Subsidiereglement Ontwikkelingssamenwerking

Transcriptie

1 Subsidiereglement Ontwikkelingssamenwerking Algemene bepalingen Artikel 1: Binnen de perken van de kredieten voor ontwikkelingssamenwerking, elk jaar voorzien in de begroting van de Stad, worden toelagen uitgekeerd aan initiatieven, diensten en organisaties op grond van onderhavig reglement. Artikel 2: Dit reglement is aanvullend op de wet betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, van en de gemeenteraadsbeslissing dd hieromtrent. Artikel 3: Het totale krediet wordt als volgt over de verschillende categorieën verdeeld: % van de toelage wordt uitgegeven aan noodhulp, met een vastgelegde som van 250 per noodgeval % van de toelage wordt uitgetrokken voor Turnhoutse verenigingen en scholen die publieksgerichte activiteiten organiseren, waarbij het hoofdaccent ligt op de sensibilisatie en informatie van de Turnhoutse bevolking t.a.v. mondiale thema s % van de toelage wordt gebruikt voor de organisatie van projecten en activiteiten van de Mondiale Raad % van de toelage wordt gebruikt voor verdeling subsidies 4de Pijlers en Turnhoutse inwoners die vrijwilligerswerk doen in het Zuiden (o.a. studenten ) Artikel 4: Subsidies zijn niet cumuleerbaar: er is slechts 1 aanvraag mogelijk per jaar. Uitzonderling: scholen kunnen meerdere aanvragen indienen, telkens voor verschillende mondiale activiteiten ( zie artikel 12). Artikel 5: Aankopen van dranken en eten worden niet gesubsidieerd Artikel 6: De mondiale activiteiten/projecten moeten steeds een duidelijke Noord-Zuid link hebben én er moet een koppeling mogelijk zijn met de SDG s (zie bijlage 1). Thema s die in aanmerking komen zijn bv. armoede in het Zuiden, migratie, Fairtrade, wereldwijde klimaatsverandering,mensenrechten, vrede en geweld

2 Artikel 7: Op de eerstvolgende algemene vergadering na 1 maart wordt door de Mondiale Raad een advies overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen waarin een verdeling van het voorziene subsidiebedrag over de in aanmerking komende aanvragen wordt voorgesteld. Het toegekende percentage van de onkosten wordt aan de aanvrager meegedeeld na deze beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. Het toegekende percentage zal wel pas worden uitbetaald na voorlegging van de nodige evaluatieformulieren en financiële bewijsstukken. De financiële bewijsstukken moeten van hetzelfde kalenderjaar zijn waarbinnen de aanvraag wordt ingediend. Artikel 8 In geval er een overschot is op één van de posten, doet het dagelijks bestuur een voorstel aan de Mondiale Raad tot herbestemming binnen één van de posten of projecten in het Zuiden. Artikel 9 Controle op de naleving van de voorschriften en op de juistheid van de ingediende gegevens kan op ieder ogenblik uitgeoefend worden door de beleidsadviseur internationale samenwerking of een gevolmachtigde van het College van Burgemeester en Schepenen. Het vaststellen van inbreuken kan leiden tot uitsluiting van deze en andere stedelijke subsidies, terugvordering van de verleende subsidie en/of andere sancties waartoe zal besloten worden door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 10 Dit reglement treedt in voege vanaf goedkeuring door de Gemeenteraad. Verschillende categorieën Artikel 11: Noodhulp N.a.v. een noodsituatie (natuurramp, burgeroorlog, vergeten conflicten ) kan de Mondiale Raad beslissen om noodhulp toe te kennen. - De noodhulp moet verleend worden in gebieden die getroffen werden door een rampspoed van natuurlijke of menselijke oorsprong. Het kan ook handelen over een verergering van bestaande structurele problemen door oorlogen, hongersnood, natuurramp, vluchtelingenstromen of epidemieën. - De noodhulp kan enkel toegekend worden voor projecten in erkende ontwikkelingslanden voorkomend op de lijst van de OESO (DAC-lijst) - De Mondiale Raad verleent noodhulp aan erkende ngo s voor noodhulpacties Indien er binnen de post noodhulp budget over is, beslist de algemene vergadering van de Mondiale Raad over de bestemming van dit budget.

3 Artikel 12: Activiteiten van verenigingen en scholen Activiteiten van verenigingen of werkgroepen van erkende ngo s Elke Turnhoutse vereniging of lokale werkgroep van een erkende ngo kan een aanvraag indienen voor het bekomen van toelagen voor de organisatie van publieksgerichte activiteiten, waarbij het hoofdaccent ligt op de sensibilisatie en informatie van de Turnhoutse bevolking t.a.v. mondiale thema s. Er moet een duidelijke Noord-Zuid link zijn. De aanvrager engageert zich om de Stad en de Mondiale Raad te informeren over de activiteit Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van deze subsidie moeten de aanvragers aan de volgende voorwaarden voldoen: - geen winstgevend of commercieel doel nastreven - een schriftelijke aanvraag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Turnhout, p.a. Mondiale Raad, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout, vóór het plaatsvinden van de activiteit, op een volledig ingevuld en ondertekend voorgedrukt aanvraagformulier. - binnen de twee maanden na afloop van de activiteit een schriftelijk verslag uitbrengen, waarin zowel een inhoudelijke evaluatie van de activiteit aan bod komt als een gedetailleerd overzicht van de uitgaven en inkomsten Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van deze subsidie moeten de activiteiten aan de volgende voorwaarden voldoen: - De activiteit(en) moet een link hebben met minstens één van de SDG s (Sustainable Development Goals = Duurzame Ontwikkelingsdoelen). Zie bijlage 1 voor meer informatie over deze doelstellingen. - de activiteiten kunnen zowel actiegericht als informatief van opzet zijn, al dan niet gekoppeld aan een animatiegedeelte, met het accent op de bewustmaking van de Turnhoutse bevolking rond het structurele aspect van de ontwikkelingsthematiek. Louter animatieprogramma's komen niet in aanmerking voor subsidiëring; - plaatsvinden op Turnhouts grondgebied en in de eerste plaats bestemd zijn voor inwoners van Turnhout; - een open karakter hebben, d.w.z. toegankelijk zijn voor elke belangstellende en publiek aangekondigd worden. Omwille van praktische redenen kan het aantal deelnemers echter beperkt worden; - aanvraag moet ingediend worden vóór 1 maart van het kalenderjaar waarin de activiteit plaatsvindt. Indien er nog budget beschikbaar is, kan de Mondiale Raad later ingediende aanvragen eventueel nog bekijken; - Voor een activiteit die georganiseerd wordt door een samenwerkingsverband van verschillende verenigingen kan slechts één subsidieaanvraag ingediend worden De Mondiale Raad betaalt maximum 75 % van de totale onkosten terug; het totale subsidiebedrag kan nooit meer zijn dan euro Indien de subsidie wordt goedgekeurd, engageert de organisatie zich om in hun publicaties te vermelden: Met de steun van de Mondiale Raad Stad Turnhout.

4 12.2. Activiteiten van scholen Elke school die gevestigd is op het grondgebied van Turnhout kan een aanvraag indienen voor het bekomen van toelagen voor activiteiten die georganiseerd worden in het kader van de SDG s (Duurzame Ontwikkelingsdoelen) (zie bijlage 1). Het is mogelijk om voor verschillende mondiale activiteiten een aanvraag in te dienen. De totale som van de aangevraagde subsidies van 1 scholenvestiging kan echter nooit meer zijn dan 4000 euro Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van deze subsidie moeten de aanvragers aan de volgende voorwaarden voldoen: - een schriftelijke aanvraag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Turnhout, p.a. Mondiale Raad, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout, vóór het plaatsvinden van de activiteit, op een volledig ingevuld en ondertekend voorgedrukt aanvraagformulier. - binnen de twee maanden na afloop van de activiteit een schriftelijk verslag uitbrengen, waarin zowel een inhoudelijke evaluatie van de activiteit aan bod komt als een gedetailleerd overzicht van de uitgaven en inkomsten Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van deze subsidie moet de aanvraag plaatsvinden vóór 1 maart van het desbetreffende schooljaar Het subsidiebedrag wordt bepaald in functie van het aantal aanvragen en beschikbaar budget. Max. 75 % van de gevraagde subsidie wordt terugbetaald, met een maximum van 4 euro / leerling; het totale subsidiebedrag kan nooit meer zijn dan euro Indien de totale aangevraagde subsidies voor scholen en verenigingen het beschikbare budget overschrijdt, zal de Mondiale Raad via een verdeelsleutel de subsidies verdelen onder de aanvragen die in aanmerking komen. Artikel 13: Projecten van de Mondiale Raad Van projecten en activiteiten van de Mondiale Raad die buiten de normale bijeenkomsten van algemene vergadering en dagelijks bestuur vallen, wordt de volledige organisatiekost gedragen door dit gedeelte van de subsidie. Deze activiteiten komen niet in aanmerking voor de subsidies voor activiteiten beschreven in artikel 12. Artikel 14: subsidies 4 de Pijler Stad Turnhout en Mondiale Raad geven subsidies aan mensen die zich inzetten voor projecten in ontwikkelingslanden. Het project waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, bevindt zich in één van de landen van de DAC-lijst die op dat moment geldt of op de lijst van partnerlanden van de Federale of Vlaamse Overheid die op dat moment geldt (zie bijlage 3) Er wordt een onderscheid gemaakt tussen projecten in het Zuiden die opgezet zijn door Turnhoutse erkende organisaties en Inwoners van Turnhout die éénmalig vrijwilligerswerk gaan doen in het Zuiden of studenten die in het kader van een stage naar het Zuiden gaan.

5 Projecten in het Zuiden die opgezet zijn door Turnhoutse erkende organisaties (bv. 4 de pijler vzw, ), bedrijven, scholen, (zetel in Turnhout) Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van deze subsidie moet de aanvraag aan de volgende voorwaarden voldoen: o De aanvrager kan slechts 1 aanvraag per kalenderjaar indienen. o Het gaat om een projectsubsidie: max. 75 % van de onkosten van het ingediende project worden terugbetaald, maar het totale bedrag kan nooit meer zijn dan euro o Het project dient allereerst een duidelijk doel te hebben en beperkt te zijn in de tijd (looptijd max 1 jaar). o De aanvrager moet kunnen aantonen dat het bedrag goed besteed is o.a. via financiële bewijzen. Het project wordt ondersteund; er worden geen vaste operationele kosten van het 4 de Pijler project gesubsidieerd o Het project dient een duurzaam karakter te hebben of een lange termijnvisie na te streven. Duurzaamheid geldt hierbij in de breedste zin van het woord. Zo kan het b.v. het ecologisch karakter van het project verbeteren maar het kan ook kaderen in de verbetering van de zelfredzaamheid van het project of een kwantitatieve verbreding of kwalitatieve verbetering nastreven. Ook het (ver)bouwen van infrastructurele werken valt hieronder. o De subsidie gaat naar het project; niet naar reis en verblijfsonkosten. Het subsidiegeld wordt dus door de Mondiale Raad op de rekening van het project gestort. o Het project waarvoor geld wordt gevraagd is geen project van een erkende ngo o De betrokkenheid van de lokale bevolking in het land waar vrijwilligerswerk wordt verricht is heel belangrijk. Bij het project moet dus zeker en vast ook de lokale bevolking actief betrokken zijn. o Link met SDG s is noodzakelijk en moet aangetoond worden. Het project moet bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale bevolking in het Zuiden Inwoners van Turnhout die éénmalig vrijwilligerswerk gaan doen in het Zuiden of studenten die in het kader van een stage naar het Zuiden gaan Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van deze subsidie moet de aanvraag aan de volgende voorwaarden voldoen: o 1 aanvraag per jaar mogelijk o Het gaat om een subsidie van 250 euro, die niet mag besteed worden aan reis-en verblijfskosten, maar integraal naar het project in het Zuiden moet gaan. o Het goedgekeurde subsidiebedrag wordt ten vroegste 4 weken vóór vertrek van de vrijwilliger/student rechtstreeks op de rekening van het project gestort. o Link met SDG s is noodzakelijk en moet aangetoond worden. Het project moet bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale bevolking in het Zuiden Als u voldoet aan bovenstaande criteria, kan u een aanvraag indienen bij de Mondiale Raad. Indien u een subsidie ontvangt, vraagt de Mondiale Raad om na afloop van de reis verslag uit te brengen op de algemene vergadering van de Mondiale Raad. Indien er geen terugkoppeling gebeurt, kan de Mondiale Raad de subsidie terugvorderen.

6 14.4. De Mondiale Raad voorziet een voorgedrukt aanvraagformulier voor het aanvragen van subsidies, dat volledig ingevuld en ondertekend moet binnengebracht worden. Op het aanvraagformulier wordt het project duidelijk omschreven: welk project, waar, doel van het project, betrokkenheid van organisaties, data, De aanvraag wordt ingediend bij: Dienst Gelijke Kansen, tav Mondiale Raad Turnhout, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout of De aanvragen worden telkens op de eerstvolgende algemene vergadering van de Mondiale Raad besproken en goedgekeurd/afgekeurd. De leden van de algemene vergadering van de Mondiale Raad nemen een gemotiveerde beslissing over de aanvragen gebaseerd op het subsidiereglement en het ingevulde aanvraagformulier U mag in hetzelfde jaar geen aanvraag indienen voor allebei de categorieën hierboven vermeld.

7 Bijlage 1: SDG s: Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelen) Op 27 september 2015 legde de VN 17 nieuwe doelstellingen vast voor een duurzame ontwikkeling van de wereld tot Die vervangen de 8 VN-Millenniumdoelstellingen Een beknopt overzicht: 1. SDG 1: Beëindig armoede in al zijn vormen overal 2. SDG 2: Beëindig honger, bereik voedselveiligheid, verbeterde voeding en bevorder duurzame landbouw 3. SDG 3: Verzeker een gezond leven en bevorder welzijn voor iedereen op elke leeftijd 4. SDG 4: Verzeker inclusief kwaliteitsonderwijs voor allen en bevorder levenslang leren (inclusief = toegankelijk voor allen: gelijke toegang voor meisjes, minderheidsgroepen, armen...) 5. SDG 5: Bereik gendergelijkheid en geef meer macht aan vrouwen en meisjes 6. SDG 6: Verzeker toegang tot water en sanitair voor iedereen 7. SDG 7: Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen 8. SDG 8: Bevorder inclusieve en duurzame economische groei, tewerkstelling en degelijk werk voor iedereen 9. SDG 9: Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder duurzame industrialisering en stimuleer innovatie (veerkrachtig = 'resilient': schokbestendig, standvastig, solide...) 10. SDG 10: Verminder ongelijkheid binnen en tussen landen 11. SDG 11: Maak steden inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam 12. SDG 12: Verzeker duurzame consumptie en productiemethodes 13. SDG 13: Neem dringend actie om de klimaatverandering en zijn impact te bestrijden 14. SDG 14: Bewaar en maak duurzaam gebruik van de oceanen, de zeeën en de maritieme hulpbronnen 15. SDG 15: Beheer de bossen duurzaam, bestrijd woestijnvorming, stop de verarming van de bodem en keer ze om, stop het verlies van de biodiversiteit 16. SDG 16: Bevorder rechtvaardige, vreedzame en inclusieve maatschappijen 17. SDG 17: Revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling

8 Bijlage 2: Wat is 4 de Pijler? De actoren die optreden in het domein van de ontwikkelingssamenwerking worden vaak onderverdeeld in 4 pijlers. De 1ste pijler wordt gevormd door de samenwerkende overheden in het Noorden en in het Zuiden, ook wel gevat onder de term officiële of bilaterale samenwerking. De 2de pijler is het multilaterale kanaal. Het gaat in essentie om middelen die donorlanden investeren in de derde wereld via internationale organisaties zoals de Europese Commissie of de Verenigde Naties. De 3de pijler bestaat uit door de overheid erkende niet-gouvernementele organisaties (ngo s). De 4de pijler is niet zo eenduidig te definiëren. Er bestaat geen internationaal gestandaardiseerde definitie. Vlaanderen spreekt bijvoorbeeld over de 4de pijler. Nederland hanteert de term particuliere initiatieven. De individuen en organisaties die ertoe gerekend worden zijn ook heel divers. Het Hoger Instituut Voor de Arbeid (HIVA) geeft de volgende definitie : De 4de pijler van de ontwikkelingssamenwerking bestaat uit (meestal recente) initiatieven die niet genomen worden door de klassieke pijlers (de officiële, de multilaterale en de niet-gouvernementele en universitaire ontwikkelingssamenwerking). Het zijn burgerinitiatieven die opgezet worden door bestaande actoren in onze maatschappij (vriendengroepen, bedrijven, vakbonden, ziekenfondsen, scholen, e.a.) die vanuit hun eigen werking solidair willen zijn met mensen in het Zuiden. Meestal zijn het groepsinitiatieven. De 4de pijler is in feite een indicatie dat de ontwikkelingssamenwerking meer maatschappelijk, meer dagelijks is geworden. 4 de Pijlerorganisaties zijn niet domeinspecifiek. Ze groeien vanuit een individu of bestaande maatschappelijke groep of instelling die met globalisering geconfronteerd wordt. De 4de pijler wil het leven van een herkenbare groep verbeteren en handelt vanuit de eigen praktijk, ervaring en aanbod. Informatie over en overzicht van de 4 de Pijlerinitiatieven:

9 Bijlage 3: Linken naar landen die in aanmerking komen: DAC-lijst: Partnerlanden Vlaamse Overheid: Partnerlanden Federale Overheid: