteit is de voorziening De prioriteit ligt bij het beoordelen of een persoon aan 'de eisen' voldoet om in aanmerking te komen voor een voorziening. Proces: aanvraag(formulier) en beoordeling aanvraag Via een aanvraagformulier wordt een specifieke voorziening aangevraagd waarna vervolgens beoordeeld wordt of een persoon aan 'de eisen' voldoet om in aanmerking te komen voor een voorziening. Inkomensgrenzen Met ingang van 1 juli 2011 worden inkomensgrenzen gehanteerd bij het verstrekken van de vervoersvoorzieningen: deeltaxi/rolstoeltaxi of financiële tegemoetkoming in kosten vervoer. Middels een inkomenstoets wordt beoordeeld of het norminkomen van een persoon/huishouden boven de gestelde inkomensgrens ligt. Is het norminkomen daadwerkelijk hoger dan de gestelde inkomensgrens, komt een persoon niet in aanmerking voor de hierboven genoemde vervoersvoorziening(en). Het compenseren van problemen van personen tijdens hun deelname aan de maatschappij en/of het zelfstandig wonen, gericht op: het voeren van een huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het lokaal verplaatsen per vervoermiddel en de mogelijkheid om medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan, staat centraal. Probleemsturing Niet het aanbod van voorzieningen, maar het probleem en het hierbij gewenste resultaat staat centraal. Symbool hiervoor is de indeling van de verordening aan de hand van zeven te bereiken resultaten die geformuleerd zijn op basis van de hierboven vier genoemde domeinen. Dus er wordt niet benoemd welke voorzieningen aangeboden worden. Prioriteit is gemotiveerd maatwerk De prioriteit ligt bij het compenseren van het probleem en het bereiken van het gewenste resultaat. Dit eist een afstemming van de oplossing op de persoon, zijn mogelijkheden en zijn omstandigheden: gemotiveerd maatwerk. Hiervoor worden in samenspraak met de betreffende persoon alle beschikbare mogelijkheden van eigen kracht, sociaal netwerk, algemene voorzieningen en individuele voorzieningen (in deze volgorde) in kaart gebracht. Proces: melding en gesprek Via een melding wordt er door of namens een persoon een probleem op het gebied van deelname aan de maatschappij en/of het zelfstandig wonen kenbaar gemaakt. Na deze melding volgt een gesprek en wordt onderzocht wat daadwerkelijk het probleem is, hoe dit probleem opgelost kan worden en wat het gewenste resultaat is. Resultaatgerichtheid en maatwerk zijn hierbij van groot belang. Geen inkomensgrenzen Februari 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat er bij toekenningen van de Wmovoorzieningen: deeltaxi/rolstoeltaxi of financiële tegemoetkoming in kosten vervoer, geen rekening mag worden gehouden met het inkomen van een persoon. Het hanteren van inkomensgrenzen en het uitvoeren van een inkomenstoets is niet (meer) toegestaan. r---~~'--~-'-~'" L GRIFFIE ~:~genu~~

38 COMMISSIE-ADVIES Commissie Datum Agendapunt Nummer raadsvoorstel Naam raadsvoorstel : Mens en Maatschappij : 16 april 2013 :7b : : Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning GBWP X WO X PvdA X D66 X CDA BSD X X Neemt voorstel mee terug naar de fractie Groen Links SP X X Fractie wacht schriftelijke beantwoording af Fractie X Advies aan de gemeenteraad B-stuk Toezeggingen: Het college zegt het volgende toe: 1. De vragen van de SP worden schriftelijk beantwoord. 2. Het college zal de verordening na 1 jaar evalueren. 3. Indien de situatie van een individuele klant wijzigt, zal deze door de gemeente worden geïnformeerd. De secretaris, De voorzitter, ~. Wt

39 - Bijlage 2 Uitkomsten onderzoek Burgerpanel Concept-verordening Wmo Vragenlijst en Panel Community Bergen op Zoom (.,'.I','1p',r "j,,, II Il,t,."j, t Ii

40 Vragenlijst Vraag 1 Maatwerk is leidend in de concept-verordening. Dat betekent dat het oplossen van individuele problemen het uitgangspunt is en niet meer het verstrekken van een voorziening. Oplossingen moeten worden afgestemd op de persoon, zijn/haar mogelijkheden en zijn/haar woon- en leefsituatie. Wat vindt u van dit nieuwe uitgangspunt? Kunt u dit antwoord toelichten? Heel goed Toelichting Door samen te kijken naar wat men nog wel kan een positieve invloed hebben op het welzijn van de medemens. Er wordt naar de individu gekeken en dit is ontzettend belangrijk omdat iedereen anders is, ook allijkt het probleem soms hetzelfde te zijn. Een duidelijke verbetering. Nu staat de persoon zelf centraal en wordt er eerst gekeken naar wat hij/zij zelf nog aan de oplossing van het individuele probleem kan bijdragen eventueel met vrijwillige hulp van anderen of door reeds bestaande voorzieningen. Het min of meer oude vanzelfsprekende idee/uitgangspunt dat je 'recht' zou hebben op een aangevraagde voorziening verdwijnt hiermee en dat is goed. Ik denk veeleer kostenbesparing Maatwerk per aanvraag brengt met zich mee dat er INTEGRAAL naar een aanvraag (de persoon, gezinssamenstelling, familie, woning, ziektebeeld, etc, etc) gekeken moet worden. Deze benadering brengt met zich mee dat dit aanvankelijk tijd (en kosten) met zich meebrengt. Een goede intake en analyse en bespreking van de aanvraag zal multidiciplinair (zorg-wonen- Maatschappelijk werk-gemeente-etc) moeten plaats vinden. Het gaat om het oplossen van een probleem. De oplossing hoeft niet direct 'financieel' te zijn. Ik ben van mening dat men in het verleden wel al te gemakkelijk een beroep deed op voorzieningen onder het mom van 'waarom zou ik het zelf aanschaffen als ik het ook gratis kan krijgen'. Ik heb mijn dure elektrische fiets ook zelf aangeschaft omdat ik dat heel normaal vind!

41 Goed Uitgaan van de individuele problemen en de mogelijkheden danwel onmogelijkheden per individueel geval in kaart brengen en daarop de aanvraag beoordelen lijkt me doeltreffend werken. prima dat er gekeken wordt naar een oplossing voor het individu. Kanttekening is wel dat het geen verkapte bezuiniging moet zijn. Gevaar is ook dat een iemand bepaald wat goed is voor die persoon. maatwerk is prima maar - de grote mond moet niet meer krijgen dan de bescheiden mens! Het individu moet centraal staan bij het aangaan van een uitdaging en niet de wet-/regelgeving en de mogelijkheden die deze biedt. Er word soms te royaal met voorzieningen omgegaan. Er kan per individue gekeken worden wat echt nodig is en wat zelf bekostigd of gedaan kan worden. Goed dat het per persoon wordt aangepast maar heeft u voldoende mensen die dit op een vriendelijke soepele en adequate wijze kunnen uitvoeren zonder te vervallen in wat meestal het belangrijkste wordt gevonden: het naleven van regels? Ik ga ervan uit dat er gelijkwaardigheid is van beide gesprekspartners en geen eenrichtingsverkeer vanuit de gemeente. - Uiteraard houdt de Gemeente de eindverantwoordelijkheid maar de vrager moet ook de idee hebben dat er een reele inbreng is. Niet goedl niet slecht het lijkt me niet doenlijk om elk geval intens en goed te onderzoeken Slecht Leidt tot verdere uitholling van de zorg. Heel slecht - Vraag 2 In artikel 4 van de Wmo staat de compensatieplicht beschreven. Dit artikel verplicht het College van Burgermeester & Wethouders om voorzieningen te treffen voor personen die problemen ondervinden tijdens hun deelname aan de maatschappij en/of het zelfstandig wonen. Deze voorzieningen moeten die personen in staat stellen: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; d. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Bovenstaande domeinen zijn lastig te vertalen naar de praktijk. Om toepassing toch mogelijk te maken zijn deze vier domeinen vertaald in zeven te bereiken resultaten, namelijk: a. Wonen in een schoon en leefbaar huis; b. Wonen in een geschikt huis; c. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding. e. Zich verplaatsen in en om de woning; f. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. g. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en/of religieuze activiteiten.

42 Wat vindt u van de zeven geformuleerde te bereiken resultaten? Bijvoorbeeld de vertaling die is gemaakt van de vier domeinen naar de zeven te bereiken resultaten? De formulering? De volledigheid? Kunt u dit antwoord toelichten? Goedl slecht Toelichting Heelgoed - Goed De zeven te bereiken resultaten zijn duidelijk omschreven en geven aan de normale behoeftes van een mens. Niet vergeten ook te kijken naar hoe men levensvreugde nog kan beleven De uitgangspunten zijn goed maar de normering van de te bereiken resultaten ontbreekt. bv als ik naar familie wil in een ander stad, kan ik dan zelf bepalen hoe vaak, wanneer en hoe? De uitbreiding geeft meer handvatten om mee te werken. Pas op dat we niet te veel in kokers of modellen gaan denken, Een integrale (maatwerk) benadering is verder kijken dan je neus (WMO) lang is. Signalering over zorg en welzijn in de breedste zin van het woord. De zeven te bereiken resultaten bestrijken, m.i., het totaal van maatschappelijk ondersteuning De zeven domeinen zijn mijn inziens goed vertaald vanuit de bestaande compensatieplicht. Prima vertaald maar was dit echt nodig? is het geen beperking geworden? De formulering vind ik juist en voldoet m.i. aan alle eisen. Maakt een volledige indruk Niet goed! niet slecht Wie bepaalt wat schoon en leefbaar is? Of welk huis geschikt is? Zijn de zeven resultaten ook te bereiken? Binnen welk tijdsbestek? Zijn deze los van elkaar te bereiken? Lastig te overzien - de vertaling in relatie met wat kan door mee bedoeld worden is lastig Slecht - Heel slecht -

43 Vraag 3 In de nieuwe concept-verordening is opgenomen dat personen met een probleem op het gebied van deelname aan de maatschappij en/of het zelfstandig wonen, dit probleem kenbaar kunnen maken via een melding. Het invullen van een aanvraagformulier is hierbij geen vereiste. Na de melding volgt een gesprek en wordt onderzocht wat daadwerkelijk het probleem is en hoe dit probleem opgelost kan worden. Wat vindt u ervan dat er gewerkt gaat worden met 'een melding'? Kunt u dit antwoord toelichten? Toelichting Heelgoed Wel een kanttekening, de ervaring is je dat de mensen die het ECHT heel hard nodig hebben niet bereikt Het verplicht invullen van een aanvraagformulier kan voor een aantal mensen een te hoge drempel zijn. Nu de melding ook mondeling (op het stadskantoor) of telefonisch kan is die drempel weggenomen. Het daarop volgende gesprek is vervolgens heel belangrijk. Dit moet zorgvuldig gebeuren door mensen die enerzijds mensenkennis hebben, met mensen om kunnen gaan en een empathisch vermogen hebben en anderzijds kundig zijn en ook zakelijk kunnen denken. Vooralonderzoek vind ik heel belangrijk Ik denk dat meldingen van derden zullen moeten komen omdat de mensen waar het om gaat dat zelf niet zo gauw zullen doen. Goed Dit is goed als iedereen weet precies waar ze hiervoor moeten zijn. Een aanvrager moet niet van het kastje naar de muur gestuurd wordt omdat het toevallig niet gedaan wordt bij degene waar hij/zij aanklopt. De stroperigheid van de besluitvorming zal er door vermindering en de drempel voor de mensen naar de overheid zal lager worden Melding dan mogelijk zowel door belanghebbende als mantelzorger van belanghebbende! Vraag is Wie voert het gesprek? is dat een bevoegd iemand? Welke opdracht heeft die persoon? Persoonlijk contact heeft mijn voorkeur boven schriftelijk contact en de theoretische benadering. Voorwaarde is dat deskundige personen, die in staat zijn luchtbellen doorte prikken, deze 'intake'-gesprekken gaan voeren. Juiste manier van werken. Ik mis alleen nacontrole. Er zijn mensen die na goedkeuring en verwerving van de middelen ter ondersteuning van hun 'gebrek' verder opknappen dan te verwachten was en gebruik blijven maken van alle voorzieningen terwijl ze zonder zouden kunnen. Nacontrole zou kosten kunnen besparen. Goed als het inderdaad op een persoonlijke en menselijke manier gebeurt

44 Niet goedl niet slecht Melding aan loket? Hoe snel volgt het gesprek? Gezien de diversiteit van ervaring van een probleem en/of beperking melding hoe ziet een onderzoek naar het 'daadwerkelijke' probleem er dan uit? Soms zien mensen zelf niet in dat men een probleem heeft. Als men het aanmelden alleen overlaat aan de persoon zelf gebeurd er niets. De mogelijkheid om door derde een melding te kunnen maken ontbreekt Een melding is één van de 'ingangen' van het WMO proces. Ik stel voor dat er veel meer ingangen zouden moeten zijn. De huisarts, De thuiszorg, de Wijk-buurt regisseur, Politie, Jeugdzorg, etc, etc De melder zou een schrijven met uitleg moeten krijgen over de dan wel al niet toegekende hulp van WMO, en de mogelijkheid moeten hebben eventueel bezwaar te maken en/of een tweede gesprek moeten krijgen over de gemelde hulpvraag indien het eerste gesprek tot onbevredigend resultaat van melder leidt. Slecht - Heel slecht - Vraag 4 Dit waren de vragen die we aan u wilden voorleggen. Heeft u verder nog opmerkingen over de conceptverordening? Opmerkingen algemeen De vanzelfsprekendheid op hulp en vergoedingen van mensen met beperkingen of problemen zallastig om te keren zijn. Zeker gezien deze tijd van hollen en rennen is het streven naar maatschappelijke zorg voor elkaar een mooi doel maar roept twijfels op over de haalbaarheid van dit streven. Ik vind het termijn voor beslissingen waarin bouwkundige aanvragen gedaan moeten worden wel erg lang. Als iemand een aanvraag doet is het meestal urgent en ze weten niet altijd 27weken van te voren dat het nodig is. Schakel toch groepen mensen in de meepraten. tijdens meepraten komen de meeste ideeën op. - wel buiten de geijkte paden treden. De uitgangspunten zijn prima, maar voor de uitvoering zal een raamwerk van normering gemaakt moeten worden om de kans op willekeur te voorkomen. Geen opmerkingen. Goed verder afwerken en dan aan de slag! Vergeet U VOORAL DE OUDEREN NIET!!!!!!! Goede koers in het kader van de WMO. - De uitdaging is natuurlijk om er praktisch, creatief en efficiënt invulling aan te geven. Hoe wordt de verbinding gelegd tussen de verschillende domeinen van zorg-welzijn en wonen. Om te voorkomen dat er langs elkaar gewerkt wordt moet er MUL TIDICIPLINAIR samengewerkt worden met ALLE instantie in de sector WONEN-WELZIJN en ZORG. De buurtregisseur, huisarts / praktijkondersteuner, wijkcentrum kan een centrale plek spelen. Voorliggend concept lijkt mij evenwichtig en rechtvaardig Gaan mensen die zelfstandig wonen doch met psychische problemen kampen waardoor b.v. het deelnemen aan sociaal/maatschappelijke activiteiten belemmerd wordt ook onder WMO vallen? Dit lijkt me namelijk een groep die meer specialistische zorg nodig heeft dan de bestaande WMO verordening te bieden heeft. Erg beperkte vraagstelling Moet de toelichting nog lezen. Ik ben sceptisch omdat ik me afvraag of dit nu inderdaad goed gaat gebeuren

45 Panel Community Bergen op Zoom Online discussie Concept-verordening Wmo PROJECT BESCHRIJVING De gemeente Bergen op Zoom heeft een nieuwe concept-verordening 'voorzieningen maatschappelijk ondersteuning' opgesteld. Naar aanleiding hiervan is een vragenlijst en een online discussie uitgezet onder de bewoners die hierover mee wilden praten. Het onderzoek vond plaats in de periode vanaf 25 februari tim 1 maart Het Community Management van de online discussie werd verzorgd door MWM2. TOPIC TEKST Mensen worden tegenwoordig steeds ouder waardoor de gemiddelde leeftijd verder stijgt. De belemmeringen die mensen als gevolg van het ouder worden ondervinden nemen toe waardoor steeds meer mensen problemen ondervinden tijdens hun deelname aan de maatschappij en/of bij het zelfstandig wonen. Dat zorgt ervoor dat meer mensen dan tot nu toe een beroep doen op de (individuele) voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hierdoor is het noodzakelijk dat de invulling en de uitvoering van de Wmo wijzigt. Deze wijziging wordt dé kanteling genoemd. De kanteling binnen de Wmo zorgt voor een andere werkwijze waarbij maatwerk leidend is. Het oplossen van individuele problemen is het uitgangspunt en niet (meer) het verstrekken van een -individuele- voorziening. Een oplossing moet worden afgestemd op de persoon, op zijn mogelijkheden en zijn situatie. De huidige verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning sluit niet aan bij de nieuwe werkwijze van de kanteling. Hierdoor heeft de gemeente Bergen op Zoom een nieuwe concept-verordening 'voorzieningen maatschappelijk ondersteuning' opgesteld. Naar aanleiding van bovenstaande ontwikkelingen is de centrale vraag voor de forumdiscussie: "Wat denkt u dat er in de praktijk verandert wanneer de uitvoering van de Wmo verloopt volgens de nieuwe conceptverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning?" BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN De online discussie was weinig actief, vier panelleden hebben deelgenomen en gezamenlijk 7 posts geplaatst (11 posts in totaal). Een samenvatting van de voordelen die de deelnemers verwachten naar aanleiding van de conceptverordening Wmo: - Het probleem van de persoon in kwestie komt hiermee centraal te staan; - Er wordt samen met de betreffende persoon naar een oplossing gezocht (maatwerk); - De rol van de persoon in kwestie wordt actiever. Ook werden een aantal ideeën geopperd: - Een goede terugkoppeling en communicatie kan misbruik verminderen; - Een eerste screening kan efficiëntie verhogen en functioneren als selectie; - Duidelijkheid over welke stappen er doorlopen moeten worden helpt de aanvrager; - Helder inzicht in wanneer men wel/niet in aanmerking komt (bijvoorbeeld middels een schema?) helpt de aanvrager; - Als enkel ambtenaren uit de omgeving de aanvragen behandelen kan dit zorgen voor meer betrokkenheid (onder ambtenaren). VERWACHTE NADELENI UITDAGINGEN De volgende verwachte nadelen/ uitdagingen werden geformuleerd: - Bureaucratie: dit dient ingeperkt te worden zodat oplossingen sneller worden gevonden; - Onduidelijkheid: aanvragers weten misschien niet waar ze moeten zijn; - Empathie: behandelend ambtenaar moet wel mensenkennis en empathie hebben; - Bouwkundige aanpassingen: aanvragen met bouwkundige aanpassingen kunnen te lang duren; - Ontevredenheid: er kan ontevredenheid ontstaan bij aanvragers door hogere eisen.

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 CVDR Officiële uitgave van Woensdrecht. Nr. CVDR84884_2 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering

Nadere informatie

gemeente Steënbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226

gemeente Steënbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226 gemeente Steënbergen IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2013; gelet op: Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3 Wet 3 College 3 Lid 3. Compensatieplicht 3 Lid 4. Aanmelding 3 Lid

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 officiële titel citeertitel wettelijke grondslag Verordening Voorzieningen Wmo Gemeente Heerenveen Verordening Voorzieningen Wmo Artikel 5 Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149

Nadere informatie

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 De te bereiken resultaten...

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te bereiken resultaten...5

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te bereiken resultaten...5 MODELVERORDENING WMO HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 Wet...3 College...3 Compensatieplicht...3 Lid 4. Aanmelding...3 Lid 5. Gesprek...3 Lid 6. Aanvraag...3 Lid

Nadere informatie

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013 verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden 2013 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst CVDR Officiële uitgave van Staphorst. Nr. CVDR259012_1 28 februari 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst De raad van de gemeente Staphorst; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012 Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012 De raad van de gemeente Middelburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2011, registratienummer 11/17097; gelet op

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 5 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 5 Wet... 5 College... 5 Lid 3. Compensatieplicht...

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting

Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting CVDR Officiële uitgave van Oldenzaal. Nr. CVDR403290_3 5 december 2017 Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland 2013 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 4 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 4 Lid 1. Aanmelding 4 Lid 2. Aanvraag 4 Lid 3. Algemeen gebruikelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011

Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011 CVDR Officiële uitgave van Voerendaal. Nr. CVDR112154_2 28 november 2017 Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen D E RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, stb. 2006, nr. 351; gelet op artikel 149

Nadere informatie

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Nummer: 106-127 Portefeuillehouder: Schalkwijk Onderwerp: Vaststellen Verordening voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 CVDR Officiële uitgave van Noord-Beveland. Nr. CVDR183016_2 1 augustus 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte

Nadere informatie

Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer

Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2014 Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer 2014 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012 Inhoud HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te

Nadere informatie

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Katwijk

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Katwijk VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2012 verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Katwijk 2012 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel

Nadere informatie

Verordening Wmo Winsum

Verordening Wmo Winsum Verordening Wmo Winsum De raad van de gemeente Winsum Gelezen het voorstel van het college Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning Besluit Vast te stellen de volgende Verordening Wmo

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en verder

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en verder Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en gemeente Valkenswaard Team Zorg, Welzijn en Onderwijs INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 5 Artikel 1 Begripsomschrijving

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR122887_2. Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

CVDR. Nr. CVDR122887_2. Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen CVDR Officiële uitgave van Delfzijl. Nr. CVDR122887_2 12 september 2017 Wmo Verordening Delfzijl 2012 De raad van de gemeente Delfzijl; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM INHOUD VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM... 1 HOOFDSTUK BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN...

Nadere informatie

VOORWOORD Visie Tijd om de verordening aan te passen Kanteling Het gesprek

VOORWOORD Visie Tijd om de verordening aan te passen Kanteling Het gesprek VOORWOORD Visie De Wet Maatschappelijke Ondersteuning(Wmo) is van kracht sinds 1 januari 2007. Het beleid van de gemeente ten aanzien van de Wmo is vastgelegd in de nota Meedoen en erbij horen 2007-2011.

Nadere informatie

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 Concept: 4.3 (16-10-12) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 5 Wet... 5 College... 5 Compensatieplicht... 5 Lid 4. Aanmelding... 5

Nadere informatie

Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning

Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning. 2. College: college van

Nadere informatie

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013;

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013; Agendapunt: 7 Nummer: 2012/6113 De raad van de gemeente Slochteren; op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013; gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014 Gemeenteblad nr. 136, 26 juni 2014 Nr. 00511990-a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2013, nr. 00511990; gehoord de commissie Samenleving van

Nadere informatie

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2012

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2012 Verordening Wmo gemeente Appingedam 2012 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gemeente Appingedam op 14 maart 2012 Wmo verordening Appingedam 2012 1 WMO VERORDENING APPINGEDAM 2012 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014 CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR310635_1 1 juni 2016 Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014 De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR202323_1. Verordening voorzieningen Wmo Leusden 2012

CVDR. Nr. CVDR202323_1. Verordening voorzieningen Wmo Leusden 2012 CVDR Officiële uitgave van Leusden. Nr. CVDR202323_1 15 november 2016 Verordening voorzieningen Wmo Leusden 2012 De raad der gemeente Leusden; gelezen het voorstel van het college d.d. 20 september 2011,

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 CVDR Officiële uitgave van Coevorden. Nr. CVDR257722_1 16 mei 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Wet Lid 2 College

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012 CVDR Officiële uitgave van Grave. Nr. CVDR128915_1 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012 De gemeenteraad van de gemeente Grave, gelezen het voorstel van

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MENTERWOLDE 2013

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MENTERWOLDE 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MENTERWOLDE 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 1 GEMEENTE MENTERWOLDE 2013 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 4 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013. Gemeente Coevorden

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013. Gemeente Coevorden Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 Gemeente Coevorden Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsomschrijvingen Lid 1 Wet Lid 2 College Lid 3 Compensatieplicht/beginsel

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 5 Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Binnenmaas 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Binnenmaas 2014 1 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Binnenmaas 2014 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Blz. Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3 Wet 3 College 3 Lid 3. Compensatieplicht 3 Lid 4. Melding

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011, De raad van de gemeente Sint Anthonis, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011, gezien het advies van de Wmo-adviesraad gemeente Sint Anthonis, gelet op artikel

Nadere informatie

OVERZICHT EN UITLEG WIJZIGINGEN VERORDENING WMO.

OVERZICHT EN UITLEG WIJZIGINGEN VERORDENING WMO. OVERZICHT EN UITLEG WIJZIGINGEN VERORDENING WMO. Aanpassing 1: Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: Technische aanpassing

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR323690_1. Verordening voorzieningen Wmo Oss 2014

CVDR. Nr. CVDR323690_1. Verordening voorzieningen Wmo Oss 2014 CVDR Officiële uitgave van Oss. Nr. CVDR323690_1 20 maart 2018 Verordening voorzieningen Wmo Oss 2014 Wmo-verordening Oss 2014 Wmo-verordening Oss 2014 1 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen 4 Artikel 1.

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012 De raad van de gemeente Boxtel; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011; Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 VERORDENING WMO 2012 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 6 Artikel 2. De te bereiken resultaten...6 HOOFDSTUK 3. HOE TE

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Bedum

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Bedum Verordening voorzieningen Wmo gemeente Bedum HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 Lid 1. Wet...3 Lid 2. College...3 Lid 3. Compensatieplicht...3 Lid 4. Aanmelding...3

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013 CVDR Officiële uitgave van Enkhuizen. Nr. CVDR237300_1 4 oktober 2016 Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013 De raad van de gemeente Enkhuizen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kapelle 2011 vast te stellen.

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kapelle 2011 vast te stellen. Besluitvormende raadsvergadering: 27 september 2011 Portefeuillehouder: L.F. Kosten AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2011/43 Datum : 23 augustus 2011 Onderwerp : Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012 De raad van de gemeente Boxtel; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011; Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014 Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014 November 2013: sector Inwonerszaken, team Openbare Orde, Welzijn en Onderwijs INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 4 Artikel Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland2014 CVDR Officiële uitgave van Oud-Beijerland. Nr. CVDR318502_1 5 december 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland2014

Nadere informatie

16 november 2010/35607 Datum :

16 november 2010/35607 Datum : Agendapunt 16 Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer 16 november 2010/35607 Datum : : 2010 Programma : Welzijn Blad : 1 van 8 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder mw. M. van Beukering-Huijbregts

Nadere informatie

verordening Wmo individuele voorzieningen

verordening Wmo individuele voorzieningen verordening Wmo individuele voorzieningen officiële titel Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede 2013 citeertitel Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013 wettelijke

Nadere informatie

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Leiderdorp 2013

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Leiderdorp 2013 Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2013 Leiderdorp, december 2012 Corsanummer: 2012E04443 (versie 25) De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel

Nadere informatie

CONCEPT VERORDENING. Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Kerkrade

CONCEPT VERORDENING. Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Kerkrade CONCEPT VERORDENING Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kerkrade 2012 Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 1 Bijlage bij ontwerpbesluit nr. 12Rb044

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014 Gemeenteblad 507 De raad van de gemeente Voorst; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2013, gewijzigd 24 februari 2014, kenmerk Z-13-04025_2013-47854; gelet

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Agendapunt: b e s l u i t: gelezen het voorstel d.d. 25 oktober 2011 van: - burgemeester en wethouders;

RAADSBESLUIT. Agendapunt: b e s l u i t: gelezen het voorstel d.d. 25 oktober 2011 van: - burgemeester en wethouders; RAADSBESLUIT Onderwerp: Verordening voorzieningen W mo gemeente W oerden 2012 De raad van de gemeente W oerden; gelezen het voorstel d.d. 25 oktober 2011 van: - burgemeester en wethouders; gelet op het

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Ermelo 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Ermelo 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Ermelo 2014 Verordening Wmo 2014 gemeente Ermelo 1 Inhoudsopgave: Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 5 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hellendoorn. Nr. 19993 10 april 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2013 Nijverdal, 29 oktober 2013 Nr. 13INT02125 De raad van

Nadere informatie

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Steenbergen 2013

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Steenbergen 2013 Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Steenbergen 2013 INLEIDING Deze verordening geeft invulling aan de in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gegeven opdracht regels

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013 CVDR Officiële uitgave van Utrechtse Heuvelrug. Nr. CVDR297030_1 30 april 2019 Verordening voorzieningen Wmo gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013 Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Hellevoetsluis 2014

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Hellevoetsluis 2014 CVDR Officiële uitgave van Hellevoetsluis. Nr. CVDR326839_1 26 oktober 2018 Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Hellevoetsluis 2014 Nummer: 19-12-13/08 AANGEPAST EXEMPLAAR De raad der gemeente

Nadere informatie

Individuele voorziening. Algemene en collectieve voorz. Sociaal netwerk. Eigen kracht. Verordening Wmo 2013 versie

Individuele voorziening. Algemene en collectieve voorz. Sociaal netwerk. Eigen kracht. Verordening Wmo 2013 versie . Individuele voorziening Algemene en collectieve voorz. Sociaal netwerk Eigen kracht Verordening Wmo 2013 versie 13-11-2012 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding Hoofdstuk 1 Begripsbepaling Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

7) Beperkingen: belemmeringen die een persoon heeft met het deelnemen aan de samenleving.

7) Beperkingen: belemmeringen die een persoon heeft met het deelnemen aan de samenleving. Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar. HOOFDSTUK 1: Begripsbepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder; 1) Aanmelding: het (eerste) contact

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN Nr. 14A De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2013, nr. 13.10.14.; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Sittard-Geleen 2012

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Sittard-Geleen 2012 CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR127600_1 15 mei 2018 Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Sittard-Geleen 2012 Inleiding Deze nieuwe verordening is een trendbreuk met de oude regels

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2013 CVDR Officiële uitgave van Montferland. Nr. CVDR302351_1 17 oktober 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2013 De raad van de gemeente Montferland, gezien het voorstel

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Sint-Michielsgestel 2014

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Sint-Michielsgestel 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint-Michielsgestel. Nr. CVDR313256_1 24 juli 2018 Verordening voorzieningen Wmo gemeente Sint-Michielsgestel 2014 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

Gemeenteblad nr. 14, 15 november Verordening Wmo Gemeente DEURNE 2012

Gemeenteblad nr. 14, 15 november Verordening Wmo Gemeente DEURNE 2012 Gemeenteblad nr. 14, 15 november 2012 Verordening Wmo Gemeente DEURNE 2012 verordening Wmo Gemeente DEURNE 2012...1 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 Wet...3

Nadere informatie

: Zorg, welzijn, werk en inkomen : Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

: Zorg, welzijn, werk en inkomen : Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Aan de gemeenteraad ~atwijk laaknummer Programma Onderwe.rp : Zorg, welzijn, werk en inkomen : Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Katwijk,

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning 2014

Onderwerp: Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning 2014 RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: Naam programma: Welzijn en zorg Onderwerp: Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning 2014 Aanleiding: De Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

Nr GEMEENTEBLAD Verordening Wmo WIZ 2014 Gemeente Goes Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen voorzieningen

Nr GEMEENTEBLAD Verordening Wmo WIZ 2014 Gemeente Goes Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen voorzieningen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goes. Nr. 41643 25 juli 2014 Verordening Wmo WIZ 2014 Gemeente Goes Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 20 14 Artikel

Nadere informatie

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning CVDR Officiële uitgave van Breda. Nr. CVDR139489_1 17 oktober 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De Raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van het College, gelet op

Nadere informatie

Onderwerp Wmo, de kanteling van de individuele voorzieningen, nieuwe verordening

Onderwerp Wmo, de kanteling van de individuele voorzieningen, nieuwe verordening Raadsvoorstel Agendapunt: 15 Onderwerp Wmo, de kanteling van de individuele voorzieningen, nieuwe verordening Datum voorstel 31 mei 2011 Datum raadsvergadering 6 juli 2011 Bijlagen Verslag Klankbordgroep

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BRUMMEN

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BRUMMEN VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BRUMMEN 2014 Artikelen en artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Kenmerk : INT14.0153 Vastgesteld : Inwerkingtreding

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2014 CVDR Officiële uitgave van Scherpenzeel. Nr. CVDR359711_2 8 november 2016 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2014 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening

Nadere informatie

Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013

Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 1 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 2 AANHEF 5 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEGRIPSBEPALINGEN... 7 Artikel 1. Begripsbepalingen 7 HOOFDSTUK

Nadere informatie

tot het vaststellen van de hierna volgende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2014:

tot het vaststellen van de hierna volgende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2014: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Sint Anthonis Nr. 202176 17 november 2017 Intrekking verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2012 volgens Artikel 33 van de verordening

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Versie : 2 Datum : 23 november 2010 Samengesteld door : Maatschappelijke aangelegenheden Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Vs(27-06-2011) . De Raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van het College, gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het college van.nr.inzake ; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het college van.nr.inzake ; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning; De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het college van.nr.inzake ; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning; b e s l u i t: vast te stellen de: Verordening maatschappelijke

Nadere informatie

, HM iti i inmi i in11 IH ui i n i mi in iimi

, HM iti i inmi i in11 IH ui i n i mi in iimi GEMEENTE ļjl^ BEUNINGEN SC12.11869, HM iti i inmi i in11 IH ui i n i mi in iimi De raad der gemeente Beuningen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012; Gelet op de Wet

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Roermond 2012

Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Roermond 2012 Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Roermond 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Algemene bepalingen 4 Artikel 1. Begripsbepalingen 2. Resultaatgerichte compensatie 6 Artikel 2. De te bereiken

Nadere informatie

Officiële uitgave van Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân. Verordening resultaten maatschappelijke ondersteuning

Officiële uitgave van Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân. Verordening resultaten maatschappelijke ondersteuning CVDR Officiële uitgave van Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân. Nr. CVDR317612_1 20 juni 2017 Verordening resultaten maatschappelijke ondersteuning Het algemeen bestuur van de Dienst

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalten 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalten 2012 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalten 2012 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Algemeen gebruikelijk:

Nadere informatie

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 Raadsbesluit nr. 8 Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het besluit van burgemeester en wethouders van 29 juli

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Gilze en Rijen 2012

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Gilze en Rijen 2012 CVDR Officiële uitgave van Gilze en Rijen. Nr. CVDR198661_1 22 januari 2019 Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Gilze en Rijen 2012 Agendapunt 11. Vergadering d.d. 2 juli 2012. DE RAAD

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 2 Inhoud pagina Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 5 Artikel 2 Beperkingen 6 Hoofdstuk Vorm van te

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING WEERT

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING WEERT VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING WEERT 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Weert 2013 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen...

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING PEELGEMEENTE HELMOND 2014

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING PEELGEMEENTE HELMOND 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Helmond. Nr. 1613 14 januari 2014 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING PEELGEMEENTE HELMOND 2014 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013

Toelichting op de Verordening voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013 Toelichting op de Verordening voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013 Algemene toelichting op de verordening Achtergrond...3 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 4 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...4

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 CVDR Officiële uitgave van Katwijk. Nr. CVDR88040_1 15 november 2016 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen VERORDENING VOORZIENINGEN

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013

TOELICHTING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013 TOELICHTING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013 TOELICHTING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013... 1 Achtergrond...3 HOOFDSTUK

Nadere informatie