Disclaimer: De technische informatie is vrijblijvend en geeft niet de gegarandeerde eigenschappen van de producten weer. Deze zijn onderhevig aan

Transcriptie

1 Technisch handboek

2 Disclaimer: De technische informatie is vrijblijvend en geeft niet de gegarandeerde eigenschappen van de producten weer. Deze zijn onderhevig aan veranderingen. Wij adviseren u onze Algemene Voorwaarden te raadplegen. Extra informatie is op aanvraag beschikbaar. Het is de verantwoordelijkheid van de ontwerper om producten te selecteren, die geschikt zijn voor de beoogde toepassing en die voldoen aan de drukwaarden en ontwerpkarakteristieken. De installatie-instructie moet altijd gelezen en opgevolgd worden. Het is nooit toegestaan een systeemonderdeel of een defect component te verwijderen, aanpassen of te verbeteren, zonder eerst de druk van het systeem af te halen en het leeg te laten lopen.

3 3 Inhoud 1 Biofl oor 5 2 Bevestigingssystemen Noppenplatensysteem Draadmattensysteem Tackersysteem Droogsysteem 20 3 Buizen 21 4 Verdelers 24 5 Ruimteregeling 30 6 Montage en in bedrijf stellen 42 7 Productassortiment Bevestigingssystemen Buizen Verdelers Ruimte regeling 93

4 4 Biofloor systeem VSH Een internationale onderneming VSH is een toonaangevende Nederlandse fabrikant van leidingsystemen en appendages die geschikt zijn voor gas-, water-, verwarming-, koel-, solar- en sprinklerinstallaties. Met ons complete assortiment hebben we altijd een oplossing voor installaties in de woningbouw, utiliteit, scheepsbouw en industrie. VSH is een 100% Nederlandse onderneming en maakt onderdeel uit van Aalberts Industries Groep en dat heeft voordelen. Zo kunnen we gebruik maken van de nieuwste technologie om innovatieve producten en systemen te ontwikkelen. Dat doen we op basis van vragen en ontwikkelingen in de markt en dus is nauw contact met onze klanten onontbeerlijk. Met meer dan tachtig jaar ervaring en een schat aan kennis zijn we uitgegroeid tot uw betrouwbare partner die aansluit bij uw behoeften. Een rol die we graag voor u vervullen en waarvoor we ons ook in de toekomst zullen blijven inzetten. Niet voor niets doen we u de belofte: VSH sluit aan. Net als de andere VSH productlijnen staat Biofl oor voor kwaliteit, innovatie, installatiegemak en betrouwbaarheid. Bovendien kunt u altijd rekenen op gedegen technisch advies dankzij onze jarenlange ervaring.

5 5 1 Biofl oor Biofl oor is hét toonaangevende systeem voor vloerverwarming. De op elkaar afgestemde buizen, verdelers, montagesystemen en regelingen zorgen voor een uiterst betrouwbare en hoogwaardige vloerverwarmingsinstallatie. Biofl oor biedt tal van voordelen zoals een optimaal comfort en energiebesparing. Bovendien is het systeem onderhoudsvrij. Dankzij het totaalconcept van Biofl oor en de ondersteuning van onze productspecialisten bieden we u altijd een oplossing die aansluit bij de specifi eke wensen van uw opdrachtgever. De plus van Biofloor: + Altijd optimale keuze uit een uitgebreid vloerverwarmingsprogramma + Vloerverwarmingsystemen voor zowel nieuwbouw als renovatie + Professionele ondersteuning tijdens ontwerp, calculatie en uitvoering

6 6 Biofloor systeem Vloerverwarming en koeling Vloerverwarming en koeling is een laag temperatuurafgiftesysteem, waarbij het vloeroppervlak van de ruimte wordt gebruikt voor het beheersen van de comforttemperatuur. Doordat men bij vloerverwarming en koeling in vergelijk tot bijvoorbeeld radiatoren een veel groter oppervlak ter beschikking heeft voor de vermogensoverdracht, kan er met veel lagere watertemperaturen gewerkt worden en is het systeem tevens geschikt voor koeling. Werkingsprincipe algemeen Een vloerverwarmingssysteem bestaat uit kunststofbuizen die door middel van een bevestigingssysteem zijn verwerkt in de dekvloer. Het koude of warme water dat getransporteerd wordt door de leiding draagt deze temperatuur over aan de dekvloer, waardoor men een gelijkmatige afgifte krijgt aan de ruimte. Het verschil tussen de ruimte- en vloertemperatuur is daarbij bepalend voor het afgegeven vermogen. Bij industriële toepassingen of betonkernactivering, die op hetzelfde principe gebaseerd zijn, wordt de buis direct in de bouwkundige constructie verwerkt. Tot slot kan de ruimtetemperatuur middels thermostaten per ruimte geregeld worden. Voordelen Biofl oor Energiezuinig Biofl oor werkt met lage watertemperaturen, wat gunstig is voor het rendement van de opwekker en het gebruik van alternatieve energie opwekkers zoals warmtepompen mogelijk maakt. Voor een gelijke comfort gevoelstemperatuur kan met een lagere gemiddelde ruimtetemperatuur volstaan worden, wat gunstig is voor het energieverbruik. Comfortabel De warmte wordt niet zoals bij radiatoren of convectoren grotendeels door confectie, maar uitsluitend middels straling aan de ruimte afgegeven. Dit geeft bij verwarming een optimale verticale warmteverdeling zonder horizontale luchtverplaatsingen, met als resultaat een comfortabel en natuurlijk warmtegevoel.

7 7 Hygiënisch Geen ongewenste luchtstromen, die stofdeeltjes door de ruimte transporteren of radiatoren en convectoren in de ruimte die stof verzamelen. Dit is prettig voor mensen die gevoelig zijn voor allergieën en maakt het stofvrij houden van de ruimte eenvoudiger. Vloerverwarming is dan ook zeer geschikt voor het toepassen in publieke gebouwen, zoals bijvoorbeeld scholen, kantoren, ziekenhuizen en zorginstellingen. Esthetisch Vloerverwarming is een onzichtbare warmtebron zonder afgifte-elementen in de ruimte, die de inrichting hiervan beperken of de esthetiek verstoren, zoals bijvoorbeeld bij ramen welke doorlopen tot aan de vloer. Koeling Door het systeem met gekoeld in plaats van warm water te voeden, kan dit ook gebruikt worden om de ruimte in de zomerperiode te koelen. Dit draagt, ondanks dat het effect minder is dan van bijvoorbeeld airco- of luchtbehandelingssystemen, zeker bij aan een aangenamer klimaat en werkt zonder geforceerde luchtstromen, die vaak als onaangenaam worden ervaren.

8 8 Biofloor systeem Wandverwarming Op basis van hetzelfde principe kunnen ook de wanden van een ruimte worden gebruikt om de ruimte te verwarmen of te koelen. Dit kan een oplossing bieden indien er niet voldoende vermogen via de vloer kan worden afgegeven. Wandverwarming kan bijvoorbeeld ook functioneel worden toegepast in een zogenaamde knuffelwand. Universeel Eenvoudig te combineren met hoge temperatuurverwarming zoals radiator- of convectorverwarming voor een snelle opwarming van de ruimte of indien met alleen vloerverwarming niet voldoende vermogen kan worden geleverd. Beperkingen Om gezondheids- en comfortredenen is de maximale vloertemperatuur en daarmee het af te geven vermogen niet onbeperkt. Dit geldt ook bij vloerkoeling waarbij, om condensvorming te voorkomen, de temperaturen in het systeem boven het dauwpunt dienen te blijven. De keuze van vloer afwerkingen is niet onbeperkt, omdat die een warmteweerstand hebben en er, zoals bij hout, grenzen worden gesteld aan de maximale temperatuur.

9 9 Het ontwerp Het zou te ver strekken om alle facetten die betrekking hebben op het ontwerp van vloerverwarming en koeling in dit boekwerk op te nemen. Hiervoor verwijzen wij u dan ook graag naar de ISSO-49 en andere normen, die dit uitgebreid behandelen. Om een goed ontwerp te kunnen maken, is het echter noodzakelijk om minimaal over de volgende gegevens te beschikken: De warmteverliesgegevens van de ruimtes Het oppervlak van de te verwarmen ruimtes Type (zand cement of anhydriet) en dikte van de dekvloer Type en warmteweerstand (R waarde) van de vloerafwerking De functie van de ruimte De gewenste ruimtetemperatuur Het gewenste bevestigingssysteem Type en eigenschappen van de opwekker Beschikbare water aanvoertemperaturen voor verwarming en eventueel koeling Eventuele beperkingen ten aanzien van de retourtemperatuur van het water Uitvoering en type van de ruimteregeling Hieronder vindt u praktische richtwaarden en vuistregels. Hierbij moet worden opgemerkt dat richtwaarden in eventueel genoemde normen of volgend uit berekeningen altijd leidend zijn. Ruimtetemperaturen Bij vloerverwarming kunnen voor een gelijkblijvende comfortgevoelstemperatuur lagere ruimtetemperaturen aangehouden worden dan bij radiator- of convectorverwarming. Algemeen geldende ruimtetemperaturen voor een aangenaam comfort zijn: Leefruimtes: 20 C Sanitaire ruimtes: 22 C Verkeersruimtes: 15 C Toiletruimte: 15 C Overige ruimtes: 10 C

10 10 Biofloor systeem Maximale vloertemperaturen Om gezondheid- en comfortredenen is de maximale vloertemperatuur en daarmee het af te geven vermogen niet onbeperkt. Derhalve dienen de volgende maximale vloertemperaturen gerespecteerd te worden: Verblijfruimtes: 29 C Sanitaire ruimtes: 31 C Randzones en verkeersruimtes: 34 C Wanden: 40 C Aanvoertemperaturen en T I n functie van het te leveren vermogen, kunnen bij een bepaalde ruimtetemperatuur en vloerafwerking de volgende richtwaarden worden aangehouden: Verwarming: C > T 5-15 C Koeling: 18 C > T 2-4 C Opmerking: Bij koeling dient, om condensvorming te voorkomen, de watertemperatuur zo geregeld te worden dat die altijd boven het dauwpunt ligt. R waarde vloerafwerking Omdat deze een warmteweerstand en daarmee invloed op het afgegeven vermogen hebben is de keuze van de vloerafwerking niet onbeperkt. Aanbevolen richtwaarden zijn: Standaard: 0,01-0,1 m 2 K/W Maximaal: 0,15 m 2 K/W Opmerking: Indien deze niet nader gespecifi ceerd wordt, adviseren wij bij het maken van berekeningen een R waarde van 0,02 m 2 K/W (steen) voor de beganegrond en 0,1 m 2 K/W (licht tapijt) voor de verdieping aan te houden. Voor appartementencomplexen waarbij het bestek geen waarde opgeeft, adviseren wij te rekenen met een R waarde van 0,1 m 2 K/W.

11 11 Vermogensafgifte Om snel inzicht te krijgen in welk vermogen er bij een temperatuurverschil tussen de ruimte en vloer kan worden afgeven, kunnen de richtwaarden in onderstaande grafi eken worden aangehouden: FIGUUR 1.1: BIJ VERWARMING FIGUUR 1.2: BIJ KOELING

12 12 Biofloor systeem Verlegpatroon Om een optimaal comfort te creëren is het belangrijk dat het vermogen gelijkmatig over de vloer wordt afgegeven. Dit betekent, dat in het ideale geval de vloertemperatuur ook overal gelijk dient te zijn. Wordt de buis in een meanderpatroon gelegd, zoals in fi guur 1.3 aangegeven, dan wordt hier niet volledig aan voldaan. Door het afgeven van vermogen zal de watertemperatuur in de buis immers gaandeweg dalen en daarmee ook de gemiddelde vloertemperatuur en het afgegeven vermogen. Het meanderpatroon is onder andere wel geschikt voor het opvangen van een koude val langs een grote glaspartij, door de aanvoerzijde van de groep aan de gevelzijde te plaatsen. FIGUUR 1.3 Wordt de buis verlegd in een zogenaamd slakkenhuis patroon zoals aangegeven in fi guur 1.4, dan wordt het ongewenste effect van het meanderpatroon voorkomen. Dit verlegpatroon is qua vorm wel iets gecompliceerder en vraagt derhalve iets meer tijd en aandacht tijdens het verleggen, maar staat wel garant voor een gelijkmatige vermogensafgifte. De gemiddelde watertemperatuur van twee naast elkaar gelegen buizen is hier steeds constant en daarmee ook de vloertemperatuur en het afgegeven vermogen.

13 13 FIGUUR 1.4 Verlegafstand Door de buizen dichter naast elkaar in de vloer te leggen, ofwel de verlegafstand te verkleinen, kan er bij verder gelijkblijvende parameters meer vermogen aan de ruimte afgegeven worden. Waarbij opgemerkt, dat de maximaal toegestane vloer - temperatuur altijd gerespecteerd dient te worden en dit veelal ook de beperkende factor is. Richtwaarden voor de verlegafstanden zijn voor: Hoofdverwarming/koeling: 15 cm Randzones : 10 cm Sanitaire ruimtes: 10 cm Transportzones: 30 cm Bijverwarming: 30 cm

14 14 Biofloor systeem Buisdiameter Alhoewel de buisdiameter enige invloed heeft op het vermogen dat hij af kan geven, is het er in optredende drukverlies meer bepalend voor de keuze hiervan. Daarbij is uiteraard niet de buiten- maar de binnendiameter de bepalende factor voor het drukverlies. Richtwaarden zijn voor: Systemen met lage opbouw: 14 x 2 mm Standaard toepassingen: 16 x 2 mm Systemen met hoge fl ow: 18 x 2 mm Utiliteit en Industrie: 20 x 2 mm Groepslengte Om te voorkomen dat het drukverlies te groot wordt, dienen de groepslengtes tot de volgende maximale waardes beperkt te worden. Buis 14 x 2: 80 m Buis 16 x 2: 120 m Buis 18 x 2: 150 m Buis 20 x 2: 170 m Dikte dekvloer Een dikkere dekvloer biedt uiteraard meer draagkracht en geeft een betere warmtespreiding, maar heeft ook een grotere massa. Des te groter die massa, des te langer duurt het voor die opgewarmd is en er warmte aan de ruimte afgegeven wordt. Is de ruimte eenmaal op temperatuur en stopt een thermostatische regeling de warmtetoevoer, dan wordt de in de massa aanwezige restwarmte alsnog aan de ruimte afgegeven. Om deze traagheid van reageren op de regeling van de ruimtetemperatuur te beperken zijn er grenzen gesteld aan de dikte van de dekvloer. Daarin onderscheiden we twee situaties: 1. Een opbouw in de vorm van een zwevende dekvloer met isolatie direct onder de buis. Hierbij moet alleen de massa van de dekvloer zelf worden opgewarmd, wat de reactietijd beperkt. Daar de dekvloer niet direct door de dragende constructievloer ondersteund wordt, zal hij voldoende draagkracht moeten hebben en mag de dikte boven de buis maximaal 5,5 cm bedragen.

15 15 2. Een opbouw, waarbij de isolatie onder de constructievloer is aangebracht of geheel niet aanwezig is en de buis hier direct op bevestig wordt. Hierbij moeten dek- en constructievloer beide worden opgewarmd, wat de reactietijd verlengt. Derhalve mag bij deze constructie de dikte van de dekvloer boven de buis maximaal 3,0 cm bedragen. Veldgrootte Om krimpscheuren te voorkomen, dienen de veldgrootte en -afmetingen beperkt te worden tot de volgende richtwaarden en door uitzetvoegen gescheiden te worden. Bij het indelen van de velden dient ook rekening te worden gehouden met plotselinge vormveranderingen in de ruimte, zoals bij een L vorm. Oppervlak bij gestorte cementgebonden dekvloeren: < 40 m 2 en lengte < 7 m Oppervlak bij gietvloeren: < 100 m 2 en lengte < 15 m Randisolatie Om te voorkomen dat de krachten ten gevolge van thermische uitzetting van de vloer op de wanden worden overgebracht en er scheurvorming optreedt, dienen deze door randisolatie mechanisch van elkaar gescheiden te worden. Ook zorgt de randisolatie voor een thermische scheiding tussen vloer en wand. Dilatatievoegen Deze worden in de bouwkundige constructie aangebracht, zodat de verschillende secties daarvan vormveranderingen kunnen ondergaan zonder dat er scheuren in het gebouw ontstaan. Deze voegen moeten altijd in de dekvloer doorgetrokken worden en mogen geen vloerverwarmingsgroepen doorsnijden. Ter plaatse waar de aanbindleidingen van vloerverwarmingsgroepen dilatatievoegen noodzakelijkerwijs doorsnijden moeten die van een mantelbuis voorzien worden.

16 16 Biofloor systeem Situering ten opzichte van koud waterleidingen Mede in het kader van legionella preventie is de maximaal toegestane temperatuur van koud water 25 C. Derhalve mogen (vloer)verwarming en koud waterleidingen elkaar niet kruisen in de vloer. Voor meer informatie raadpleeg de norm- en regelgeving omtrent legionella preventie. Verwarmen en koelen In combinatie met een warmtepomp kan het totale systeem gebruikt worden voor zowel koelen als verwarmen. De warmtepomp moet, om de ruimtethermostaten tegengesteld te laten werken, tijdens koelbedrijf de CO aansluiting op de ruimteregeling kortsluiten. Wordt in een grotere installatie van een warmteopwekker in combinatie met een koelmachine toegepast en zijn alle verdelers hier middels een 4-pijpsysteem op aangesloten, dan kan op basis van een daarvoor geschikt CO systeem per verdeler tussen verwarmings- of koelbedrijf gekozen worden. In een nog geavanceerdere opzet van verdeler en regeling, kan zelfs per ruimte gekozen worden tussen verwarmen en koelen. Waarbij het de vraag is in hoeverre dit nog tot het algemene comfort bijdraagt en energetisch gezien verantwoord is.

17 17 2 Bevestigingssystemen 2.1 Noppenplatensysteem Dit systeem is opgebouwd uit een al dan niet van isolatie voorziene systeemplaat welke voorzien is van een noppenprofi el waarin de buis wordt bevestigd. Voordelen Door de handzame afmetingen, geringe gewicht en zelfdragende constructie zijn de systeemplaten snel en eenvoudig door 1 persoon te plaatsen. Constante verlegafstand op 5, 10, 15, 20, 25, 30 cm door de op een vaste rastermaat van 5 cm geplaatste noppen. Door hun overlappende constructie worden de systeemplaten zo aan elkaar verbonden, dat zij een dampdicht scherm vormen waarop direct een gietvloer kan worden aangebracht. Dit maakt het aanbrengen van een apart dampscherm overbodig, wat tijd bespaart. Optimale stabiliteit en draagkracht door de extra dikke noppen-draagfolie. De buis valt onder het oppervlak van het noppenprofi el en is daarmee in combinatie met de hoge stabiliteit van de plaat goed beschermd tegen beschadigen door het bouwverkeer. De 30-2 plaat heeft naast thermische ook geluiddempende eigenschappen. Geschikt voor zowel vloer- als wandverwarming.

18 18 Biofloor systeem Praktische informatie met betrekking keuze van de plaat Kies de uitvoering van de plaat in functie van de beschikbare opbouwhoogte van de vloer en de isolatie eisen die daaraan gesteld worden. 2.2 Draadmattensysteem Het draadmattensysteem is een veel gebruikt universeel systeem met een lage opbouwhoogte waarbij de buis met binders op staal verzinkte draadmatten wordt vastgezet. Als dampscherm en fysieke scheiding tussen de constructie en dekvloer, kan aluminium refl ectiefolie onder de matten worden aangebracht, die tevens de warmte naar boven refl ecteert. Voordelen Draadmatten zijn eenvoudig met een daarvoor geschikte schaar op maat te knippen en daarmee geschikt voor het toepassen in ruimtes met gecompliceerde vormen. Buis vrij op elk gewenst patroon te verleggen. Kan kleine niveauverschillen in het vloeroppervlak opvangen. De draadmatten zijn volledig verzinkt en voor zowel de onderlinge bevestiging hiervan als de buisbevestiging worden beklede binders gebruikt. Dit voorkomt corrosiedoorslag bij bijvoorbeeld natuurstenen afwerkvloeren. Geschikt voor het verwerken in de constructievloer zoals bij betonkernactivering en wandverwarming.

19 19 Praktische informatie Keuze van het net Kies de uitvoering van het net in functie van de gewenste verlegafstand en de binders op basis van de buisdiameter. 2.3 Tackersysteem Dit systeem is opgebouwd uit een systeemplaat of rol met isolatie, die is voorzien van een scheurvaste folie met rasteropdruk waarop de buis middels tackers wordt bevestigd. Voordelen Beschikbaar in klapset of rol uitvoering met verschillende isolatiediktes. Eenvoudig op maat te snijden en daarmee geschikt voor ruimtes met gecompliceerde vormen. Buis vrij in elk gewenst patroon te verleggen, waarbij het op de folie aangebrachte raster een goed hulpmiddel is voor het bepalen en constant houden van de verlegafstand. De rasterfolie is voorzien van een van een lijmlaag voorziene overlap, die het mogelijk maakt om de platen eenvoudig naadloos met elkaar te verbinden. Geschikt voor buisdiameters van 16 tot en met 20 mm. Met behulp van een systeemtacker en tackernagels is de buis zeer snel op de tackerplaten te bevestigen. Voorzien van isolatie met geluiddempende eigenschappen en daarmee geschikt voor gestapelde bouw.

20 20 Technische gegevens Praktische informatie Keuze van de plaat Kies de uitvoering van de plaat in functie van de beschikbare opbouwhoogte van de vloer en de isolatie eisen die daaraan gesteld worden Droogsysteem Dit systeem is opgebouwd uit geprofi leerde isolatieplaten waarin metalen warmte geleidingsprofi elen voor het aanbrengen van de buis worden geplaatst. Om geluiden te voorkomen door het uitzetten en krimpen, mag alleen kunststof meerlagen buis 14 x 2 mm gebruikt worden. Na het plaatsen van een PE folie als damp scherm, kan hier direct een afwerkvloer over worden aangebracht. Ook kan er ten behoeve van meer draagkracht en stabiliteit voor gekozen worden om eerst gipsvezel platen te plaatsen. Voordelen Lage totale opbouwhoogte met een laag gewicht, daar er geen cement dekvloer nodig is voor het verspreiden van de warmte en de vloerafwerking direct op de 25 mm dikke systeemplaat kan worden aangebracht. Daarmee bijzonder geschikt voor renovatieprojecten of als de bouwkundige constructie niet zwaar belast mag worden. Kan direct op de bestaande vloer worden aangebracht. Geschikt voor het verleggen van de buis in meander, slakkenhuis of diagonaal. Snel en schoon te installeren en daarna direct te belasten. Korte opwarmtijd en snelle reactie op de temperatuurregeling, door het ontbreken van het vertragende effect van een cement dekvloer. Zeer geschikt voor wandverwarming.

21 21 3 Buizen De Biofl oor buizen worden middels één van de Biofl oor bevestigingssystemen in een vast verlegpatroon in de dek- of constructievloer van de te verwarmen of te koelen ruimte gelegd. Door hier vanuit een verdeler warm of koud water door te transporteren, wordt het daarin opgeslagen vermogen aan de vloer overdragen, die het vervolgens aan de ruimte afgeeft. BioPERT volkunststof buis Deze specifi ek voor vloerverwarming en koeling ontwikkelde volkunststofbuis is vervaardigd uit PE-RT, ofwel polyethyleen met een verhoogde temperatuur bestendigheid. Daarmee is deze geschikt voor het toepassen voor de in vloerverwarmingssystemen gehanteerde temperaturen en toch soepel te verleggen. Ten behoeve van het voorkomen van zuurstofdiffusie is de buis voorzien van een EVOH laag. Technische gegevens: Afmetingen : 16 x 2, 18 x 2 en 20 x 2 mm, op diverse rollengtes Materiaal: PE-RT Kleur: Ivoor Max. bedrijfsdruk: 6 bar Max. bedrijfstemperatuur: 70 C* Warmtegeleidingscoëffi ciënt: 0,35 W/mK volgens DIN Zuurstofdiffusiedichtheid: < 0,1g/m 3 volgens DIN 4726 Keur: KOMO *volgens toepassingsklasse 4b (EN ISO 10508)

22 22 Technische gegevens TechPEX volkunststof buis TechPEX is een voor hoge temperatuur verwarmings systemen ontwikkelde vernette HDPE buis, die ook geschikt is voor het toepassen voor vloerverwarming en koeling. De vernetting geeft de buis een temperatuur bestendigheid die feitelijk hoger is dan voor vloer verwarming noodzakelijk, maar maakt de buis ook stugger en daardoor minder soepel te verleggen. Ten behoeve van het voorkomen van zuurstofdiffusie is de buis voorzien van een EVOH laag. Deze wordt door een extra hierover aangebrachte PE laag beschermd tegen mechanische beschadigingen en vocht. Technische gegevens: Afmetingen : 16 x 2 en 18 x 2 mm. op diverse rollengtes Materiaal: PE-Xc Kleur: Ivoor Max. bedrijfsdruk: 6 bar Max. bedrijfstemperatuur: 90 C* Warmtegeleidingscoëffi ciënt: 0,35 W/mK volgens DIN Zuurstofdiffusiedichtheid: < 0,1g/m 3 volgens DIN 4726 Keur: KOMO *volgens toepassingsklasse 5b (EN ISO 10508) Multiskin meerlagen buis Een hoogwaardige buis opgebouwd uit een vernette (HDPE) binnen- en buitenmantel en een dikke stompgelaste aluminium kern. Deze metalen kern geeft de buis een 100% zuurstof diffusiedichtheid en hoge mate van vormvastheid. Daarbij biedt dit laatste als voordeel, dat de buis eenvoudig door één persoon verlegd kan worden.

23 23 Technische gegevens: Afmetingen : 14 x 2, 16 x 2, 18 x 2 en 20 x 2 mm op diverse rollengtes Materiaal: PE-Xc/Al/PE-Xc Kleur: wit Max. bedrijfsdruk: 10 bar Max. bedrijfstemperatuur: 90 C* Warmtegeleidingscoëffi ciënt: 0,43 W/mK volgens DIN Zuurstofdiffusiedichtheid: 100% Keur: KOMO *volgens toepassingsklasse 5b (EN ISO 10508) Keuze van de buis. Om tot een voor het betreffende project en daarin optredende omstandigheden tot de optimale buiskeuze te komen, zijn in onderstaand overzicht de voornaamste eigenschappen samengevat. Buistype Temp. Soepelheid Vormvastheid Zuurstofdichtheid bestendigheid BioPERT goed hoog n.v.t. goed TechPEX zeer goed matig n.v.t. goed MultiSkin zeer goed n.v.t. zeer goed 100% TABEL 3.1: EIGENSCHAPPEN BUISTYPE

24 24 Technische gegevens 4. Verdelers Verdelers zijn het hart van de installatie en verdelen het voedingswater zo over de vloerverwarmingsgroepen, dat iedere groep met het juiste debiet gevoed wordt. Daarvoor zijn alle groepen bij een Biofl oor verdeler voorzien van een: Al dan niet met een fl owmeter uitgerust voetventiel waarmee het debiet nauwkeurig kan worden ingeregeld. Waarbij de fl owmeter als voordeel biedt, dat hierop het debiet dat door de groep stroomt direct kan worden afgelezen. Thermostaatventiel, dat voor het individueel regelen van de ruimtetemperatuur met een door een regeling gestuurde thermische motor open of dicht kan worden gestuurd. Verder komen verdelers in vele uitvoeringsvormen voor, die verdeeld kunnen worden in de volgende hoofdgroepen: Verdelers met pompunit en injectie-mengregeling Wordt de vloerverwarming gevoed door een ketel of koelmachine, dan zal de aan de verdeler aangeboden watertemperatuur voor vloerverwarming te hoog of voor vloerkoeling te laag zijn. In dat geval dient een hydraulisch neutrale injectie-meng verdeler met een eigen circulatiepomp toegepast te worden. De

25 25 circulatiepomp zorgt daarbij voor het watertransport door de groepen. En zorgt een thermostaatventiel voorzien van een thermostaatkop met een dompelbuis- of aanlegvoeler er voor, dat er zoveel water uit het primaire circuit bij het retourwater uit de groepen wordt gemengd, dat de aanvoertemperatuur geschikt is voor de toepassing en constant gehouden wordt. Mag de retourtemperatuur niet boven een bepaalde waarde stijgen, zoals bij stadsverwarming, dan kan de retouraansluiting van de verdeler van een vloerverwarmingsregelbox ventiel worden voorzien. Verdelers zonder pompunit en regeling Wordt de vloerverwarming gevoed door bijvoorbeeld een warmtepomp of een andere opwekker, die de verdeler direct voorziet van het nodige waterdebiet met de juiste temperatuur, dan kunnen de groepen hier, middels deze verdelers, direct op worden aangesloten. Voor het regelen van het debiet zijn deze verdelers voorzien van thermostaatkranen en voetventielen. Voorwaarde is uiteraard wel, dat de pomp in het primaire systeem in staat moet zijn om het benodigde waterdebiet door de groepen te laten circuleren. Is dit niet het geval, dan moet er of een zwaardere of een extra circulatiepomp in het primaire circuit geplaatst worden.

26 26 Technische gegevens Materialen De collectoren van de verdelers kunnen in de volgende materialen worden uitgevoerd: Kunststof, dat in hoge mate corrosiebestendig en minder gevoelig is voor condensvorming, is bij uitstek geschikt voor de combinatie van verwarmen en koelen. De Biofl oor verdelers zijn daarbij modulair opgebouwd uit hoogwaardige glasvezel versterkte polyamide. Deze modulaire opbouw maakt het mogelijk om het aantal groepen bij reeds geplaatste verdelers aan eventuele wijzigingen tijdens het bouwproces aan te passen. Ook zijn deze verdelers uiteraard voorzien van retourventielen met debietmeters en thermostaatventielen, die in de modules verwerkt zijn. Voordelen: In hoge mate corrosiebestendig Vervaardigd uit hoogwaardig glas vezel versterkte polyamide Universeel toepasbaar Geschikt voor verwarmen en koelen Modulaire opbouw In alle posities, dus ook omgekeerd onder de vloer, te monteren Thermostaatventielen in de aanvoermodules Retourventielen voorzien van een debietmeter Leverbaar met of zonder pompmodule en temperatuurregeling Voorgemonteerd geleverd

27 27 Messing, dat zich door een goede corrosiebestendigheid uit het oogpunt van duurzaamheid in een toenemende populariteit mag verheugen. De retourventielen van de messing Biofl oor verdelers zijn daarbij uitgevoerd met debietmeters voor het direct afl ezen van de fl ow. Voordelen: Goede corrosiebestendigheid Universeel toepasbaar Geschikt voor verwarmen en koelen Retourventielen voorzien van een debietmeter Optioneel leverbare pompmodule en temperatuurregeling Voorgemonteerd geleverd Staal, deze zeer compacte verdelers worden in de Nederlandse markt het meest toegepast. Deze voorgemonteerde verdelers zijn door hun speciale constructie hydraulisch neutraal en universeel toepasbaar voor bij- of hoofdverwarming. Deze verdeler is minder geschikt voor toepassing bij renovatieprojecten waarbij er kans is op bijvoorbeeld corrosie vanuit bestaande, niet zuurstofdichte buizen in de vloerverwarmingsgroepen. Bij renovatie projecten kunnen dan ook beter verdelers worden toegepast van messing of kunststof. Ter bescherming van de primaire installatie kan er voor de verdeler een warmtewisselaar geplaatst worden Voordelen: Universeel toepasbaar Standaard voorzien van een circulatiepomp en temperatuurregeling Voorgemonteerd geleverd

28 28 Technische gegevens Overzicht standaard uitvoeringen Overzicht verdelers Type 9000TP TT9200 Materiaal kunststof kunststof Groepen minimaal - maximaal Modulair opgebouwd Injectiemengverdeler met pompunit Overtemperatuurbeveiliging via pompaansluiting Stadsverwarming Nuon-Eneco Stadsverwarming Essent Gescheiden systeem met wisselaar Aansluiting aanvoer en retour primair 2-6 groepen 1" 3/4" Aansluiting aanvoer en retour primair > 6 groepen 1" 3/4" Aanvoer primair therm. kraan met dompelbuisvoeler Aanvoer primair therm. kraan met elektrotherm. Motor Retour primair therm. kraan voorinstelbaar Retour primair voetventiel Retour primair RTL ventiel Groepsaansluiting 3/4" EK 3/4" EK Debietmeting groepen Thermometer aanvoer Thermometer retour Vul-aftapkraan en automatische ontluchter Vul-aftapkraan en ontluchter Bevestigingsbeugels TABEL 4.1: OVERZICHT VERDELERS

29 29 V9004 V9003 V9047 V9048 V9045 messing staal staal staal staal " 1/2" 1/2" 1/2" 1/2" 1" 3/4" 3/4" 3/4" 3/4" 3/4" EK 3/4" EK 3/4" EK 3/4" EK 3/4" EK

30 30 Technische gegevens Technische gegevens Bedrijfscondities Medium: Maximale bedrijfsdruk: Maximale testdruk: Nominale bedrijfstemperatuur: Maximale bedrijfstemperatuur: Minimale bedrijfstemperatuur: Water voor cv toepassingen 6 bar bij 65 C (messing en kunststof) 3 bar bij 65 C (staal) 10 bar bij 20 C (messing en kunststof) 5 bar bij 20 C (staal) 50 C 65 C boven dauwpunt Belangrijk: indien, zoals bij stadsverwarming het geval kan zijn, er hogere drukken optreden dan hierboven gespecifi ceerd, dan dient de verdeler via een warmtewisselaar op het primaire systeem te worden aangesloten. De verdeler moet dan ook van een vul-aftapkraan met overstort en een expansievat worden voorzien. Garantie Op het Biofl oor systeem geld een systeemgarantie van 10 jaar, met uitzondering van de pompen (2 jaar) en de appendages (5 jaar). 5 Ruimteregeling Voor een optimaal comfort is het noodzakelijk om per ruimte/zone de temperatuur te kunnen regelen. Dit kan door het middels ruimtethermostaten en thermomotoren open en dicht sturen van de thermostaatkranen op de verdeler. Dit kan radiografi sch of 24V bedraad voor zowel verwarmen als koelen op basis van navolgende regelprincipes:

31 31 Naregeling op basis referentieruimte Hierbij stuurt een in een referentieruimte geplaatste thermostaat de opwekker aan en zijn alle overige ruimtes voorzien van een individuele regeling. Dit houdt in, dat wanneer de referentieruimte op temperatuur is, de opwekker uitgeschakeld wordt en de overige ruimtes, ongeacht of die hun comforttemperatuur al dan niet bereikt hebben, niet meer gevoed worden. Er is dus geen garantie dat alle ruimtes hun comforttemperatuur ten alle tijden bereiken en derhalve wordt deze vorm van regeling volgens de ISSO GIW richtlijnen bij vloerverwarming dan ook niet aangeraden. Individuele ruimteregeling Hierbij wordt iedere ruimte voorzien van een op een regelunit aangesloten thermostaat en de opwekker geactiveerd zodra één daarvan in vragende positie komt. Met deze vorm van regeling wordt de temperatuur in elke ruimte onafhankelijk van alle andere dus perfect geregeld. Verwarmen/koelen Indien de primaire installatie daarin voorziet en een daarvoor geschikte regeling wordt toegepast, kan die de ruimtetemperatuur bij zowel verwarmen als koelen geregeld worden. De primaire installatie is daarbij leidend en moet door het kortsluiten van 2 aansluitingen op de c/o aansluiting van de regelbalk of uitbreidingsmodule aangeven dat hij in koelbedrijf staat. Is dit het geval, dan gaan de thermostaten contra reageren en de ventielen juist opensturen als de ruimtetemperatuur stijgt. Aandachtspunt is, dat sanitaire ruimtes in verband met het optreden van condens problemen niet gekoeld mogen worden. De regeling voorziet dan ook in de mogelijkheid om de betreffende groepen bij koelbedrijf te deactiveren. Verder mag, om condens problemen te voorkomen de watertemperatuur in het systeem nooit onder het dauwpunt liggen, als dit niet gegarandeerd kan worden dient een condens beveiliging te worden toegepast.

32 32 Technische gegevens Systemen De Biofl oor regeling is beschikbaar in zowel een 24V als radiografi sche uitvoering. Waarbij de laatste het voordeel heeft, dat er geen bedrading in het gebouw hoeft te worden getrokken en de plaats van de thermostaten eenvoudig aan eventuele bouwkundige wijzigingen aangepast kan worden. Iedere thermostaat heeft een unieke codering waarmee hij op de regelbalk wordt aangemeld en het is dus volledig uitgesloten dat er de veel gevreesde wisselingen in de communicatie optreden. Het gehele radiografi sche systeem is daarbij standaard geschikt voor verwarmen en koelen en hoeft dus niet vervangen te worden als de installatie later eventueel met een koelfunctie wordt uitgebreid. Regelkarakteristiek thermostaten Aan Aan Uit Uit Temp. Tijd Temp. Tijd Bij systemen, zoals vloerverwarming, die door het accumulerend effect van de vloermassa vertraagd op een regeling reageren, is het wenselijk dat de thermostaat hier op anticipeert. Alle thermostaten regelen dan ook actief op basis van puls-duur modulatie. Dit wil zeggen, dat de thermostaat de ruimtetemperatuur meet en vergelijkt met de gevraagde. Is het verschil groot, dan schakelt de thermostaat het systeem binnen een tijdsblok voor een lange periode in en korte periode uit. Meet daarna weer het verschil en past de aan-uit periode hierop aan. Naarmate de ruimtetemperatuur dichter bij de gevraagde komt, wordt de inschakelperiode dus steeds korter, hetgeen een temperatuur overshoot voorkomt. Is de gevraagde temperatuur bereikt, dan zet dit proces zich voort en schakelt het systeem steeds een korte periode in om een

33 33 temperatuur daling te voorkomen. Daar de toevoer van warmte of koude door de uit periodes onderbroken wordt, duurt het iets langer tot de gewenste temperatuur bereikt wordt dan bij een simpel aan/uit systeem, maar wordt daarna wel zeer constant gehouden. Aandachtspunt is, dat de regelelektronica in de thermostaten gevoed moet worden en de 24V bedrade uitvoeringen voor alleen verwarmen met 3 en voor verwarmen-koelen met 4 draden op de regelunit aangesloten dienen te worden. Uitvoeringen Om in elke situatie de optimale oplossing te kunnen bieden, zijn de regelingen in drie uitvoeringen beschikbaar. 1. Het OEM bedraad systeem, waarbij alle functies voor zover van toepassing, zoals pomp- ketelsturing, verwarmen/koelen in de regelbalk geïntegreerd zijn. 2. Het Alpha bedraad systeem, dat volledig modulair is opgebouwd en de mogelijkheid biedt om de regeling middels uitbreidingsmodules volledig aan de situatie aan te passen. 3. Het Alpha 2 draadloze (868MHz) systeem, waarbij alle functies voor zover van toepassing, zoals pomp- ketelsturing, verwarmen/koelen in de regelbalk geïntegreerd zijn. Opmerking: De thermostaten van de uitvoeringen 1 & 2 zijn volledig uitwisselbaar. Aandachtspunt bij het sturen van ketels en andere opwekkers vanuit de Biofl oor regeling is, dat daarvoor eventueel alleen een door een relais gestuurd potentiaalvrij contact beschikbaar is. Dit schakelt dus een signaal vanuit de opwekker in functie van de vraag wel of niet door. Daar niet alle opwekkers hier zondermeer mee overweg kunnen, dient men bij de leverancier na te gaan of deze wijze van schakelen toegepast kan worden.

34 34 Technische gegevens Overzicht uitvoeringen Overzicht regelingen OEM 24V bedraad Functie Benodigde componenten M170 Verwarmen met pompsturing Koelen Pompsturing Ketelsturing Zones Basismodule 24V - 6 zones Basismodule 24V - 6 zones Basismodule 24V - 6 zones TABEL 5.1

35 35 M110 M125 M050 Thermostaat 24V Thermostaat 24V verwarmen koelen max.12 max.12 max.12 Elektro-thermische motor 24V + adapter

36 36 Technische gegevens Overzicht regelingen Alpha 24V bedraad Functie Benodigde componenten M070 M070 Verwarmen Koelen Pompsturing Ketelsturing Zones Basismodule 24V - 1 zone Basismodule 24V - 6 zones

37 37 M010 M025 M030 M050 Thermostaat 24V basis Thermostaat 24V verwarmen koelen Montageplaat * max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 Elektro-thermische motor 24V + adapter *Zie vervolg op pagina 38-39

38 38 Technische gegevens Overzicht regelingen Alpha 24V bedraad Functie Benodigde componenten M070 M070 Verwarmen Koelen Pompsturing Ketelsturing Zones Basismodule 24V - 1 zone Basismodule 24V - 6 zones *Alternatief met externe voeler artikel nr Optie module 2 x 4 elektrothermische motoren TABEL 5.3.

39 39 M010 M025 M030 M050 Thermostaat 24V basis Thermostaat 24V verwarmen koelen Montageplaat * max. 14 Elektro-thermische motor 24V + adapter max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14 max. 14

40 40 Technische gegevens Overzicht regelingen Alpha-2 24V radiografisch (868 MHz) Functie Benodigde componenten B8490 Verwarmen Koelen Pompsturing Ketelsturing Dauwpunt bescherning Ethernet aansluiting Digitaal display Zones Basismodule Basismodule Basismodule Basismodule TABEL 5.4

41 41 B8492 B8493 M050 Thermostaat Thermostaat met externe voeler Thermostaat met LCD display Thermostaat met LCD display en externe voeler Elektrothermische motor 230V + adapter max. 6 max. 12 max. 6 max. 12 max. 6 max. 12 max. 6 max. 12

42 42 Technische gegevens 6. Montage en in bedrijf stellen Montage Zie voor meer details ook de eventueel bij de componenten gevoegde montage instructie. Verdelers Monteer de verdeler met de daarbij behorende beugels zo, dat de onderste leidingaansluitingen zich minimaal 40 cm boven de vloer bevinden. Sluit de primaire aanvoer en retourleiding op de verdeler aan. Voorzie de groepsleidingen ter bescherming tegen UV stralen en een overmatige mechanische belasting ter plaatse van de verdeler van mantelbuis. Sluit de leidingen nu zo recht mogelijk op de verdeler aan, zodat de aansluitfi ttingen alleen in axiale richting belast worden. Randisolatie Breng langs alle wanden randisolatie met de losse zijde van de folie naar de vloer gericht aan. FIGUUR 6.1

43 43 Noppenplaten Verwijder bij de eerste plaat zowel aan de lange als korte zijde de overlap aan de noppenfolie. Plaats de eerste plaat met de afgesneden kanten tegen de randisolatie in de linker hoek Verwijder ook bij de volgende platen de overlap aan de lange zijde. Plaats de niet afgesneden overlap aan de korte zijde over de kleine noppen van de eerder gelegde plaat FIGUUR 6.2 Druk deze met een zachte druk van de voet over elkaar. Maak zo de rij af en begin een nieuwe met het restant van de vorige enz. Leg de folie van de randisolatie over de systeemplaat en zet die door het plaatsen van de buis in de buitenste noppenrij vast, zodat er automatisch een waterdichte overgang ontstaat. Plaats met een drukbeweging van de voet de buis volgens het op de verlegtekening aangegeven patroon in het noppenprofi el FIGUUR 6.3

44 44 Technische gegevens Draadmatten Breng de aluminium refl ectiefolie overlappend over de folie van de randisolatie aan. Plaats de matten op 5 a 10 cm vanaf de randisolatie Zet de matten met 4 binders per net aan elkaar vast en zorg ervoor dat het rasterpatroon ononderbroken door blijft lopen. Plaats de buis volgens het op de verlegtekening aangegeven patroon en zet die middels vlechthaak T2015 met binders op een regelmatig afstanden van 0,4 m of waar nodig minder op het draadmat vast. Als alternatief kunnen hiervoor ook de plastic bevestigingstrips TR2033 gebruikt worden. Tackerplaten Plaats de tackerplaten of rollen met de raster folie naar boven. FIGUUR 6.4 Plak alle naden af, zodat de platen een naadloos geheel vormen. FIGUUR 6.5

45 45 Bevestig de buis volgens het op de verlegtekening aangegeven patroon op de tackerplaat of rol. Gebruik hiervoor de systeemtacker V3374 en de tackernagels V3305. FIGUUR 6.6 Let op: De tackernagels mogen de tackerplaat nooit volledig doorboren. Dit om de overdracht van ongewenste geluiden te voorkomen. Droogsysteem Plaats de platen met de geprofi leerde zijde naar boven. FIGUUR 6.7 Plaats de geleidingsprofi elen en bochten volgens het in de tekening aangegeven verlegplan in de systeemplaat. De geleidingsprofi elen kunnen daarbij op de gewenste lengte worden afgebroken. FIGUUR 6.8

46 46 Technische gegevens Plaats de MultiSkin buis volgens het op de verlegtekening aangegeven patroon met een lichte druk in de geleidingsprofi elen en bochten. FIGUUR 6.9 Buis volgens verlegtekening Gebruik bij voorkeur een afrolhaspel en plaats die voor het spanningsvrij verleggen van de buis zo ver mogelijk van de werkplek. Plaats in deuropeningen en waar nodig dilatatieprofi elen aan om de verschillende vloervlakken fysiek van elkaar te scheiden en voorzie de buis ter plaatse van ca. 30 cm mantelbuis. FIGUUR 6.10 Voorzie de buis ter plekke van de overgang naar de verdeler ter bescherming tegen UV straling en mechanische overbelasting van mantelbuis. Sluit de buis met gebruik van geleidingsprofi elen zo recht mogelijk op de verdeler aan, zodat de aansluitkoppelingen alleen axiaal belast worden. FIGUUR 6.11

47 47 In bedrijf stellen Test voordat de dekvloer wordt aangebracht, de installatie in vorstvrije toestand gedurende 48 uur met water op 1,5 de werkdruk. Verwarm voor het aanbrengen van de vloerafwerking zowel in de winter als zomer de dekvloer volgens onderstaand schema. Dit is noodzakelijk om het restvochtgehalte in de dekvloer te homogeniseren en krimpscheuren te voorkomen. Begaanbaarheid afwerkvloer Aanvang voorverwarming 25 C Einde voorverwarming 25 C Aanvang opwarming (max voorlooptemp.) Dag 5 Dag 21 Dag 24 Dag 25 Dag 28 TABEL 6.1 Einde opwarming Meet nu voor het plaatsten van de vloerafwerking het restvochtgehalte bij kamertemperatuur. Wanneer dit tot onder de maximale waarde in onderstaande tabel is gedaald is, kan de vloerafwerking worden aangebracht. Afwerking: Vochtgehalte bij cement afwerkvloer Steen of keramiek 2.0 % 0.5 % Textiel dampdoorlatend 3.0 % 1.0 % Textiel dampremmend 2.0 % 0.5 % Elastische vloeren PVC, Linolium, enz 2.0 % 0.5 % Vochtgehalte bij anhydrietvloer TABEL 6.2

48 48 Technische gegevens Stel een verslag van deze procedure op, waarin het volgende dient te worden opgenomen: 1. dichtheidscontrole 2. datum aanvang van het plaatsen van de afwerkvloer. 3. tijdstip aanvang en einde van de voorverwarming. 4. tijdstip aanvang en maximale opwarmtemperatuur 5. tijdstip einde opwarming 6. tijdstip ingebruikname woning 7. handtekening installateur

49 7.1 Bevestigingssystemen

50 50 Biofloor assortiment TH20100/TH20111/TH20133 Biofl oor Plus systeemplaten Artikel nr Afmetingen l x b (mm) 1450 x x x 800 Nuttig oppervlak (m 2) 1,12 1,12 1,12 Totale hoogte (mm) 22, Raster noppen (cm) Buisdiameter (mm) Max. belasting (Kg/m 2) gelijk aan vloer Materiaal noppenfolie PS PS PS Dikte noppenfolie (mm) 0,9 0,6 0,6 Kleur noppenfolie zwart zwart zwart Materiaal Isolatie geen EPS EPS Dikte isolatie (mm) Thermische geleiding ( λ ) (W/mK) - 0,035 0,04 Thermische weerstand ( R ) (m 2 K/W) - 0,31 0,75 Geluidsisolatie (db)

51 51 T1010/T1515 Biofl oor Grid draadmat verzinkt Artikel nr Raster (cm) 10 x x 15 Materiaal Staalverzinkt Staalverzinkt Draaddikte (mm) 3 3 Afmetingen l x b (mm) 2000 x x 1200 Nuttig oppervlak (m 2) 2,40 2,52 T9011 Biofl oor Grid vlechtdraad bekleed Artikel nr Lengte (mm) Materiaal Staal bekleed Staal bekleed Staal bekleed Toepassing Verbinden matten* Verbinden matten* Buisbevestiging Verpakkingseenheid 250 stuks 2500 stuks 2500 stuks * 4 stuks per net

52 52 Biofloor assortiment T2015 Biofl oor Grid Vlechthaak voor vlechtdraden T9011 Afmeting Artikel nr. 100 mm TR2203 Biofl oor Grid kunststof bevestigingsstrip Afmeting Artikel nr. Toepassing 150 mm buisbevestiging op draadmat

53 53 V6901 Biofl oor Grid alu refl ectiefolie vochtwerend Afmeting Artikel nr. Dikte 100 cm x 50 m mm Zonder kleefstrook. Conform DIN Verbetert de warmtespreiding.

54 54 Biofloor assortiment V3303/V3304 Biofl oor Tacker rolplaat en klapplaat Artikel nr Type V3303 V3303 V3304 V3304 Isolatiedikte (mm) Vorm Rol Rol Klapset Klapset Afmetingen l x b (m) 10 x 1 10 x 1 2 x 1 2 x 1 Nuttig oppervlak (m 2) Rasteropdruk (cm) Buisdiameter (mm) Max. belasting (Kg/m 2) Materiaal folie Geweven PE Geweven PE Geweven PE Geweven PE Kleur folie grijs grijs grijs grijs Materiaal Isolatie EPS 045 DES sm EPS 040 DES sm EPS 045 DES sm EPS 040 DES sm Overlap met lijmlaag Thermische geleiding ( λ ) (W/mK) 0,045 0,04 0,045 0,04 Thermische weerstand ( R ) (m 2 K/W) 0,44 0,75 0,44 0,75 Geluidsisolatie (db) Temperatuurbestendigheid ( C) Tackernagel EPS hardschuimisolatie voorzien van folie met overlap zelfklevend

55 55 V3305 Biofl oor Tackernagel voor buisbevestiging Afmeting Artikel nr. Buis 34 mm mm V3374 Biofl oor Systeemtacker voor tackernagels V3305 Artikel nr

56 56 Biofloor assortiment TH2025 Biofl oor Dry systeemplaat Artikel nr Afmetingen l x b (mm) 1020 x 645 Nuttig oppervlak (m2) 0,625 Dikte (mm) 25 Rastermaat (cm) 12,5 Buisdiameter (mm) 14 Max. belasting (Kg/m 2) 600 Belasting bij 10% compressie (Kg/m 2) 2000 Materiaal PS 30 SE Thermische geleiding ( λ ) (W/mK) 0,035 Thermische weerstand ( R ) (m 2 K/W) 0,56 Temperatuurbestendigheid ( C) 80 Uitsluitend geschikt voor Multiskin buis 14 x 2 mm.

57 57 THS Geleidingsprofi el Artikel nr Afmetingen l x b (mm) 750 x 120 Dikte (mm) 0,5 Rastermaat (cm) 12,5 Buisdiameter (mm) 14 Materiaal Staal Temperatuurbestendigheid ( C) 80

58 58 Biofloor assortiment THSB Geleidingsbocht 180 Artikel nr Afmetingen l x b (mm) 245 x 125 Dikte (mm) 0,5 Rastermaat (cm) 12,5 Buisdiameter (mm) 14 Materiaal Staal Temperatuurbestendigheid ( C) 80

59 59 V3376 Biofl oor Dry profi elsnijder met reserve snij-element Artikel nr. Spanning V-50Hz V3377 Biofl oor Dry profi elsnijder snij-element Artikel nr. Opmerking voor profielsnijder V3376

60 60 Biofloor assortiment TW1517 Biofl oor bevestigingsplug Afmeting Artikel nr. Toepassing 16 mm voor directe bevestiging van de buis op de constructievloer V3330 Biofl oor randisolatie met kleefstrook en PE fl ap Afmeting S x H (mm) Artikel nr. Rol 8 x 150 mm m

61 61 V3331 Biofl oor randisolatie met kleefstrook en PE fl ap met kleefstrook Afmeting Artikel nr. Rol 8 x 150 mm m TR105 Biofl oor rasterfolie op rol met rasteropdruk 10 cm Afmeting Artikel nr. Dikte 105 cm x 50 m ,2 mm

62 62 Biofloor assortiment T2002 Biofl oor dilatatieprofi el Afmeting Artikel nr. Dikte Toepassing 1,8 x 0,1 m mm voor het scheiden van vloervlakken Universeel toepasbaar. TS100 Biofl oor toevoegmiddel Artikel nr. Inhoud Toepassing L voor zandcement dekvloeren met een minimale dekking van 25 mm boven de buis

63 Biofl Buizen oor

64 64 Biofloor assortiment BioPERT Buis BioPERT (PE-RT) op rol Afmeting Artikel nr. Rol 16 x 2, m 16 x 2, m 18 x 2, m 20 x 2, m TechPEX Buis TechPEX (PE-Xc) op rolr Afmeting Artikel nr. Rol 16 x 2, m 18 x 2, m

65 65 MS Buis MultiSkin (PE-Xc/AL/PE-Xc) op rol Afmeting Artikel nr. Rol 14 x 2, m 16 x 2, m 16 x 2, m 20 x 2, m 835PE(P) Biofl oor aansluitkoppeling voor alle Biofl oor buizen Afmeting Artikel nr. Buis afmeting 14 x 3/4EK x 2,0 16 x 3/4EK x 2,0 18 x 3/4EK x 2,0 20 x 3/4EK x 2,0

66 66 Biofloor assortiment 14G Mantelbuis op rol voor voegverbinding en buisbescherming bij verdeler Afmeting Artikel nr. Lengte Kleur Voor buis 19/ m Blauw 16 19/ m Rood 16 23/ m Blauw 20 23/ m Rood 20 V3332 Biofl oor kunststof geleidingsbocht 90 Afmeting Artikel nr. Toepassing Buis voor buisondersteuning onder verdeler Buis voor buisondersteuning onder verdeler

67 67 15LS Biofl oor stalen geleidingsbocht voor buisondersteuning onder verdeler Afmeting Artikel nr. Groepen l = 260 mm l = 520 mm KR112 Kaliber voor buis Afmeting Artikel nr. 14 x 2, x 2, x 2, x 2,

68 68 Biofloor assortiment KR110 Kalibreerhandgreep (voor kalibreerder KR112) Artikel nr R390 Leidingschaar voor buis en mantel Afmeting Artikel nr

69 69 R391 Reservemes voor buis (voor leidingschaar R390) Artikel nr R392 Reservemes voor mantel (voor leidingschaar R390) Artikel nr

70 70 Biofloor assortiment TT2006 Buisafroller mobiel voor alle vloerverwarmingsbuizen Artikel nr