Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt 2e editie Thema 5 De stad ANTWOORDMODEL thema schrift _Mundo_KGT_TS5_AWM.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt 2e editie Thema 5 De stad ANTWOORDMODEL thema schrift _Mundo_KGT_TS5_AWM."

Transcriptie

1 e editie Mens en maatschappij leerjaar / vmbo-kgt Thema 5 De stad ANTWOORDMODEL thema schrift _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

2 Inhoud Hoe werk je met Mundo? 4 Start 6 Blok Wonen in een stad 8 Menukaart 6 A In de digitale stad B Wat is er te doen in jouw stad? C Hoe kom je veilig thuis? Blok Een stad in de middeleeuwen 0 Menukaart 8 A Elfstedentocht B De bouw van een kathedraal C Terug in de tijd in je eigen stad Blok 3 De stad verandert 3 Menukaart 3 40 A Jouw woonwijk op internet B Mumbai: wereldstad in India C Spangen: verhaal van een oude wijk Blok 4 Jouw stad 44 Eindsprint 50 Begrippen 5 Illustratieverantwoording 54 ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: of via onze klantenservice (088) ISBN Tweede druk, eerste oplage ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 0 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 6 Auteurswet j het Besluit van 3 augustus 985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 30 KB Hoofddorp ( Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 6 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www. auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Mundo e editie is mede gebaseerd op Mundo e editie. Aan Mundo e editie werkten mee: Kirsten Bos, Liesbeth Coffeng, Jeanine Cronie, Mariska Jansen, Marieke Kleinhuis, Jeannette Kooistra, Juul Lelieveld, Brigitte van Meurs, Eva Noort, Marieke van Osch, Theo Peenstra, Paul Scholte, Ferry Siemensma, Floris Ternede, Barbara Visschedijk, Jaap-Hein Vruggink. Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

3 Mens en maatschappij e editie Themaschrift 5 De stad ANTWOORDMODEL leerjaar / vmbo-kgt Auteurs: Liesbeth Coffeng, Ilse Ouwens, Theo Peenstra Eindredactie: Liesbeth Coffeng & Theo Peenstra _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

4 4 Hoe werk je met Mundo? Voor je ligt het themaschrift van Mundo. Je hebt dit themaschrift samen met het lesboek elke les nodig voor mens en maatschappij. Op deze pagina s zie je hoe je met het themaschrift gaat werken. Intro Hier lees je een korte beschrijving van waar dit blok over gaat. Het themaschrift is op een vaste manier opgebouwd: De Start: dit is de themaopening. Blokken met opdrachten. Na blok, en 3 een menukaart met keuzeopdrachten. Eindsprint met afsluitende opdrachten. Begrippen: uitleg van de belangrijkste begrippen. opdracht De opdrachten die je gaat maken, kunnen door jou of je leraar of lerares worden aangekruist. In het themaschrift staan de opdrachten die je gaat maken. Je doet dat vaak met het lesboek. Bij de opdrachten heb je soms nog andere hulpmiddelen nodig. Dat wordt aangegeven met symbolen. Hieronder kun je lezen wat die betekenen: a b c d Bij deze opdracht heb je de atlas nodig. Bij deze opdracht heb je de computer nodig. Bij deze opdracht ga je samenwerken. Bij deze opdracht heb je extra spullen nodig, bijvoorbeeld een schaar of lijm. 8 Blok opdracht Landen rond de Middellandse Zee Lees de tekst hierboven en bekijk in het lesboek de titels, teksten en bronnen van blok. a Wat is de deelvraag van dit blok? b titel Elk jaar brengen veel Nederlanders hun vakantie door in een land aan de Middellandse Zee. In juli en augustus staan er heel lange files op de Franse snelwegen en daar komen veel Nederlandse gezinnen met hun caravan in terecht. Jongeren pakken massaal de bus of het vliegtuig naar de Spaanse stranden. Waarom is dit deel van Europa zo in trek bij vakantiegangers? DEELvraaG van DIt BLok: Hoe ziet het Middellandse Zeegebied eruit? Welk onderwerp hoort bij welk tekstblokje? Geef in figuur met pijlen aan wat bij elkaar hoort. Warm en zonnig Het land Druk en rustig Het Romeinse rijk Romaanse en andere talen Chinees op school Toerisme Afstand c Welke bron in dit blok spreekt jou het meeste aan? Leg uit waarom. Bron opdracht, want Lees op bladzijde 8 van het lesboek de tekst Warm en zonnig. a Gebruik de atlas. a Maak de tabel van figuur af. Gebruik GB 77B (BB-) en 77C (BB 56B). b Zoek de temperatuur in Athene en Amsterdam in januari en juli op. Zet die in de tabel van figuur 3. Gebruik GB 94E en E3 (BB 4D). c De blauwe staafjes geven de hoeveelheid neerslag aan per maand. Schrijf in figuur 3 op in welke maand de meeste neerslag valt in Athene en in Amsterdam. d Welk klimaat hebben de twee steden? Amsterdam: Athene: e Het verschil in klimaat komt doordat Zuid- Europa dichter bij / verder van de Atlantische Oceaan ligt. In Zuid-Europa komt de wind in de zomer uit het westen / andere windrichtingen. Daardoor komen er in de zomer weinig / veel wolken van de Atlantische Oceaan naar Zuid- Europa. Verder ligt Zuid-Europa zuidelijker en daardoor staat de zon er in de zomer hoger / lager. Het is er dan warm en droog. Figuur onderwerp geschiedenis van het gebied talen die mensen spreken landschap wat een toerist nodig heeft in een gebied waar mensen wonen afstand in kilometers en tijd gerekend taalonderwijs in Nederland klimaat Deelvragen Ieder blok begint met een deelvraag. Aan het eind van het blok kun je die deelvraag beantwoorden. Figuren Figuren zijn plaatjes en tabellen waarin jij iets moet doen: kleuren, tekenen of schrijven _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

5 opdracht opdracht FiguuR Culturen Oude Grieken niet één groot rijk, maar verschillende... in Athene bijzondere manier van besturen:... landbouw moeilijk, oplossing: h... k... Romeinen groot rijk: het... rijk Romeinse cultuur verspreidt zich in het hele rijk. Dat heet:... nieuw geloof in dit rijk:... taal:... Arabieren groot rijk: het... rijk geloof:... taal:... opdracht Landschap vegetatie: planten die tegen w... en d... zomers kunnen, zoals... en : veel hoogteverschillen Turkije taal:... geloof:... klimaat kust: M... Zeeklimaat binnenland: - veel / weinig neerslag - koude / zachte winters Klimaat heet:... Zeeklimaat zomer: d... en w... winter: n... en z... in hogere gebieden is het k... en n... Waar de mensen wonen Verdeling van de mensen in het gebied =... Meeste mensen wonen: aan de kust / in het binnenland Redenen vroeger: l... h... 3 v... nu: l... t... 3 h... opdracht FiguuR FiguuR opdracht opdracht opdracht 3 FiguuR 3 d I 50 A 500 km c H a B b L J G 8 C D 9 K E F 5 Extra Vraag aan je docent of je deze extra taak mag maken. verdieping Soms mag je deze opdracht maken van je docent, bijvoorbeeld als je tijd over hebt. Menukaart 40 Menukaart 3 Thema 3 Toerisme Menukaart 3 Op vakantie naar Turkije C Turks eten in Nederland 4 Op een rij In deze opdracht oefen je wat je hebt geleerd in dit blok. Keuzeopdracht Samen of alleen Wat heb je nodig? A Moskee of kerk? Alleen Computer Hoe ziet een moskee er uit? Wat gebeurt er in een christelijke kerk? Loop door een moskee of kerk en speel het spel. B Pamukkale Samen Papier, pen Moeten er wel of niet hotels worden gebouwd in (met z n vieren) Pamukkale? Vandaag is er een vergadering over dit onderwerp. C Turks eten in Nederland Samen Internet, Turks taalgidsje Wat staat er op de menukaart? Vertaal de Turkse gerechten. A Moskee of kerk? Bb Ga naar en maak de opdracht Moskee of kerk?. Lees op bladzijde 5 van het lesboek de teksten Turkse restaurants en Het menu. Bekijk op bladzijde 5 van het lesboek bron 3. c Je doet deze opdracht met zijn tweeën. a Gebruik de atlas. Gebruik figuur in blok 3. a In de tekst staan enkele Turkse plaatsen. Zoek die plaatsen op in de atlas. Teken de genoemde steden met een rode stip in figuur van blok 3. Teken de ruïnes met een blauwe stip. Kleur de gebieden en wateren groen. b Hoe heet het Turkse restaurant in jouw woonplaats? Als dat ook een plaats in Turkije is, zet die dan op de kaart van figuur van blok 3. Gebruik figuur op deze bladzijde. a De gerechten op deze menukaart staan door elkaar. Trek een lijn van het juiste gerecht naar de juiste Nederlandse vertaling. Een paar tips: Sommige woorden komen in meer gerechten voor. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende gerechten waar het vlees aan een spies zit. Sommige Turkse woorden lijken op Nederlandse woorden. Kijk ook naar de prijs. Voorgerechten, hoofdgerechten en nagerechten staan door elkaar, maar de prijzen staan wel op de juiste plaats achter het Turkse gerecht. Tip: als je er niet uitkomt kun je gebruikmaken van een vertaalsite op internet, een taalgidsje of een klasgenoot die Turks spreekt. b Welke Turkse woorden kun je uit deze opdracht leren? B Pamukkale Thema 3 Toerisme Blok 4 Toerisme en recreatie in je eigen omgeving opdracht verdieping a Met welke leus maakt Nijmegen reclame? b Veel dorpen en steden in Nederland hebben een slagzin waarmee ze reclame maken. Welke reclamezin heeft jouw woonplaats of streek? Tip: kijk eens op de website van je gemeente. c Misschien heb je geen reclamezin gevonden. En als die zin er wel is, kun je vast een betere verzinnen. Bedenk eerst wat er in jouw woonomgeving echt goed, leuk of bijzonder is voor toeristen en recreanten. Bedenk dan je eigen reclamezin voor jouw streek of plaats. opdracht a Bij jou in de buurt is er vast wel een recreatieterrein of zwemplas te vinden. Hoe heet dat recreatieterrein? b Bezoek je dat gebied wel eens? Zo ja, op wat voor soort dagen? Ja / nee, ik bezoek het gebied c Welke andere plaatsen, die speciaal zijn ingericht om je vrije tijd door te brengen, bezoek jij? d Welke recreatievoorziening zou jij in je buurt of stad graag erbij willen krijgen? Bb opdracht 3 Ga naar en maak de opdracht Drusus en Corbulo. opdracht 4 op een rij De letters van de Romeinse sporen zijn door elkaar geraakt. Zet ze weer in de goede volgorde. smile: schewelaag: hisbaud: ceshaspwerk: geenmijn: opdracht 5 deelvraag 5a Wat is er in jouw woonomgeving echt goed, leuk of bijzonder voor toeristen en recreanten? 5b Zijn er in je eigen omgeving overblijfselen uit de Romeinse tijd te vinden? Zo ja, welke en waar? 5c Wat is er te doen voor toeristen en recreanten in jouw omgeving? ExTrA oefenblad vaardigheden Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Bronnen gebruiken moet maken. Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: op de kaart aanwijzen waar de grens van het Romeinse rijk in Nederland lag. uitleggen hoe de Romeinen hun grens bewaakten. voorbeelden noemen van voorwerpen die van de Romeinen in Nederland teruggevonden zijn. uitleggen waarom Nijmegen een geschikte plek was voor een Romeins fort. een voorbeeld geven van de manier waarop steden met hun geschiedenis mensen proberen te trekken. uitleggen waarom gemeenten mensen met evenementen en voorzieningen naar hun stad proberen te trekken. voorbeelden noemen van recreatievoorzieningen in je eigen omgeving. Begrippen: limes Tijdwijzer: Tijd van Grieken en Romeinen Ga naar: kennen en kunnen Na ieder blok staat er een overzicht van alles wat je moet kennen en kunnen voor je toets. 47 Lees op bladzijde 4 van het lesboek de tekst Pamukkale. Bekijk op bladzijde 4 van het lesboek de bronnen 9 en 30. c Deze opdracht doe je met z n vieren. In Pamukkale wordt al jaren gediscussieerd over het wel of niet bouwen van nieuwe hotels. Vandaag is er een vergadering over dit onderwerp. De deelnemers zijn: A de burgemeester van Pamukkale; B een winkelier uit Pamukkale; C een lid van de bewonersraad; D een milieuactivist. a Beantwoord de vragen op een apart vel papier. Verdeel de rollen. De burgemeester is bij de vergadering de voorzitter. Hij/zij heeft nog geen standpunt ingenomen. Hij/zij zal tijdens de vergadering naar de mening luisteren van de verschillende deelnemers om tot een beslissing te komen. Als je de burgemeester bent, schrijf dan op waar je op gaat letten in de vergadering. Hier mag je kiezen welke van de keuzeopdrachten je wilt doen. Er zit altijd één opdracht bij die je op de computer doet. Eindsprint 50 Eindsprint Bekijk het schema in figuur. Maak het schema in figuur compleet. a Vul de woorden waarvan al een letter is gegeven aan. b Middellandse Zeegebied Maak een agenda: een programma van de vergadering met beurten voor de deelnemers om eerst hun standpunten te vertellen en daarna te beargumenteren. Aan het eind van de vergadering neemt de burgemeester een beslissing en legt uit waarom. Als je een van de andere personen bent, dan schrijf je in één zin op wat je vindt van het plan om hotels te bouwen in Pamukkale. Schrijf nu zoveel mogelijk argumenten op voor je mening. a Schrijf in twee zinnen op welke beslissing de burgemeester heeft genomen en welke argumenten hij/zij noemde. b Is er nog een andere groepje dat deze keuzeopdracht heeft gedaan? Zo ja, dan vertellen de burgermeesters elkaar kort welke beslissing ze hebben genomen en waarom. Schrijf de beslissing van het andere groepje op. c Welke argumenten had het andere groepje voor die beslissing? b Zet de volgende woorden op de goede plek: islam Middellandse Arabisch stadstaten olijfboom christendom cipres reliëf Latijn bevolkingsspreiding Romeinse romanisering christendom islam Arabische democratie. Dit zijn afsluitende opdrachten aan het eind van het thema. Je vult een schema in en herhaalt zo nog een keer de belangrijkste begrippen. Hierdoor ontdek je of je alles goed kent. Ș iș kebab Yoĝ urtlu Adana kebab Ali Nazik Karıș ık ș iș Peynirli Sigara Böreĝ i Kavun ve Peynir Dana Ș iș Biber ve Kuru Patlican Dolması Balık Çorbası Mercimek Çorbasi Baklava Thema 3 Toerisme Eindsprint 7,50 6,75 8,50 8,50 7,5 5,75 7,50 5,50 6,00 5,00 4,00 Bekijk op bladzijde 8 van het lesboek de Tijdwijzer. Bekijk de tijdbalk in figuur. a Kleur op de tijdbalk: de tijd van jagers en boeren: geel de tijd van Grieken en Romeinen: rood b Schrijf de volgende letters bij de tijdbalk: A 500 v.chr.: bloeitijd van Athene B : geboorte van Christus C 00 n.chr: Romeinse rijk op zijn grootst D 500 n.chr: val van het Romeinse rijk c Wat kom je nu nog tegen van de oude Grieken? d Wat kom je nu nog tegen van de Romeinen? 3a Bekijk de kaart in figuur 3. Zet de naam van het land of eiland achter de letters. A D B E C F Turkse kaas in bladerdeeg met peterselie en verse munt Geitenkaas geserveerd met suikermeloen Stukjes kalfsvlees geserveerd aan de spies Spiesen met kipfilet, kalfsvlees en pittig gekruid lamsgehakt Pittig gekruid lamsgehakt van de spies, geserveerd met speciale tomatensaus en Turkse yoghurt. Traditioneel Turks uit Adana Traditionele Turkse linzensoep Gevulde paprika en gedroogde aubergine met groente en rijst, gegratineerd met Turkse kaas Stukjes lamsvlees geserveerd aan de spies Gebakken kalfsvlees geserveerd op een bedje van fijn gesneden aubergine en Turkse yoghurt met knoflook Gebak van bladerdeeg met honing en walnoten Rijkelijk gevulde vissoep G J H K I 3b Zet de naam van de stad, zee of rivier achter de cijfers c Zet de naam van het gebergte achter de letters. a c b d 5 Bij ieder blok vind je op ict-opdrachten, films, animaties en oefentoetsen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

6 6 START Thema 5: De stad opdracht opdracht 3 d c groot vel papier (A3) Deze opdracht doe je met z n vieren. Teken in het midden van het papier een cirkel en zet daarin: de stad. Schrijf nu om de beurt een woord op waaraan jij denkt bij de stad. Schrijf alle vier nog een keer om de beurt drie woorden op die bij de stad horen. Kies samen de vier woorden die volgens jullie het belangrijkst zijn. Schrijf die woorden hieronder op en schrijf erbij wat ze met de stad te maken hebben. 3a 3b Bekijk op bladzijde 94 van het lesboek nog een keer het schilderij. Zet de volgende letters op de goede plaats in figuur. A Mariabeeldje B kerktoren van de Onze-Lieve-Vrouwekapel C Griet D stadsmuur E Kamperpoort F stadsgracht Denk je dat het verhaal van Maria en Griet echt zo is gebeurd? Leg je antwoord uit. Eigen antwoorden. Waarschijnlijk niet. Dat Maria aan Griet verscheen, kun je geloven, maar het valt niet te bewijzen. 3c Noem twee onderdelen uit het schilderij die waarschijnlijk kloppen met de werkelijkheid. De stadspoort, de kerk, de stadsmuur. 3 4 Figuur a opdracht Lees op bladzijde 95 van het lesboek de tekst Wonderen in Amersfoort. Bedenk een reden waarom steden veel bezoekers willen trekken. Bezoekers geven geld uit en dat is goed voor E B D de economie in de stad. b Waardoor werd Amersfoort beroemd in de middeleeuwen? Er gebeurden veel wonderen bij mensen die op C bezoek gingen bij een Mariabeeldje. c Op welke manieren zorgden de inwoners van Amersfoort ervoor dat het wonder in hun stad niet vergeten werd? Ze lieten een schilderij maken, er kwam een A F jaarlijkse processie, een priester schreef alles op. d Leg uit waarom het slim was om de jaarmarkt tegelijk met de processie te houden. Tijdens de processie waren er veel mensen in de stad en dat was goed voor de handel _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

7 Thema 5 De stad Start 7 Dorp Stad Vrijstaande huizen Flats Boerderijen Fabrieken Kleine supermarkt Warenhuis Weilanden Park Grote tuinen Parkeergarage Schoolstraat 5 Mississippidreef 38 5a 5b opdracht 5 Zet in figuur de volgende woorden bij dorp of stad: boerderijen warenhuis kleine supermarkt weilanden park parkeergarage grote tuinen Schoolstraat 5 Mississippidreef 38 één bus per uur elke drie minuten een metro. Zoek in het lesboek een foto op van een dorp en een foto van een stad. Bedenk nu zelf bij dorp en stad nog twee extra woorden. Eén bus per uur Eigen antwoord Elke drie minuten een metro Eigen antwoord opdracht 6 4a Figuur opdracht 4 Bekijk op de bladzijden 38 t/m 43 van het lesboek de Tijdwijzer. Bekijk op bladzijde 94 van het lesboek nog een keer het schilderij. In welke tijd ontstonden veel steden in Europa? De tijd van steden en staten. 4b Omcirkel de nummers van de zinnen die bij vroeger horen. Je komt de stad binnen via een poort. Je komt de stad binnen via de autoweg. 3 In de stad rijden veel trams. 4 Om de stad staat een muur. 5 Het hoogste gebouw van de stad is een wolkenkrabber. 6 Het hoogste gebouw van de stad is een kerk. Blader in het lesboek thema 5 door. Lees de titels, de tussenkopjes en bekijk de bronnen. 6a De hoofdvraag van dit thema is: hoe leven mensen in een stad? Schrijf die vraag als titel bij figuur 3. 6b Zet in figuur 3 de volgende vragen bij het juiste blok. Hoe is het leven in een moderne stad? Hoe was het leven in een middeleeuwse stad? Hoe is de stad veranderd na 870? Hoe gaat het met jouw stad? 6c Zet in figuur 3 de volgende onderwerpen bij het juiste blok. markt kerk nieuwbouwwijken winkels afbreken en opbouwen verkeer stadswapen 6d Zoek in elk blok de mooiste afbeelding. Zet die in de laatste kolom van figuur 3. Figuur 3 Hoofdvraag: Hoe leven mensen in een stad? Blok Deelvraag Onderwerpen Afbeelding Hoe is het leven in een moderne stad? Winkels, verkeer. Bron Eigen keuze. Hoe was het leven in een middeleeuwse Markt, kerk, stadswapen. Bron stad? Eigen keuze. 3 Hoe is de stad veranderd na 870? Nieuwbouwwijken, afbreken en Bron opbouwen. Eigen keuze. 4 Hoe gaat het met jouw stad? Bron Eigen keuze _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

8 8 Blok Wonen in een stad I Amsterdam! Met deze reclameslogan probeert de stad toeristen en bedrijven te trekken. De stad zegt daarmee dat je, als je in Amsterdam bent, je ook een deel van Amsterdam bent. Amsterdam is de grootste stad van Nederland. Deelvraag van dit blok: Hoe is het leven in een moderne stad? b c Kom je deze voorzieningen alleen in een dorp tegen? Leg je antwoord uit. Nee, ook in een stad hebben mensen deze dagelijkse voorzieningen nodig. In de tekst worden drie voorzieningen genoemd die bij een stad horen. Bedenk nog drie andere voorzieningen die kenmerkend zijn voor steden. Bijvoorbeeld: bioscoop, station, school voor hoger onderwijs. opdracht d 3 Bedenk welke aankopen mensen van buiten de stad in de straat van bron doen. a b Bekijk in het lesboek de titels, teksten en de bronnen van blok. Hoeveel teksten heeft dit blok? 7 Welke bron in dit blok gaat niet over de stad? e Bijv.: brillen, schoenen, kleding, mobieltje. Vergelijk de bronnen en. Noem twee andere verschillen tussen een stad en een dorp die je op de foto s kunt zien. Bijvoorbeeld: In de stad is het drukker. In de c Bron. Kruis de juiste zinnen aan: In het centrum van de stad vind je vooral veel woningen. Het centrum van de stad is meestal ook het oudste stadsdeel. Fabrieken vind je vooral in een dorp. Dorpen zijn altijd kleiner dan steden. Mensen uit een stad komen nooit in een dorp. Bijna alle mensen uit een dorp komen wel eens in een stad. Veel mensen die in een stad werken, wonen ergens anders. 3a 3b opdracht 3 Kies opdracht A of B. A Stel, je verhuist van Ellerwoutsdijk naar Amsterdam. Noem twee dingen uit het dorp die je zou missen in de stad. stad zijn autovrije straten. Noem twee dingen die je leuk zou vinden in de stad. opdracht a Lees op bladzijde 96 van het lesboek de tekst Stad en dorp. Bekijk op bladzijde 96 van het lesboek de bronnen en. Noem drie voorzieningen die je in een dorp tegenkomt. 3 basisschool sportveld winkel voor dagelijkse boodschappen 3a 3b B Stel, je verhuist van Amsterdam naar Ellerwoutsdijk. Noem twee dingen uit de stad die je zou missen in het dorp. Noem twee dingen die je leuk zou vinden in het dorp _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

9 Thema 5 De stad Blok Wonen in een stad 9 4a opdracht 4 Lees op bladzijde 97 van het lesboek de tekst Thuis. Hoe heet de buurt waar jij woont? 4b Hoe heet de wijk waar jij woont? Let op: in kleinere plaatsen zijn buurt en wijk soms hetzelfde. 4c Beschrijf de huizen in de buurt waar jij woont. 4d Voel jij je meer betrokken bij de wijk of bij de buurt waar je woont? Leg je antwoord uit. 5a 5b 5c Eigen antwoord, bijv.: flats, huurwoningen, goedkoop of veel groep, vrijstaande huizen. Eigen antwoord, bijv.: binding met de buurt ontstaat door buren, basisschool, straatcontact. opdracht 5 Bekijk op bladzijde 97 van het lesboek de bronnen 3, 4 en 5. In welke wijk in jouw stad staan huizen die op de huizen in de bronnen lijken? Vul de eerste kolom van figuur in. Bedenk in welke tijd de huizen in deze drie bronnen zijn gebouwd. Kies uit: , en Zet je antwoorden in de tweede kolom van figuur. Welke huizen liggen het dichtst bij het oude centrum van de stad? d 3 Toen deze huizen werden gebouwd, liepen of fietsten mensen naar hun werk. 4 Deze wijk ligt dicht bij het centrum van de stad. 5 In deze huizen hebben de mensen veel geluidsoverlast van de buren. 6 Deze huizen zijn gebouwd met moderne materialen. 7 Deze huizen zijn goed geïsoleerd. opdracht 6 rood en oranje potlood 6a In figuur zie je vijf gemeenten: a, b, c, d en e. Welke van deze gemeenten is de gemeente met de stad? Gemeente B. 6b Kleur de bebouwing van de stad in figuur rood. 6c Kleur de dorpen die aan de stad zijn vastgegroeid oranje. 6d Welke gemeente hoort niet bij de agglomeratie? 6e Gemeente E. Welke agglomeratie ligt in jouw omgeving? Schrijf de stad en de dorpen die erbij horen op. Figuur 5d 5e De huizen in bron 3. Welke huizen liggen het meest aan de rand van de stad? De huizen in bron 5. Leg je antwoord op de opdrachten 5c en 5d uit. 5f De huizen zijn in volgorde gebouwd. De oudste huizen het dichtst bij de stad. Zet in figuur in de derde kolom de nummers van de volgende uitspraken bij de juiste huizen. Deze huizen zijn snel en goedkoop gebouwd. Deze huizen zijn vooral gebouwd van bakstenen en hout. km Figuur Bron Woonwijk in mijn stad Wanneer gebouwd? Uitspraken De rijtjeshuizen in bron 3 Eigen antwoord , 3, 4 De flats in bron 4 Eigen antwoord , 5 De rijtjeshuizen in bron 5 Eigen antwoord , _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

10 0 Buurtwinkelcentrum beltegoed batterijen een broodje Stadscentrum computergame mobiele telefoon schoenen 8b Er worden steeds meer producten via internet verkocht. Noem een voordeel van winkelen op internet. Bijvoorbeeld: je kunt veel vergelijken; het is vaak goedkoper. ansichtkaart T-shirt 8c Noem een nadeel van winkelen op internet. bananen Bijv.: het is minder gezellig 7a 7b 7c Figuur 3 opdracht 7 Lees op bladzijde 98 van het lesboek de tekst Winkelen. Voor sommige producten ga je naar het stadscentrum, voor andere kun je in het buurtwinkelcentrum terecht. Zet in figuur 3 de volgende producten in het juiste rijtje: beltegoed batterijen broodje computerspel mobiele telefoon schoenen T-shirt ansichtkaart bananen. In het stadscentrum vind je soms verschillende winkels van dezelfde soort bij elkaar. Koop jij wel eens schoenen? Bedenk waarom schoenenwinkels graag bij elkaar zitten. Daar komen de klanten graag naartoe. Ze vergelijken de producten en kopen er. Noem drie winkels uit het wijkwinkelcentrum in de buurt van je school. 8d Bedenk of die internetwinkels vooral concurreren met de winkels in het stadscentrum of met die in een wijkwinkelcentrum. Leg je antwoord uit. 9a dan met vrienden/vriendinnen in de stad. Vooral met winkels in het stadscentrum. De producten die je op internet koopt, heb je meestal niet dezelfde dag nog nodig, en je wilt je aankoop graag met andere aanbiedingen vergelijken. Dat kan in de stad en op internet. opdracht 9 Bekijk op bladzijde 98 van het lesboek bron 6. Sommige winkels vind je niet in het stadscentrum of wijkwinkelcentrum, maar op een bedrijventerrein aan de rand van de stad. Wat wordt er verkocht in de winkel van bron 6? Meubels. 9b Automobilisten kunnen de IKEA vanaf de weg goed zien. Hoe heeft IKEA daarvoor gezorgd? 7d 7e 8a 3 Wat is vaak de grootste winkel in een wijkwinkelcentrum. Een supermarkt. Soms moet een winkel sluiten. Is de drempelwaarde voor die winkel dan te hoog of te laag? Te hoog. opdracht 8 verdieping Bekijk de ingevulde tabel in figuur 3. In het buurtwinkelcentrum vind je vooral dagelijkse / niet-dagelijkse voorzieningen. In het stadscentrum vind je vooral dagelijkse / niet-dagelijkse voorzieningen. De winkels in het buurtwinkelcentrum hebben een hogere / lagere drempelwaarde dan de winkels in het stadscentrum. Met een groot bord. 9c Welke soorten winkels vind je nog meer op een bedrijventerrein? Streep de foute antwoorden door. autodealer / bloemenzaak / bakker / bouwmarkt / tuincentrum / keuken- en badkamerzaak / dierenwinkel 9d De winkels op een bedrijventerrein verkopen grote / kleine dingen. Ze hebben daarom veel / weinig ruimte nodig. Ruimte is aan de rand van de stad duurder / goedkoper dan in het stadscentrum. Veel mensen komen bovendien met het openbaar vervoer / de auto naar deze winkels. Ze nemen de producten vaak zelf mee naar huis. Er is dus geen / veel parkeerruimte nodig. 9e Op een bedrijventerrein vind je vooral dagelijkse / niet-dagelijkse voorzieningen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

11 Thema 5 De stad Blok Wonen in een stad opdracht 0 0a Voorzieningen die je met winkels kunt vergelijken, zijn de voorzieningen voor uitgaan en sport. Sommige zitten in het centrum, sommige in de woonwijken en sommige aan de rand van de stad. Bekijk figuur 4. Er zijn in deze stad, Mundodam, nog geen sport- en uitgaansvoorzieningen. Je mag in deze stad 6 sporthallen bouwen, zwembaden, voetbalstadion, bioscoop, theater en 5 cafés met een terras. Gebruik daarvoor letters uit figuur 5. Teken deze voorzieningen met blauw op een logische plek op de kaart. 0b Leg in figuur 5 uit waarom je voor die plek gekozen hebt. 0c Bedenk ook voor IKEA een goede plek in Mundodam. Zet die plaats op de kaart van figuur 4. Figuur 4 opdracht Lees op bladzijde 98 van het lesboek de tekst Op weg in de stad. Bekijk op bladzijde 99 van het lesboek bron 7. a Kruis aan welke van de volgende zinnen bij openbaar vervoer horen. Jijzelf op de fiets onderweg van school naar huis. Bron 7. Iemand op weg naar zijn werk in de sneltrein van 8.5 uur van Tilburg naar Breda. Een bus brugklassers voor schoolreis op weg naar de Apenheul in Apeldoorn. Een dierenarts op weg naar de geboorte van een veulen op een afgelegen boerderij. b Voor het openbaar vervoer heb je natuurlijk vervoermiddelen nodig, zoals bussen en treinen. En ook wegen en rails om over te rijden. Bedenk nog minstens vijf zaken die nodig zijn voor een goed openbaarvervoerssysteem. Jouw eigen ingevulde kaart Eigen antwoorden. Bijvoorbeeld: stations, bushaltes, verkooppunten voor kaartjes, een dienstregeling, buschauffeurs en controleurs, speciale verkeerslichten met voorrang voor bussen. opdracht Lees op bladzijde 99 van het lesboek de tekst Kantoor en fabriek. a Wat is infrastructuur? Alle inrichtingselementen die nodig zijn voor Figuur 5 Voorziening Sporthallen Zwembaden Voetbalstadion Bioscoop Theater Cafés km fabriek Waarom op die plek? In iedere woonwijk, bij de gebruikers. Verspreid over de stad. Tussen de woonwijken. Bij snelweg, goed bereikbaar voor supporters, veel parkeerruimte. Centrum, bij cafés en restaurants. Rand centrum, bij restaurants, goed met auto bereikbaar. In centrum, bij winkels, mooie binnenstad. verkeer en vervoer samen. b Kruis in het volgende lijstje de voorbeelden van infrastructuur aan. spoorlijn goederentrein passagiersschip kanaal autosnelweg vliegveld brug bus station taxi roltrap personenauto verkeersknooppunt c Bedenk één woord voor de andere begrippen samen. Vervoermiddelen. d Voor verkeer en vervoer heb je infrastructuur en vervoermiddelen nodig. e Infrastructuur staat op een kaart meestal aangegeven met punten / lijnen / vlakken _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

12 Bereikbaarheid Mobiliteit Infrastructuur Vervoer Verkeer Iets naar een andere plaats brengen. Als hier meer van is, wordt de bereikbaarheid minder. Kenmerk van een plaats. Heeft een vaste plaats in het landschap. Kenmerk van een persoon. Figuur 6 Begrippen rond verkeer en vervoer. opdracht 3 3a Trek lijnen tussen de begrippen en de juiste kenmerken in figuur 6. 3b Er wordt in de politiek veel gesproken over de aanleg van snelwegen en spoorlijnen. Gaat het daarbij over bereikbaarheid of mobiliteit? Leg je antwoord uit. Bereikbaarheid. Dat is nodig omdat de mobiliteit steeds groter wordt. 3c Vaak ben je mobiel als je een auto hebt. Geldt dit ook voor mensen die in het centrum van de stad wonen? Waarom wel of niet? Verschillende antwoorden, afhankelijk van waar je naar toe wilt.* 3d Op veel vrachtwagens zie je het woord transport staan. Bedenk wat het verschil is tussen vervoer en transport. Transport gaat over goederen (en dieren), vervoer gaat over goederen en/of mensen. Figuur 7 Verkeer per minuut in de stad op een doordeweekse dag. opdracht 4 Bekijk figuur 7. In een stad is gemeten hoeveel verkeer er per minuut door de straten rijdt. 4a Zet de nummers van de volgende uitspraken op de juiste plaats in de grafiek van figuur 7. Carolien rijdt naar huis, na haar nachtdienst in het ziekenhuis. Ayse heeft haar kinderen van school gehaald en rijdt nu naar het winkelcentrum om boodschappen te doen. 3 Willem rijdt van huis weg om op tijd op kantoor te zijn voor een ochtendvergadering. 4 Sandra staat in de file en komt te laat voor het eten. 5 Vrachtwagenchauffeur Roy is gistermiddag uit Denemarken vertrokken en rijdt nu op een lekker lege weg naar Rotterdam. 6 De kinderen die naar school gaan, moeten lang wachten voor ze over kunnen steken. Alle antwoorden zijn goed, als je het goed hebt uitgelegd. 4b Welke uitspraak vond je moeilijk om in de grafiek te plaatsen. Waarom? Gemiddeld aantal voertuigen per minuut :00 4:00 8:00 :00 6:00 0:00 4:00 Tijd * Binnen de stad is het openbaar vervoer of de fiets vaak sneller. Als je van het stadscentrum naar een andere verre stad, of een afgelegen boerderij wilt, is de auto vaak wel weer sneller _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

13 Thema 5 De stad Blok Wonen in een stad 3 opdracht 5 d rood potlood Gebruik nog eens figuur 4. 5a Een vuilnisverwerkend bedrijf wil een grote verbrandingsoven bij Mundodam vestigen. Het vuilnis komt per trein of schip naar de fabriek. De fabriek veroorzaakt nogal wat stank, die door een schoorsteen naar buiten komt. Bedenk een goede plek voor een fabriek bij Mundodam. Teken deze fabriek in rood in figuur 4. 5b Bedenk of er voor de fabriek extra infrastructuur nodig is. Denk aan een haven, een zijspoor of een stuk weg. Teken die erbij op de kaart van figuur 4. 5c Leg je keuze voor deze plek uit. 5d Bedenk ook een nadeel van de door jou gekozen plek opdracht 6 a Gebruik de atlas. 6a Zet de nummers van de volgende plaatsen bij de juiste stad in figuur 8. Figuur Groningen Delfzijl 3 Winschoten 4 Veendam 5 Leeuwarden 6 Drachten 7 Sneek 8 Heerenveen 9 Assen 0 Hoogeveen Meppel Emmen 3 Zwolle 4 Almelo 5 Hengelo 6 Enschede 7 Deventer 8 Arnhem 9 Nijmegen 0 Apeldoorn Harderwijk Ede 3 Winterswijk 4 Doetinchem 5 Zutphen 6 Almere 7 Lelystad 8 Utrecht 9 Amersfoort 30 Veenendaal 3 Nieuwegein 3 Haarlem 33 Amsterdam 34 Zaanstad 35 Purmerend 36 Hoorn 37 Den Helder 38 Alkmaar 39 Hilversum 40 Den Haag 4 Delft 4 Rotterdam 43 Dordrecht 44 Gouda 45 Zoetermeer 46 Leiden 47 Middelburg 48 Vlissingen 49 Goes 50 Terneuzen 5 Den Bosch 5 Oss 53 Roosendaal 54 Breda 55 Tilburg 56 Eindhoven 57 Helmond 58 Maastricht 59 Heerlen 60 Sittard 6 Roermond 6 Venlo 6b Onderstreep in de lijst de hoofdsteden van de provincies met rood. 6c Leer de topografie _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

14 4 opdracht 7 a Gebruik de atlas. d blauw potlood Lees op bladzijde 99 van het lesboek de tekst Nederland: één grote stad?. 7a Zet de volgende begrippen op volgorde van klein naar groot: agglomeratie buurt huis straat stad stedelijk gebied woonwijk. klein: groot: 7 stedelijk gebied 7b Zoek in de atlas de kaart van Midden-Nederland op. Noem drie plaatsen die horen bij de agglomeratie Den Haag. 3 7c De Randstad is het grootste stedelijk gebied van Nederland. Omcirkel in de lijst van opdracht 6 de steden in de Randstad. 7d Zoek op de kaarten van Noord-, Midden- en Zuid-Nederland nog twee stedelijke gebieden op. opdracht 8 8a Het tegenovergestelde van stedelijk gebied is landelijk gebied. Bedenk drie kenmerken van landelijk gebied. huis straat buurt woonwijk stad agglomeratie Wateringen, Nootdorp, Rijswijk, Voorburg, Leidschendam, eventueel Wassenaar Twente / Zuid-Limburg / Brabantse stedenrij / Arnhem-Nijmegen Weinig mensen, weinig voorzieningen, weinig verkeer, weinig werk. 3 8b Woon jij in een landelijk of in een stedelijk gebied? opdracht 9 Lees op bladzijde 99 van het lesboek de tekst Daar en nu: Steden in de Verenigde Staten en bekijk bron 8. a Gebruik GB 75C (BB 00A) en GB 78A (BB ). Lees op bladzijde 5 van het lesboek vaardigheid 7C Rekenen met de schaal van een kaart. 9a Hoe kun je aan de foto in bron 8 zien dat deze mensen niet rijk zijn? Bijvoorbeeld: de woonomgeving is rommelig en oud. 9b Vergelijk deze woonomstandigheden met die van arme mensen in Nederland. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? Overeenkomsten: de kleine woningen en de rommelige woonomgeving Verschillen: In Nederland wonen mensen in huizen, niet in caravans; het verschil tussen rijk en arm is kleiner. 9c Hoe herken je de stedelijke gebieden op de kaart Verenigde Staten Bevolkingsdichtheid? Aan de bevolkingsdichtheid hoger dan 00 (rood op de kaart) en aan de grote steden. 9d Noem twee stedelijke gebieden in de Verenigde Staten, die groter zijn dan het stedelijke gebied rond Los Angeles. New York-Philadelphia Chicago / Detroit-Pittsburgh 9e (Alleen met GB.) Reken met GB 78A uit hoe groot de afstand is tussen Woodland Hills in het westen van Los Angeles en Redlands in het oosten. 8 (cm) / = 44 km 9f Hoeveel keer is Los Angeles op deze manier gemeten groter dan de Randstad? keer opdracht 0 b Ga naar en maak de opdracht Filevorming _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

15 Thema 5 De stad Blok Wonen in een stad 5 opdracht op een rij a Maak de puzzel in figuur 9. Hoofdstad van Gelderland. Stad met eraan vastgegroeide dorpen. 3 Alle inrichtingselementen die nodig zijn voor verkeer en vervoer samen. 4 De mogelijkheden die iemand heeft om zich te verplaatsen. 5 De verplaatsingen van vervoermiddelen. 6 Het verplaatsen van mensen of goederen. 7 Een kleine nederzetting met weinig voorzieningen. 8 Een grote nederzetting met veel voorzieningen. 9 Hoofdstad van Noord-Holland. b Welke plaatsnaam staat in de grijze kolom? 4 Amsterdam A R N H E M A G G L O M E R A T I E I N F R A S T R U C T U U R M O B I L I T E I T V E R K E E R V E R V O E R S T A D D O R P Extra oefenblad VAARDIGHEDEN Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Rekenen met schaal moet maken. Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: op een kaart van Nederland de belangrijkste steden aanwijzen en benoemen. uitleggen wat het verschil is tussen een stad en een dorp. vertellen in welke onderdelen je steden kunt verdelen. uitleggen wat het verschil is tussen een agglomeratie en een stedelijk gebied. vertellen wat de functies van steden zijn. met een voorbeeld uitleggen wat het verschil is tussen dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. uitleggen wat de begrippen vervoer, verkeer, infrastructuur, bereikbaarheid en mobiliteit met elkaar te maken hebben. met de kenmerken van een bedrijf bepalen wat een geschikte plaats in een stad is om dat bedrijf te vestigen. vertellen wat de verschillen zijn tussen stedelijke gebieden in Nederland en de Verenigde Staten. 9 H A A R L E M Figuur 9 opdracht deelvraag Wat zijn de belangrijkste functies van een stad? wonen Begrippen agglomeratie bereikbaarheid dorp drempelwaarde infrastructuur mobiliteit stad stadscentrum stedelijk gebied verkeer vervoer voorzieningen woonwijk 3 4 werken winkelen recreëren Vaardigheden 7 Bronnen gebruiken 7c Rekenen met de schaal van de kaart 5 verkeer Extra oefenblad ECONOMIE Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Voorzieningen over drempelwaarde moet maken. Ga naar: _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

16 6 Menukaart Keuzeopdracht Samen of alleen Wat heb je nodig? A In de digitale stad Ontdek hoe een stad in elkaar zit en bouw je eigen digitale stad. Alleen Computer B Wat is er te doen in jouw stad? Interview mensen uit jouw stad of er genoeg te doen is. Samen Papier (A3) C Hoe kom je veilig thuis? Bedenk een plan om een gevaarlijke plek veiliger te maken. Samen (minimaal twee personen) Papier (A4 en A3) A In de digitale stad Bb Ga naar en maak de opdracht In de digitale stad. B Wat is er te doen in jouw stad? c a opdracht Deze opdracht doe je met z n tweeën. Lees op bladzijde 00 van het lesboek de tekst Verschillende wensen. Bekijk op bladzijde 00 de bronnen 9, 0 en. Jullie gaan mensen ondervragen over de voorzieningen in jouw stad (of de plaats waar je school staat). Kruis hieronder en hiernaast de voorzieningen aan die er in jouw stad zijn. Als je iets niet zeker weet, zoek het dan op in de telefoongids. Eigen antwoorden. levensmiddelenwinkels kleding-/schoenenwinkels winkels met cd s, boeken, tijdschriften verzorging: drogisterij, parfumerie, kapper, apotheek warenhuis andere winkels cafés restaurants postkantoor bank ziekenhuis middelbare scholen mbo-opleiding hbo-opleiding b c universiteit museum treinstation toeristische bezienswaardigheden hotels bioscoop discotheek Maak op je eigen papier een lijst met vragen. Neem in ieder geval de volgende vragen over: Hoe vaak komt u in (plaatsnaam)? Van welke voorzieningen maakt u gebruik? (Noem het rijtje voorzieningen op die er in jouw stad zijn. Kopieer de lijst uit vraag a of schrijf hem over.) 3 Wat vindt u van die voorzieningen? (slecht matig voldoende ruim voldoende goed) 4 Voor welke voorzieningen gaat u naar een andere plaats? Eigen vragenlijst. Bedenk er zelf nog ten minste vier vragen bij. Stel de vragen aan de volgende groepen mensen. Verdeel de taken: interview ieder minimaal vier mensen, uit elke groep minstens één. middelbare scholieren jongeren (8-5 jaar) volwassenen (5-55 jaar) ouderen (55+) Eigen interviews _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

17 Thema 5 De stad Menukaart Wonen in een stad 7 d e Maak een muurkrant over de voorzieningen in jouw stad: Bedenk een titel. Bedenk drie à vier onderwerpen. Verdeel het vel papier in drie of vier stukken. Geef elk stuk een titel. Schrijf de resultaten duidelijk op. Probeer ook goede illustraties te vinden (bijvoorbeeld bij de VVV). Eigen muurkrant. Een terugblik op jullie onderzoek. Ben je tevreden over de vragen die je had bedacht? Welke vragen waren goed en welke konden beter? Hoe ging het ondervragen van de mensen? Vond je het leuk of spannend? Ben je tevreden over de muurkrant? Wat is goed gelukt en wat niet? C Hoe kom je veilig thuis? opdracht c Wanneer is er het meeste verkeer op die plek? a b Lees op bladzijde 0 van het lesboek Een gevaarlijke plek. Bekijk op bladzijde 0 van het lesboek de bronnen, 3 en 4. Welke plekken leveren vaak gevaarlijke verkeerssituaties op? Kruisingen. Waarom is dat zo? Omdat daar verschillende verkeersstromen d e f Teken op een A4 tje de plattegrond van de kruising. Welke verkeersdeelnemers zijn er op deze kruising? auto s, fietsers, eigen antwoord. Welke verkeersdeelnemers zijn het belangrijkst voor jullie onderzoek? c elkaar kruisen. Voor wie is deze verkeerssituatie het gevaarlijkst? Voor fietsers, want zij moeten g Geef op de plattegrond met pijlen aan hoe die verkeersdeelnemers over het kruispunt gaan. Dat zijn de verkeersstromen. tussen de auto s door en ook nog over de opdracht 3 c a b tramrails. Zij zijn het meest kwetsbaar. opdracht Deze en de volgende opdracht doe je met z n vieren. Kies samen een onveilige kruising (of andere verkeerssituatie) in de omgeving van jullie school. Leg uit waardoor die kruising (verkeerssituatie) zo gevaarlijk is. 3a 3b 3c 3d Jullie gaan een verkeerstelling houden en presenteren die op een poster. Bedenk welke verkeersstromen voor jullie situatie belangrijk zijn en op welk tijdstip je deze het beste kunt tellen. Voer de telling uit en maak van jullie gegevens een tabel zoals in bron 3. Plak de tabel op de poster. Teken nog eens de plattegrond van jullie kruising. Teken daarin de verkeersstromen die jullie geteld hebben, zoals in bron 4. Plak de plattegrond op de poster. Bedenk welke groep op welke plek het meest gevaar loopt. Geef dit aan op de poster. Bedenk hoe je de verkeerssituatie veiliger kunt maken. Laat dat zien met een tekening. Plak de tekening ook op de poster _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

18 _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

19 Thema 5 De stad Blok Aantekeningen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

20 0 Blok Een stad in de middeleeuwen veel steden in Europa zijn ontstaan in de middeleeuwen. Dat was ook het geval met Amersfoort, dat voor het eerst in 08 in bronnen wordt genoemd. In de stad was het een drukte van belang. Er woonden veel mensen en er kwamen bezoekers. Net zoals in Amersfoort als de jaarlijkse processie voor Maria werd gehouden. Deelvraag van dit blok: Hoe was het leven in een middeleeuwse stad? 3a Zin : Bij de stadspoort ziet Marieke allerlei kraampjes staan.... Laatste zin: Hopelijk vindt tante het goed dat ze een nachtje blijft logeren. Eigen verhaal. opdracht 3 In figuur zie je bron 5 nog een keer. Zoek de volgende dingen op en zet de juiste coördinaten erachter (bijvoorbeeld A3). ophaalbrug kerk B3-B4 B-C kasteel D-E c d opdracht Bekijk in het lesboek de titels, teksten en bronnen van blok. Geef in figuur met pijlen aan welk onderwerp bij welke tekst hoort. opdracht Deze opdracht doe je met z n tweeën. papier Lees op bladzijde 0 van het lesboek de tekst In de stad. Bekijk op bladzijde 0 van het lesboek bron 5. Maak samen een verhaal over het meisje Marieke dat naar de stad gaat om inkopen te doen. Zorg ervoor dat je in het verhaal beschrijft hoe de stad eruitziet. Je schrijft steeds om de beurt een zin. De eerste en de laatste zin staan hier al. Ieder van jullie schrijft in ieder geval vier zinnen. 3b 3c stadspoort boer met koopwaar op zijn rug stadsmuur landweg galg D4-E4 Noem drie manieren waarop deze stad werd verdedigd. er staat een muur omheen met een stadspoort: je moet langs een wachter 3 er ligt een gracht om de stad Bedenk waarom steden in onze tijd niet op deze manier verdedigd kunnen worden. Steden zijn veel groter, er zijn veel wegen ernaartoe, je kunt dus niet een muur rond de stad zetten. B3 E4 A3-G3 A4-B4 Figuur Tekst In de stad Alles is te koop Een goede plek Met de hand gemaakt Markten Eigen baas zijn Onderwerp Waar steden liggen Hoe de stad bestuurd wordt Hoe de stad eruitziet Hoe de stad was ingedeeld Hoe de mensen hun geld verdienen Hoe de spullen gemaakt werden _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

21 Thema 5 De stad Blok Een stad in de middeleeuwen A B C D E F G 3 4 Figuur Wist je dat? Je in de middeleeuwen voor straf aan een paal vastgeketend kon worden? Je werd dan uitgescholden door voorbijgangers en ze gooiden allerlei vuil naar je hoofd. Je stond dus voor paal. Mensen in de middeleeuwen in hekserij geloofden? Volgens het boek De Heksen-hamer uit 487 hadden heksen de gewoonte om kinderen te verscheuren en op te eten. Heksen kregen de schuld als er grote problemen waren, zoals honger en ziekte. opdracht 4 kleurpotloden gebruik figuur 3. 4a Kleur in de plattegrond van figuur 3 de volgende onderdelen: blauw = slotgracht geel = kerken rood = stadsmuur bruin =stadspoort groen = markt 4b Vergelijk de stad van bron 5 met die van figuur 3. Noem ten minste drie overeenkomsten. d kerktorens, stadsmuur, stadspoort, slotgracht, galgen buiten de stadsmuur Figuur 3 Sint Omaars: een Europese stad _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

22 Weinig handel Figuur Handel groeit 6b Een nieuw tijdvak begint altijd met een grote verandering. Met welke grote verandering begon dit tijdvak? 6c Het ontstaan van steden. Welk geloof was in die tijd het belangrijkst in Europa? 5a 5b 5c 6a opdracht 5 Lees op bladzijde 03 van het lesboek de tekst Alles is te koop. Een koopman koopt producten in een streek waar ze goedkoop / duur zijn en verkoopt ze op een plek waar ze goedkoop / duur zijn. Het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs noem je winst / handel. Na het jaar 000 bloeide de handel. Welke twee oorzaken had dat? Kruis de goede antwoorden aan. Het werd veiliger om te reizen. Er ontstonden steden. Het ging beter met de landbouw. Handelaren maakten meer winst. De volgende gebeurtenissen staan door elkaar. Zet ze in de goede volgorde in figuur 4. (Zet alleen de nummers in het schema) Boeren gaan een nieuw soort ploeg gebruiken. Handelaren verdienen geld door producten aan boeren te verkopen. 3 Boeren verkopen de producten op de markt. 4 Boeren houden producten over. 5 Boeren hebben geld om producten te kopen bij handelaren. 6 De oogst wordt beter. 7 Boeren bemesten het land. 8 Niet iedereen hoeft boer te zijn: sommige mensen worden handelaar. opdracht 6 Bekijk op bladzijde 38 van het lesboek de Tijdwijzer. Voor de titel van het blok staat een icoon. Zoek op bij welk tijdvak dit icoon hoort. Maak de zin af. Dit blok gaat over de tijd van steden en staten. 6d Welk geloof hadden de Arabieren? (Tip: kijk naar de tijd van monniken en ridders.) 6e a 8a Het christendom. Islam. In welk Europees land waren de Arabieren lange tijd aanwezig? In Spanje. opdracht 7 Lees op bladzijde 03 van het lesboek de tekst Een goede plek. Zet in figuur 5 een stip op de plek waar jij een stad zou stichten. Leg uit waarom daar. Bijvoorbeeld bij de kruising van de landweg en de rivier. opdracht 8 Gebruik GB 5A (BB 3A). Zoek in de atlas op welke stad bij jou in de buurt een historische stadskern heeft. Schrijf de naam van die stad op. 8b Welke kenmerken van een oude binnenstad staan in de atlas? Noem er ten minste drie. 3 Figuur 5 Eigen antwoorden. Die tijd was van het jaar 000 tot. Landweg 500. Zoek in de Tijdwijzer de bladzijde op die over dit tijdvak gaat _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

23 Thema 5 De stad Blok Een stad in de middeleeuwen 3 8c In welke vier provincies komen de minste historische steden voor? 3 4 Groningen 8d In Friesland zijn elf steden. Bedenk waarom er maar twee op de kaart staan. 9a Flevoland Drenthe Friesland Ze zijn erg klein gebleven en worden tegenwoordig geen stad meer genoemd; ze hebben geen stedelijke functies. opdracht 9 Lees op bladzijde 03 van het lesboek de tekst Met de hand gemaakt. Maak de volgende zinnen af. Een beroep waarbij je dingen met je handen opdracht 0 Bekijk op bladzijde 03 van het lesboek de bronnen 6 en 7. 0a Wat moest je in de middeleeuwen doen om timmerman te worden? Leerling zijn bij een gilde. 0b Hoe gaat dat nu? Nu ga je eerst naar school, je volgt een beroepsopleiding. Lees op bladzijde 45 van het lesboek vaardigheid Vergelijken. 0c Vergelijk de twee bronnen. 0d Bedenk bij welke taak van het gilde (zie opdracht 9b) het instellen van de meesterproef hoorde. maakt, heet een ambacht. Een voor- Onderwijs. beeld van zo n beroep is schoenmaker. Mensen met hetzelfde beroep waren lid van een gilde. 9b Noem vier dingen waar het gilde voor zorgde. 9c 3 4 opleiding/onderwijs. Wie zorgt er nu voor de dingen die je bij 9b hebt genoemd? Kies uit: overheid Keuringsdienst van Waren fabrikanten. Je mag één woord twee keer gebruiken. 3 levensverzekering van de familieleden prijsafspraken kwaliteit overheid fabrikanten keuringsdienst van Waren 4 overheid Lees op bladzijde 45 van het lesboek vaardigheid Vergelijken. 9d Vind je dat er vooral sprake is van verandering of vooral van continuïteit? opdracht Lees op bladzijde 04 van het lesboek de tekst Markten. Bekijk op bladzijde 04 van het lesboek bron 8. a Op het schilderij van bron 8 staat een kruis. Waar staat dat? b Wat betekent dat kruis? c Linksboven. Dat het marktvrede is en iedereen de stad in en uit mag. Waarom golden er speciale regels tijdens de jaarmarkt? Voor de handel was het belangrijk dat iedereen die iets wilde kopen of verkopen de stad in kon. d In welk product is de markt in bron 8 gespecialiseerd? Laken: textiel. e Waarom denk je dat artiesten tijdens de jaarmarkt naar de stad kwamen? Dan waren er veel mensen. f Voor jonge mensen was de jaarmarkt ook een manier om iemand te vinden waar ze mee konden trouwen. Leg dat uit. Omdat er mensen uit de hele streek kwamen, zag je nieuwe mensen op de jaarmarkt _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

24 4 opdracht Lees op bladzijde 48 van het lesboek vaardigheid 7 Bronnen gebruiken. a Wanneer is een bron bruikbaar? Als hij gaat over de vraag die je wilt beantwoorden. b Je hebt de volgende onderzoeksvraag: hoe dreven de mensen in de middeleeuwen handel? Is bron 8 bruikbaar voor je onderzoek? Ja / Nee. c Zo ja, welk antwoord geeft bron 8 op je vraag? Zo nee, waarom is de bron niet bruikbaar? d Ja: je kunt zien dat er gehandeld word. Nee: je kunt niet zien of dit gewoon was en op welke manier mensen met elkaar omgingen. opdracht 3 rood en blauw kleurpotlood Bekijk figuur 6. 3a In de middeleeuwen hadden mensen die hetzelfde ambacht uitoefenden vaak een werkplaats in dezelfde straat. Kleur in figuur 6 de straten en pleinen die iets vertellen over de ambachten die daar vroeger zijn uitgeoefend rood. 3b Kleur in figuur 6 de markten van Hulst blauw. 3c Wat valt je op? De ambachten hadden een eigen hoek van de stad, de markten zaten ook bij elkaar in de buurt. 3d Ken je in jouw stad ook straatnamen die verwijzen naar beroepen? Noem er een paar. Eigen antwoorden. Figuur 6 Stadsplattegrond van Hulst. BEESTEN- KLOOSTER- GANG BIERKAAISTRAAT SCHUTTERS- MARKT 6 GENTSESTRAAT 5 SMEDEN- PLEIN STEENSTRAAT 4 3 GROTE MARKT KOREN- MARKT HOUT- MARKT HOF PAARDEN- MARKT TUINSTRAAT ZOUTESTRAAT OUDE MOLEN- BOLWERK Stadsrechten Den Bosch In 84 gaf hertog Jan III de stad Den Bosch de volgende rechten: De burgers van Den Bosch zijn voortaan vrij. De burgers hoeven mij geen tol (belasting) te betalen. De stad krijgt eigen rechters. Iedereen mag burger van de stad worden, maar hij moet dan wel vijf pond aan mij betalen. FiguuR 7 opdracht 4 Lees op bladzijde 04 van het lesboek de tekst Eigen baas zijn. Lees de tekst van figuur 7. 4a Wie was de heer van Den Bosch? Hertog Jan III. 4b Streep in de volgende zinnen de foute woorden door. Gijsbert werd betrapt toen hij iemand op straat beroofde. Hij wordt berecht door de heer / de rechters van de stad. Anna wil burger van de stad worden. Ze moet vijf pond betalen aan het stadsbestuur / de heer. 3 Willem moet verplicht klusjes doen voor de kasteelheer. Hij woont in een dorp / Den Bosch. 4 De burgers van Den Bosch betalen belasting aan de heer / het stadsbestuur. 4c Wat was het gevolg van de stadsrechten? De burgers van de stad kregen meer / minder macht. De heer kreeg meer / minder macht. Lees op bladzijde 48 van het lesboek vaardigheid 7 Bronnen gebruiken. 4d De informatie in figuur 7 is bruikbaar voor de volgende vraag: Wat waren de stadsrechten van Den Bosch? Hoe dachten de burgers van Den Bosch over hun graaf? Hoe gingen de onderhandelingen tussen de burgers van Den Bosch met de graaf?. Bakkersstraat. Pottebakkersplein 3. Brouwersplein 4. Beenhouwersstraat 5. Hoveniersstraat 6. Koekebakkersplein m _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

25 Thema 5 De stad Blok Een stad in de middeleeuwen 5 Stadsregels in Doetinchem Wanneer iemand de schepenen (= stadsbestuurders), een schrijver of bode steekt of slaat, dan moet hij 40 pond boete betalen en raakt hij zijn burgerschap voor altijd kwijt. Als er alarm wordt geslagen, moet iedere burger met een puntig wapen naar de plaats van onheil komen. Als hij dat niet doet, moet hij een boete van 0 pond betalen. 3 Iedere burger moet op het vuur in zijn huis letten en zorgen dat er geen schade ontstaat. Als een deel van het huis in brand raakt, dan moet hij 0 pond boete betalen. Iemand die geen alarm slaat, betaalt 0 pond boete. Als de brand zo groot wordt dat de buren schade ondervinden, moet hij 40 pond boete betalen. 4 De burger die een moestuin heeft binnen de stad, zal de tuin goed bijhouden op straffe van pond boete. opdracht 6 Lees op bladzijde 04 van het lesboek de tekst Hanzesteden. Samenwerking tussen kooplieden had voordelen. Leg de volgende voordelen uit. 6a samen op reis gaan Dat was veiliger. 6b dezelfde munten gebruiken Je hoeft geen geld te wisselen. 6c samen goederen inkopen Je kunt korting krijgen. Naar: Het Middeleeuws keurboek van de stad Doetinchem FiguuR 8 opdracht 5 verdieping Lees de tekst in figuur 8. 5a Onderstreep alle straffen in de bron. 5b Welke twee soorten straffen zijn er? afnemen van burgerschap 5c Welke informatie over het dagelijks leven in een middeleeuwse stad kun jij per regel uit de bron halen? boetes Mensen die met het stadsbestuur te maken hadden, werden door de regels beschermd. Iedere burger moet meehelpen om de stad te verdedigen. 6d samen onderhandelen met een stadsbestuur 6e samen het alleenrecht hebben op de handel in een bepaald product a Het stadsbestuur zal beter luisteren naar een vereniging van handelaren dan naar een enkele handelaar. Je hebt geen concurrentie en kunt zelf de prijs bepalen. Gebruik de atlas. 6f Zoek de Nederlandse Hanzesteden op in de atlas. Welke overeenkomst is er tussen de steden? Ze liggen allemaal in de nabijheid van een rivier. 3 De burgers moesten erg voorzichtig zijn met het gebruik van vuur in de stad. 4 De inwoners kochten niet al hun eten op de markt, zij hadden ook een eigen moestuin. 5d In hoeverre vind jij deze regels op onze regels lijken? Leg je antwoord uit _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

26 6 opdracht 7 Bekijk op bladzijde 05 van het lesboek bron 9. 7a Wat zijn de drie belangrijkste handelsproducten in de twaalfde en dertiende eeuw? Wijn, wol en graan. 7b Welke twee Italiaanse steden zijn zeer actief in de handel? Genua en Venetië. 7c Leg uit waarom die steden een gunstige ligging hadden. Het zijn havenplaatsen, die aan zeeën liggen die ver het land in steken. 7d In welke landen was de Hanze actief? Nederland, Duitsland, Rusland, Polen, Scandinavië. 7e Sommige steden werden zo groot dat het omliggende platteland niet genoeg voedsel kon produceren. Hoe werd dat opgelost? Door voedsel in te voeren, bijvoorbeeld graan. opdracht 8 Lees op bladzijde 05 van het lesboek de tekst Daar en toen: Córdoba, Arabische stad in Spanje. 8a Wanneer kwamen de Arabieren naar Spanje? In 7 8b Wanneer werden zij definitief verdreven? In 49 8c Hoe lang heeft het Arabische rijk bestaan in Spanje? Van 7 tot 49: 78 jaar, bijna 8 eeuwen! 8d Via Spanje is er veel kennis uit de oudheid weer bekend geraakt in West-Europa. Leg uit hoe dit kwam. 8e De moskee van Córdoba was de op een na grootste moskee in de middeleeuwen. Wat zegt dit over het belang van Córdoba in de islamitische wereld? d De Arabieren bestudeerden boeken van de oude Grieken en lieten die vertalen. Het was de op een na grootste moskee van de Arabische wereld. opdracht 9 kleurpotloden Bekijk op bladzijde 0 van het lesboek de tijdbalk. Gebruik figuur 9. 9a Geef de twee tijdvakken tussen 500 en 500 een eigen kleur en zet de naam erbij. 9b Zet de letters van de volgende gebeurtenissen op de goede plaats op de tijdbalk. A Arabieren vallen Spanje binnen B ontstaan van steden in Europa C christenen veroveren Granada D bloeitijd gilden E Córdoba grootste stad ter wereld F Deventer krijgt stadsrechten opdracht 0 Bb Ga naar en maak de opdracht Stadszegels. opdracht verdieping Bb Ga naar en maak de opdracht Van schaap tot wollen stof. Figuur Tijd van monniken en ridders 000 Tijd van steden en staten 500 A E B A D C _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

27 Thema 5 De stad Blok Een stad in de middeleeuwen 7 Oorzaak Steden zijn aantrekkelijk om te veroveren Handel neemt toe Landbouw brengt meer op Steden worden groter en rijker Mensen in de middeleeuwen zijn erg gelovig Jaarmarkt is erg belangrijk voor een stad gevolg Steden ontstaan In middeleeuwse steden staan veel kerken Stadsbesturen bouwen een muur om de stad Handel neemt toe Stadsbesturen stellen marktvrede in Steden willen zelfstandigheid (stadsrechten) Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: beschrijven hoe een middeleeuwse stad eruitzag. twee oorzaken noemen van de groei van de handel na 000. uitleggen wat een goede plek was om een stad te stichten. uitleggen welke taak de gilden in de stad hadden. uitleggen wat het belang was van een jaarmarkt voor een stad. uitleggen waarom de stadsbewoners stadsrechten wilden. drie voordelen noemen voor steden om lid te worden van de Hanze. Córdoba beschrijven rond het jaar 000. Figuur 0 opdracht op een rij Bekijk figuur 0. Trek een pijl tussen de oorzaak en het gevolg dat daarbij hoort. opdracht 3 deelvraag 3a Noem drie kenmerken van een middeleeuwse stad. muur, stadspoort, gracht, huizen dicht op elkaar, veel kerken, marktpleinen, stank en viezigheid 3b Waar leefden de mensen van in een stad? Begrippen ambacht gilde handel Vaardigheden Vergelijken 7 Bronnen gebruiken Hanze stadsrechten Tijdwijzer Tijd van steden en staten ( ) Ga naar: Van ambachten en handel. 3c Waarom wilden stadsbewoners stadsrechten? Dan konden zij zichzelf besturen en waren zij niet langer afhankelijk van een heer _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

28 8 Menukaart Keuzeopdracht Samen of alleen Wat heb je nodig? A Elfstedentocht Ga als handelaar op reis langs elf Europese steden in de middeleeuwen. Welke avonturen maak je mee? Alleen Computer B De bouw van een kathedraal De bouw van een kathedraal was een enorm karwei. Maak een stripverhaal of schrijf een brief over hoe het er op de bouwplaats aan toeging. Alleen Papier, kleurpotloden C Terug in de tijd in je eigen stad Maak een boekje over sporen uit de middeleeuwen in jouw eigen stad. Met z n tweeën, of meer Middeleeuwse kaart en moderne kaart van jouw stad, 3 vellen A3-papier A Elfstedentocht b Ga naar en maak de opdracht Elfstedentocht. B De bouw van een kathedraal A Lees op bladzijde 06 van het lesboek de tekst Het grootste en mooiste gebouw. Bekijk op bladzijde 06 de bronnen 0, en. Kies een van de volgende opdrachten: A Ik maak een stripverhaal over de bouw van een kathedraal. B Ik schrijf een brief naar een vriend(in) in een andere stad over de bouw van een kathedraal. Stripverhaal Laat in een stripverhaal zien hoe een kathedraal werd gebouwd. Laat in elk geval zien: welke werkzaamheden er waren; welke ambachtslieden wat deden; welke gereedschappen en hulpmiddelen de ambachtslieden gebruikten; van welke materialen de kathedraal gebouwd werd. Tip voor de tekeningen: maak een vergrote kopie van de drie bronnen in het lesboek. Knip delen uit of trek ze over. B Brief Stel je voor dat jij een van de ambachtslieden bent die meewerkt aan de bouw van de kathedraal. Beschrijf in een brief hoe de bouw gaat. Beschrijf in elk geval: wat voor werk jij doet; wat voor ander werk er is; welke materialen jij en de andere ambachtslieden gebruiken; welke gereedschappen en hulpmiddelen jullie gebruiken; hoe groot en mooi de kathedraal wordt. Laat je stripverhaal of brief zien aan de docent _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

29 Thema 5 De stad Menukaart Een stad in de middeleeuwen 9 C Terug in de tijd in je eigen stad c d a opdracht Lees op bladzijde 07 van het lesboek de tekst Sporen van vroeger. Bekijk op bladzijde 07 van het lesboek bron 3. Welke sporen uit de middeleeuwen kun je in steden van nu nog terug zien? 3 4 een stadsmuur of een stadspoort straatnamen het stadswapen (staat bv op gevels van gebouwen, op briefpapier van de gemeente, op de website van de gemeente) gebouwen, zoals een kerk, een stadhuis, een waag of gildenhuizen opdracht Je doet deze opdracht met z n tweeën of meer. Zie menukaart. Bekijk op bladzijde 07 van het lesboek de bronnen 4 en 5. Je gaat een boekje maken van oude sporen in een oude stad bij jou in de buurt. Als je niet weet welke stad dat is, lees dan nog eens opdracht 8 op bladzijde. Lees de opdracht eerst goed door en spreek dan af wie wat gaat doen. Vouw drie A3-vellen en leg ze boven op elkaar. Je hebt nu een boekje. Maak vier kopieën van het oude stadscentrum op de moderne kaart. Maak één kopie van de oude kaart. Ga op zoek naar het stadswapen van jouw stad. Vaak staat dat op het stadhuis, op de site en op brieven van de gemeente. Teken het stadswapen op de voorpagina van het boekje. Schrijf de naam van jouw stad er mooi bij. Probeer uit te zoeken wanneer jouw stad is ontstaan (bijvoorbeeld op en schrijf dat jaartal en het jaartal van nu ook op de voorpagina. b c d e f Kleur op de kopie van de moderne kaart en de oude kaart de middeleeuwse stadsmuur in. Geef met pijlen aan waar de stadspoorten hebben gestaan. Vouw het boekje open. Plak de kopie van de oude stadskaart links en de moderne kaart rechts. Schrijf bovenaan: De stadsmuur. Zoek naar straten in jouw stad die genoemd zijn naar middeleeuwse ambachten. Kleur die straten op de moderne kaart. Sla in het boekje de pagina om. Plak de kopie op de rechterpagina. Schrijf op de linkerpagina de straatnamen verspreid over de pagina. Trek lijnen tussen de straatnamen en de plaats van die straten op de kaart. Teken bij iedere straatnaam iets wat de ambachtslieden vroeger gebruikten (bijvoorbeeld een bierton voor de bierbrouwers). Schrijf boven aan de pagina: Straatnamen. Zoek naar markten in jouw stad. Kleur die markten op de moderne kaart. Sla in het boekje de pagina om. Plak de kopie op de rechterpagina. Schrijf op de linkerpagina de namen van de markten en trek lijnen naar de plaats van die markten op de moderne kaart. Maak tekeningetjes bij de namen van de markten. Schrijf boven aan de pagina: Markten. Zoek uit of er nog middeleeuwse gebouwen in jouw stad staan. (Tip: vraag het na bij de VVV.) Sla in het boekje de pagina om. Plak plaatjes van die gebouwen op de linker- en rechterpagina. Je mag ook een van de gebouwen natekenen. Schrijf onder het gebouw extra informatie, bijvoorbeeld wanneer het gebouwd is en waar het voor diende. Schrijf boven aan de pagina: Gebouwen. Je hebt nog een dubbele pagina over in het boekje. Verzin zelf wat je daar nog over jouw stad kunt laten zien. Laat je boekje zien aan de docent _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

30 _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

31 Thema 5 De stad Blok Aantekeningen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

32 3 Blok 3 De stad verandert Steden veranderen voortdurend. Er wordt gesloopt en gebouwd, winkels openen en sluiten hun deuren. Sommige wijken krijgen een slechte naam. In andere wijken verbetert de woonsituatie. Hoe zijn de steden in Nederland geworden zoals ze nu zijn? Daarover gaat dit blok. a b Waarom vestigden fabrieken zich vanaf 870 in de stad? Daar waren de meeste mensen. Waarom verhuisden werkloze landarbeiders naar de steden? Daar was werk. Deelvraag van dit blok: Hoe is de stad veranderd na 870? c Waarom reisden de werkloze landarbeiders niet van hun oude woonplaats naar de fabriek op en neer? Dat duurde te lang. Dat was te ver. Woorden Sanering Suburbanisatie Leefbaarheid Urbanisatie Camera s Nieuwe fabrieken a b FiguuR opdracht Bekijk in het lesboek de titels, teksten en de bronnen van blok 3. Welke wijken in jouw stad hebben een goede naam? Hoe zien die wijken eruit? Tekst Nieuwe wijken Steden groeien verder Weg uit de stad Verpaupering van wijken Slopen en bouwen Een veilige stad d 3a 3b 3c Hoe kun je aan deze straat zien, dat er nog maar weinig auto s waren toen de wijk werd gebouwd? De straten zijn smal, om parkeerruimte te maken is er nu eenrichtingverkeer ingesteld. opdracht 3 verdieping Bedenk nog een reden waarom fabrieken zich in de steden vestigden. Grotere afzetmarkt en een betere infrastructuur. De huizen in bron 6 hebben geen tuin aan de voorkant, maar wel aan de achterkant. Bedenk waarom bij de huizen in deze fabriekswijken tuinen werden aangelegd. Bijvoorbeeld: voor de teelt van groente, eerste bewoners kwamen uit landelijk gebied. Soms liet de directeur van de fabriek zelf goede woningen bouwen voor zijn arbeiders. Bedenk waarom hij dat wilde doen. Minder zieke arbeiders, hij verdiende aan de verhuur, hij bond de arbeiders aan zich. c Trek in figuur lijnen tussen de woorden en de teksten waar ze in staan. opdracht Lees op bladzijde 08 van het lesboek de tekst Fabrieken in de stad. Bekijk op bladzijde 08 van het lesboek bron 6. 4a opdracht 4 Lees op bladzijde 08 van het lesboek de tekst Hier en toen: Honger en ellende. Bekijk op bladzijde 08 van het lesboek bron 7. Waaraan kun je zien dat de familie in één kamer woonde? Je ziet in één ruimte een bed, een wastobbe, drogende was, een kast _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

33 Thema 5 De stad Blok 3 De stad verandert 33 4b Vind je de mensen op de foto arm? Ja / Nee, omdat eigen antwoord. voortuin voortuin 4c Waardoor was de lucht in de woning slecht? De was hangt er te drogen, er wordt geslapen en er is geen ventilatie, want er zijn geen ramen. 4d Vergelijk deze arbeiderswoning met jouw woning. Schrijf minstens drie verschillen op. Eigen antwoorden. 7,5 meter 0 meter d 5a 5b 5c opdracht 5 blauw en rood kleurpotlood, papier Gebruik figuur. Kleur op beide plattegronden van figuur de keuken rood. Kleur het toilet blauw. Het oude huis heeft twee verdiepingen, het nieuwe huis heeft er drie. Reken uit hoeveel keer het nieuwe huis groter is dan het oude. nieuwe huis: (lengte) 0 m x (breedte) 6 m x (aantal verdiepingen) 3 = 80 m oude huis: (lengte) 7,5 m x (breedte) 5 m x (aantal verdiepingen) = 75 m achtertuin achtertuin 5 meter 6 meter Figuur Plattegrond van een woning uit 94 en een woning uit 005. Figuur 3 (oppervlak nieuwe huis) 80 m : (oppervlak oude huis) 75 m =,4 keer groter 5d Ik bedenk en schrijf liever: maak opdracht. Ik reken liever: maak opdracht. De gezinnen waren rond 900 veel groter dan tegenwoordig. Schrijf een verhaal over hoe het was om rond 900 als kind van dertien jaar in een arbeiderswijk te wonen. Denk daarbij aan privacy, ruimte om te eten, spelen, huiswerk maken, enzovoort. Maak een tekening van je eigen huis op schaal :00. Teken met potlood en gebruik een liniaal. Teken ook de tafel, het aanrecht, enzovoort in je tekening. Als je klaar bent, verklein je de tekening twee keer met het kopieerapparaat (of één keer op 50%) en plak je hem in figuur 3. Zo kun je je huis vergelijken met de plattegronden in figuur _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

34 34 c 6a opdracht 6 Deze opdracht doe je met de hele klas. Een grote industriestad rond 900 was ongeveer 3 km in doorsnede. Stel dat je helemaal aan de andere kant van de stad werkte. Hoe lang deed je er dan over om van je werk naar huis te gaan? 8a opdracht 8 Lees op bladzijde 09 van het lesboek de tekst Steden groeien verder. Er worden in de tekst drie groepen mensen genoemd die een huis zochten. Welke groepen waren dat? (afstand) 3 km : (wandelsnelheid) 5 km/uur mensen die trouwen en kinderen krijgen = 0,6 uur. Dat is 36 minuten. 6b Hoe ver reist de gemiddelde Nederlander nu naar zijn werk? Vraag thuis aan je (werkende) ouder(s) hoeveel minuten hij/zij onderweg is naar zijn/haar werk. 6c minuten. 6b t/m 6e eigen antwoorden. Vraag ook hoeveel km hij/zij reist van huis naar hadden uitgesteld mensen uit Nederlands Indië / Indonesië 3 mensen die uit dorpen naar de stad verhuisden 8b Leg uit waarom mensen in oorlogstijd minder snel trouwen. Door de onzekere toekomst. En de mannen werk. km 6d Tel alle reistijden van de ouders van de klas bij elkaar op en deel het door het aantal ouders. 8c zijn aan het front. Waarom wilden de mensen na de oorlog een goedkoop huis? 6e De gemiddelde reistijd is minuten. Tel alle reisafstanden van de ouders van de klas bij elkaar op en deel het door het aantal ouders. Er was nog weinig geld. 8d Bedenk welke groep mensen uit opdracht 8a de duurste huizen kon betalen. Leg je antwoord uit. De gemiddelde woon-werkafstand is km. 6f Vergelijk alle bovenstaande antwoorden. Wat is je conclusie? De reisafstand is meer / minder gegroeid dan de reistijd. 6g Bedenk een verklaring voor je conclusie. 7a 7b Met vervoermiddelen van nu kun je in dezelfde tijd een veel grotere afstand afleggen. opdracht 7 Gebruik figuur 4. De titel van figuur 4 is urbanisatie. Teken aan de lijnen in de tekening pijlpunten om de figuur kloppend te maken. Schrijf in de legenda op wat de pijlen betekenen. Figuur 4 Urbanisatie. Verhuizende mensen 9a opdracht 9 Bekijk op bladzijde 97 van het lesboek in blok nog eens bron 4. Waar staan in jouw eigen stad zulke huizen? Noem een buurt of een wijk. 9b Hoe kun je aan deze huizen zien dat ze goedkoop gebouwd zijn? 9c De mensen uit Nederlands Indië. Zij hadden al een tijd gewerkt en een kapitaaltje opgebouwd. Alle (kleine) huizen zien er hetzelfde uit. Ze zijn standaard gebouwd, met veel fabrieksonderdelen. Deze huizen hebben geen eigen tuin, in tegenstelling tot sommige huizen in de oude arbeiderswijken. Bedenk waarom er na de oorlog huizen zonder tuin werden gebouwd. Er zijn meer antwoorden goed. Het zelf verbouwen van eten was niet meer nodig, want door de landbouwmachines werd voedsel in de winkel goedkoper. Mensen werkten en hadden geen tijd om in de tuin te werken. Mensen wilden vooral binnen zijn, omdat de lucht in de stad vervuild was. De huizen moesten goedkoop zijn, en grond was duur, dus was een huis zonder tuin veel goedkoper _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

35 Thema 5 De stad Blok 3 De stad verandert 35 bevolking van Amsterdam Figuur opdracht 0 Bekijk figuur 5. 0a In deze figuur betekent een stijgende lijn dat de bevolking groeit / afneemt. De bevolking van Amsterdam / Nederland is sinds 950 alleen maar gegroeid. De bevolking van Amsterdam / Nederland is ook een tijd afgenomen. 0b De bevolkingsgroei van Amsterdam kun je in drie stukken verdelen. In welk jaar begon de afname van de bevolking van Amsterdam? 960 0c In welk jaar begon de bevolking van Amsterdam weer te groeien? 985 bevolking van Amsterdam bevolking van Nederland Figuur 6 Suburbanisatie bevolking van Nederland in miljoenen opdracht Lees op bladzijde 09 van het lesboek de tekst Weg uit de stad. Gebruik figuur 6. a De titel van figuur 6 is suburbanisatie. Teken aan de lijnen in de tekening pijlpunten om de figuur kloppend te maken. b Schrijf in de legenda op wat de pijlen betekenen. c Door de suburbanisatie gingen de steden / dorpen groeien. Kleur de groeiende plaatsen in figuur 6 rood. d Kruis de mensen aan die volgens jou in 970 van de stad naar een dorp verhuisden. Jaap en Greet en hun kinderen Mark (4 jaar) en Carolien ( jaar). Oma Tiedink (68 jaar), die al 4 jaar in dezelfde straat woont. Fons en Maria, die net zijn getrouwd. Johan en Wilma, die twee jaar geleden zijn getrouwd en in Amsterdam zijn komen wonen. Willem (55) en Hanne (54), van wie de kinderen net het huis uit zijn en die van twee slaapkamers vorig jaar één slaapkamer hebben gemaakt. opdracht Bekijk op bladzijde 09 van het lesboek bron 8. Bekijk op bladzijde 08 van het lesboek nog eens bron 6. a Door de suburbanisatie verhuisden mensen / bedrijven uit de stad naar de dorpen eromheen. De bedrijven / mensen bleven in de stad achter. b Leg uit wat files te maken hebben met suburbanisatie. Doordat mensen buiten de stad gaan wonen, maar in de stad blijven werken, reizen ze iedere dag rond dezelfde tijd naar de stad. De wegen kunnen die verkeersstroom niet aan. c De huizen van bron 8 zijn gebouwd in een tijd dat auto s een veel belangrijkere rol speelden in het leven dan in de tijd van bron 6. Leg uit hoe je dat kunt zien. Verhuizende mensen Aan de carports, parkeerruimte. Men leeft veel minder op straat _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

36 36 a opdracht 3 verdieping Gebruik GB 64C (BB 37E en F). 3a Het begrip dat het beste bij deze kaarten past is: wijken / stad / agglomeratie 3b Op deze kaarten staat niet aangegeven dat de mensen uit Eindhoven naar de omliggende gemeenten zijn verhuisd. Wat staat wel op de kaart aangegeven? 4c Bedenk waarom veel mensen tegen de aanleg van de nieuwe weg zijn. Dat verstoort het natuurgebied. 4d Bedenk een andere oplossing voor het extra verkeer als Almere verder groeit. Verbreding van bestaande wegen. GB: Hoe snel de bevolking in de verschillende 3c Hoe kun je met het antwoord op opdracht 3b uitleggen dat er toch veel mensen van Eindhoven naar de omliggende gemeenten zijn verhuisd? 3d Er is tegenwoordig ook een flinke stroom forensen van Eindhoven naar gemeenten zoals Best en Veldhoven. Welke conclusie kun je daaruit trekken? c a gemeenten is gegroeid. BB: Hoe het forensisme in de agglomeratie Eindhoven is gegroeid. GB: De bevolking van Eindhoven nam af, toen de omliggende gemeenten groeiden, de kans is groot dat mensen die uit Eindhoven vertrokken zich in omringende gemeenten vestigden. BB: Het forensisme naar Eindhoven groeide, mensen die uit Eindhoven vertrokken om te wonen bleven wel in de stad werken. Dat er in die gemeenten bedrijven zijn bijgekomen, misschien wel verhuisd uit Eindhoven. opdracht 4 Deze opdracht doe je met z n tweeën. Gebruik de atlas. Bekijk op bladzijde 09 van het lesboek bron 9. Almere is een plaats die nog steeds veel Amsterdammers trekt. Daardoor neemt het verkeer toe. Er zijn daarom plannen de snelweg A6 uit Almere door te trekken naar de snelweg A9 bij Ouderkerk aan de Amstel. 4a Zoek deze plaatsen op in de atlas. Welk deel van Amsterdam wordt door de nieuwe weg voor inwoners van Almere beter bereikbaar? opdracht 5 Lees op bladzijde 0 van het lesboek de tekst Verpaupering van wijken. 5a Wat is verpauperen? Als in een wijk de huizen achteruitgaan en de voorzieningen verdwijnen. 5b Leg uit wat verpauperen te maken heeft met suburbanisatie. Door de suburbanisatie bleven arme, oude en minder goed geschoolde mensen in de stad achter, de rijke, hoogopgeleide en jonge mensen trokken weg. opdracht 6 6a Welke zinnen hebben te maken met het achteruitgaan van de leefbaarheid? Slagerij Olthuis wordt gesloten. Oma Wesselius krijgt nieuwe buren, een tienermoeder met twee kinderen. Het nieuwe winkelcentrum De Lippinkhof wordt geopend. De vader van Ozan (7) vindt dat zijn zoon niet meer alleen naar school mag lopen. De buurtvereniging organiseert een barbecue bij de wedstrijden van het Nederlands elftal. 6b Leg uit waarom de huurprijs van een huis in een wijk die aan het verpauperen is, laag is. Mensen wonen er niet graag. Door een lage huurprijs hopen de verhuurders toch nog huurders te trekken. 6c Wat doen de verhuurders om, ondanks de lage huren, toch winst te kunnen maken? Ze onderhouden de woningen slecht. Amsterdam zuid, Amstelveen, Schiphol 4b De nieuwe weg komt vlak langs een meer. Welk meer is dat? Het Naardermeer _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

37 Thema 5 De stad Blok 3 De stad verandert 37 stadsvernieuwing renovatie sanering opknappen afbreken en bouwen FiguuR 7 opdracht 7 Bekijk op bladzijde 0 van het lesboek bron 30. 7a Schrijf drie dingen op waaraan je kunt zien dat dit een verpauperde wijk is. dichtgespijkerde ramen graffiti 3 rommel op straat 7b Zijn er in jouw eigen omgeving zulke buurten? Zo ja, waar? 7c Zou jij je veilig voelen als je s avonds in zo n wijk zou rondlopen? Zo nee, waar zou je bang voor zijn? opdracht 8 Lees op bladzijde 0 van het lesboek de tekst Slopen en bouwen. Vul in figuur 7 de volgende begrippen in. sanering renovatie stadsvernieuwing opdracht 9 Bekijk op bladzijde van het lesboek bron 3. 9a In bron 3 zie je een voorbeeld van renovatie / sanering. 9b Kijk goed! De nieuwe huizen zijn groter / kleiner dan de oude huizen. 9c Worden in je eigen omgeving ook oude huizen vervangen door nieuwe? Zo ja, waar? c opdracht 0 De opdrachten 0c en 0f doe je met je klasgenoten. Lees op bladzijde van het lesboek de tekst Een veilige stad. Bekijk op bladzijde van het lesboek bron 3. 0a Hangen er in jouw omgeving beveiligingscamera s? Zo ja, waar? 0b Welke veiligheidsmaatregelen zijn er bij jou op school? Eigen antwoord, bijvoorbeeld: camera s, toezicht personeel, antipest protocol, wijkagent, poortjes. 0c Bedenk eerst zelf en overleg daarna met je klasgenoten: Helpen die maatregelen voor een veiliger gevoel? Jullie eigen antwoorden. 0d Sommige mensen vinden dat camera s je privacy aantasten. Wat bedoelen die mensen daarmee? Dat ze zich minder vrij voelen, dat ze zich bekeken voelen 0e Ben jij het ermee eens dat cameratoezicht je privacy aantast? Leg je antwoord uit. 9d Bedenk een nadeel van sanering voor de bewoners van de wijk. De oude bewoners moeten een tijd weg. Ze 0f Bedenk eerst zelf en overleg dan met je klasgenoten. Wat vind jij belangrijker: privacy of veiligheid? Jullie eigen antwoorden. komen terug in duurdere huizen. Niet iedereen kan dat betalen. Er zijn vaak minder huizen dan er waren, waardoor niet iedereen kan terugkomen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

38 38 opdracht Bekijk op bladzijde van het lesboek bron 33. a Bij het verbeteren van oude wijken gaat het om het verbeteren van de woningen en van de woonomgeving. In bron 33 gaat het over de woningen / woonomgeving. b Behalve de gemeente, betaalt ook de verhuurder van de woningen (de woningstichting) soms mee aan een basketbalveld of speeltuin. Leg uit waarom de verhuurder meebetaalt aan deze dingen. Als de woonomgeving aantrekkelijk is, willen mensen ook graag in de huizen wonen. Zo hoopt de verhuurder te voorkomen dat er huizen 5 Na de oorlog gaan veel mensen trouwen. Werklozen uit de landbouw verhuizen naar de stad. opdracht 4 deelvraag 4a Wat gebeurde er met de steden tussen 870 en 940? De steden groeiden door urbanisatie. 4b Wat voor soort huizen werd er in de steden gebouwd tussen 950 en 960? Goedkope flats. leeg komen te staan, waardoor hij niets verdient. opdracht Bb Ga naar en maak de opdracht Cruyff Courts. 4c Wat gebeurde er met de bevolking van de steden tussen 970 en 985? De bevolking vertrok naar de omliggende opdracht 3 op een rij De zinnen hieronder gaan over de ontwikkelingen in de stad. Ze staan niet in de juiste volgorde. Geef de goede volgorde van de zinnen aan door voor de eerste zin van het verhaal een te zetten, voor de zin die daar een gevolg van is een, enzovoort. De leefbaarheid in de stad wordt beter. De leefbaarheid in de steden gaat achteruit. De oude wijken in de stad verpauperen. De welvaart neemt toe. Doordat meer mensen buiten de stad gaan wonen, neemt het aantal files toe. Mensen kopen een auto en gaan buiten de stad wonen. Er worden in hoog tempo veel kleine flats gebouwd. Fabrieken vestigen zich in de stad. In oude wijken van de stad worden grotere en betere woningen gebouwd. Nieuwe, kleine huizen worden dicht bij de fabrieken gebouwd. In de Tweede Wereldoorlog worden veel huizen verwoest. gemeenten. 4d Wat gebeurde er met oude wijken in de steden na 985? Daar vond stadsvernieuwing plaats. Wist je dat? Er in de negentiende eeuw verschillende epidemieën van cholera waren? Deze besmettelijke ziekte trof vooral de mensen in de arbeiderswijken. Cholera afkomstig was uit India en in 83 naar Nederland kwam? De Britse arts John Snow in 849 ontdekte dat de ziekte werd overgebracht door besmet drinkwater? In 848 de ergste uitbraak van cholera was? Er vielen ongeveer.000 slachtoffers in Nederland. Daar zijn Noord-Brabant en Limburg niet in meegerekend. Cholera voorkomt als klere in de vloek: Krijg de klere? _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

39 Thema 5 De stad Blok 3 De stad verandert 39 Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: uitleggen waarom de steden in Nederland na 870 groeiden. uitleggen waarom de woonomstandigheden van de nieuwe stadsbewoners vroeger slecht waren. drie redenen noemen waarom de bevolking van de steden na de Tweede Wereldoorlog nog sneller groeide. vertellen welke soorten woningen werden gebouwd in de jaren vijftig van de vorige eeuw. vertellen welke groepen mensen na 960 de stad verlieten. uitleggen waarom deze groepen mensen na 960 de stad verlieten. uitleggen welke problemen er daardoor ontstonden in de oude wijken van de steden. vertellen met welke twee vormen van stadsvernieuwing de gemeenten de achteruitgang van de oude wijken probeerde te stoppen. voorbeelden noemen van het verbeteren van de woonomgeving in je eigen stad. Eigen onderwerp. Eigen onderwerp. Begrippen forens leefbaarheid renovatie sanering stadsvernieuwing suburbanisatie urbanisatie verpauperen Ga naar: _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

40 40 Menukaart 3 Keuzeopdracht Samen of alleen Wat heb je nodig? A Jouw woonwijk op internet Vergelijk jouw wijk met andere wijken in Nederland. Samen Computer B Mumbai: wereldstad in India Ontdek hoe het is om te leven in de megastad Mumbai. Alleen of samen Computer, papier C Spangen: verhaal van een oude wijk Ontdek zelf hoe de Rotterdamse wijk Spangen is veranderd. Samen Papier (A3), schaar, lijm A Jouw woonwijk op internet Bb Ga naar en maak de opdracht Jouw woonwijk op internet. B Mumbai: wereldstad in India a opdracht Gebruik de atlas. Zoek Mumbai op in de atlas. Waarom heeft Mumbai een gunstige ligging voor de handel? Geef twee redenen. Het ligt aan de kust, aan een baai. Dat is een natuurlijke haven. Het is verbonden met het binnenland door spoorwegen en wegen. opdracht Lees op bladzijde van het lesboek de tekst Indiase megastad. Bekijk op bladzijde van het lesboek de bronnen 34, 35 en 36. Kies een opdracht: A Ik maak een powerpointpresentatie over Mumbai. B Ik schrijf een brief van een inwoner van Mumbai naar een Nederlandse vriend(in). A B Powerpointpresentatie Maak een powerpointpresentatie over Mumbai. Als je tijd hebt, kun je meer informatie zoeken (bibliotheek, internet). Laat in ieder geval iets zien over: de ligging van Mumbai; de huisvesting; het verkeer; het milieu. Brief Stel je voor dat je een inwoner bent van Mumbai. Via internet ben je in contact gekomen met een meisje of jongen uit Nederland. Je schrijft haar/ hem een brief waarin je jouw stad beschrijft. Schrijf in ieder geval iets over: de ligging van Mumbai; hoe jij woont; het verkeer; het milieu. - Laat je brief lezen aan de docent. - Overleg met de docent of je je powerpointpresentatie kunt laten zien aan de klas _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

41 Thema 5 De stad Menukaart 3 De stad verandert 4 C Spangen: verhaal van een oude wijk c d Deze opdracht doe je met z n tweeën. groot vel papier (A3), schaar, lijm Lees op bladzijde 3 de tekst Wijk in verandering. Bekijk op bladzijde 3 van het lesboek de bronnen 37 en 38. gebruik figuur. Kopieer deze bladzijde en knip de kaartjes uit. Leg de kaartjes zo op tafel dat er een logisch verhaal ontstaat. Plak de kaartjes op een groot vel papier. Bij deze opdracht zijn verschillende antwoorden mogelijk. De kaartjes passen in een netwerk van oorzaken en gevolgen. Figuur Architect J.J.P. Oud krijgt de opdracht van de gemeente om een moderne arbeiderswijk te bouwen. Er komen steeds meer werklozen in Spangen wonen. Spangen is een nette wijk waar veel ambtenaren en onderwijzers wonen. De nieuwe huizen aan de Schie worden snel verkocht. Marco Berini komt met vier vrienden uit Italië als havenarbeider in een huurwoning in Spangen wonen. De gemeente besluit de woningen op te knappen en koopt daarvoor huizen van de verhuurders. In een van de woningen van Arend de Wit valt de politie binnen omdat er in drugs wordt gehandeld. Bij het bombardement op het centrum van Rotterdam blijft Spangen gespaard. Het nieuwe Restaurant Cantina Colore wordt ingericht door kunstenaar Bertil B. Arend de Wit wil zijn huizenblok alleen voor een hoge prijs verkopen. Er komt een supermarkt aan de rand van Spangen. In 959 wordt Sparta, de voetbalclub van Spangen, voor de laatste keer landskampioen. Slagerij Visser verliest veel klanten en moet sluiten. Na een paar jaar hebben Marco en zijn vrienden genoeg verdiend, ze gaan weer naar Italië. De gemeente laat leegstaande huizen slopen. Om in Spangen te komen, moet je met een pontje de Schie oversteken. De bewoners van de opgekochte huizen wonen tijdelijk ergens anders in Rotterdam. Het opknappen van de wijk duurt lang. Arend de Wit koopt een heel huizenblok op om de woningen te verhuren. Er worden nieuwe huizen gebouwd, die ruimer zijn dan de vorige. Twee vrouwen uit Spangen worden vermoord en op een industrieterrein even verderop gevonden. Door de toename van de internationale handel groeit de haven van Rotterdam. Niemand wil in de nieuwe huizen in Spangen wonen. De gemeente sluit de opvang van drugsverslaafden bij het station. Johnny, een drugsverslaafde, trekt in bij twee verslaafde vrienden in Spangen. De eerste huizen worden opgeleverd in 98. In 93 wordt er een brug over de Schie gebouwd. Arend de Wit doet zo weinig mogelijk aan onderhoud, voor een zo groot mogelijke winst. Henk van Delft, een politieagent uit Spangen, koopt een huis met tuin in Spijkenisse. De gemeente verkoopt huizenblokken voor 0. Maar de koper moet het huis wel netjes opknappen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

42 _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

43 Thema 5 De stad Blok 3 Aantekeningen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

44 44 Blok 4 Jouw stad Ben jij net als de inwoners van Amersfoort in de middeleeuwen trots op jouw stad? En wat is er dan zo bijzonder aan jouw stad? Leer in dit blok je eigen stad kennen. e Als je één foto van je woonplaats zou moeten mailen naar je chatvriend(in), wat zou je dan fotograferen in jouw woonplaats? Waarom neem je juist deze foto? opdracht 3 Deelvraag van dit blok: Hoe gaat het met jouw stad? 3a Lees op bladzijde 4 van het lesboek bron 40. Leg uit wat sport en identiteit met elkaar te maken hebben. Met jouw sport of een club uit jouw plaats, kun a opdracht Bekijk in het lesboek de titels, teksten en bronnen van blok 4. Lees de introtekst. De teksten in blok 4 gaan over: meningen van mensen over hun stad. feiten over de stad. Welke tekst(en) en bronnen gaan over meningen? Eigen antwoord(en). 3b 3c 3d je laten zien dat je trots bent op die plaats. Voel jij je betrokken bij een sportclub in jouw stad? Zo ja, hoe laat je dat zien? Eigen antwoord, bijv. door een shirt te dragen, naar wedstrijden te gaan. Op welke andere manier blijkt dat de eigen identiteit van Twente sterk is? Twente heeft een eigen taal. b a Welke tekst(en) en bronnen gaan over feiten? Eigen antwoord(en). opdracht Lees op bladzijde 4 van het lesboek de tekst Trots op je stad. Bekijk op bladzijde 4 van het lesboek de bronnen 39 en 4. Waar zijn de mensen in bron 39 en bron 4 trots op? opdracht 4 Bb Lees op bladzijde 48 van het lesboek vaardigheid 7 Bronnen gebruiken. 4a In thema 3 over toerisme heb je al geleerd dat steden reclame maken om bewoners, bedrijven en toeristen te trekken. Gemeenten proberen ook van plaatsen in het buitenland te leren, door samen te werken. Dat heet een stedenband. Vaak staat bij het plaatsnaambord aangegeven met welke plaatsen een plaats een stedenband heeft. Met welke plaats(en) in welk land heeft jouw stad een stedenband? Bron 39: Dat Breda een mooie, goede binnenstad heeft. Antwoorden zijn te vinden op b c d Bron 4: Dat Enschede een goede voetbalclub heeft. Waar zijn de bewoners van jouw stad of dorp trots op? Hoe laten ze dat zien? Hebben ze gelijk of vind je dat ze overdrijven? 4b Je kunt informatie zoeken op internet om meer over die plaats te weten te komen. Daarvoor is het belangrijk dat je duidelijke vragen stelt, die je over die plaats wilt weten. Schrijf drie vragen op waar je een antwoord op wilt vinden. Eigen vragen, bijv.: in welk land ligt die plaats, hoeveel inwoners zijn er, wat zijn de belangrijkste bedrijven, is er een goede voetbalclub, hoe zien de huizen eruit? _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

45 Thema 5 De stad Blok 4 Jouw stad a opdracht 6 Lees op bladzijde 45 van het lesboek vaardigheid Vergelijken. Waar moet je op letten als je de verspreiding van de verschijnselen op de kaarten van de bronnen 4 t/m 45 met elkaar vergelijkt? Overeenkomsten en verschillen. 4c Onderstreep in elke vraag het belangrijkste woord. Dat woord kun je als zoekterm op internet gebruiken. 4d Zoek nu de antwoorden op je vragen. Schrijf de antwoorden op en schrijf erbij op welke website je het antwoord hebt gevonden. 4e Antwoord : eigen antwoord Website: eigen antwoord Antwoord : eigen antwoord Website: eigen antwoord Antwoord 3: eigen antwoord Website: eigen antwoord Hoe betrouwbaar zijn de websites waar je de informatie hebt gevonden? Leg je antwoord uit. De kwaliteit van de websites is afhankelijk van 6b Vergelijk de kaarten van bron 4 t/m 45 en kruis de juiste uitspraken aan. In wijken met lage inkomens is de waarde van de woningen laag. In wijken met hoge inkomens zijn er veel criminele jongerengroepen. 3 In wijken met lage inkomens hebben veel mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering. 4 In wijken met veel criminele jongerengroepen hebben veel mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering. 5 In dure woningen wordt veel ingebroken door criminele jongeren. 6c In welke uitspraak hebben de kenmerken niets met elkaar te maken? In zin 4 hoe oud de bron is, wie de maker is en wat de opdracht 7 5a 5b 5c bedoeling van de maker is. opdracht 5 Lees op bladzijde 4 van het lesboek De stad in cijfers en kaarten. Bekijk op bladzijde 5 van het lesboek de bronnen 4 t/m 45. Welke bron gaat over het inkomen van de inwoners van Utrecht? Bron 43 In welke drie wijken hebben de bewoners de laagste inkomens? Overvecht, Noordwest en Zuidwest. In welke drie wijken van Utrecht zijn er weinig inwoners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering? 7a 7b 7c Lees op bladzijde 5 van het lesboek de tekst Conclusies trekken. In het lesboek staat dat er een verband is tussen wijken met lage inkomens en wijken waar veel mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben. Bedenk waarom arbeidsongeschikte mensen een lager inkomen zullen hebben. Mensen die arbeidsongeschikt zijn, hebben geen werk uit inkomen, uitkeringen zijn relatief laag. Bedenk ook een reden waarom mensen met een laag inkomen sneller arbeidsongeschikt worden. Ze zijn lager opgeleid en doen daarom vaker ongeschoold, gevaarlijk en zwaar werk. Welke verband is het belangrijkst, denk je? Leidsche Rijn, Binnenstad, Oost en Noordoost. 5d In welke wijk van Utrecht zijn er de meeste criminele jeugdgroepen? Zuidwest _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

46 46 Wijk % Marokkaans 7d 7e 7f In wijken met hoge inkomens en dure woningen wordt minder ingebroken dan in wijken met lage inkomens. Stel, je bent een inbreker. Waarom zou je in willen breken in een dure woning? Daar is waarschijnlijk veel te halen. Waarom is het moeilijker om in een dure woning in te breken? Dure huizen zijn beter beveiligd. Welke reden is voor inbrekers blijkbaar belangrijker? De beveiliging van de woningen. opdracht 8 West 7,6 Noordwest 9,0 Overvecht 9,4 Noordoost, Oost,9 Binnenstad,6 Zuid 9, Zuidwest, Leidsche Rijn 6,0 Vleuten-De Meern,6 Figuur 8a In figuur staat hoeveel procent van de bevolking in iedere wijk van Marokkaanse afkomst is. Zet in figuur de wijken uit figuur op volgorde. De wijk met de meeste mensen van Marokkaanse afkomst komt bovenaan. Zet de cijfers die bij iedere wijk horen er ook achter. De wijk Binnenstad is al gedaan. 8b Bekijk de cijfers die achter de wijken staan. Verdeel de cijfers in drie groepen (veel, gemiddeld en weinig) van minimaal twee en maximaal vier wijken. veel: gemiddeld: weinig: Verschillende antwoorden, logisch is 4 of wijken met veel, of 4 wijken met gemiddeld en 4 wijken met weinig. Wijk % Marokkaans Zuidwest, Overvecht 9,4 Zuid 9, Noordwest 9,0 West 7,6 Leidsche Rijn 6,0 Vleuten-De Meern,6 Noordoost, Oost,9 Binnenstad,6 Figuur 8c Zoek de wijken op in figuur 3. Bedenk of de wijken met veel bewoners van Marokkaanse afkomst een donkere of een lichte kleur moeten krijgen. Leg je antwoord uit. Donker. Donker betekent veel. Figuur 3 Percentage bewoners van Marokkaanse afkomst (006). 8d Kleur de kaart met de indeling die jij hebt gemaakt. 8e Stel, je maakt deze kaart over twintig jaar nog een keer. Dan zijn de Marokkaanse kinderen van nu volwassen. Welk verschil zul je waarschijnlijk zien? Jouw eigen ingekleurde kaart Omdat steeds meer Marokkanen hoog opgeleid zijn, zullen ze ook meer in de betere wijken gaan wonen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

47 Thema 5 De stad Blok 4 Jouw stad 47 opdracht 9 9a Kruis de juiste zinnen aan. In wijken met veel bewoners van Marokkaanse afkomst: is de waarde van de woning gemiddeld laag. zijn de inkomens gemiddeld laag. is de gezondheid van de mensen slecht. wordt veel ingebroken. 9b Van de bewoners in Overvecht heeft,3% een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Hoeveel procent van de mensen in die wijk zijn van Marokkaanse afkomst? 9c 9,4 % Leg uit waarom je niet kunt zeggen dat veel bewoners van Marokkaanse afkomst arbeidsongeschikt zijn. 9d Met welk onderwerp van de bronnen 4 t/m 45 hebben arbeidsongeschiktheid en een Marokkaanse afkomst wel te maken? 9e d De 9,4% mensen van Marokkaanse afkomst kunnen heel gezond zijn. Inkomen. Leg uit waarom beide verschijnselen veel in Overvecht voorkomen. Marokkanen hebben een laag inkomen (zie tekst), mensen met een slechte gezondheid vaak ook. opdracht 0 gegevens over je eigen gemeente, papier, kleurpotloden, lijm Over je eigen gemeente kun je ook gegevens per wijk verzamelen. Voor sommige gemeenten lukt dat goed via internet, bij andere gemeenten kun je een boekje met cijfers ophalen bij het gemeentehuis. Vraag je leraar om gegevens over jouw stad. 0a Kies vier onderwerpen waarover gegevens bestaan in jouw stad. Maak kaarten over die onderwerpen op dezelfde manier als in opdracht 8. 0b Plak de kaarten op. Schrijf bij elke kaart een kort verhaaltje over wat die kaart te maken heeft met de onderwerpen op de andere kaarten. Eigen antwoorden. b Noem drie kenmerken van wijken die je kunt onderzoeken. 3 opdracht deelvraag Hoe gaat het met jouw stad? a Noem twee kenmerken van jouw stad, waaruit blijkt dat het goed gaat. b Noem twee kenmerken van jouw stad, waaruit blijkt dat het niet goed gaat. waarde van de woningen inkomen inbraken c Welk kenmerk vind jij het belangrijkst? d Leg je antwoord uit. e Trek nu een conclusie. Hoe gaat het met jouw stad? Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: een voorbeeld geven van hoe de stad mensen een deel van hun identiteit geeft. twee kenmerken noemen van een wijk die je in cijfers kunt uitdrukken. uitleggen wat die twee kenmerken met elkaar te maken hebben. uitleggen waarom kinderen van mensen met een buitenlandse afkomst meer verspreid over de stad wonen dan hun ouders. Vaardigheden Vergelijken 7 Bronnen gebruiken opdracht op een rij a Waarom zijn mensen trots op hun stad? Omdat ze er vandaan komen. Het is een deel Ga naar: van hun identiteit _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

48 _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

49 Thema 5 De stad Blok 4 Aantekeningen _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

50 50 Eindsprint a opdracht Bekijk het schema van figuur. Vul de woorden aan waarvan al een letter is gegeven. b c Streep van de schuingedrukte woorden steeds het foute woord door. Zet de volgende woorden op de goede plek: Indonesië stadsrechten werkloosheid jaarmarkt warenhuis woonwijk gezin gilde voorzieningen stadsvernieuwing landelijk gebied bakker stadscentrum 000 baas fabrieken urbanisatie goedkope 950 verpauperen. Plek waar mensen wonen = nederzetting FiguuR soorten: tad orp s d Stad heeft veel dagelijkse, bijv. niet-dagelijkse, bijv. warenhuis voorzieningen bakker Functies van de stad: wonen: in winkelen: in werken woonwijk stadscentrum Voor bedrijven is ereikbaarheid b belangrijk Middeleeuwen Steden ontstaan 000 na jaar Uiterlijk smalle / brede straten Economie Mensen leefden van: Bestuur stadsbewoners door bloei van de andel h plek: kruispunt van egen ivieren w en r vies / schoon veilig / onveilig grootste gebouw: erk de k handel: keer per jaar werd jaarmarkt gehouden ambachten: mensen met hetzelfde beroep wilden eigen baas zijn heer geeft de stad stadsrechten waren lid van een gilde Na 870 Stad groeit Oorzaken: fabrieken werkloosheid steeds meer in steden in landelijk gebied mensen trekken van landelijk gebied naar stad om urbanisatie in fabrieken te werken = gevolg: nieuwe arbeiderswijken worden gebouwd goedkope met woningen Na Tweede Wereldoorlog Stad groeit Grote vraag naar woningen, doordat: veel woningen waren vernield in de oorlog jonge mensen een beginnen Nederlanders terugkomen uit mensen van naar de stad trekken gezin Indonesië landelijk gebied gevolg: veel nieuwe, goedkope woningen worden in 950 de jaren gebouwd Na 960 Mensen trekken weg uit de stad Oorzaken: tijgen lonen s uto mensen krijgen een a uin mensen willen een groter huis met een t Gevolgen: arme / rijke mensen blijven achter in de stad sommige wijken in de steden verpauperen Oplossing: stadsvernieuwing, door: sanering renovatie _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

51 Thema 5 De stad Eindsprint A BC D E 900 F FiguuR opdracht a b c Bekijk op bladzijde 38 van het lesboek de Tijdwijzer. Gebruik de tijdbalk van figuur. Kleur op de tijdbalk de tijd van steden en staten. Zet de letters van de volgende gebeurtenissen in de goede volgorde. A Veel mensen trekken weg uit de stad. B Door de oorlog ontstaat grote schade aan woningen. C Er worden veel nieuwe woningen gebouwd na de oorlog. D Ontstaan van steden. E Steden groeien door de komst van fabrieken. F Door stadsvernieuwing keren mensen terug naar de stad. Re-urbanisatie Zet de letters van de gebeurtenissen op de goede plaats op de tijdbalk. opdracht 3 Gebruik de kaart van figuur 3. Schrijf de naam van de stad achter het juiste cijfer Almere 3 Groningen Leeuwarden Assen Emmen Zwolle Enschede Deventer Arnhem Apeldoorn Lelystad Utrecht Amersfoort 4 Haarlem FiguuR 3 5 Amsterdam 6 Hoorn 7 Alkmaar 8 Den Haag 9 Delft 0 Rotterdam Dordrecht s-hertogenbosch 3 Roosendaal 4 Breda 5 Tilburg 6 Eindhoven 7 Maastricht 8 Heerlen 9 Venlo _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

52 5 Begrippen agglomeratie (blok LB blz. 97) Een stad met de daaraan vastgegroeide dorpen. Den Haag, Rijswijk, Scheveningen en Voorburg vormen samen de agglomeratie Den Haag. ambacht (blok LB blz. 03) Een beroep waarbij je met je handen iets maakt. Een bakker is een ambachtsman. bereikbaarheid (blok LB blz. 99) Hoe gemakkelijk een plaats te bereiken is. IKEA heeft een goede bereikbaarheid. De winkels liggen vlak bij de snelweg. drempelwaarde (blok LB blz. 98) Het aantal mensen dat mogelijk van een voorziening gebruikmaakt. Een snoepwinkel heeft een hogere drempelwaarde dan een bakker. dorp (blok LB blz. 96) Een kleine plaats, met weinig inwoners en weinig voorzieningen. In het dorp wonen ongeveer 740 mensen. forens (blok 3 LB blz. 09) Iemand die heen en weer reist tussen de plaats waar hij woont en de plaats waar hij werkt. Mijn moeder is een forens: ze werkt in Amsterdam en ze woont in Hoorn. gilde (blok LB blz. 03) Een vereniging in de middeleeuwen van mensen met hetzelfde beroep. Het bakkersgilde stelde de prijs van brood vast. handel (blok LB blz. 03) Het kopen en met winst verkopen van producten. Met de handel in textiel werd veel winst gemaakt. Hanze (blok LB blz. 04) De vereniging van kooplieden uit verschillende steden die met elkaar samenwerkten om meer handel te krijgen. Nederlandse Hanzesteden zijn bijvoorbeeld Deventer, Zwolle en Zutphen. infrastructuur (blok LB blz. 99) Alle voorzieningen die nodig zijn om mensen, producten, energie en informatie te verplaatsen. Na de Tweede Wereldoorlog was de infrastructuur van Nederland zwaar beschadigd. leefbaarheid (blok 3 LB blz. 0) De mate waarin je in een plaats prettig kunt leven. Door het verbeteren van de straatverlichting is de leefbaarheid van de wijk beter geworden. mobiliteit (blok LB blz. 98) Het gemak waarmee mensen zich kunnen verplaatsen. Met een auto ben je heel mobiel. renovatie (blok 3 LB blz. 0) Het aanpassen en verbeteren van oude gebouwen. Na de renovatie waren de flats snel verhuurd. sanering (blok 3 LB blz. 0) Het slopen van huizen om er nieuwe huizen voor in de plaats te bouwen. Na de sanering zag de buurt er veel aantrekkelijker uit. stad (blok LB blz. 96) Een grote plaats, met veel inwoners en veel voorzieningen. Amsterdam is een stad. stadscentrum (blok LB blz. 98) Het deel van de stad met de meeste winkels, restaurants en cafés. Overdag is het in het stadscentrum vaak erg druk. stadsrechten (blok LB blz. 04) Afspraken in de middeleeuwen tussen de heer en de inwoners van een stad. In het stadsrecht stond welke rechten en plichten de inwoners van de stad hadden. stadsvernieuwing (blok 3 LB blz. 0) Het verbeteren van de leefbaarheid van de stad door renovatie en sanering. Door de stadsvernieuwing keerden mensen terug naar de stad _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

53 Thema 5 De stad Begrippen 53 stedelijk gebied (blok LB blz. 99) Een dichtbevolkt gebied waar verschillende steden en dorpen liggen. De Randstad is een stedelijk gebied. suburbanisatie (blok 3 LB blz. 09) Het verhuizen van mensen uit de stad naar de dorpen in de omgeving van de stad. Door de suburbanisatie vanuit Amsterdam is Amstelveen sterk gegroeid. urbanisatie (blok 3 LB blz. 08) Het verhuizen van mensen uit dorpen naar de stad. Door de urbanisatie groeiden de steden in de negentiende eeuw sterk. verkeer (blok LB blz. 98) Het bewegen van vervoermiddelen en informatie. Door het popconcert was er veel verkeer rond het stadion. verpauperen (blok 3 LB blz. 0) Het achteruitgaan van een wijk, doordat voorzieningen verdwijnen en de huizen slechter worden. Een pauper is een arm iemand; verpauperen is dus letterlijk armer worden. vervoer (blok LB blz. 98) Het verplaatsen van mensen en producten. Voor het vervoer van leerlingen tijdens een schoolreis kun je gebruikmaken van een bus. voorzieningen (blok LB blz. 96) Bedrijven en organisaties die ervoor zorgen dat mensen kunnen krijgen wat ze nodig hebben, bijvoorbeeld scholen, winkels, ziekenhuizen. Er zijn dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. In een stad vind je meer voorzieningen dan in een dorp. woonwijk (blok LB blz. 97) Een deel van een stad of dorp met vooral woningen en bijna geen bedrijven. In een woonwijk mag je meestal niet harder rijden dan dertig kilometer per uur. Ga naar: _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

54 54 Illustratieverantwoording Vormgeving & opmaak: Cartografie: Technisch tekenwerk: Beeldresearch: Foto omslag: Invorm, Barchem EMK, Deventer Tiekstra Media, Groningen Lineair Fotoarchief, Arnhem Verbaal Bureau voor Visuele Communicatie, Velp Chinafotopress De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

55 Thema 5 De stad Illustratieverantwoording _Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

56 064887_Mundo_KGT_TS5_AWM.indd :0

Ik en de maatschappij. Reizen

Ik en de maatschappij. Reizen Ik en de maatschappij Reizen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Ferry van de Put Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Eindredactie: Daphne Ariaens

Nadere informatie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie Zelfstandig werken Ajodakt Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie 9 789074 080705 Informatieverwerking Groep 7 Antwoorden Auteur P. Nagtegaal ajodakt COLOFON Illustraties

Nadere informatie

Stenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8

Stenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8 Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt

Nadere informatie

thema 1 Nederland en het water topografie

thema 1 Nederland en het water topografie thema 1 Nederland en het water topografie Argus Clou Aardrijkskunde groep 6 oefenkaart met antwoorden Malmberg s-hertogenbosch thema 1 Nederland en het water topografie Gebergten Vaalserberg Plaatsen Almere

Nadere informatie

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden COLOFON Auteurs Frank Pollet Illustraties Liza-Beth Valkema Basisvormgeving LS Ontwerpers bno, Groningen Omslag illustratie Metamorfose ontwerpen BNO, Deventer

Nadere informatie

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7 Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt

Nadere informatie

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017 Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties woningen woningen. Provincie Drenthe Assen 67.700 31.400 Woningvoorraad 32.900 33.700 33.700 Tussenwoning 448 16,7 166.000

Nadere informatie

42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees?

42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees? 42 blok 6 C1 Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. C2 Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees? Hoeveel pakken brokken? Hoeveel bakjes water? Fido 3 2 1 4

Nadere informatie

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8 0 Hoofstuk 1. Globe of kaart 2. Over tekens en kleuren 3. Schaal: Van groot naar klein 4. Over richtingen 5. Kaarten in soorten 6. De wegenkaart 7. Maak je eigen weerkaart 1 Globe of kaart 1. Hieronder

Nadere informatie

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016 Woningen 2017 Provincie / Steden Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties Aantal inwoners 2016 Aantal woningen 2016 Woningvoorraad/ huishoudens/inwoners 2020 2025 Koopwoningen Aantal verkochte

Nadere informatie

Klokboek A Werkboek. Groep 4-5

Klokboek A Werkboek. Groep 4-5 Klokboek A Werkboek Groep 4-5 Klokboek A WERKBOEK COLOFON Auteurs redactie Stenvert Conceptontwerp omslag: Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer Ontwerp omslag: Eduardo Media Illustraties Egbert Koopmans

Nadere informatie

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Monique Goris Leerlijnen: Hans Bulthuis Auteurs: Juul Lelieveld, Frederike Pals, Jacques van der Pijl Controle historische

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 0-5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de kaart aan. Een legenda...... geeft aan

Nadere informatie

Stenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON

Stenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON Taalmeesters 2 Antwoorden COLOFON Taalmeesters 2 Stenvert Zelfstandig werken Taal Groep 4 Antwoorden Auteurs Evelien Klok, Michelle Kraak, Hans Vermeer Conceptontwerp omslag: Metamorfose ontwerpers BNO,

Nadere informatie

DE STAD. Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS. ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k

DE STAD. Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS. ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k DE STAD Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k Inhoud Introductie... 2 Ruimteverdeling... 3 Bouwstijl... 5 Het stadswapen... 7 Onderzoek en presentatie... 12 Beoordelingscriteria...

Nadere informatie

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK 5 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK 5 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK Eindredactie: Carla Wiechers Leerlijnen: Mark van Heck Auteurs: Marc ter Horst, Jacques van der Pijl THEMA 4 thema 4 les 1 Wat eten

Nadere informatie

Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt 2e editie Thema 1 Wie ben ik? ANTWOORDMODEL thema schrift

Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt 2e editie Thema 1 Wie ben ik? ANTWOORDMODEL thema schrift 2e editie www.mundo-online.nl Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt Thema 1 Wie ben ik? ANTWOORDMODEL thema schrift 1 Inhoud Hoe werk je met Mundo? 4 Start 6 Blok 1 Mijn eigen omgeving 8 Menukaart

Nadere informatie

Staphorst op de kaart

Staphorst op de kaart Opdracht 1 Je krijgt een oude kaart van de. Deze kaart is in 1866 gemaakt. Dat is ongeveer 150 jaar geleden. Nodig: kleurpotloden 1. Onderstreep Rouveen, Staphorst en IJhorst met een rood potlood. 2. Zet

Nadere informatie

Werken binnen commercieel groen

Werken binnen commercieel groen Profielvak Groen Werken binnen commercieel groen Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Illustraties: Edu

Nadere informatie

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia Volume netwerk Horeca Doelgroep 13-49 Alkmaar 1 2 weken 34 17 10 950,- 135,- 495,- 115,- Almere 1 2 weken 17 8 5 475,- 115,- 250,- 110,- Amersfoort 1 2 weken 50 25 15 1.425,- 150,- 745,- 125,- Amsterdam

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Waar woon je?

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Waar woon je? PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Waar woon je? Colofon Auteur: Adviezen: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Leon Resowidjojo, Gerda Verheij Vera Vermey, Jacqueline

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

2e Paasdag maandag 17 april

2e Paasdag maandag 17 april T-Shop 14 zondag 16 Alkmaar 10:00-18:00 gesloten gesloten gesloten gesloten gesloten gesloten Almelo 10:00-17:00 gesloten gesloten gesloten gesloten gesloten gesloten Almere Traverse 10:00-18:00 gesloten

Nadere informatie

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder Stad, dorp en platteland LES 1 IN DE TREIN Hoi! Ik ben Benan. Ik ben bij mijn opa en oma in Den Haag geweest. Nu brengt opa mij met de trein naar Zwolle. Ik woon in een dorp in de buurt van Zwolle. JE

Nadere informatie

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK 6 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK 6 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Carla Wiechers Leerlijnen: Mark van Heck Auteurs: Marc ter Horst, Meie Kiel, Dianne Manders, Jacques van der Pijl

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Wet van Ohm J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Spanning J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en

Nadere informatie

3. Een opleidingsdomein kiezen

3. Een opleidingsdomein kiezen Edu4all LOB 3. Een opleidingsdomein kiezen Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Bronvermelding: Illustraties:

Nadere informatie

Na Amsterdam is Utrecht de stad met de meeste deelauto s. In deze stad staan meer auto s dan in Den Haag en Rotterdam samen.

Na Amsterdam is Utrecht de stad met de meeste deelauto s. In deze stad staan meer auto s dan in Den Haag en Rotterdam samen. Memo Van Datum Onderwerp Friso Metz Trends gedeeld autogebruik Doorkiesnummer Bijlage(n) 6-254 392 Opnieuw toename van deelauto s Het aantal deelauto s in Nederland is tussen september 28 en maart 29 met

Nadere informatie

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016 Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet Gerard Marlet 11 oktober 2016 De triomf van de stad... 400.000 Prijs standaardwoning (in euro's) 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 Gemiddelde van

Nadere informatie

Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt 2 e editie Thema 2 Wat eten we vandaag? ANTWOORDMODEL thema schrift

Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt 2 e editie Thema 2 Wat eten we vandaag? ANTWOORDMODEL thema schrift 2 e editie www.mundo-online.nl Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt Thema 2 Wat eten we vandaag? ANTWOORDMODEL thema schrift 2 Inhoud Hoe werk je met Mundo? 4 Start 6 Blok 1 Op zoek naar voedsel

Nadere informatie

Mijn tafelboek 1 Werkboek

Mijn tafelboek 1 Werkboek Mijn tafelboek 1 Werkboek Mijn tafelboek 1 Werkboek COLOFON Auteur A. Pleysier Conceptontwerp omslag: Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer Ontwerp omslag: Eduardo Media Illustraties Els Vermeltfoort Opmaak

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

4. Een vervolgopleiding kiezen

4. Een vervolgopleiding kiezen Edu4all LOB Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Bronvermelding: Illustraties: Edu Actief b.v. 0522-235235

Nadere informatie

Kies 2. Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT

Kies 2. Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT Kies 2 Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT Heb je een leeshandicap en wil je dit boek in een toegankelijke leesvorm, bel dan Dedicon: 0486-486486,

Nadere informatie

Stenvert. Taalmeesters 3. Zelfstandig werken Taal Groep 5-6 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 3 Antwoorden Groep 5-6

Stenvert. Taalmeesters 3. Zelfstandig werken Taal Groep 5-6 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 3 Antwoorden Groep 5-6 Zelfstandig werken Taal Groep 5-6 Antwoorden Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 3 Antwoorden Groep 5-6 Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek uit de serie Taalmeesters van

Nadere informatie

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin.

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin. Meander Samenvatting groep 6 Thema 5 Allemaal mensen Samenvatting Stedenbouw Oude en nieuwe steden zijn op dezelfde manier opgebouwd. In het midden ligt de binnenstad of het centrum. Rondom het centrum

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Stroom J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Huur een huis

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Huur een huis PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Huur een huis Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Gerda Verhey, Ruud Drupsteen, Caroline van den Kommer, Mary

Nadere informatie

Rekenen verhoudingen. Procenten voor 1F

Rekenen verhoudingen. Procenten voor 1F Rekenen verhoudingen Procenten voor 1F Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Piet Bandstra Inhoudelijke redactie: Jiska van Hall Christie Hofmeester

Nadere informatie

Training. Begeleiden

Training. Begeleiden Training Begeleiden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Janien Leeuwerke Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Training Begeleiden ISBN: 978

Nadere informatie

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Regels en wetten

Ik en de maatschappij. Regels en wetten Ik en de maatschappij Regels en wetten Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Hanneke Molenaar Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Titel: Ik en de maatschappij

Nadere informatie

Werken aan natuur en milieu

Werken aan natuur en milieu Keuzevak Milieu, hergebruik en duurzaamheid Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Te activeren tot: COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de toekomst zal onze samenleving er anders

Nadere informatie

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau 1F Naam: Groep: Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteur: Elma Draaisma Redactie: Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: Wim Zuijdendorp Vormgeving: Edu

Nadere informatie

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding Cursus Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Marcella Spithoven Inhoudelijke redactie: Floortje

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. LINK werkboek VU-NT2 en Boom uitgevers Amsterdam, 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B. In jouw stad of dorp zijn er vast wel wijken waar mensen met wat hogere inkomens wonen en wijken waar mensen met wat lagere inkomens wonen. Er wordt beweerd dat mensen met een hoger inkomen meer en verder

Nadere informatie

Bouw je eigen stad. Bronnen: Pictogrammen van

Bouw je eigen stad. Bronnen: Pictogrammen van Bouw je eigen stad Korte omschrijving werkvorm: Wat is politiek? Het besturen van het land. Maar je kunt het ook kleiner maken: het besturen van een stad of een dorp. Waar moet je allemaal aan denken als

Nadere informatie

Wegwijzer is het derde deel in de Op-wegreeks. De andere delen zijn: Onderweg (tekstboek incl. cd),

Wegwijzer is het derde deel in de Op-wegreeks. De andere delen zijn: Onderweg (tekstboek incl. cd), Wegwijzer Wegwijzer bestaat uit: cursistenboek incl. 1 cd website www.opwegnaarnederland.nl Wegwijzer is het derde deel in de Op-wegreeks. De andere delen zijn: Op weg (tekstboek incl. cd), ISBN 978 90

Nadere informatie

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed.

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed. D S T R K C N T LS 1 Opdracht 1 Nodig: papier en lijm 1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed. 2. Zoek nu een klasgenoot met een ander plaatje. 3. Zoek nu samen nog vier

Nadere informatie

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg Cursus Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Richard Prins Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Nadere informatie

Edu4all LOB. 1. Leren Kiezen. Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek.

Edu4all LOB. 1. Leren Kiezen. Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Edu4all LOB Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Bronvermelding: Illustraties: Edu Actief b.v. 0522-235235

Nadere informatie

Grafieken en tabellen

Grafieken en tabellen Rekenen Verbanden Grafieken en tabellen Voor 1F Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Lisanne Martens Inhoudelijke redactie: Jiska van Hall en Edu

Nadere informatie

Leergebied: West Nederland. Besturing

Leergebied: West Nederland. Besturing Techniekkit: Domein: Competentie: Leergebied: West Nederland Besturing Ontwerpen Aardrijkskunde Toepassen Reflectie In het westen van Nederland ligt de randstad. In de randstad zijn veel steden en er wonen

Nadere informatie

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015 Nederlandse spoorwegen rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 0 VOORWOORD Voor u ligt een onderzoeksrapportage naar de schoonbeleving van reizigers in verschillende stationsgebieden. Voor dit onderzoek

Nadere informatie

Voorbereiden op stage en bijbaan

Voorbereiden op stage en bijbaan Algemene beroepsvaardigheden Voorbereiden op stage en bijbaan Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Illustraties:

Nadere informatie

Cursus. Vakinhoud en leergebieden primair onderwijs (geschiedenis)

Cursus. Vakinhoud en leergebieden primair onderwijs (geschiedenis) Cursus Vakinhoud en leergebieden primair onderwijs (geschiedenis) Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Sietske van Es Inhoudelijke redactie: Floortje

Nadere informatie

De waarde van winkels

De waarde van winkels De waarde van winkels Gerard Marlet Nederlandse Raad Winkelcentra 20 januari 2015 Smart people, strong cities (Cpb) aandeel hoogopgeleiden 50,9% tot 79,2% 46,5% tot 50,9% 39,8% tot 46,5% 37,7% tot 39,8%

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Ik ga op weg

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Ik ga op weg PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Ik ga op weg Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Mieke van Wieringen, Caroline van den Kommer Ina Berlet (SLO),

Nadere informatie

Een retour Rotterdam

Een retour Rotterdam 71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart

Nadere informatie

Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen

Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen AMSTERDAM - Het aantal banen dat verloren gaat aan automatisatie is nog steeds kleiner dan de vraag naar werknemers van vlees en bloed. Het aantal vacatures

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Meedoen en meepraten

Ik en de maatschappij. Meedoen en meepraten Ik en de maatschappij Meedoen en meepraten Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Ruud Schinkel, Annemieke Struijk Inhoudelijke redactie: Ina Berlet

Nadere informatie

Werken als kok in een sterrenrestaurant

Werken als kok in een sterrenrestaurant Keuzevak Keukenspecialisatie Werken als kok in een sterrenrestaurant Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Te activeren tot: COLOFON Uitgeverij: Auteur(s):

Nadere informatie

natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten marmer polijsten

natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten marmer polijsten almelo almere amersfoort amsterdam apeldoorn arnhem amsterdam belgisch hardsteen belgische hardsteen blauwe hardsteen boxmeer breda vloer schuren vloer schuren vloer schuren schuren schuren schuren vloeren

Nadere informatie

Wijzer. door het verkeer

Wijzer. door het verkeer 3 antwoordenboek Wijzer door het verkeer loop je goed? plaats op de weg kleur de stoep grijs. waar hoort roos? trek een lijn. roos 2 kleur het fiets-pad rood. waar hoort sil? trek een lijn. sil 3 kleur

Nadere informatie

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ Cursus Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Fundamentaal / Ank van de Wiel Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Training. Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Training. Kunstzinnige activiteiten voor kinderen Training Kunstzinnige activiteiten voor kinderen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Floortje Vissers Titel: Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Nadere informatie

Werken als decorateur

Werken als decorateur Profielvak Bouwen, Wonen en Interieur Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Te activeren tot: COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1 Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Meike Bouwer Inhoudelijke redactie: Napona

Nadere informatie

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT Cursus Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Joke Christiaans Inhoudelijke redactie: Babke Brüll Titel:

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Leuk wonen

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Leuk wonen PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Leuk wonen Colofon Auteur: Adviezen: Onder redactie van: Met dank aan: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Carolien van den Kommer, Gerda Verheij

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Tijd voor jezelf

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Tijd voor jezelf PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Tijd voor jezelf Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Mieke van Wieringen, Caroline van den Kommer Ina Berlet

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2 Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Titel: Nederlands Luisteren

Nadere informatie

Overzicht atlaskaarten in aardrijkskundeprojecten

Overzicht atlaskaarten in aardrijkskundeprojecten Overzicht atlaskaarten in aardrijkskundeprojecten Verwijzingen naar kaarten in verschillende Bosatlassen Hier vind u een overzicht van kaartverwijzingen naar de verschillende versies van atlassen. In de

Nadere informatie

Spelend leren, leren spelen

Spelend leren, leren spelen Spelend leren, leren spelen een werkboek voor kinderen en ouders Rudy Reenders, Wil Spijker & Nathalie van der Vlugt Spelend leren, een werkboek voor kinderen en ouders leren spelen Rudy Reenders, Wil

Nadere informatie

HANDLEIDING THEMA 4 LES 3. Meander. Aardrijkskunde

HANDLEIDING THEMA 4 LES 3. Meander. Aardrijkskunde HANDLEIDING THEMA 4 LES 3 6 Meander Aardrijkskunde 6 Thema 4 Streken en klimaten thema 4 Streken en klimaten les 1 les 2 les 3 les 4 72 VOORAF Vraag de kinderen naar buiten te kijken en laat een aantal

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Een grote aanschaf

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Een grote aanschaf PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Een grote aanschaf Colofon Auteur: Onder redactie van: Met dank aan: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Ruud Schinkel, Mieke van Wieringen Nico

Nadere informatie

algemene instaptoets a b c jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

algemene instaptoets a b c jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs jaargroep 7 a b c naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs algemene instaptoets 1 Maak vast. Waar ongeveer? 60.000 80.000 66.998 2 Vul de getallenkaart in. TD D H T E 6 4 8 3 3 Maak de bloksom.

Nadere informatie

Op Voeten en Fietsen 1

Op Voeten en Fietsen 1 Op Voeten en Fietsen 1 Hoe ga jij naar school? Een uitgave van Veilig Verkeer Nederland, schooljaar 2017-2018 groep 5/6 Je ziet de hoofdingang van een school. Op de weg en de stoep voor de school zie je

Nadere informatie

Naamloos. Floor Point natuursteen vloeren polijsten

Naamloos. Floor Point natuursteen vloeren polijsten almelo almere amersfoort amsterdam apeldoorn arnhem amsterdam belgisch hardsteen belgische hardsteen blauwe hardsteen boxmeer breda betonvloer schuren betonvloer schuren betonvloer schuren beton schuren

Nadere informatie

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht X E F G I L J K Thuistopo. oem de letter (behalve de X) en zeg welke provincie het is. = Friesland, = oord-olland, = Utrecht, = Zuid-olland, E = Groningen, F = renthe, G = Flevoland, = Gelderland, I =

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Zelfstandig wonen

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Zelfstandig wonen PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Zelfstandig wonen Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Gerda Verhey, Caroline van den Kommer, Mary Korten, Ruud

Nadere informatie

Kwt opdracht atlas gebruik

Kwt opdracht atlas gebruik Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Erik van Wijngaarden 22 september 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65793 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Vollenhove Wonen op een havezate

Vollenhove Wonen op een havezate D S T R K C N T Opdracht 1 Nodig: foto van jezelf als klein kind, fotoblad opdracht 1 In Vollenhove staat de havezate Oldruitenborgh. De havezate is al heel oud. Bijna 250 jaar geleden, rond 1770, woonden

Nadere informatie

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij?

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij? Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij? Een uitgave van Veilig Verkeer Nederland, schooljaar 2016-2017 groep 7/8 TRANSPORT Filmpje kijken Bekijk samen het filmpje. http://veilig-op-weg.nl/lesprogramma#trailer

Nadere informatie

handel en administratie thema inkomende goederen

handel en administratie thema inkomende goederen 4603_HA_WB_4_inkomend_b 31-05-2005 13:52 Pagina 1 handel en administratie thema inkomende goederen Basisberoepsgerichte leerweg 4603_HA_WB_4_inkomend_b 31-05-2005 13:52 Pagina 2 colofon Uitgeverij: Edu

Nadere informatie

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen Cursus Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Fundamentaal Astrid van Esdonk Inhoudelijke redactie: Jo-anne

Nadere informatie

thema schrift 2e editie Thema 4 Rampen en plagen ANTWOORDMODEL Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt

thema schrift 2e editie Thema 4 Rampen en plagen ANTWOORDMODEL  Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt 2e editie www.mundo-online.nl Mens en maatschappij leerjaar / vmbo-kgt Thema 4 Rampen en plagen ANTWOORDMODEL thema schrift 0648820_Mundo_KGT_TS4_AWM_proef 2.indd 4 02-07-2 :56 Inhoud Hoe werk je met Mundo?

Nadere informatie

REKENTOPPERS 4. Antwoordenboek. Rekenen en wiskunde. Pascal Goderie. Auteur

REKENTOPPERS 4. Antwoordenboek. Rekenen en wiskunde. Pascal Goderie. Auteur REKENTOPPERS 4 Rekenen en wiskunde Antwoordenboek Auteur Pascal Goderie KAART KAART 2. Zet de getallen op de goede plaats 2 7. Sjoelen Elke behaalt 4 punten. Willem: veertig punten 4 3 5 8 6 9 2. Pijltjes

Nadere informatie

Speklappen en rookworsten

Speklappen en rookworsten Opdracht 1 Deze opdracht doe je in een groepje van vier. Nodig: A3-papier, zwarte stift. Om vlees te kunnen eten, worden er dieren geslacht. In jouw gemeente waren er vanaf 1850 veel slachterijen en vleesfabrieken

Nadere informatie

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen DOCENT In het thema architectuur gaan op onderzoek uit naar de oude huizen die vroeger in en rondom het gebied stonden dat nu is. Ze vergelijken de bouwstijl van verschillende oude huizen met hun eigen

Nadere informatie

WERKBLAD mijn landschap

WERKBLAD mijn landschap WERKBLAD mijn landschap Hoe zie jij het landschap? Wat vind je mooi of belangrijk? Ga alleen of in groepjes aan de slag en maak - een presentatie op papier of digitaal - een gedicht, een verhaal of een

Nadere informatie

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 De waarde van de Academie Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 Een stad met een Academie heeft meer 1,8% Aantal kunstenaars als percentage van de bevolking 18 Aanbod galerieën per 100.000 inwoners 1,6%

Nadere informatie