Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies 2014

Transcriptie

1 Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies 2014 De Raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 juni (raadsvoorstel nr ); raadsstuk 13GR108; gelet op artikelen 83 en 96 Gemeentewet, artikel 16 verordening op de gebiedscommissies en de voorgenomen inwerkingtreding van de wet Wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen; besluit vast te stellen: Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies 2014 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: - leden van de gebiedscommissie: leden van een gebiedscommissie als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de gebiedscommissies, die niet tevens (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie zijn; - Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: Besluit van 22 maart 1994, houdende regels betreffende de rechtspositie van raads- en commissieleden, zoals nadien gewijzigd; - Rechtspositiebesluit wethouders:besluit van 22 maart 1994, houdende regels betreffende de rechtspositie van wethouders, zoals nadien gewijzigd; - Reiskostenregelingen binnenland: Besluit van 1 maart 1993, houdende vaststelling van het Reisbesluit binnenland voor het burgerlijk rijkspersoneel, zoals nadien gewijzigd,alsmede de daarop gebaseerde Reisregeling binnenland van 1993, zoals nadien gewijzigd; - minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Artikel 2 Gemeenteklasse 1. Waar in dit besluit wordt verwezen naar bedragen opgenomen in (tabellen behorende bij) hogere regelingen, zijn steeds slechts die bedragen van toepassing die behoren bij gemeenteklassen met een vergelijkbaar aantal inwoners, waarbij geldt dat gemeenteklasse 2 de ondergrens vormt. 2. Voor de overgang van een gebied als bedoeld in artikel 4 van de verordening op de gebiedscommissies naar een andere klasse zijn de artikelen 8 en 9 van de Rechtspositiebesluit wethouders van overeenkomstige toepassing. pagina 1

2 HOOFDSTUK II GEBIEDSCOMMISSIES Artikel 3 Vergoedingen leden van de gebiedscommissies 1. De leden van de gebiedscommissie ontvangen een vaste vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de gebiedscommissie. 2. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de gebiedscommissie bedraagt 550,- per vergadering. 3. Het aantal vergaderingen van de gebiedscommissie op basis waarvan de in het tweede lid genoemde vergoeding wordt uitgekeerd is vastgesteld op één per maand, met een maximum van 12 per jaar. Artikel 4 Computerapparatuur leden van de gebiedscommissie De gemeente treft een voorziening opdat de leden van de gebiedscommissie kunnen beschikken over de voor de ambtsvervulling noodzakelijke computerapparatuur. Artikel 5 Vergoeding (vice-)voorzitter gebiedscommissies 1. De (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie ontvangt een vaste vergoeding voor zijn werkzaamheden volgens de tabel behorend bij deze verordening. 2. De hoogte van de vergoedingen in de tabel wordt jaarlijks aangepast aan de bedragen die zijn opgenomen in de bijlage van het Rechtspositiebesluit wethouders. 3. De bepalingen omtrent de aanvang en de beëindiging, zoals vermeld in de artikelen 3 en 4 van het Rechtspositiebesluit wethouders zijn van overeenkomstige toepassing. 4. De (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie ontvangt een onkostenvergoeding van ten hoogste het in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders aangegeven maximum, zoals dat jaarlijks door de Minister wordt herzien. Artikel 6 Computer- en communicatieapparatuur (vice-)voorzitter 1. De gemeente treft een voorziening opdat de (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie kan beschikken over de voor de ambtsvervulling noodzakelijke computer- en communicatieapparatuur. 2. Indien aan een (vice-)voorzitter een telefoonvoorziening ter beschikking wordt gesteld, dient daarvoor een nader overeen te komen korting op de algemene onkostenvergoeding in rekening te worden gebracht. Artikel 7 Reis- en verblijfkosten leden en (vice-)voorzitter 1. De reis- en verblijfkosten van dienstreizen binnen de gemeente van de (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie, met uitzondering van het reizen met de eigen auto, worden volledig vergoed. 2. De kosten van het gebruik van een eigen auto ten behoeve van dienstreizen binnen de gemeente worden vergoed op basis van de Reiskostenregeling binnenland. pagina 2

3 3. Voor de reis- en verblijfskosten buiten gemeente gelden dezelfde voorwaarden als genoemd in het eerste en tweede lid, met dien verstande dat deze slechts voor vergoeding in aanmerking komen indien de reizen zijn gemaakt ter voorbereiding en uitvoering van beslissingen van de gebiedscommissie. Dit betreft in elk geval niet partijpolitieke bijeenkomsten, tenzij die namens de gebiedscommissie worden bezocht. Gebiedscommissie Bezoldiging ( bij 1,0 fte) Pernis 3.887,61 Hoek van Holland 3.939,99 Rozenburg 3.939,99 Overschie 4.430,52 Rotterdam Centrum 4.745,08 Hoogvliet 4.745,08 Hillegersberg-Schiebroek 5.194,77 Kralingen-Crooswijk 5.194,77 Noord 5.194,77 IJsselmonde 5.194,77 Charlois 5.643,68 Feijenoord 5.643,68 Delfshaven 5.643,68 Prins Alexander 5.643,68 HOOFDSTUK III OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 8 Inwerkingtreding 1. Dit besluit treedt in werking op 19 maart Per die datum wordt ingetrokken: De Verordening geldelijke voorzieningen decentrale besturen 2011, opgenomen in het Gemeenteblad 2011 nummer 141. Artikel 9 Citeertitel De verordening wordt aangehaald als: Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 en 11 juli De griffier, De voorzitter, pagina 3

4 J.G.A. Paans A. Aboutaleb Dit gemeenteblad is uitgegeven op 25 juli 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie) (Zie ook: Gemeentebladen) Artikelsgewijze toelichting op de verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies Artikel 1 Begripsbepalingen Hierin worden een aantal begrippen zoals deze in onderhavige verordening worden gebruikt nader toegelicht. Van belang is het begrip leden van de gebiedscommissie : daaronder worden voor wat betreft deze verordening dus niet de voorzitter alsmede de mogelijke vicevoorzitter(s) verstaan. Op die manier wordt voorkomen dat de laatsten zowel presentiegeld als een vergoeding ontvangen. Artikel 2 Gemeenteklasse De vergoeding van de (vice-)voorzitter(s) is afgeleid van de vergoeding voor een wethouder. Die is gerelateerd aan het aantal inwoners. Vandaar deze bepaling. In afwijking van dit rechtspositiebesluit is de minimum gemeenteklasse op 2 gesteld. Dit heeft alleen gevolgen voor Pernis die op basis van het inwoneraantal normaliter in klasse 1 zouden horen. pagina 4

5 Artikel 3 Vergoedingen leden van de gebiedscommissies Conform de besluitvorming in de raad ontvangen de leden van de gebiedscommissie een presentiegeld voor het bijwonen van een vergadering. Het aantal vergaderingen waarover die presentiegelden worden uitbetaald is gemaximeerd op 12 per jaar. Een gebiedscommissie kan natuurlijk vaker vergaderen, maar dat zal niet tot meer presentiegelden leiden. Artikel 4 Computerapparatuur leden van de gebiedscommissie Hier staat dat de gemeente een voorziening zal treffen. Dat kan zijn het ter beschikking stellen in bruikleen van de bedoelde apparatuur (zoals een ipad of andere tablet ), maar wellicht ook een vergoeding voor apparatuur die door een lid van een gebiedscommissie zelf wordt ingebracht. Artikel 5 Cursussen en congressen leden van de gebiedscommissie Natuurlijk kunnen leden van de gebiedscommissie deelnemen aan cursussen en/of congressen die voor het vervullen van hun ambt noodzakelijk zijn. De voorzitter is degene die daarover een oordeel velt. Artikel 6 Vergoeding (vice-)voorzitter gebiedscommissies In tegenstelling tot de leden van een gebiedscommissie ontvangen de voorzitter en mogelijke vicevoorzitter(s) geen presentiegeld per vergadering, maar een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden. Die vaste vergoeding is een door de raad vastgesteld percentage van de bedragen zoals die gelden voor een wethouder in een gemeente met hetzelfde aantal inwoners als het gebied. Het aldus vastgestelde bedrag is de grondslag voor de ophogingspercentages zoals genoemd in het vierde en vijfde lid. Deze ophogingen hangen samen met een compensatie voor de vakantie- en eindejaarsuitkering (lid 4), alsmede met een compensatie voor het niet op basis van de wet APPA geregeld zijn van een pensioen- en wachtgeldvoorziening. Het zesde lid regelt een voorziening voor de nabestaanden in het geval een voorzitter of vice-voorzitter tijdens de vervulling van zijn ambt komt te overlijden. Artikel 7 Onkostenvergoeding (vice-)voorzitter De (vice-)voorzitter ontvangt net als een wethouder een onkostenvergoeding. Artikel 8 Reis- en verblijfkosten (vice-)voorzitter Regelt de reis- en verblijfkosten van dienstreizen van de (vice-)voorzitter. Artikel 9 Computer- en communicatieapparatuur (vice-)voorzitter Voor de computerapparatuur zij verwezen naar de toelichting op artikel 4. Daarenboven wordt een zelfde voorziening getroffen ten behoeve van de voor de ambtsvervulling noodzakelijke communicatieapparatuur (fax, telefoon). Het tweede lid regelt dat, indien een telefoon ter beschikking wordt gesteld, dit in mindering wordt gebracht op de onkostenvergoeding zoals bedoeld in artikel 7. Artikel 10 Cursussen en congressen (vice-)voorzitter pagina 5

6 Zie artikel 5. De (vice-)voorzitter oordeelt zelf over de noodzakelijkheid, maar legt daar natuurlijk wel verantwoording over af. Artikel 11 Inwerkingtreding Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 12 Citeertitel Dit artikel behoeft geen toelichting. pagina 6