Voorwoord Onderwerp en toepassingsgebied...6

Transcriptie

1 Nederlandse Ontwerp norm NEN 2575 Brandveiligheid van gebouwen - Ontruimingsalarminstallaties - Systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen Fire safety of buildings - Evacuation alarm installations - System and quality requirements and guidelines for locating of alarm devices Publicatie uitsluitend voor commentaar augustus 2009 ICS ; Commentaar vóór 1 november 2009 Zal vervangen NEN 2575:2004; NEN 2575:2004/C1:2006 Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Normcommissie "Brandmeldsystemen" Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Netherlands Standardization Institute. The Netherlands Standardization Institute shall, with the exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation. Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Netherlands Standardization Institute. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven Nederlands Normalisatie-instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft Telefoon (015) , Fax (015)

2 Inhoud Voorwoord Onderwerp en toepassingsgebied Normatieve verwijzingen Termen en definities Prestatie-eisen Algemeen Prestatie-eis geluiddrukniveau van slow-whoop -toonsignalen Prestatie-eis geluiddrukniveau voor gesproken berichten Prestatie-eis spraakverstaanbaarheid van gesproken berichten Prestatie-eis systeembeschikbaarheid Type ontruimingsalarminstallaties Keuze van het type installatie Luidalarminstallaties Stilalarminstallaties Prioriteiten Indelen en vastleggen van prioriteiten Beïnvloeden van de vastgelegde prioriteit Alarmsignalen voor ontruiming Toepassing van alarmsignalen Akoestische signalen voor het luid alarm Optische signaalgevers Activering van het alarmsignaal Eisen aan koppelingen en transmissiewegen Koppelingen met andere systemen Transmissieweg tussen ontruimingsalarmcentrale en brandmeld-/sprinklermeldcentrale Transmissieweg tussen ontruimingsalarmcentrale en bedieningspaneel Transmissieweg tussen ontruimingsalarmcentrale en ontruimingssignaalgevers Algemene eisen aan de apparatuur Algemeen Systeemcompatibiliteit Ontruimingsalarmcentrale Ontruimingsalarmcentrale type A Ontruimingsalarmcentrale type B Teksten Doormelding van een storing Bedieningspaneel Aantal bedieningspanelen Vaste informatie en opschriften op het bedieningspaneel Optische signaleringen op het bedieningspaneel Akoestische signaleringen op het bedieningspaneel Bedieningselementen op het bedieningspaneel Eisen aan de overige componenten Commandomicrofoon (luidalarminstallatie type A) Luidsprekers (luidalarminstallaties type A) Akoestische signaalgevers ontruimingsalarm (luidalarminstallatie type B) Optische signaalgevers ontruimingsalarm Attentiepanelen Draadloze alarmcommunicatie-installatie Ontruimingsalarmcentrales in netwerken Inleiding

3 13.2 Algemene eisen Specifieke eisen hiërarchische systemen Integratie met andere installaties Energievoorziening Algemeen Primaire energievoorziening Noodstroomvoorziening Omvang van de beveiliging Algemeen Vastleggen ontruimingsgebied Vastleggen alarmeringszones Indeling ontruimingssignaalgevers in een lus Projectierichtlijnen Voorwaarden voor een installatieruimte Projectie ontruimingsalarmcentrale en bedieningspaneel Projectie commandomicrofoon (luidalarminstallaties type A) Projectie versterkers (luidalarminstallaties type A) Projectie luidsprekers/signaalgevers Akoestische signaalgevers (luidalarminstallaties type B) Aantal en plaats optische signaalgevers Projectie attentiepanelen Projectie energievoorziening Bekabeling Veiligheidsbepalingen Specificaties van de signaalkabel Aanleg van leidingen Onderlinge beïnvloeding Merken van kabels Lassen in en aansluiten van aders Ringleiding Kabels buiten gebouwen Functiebehoud van de transmissiewegen Oplevering en onderhoud van de ontruimingsalarminstallatie...47 Bijlage A (normatief) Programma van Eisen (PvE)...48 Bijlage B (normatief) Inbedrijfstelling, opleveren en overdracht van de ontruimingsalarminstallatie...54 Bijlage C (normatief) Vaststellen van het type ontruimingsalarminstallatie...66 Bijlage D (normatief) Eisen voor het uitvoeren van geluidmetingen...70 Bijlage E (informatief) Aanvullende richtlijnen voor het projecteren van akoestische signaalgevers...75 Bijlage F (informatief) Toegangsniveaus...80 Bijlage G (informatief) Berekeningsmethodiek systeembeschikbaarheid ontruimingsalarminstallatie...81 Bibliografie

4 Voorwoord De eerste versie van NEN 2575 voor ontruimingsalarminstallaties is in 2000 verschenen en in 2004 is een aangepaste versie uitgebracht. Door een aantal ontwikkelingen op het gebied van normen en draadloze alarmering is het noodzakelijk om de bestaande norm aan te passen. De belangrijkste aanpassingen zijn: aanpassing aan de recent uitgebrachte delen uit de NEN-EN 54-reeks; NEN-EN (ontruimingsalarmcentrale voor gesproken woord) en NEN-EN (luidsprekers voor ontruimingsalarminstallaties met gesproken woord); aanpassing aan NEN-EN 54-13; uitwerking van de meetmethodiek voor spraakverstaanbaarheid; aanpassing van hoofdstuk 13 netwerken aan NEN-EN en NEN 2535; aanpassing van de eisen voor functiebehoud; aanpassing aan de eisen voor draadloze alarmcommunicatie; opname van projecteringsrichtlijnen voor signaalgevers. Aan de hand van deze norm kan een doelmatige ontruimingsalarminstallatie worden gerealiseerd. Deze norm is bedoeld om aan te sluiten op NEN 2535 die brandmeldinstallaties behandelt. Evenals NEN 2535 is deze norm ook gebaseerd op de vermelding van prestatie-eisen. Daarnaast is deze norm in overeenstemming met verschillende delen van EN 54 Fire detection and alarm systems. Het is aan te bevelen om de installatie deel te laten uitmaken van een geheel van in een bedrijfsnoodplan te omschrijven pakket met ontruimingsvoorzieningen (installaties, procedures, oefeningen e.d.). Ontruimingsalarminstallaties die door een bevoegde autoriteit zijn geëist, moeten volgens een door deze bevoegde autoriteit aan te geven goedkeuringsprocedure worden ontworpen en aangelegd. Dit normontwerp is opgesteld door de normcommissie "Brandmeldsystemen", na voorbereiding door de werkgroep "Herziening NEN 2575". Op het ogenblik van publicatie van het normontwerp was de werkgroep als volgt samengesteld: A.E. van Tussenbroek (voorzitter) M.J. Aartman Siemens Nederland BV, Den Haag VEBON, Zoetermeer D. van Atten Hacousto Group BV, Berkel en Rodenrijs S.M.C.M. Dirkx D.-J. Elshout Peutz BV, Mook Bosch BV, Eindhoven P. de Graaf R2B Inspecties BV, Zaltbommel J. Grobben G+M Audio-Technologie BV, Breda R. Janssen Defensie Materieel Organisatie, Den Haag H. Klein Heerenbrink Rijksgebouwendienst, Den Haag F. Redegeld Brandweer Delft-Rijswijk, Delft J. van Rosmalen Tyco Nederland BV, Eindhoven 4

5 S. Taal Siemens Nederland BV, Den Haag M. Visser Installatietechniek Verkerk, Zwijndrecht M.C.O. Mergeay (secretaris) Nederlands Normalisatie-instituut, Delft Commentaar op dit normontwerp wordt zeer op prijs gesteld. Commentaar kan elektronisch worden ingediend op een commentaarformulier. Een elektronisch commentaarformulier kunt u aanvragen bij het secretariaat van NEN-Bouw: bouw@nen.nl onder vermelding van: commentaarformulier Ontw. NEN Commentaar moet binnen zijn vóór 1 november

6 Brandveiligheid van gebouwen Ontruimingsalarminstallaties Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen 1 Onderwerp en toepassingsgebied Deze norm geeft eisen voor het ontwerp, de uitvoering, de compatibiliteit en de kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties die zijn bedoeld om in geval van brand of andere noodsituaties een snelle en ordelijke, personele ontruiming van een gebouw en/of buitenruimte te bewerkstelligen. OPMERKING 1 Waar mogelijk zijn in deze norm de eisen aan de installatie als prestatie-eisen vastgelegd. Deze norm is bedoeld om te worden toegepast bij installaties met toonsignalen, bij installaties met gesproken berichten en bij ontruimingsalarminstallaties die worden gecombineerd met stille ontruimingsalarminstallaties waarmee een geselecteerde groep personen (bijvoorbeeld via draadloze alarmcommunicatiesystemen) kan worden gewaarschuwd om de ontruiming in gang te zetten. Behoudens de in een luidalarminstallatie type B (zie 5.2.3) toegelaten integratie met een brandmeldinstallatie en de in NEN 2535 toegelaten integratie in netwerken (zie 13.4), is deze norm uitsluitend van toepassing op autonome ontruimingsalarminstallaties waarvan de apparatuur en bekabeling niet met andere systemen wordt geïntegreerd. De omvang van de door de ontruimingsalarminstallatie beveiligde ruimten en de procedures rond een ontruiming worden niet aan de hand van deze norm bepaald. OPMERKING 2 De omvang van de beveiligde ruimten wordt in het algemeen door de bevoegde autoriteit (3.3) bepaald aan de hand van het gebruiksbesluit of andere (wettelijke) regelingen van de gemeente. 2 Normatieve verwijzingen De volgende documenten waarnaar is verwezen zijn onmisbaar voor de toepassing van dit document. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde versie van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste versie van het document (met inbegrip van wijzigingsbladen) waarnaar is verwezen van toepassing. NEN 1010:reeks NEN 2535:2007 Ontw. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Brandveiligheid van gebouwen Brandmeldinstallaties Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen NEN :2002 Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties Deel 1: Brandmeldinstallaties NEN :2004 Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties Deel 2: Ontruimingsalarminstallaties NEN 3607:1998 NEN :1993 NEN :1995 NEN :1995/A2:1995 Kabels met veel aders en met veel aderparen voor aanleg boven en in de grond Toestellen voor geluidsystemen Deel 11: Toepassing van connectors voor de verbinding tussen delen van geluidsystemen Toestellen voor geluidsystemen Deel 12: Toepassing van connectors voor omroep en overeenkomstig gebruik (inclusief aanvullingsblad NEN /A2:1995) 6

7 NEN :1993 Verbindingsmiddelen Veiligheidseisen voor schroefklemmen en schroefloze klemmen voor geleiders van koper Deel 1: Algemene eisen en bijzondere eisen voor geleiders van 0,5 mm 2 tot en met 35 mm 2 (inclusief correctieblad NEN /C1:1997) NVN :1993 NEN-EN 54-1:1996 NEN-EN 54-2:1999 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Deel 2: Compatibiliteitsniveau s voor laagfrequente geleide storingen en signaaloverdrachten in openbare laagspanningsnetten 1) Automatische brandmeldinstallaties Deel 1: Inleiding Automatische brandmeldinstallaties Deel 2: Brandmeldcentrale NEN-EN 54-3:2001 Automatische brandmeldinstallaties Deel 3: Brandalarmeringsapparatuur Akoestische signaalgevers NEN-EN 54-4:1999 NEN-EN 54-4:1999/A1:2003 NEN-EN 54-4:1999/A2:2006 NEN-EN 54-13:2005 NEN-EN 54-16:2008 Automatische brandmeldinstallaties Deel 4: Energievoorziening Automatische brandmeldinstallaties Deel 13: Compatibiliteitsbeoordelingen van onderdelensystemen Automatische brandmeldinstallaties Deel 16: Ontruimingsalarmcentrale NEN-EN 54-23:2007 2e Ontw. Automatische brandmeldinstallaties Deel 23: Brandalarmeringsapparatuur NEN-EN 54-24:2008 NEN-EN 50200:2006 Automatische brandmeldinstallaties Deel 24: Alarminstallaties met gesproken woord luidsprekers Beproevingsmethode voor het functiebehoud bij brand van niet-beschermde dunne kabels voor gebruik in stroomketens voor veiligheidsdoeleinden NEN-EN-IEC :2008 NEN-EN-IEC :2001 NEN-EN-IEC :2003 NEN-EN-IEC :2003 NEN-EN-IEC 60950:2000 Explosieve atmosferen Deel 14: Ontwerp, keuze en opstelling van elektrische installaties Geluidsysteemapparatuur Deel 3: Versterkers Toestellen voor geluidsystemen Deel 5: Luidsprekers Toestellen voor geluidsystemen Deel 16: Objectieve beoordeling van de verstaanbaarheid van spraak met behulp van spraakoverdrachtindex Veiligheid van apparatuur voor informatietechniek, met inbegrip van elektrische kantoormachines 3 Termen en definities Voor de toepassing van deze norm gelden de volgende definities. OPMERKING De termen en definities zijn in overeenstemming met of afgeleid van de definities die in NEN 2535, NEN , NEN , NEN-EN 54-1, NEN-EN 54-2, NEN-EN 54-4, NEN-EN en NEN-EN worden gehanteerd. 1) NVN is gerelateerd aan de Europese voornorm ENV :

8 3.1 alarmeringszone geografisch deel van het ontruimingsgebied waarin een akoestisch en/of optisch ontruimingsalarm wordt gegeven 3.2 bericht elke gesproken mededeling of als bericht bedoeld geluidsignaal 3.3 bevoegde autoriteit in de eerste plaats het gemeentebestuur of diens gemachtigde die de toepassing van de ontruimingsalarminstallatie heeft geëist en/of moet goedkeuren. Daarnaast kan iedere andere betrokken rechtspersoon als eisende partij optreden. Deze eisende partijen moeten de uitgangspunten voor de ontruimingsalarminstallatie vastleggen in een Programma van Eisen (PvE) OPMERKING In bijlage A is een modelformulier voor het PvE opgenomen. 3.4 commandomicrofoon microfoon die op de ontruimingsalarminstallatie is aangesloten en speciaal is bedoeld voor het omroepen van korte aanvullende berichten tijdens noodsituaties 3.5 gemiddeld omgevingsgeluid omgevingsgeluid dat is gemeten onder normale gebruiksomstandigheden over een bepaalde tijdsperiode 3.6 hoorbaarheid mate waarin een bericht kan worden gehoord tussen andere tegelijkertijd aanwezige geluiden OPMERKING Voor een objectieve analyse van het begrip hoorbaarheid wordt bijvoorbeeld, bij toepassing van de STI-methode volgens NEN-EN-IEC , rekening gehouden met de relatieve luidheid en frequentie-inhoud van het bericht in relatie met andere tegelijkertijd aanwezige geluiden. 3.7 luid alarm ontruimingssignaal dat bedoeld is voor alle aanwezige personen binnen de alarmeringszone 3.8 noodsituatie dreigend risico of ernstige bedreiging voor personen en/of bezittingen 3.9 omroepzone geografisch gebied waarbinnen een afzonderlijk akoestisch en/of optisch omroepbericht (anders dan een ontruimingssignaal) kan worden gegeven 3.10 ontruimingsgebied gebied, binnen of buiten een gebouw, waarbinnen een ontruimingsalarminstallatie moet functioneren volgens voorgeschreven eisen OPMERKING Een ontruimingsgebied kan worden ingedeeld in één of meer alarmeringszones (3.1). 8

9 3.11 ontruimingssignaal elk akoestisch of optisch signaal dat is bedoeld voor de ontruiming van (een deel van) een gebouw of terrein OPMERKING bedoeld. Met een akoestisch signaal worden toonsignalen en/of gesproken berichten (al dan niet gecodeerd) 3.12 ontruimingssignaalgever toestel waarmee het ontruimingssignaal wordt weergegeven 3.13 spraakverstaanbaarheid mate waarin een hoorbaar gesproken bericht kan worden begrepen van andere tegelijkertijd aanwezige geluiden en tevens kan worden begrepen 3.14 stil alarm ontruimingssignaal dat bedoeld is voor een geselecteerde groep personen binnen de alarmeringszone 3.15 waarschuwing bericht dat in afwachting van het definitieve ontruimingssignaal wordt uitgezonden 3.16 zone geografisch gebied waarvoor afzonderlijke signaleringen en/of sturingen plaatsvinden 4 Prestatie-eisen 4.1 Algemeen Een ontruimingsalarminstallatie moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals vastgelegd in deze norm. De prestatie-eisen voor een ontruimingsalarminstallatie zijn: het geluiddrukniveau van toonsignalen, volgens 4.2; het geluiddrukniveau voor gesproken berichten, volgens 4.3; de spraakverstaanbaarheid van gesproken berichten, volgens 4.4; de systeembeschikbaarheid, volgens 4.5. Bij oplevering en onderhoud zal moeten worden vastgesteld door een meting of aan de prestatie-eisen voor geluiddrukniveau en spraakverstaanbaarheid, zoals vastgelegd in deze norm, wordt voldaan. Een meting van het geluiddrukniveau en/of spraakverstaanbaarheid kan achterwege blijven indien: het een standaardruimte betreft zoals omschreven in hoofdstuk 16.5; de projectie is uitgevoerd overeenkomstig de projectievoorschriften in hoofdstuk Prestatie-eis geluiddrukniveau van slow-whoop -toonsignalen In het gehele ontruimingsgebied moeten de slow-whoop -toonsignalen voldoen aan de grenswaarden genoemd in tabel 1. 9

10 De geluiddrukniveaus moeten worden gemeten op een hoogte van 1,5 m boven de vloer en op ten minste 1 m van een wandvlak. Alle beweegbare constructiedelen (zoals deuren en ramen) bevinden zich in gesloten toestand, tenzij er in open toestand een hoger omgevingslawaai ontstaat. (Het hoogste omgevingsgeluiddrukniveau moet worden gemeten.) Tabel 1 Grenswaarden voor het geluiddrukniveau van slow-whoop -toonsignalen Minimaal vereist geluiddrukniveau Slow-whoop -toonsignaal Ruimtefunctie Geluiddrukniveau LA,max a Algemeen In slaapvertrekken ter plaatse van het hoofdeinde van elk bed b 65 db(a) 75 db(a) Maximaal toelaatbaar geluiddrukniveau Algemeen In slaapgebieden b 110 db(a) 85 db(a) Minimaal verschil tussen het geluiddrukniveau van het toonsignaal en het equivalente omgevingsgeluid (LA,eq) a b c Overal c Het meten van het geluiddrukniveau van de toonsignalen wordt beschreven in bijlage D. Elk slaapvertrek moet worden voorzien van minimaal één akoestische signaalgever. +6 db(a) In bijlage E zijn voor een aantal gebouwtypen de kenmerkende geluiddrukniveaus van de te verwachten equivalente omgevingsgeluiddrukniveaus aangegeven. Bij het gebruik van deze bijlage behoort men zich te realiseren dat deze gegevens richtlijnen zijn, en dat het geluiddrukniveau van het omgevingsgeluid van gebouw tot gebouw aanmerkelijk kan variëren. 4.3 Prestatie-eis geluiddrukniveau voor gesproken berichten In het gehele ontruimingsgebied moeten het geluiddrukniveau van gesproken berichten voldoen aan de grenswaarden genoemd in tabel 2. De geluiddrukniveaus moeten worden gemeten op een hoogte van 1,5 m boven de vloer en op ten minste 1 m van een wandvlak. Alle beweegbare constructiedelen (zoals deuren en ramen) bevinden zich in gesloten toestand, tenzij er in open toestand een hoger omgevingslawaai ontstaat (het zwaarste omgevingsgeluidniveau moet worden gemeten). 10

11 Tabel 2 Grenswaarden voor het geluiddrukniveau van gesproken berichten Ruimtefunctie Geluiddrukniveau L A,eq a Minimaal vereist geluiddrukniveau Algemeen 60 db(a) d In slaapvertrekken ter plaatse van het hoofdeinde van elk bed b 70 db(a) Maximaal toelaatbaar geluiddrukniveau Algemeen 105 db(a) Minimaal verschil tussen het geluiddrukniveau van het gesproken bericht en het equivalente omgevingsgeluid (L A,eq) a b c d In slaapgebieden b Overal c 85 db(a) +6 db(a) Het meten van het geluiddrukniveau van het gesproken bericht wordt beschreven in bijlage D. Elk slaapvertrek moet worden voorzien van minimaal één luidspreker. In bijlage E zijn voor een aantal gebouwtypen de kenmerkende geluiddrukniveaus van het te verwachten equivalente omgevingsgeluiddrukniveau aangegeven. Bij het gebruik van deze bijlage behoort men zich te realiseren dat deze gegevens richtlijnen zijn, en dat het geluiddrukniveau van het omgevingsgeluid van gebouw tot gebouw aanmerkelijk kan variëren. Indien er sprake is van verschillende talen moet er per taal aan de eisen worden voldaan. OPMERKING De maximumwaarde voor gesproken berichten is vastgesteld in verband met de spraakverstaanbaarheid. Gevaar is dat bij hogere geluiddrukniveaus de tekst onverstaanbaar wordt, mede ook omdat mensen dan hun oren gaan afdekken. Daarnaast wordt bij hogere geluiddrukniveaus de communicatie tussen bijvoorbeeld hulpverleners bemoeilijkt. 4.4 Prestatie-eis spraakverstaanbaarheid van gesproken berichten Algemene eis voor spraakverstaanbaarheid Een gesproken bericht moet in het gehele ontruimingsgebied goed worden verstaan door personen met een gemiddeld gehoor. Alle van tevoren opgestelde berichten moeten helder, kort en eenduidig zijn. OPMERKING De berichten worden gewoonlijk éénmaal herhaald, waarna het bericht desgewenst ook in een andere taal (bijvoorbeeld Engels, Duits en/of Frans) kan worden uitgezonden. De hierna volgende tekst kan als voorbeeld dienen voor een gesproken bericht in noodsituaties. Attentie, u moet het gebouw verlaten via de aangegeven nooduitgangen. Maak geen gebruik van de liften. De hierna volgende tekst kan als voorbeeld dienen voor een gesproken bericht bij een ontruimingsoefening. Dames en heren! In overleg met de brandweer wordt een ontruimingsoefening gehouden. U wordt daarom verzocht om rustig en zo spoedig mogelijk het gebouw te verlaten. Wij danken u voor uw medewerking Prestatie-eis spraakverstaanbaarheid De spraakverstaanbaarheid moet in alle gevallen voldoen aan de grenswaarden voor spraakverstaanbaarheid aangegeven in tabel 3. 11

12 De spraakverstaanbaarheid moet worden beoordeeld aan de hand van de Speech Transmission Index (STI) of Speech Transmission Index voor Public Adress (STIPA), bepaald conform NEN-EN-IEC In ten minste 90 % van het ontruimingsgebied, alsmede in iedere ruimte met een vloeroppervlak groter dan 10 m 2 gelegen binnen het ontruimingsgebied, moet de STI of STIPA voldoen aan de in de onderstaande tabel weergegeven grenswaarden. Meetmethode Tabel 3 Grenswaarden voor de spraakverstaanbaarheid Gemiddelde waarde gemeten over alle ruimten gelegen binnen een ontruimingsgebied Grenswaarden Minimumwaarde per ruimte gelegen binnen een ontruimingsgebied STI of STIPA a 0,5 0,45 a Het bepalen van de STI- of STIPA-waarde wordt beschreven in bijlage D. OPMERKING De in de tabel 3 weergegeven waarden betreffen de minimumwaarden waarbij nog een redelijke spraakverstaanbaarheid wordt gerealiseerd. In zeer galmende ruimten en ruimten met een hoog omgevingsgeluiddrukniveau kunnen deze waarden onrealiseerbaar zijn. Voor deze situaties behoort, vooraf in overleg met de betrokken partijen, voor de desbetreffende ruimte een gelijkwaardig veiligheidsniveau te worden bepaald. 4.5 Prestatie-eis systeembeschikbaarheid Een ontruimingsalarminstallatie moet gedurende een vooraf gedefinieerde tijd, uitgedrukt in een percentage beschikbaarheid, in staat zijn om een ontruimingsalarm te genereren. De beschikbaarheidsgraad moet voor elk deel van de installatie op jaarbasis ten minste 99,7 % bedragen. Het is voor de berekeningsmethodiek van de systeembeschikbaarheid (zie bijlage G) belangrijk dat rekening wordt gehouden met de soort storing resp. handelingen aan de ontruimingsalarminstallatie en de impact die deze heeft op de mogelijkheid een ontruimingsalarm te genereren. De totale uitval van een voeding (net + accu) heeft een totaal andere impact dan de uitval van een signaalgever, waarbij alleen in (een) bepaalde ruimte(n) het ontruimingsalarm niet kan worden waargenomen. en van zaken die invloed hebben op de systeembeschikbaarheid zijn: het uitschakelen van een alarmeringszones; een storing van een lus met signaalgevers; een storing van een signaalgever; een storing van de ontruimingsalarmcentrale; een storing van de voeding; een storing in het bedieningstableau; een storing in de verbinding naar het bedieningstableau. Er zijn configuraties waarbij de ontruimingsalarminstallatie en de brandmeldinstallatie zijn geïntegreerd. In die gevallen moet voor beide installaties een aparte berekening worden uitgevoerd waarbij moet worden aangetoond dat ze ieder apart aan de eis voor systeembeschikbaarheid voldoen. 12

13 Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus GB Delft Vlinderweg AX Delft Ja, ik bestel ex. NEN 2575:2009 Ontw. nl Brandveiligheid van gebouwen - Ontruimingsalarminstallaties - Systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen T (015) F (015) Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via Gratis nieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze nieuwsbrieven. Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon , dagelijks van 8.30 tot uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview