"tj- 201 s s3 I

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ""tj- 201 s s3 I"

Transcriptie

1 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 1 van 83 acaearli Orm., Cht(,6-Cti "tj- 201 s s3 I LANDSVERORDENING houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige personen (Landsverordening verzorgingshuizen) AANBIEDING no.1 De regering van Aruba biedt aan de Staten ter goedkeuring aan een ontwerp- Landsverordening houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige personen (Landsverordening verzor ingshuizen). 7, 401 EN VAN AR CT Ingek. I g Cia 2015 )15 14 De minister van Vol eid, Ouderenzorg en Sport, De minist ociale Zaken, Jeugd en Arbeid, De minister van Justitie,

2 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 2 van 83 5.Lct.t,e Cbw,P)-cu ZT.zois-.2o16- azi LANDSVERORDENING houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige personen (Landsverordening verzorgingshuizen) ONTWERP IN NAAM VAN DE KONING! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: dat op grond van de verwachte demografische ontwikkelingen de vraag naar zorgvoorzieningen, in het bijzonder naar instellingen voor opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging voor doorgaans ouderen, zal blijven toenemen; dat het ter waarborging en bevordering van de veiligheid en kwaliteit in de daarvoor bestemde instellingen wenselijk is daarover regels to stellen; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Minister : minister, belast met ouderenzorg; verzorgingshuis : een inrichting waarin in georganiseerd verband en tegen vergoeding tijdelijke of permanente huisvesting met gedeeltelijke of gehele verzorging aan vier of meer personen wordt geboden, waaronder mede wordt verstaan het bieden van opvang, begeleiding, behandeling of verpleging; 1

3 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 3 van 83 zorgverkrijger : client : een meerderjarig persoon die verzorgingsbehoeftig is, waaronder mede wordt verstaan verplegingsbehoeftig; a. een zorgverkrijger die in een verzorgingshuis woonachtig is; houder : vergunning : de de b. een zorgverkrijger die van een transmurale dienst of voorziening gebruikmaakt die aangeboden wordt in een verzorgingshuis; rechtspersoon die krachtens deze landsverordening gerechtigd is tot exploitatie van een verzorgingshuis; vergunning, bedoeld in artikel 2, eerste lid; register het register, bedoeld in artikel 10. Hoofdstuk 2 De vergunning 1. De vergunningaanvraag Artikel 2 1. Het is verboden zonder vergunning van de Minister een verzorgingshuis to exploiteren. 2. De vergunningaanvraag geschiedt door middel van een door de Minister vastgesteld aanvraagformulier, dat vergezeld gaat van: a. een bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister, voor zover van toepassing een afschrift van de verblijfsvergunning met toestemming tot werken, van een ieder die in het verzorgingshuis werkzaam zal zijn; b. een afschrift van de statuten; c. een op schaal 1:100 vervaardigde tekening en omschrijving van de ligging en indeling van het perceel, dan wel de perceelgedeelten, waarin het verzorgingshuis is, dan wel zal worden gerealiseerd, waarbij op de tekening voor elke ruimte wordt aangegeven waarvoor deze is bestemd; d. een kopie van de brand- en aansprakelijkheidsverzekering; e. een beleidsplan als bedoeld in artikel 14, eerste lid; f. een verkiaring dat de brandveiligheid met het oog op het voorziene gebruik van het perceel voldoende is verzekerd; 2

4 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 4 van 83 g. een verkiaring dat de hygienische toestand van het perceel goed werd bevonden dan wel dat de nodige maatregelen zijn getroffen voor goede hygiene. 3. De aanvrager overlegt bij de vergunningaanvraag voorts van alle bestuurders en een ieder die in een verzorgingshuis werkzaam zal zijn, de volgende stukken: a. een verkiaring omtrent het gedrag afgegeven volgens de Landsverordening op de justitiele documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (AB 1989 no. GT 83); b. een gezondheidsverklaring in de zin van artikel 4, eerste lid, van het Personeelsbesluit warenverordening (AB 1995 no. GT 2), voor zover diegene belast zal zijn met de voorbereiding, opdiening en conservering van eet- en drinkwaren. 4. Het bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, is op het moment dat zij wordt overgelegd, niet ouder dan drie maanden. 5. De verklaring, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, is op het moment dat zij wordt overgelegd, niet ouder dan twee maanden. De verkiaring, bedoeld in het derde lid, onderdeel b, is op het moment dat zij wordt overgelegd, niet ouder dan een maand. 6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen met betrekking tot het tweede lid aanvullende vereisten worden vastgesteld. Artikel 3 Een vergunning wordt slechts verleend aan rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen die zich de verzorging of huisvesting van zorgverkrijgers ten doel stellen. Artikel 4 1. Al leen een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, dat vergezeld wordt met de in artikel 2, tweede en derde lid, genoemde bescheiden, wordt in behandeling genomen. De aanvrager ontvangt te dien einde een ontvangstbevestiging met de datum van ontvangst. 2. Indien de aanvraag niet voldoet aan het eerste lid, wordt de aanvrager gedurende een termijn van vier weken in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. 3

5 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 5 van De Minister beslist op een vergunningaanvraag binnen twaalf weken na ontvangst van een aanvraag dat voldoet aan het eerste lid. Een beschikking wordt aan de aanvrager toegezonden dan wel uitgereikt. 4. Ingeval ten behoeve van eenzelfde perceel, aanvragen zijn gedaan tot het geven van met elkaar samenhangende beschikkingen, wordt in afwijking van het derde lid, een vergunning niet afgegeven, totdat op die andere aanvragen is beslist. 5. In een begunstigende beschikking die volgt op een vergunningaanvraag, bepaalt de Minister de datum van ingang van de exploitatie van het verzorgingshuis, waarbij deze datum niet voor de datum van bekendmaking van die beschikking ligt. 6. Na het afgeven van een beschikking als bedoeld in het derde lid, wordt met ingang van de datum opgenomen in die beschikking het verzorgingshuis opgenomen in het register met als status "geregistreerd". Artikel 5 Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden die in het belang van een doelmatige en efficiente opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging, alsmede de veiligheid en vrijheid van clienten zijn. Deze voorschriften of beperkingen kunnen worden gewijzigd of aangevuld. Artikel 6 Een vergunning is niet overdraagbaar. Artikel 7 1. Volgens bij Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels kan van de houder ten name van wie de vergunning is gesteld, een vergunningsrecht worden geheven. 2. In het landsbesluit, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval bepaald: a. het bedrag, en de grondslag van het te heffen vergunningsrecht; b. de termijn waarbinnen het vergunningsrecht verschuldigd is. 4

6 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 6 van Weigering en intrekking vergunning Artikel 8 1 De Minister kan de vergunning weigeren, indien: a. de aanvrager, na daartoe in staat te zijn gesteld, de in artikel 2, tweede of derde lid, genoemde bescheiden niet overlegt; b. hij van oordeel is dat er niet voldaan zal worden aan de bij of krachtens deze landsverordening gestelde voorschriften; c. hij van oordeel is dat er onvoldoende waarborgen bestaan voor de kwaliteit van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging, alsmede de veiligheid en vrijheid van de clienten; d. een of meer bestuurders onherroepelijk is veroordeeld wegens enig misdrijf tegen het leven gericht, enig geweldmisdrijf dan wel enig misdrijf tegen de zeden of fraude. 2. Een besluit tot weigering van een vergunning is schriftelijk en vermeldt de overwegingen welke tot weigering hebben geleid. Artikel 9 De Minister kan de vergunning intrekken, indien: a. de houder daar schriftelijk om verzoekt; b. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt, en kennis van de juiste en volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid; c. de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen, bedoeld in artikel 5, niet zijn of worden nageleefd; d. niet wordt voldaan aan de bij of krachtens artikel 2, zesde lid, en Hoofdstuk 3, gestelde voorschriften; e. binnen de termijn van een jaar na verlening van de vergunning geen gebruik van de vergunning is gemaakt; f. een of meer bestuurders, nadat de vergunning is verleend, onherroepelijk is veroordeeld wegens enig misdrijf tegen het leven gericht, enig geweldmisdrijf dan wel enig misdrijf tegen de zeden of fraude en deze veroordeling niet tot diens ontslag uit het bestuur heeft geleid; g. de houder is opgehouden het verzorgingshuis te exploiteren. 5

7 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 7 van Het register van verzorgingshuizen Artikel Er is een register van verzorgingshuizen. Het register wordt gehouden door de Minister en is openbaar. 2. Het register is voor een ieder elektronisch raadpleegbaar. Het register ligt tevens bij de Directie Volksgezondheid kosteloos voor een ieder ter inzage. 3. In het register worden in ieder geval de volgende gegevens opgenomen: a. de naam of een andere aanduiding; b. de houder; c. de rechtsvorm; d. het handeisregisternummer of stichtingenregisternummer; e. het adres van de vestiging; f. het adres of de adressen waarop of van waaruit de zorg wordt verleend; g. de vormen van zorg die verleend worden; h. het maximaal aantal zorgverkrijgers waaraan zorg kan worden verleend; i. de status van de registratie van het verzorgingshuis; j. de datum van begin exploitatie; k. een verwijzing naar de vindplaats van de inspectierapporten. 4. De Minister verwijdert een verzorgingshuis uit het register, indien de vergunning wordt ingetrokken. Bij verwijdering uit het register blijft het verzorgingshuis zichtbaar in het register met als status van de registratie "niet meer geregistreerd". Hoofdstuk 3 De kwaliteit van de geboden zorg 1. Algemene voorschriften Artikel Een houder biedt goede zorg aan. 2. Onder goede zorg wordt verstaan zorg van goede kwaliteit en van goed niveau: a. die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en clientgericht is, tijdig wordt verleend, en afgestemd is op de reele behoefte van de client; 6

8 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 8 van 83 b. waarbij de client zorg en dienstverlening ontvangt die voldoet aan de wettelijke vereisten, richtlijnen, protocollen en handreikingen, die van toepassing zijn op verzorgingshuizen; c. waarbij de rechten van client zorgvuldig in acht worden genomen en de client met respect wordt behandeld. Artikel 12 1 Een houder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze dat zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig personeel en materiele middelen voorhanden zijn, en zorgt voor een adequate taakverdeling, bevoegdheids- en verantwoordelijkheidstoedeling, waardoor hij te alien tijde in staat is om te voldoen aan artikel 11, eerste lid. 2. Een houder verleent slechts zorg door middel van personen met wie hij een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten die waarborgt dat zij zich bij hun werkzaamheden laten leiden door de op de houder rustende wettelijke verplichtingen, richtlijnen en protocollen en de regels die de houder heeft vastgesteld omtrent de zorgverlening. Artikel Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen ter waarborging van het kwaliteitsniveau van de zorg in verzorgingshuizen, nadere regels worden gesteld ter uitvoering van de artikelen 11 en Het landsbesluit, bedoeld in het eerste lid, bevat alsdan in ieder geval voorschriften met betrekking tot: a. het te voeren beleid ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze landsverordening; b. de personeelsbezetting en de benodigde opleiding en ervaring van een ieder die werkzaam is in het verzorgingshuis; c. de inrichting, toegankelijkheid en veiligheid in verzorgingshuizen; d. het werkgeverschap en personeelsbeleid; e. de brandveiligheid; f. waarborging van de hygiene; g. preventie van gezondheidsrisico's. Artikel De houder beschrijft bij de aanvang van de werkzaamheden en vervolgens elke 7

9 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 9 van 83 vier jaar in een beleidsplan op welke wijze hij uitvoering zal geven aan de artikelen 11, 12 en de bij of krachtens artikel 13 gestelde voorschriften. 2. De houder legt het beleidsplan ter inzage voor een ieder te zijnen kantore of verzorgingshuis. Hij zendt tevens een kopie van het beleidsplan aan de Minister. 3. Bij regeling van de Minister kan het model voor het beleidsplan worden vastgesteld. Artikel 15 1 De houder van een verzorgingshuis stelt tweejaarlijks een verslag op waarin wordt ingegaan op het beleid dat hij in de twee voorafgaande kalenderjaren heeft gevoerd ter uitvoering van het beleidsplan. In het verslag wordt in ieder geval ingegaan op de volgende punten: a. een beschrijving van de kwaliteit van de geboden zorg alsook een waardering daarvan; b. of en, zo ja, op welke wijze de houder de clienten, dan wel diens vertegenwoordigers, bij zijn kwaliteitsbeleid heeft betrokken; c. de frequentie waarmee, en de wijze waarop bij de houder kwaliteitsbeoordeling heeft plaatsgevonden en het resultaat daarvan; d. welk gevolg de houder heeft gegeven aan klachten en meldingen over de kwaliteit van de verleende zorg. 2. Indien de houder meerdere verzorgingshuizen exploiteert, heeft het verslag betrekking op elk afzonderlijk verzorgingshuis. 3. De houder Iegt het verslag ter inzage voor een ieder te zijnen kantore of verzorgingshuis. Hij zendt tevens een kopie van het verslag aan de Minister. 4. Op schriftelijk verzoek van een client wordt door de houder een afschrift van het verslag verstrekt. 5. De Minister kan regels stellen met betrekking tot de vorm en indeling van het verslag. 2. Andere verplichtingen van houders Artikel De houder Iegt van alle clienten, bij aanvang van de zorgverlening, een zorgdossier aan en houdt het dossier bij. 8

10 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 10 van In het zorgdossier, bedoeld in het eerste lid, worden ten minste de volgende gegevens opgenomen: a. de naam, voornamen, geslacht en geboortedatum van de client; b. de naam en voornamen en het telefoonnummer van de contactpersoon dan wel van de wettelijke vertegenwoordiger van de client, indien van toepassing; c. de diagnose; d. het zorgplan, en toestemming voor uitvoering van het zorgplan; e. de dagelijkse rapportage; f. het actuele medicatieoverzicht; g. het moment van evaluatie van het zorgplan. 3. Bij regeling van de Minister worden regels gesteld inzake de wijze waarop het zorgdossier moet worden beheerd en bewaard. Artikel 17 Een houder neemt alle noodzakelijke en passende maatregelen ter waarborging van de hygiene in het verzorgingshuis ter voorkoming van mogelijke risico's voor de gezondheid van de clienten en het personeel. Artikel De houder heeft van een ieder die werkzaam is bij het verzorgingshuis de verklaringen, genoemd in artikel 2, derde lid, voor zover dit niet reeds van toepassing is ten tijde van de aanvraag, bedoeld in artikel 2, tweede lid. De verklaringen worden aan de houder overgelegd, voordat de desbetreffende persoon met de werkzaamheden aanvangt. Artikel 2, vijfde lid, is van toepassing. 2. lndien de houder of de Minister redelijkerwijs het vermoeden heeft dat een persoon die werkzaam is bij een verzorgingshuis niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een van de verklaringen, bedoeld in artikel 2, derde lid, verlangt de houder al dan niet op verzoek van de Minister dat die persoon opnieuw een van de verklaringen, bedoeld in artikel 2, derde lid, overlegt. Artikel 2, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. De desbetreffende persoon Iegt de verklaring over binnen een door de houder vast to stellen redelijk termijn. Artikel 19 De houder is verplicht: 9

11 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 11 van 83 a. om onverwijld schriftelijk mededeling te doen aan de Minister van de wijziging van de gegevens die bij de vergunningaanvraag zijn verstrekt; b. op verzoek van de Minister geaggregeerde gegevens te verstrekken die door of namens de Minister in verband met opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van de clienten van belang worden geacht. Artikel 20 1 Een houder stelt schriftelijk een regeling vast voor de effectieve indiening en behandeling van klachten van bij het verzorgingshuis werkzame personen met betrekking tot: a. een handeling of nalaten jegens een client; b. een genomen besluit dat gevolgen heeft voor een client; c. de structuur van de organisatie. 2. De houder kan zich aan een regeling als bedoeld in het eerste lid onderwerpen: a. tezamen met andere houders; b. tezamen met andere zorgaanbieders, of c. door een bestaande regeling inzake de behandeling van klachten in de zorgsector van toepassing te verklaren en zich daaraan te onderwerpen. 3. De houder brengt de klachtenregeling, alsmede elke wijziging daarvan, op een toegankelijke en geschikte wijze onder de aandacht van de clienten, en, voor zover van toepassing, hun vertegenwoordigers. Artikel 21 Een klacht kan worden ingediend door de client zelf, dan wel een vertegenwoordiger van de client. Artikel 22 1 Een klachtenregeling voorziet in ieder geval in: a. de instelling van een klachtencommissie voor de behandeling van klachten van de clienten die uit ten minste drie leden bestaat, waaronder een voorzitter die niet werkzaam is voor of bij de houder; b. een gelegenheid voor de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft om te worden gehoord; c. dat klachten zorgvuldig worden onderzocht en de wijze van behandeling zoveel mogelijk is gericht op het voorkomen van geschillen; 10

12 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 12 van 83 d. dat klachten, rekening houdend met de aard van de klacht, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken na indiening worden afgehandeld, met dien verstande dat de houder in bijzondere omstandigheden deze termijn met ten hoogste vier weken kan verlengen, waarvan schriftelijke mededeling wordt gedaan aan de klager; e. dat de klager een schriftelijke mededeling van de houder ontvangt, waarin met redenen omkleed wordt aangegeven tot welk oordeel het onderzoek van de klacht heeft geleid, welke beslissingen de houder over en naar aanleiding van de klacht heeft genomen en binnen welke termijn maatregelen waartoe is besloten, zullen worden gerealiseerd. 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de vereisten waaraan de klachtencommissie, de klachtenprocedure en een klachtenregeling tenminste moeten voldoen. Artikel 23 1 Aan degene die aan een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen ziekte lijdt, wordt de toegang tot een verzorgingshuis ontzegd. In dat landsbesluit kunnen voorschriften worden gesteld met betrekking tot de duur van de toegangsontzegging en de voorwaarden waaronder de toegang wederom kan worden verleend. 2. Indien de houder weet of redelijkerwijs kan vermoeden, dat een client of een personeelslid lijdt aan een ziekte als bedoeld in het eerste lid, stelt hij de directeur van de Directie Volksgezondheid en de Inspectie Volksgezondheid hiervan onverwijld op de hoogte. Hoofdstuk 4 Toezicht en klachtbehandeling 1. Toezicht Artikel 24 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze landsverordening zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanig landsbesluit wordt bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba. 11

13 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 13 van De in het eerste lid bedoelde personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd: a. alle inlichtingen te vragen; b. inzage te verlangen van alle zakelijke boeken, bescheiden en andere informatiedragers, met inbegrip van de zorgdossiers, en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen; c. zaken aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen; d. alle plaatsen, met uitzondering van woningen, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen; e. woningen zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoner ten aanzien waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat een verzorgingshuis deel uitmaakt van de woning, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen. 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats of woning als bedoeld in het tweede lid, onderdelen d respectievelijk e, verschaft met behulp van de sterke arm. 4. Op het betreden van woningen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, is Titel X van het Derde Boek van het Wetboek van Strafvordering van Aruba van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 155, vierde lid, 156, tweede lid, 157, tweede en derde lid, 158, eerste lid, laatste zinsnede, en 160, eerste lid, en met dien verstande dat de machtiging wordt verleend door de rechter-commissaris. 5. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld met betrekking tot de taakuitoefening van krachtens het eerste lid aangewezen personen. 6. Een ieder is verplicht aan de personen, bedoeld in het eerste lid, alle medewerking te verlenen die door hen op grond van het tweede lid wordt gevorderd. Artikel 25 1 Het is een ieder die uit hoofde van de toepassing van deze landsverordening of van een ingevolge deze landsverordening genomen besluit enige taak vervult of heeft vervuld, verboden van gegevens of inlichtingen die ingevolge deze landsverordening zijn verstrekt of verkregen, verder of anders gebruik te maken of daaraan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitvoering van zijn taak of door deze landsverordening wordt geeist. 12

14 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 14 van Het eerste lid laat onverlet de verplichting om overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering van Aruba als getuige in strafzaken een verklaring of te leggen omtrent gegevens of inlichtingen, verkregen bij de vervulling van zijn ingevolge deze landsverordening opgedragen taak. 2. Klachtbehandeling Artikel 26 1 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden geregeld dat de inspecteur gezondheidszorg belast wordt met de afhandeling van klachten van clienten. Artikel 21 is van overeenkomstige toepassing. 2. Het in het eerste lid bedoelde landsbesluit omvat tevens regels met betrekking tot onder meer, de gevallen waarin en de wijze waarop een klacht kan worden ingediend, de bemiddelingsmogelijkheid, de procedure van de klachtenbehandeling, de oordelen die gegeven kunnen worden en de gevolgen die aan een oordeel verbonden kunnen worden. Hoofdstuk 5 Handhaving 1. Bijzondere bevoegdheid Artikel De Minister kan een last aan de overtreder opleggen om binnen een door hem te bepalen periode de overtreding van de bij of krachtens de artikelen 11 en 17 gestelde voorschriften ongedaan te maken. 2. Indien de overtreder niet binnen de periode, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de last, bedoeld in het eerste lid, kan de Minister de gehele of gedeeltelijke stillegging van de werkzaamheden opleggen, dan wel de gehele of gedeeltelijke sluiting van het verzorgingshuis opleggen. 3. De stillegging dan wel sluiting, bedoeld in het tweede lid, geschiedt voor een periode van ten hoogste 72 uur en kan aansluitend een keer voor ten hoogste dezelfde periode worden verlengd. 13

15 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 15 van Bestuurlijke handhaving Artikel Ter zake van een overtreding van de bij of krachtens de artikelen 5, 11 tot en met 20, 22, 23, eerste lid, 24, zesde lid, en 27, tweede lid, gestelde voorschriften kan de Minister een last onder dwangsom opleggen. De Minister trekt de last in, indien de overtreding niet meer ongedaan gemaakt kan worden. 2. Ter zake van een overtreding van de bij of krachtens de artikelen 2, eerste lid, 5, 11 tot en met 16, 24, zesde lid, 25, 26 en 27, tweede lid, gestelde voorschriften, kan de Minister een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste Afl , - per afzonderlijke overtreding. Artikel 29 1 Een last onder dwangsom wordt op schrift gesteld. Aan een last onder dwangsom kunnen voorschriften worden verbonden inzake het verstrekken van gegevens aan de Minister. 2. Een last geldt voor een door de Minister te bepalen termijn van ten hoogste twee jaren. Artikel Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Artikel 1:127, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba is van overeenkomstige toepassing. 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld voor de toepassing van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 28. Het landsbesluit bevat in ieder geval een beschrijving van de te volgen procedures bij de toepassing van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 28, alsmede van de grondslagen voor de vaststelling van de hoogte van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete per overtreding of categorieen van overtredingen. 3. Verbeurde dwangsommen en bestuurlijke boeten komen toe aan het Land. 14

16 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 16 van 83 Artikel 31 Indien tijdens het plegen van een overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding, wordt het bedrag van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 28, tweede lid, voor elke afzonderlijke overtreding verdubbeld. Artikel 32 1 Indien de Minister voornemens is een bestuurlijke boete op te leggen, geeft hij de betrokkene daarvan kennis onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust. De Minister zendt een kopie van de kennisgeving aan het Openbaar Ministerie. 2. De Minister stelt de betrokkene in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de bestuurlijke boete bij beschikking wordt opgelegd. 3. Indien de Minister nadat de betrokkene zijn zienswijze naar voren heeft gebracht, beslist dat voor de overtreding geen bestuurlijke boete zal worden opgelegd, wordt dit schriftelijk aan de betrokkene medegedeeld. Artikel 33 Degene jegens wie door de Minister een handeling is verricht, waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kon verbinden dat hem wegens een overtreding een bestuurlijke boete zal worden opgelegd, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring of te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld, alvorens hem om informatie wordt gevraagd. Artikel De bestuurlijke boete is verschuldigd binnen zes weken na de dagtekening van de beschikking waarbij zij is opgelegd. 2. De bestuurlijke boete wordt vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop sedert de bekendmaking van de beschikking zes weken zijn verstreken. 15

17 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 17 van 83 Artikel 35 1 De bevoegdheid een bestuurlijke boete op te leggen, vervalt: a. indien ter zake van de overtreding een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel dat het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 1:149 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba; b. drie jaren na de dag waarop de niet-naleving van het voorschrift is geconstateerd. 2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gestuit door een bekendmaking van de beschikking waarbij de bestuurlijke boete werd opgelegd. 3. Het recht tot strafvervolging vervalt indien aan de betrokkene ter zake van hetzelfde feit reeds een bestuurlijke boete is opgelegd. 4. Tussen de Minister en het Openbaar Ministerie vindt periodiek overleg plaats over de geconstateerde overtredingen. Artikel 36 De Minister legt geen bestuurlijke boete op, indien aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel kennisgeving als bedoeld in artikel 32, derde lid, is gedaan. Artikel 37 1 De Minister kan op verzoek van de overtreder een last onder dwangsom opheffen, de Iooptijd ervan voor een bepaalde termijn opschorten of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen. 2. De Minister kan voorts op verzoek van een overtreder een last onder dwangsom opheffen, indien de beschikking een jaar van kracht is geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd. Artikel 38 De Minister houdt aantekening van de handelingen die in het kader van een onderzoek, voorafgaand aan het opleggen van een bestuurlijke boete, hebben plaatsgevonden onder vermelding van de personen die die handelingen hebben verricht. 16

18 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 18 van 83 Artikel 39 1 Indien een verbeurde dwangsom of boete niet is betaald binnen de door de Minister bepaalde termijn, wordt de overtreder schriftelijk aangemaand om binnen twee weken alsnog het bedrag van de dwangsom of de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning, to betalen. 2. Bij gebreke van betaling kan door de Minister van de overtreder het bedrag en de kosten, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met de invorderingskosten, door middel van een dwangbevel worden ingevorderd. 3. De bekendmaking van het dwangbevel geschiedt door middel van betekening van een exploot als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba en levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van dat wetboek kan worden tenuitvoergelegd. 4. Het dwangbevel vermeldt in ieder geval: a. aan het hoofd het woord "dwangbevel"; b. het bedrag van de invorderbare hoofdsom, vermeerderd met de verschuldigde wettelijke rente; c. het wettelijk voorschrift waaruit de verschuldigde geldsom voortvloeit; d. de kosten van de aanmaning en van het dwangbevel; e. dat het op kosten van de overtreder ten uitvoer kan worden gebracht. 5. Gedurende zes weken na de dag van betekening van het exploot staat tegen het dwangbevel verzet open. Verzet wordt aanhangig gemaakt tegen de Minister bij het gerecht in eerste aanleg en op de voor het indienen van vorderingen bepaalde wijze. Het verzet, mits tijdig en op de voorgeschreven wijze gedaan, schorst de tenuitvoerlegging van het dwangbevel. Artikel 40 Indien een boete ten onrechte is opgelegd, wordt de betaalde geldsom, vermeerderd met de wettelijke rente, binnen zes weken nadat onherroepelijk is vastgesteld dat de boete ten onrechte is opgelegd, aan de rechthebbende betaalbaar gesteld. 17

19 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 19 van De strafrechtelijke handhaving Artikel 41 1 De overtreding van de bij of krachtens de artikelen 2, eerste lid, 11 tot en met 13, 16 en 27, tweede lid, gestelde voorschriften wordt, voor zover opzettelijk begaan, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie. 2. De overtreding van de bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde voorschriften wordt, voor zover niet opzettelijk begaan, gestraft met hechtenis van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. 3. De in het eerste lid bedoelde strafbare feiten zijn misdrijven; de in het tweede lid bedoelde strafbare feiten zijn overtredingen. Hoofdstuk 6 Overige bepalingen Artikel 42 De Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze landsverordening, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze landsverordening in de praktijk. Artikel 43 1 Degene die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze landsverordening reeds een verzorgingshuis exploiteert, die na het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening zijn activiteiten wenst voort to zetten, dient binnen 6 maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening een aanvraag, bedoeld in artikel 2, tweede lid, in. 2. De artikelen 2, tweede tot en met zesde lid, 3, 4, eerste en tweede lid, 5 tot en met 7, zijn van overeenkomstige toepassing op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid. Het verzorgingshuis wordt met ingang van de datum van de begunstigende beschikking die volgt op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid in het register opgenomen met als status "geregistreerd". 18

20 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 20 van Gedurende de periode dat een aanvraag voor een vergunning loopt, wordt de aanvrager gelijkgesteld met een houder. Artikel 44 Op het moment van inwerkingtreding van deze landsverordening geldt het Landsbesluit algemene bepalingen toezichtuitoefening (AB 1998 no. 70) mede ter uitvoering van artikel 24, vijfde lid, van deze landsverordening. Artikel 45 1 Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. 2. Zij kan worden aangehaald als Landsverordening verzorgingshuizen. Gegeven te Oranjestad, De minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport, De minister van Sociale Zaken, Jeugd en Arbeid, De minister van Justitie, 19

21 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 21 van 83-5EcAiteAel, ocuni artaa11,-a, 831 LANDSVERORDENING houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige personen (Landsverordening verzorgingshuizen) MEMORIE VAN TOELICHTING rto. 3 Algemene toelichting 1. lnleiding Vergrijzing van de samenleving is in een groot aantal landen inmiddels een welbekend fenomeen. Ook bij de Arubaanse bevolking is de versnelde vergrijzing ben van de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen van deze eeuw. De levensverwachting in Aruba is per 2010 circa 74 jaar voor mannen en 80 jaar voor vrouwen. In het jaar 2020 zal zowat een van elke vijf bewoners 60 jaar of ouder zijn.1 Er is echter ook sprake van een dubbele vergrijzing. Dit betekent dat de ouderen zelf ook steeds ouder worden. Aruba en de overige eilanden van de Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied zullen gedurende het eerste kwart van deze eeuw het hoogste groeipercentage hebben onder de oudsten van de ouderen (80+ jaar) in onze subregio, volgens de projecties van het 'Department of Economic and Social Affairs' van de Verenigde Naties. Deze groep wordt gekenmerkt door functionele beperkingen en hogere prevalenties van chronische ziektes en comorbiditeit verbonden aan een hoge Ieeftijd. Dit legt hierdoor meer druk op de mantelzorg en bestaande maatschappelijke stelsels. De druk op de mantelzorg neemt verder toe mede vanwege de relatieve hoge participatiegraad van vrouwen in de arbeidsmarkt (59,5% in 2010) en afnemende grootte van de gezinstructuur sinds jaren '70 van de vorige eeuw. 1 Centraal Bureau voor de Statistiek Aruba (CBS), 'Population Projections ', Oranjestad,

22 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 22 van 83 Ook de druk op de bestaande sociale zekerheid, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverleningsstelsels is aanzienlijk gegroeid sinds 1980 en zal verder toenemen door de geprojecteerde bevolkingsgroei en vergrijzing. Hiernaast spelen ook factoren van structurele en organisatorische aard een rol. Er is bijvoorbeeld een scheve verhouding tussen de curatieve en de langdurige zorgsector. Het aanbod is verder sterk instellingsgericht en vaak niet samenhangend en er zijn (mede hierdoor) belangrijke Ieemtes in het zorgstelsel ontstaan. In samenhang met de demografische verschuiving en veranderingen in de gezinsstructuur, heeft dit ertoe geleid dat de geconstateerde vraag steeds groter wordt dan het bestaande aanbod. Een en ander heeft er onder meer toe geleid dat de markt is gaan inspelen op de behoeften op dit gebied. Immers, tot de tweede helft van het vorige decennium was het aanbod aan langdurige zorg min of meer een aangelegenheid van de door de overheid gesubsidieerde instellingen, met name de Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba (SABA) en de wijkverpleging en de thuiszorg geleverd door de Stichting Volkshygiene Het Wit Gele Kruis Aruba (WGK). Sindsdien is er sprake van een vestiging en groei van het aantal (kleinschalige) particuliere - d.w.z. niet gesubsidieerde - opvangcentra die tegen betaling langdurige zorg voor doorgaans hulpbehoevende ouderen aanbieden. Deze zorg wordt verleend in bestaande panden (meestal huizen) die niet (oorspronkelijk) bestemd zijn voor zorg, waardoor de kwaliteit van opvang en veiligheid onder de maat kan zijn. Het huidige aanbod bij deze instellingen omvat onder meer huisvesting, begeleiding, diensten als maaltijdverzorging, huip bij de activiteiten van de basis ADL-activiteiten2, enig vervoer en eventueel verpleging. Een korte weergave van de huidige situatie Momenteel is er een verzorgingshuis dat gesubsidieerd wordt door de overheid en tien particuliere (niet-gesubsidieerde) verzorgingshuizen die tegen betaling langdurige zorg voor doorgaans hulpbehoevende ouderen aanbieden. 2 ADL staat voor Activiteiten Dagelijks Leven. 2

23 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 23 van 83 Het clientenbestand van de particuliere verzorgingshuizen varieren van 7 tot circa 32 clienten en de maximale beddencapaciteit ligt tussen 10 en 28 bedden. Ouderen worden opgevangen voor zowel dagbesteding als 24-uursopvang. Naast ouderen worden verstandelijke gehandicapten, psychiatrische patienten en hulpbehoevende volwassen opgevangen in de particuliere verzorgingshuizen. Stijging van de vraaq naar ouderenzorg Door een dubbele vergrijzing is de vraag naar zorg voor hulpbehoevende ouderen gestegen. Deze groei in vraag werd tevens door de Indicatie- en toewijzingscommissie voor de SABA opgemerkt. Uit een onderzoek dat SABA in 2009 heeft gedaan, bestond de clientenbezeting van SABA uit 6% vitaal of begeleidingsbehoeftige ouders, 19% verzorgingsbehoeftigen en 75% verpleegbehoeftigen. Het resultaat hiervan was dus dat SABA van een bejaardentehuis in een verpleeghuis is omgezet. Ontbreken wettelijke normering van kwaliteit binnen deze sector In 2009 en 2013 werden er inspecties uitgevoerd bij de verzorgingshuizen, de resultaten waren als volgt. Er was een gebrek aan medische keuringen en gezondheidsverklaringen van het personeel, kamers werden te klein bevonden voor het aantal bedden waardoor er ook weinig sprake was van privacy en een beperkte ruimte om vrij te bewegen. Ook waren de badkamers en toiletten niet of gedeeltelijk aangepast, de medicijnenkasten hadden geen slot en hadden niet een adequate temperatuur. De medicatie-uitzetting werden niet verricht door verpleegkundigen, er was een gebrek aan brandblussers of automatische brandmeldapparatuur, een gebrek aan nood- en ontruimingsplannen, gebrek aan zorgdossiers, gebrek aan bepaalde belangrijke apparatuur, zoals bloeddruk en bloedsuikermeters, een EHBOkist en bepaalde medicijnen waren vervallen. Ook stromen er continu schriftelijke en telefonische klachten binnen bij de overheid afkomstig van familieleden van deze ouderen en van andere natuurlijke personen, 3

24 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 24 van 83 officiele instanties, voormalige clienten en zelfs ex-werknemers van bepaalde zorginstanties over de kwaliteit van het zorgaanbod. De regering acht het dus wenselijk om het groeiende aanbod in de langdurige zorg te sturen ter waarborging van de veiligheid en kwaliteit van de zorg- en dienstverlening aan een kwetsbare groep in de maatschappij. De regering wenst dan ook regels te stellen ter waarborging en bevordering van de veiligheid en kwaliteit in inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van volwassen personen die verzorgingsbehoeftig zijn. Onder ouderenzorg dient te worden verstaan de voldoening aan de bijzondere behoeften en bestaansvoorwaarden van oudere mensen door een zorgverlenende instelling waarin die persoon al dan niet geheel of tijdelijk verblijft, waaronder wordt verstaan de thuiszorg, dagverblijf, bejaardentehuis, verzorgingshuis, palliatieve terminale zorg en mantelzorg. De opvang, begeleiding, behandeling en verzorging of verpleging van volwassen personen die verzorging behoeftig zijn vanwege hun oudere leeftijd wordt dus begrepen onder de term ouderenzorg. Afhankelijk van de lichamelijke, geestelijke of sociale behoefte van de oudere persoon kan de zorg geheel buiten een instelling plaatsvinden, met andere woorden thuis. De zorg kan ook gedeeltelijk in een instelling worden gegeven, zoals in een dagverblijf of geheel, zoals in een bejaardentehuis of verzorgingshuis/verpleeghuis. Deze zorg kan worden gegeven door niet daartoe opgeleide personen, zoals familieleden bij thuiszorg of mantelzorg. De zorg kan ook worden gegeven door professionele beroepsbeoefenaars in het geval van verzorgingshuizen of verpleeghuizen en bij palliatief terminale zorg, waarbij de kwaliteit van het leven en het einde van het leven in het geding is. 2. Relatie met de Landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg De Landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg (AB 2014 no. 74) heeft tot doel regels te treffen ter waarborging en bevordering van de kwaliteit van de zorg die 4

25 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 25 van 83 door particuliere organisaties en individuele personen wordt aangeboden.3 Het onderhavige ontwerp omvat regels inzake de oprichting en de instandhouding van instellingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van personen die verzorgingsbehoeftig zijn. In het onderhavige ontwerp zijn de nodige regels opgenomen ter waarborging en bevordering van de veiligheid en kwaliteit van de in de verzorgingshuizen aangeboden zorg, welke van goed niveau dient te zijn.4 3. De hoofdlijnen van het onderhavige ontwerp De kern van het onderhavige ontwerp wordt gevormd door een vergunningsplicht voor de exploitanten van de in Aruba reeds geexploiteerde verzorgingshuizen en nog te openen verzorgingshuizen (artikel 2, eerste lid). De vergunning wordt door de minister, belast met ouderenzorg, (hierna de Minister) op aanvraag verleend. Het ontwerp richt zich dus tot exploitanten van de verzorgingshuizen die zorg aanbieden, in de zin van opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging, aan meerderjarige personen (18 jaar of ouder) die verzorgingsbehoeftig dan wel verplegingsbehoeftig zijn. In dit kader Iegt het onderhavige ontwerp kwaliteitsvoorschriften voor de houders vast. Deze zijn: een houder biedt goede zorg aan (artikel 11); de organisatie van de houder is zodanig dat de vereiste goede zorg kan worden geboden (artikel 12); een houder dient elke vier jaar een beleidsplan op te stellen (artikel 14); een houder dient tweejaarlijks verantwoording of te leggen over het door hem gevoerde beleid (artikel 15). De invulling en toepassing van deze voorschriften wordt in eerste instantie aan de houders zelf overgelaten. Dit hangt samen met de aard van het ontwerp als een 3 Verwezen zij naar de Memorie van Toelichting bij de Landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg (AB 2014 no. 74). 4 Verwezen zij naar punt 1.8 van het advies van de Raad van Advies inzake de ontwerp-landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg d.d. 26 juni 2013, nr. RvA 29-13, en de daarbijbehorende reactie in het naderrapport op p. 5. 5

26 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 26 van 83 kaderwet waarin de belangrijkste normen zijn opgenomen voor de waarborging en bevordering van de kwaliteit van de zorg in verzorgingshuizen. Naar het oordeel van de regering rechtvaardigen enerzijds het bestaan van verschillende soorten verzorgingshuizen met hun verschillen in omvang en soort dienstverlening en anderzijds het belang van een effectief toezicht en handhaving een dergelijke benadering. Indien de houders geen invulling geven aan de bovengenoemde voorschriften, kan de regering door middel van het vaststellen van een Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen, (op grond van artikel 13) voorschriften stellen waaraan de houders zich zal moeten houden ten einde te bevorderen dat hij zijn plicht tot het bieden van goede zorg kan verwezenlijken. 4. Algemene voorschriften voor houders Het uitgangspunt van het onderhavige ontwerp is dat de houders zelf primair verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van zorg die zij aanbieden in hun verzorgingshuis. Dit betekent dat houders zelf ook mechanismen in het leven moeten roepen die de kwaliteit van de door hen aangeboden zorg waarborgen. Het ontwerp biedt hiervoor een kader van algemene voorschriften. Dit kader is terug te vinden in Hoofdstuk 3. De invulling ervan wordt in beginsel aan de houders zelf overgelaten. Desgewenst kan de regering zelf nadere invulling geven door middel van uitvoeringswetgeving op grond van artikel 13. Daarnaast heeft de overheid een sturende rol door middel van toezicht en handhaving. Goede zorg Van een houder wordt verwacht dat hij goede zorg aanbiedt die in ieder geval op veilige, doeltreffende, doelmatige en bewoner- of clientgerichte gewijze wordt verleend (artikel 11). Ook dient deze tijdig te worden verleend en dient deze afgestemd te zijn op de reele behoefte van de client. Daarbij zullen houders telkens de juiste verhouding tussen de aspecten doeltreffendheid, doelmatigheid en 6

27 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 27 van 83 bewoner- of clientgerichtheid moeten vinden. Bovendien dienen de houders te handelen in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid, die voortvloeit uit de op hen van toepassing zijnde wettelijke vereisten, richtlijnen, protocollen en handreikingen. De formuiering van het voorgestelde artikel 11 is niet statisch; de inhoud en reikwijdte van de aanspraak wijzigt zich met de in de praktijk ontwikkelende stand van de wetenschap en normen, eisen en ervaringen uit de desbetreffende kring zelf. Formulering van een zeer concrete norm zou bovendien niet goed mogelijk zijn en zou er mogelijk ook toe kunnen leiden dat houders zich tot een minimum zouden beperken. (ii) Het voeren van kwaliteit gericht beleid Van een houder wordt voorts verwacht dat hij de zorg op zodanige wijze organiseert, waardoor hij te alien tijde in staat is om goede zorg aan te bieden. Daarbij voorziet een houder een verzorgingshuis van personeel en materieel die zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht adequaat zijn. Ook dient een houder te zorgen voor een adequate taakverdeling, bevoegdheids- en verantwoordelijkheidstoedeling (artikel 12). Van belang is dus dat een verzorgingshuis beschikt over voldoende en gekwaiificeerd personeel, alsmede over het juiste materieel. Dat betekent onder meer dat het personeel een adequate opleiding moet hebben genoten en daarna regeimatig wordt bijgeschoold. Wat de taakverdeling, bevoegdheids- en verantwoordelijkheidstoedeling betreft, zij opgemerkt dat het duidelijk moet zijn, welke medewerkers welke taken uitvoeren en wie daarvoor verantwoordelijk zijn. De regering is namelijk van oordeel dat duidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden, aisook een goede communicatie tussen medewerkers onderling en tussen medewerkers en houder, zal leiden tot vertrouwen in elkaars werk en expertise. Dit heeft uiteindelijk een positieve bijdrage tot gevolg voor de kwaliteit in de zorg in verzorgingshuizen. 7

28 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 28 van 83 (iii) Beleidsplan Van belang is voorts dat een houder bij aanvang van de werkzaamheden en vervolgens elke vier jaar in een beleidsplan beschrijft hoe hij uitvoering zal gaan geven aan de twee hierboven besproken punten (artikel 14, eerste lid). Het beleidsplan geeft informatie over de doelstellingen, visie en missie het verzorgingshuis en wat dat betekent voor de zorg die in het verzorgingshuis wordt aangeboden. Op grond van deze informatie kunnen onder andere zorgverkrijgers, dan wel hun vertegenwoordigers, een afgewogen beslissing maken of zij gebruik wensen te maken van de diensten van het desbetreffende verzorgingshuis. (iv) Verslag Van belang is daarenboven dat een houder tweejaarlijks verslag doet van het door hem gevoerde beleid ter uitvoering van de kwaliteitsvoorschriften van het onderhavige ontwerp, met name de artikelen 11 en 12 (artikel 15, eerste lid). Dit verslag dient door de houder ter inzage gelegd te worden ten zijne kantore of in het verzorgingshuis verzonden te worden. Zodoende kan er een interne en externe toetsing en zonodig bijsturing plaatsvinden van dit beleid. Vanuit een breder verband bezien, zal hiermee ook een toetsing kunnen plaatsvinden vanuit de maatschappij, dat wil zeggen door consumenten- of clientenorganisaties en uiteindelijk bewoners en clienten zeif. In dit kader zij ook gewezen op het belang van de klachtenregeling als instrument voor de meting van de kwaliteitsbevorderende maatregelen. 5. Toezicht Hoofdstuk 4 ( 1) regelt het toezicht op de naleving van de bij of krachtens het onderhavige ontwerp gestelde voorschriften. Deze bepaling zal dienen om andere personen dan de bij de Inspectie gezondheidszorg werkzame personen, aan te wijze als toezichthouder. 8

29 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 29 van 83 In dit kader zij vermeld dat de bedoeling is dat van de in artikel 17, eerste lid, onderdeel c, van de Landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg geboden mogelijkheid om bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, andere regelingen aan te wijzen, waarop het toezicht door de bij de Inspectie werkzame personeel wordt verricht, gebruik zal worden gemaakt. 6. Handhaving In hoofdstuk 5 wordt de handhaving geregeld. Er kunnen gevallen zijn, waarbij ernstige misstanden zich voordoen en waarbij opgetreden zal moeten kunnen worden om deze zo snel mogelijk te beeindigen. Met het oog hierop voorziet het onderhavige ontwerp in de mogelijkheid voor de Minister om bij overtreding van bepaalde artikelen een last op te leggen, en indien niet binnen een bepaalde termijn wordt voldaan aan de last, om de houder te bevelen tot gedeeltelijke of gehele stillegging van de werkzaamheden, dan wel gedeeltelijke dan wel gehele sluiting van het verzorgingshuis. Daarnaast voorziet het onderhavige ontwerp ook in de handhavingsinstrumenten last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Deze laatste handhavingsinstrumenten zijn naar oordeel van de regering noodzakelijk om de naleving van de bij of krachtens het onderhavige ontwerp gestelde voorschriften te verzekeren. Opgemerkt zij hierbij dat de regering momenteel in voorbereiding heeft een ontwerp voor een Landsverordening houdende algemene regels van bestuursrecht. Met dit ontwerp wordt uivoering gegeven aan de in artikel V.17 van de Staatsregeling van Aruba neergelegde opdracht om bij landsverordening algemene regels van bestuursrecht vast te stellen. De regering neemt zich daarbij, vanwege de omvang en de complexiteit van de materie, voor om de verschillende onderdelen ervan in fasen in de vorm van zogenaamde aanbouwwetgeving te realiseren. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan algemene voorschriften voor het toezicht op de naleving en de bestuurlijke handhaving van wettelijke voorschriften. Gedacht wordt daarbij aan nieuwe bepalingen inzake de benoeming van toezichthouders, de bevoegdheden en 9

30 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 30 van 83 wijze van taakuitoefening van deze toezichthouders, en de mogelijke bestuurlijke sancties die toegepast kunnen worden bij niet-naleving van wettelijke voorschriften. Daarbij worden niet alleen de bestaande bepalingen in de Arubaanse wetgeving inzake toezicht en bestuurlijke handhaving als voorbeeld gebruikt, maar ook de desbetreffende bepalingen in de Nederlandse Algemene wet bestuursrecht (Awb). De bestuurlijke handhavingsbepalingen die nu nog in afzonderlijke Iandsverordeningen zijn opgenomen c.q. zullen worden, zullen als gevolg hiervan komen te vervallen. Dat geldt dus ook voor de desbetreffende artikelen van het onderhavige ontwerp. Aangezien het echter de verwachting is dat het ontwerp voor de Landsverordening algemene bepalingen bestuursrecht pas na het onderhavige ontwerp in werking zal kunnen treden, acht de regering het wenselijk dat de noodzakelijke bestuurlijke handhavingsinstrumenten tijdelijk in het onderhavige ontwerp worden opgenomen. Hiermee wordt een onder meer met het de Landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving (AB 2013 no. 20) ingezette lijn voortgezet Bijzondere bevoegdheid Minister Zoals hierboven reeds is vermeld, wordt een bijzondere bevoegdheid aan de Minister toegekend, namelijk om eerst een last te geven en vervolgens over te gaan tot gedeeltelijke of gehele stillegging van de werkzaamheden, dan wel gedeeltelijke of gehele sluiting van een verzorgingshuis. In het derde lid van artikel 27 wordt bepaald dat dit voor ten hoogste 72 uur kan geschieden welke termijn een keer kan worden verlengd. Met deze bevoegdheid zal dus niet lichtvaardig moeten worden omgegaan Bestuurlijke handhaving Ten aanzien van de bestuurlijke sancties zelf kan in het algemeen het navolgende worden opgemerkt. Bestuursrechtelijke sancties worden onderscheiden in herstelsancties en bestraffende sancties. Herstelsancties zijn gericht op het beeindigen of ongedaan maken van de overtreding of de gevolgen daarvan, dan wel het voorkomen van herhaling. Tot deze categorie behoren de last onder so

31 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 31 van 83 bestuursdwang en de last onder dwangsom. Bij de last onder dwangsom wordt aan de overtreder van een bepaalde norm een last - verstrekt met de verplichting tot de betaling van een geldsom bij het niet naleven van de last - opgelegd die ertoe strekt de overtreding ongedaan te maken of de voortzetting van de overtreding te voorkomen. Dit middel heeft een reparatoire strekking en is bij uitstek geschikt voor doorlopende overtredingen die op het moment van constatering nog plaatsvinden en waarvan de gevolgen nog ongedaan kunnen worden gemaakt. De bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie die een onvoorwaardelijke verplichting voor de overtreder inhoudt om een geldsom te betalen. Het is erop gericht om de overtreder leed toe te voegen en kan mede gericht worden op het voorkomen van herhaling. De bestuurlijke boete heeft dus een zuiver repressief karakter en is bedoeld voor niet-corrigeerbare overtredingen. 7. Rechtsbescherming Ten aanzien van de rechtsbescherming van een houder jegens wie een maatregel in de zin van het onderhavige ontwerp is toegepast, zij vermeld dat de Landsverordening administratieve rechtspraak (AB 1992 no. 45) van toepassing zal zijn. 8. Financiele consequenties Als gevolg van dit wetvoorstel zal er sprake zijn van een zekere harmonisatie en aanscherping van de bevoegdheden en sanctiemogelijkheden ter versterking van de naleving en handhaving van relevante beleids- en regelgevingen ressorterende onder het mandaat van zulke overheidsinstanties als de Dienst Technische Inspectie, de Brandweer, de Directie Volksgezondheid en de Directie Sociale Zaken. In dit kader wordt ervan uitgegaan dat de uitvoeringskosten van dit wetvoorstel minimaal zijn daar het toezicht en handhaving hiervan veelal reeds uitgevoerd zijn of kunnen worden binnen de bestaande capaciteit van de relevante overheidsinstanties. 11

32 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 32 van 83 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Dit artikel bevat de definities van begrippen die in het onderhavige ontwerp (en de daarop te baseren uitvoeringsvoorschriften) gehanteerd worden. Van deze definities behoeven naar de mening van de regering een drietal nadere uitleg. "verzorgingshuis / client" In een verzorgingshuis kan aan hen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, en die verzorgingsbehoeftig of verplegingsbehoeftig zijn, verzorging en huisvesting worden geboden. Hieronder wordt ook verstaan het bieden van opvang, begeleiding, behandeling of verpleging. Door bijvoorbeeld ouderdom, ziekte of een handicap kunnen personen verzorgingsbehoeftig of verplegingsbehoeftig zijn. Onder het begrip "client" worden twee categorieen zorgverkrijgers onderscheiden die de diensten van een verzorgingshuis kunnen afnemen. In een verzorgingshuis kan iemand bijvoorbeeld wonen en wordt degene bijvoorbeeld hulp geboden bij wassen, aankleden, eten en naar bed gaan. Ook kan er intensievere zorg of medische behandeling worden geboden aan degenen die woonachtig zijn in het verzorgingshuis. Te denken valt hierbij aan personen die een hersenbloeding hebben gehad of lijden aan dementie. Dit betreft dus de persoon die in een verzorgingshuis woonachtig is, en daar duurzaam verblijft (en daar dus ook overnacht) (onderdeel a). Ook bestaat er een mogelijkheid dat de persoon slechts dagverzorging krijgt. De persoon gaat dan 's avonds weer terug naar zijn eigen huis. In dat geval betreft het een persoon die slechts dagverzorging krijgt in een verzorgingshuis (onderdeel b). Om als verzorgingshuis aangemerkt te worden dient er verzorging of huisvesting geboden te worden aan 4 of meer personen. 12

33 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 33 van 83 Artikel 2 Conform het eerste lid is het binnen de kaders van deze ontwerp-landsverordening een ieder verboden een verzorgingshuis te exploiteren zonder vergunning. lemand die voornemens is een verzorgingshuis in exploitatie te nemen, dient daarvoor een vergunningaanvraag in te dienen. De vergunningaanvraag dient te geschieden door middel van een door de Minister vastgesteld aanvraagformulier. Degene die voornemens is een verzorgingshuis te exploiteren, is verplicht dit formulier voor de vergunningaanvraag te gebruiken. Naast het aanvraagformulier dient de aanvrager bij de aanvraag nog enige officiele bescheiden mee te sturen. De regering acht het noodzakelijk dat de aanvrager bij zijn vergunningaanvraag de in het tweede lid, onderdelen a tot en met e, opgenomen gegevens en bescheiden mee stuurt. Hieronder volgt voor een deel van de in het tweede lid, onderdelen a tot en met e, genoemde gegevens en bescheiden een nadere toelichting. onderdeel b: In de statuten van de rechtspersoon staat het doel en de belangrijkste regels van de rechtspersoon. Door het overleggen van de statuten kan worden nagegaan of de doelstelling van de rechtspersoon overeenstemt met het exploiteren van een verzorgingshuis. onderdeel d: Aansprakelijkheidsverzekering: De werkdruk in de huidige verzorgingshuizen neemt toe en daarmee ook de risico's. De houder is verantwoordelijk dat alles goed gaat tijdens het werk, als werkgever en als zorgverlener. Maar er kan altijd iets misgaan: iemand kan gewond raken of eigendommen van een bewoner of client raken beschadigd of gaan kapot. De kans is reeel dat in zulke gevallen de houder aansprakelijk wordt gesteld voor de geleden schade. Het is om die reden dat de regering het van belang acht dat een kopie van de aansprakelijkheidsverzekering wordt overgelegd bij de vergunningaanvraag, omdat met een aansprakelijkheidsverzekering de houder zich verzekert tegen de financiele gevolgen van de schade die derden op de houder willen verhalen. 13

34 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 34 van 83 onderdeel e: In een beleidsplan wordt de missie en visie van het bestuur/de organisatie op de middellange en lange termijn uiteengezet. Dit is onder meer van belang voor de clienten en de Minister om te weten hoe de zorg wordt vormgegeven in desbetreffende verzorgingshuis. het onderdelen f en q Van belang is ook dat een aanvrager kan aantonen dat zijn pand gecontroleerd is op zowel de brandveiligheid als op de hygienische aspecten. Een controle op deze vereisten zal indien het pand nog niet gebouwd is, later wederom moeten worden uitgevoerd. Het derde lid stelt enkele eisen aan de bestuurders en alle personen die op structurele basis werkzaam zullen zijn in een verzorgingshuis. Van structureel werkzaam zijn is bijvoorbeeld geen sprake als iemand eenmalig behulpzaam is bij het organiseren van een dagje uit. Het derde lid schrijft voor, dat al deze personen bij indiensttreding bij een verzorgingshuis een verklaring omtrent gedrag (VOG) en een gezondheidsverklaring overleggen aan hun werkgever. De aanvrager dient deze verklaringen te overleggen bij de vergunningaanvraag. VOG: Het derde lid, onderdeel a, geeft aan dat alle personen die op structurele basis werkzaam zijn in een verzorgingshuis op hun gedrag getoetst moeten zijn. De betrouwbaarheid van een persoon kan worden aangetoond door voor aanvang van de werkzaamheden een VOG te overleggen. Een dergelijke verklaring zal op dat tijdstip van recente datum moeten zijn; een VOG mag ten tijde van overlegging niet ouder zijn dan twee maanden (vijfde lid). De aanvrager dan wel de houder heeft zeker bij de werving van personeel belang bij juiste informatie omtrent een mogelijk justitieel verleden van een persoon, doch niet uitsluitend dan. Een verklaring omtrent iemands gedrag is immers niet meer dan een momentopname. Met het oog daarop is in artikel 18, tweede lid, voorzien in de eis dat een nieuwe VOG aan de houder wordt overgelegd, in het geval de houder redelijkerwijs een vermoeden heeft, bijvoorbeeld naar aanleiding van een klacht, dat een bij het verzorgingshuis werkzame persoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een VOG. 14

35 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 35 van 83 Indien de betrokkene geen actuele VOG kan overleggen, zal de houder daarnaar moeten handelen. Gezondheidsverklaring: Het derde lid, onderdeel b, bepaalt dat alle personen die in een verzorgingshuis werkzaam zijn en belast zijn met de voorbereiding, opdiening dan wel de conservering van eet- en drinkwaren, een gezondheidsverklaring als bedoeld in het Personeelsbesluit warenverordening (AB 1995 no. GT 2) dienen te overleggen. Het vijfde lid geeft aan dat een gezondheidsverklaring ten tijde van overlegging niet ouder mag zijn dan een maand. Dit is in overeenstemming met artikel 4, eerste lid, van het Personeelsbesluit warenverordening. Artikel 3 Op grond van dit artikel wordt een vergunning slechts verleend aan een instelling die rechtspersoonlijkheid bezit. Natuurlijke personen komen dus niet in aanmerking voor een vergunning voor het exploiteren van een verzorgingshuis. Artikel 4 Het eerste lid bepaalt dat alleen volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren ingediend moeten worden. De aanvraagformulier moet vergezeld gaan van de in het tweede en derde lid van artikel 2 genoemde bescheiden. Niet volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren, dan wel bij ontbreken van de daarbij behorende bescheiden, worden niet in behandeling genomen. Op grond van het tweede lid wordt aan de aanvrager de tijd gegeven om zijn aanvraag aan te vullen. De aanvrager krijgt op het moment dat hij een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier indient een ontvangstbevestiging. Een ontvangstbevestiging kan van belang zijn voor de termijnen, die zijn opgenomen in dit ontwerp. Degene die de aanvraag heeft gedaan, heeft er namelijk belang bij zo spoedig mogelijk te weten of hij het verzorgingshuis kan gaan exploiteren. Het niet tijdig beslissen door de 15

36 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 36 van 83 Minister wordt gelijkgesteld met een afwijzende beschikking op grond artikel 9, tweede lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (AB 1993 no. 45). Hiertegen staat bezwaar en beroep open. In het derde lid is uitdrukkelijk vermeld dat de termijn van twaalf weken pas begint te lopen idien de aanvraag aan alle vereisten voldoet. Het vierde lid bevat een afstemmingsbepaling. Aanvragen die tegelijkertijd zouden kunnen worden ingediend, betreffen een vestigingsvergunning en/of een bouwvergunning. Dit betekent dat de termijn van 12 weken opgeschort kan worden, gedurende de tijd dat een daarbij benodigde andere vergunning nog niet is verleend. Artikel 6 Ingevolge dit artikel is een vergunning voor het exploiteren van een verzorgingshuis gebonden aan de rechtspersoon en niet voor overdracht vatbaar. Dit houdt in dat de vergunning slechts geldt voor de rechtspersoon aan wie zij is verleend en dat wanneer de onderneming ophoudt te bestaan, de vergunning van rechtswege vervalt. Een rechtspersoon houdt op te bestaan, wanneer deze ontbonden wordt. Ook kan een rechtspersoon zijn doelstelling zodanig wijzigen, dat het niet meer kan worden beschouwd als een rechtspersoon die ten doel heeft het exploiteren van een verzorgingshuis. In een dergelijk geval, dient tevens te worden beschouwd dat er hierbij sprake is van een nieuwe rechtspersoon en in dat geval is overdracht niet mogelijk. Bovendien kan een rechtspersoon failliet worden verklaard. Bij faillietverklaring dient dan ook te worden bezien in hoeverre een dergelijke rechtspersoon aan de voorschriften van het onderhavige ontwerp zal kunnen blijven voldoen. Ook deze rechtspersoon zal op den duur ophouden te bestaan. Bij omzetting van een rechtspersoon, bij een splitsing of bij een fusie met een andere rechtspersoon, zonder dat de doelstelling verandert, zal die rechtspersoon, 16

37 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 37 van 83 op grond van de reeds verleende vergunning het verzorgingshuis kunnen blijven exploiteren. Wanneer er sprake is van een voornemen tot verandering in de rechtspersoon die de vergunning heeft verkregen, is de houder echter verplicht de Minister hiervan onverwijld in kennis te stellen (artikel 19, onderdeel a). Artikel 7 Dit artikel biedt de mogelijkheid om bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een vergunningsrecht te heffen, bijvoorbeeld ten behoeve van de kosten die verbonden zijn aan de registratie in het register en het bijhouden van deze gegevens. Artikel 8 Dit artikel bevat de gronden voor weigering van een vergunning. Deze weigeringsgronden zijn facultatief geformuleerd; de vergunning kan worden geweigerd indien een van deze weigeringsgronden zich voordoet. De weigeringsgronden zijn niet cumulatief. Doet een van deze gevallen zich voor, dan kan de Minister de vergunning weigeren (discretionaire bevoegdheid). Artikel 9 Dit artikel bevat de gronden voor intrekking van een vergunning. Doet een van deze intrekkingsgronden zich voor, dan kan de Minister de vergunning intrekken (discretionaire bevoegdheid). Indien de gang van zaken in het verzorgingshuis in zo ernstige mate te wensen overlaat dat er geen plaats meer is voor een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete kan direct, dus zonder eerst andere sancties te beproeven, de vergunning worden ingetrokken. Alvorens de vergunning wordt ingetrokken dient de betrokken houder wel op de hoogte te worden gebracht van dit voornemen. Het 17

38 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 38 van 83 intrekken van een vergunning is echter wel het ultimum remedium. De beginselen van behoorlijk bestuur brengen met zich, dat bij een overtreding van deze ontwerp- Iandsverordening in beginsel eerst de andere sanctiemogelijkheden worden beproefd, zoals het geven van een last, gevolgd door de gedeeltelijke of gehele stillegging van de werkzaamheden dan wel de gedeeltelijke of gehele sluiting van het verzorgingshuis, dan wel het opleggen van last onder dwangsom of een bestuurlijke boete, alvorens over te gaan op het intrekken van de vergunning. Artikel 10 Het eerste lid schrijft de aanwezigheid van een openbaar register van alle verzorgingshuizen die een vergunning hebben voor. Opneming in het register heeft als doel zorgverkrijgers inzicht te verschaffen in het aanbod van verzorgingshuizen. Het geeft zorgverkrijgers een zekere mate van zekerheid dat de opvang in het verzorgingshuis bij de aanvang van de exploitatie van voldoende kwaliteit is en dat van overheidswege erop zal worden toegezien dat de kwaliteit van voldoende niveau blijft. De verantwoordelijkheid voor het register berust op grond van het eerste lid, tweede volzin, bij de Minister. Deze minister is immers de eerstverantwoordelijke minister voor de uitvoering van deze landsverordening. Het beheer van het register is daartoe aan hem opgedragen. Dat belet overigens niet dat hij het beheer van het register onder zijn verantwoordelijkheid door een ander Iaat uitoefenen. In aanvulling op het eerste lid dat het openbare karakter van het register at vastlegt, geeft het tweede lid aan voor wie het register raadpleegbaar is (voor een ieder) en op welke wijze (langs elektronische weg en bij de Directie Volksgezondheid). In het derde lid is aangegeven welke gegevens in het register worden opgenomen. Van deze gegevens wordt verwacht dat zorgverkrijgers inzicht kunnen verschaffen in het aanbod van verzorgingshuizen. In het register worden steeds enkele van de gegevens opgenomen die op grond van de invulling van het aanvraagformulier (artikel 2, tweede lid) zijn verkregen. In het register wordt ook een verwijzing 18

39 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 39 van 83 opgenomen naar de vindplaats van de inspectierapporten. Hierin wordt een overzicht van de getoetste eisen opgenomen, alsook wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. De inspectierapporten zijn dus openbaar. Met "de status van het verzorgingshuis" wordt bedoeld "geregistreerd" of "niet meer geregistreerd". Het vierde lid gebiedt de Minister om de status van een verzorgingshuis in het register aan te passen, indien de vergunning wordt ingetrokken. Door deze verplichting wordt het register up to date gehouden. Artikel 11 De clienten hebben recht op goede zorg. Onder goede zorg wordt verstaan zorg van goed niveau, die in ieder geval tijdig, veilig, doeltreffend, doelmatig en bewoner- en clientgericht is, die is afgestemd op de reele behoefte van de client en waarbij de houder en de personen die de zorg verlenen, ook voor het overige handelen in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit een voor hen geldende wettelijke vereisten, richtlijnen, protocollen en handreikingen. De formulering van het voorgestelde artikel 11 is niet statisch; de inhoud en reikwijdte van de aanspraak verandert met de in de praktijk ontwikkelende stand van de wetenschap en normen, eisen en ervaringen uit de desbetreffende kring zeif. Het staat de houders dus vrij om zeif invulling te geven aan het begrip "goede zorg". Dit zal afhankelijk zijn van diverse feiten en omstandigheden, zoals de aard en omvang van de verleende zorg in het verzorgingshuis, het gevoerde beleid, de beschikbare middelen, etc.. Formulering van een zeer concrete norm zou bovendien niet goed mogelijk zijn, omdat de zorgverlening voortdurend in beweging is: wat voorheen als gebruikelijk en aanvaardbaar gold, is dat thans niet meer. De gekozen formulering biedt dan ook ruimte om deze veranderingen op te vangen. Bovendien zou een zeer concrete norm er mogelijk ook toe kunnen leiden dat houders zich tot een minimum zouden beperken. 19

40 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 40 van 83 Artikel 12 Het onderhavige artikel heeft betrekking op de organisatie van de zorgverlening in verzorgingshuizen. Deze dient zodanig te zijn, dat voldaan kan worden aan de verplichting tot verlening van goede zorg als bedoeld in artikel 11. Het is de taak van een houder om het proces van de zorgverlening zodanig te structureren en uit te voeren dat de zorg in het verzorgingshuis goed zal zijn. Essentieel daarbij is dat de houder het verzorgingshuis voorziet van adequate materiele middelen en van voldoende gekwalificeerd personeel van wie de verantwoordelijkheden helder zijn geformuleerd. Artikel 13 Op grond van dit artikel kan in aanvulling van de in het ontwerp opgenomen kwaliteitseisen een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden vastgesteld, waarin een uitwerking van de kwaliteitseisen verzorgingshuizen wordt opgenomen. De keuze voor dit landsbesluit is ingegeven vanwege de wens om de landsverordening niet onnodig gedetailleerd te maken, hetgeen de overzichtelijkheid ervan niet ten goede zou komen. Artikel 14 Deze bepaling eist dat een houder van een verzorgingshuis bij aanvang van de werkzaamheden en vervolgens elke vier jaar in een beleidsplan een beschrijving geeft van de wijze waarop hij uitvoering zal geven aan de artikelen 11, 12 en de bij of krachtens artikell3 gestelde voorschriften. Met een dergelijk beleidsplan kunnen houders van zorginstellingen zich profileren en kunnen personen op basis van de beschrijving van het kwaliteitsbeleid beoordelen of het desbetreffende verzorgingshuis hen aanspreekt. Het gevoerde beleid is voor verzorgingshuizen een belangrijk kwaliteitselement en er dient daardoor specifieke aandacht aan te worden besteed. Op grond van het derde lid kan de Minister een model voor een beleidsplan vaststellen. 20

41 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 41 van 83 Artikel 15 Op grond van het tweede lid moet een houder het tweejaarlijksverslag, dat hij op grond van het eerste lid moet opstellen, in kopie aan de Minister sturen, zodat de Minister en de daaronder ressorterende organisatorische eenheden continu op de hoogte zijn van het door de houder gevoerde beleid en de verrichte activiteiten op het gebied van de kwaliteit van de zorg in het verzorgingshuis. Het verslag kan ook een signaalfunctie hebben. Dit verslag dient door de houder ook ter inzage te worden gelegd te zijner kantore of van het verzorgingshuis. Op deze wijze kan een ieder kennis nemen van dit verslag. De regering verwacht dat hiervan een kwaliteitsstimulerende werking zal uitgaan. Artikel 16 Op grond van het eerste lid dient de houder van elke bewoner en client een zorgdossier aan te leggen en bij te houden. Op het zorgdossier zijn de artikelen 454 tot en met 458 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba van toepassing. Het zorgdossier dient als het hulpmiddel en leidraad om de zorg van een bewoner of een client, zoals hij door het personeel van het verzorgingshuis wordt verleend (al dan niet in samenwerking met bijvoorbeeld een arts), te plannen, op elkaar of te stemmen en vast te leggen. Het is het centrale verzamelpunt van alle relevante informatie met betrekking tot de client. In het zorgdossier dient de houder enkele persoonlijke gegevens op te nemen, zoals de naam, voornamen, geslacht en geboortedatum van de client. Ook dient, indien van toepassing, de naam en voornamen en het telefoonnummer van de contactpersoon dan wel de wettelijke vertegenwoordiger opgenomen te worden. De contactpersoon kan bijvoorbeeld een familielid zijn of iemand anders uit de directe omgeving. In een zorgplan worden afspraken gemaakt over de te leveren zorg aan en behandeling van de client, alsook de activiteiten waaraan deel genomen wordt. Het zorgplan is persoonlijk en staat centraal in de zorg- en dienstverlening aan de client. Voor het uitvoeren van het zorgplan is toestemming van de client vereist dan 21

42 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 42 van 83 wel diens wettelijke vertegenwoordiger. Aan de hand hiervan kan de zorg geevalueerd en eventueel bijgesteld worden. In het zorgdossier wordt opgenomen op welke momenten het zorgplan geevalueerd dient te worden. Artikel 17 Hygiene en preventie spelen een belangrijke rol voor de veiligheid van de client en het personeel van een verzorgingshuis. Dit omdat clienten, veelal ouderen, een kwetsbare groep vormen. De regering acht het dan ook wenselijk om ter zake regels te stellen. In aansluiting op het ontwerp is er in voorgesteld artikel 17 ook voor gekozen om de houder meer verantwoordelijkheid en ruimte te geven om zelf invulling te geven aan deze verplichting. Het is dus in beginsel een zorgplicht van de houder voor een hygienisch verzorgingshuis. De regering kan, indien daartoe genoodzaakt, van de in artikel 13 neergelegde delegatiebepaling gebruikmaken. Artikel 18 Het eerste lid schrijft voor dat ook personen die na de vergunningaanvraag in een verzorgingshuis werkzaam zullen zijn bij de indiensttreding bij een verzorgingshuis een VOG en een gezondheidsverklaring, indien van toepassing, dienen te overleggen aan de houder. Zoals reeds vermeld is een VOG niet meer dan een momentopname. Met het oog daarop voorziet het tweede lid, dat een nieuwe VOG aan de houder wordt overgelegd, in het geval de houder redelijkerwijs een vermoeden heeft, dat een bij het verzorgingshuis werkzame persoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een VOG. Naar aanleiding van een het niet kunnen overleggen van een actuele VOG zal de houder ten einde aan de voorschriften van het onderhavige ontwerp te blijven voldoen, de daartoe nodige maatregelen moeten treffen. 22

43 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 43 van 83 Artikel 19 Een houder is op grond van dit artikel verplicht mededeling te doen aan de Minister van wijziging van de gegevens die bij de aanvraag zijn verstrekt (onderdeel a). Daardoor kan onder andere worden nagegaan of de houder nog aan de vereisten voor het hebben van de vergunning voldoet en kan het register actueel worden gehouden. Enerzijds geeft het register daardoor een volledig overzicht van verzorgingshuizen voorzien van actuele, relevante gegevens die een adequaat toezicht mogelijk maken. Anderzijds kunnen personen in het register zien dat een verzorgingshuis (nog) voldoet aan de vergunningsplicht. Ook is een houder verplicht de Minister geaggregeerde gegevens te verstrekken op zijn verzoek (onderdeel b). Het doel hiervan is op basis van niet tot individuen herleidbare gegevens beleid te ontwikkelen Artikel 20 Binnen het kader van de eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geboden zorg in verzorgingshuizen is het wenselijk dat houders over een klachtenregeling beschikken voor het effectief indienen en behandelen van klachten. Het eerste lid vermeld waarover een klacht kan worden ingediend. Het dient een klacht te betreffen over een handeling of nalaten jegens een client. Dit handelen of nalaten kan een ieder die werkzaam is in het verzorgingshuis betreffen. Het onderhavige lid voorziet hierin ten aanzien van houders die een of meer verzorgingshuizen exploiteren. De klacht kan tevens over een besluit gaan, die gevolgen heeft voor de client. Ook kunnen klachten over de structuur van de organisatie zelf, die voor de client gevolgen heeft, worden ingediend. Op grond van het tweede lid wordt de mogelijkheid voor de houders geopend om samen een klachtenregeling op te stellen, dan wel samen met andere zorgaanbieders. Ook kan een houder zich onderwerpen aan de werking van een bestaande klachtenregeling. 23

44 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 44 van 83 Het derde lid draagt een houder als bedoeld in het eerste lid, op om zijn klachtenregeling op een geschikte en toegankelijke wijze onder de aandacht te brengen van zijn bewoners en clienten, en hun vertegenwoordigers. Van belang hierbij zijn met name de woorden "op toegankelijke wijze". De houder is vrij in het kiezen van de wijze van bekendmaking van zijn klachtenregeling, mits zijn bewoners en clienten redelijkerwijs kennis ervan kunnen nemen. Daarbij spelen feiten en omstandigheden een rol. Gedacht kan worden aan de soort en de omvang van het betrokken verzorgingshuis. Afhankelijk van de verschillende feiten en omstandigheden kan de houder de klachtenregeling door middel van plaatsing van papieren kopieen binnen het verzorgingshuis bekend maken. Artikel 21 Dit artikel geeft aan wie een klacht kan indienen. Een klacht kan door een client zelf worden ingediend, maar ook door een vertegenwoordiger van de client. Artikel 22 Het eerste lid bevat de punten waaraan in ieder geval in de klachtenregeling moet zijn voorzien. Zij beogen een efficiente en onafhankelijke wijze van indiening en behandeling van klachten zoveel mogelijk te waarborgen. Met het oog hierop wordt in de onderdelen a tot en met d aandacht besteed aan het bestaan van een klachtencommissie, waarvan de voorzitter niet bij of voor de houder werkzaam is, de mogelijkheid van indiening van een klacht door of namens de client en de toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor. In het tweede lid is de mogelijkheid opgenomen voor de regering om nadere regels te stellen ten aanzien van de vereisten waaraan een klachtenregeling tenminste moet voldoen. 24

45 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 45 van 83 Artikel 23 Vermeden moet worden dat een verzorgingshuis een bron van besmetting kan worden. Daartoe dient zoveel mogelijk te worden voorkomen dat iemand met een besmettelijke ziekte het verzorgingshuis betreedt met alle gevolgen van dien. Het kunnen hier besmettelijke ziektes betreffen die naar hun aard een gevaar opleveren voor de volksgezondheid. Immers, een simpele neusverkoudheid is besmettelijk, maar levert geen gevaar op voor de volksgezondheid en zou niet automatisch mogen leiden tot het weigeren van toegang tot het verzorgingshuis. Wel moeten in het belang van de clienten bij sommige besmettelijke ziekten de toegang tot het verzorgingshuis geweigerd kunnen worden, hierbij kan gedacht worden aan de waterpokken. In het eerste lid is de wettelijke grondslag opgenomen om bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ziekten aan te wijzen waarop de bijzondere voorschriften van het onderhavige artikel van toepassing zijn. Ook moet in dat landsbesluit worden opgenomen de duur van de toegangsontzegging en de voorwaarden waaronder de toegang wederom kan worden verleend. Indien blijkt of wordt vermoed dat toch bewoners, clienten of personeelsleden aanwezig zijn (geweest) die aan een besmettelijke ziekte als bovenbedoeld lijden, dient de houder de directeur van de Directie Volksgezondheid en de Inspectie Volksgezondheid hiervan op de hoogte te stellen. In overleg zal dan bekeken worden welke maatregelen getroffen moeten worden om (verdere) besmetting te voorkomen; het tweede lid biedt hiervoor een grondslag. Artikel 24 Het voorgestelde artikel 24 regelt de aanwijzing van toezichthouders, de reikwijdte van het toezicht, de bevoegdheden van de toezichthouders en de verplichtingen van de toezichtsubjecten. Het is gebaseerd op de zogenaamde standaardtoezichtbepaling die inmiddels sinds 1997 met succes in de Arubaanse wetgeving wordt gehanteerd en waarvan de achtergrond inmiddels welbekend is. Verwezen kan worden naar de pagina's 1 tot en met 30 van de memorie van 25

46 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 46 van 83 toelichting bij de Invoeringsverordening Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1997 no. 34). Het eerste lid regelt de aanwijzing van toezichthouders en de reikwijdte van het door hen uit to oefenen toezicht. Het toezicht wordt opgedragen aan daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. De regering kan zich voorstellen dat naast het personeel van de lnspectie ook andere personen aangewezen zullen worden. In dit artikel is ook de bevoegdheid opgenomen tot het binnentreden van een woning (tweede lid, onderdeel e). Bij de regeling van deze bevoegdheid tot binnentreden zonder toestemming van de bewoner moet voldaan worden aan de eisen die artikel 8 EVRM en artikel 1.17 van de Staatsregeling van Aruba daaraan stellen. De uitoefening van de bevoegdheid is slechts mogelijk voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitoefening van de andere toezichthoudende bevoegdheden. Artikel 25 Dit artikel bevat de standaard "geheimhoudings"-bepaling. Geheimhouding van de gegevens en inlichtingen die ingevolge het onderhavige ontwerp zijn verkregen of verstrekt, is van essentieel belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het ontwerp. Te dien einde bevat het eerste lid een geheimhoudingsbepaling voor een ieder die uit hoofde van de toepassing van het onderhavige ontwerp of van een ingevolge dit ontwerp genomen besluit enige taak vervult of heeft vervuld. De Minister kan de overtreder van dit artikel op grond van artikel 28, tweede lid, een bestuurlijke boete en op grond van artikel 41 een strafrechtelijke sanctie opleggen. Het tweede lid bevat de gebruikelijke uitzonderingen op het eerste lid ten aanzien van het afleggen van getuigenverklaringen in strafzaken. 26

47 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 47 van 83 Artikel 26 Dit artikel voorziet in een klachtenbehandeling voor de inspecteur gezondheidszorg. De regering heeft het wenselijk geacht om, naast de interne klachtenregeling, de mogelijkheid van beklag bij de inspecteur gezondheidszorg op te nemen. Momenteel dienen burgers die niet tevreden zijn met de wijze waarop zij of een overleden familielid is bejegend, een klacht in bij de Directie Volksgezondheid, bij de afdeling van de Inspectie. Momenteel is er geen wettelijke bevoegdheid om klachten te behandelen, met als gevolg dat de instrumenten om maatregelen te nemen naar aanleiding van een klacht, er niet zijn dan wel onvoldoende zijn. De regering wenst deze in de praktijk gegroeide taak van de Inspectie, toch een wettelijke grondslag te geven, weliswaar geconditioneerd. Het spreekt voor zich dat de nodige regels zullen moeten worden vastgelegd over het gebruik van deze klachtmogelijkheid. De burger zal in principe van de interne klachtenregeling bij de houder gebruik moeten maken. De regering heeft derhalve besloten om deze bevoegdheid of te laten hangen van de nadere regeling ervan in algemene maatregelen. Indien, nadat de inspectie gezondheidszorg is opgezet en de in de Landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg neergelegde werkzaamheden reeds worden uitgevoerd, in de praktijk zal blijken dat de clienten de klachtenbehandeling bij de inspectie gezondheidszorg nodig oordelen, kan overgegaan worden tot de uitvoering van deze bepaling. De behoefte zal in ieder geval moeten blijken aan de hand van bij de inspectie gezondheidszorg ingediende klachten van bewoners en clienten, dan wel nabestaanden van bewoners en clienten, of, indien de gemeenschap, by. door clientenorganisaties en raden, de overheid daarmee benadert. Voorgesteld wordt om de regels met betrekking tot de afhandeling van klachten in een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, neer te leggen. Met de formulering van het eerste lid wordt duidelijk aangegeven dat, zolang dit landsbesluit niet is geslagen, deze bevoegdheid niet rechtsgeldig door de inspectie gezondheidszorg kan worden uitgeoefend. De vormvereisten voor het klaagschrift, de te volgen procedures en de behandeling zullen in het in het eerste lid bedoelde landsbesluit moeten worden vastgelegd. Ook zal rekening worden gehouden met de 27

48 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 48 van 83 mogelijkheid van bemiddeling door de inspectie gezondheidszorg. Bovendien zullen de oordelen en de daaraan te verbinden gevolgen worden vastgelegd. Daartoe voorziet het tweede lid. Artikel 27 Het voorgestelde eerste lid bevat de mogelijkheid voor de Minister om eerst een last op te leggen. De houder wordt een redelijke termijn gegund om de overtreding te beeindigen. De termijn moet in verhouding staan tot de geconstateerde overtreding. De Minister zal in de last een schriftelijke waarschuwing opnemen dat indien niet aan de last wordt voldaan, de Minister een bevel kan geven dat de door hem aangewezen dan wel alle werkzaamheden stilgelegd dienen te worden dan wel het verzorgingshuis gedeeltelijk dan wel geheel gesloten dient te worden voor ten hoogste 72 uur. Deze termijn kan eenmaal aansluitend voor eenzelfde periode worden verlengd. proportioneel toegepast zal dienen te worden. dat dit een zwaar ingrijpende sanctie is en Artikelen 28 tot en met 40 Deze artikelen omvatten de regeling van de herstelsanctie de last onder dwangsom en de bestraffende sanctie bestuurlijke boete. Deze artikelen zijn gebaseerd op eerdere recente voorbeelden in de Arubaanse wetgeving, waaronder de Landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving (AB 2013 no. 20). Wat de last onder dwangsom betreft, kan worden opgemerkt dat zij alleen wordt toegepast in situaties waarin de ongewenste toestand door de desbetreffende houder kan worden hersteld en een andere maatregel minder opportuun wordt geacht. Op het opleggen van bestuurlijke sancties zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing. Een dwangsom of boete kan steeds voor een afzonderlijk felt worden opgelegd; ten aanzien van de bestuurlijke boete wordt dit vanwege haar punitieve karakter expliciet vastgelegd. In dit verband dient voor de beantwoording van de vraag, of van een enkele of van meerdere feiten sprake is, 28

49 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 49 van 83 steeds de voorvraag te worden bezien, of het feitencomplex op grond waarvan de boete wordt opgelegd, een overtreding van naar hun strekking geheel verschillende voorschriften oplevert of niet. Aldus wordt aansluiting gezocht bij de leer inzake de toepassing van het ne-bis-in-idem-beginsel. Dit voorkomt dat feiten waarvoor strafrechtelijke vervolging is ingesteld, in de zin van het onderhavige ontwerp nogmaals zouden kunnen worden bestraft. Artikel 28 Het voorgestelde artikel 28, eerste lid, bevat de grondslag voor het opleggen van een last onder dwangsom door de Minister. Het voorgestelde artikel 28, tweede lid, bevat de grondslag voor het opleggen van een bestuurlijke boete door de Minister. Met het oog op de rechtszekerheid is tevens de maximale hoogte van de bestuurlijke boete per overtreding gesteld op Afl ,-. Hierbij is rekening gehouden met de aard en ernst van de overtreding. Voor de last onder dwangsom wordt geen maximumbedrag genoemd daar het gebruik van dit instrument afhankelijk van de aard van de overtreding kan worden ingezet. Artikel 29 In het eerste lid wordt uitdrukkelijk vastgelegd dat de last onder dwangsom schriftelijk dient te worden opgelegd. Dit dient de rechtszekerheid. Een houder kan alsdan rechtsmiddelen aanwenden, indien hij zich niet in het opleggen van de last onder dwangsom kan vinden. Het tweede lid bevat de maximale termijn dat een last onder dwangsom geldig kan zijn. Artikel 30 Het eerste lid bewerkstelligt dat de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete ook opgelegd kunnen worden aan leidinggevenden van verzorgingshuizen. Dit geschiedt door artikel 1:127, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht 29

50 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 50 van 83 van Aruba van overeenkomstige toepassing te verklaren. Ingevolge deze bepalingen kunnen bij door rechtspersonen begane strafbare feiten, de strafvervolging worden ingesteld en de in de (straf)wet voorziene straffen en maatregelen worden uitgesproken tegen die rechtspersonen, tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven of feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging, alsmede tegen beide categorieen tezamen. Onder rechtspersoon wordt in dit bijzondere geval mede verstaan vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, maatschappen en doelvermogens. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld voor de toepassing van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete. Dit landsbesluit dient in ieder geval een beschrijving te bevatten van de te volgen procedures bij de toepassing van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete, en van de grondslagen voor de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete per overtreding of categorieen van overtredingen. in de kas van het Land vloeien. duidelijkheidshalve vast dat de dwangsom en de bestuurlijke boete Artikel 31 Dit artikel bevat een recidivebepaling. Het bedrag van de bestuurlijke boete kan in geval van recidive binnen vijf jaar ter zake van eenzelfde overtreding worden verdubbeld. Artikel 32 Het onderhavige artikel bevat procedures voor een zorgvuldige besluitvorming voor de oplegging van een bestuurlijke boete. Daarbij wordt rekening gehouden met de belangen van de betrokken houder door een hoorplicht voor de Minister jegens de houder vast te leggen. 30

51 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 51 van 83 Artikel 33 Ten behoeve van de (rechts)bescherming van de betrokkene tegenover wie de oplegging van een bestuurlijke boete wordt voorbereid, formuleert dit artikel een zwijgrecht van de persoon in kwestie. Dit impliceert een cautieplicht voor de Minister. Dit is noodzakelijk, aangezien de bestuurlijke boete naar haar aard een straf is, waardoor artikel 14 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Burgerrechten en Politieke Rechten en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden op de oplegging daarvan van toepassing zijn. Duidelijkheidshalve zij opgemerkt dat het zwijgrecht niet geldt - evenmin als de verplichting tot het geven van de cautie - bij de uitoefening van reguliere toezichtbevoegdheden, zelfs indien de persoon tegenover wie zij worden uitgeoefend, daarmee de kans loopt om zich bloot te stellen aan ontdekking van een overtreding van de voorschriften van het onderhavige ontwerp. Het zwijgrecht bestaat slechts indien een Minister besluit gebruik te gaan maken van het boeteinstrument. Volgens de bovengenoemde verdragen ontstaat dat zwijgrecht namelijk op het ogenblik waarop sprake is van een zogenaamde "criminal charge", waaronder volgens constante jurisprudentie wordt verstaan het moment waarop iemand in redelijkheid uit een handeling heeft kunnen afleiden dat aan hem een boete zal worden opgelegd. Uit de aard der zaak volgt dat dit moment zal afhangen van de omstandigheden van het individuele geval. Duidelijkheidshalve zij tevens opgemerkt dat een bestaand zwijgrecht in een lopende boeteprocedure niet impliceert dat dat zwijgrecht ook kan worden tegengeworpen bij een gelijktijdige, rechtmatige uitoefening van toezichtbevoegdheden. Artikel 34 Dit artikel geeft enkele gebruikelijke voorschriften met betrekking tot de verschuldigdbaarheid en inning van de boete. 31

52 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 52 van 83 Artikel 35 Het voorgestelde artikel 35 vormt in de eerste plaats een uitwerking van het principe dat dubbele bestraffing uit den boze is. Het ne-bis-in-idem-beginsel sluit immers de mogelijkheid van een cumulatieve bestraffing voor een en hetzelfde feit uit. Onderdeel a van het eerste lid vormt hiervan een uitwerking. Voorts dient, evenals bij de strafrechtelijke vervolging, ten behoeve van de rechtszekerheid te zijn voorzien in een bestuurlijke verjaringstermijn. Deze wordt in het eerste lid, onderdeel b, gesteld op drie jaar, te rekenen vanaf het tijdstip van de overtreding. De strafrechtelijke vervolgingstermijn wordt door een eventuele bestuurlijke verjaring vanzelfsprekend niet beinvloed. Artikel 36 Dit artikel codificeert het zogenoemde "ne bis in idem beginsel" voor bestuurlijke boeten. In het algemeen wordt aangenomen dat ook in het bestuursrecht behoort te gelden dat mag worden gestraft voor dezelfde overtreding. Artikel 37 Op grond van het voorgestelde artikel 29, tweede lid, bedraagt de uiterlijke duur van een last onder dwangsom twee jaren. In dit artikel wordt evenwel de mogelijkheid gecreeerd dat een last binnen voormeld termijn wordt opgeheven, de looptijd opgeschort of de dwangsom wordt verminderd. Dit geschiedt op grond van een verzoek daartoe van de overtreder. Op grond van het eerste lid zal dit vanwege de blijvende of gedeeltelijke onmogelijkheid van de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen moeten plaatsvinden. Het spreekt voor zich dat de overtreder deze verhindering zal dienen aan te tonen. 32

53 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 53 van 83 Op grond van het tweede lid bestaat de mogelijkheid voor de opheffing van de last, indien de dwangsom na een jaar van het opleggen van de beschikking niet is verbeurd. Indien de overtreder zich niet met de beslissing van de Minister kan verenigen, kan hij een bezwaarschrift indienen bij de LAR bezwaaradviescommissie. Artikel 38 Het onderhavige artikel wordt voorgesteld om na de boeteoplegging steeds te kunnen nagaan, of met alle uitgangspunten die voor de boeteoplegging gelden, rekening is gehouden. Artikel 39 Artikel 39 geeft voorschriften voor de dwanginvordering van dwangsommen en bestuurlijke boeten voor het geval een houder volhardt in zijn weigering om de last of de boete te betalen. Ter verzekering van een effectieve invordering is gekozen voor aansluiting bij de executiebepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba (AB 2005 no. 34). Artikel 40 Het maken van bezwaar of het instellen van beroep tegen een bestuurlijke boete heeft geen schorsende werking. De betrokkene is verplicht de bestuurlijke boete te betalen. Met dit artikel wordt bewerkstelligd dat de consequentie van het ontbreken van schorsende werking wel is dat, indien blijkt dat de bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, de betrokkene de door hem betaalde bestuurlijke geldsom vermeerderd met de wettelijke rente krijgt terugbetaald. 33

54 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 54 van 83 Artikel 41 Het onderhavige artikel regelt de strafbaarstelling van de overtreding van een aantal artikelen van het onderhavige ontwerp, die zo zwaarwegend zijn dat zij ook langs de strafrechtelijke weg aangepakt zouden moeten kunnen worden. Artikel 42 Dit artikel bevat een evaluatiebepaling. Het doel van een evaluatiebepaling is om regelmatig te bezien in hoeverre de doelen van een landsverordening - in casus het waarborgen en bevorderen van de kwaliteit in verzorgingshuizen - zijn bereikt. Op grond hiervan kan de regering de toepassing van de landsverordening bijsturen of de landsverordening aanpassen, mocht het blijken dat het doel van de landsverordening niet of niet in zijn geheel wordt bereikt. Het is dus een middel om de kwaliteit van regelgeving te verhogen, indien juist wordt gebruikt. De regering is op grond van dit artikel verplicht elke vijf jaar een verslag aan de Staten te zenden over de doeltreffendheid en de effecten van deze landsverordening in de praktijk. Artikel 43 Ten aanzien van de reeds bestaande verzorgingshuizen bevat het voorgestelde artikel 43 een overgangsregeling die deze verzorgingshuizen de mogelijkheid geeft om binnen een naar oordeel van de regering redelijke termijn van zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening, te voldoen aan de wettelijke verplichtingen (vergunningsplicht). Artikel 45 Met betrekking tot de inwerkingtreding van het onderhavige ontwerp wordt in primo voorgesteld om deze op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip te doen plaatsvinden, waarbij een gedifferentieerde inwerkingtreding mogelijk is. Zodoende kan zowel aan 34

55 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 55 van 83 de overheid als aan de normadressaten en andere betrokkenen voldoende armslag worden geboden om de noodzakelijke maatregelen to treffen met het oog op deze inwerkingtreding. De minister van Volksgezondheid, derenzor. ort, mi ster an Sociale aken, Jeugd en Arbeid, De minister van Justitie, 35

56 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 56 van 83 KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA voigno: Doorgezonden: Dossier: 09 OKI. MI5 zy-15/oeol Aan de Gouverneur van Aruba Plaza Eman 3 ALHIER Uw kenmerk: f',1g. ivi aqi ; ';'';1-7.1";: '.3'.2.,:A.I.':,,r) lot )1.i. `2(2/ it,;. ' ',, 'Pr 6 WARM acthvi; van Oyart, (5,9 tctei - 23/ 2.0)s- :arez) ,o1(- 831 Ons kenmerk:sm /20) Onderwerp: Ontwerp-landsverordening houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige personen (Landsverordening verzorgingshuizen) Oranjestad, 9 rem, zob lk heb de eer u hierbij, mede namens mijn ambtgenoten van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport en van Societe Zaken, Jeugd en Arbeid, aan te bieden het advies van de Raad van Advies d.d. 10 juni 2015, no , betreffende het bovenvermelde ontwerp. De Raad kan zich verenigen met de inhoud en de doelstelling van het ontwerp en geeft u in overweging het aan de Staten aan te bieden, nadat rekening zal zijn gehouden met zijn opmerkingen. Hieronder zal worden ingegaan op deze opmerkingen van de Raad. 1. Algemeen 1.1 Onder dit punt gaat de Raad in op diens werkwijze ten aanzien van het advies. Het behoeft geen nadere bespreking.

57 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 57 van De Raad merkt allereerst op dat dit ontwerp - tezamen met de Landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg (LKG) en de ontwerp- Landsverordening kinderopvang deel uit maken van een omvangrijk zorggerelateerd wetgevingsproject. De Raad vindt dat er duidelijk en concreet inzicht moet worden gegeven in de bestaande problemen bij de kwaliteit van de ouderzorg. Met het ontwerp wordt immers beoogd regels te stellen met betrekking tot waarborging van de kwaliteit en veiligheid van die instellingen. Ten einde te kunnen bepalen of in het ontwerp daaraan op een doelmatige wijze wordt bijgedragen, is het volgens de Raad nodig dat inzicht wordt verschaft in de kwaliteit en de veiligheid in de bestaande ouderenzorg. De Raad acht het van belang dat de stand van de ouderenzorg in Aruba wordt beschreven en eventueei bestaande problemen op het gebied van kwaliteit en veiligheid inzichtelijk worden gemaakt. Dienaangaande zij vermeld dat uit door de overheid uitgevoerde inspecties instellingen voor ouderenzorg is gebleken dat er op verschillende gebieden tekortkomingen zijn die duiden op een gebrek aan kwaliteit en veiligheid voor de ouderen. Het is dus wenselijk om regelgeving in te voeren voor de standaardisering van de kwaliteit van de ouderenzorg. Belangrijke onderwerpen voor de ouderenzorg worden op deze manier bij wet geregeld, zoals hygiene, kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van personeelsbezetting, de kwaliteit van de dienst- en zorgverlening, brandveiligheid, criteria en procedures voor het monitoren van de staat van gezondheid, waardigheid, veiligheid, privacy, welzijn en zelfbeschikking van elk client, bouw en inrichting van de instelling. Overigens is het algemene deel van de toelichting aangevuld. 1.3 De Raad merkt op dat in de toelichting een uiteenzetting van het ouderenbeleid van het Land ontbreekt. De Raad vraagt wat de visie van het kabinet is ten aanzien van de inrichting van de zorg, en geeft daarbij als voorbeeld het onderbrengen van de zorgcomponent in de algemene ziektekostenverzekering en de wooncomponent onder sociale zaken. De Raad acht het van belang om het toekomstige kader te schetsen, aangezien dit financiele consequenties kan hebben voor het Land. 2

58 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 58 van 83 Hierop zij geantwoord dat met het aantreden van het kabinet Mike Eman II de ouderenzorg verplaatst is van het ministerie, belast met sociale zaken, naar het ministerie, belast met ouderenzorg. Als gevoig van deze verplaatsing is er bij de Directie Volksgezondheid een aparte afdeling in oprichting voor ouderenzorg. Momenteel worden zowel de zorg- als wooncomponent betaald vanuit de subsidie. Dit geldt voor de gesubsidieerde zorginstellingen. In de toekomst zal dit zo blijven, omdat de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering slechts een grondsiag biedt voor de vergoeding van de daarin neergelegde aanspraken. Vooralsnog zijn er nog geen plannen om hierin verandering aan te brengen. De visie vanuit het ministerie, belast met ouderenzorg, is dat ook ouderenzorg kwalitatief hoogwaardig moet zijn, doelmatig en op maat moet worden aangeboden. Dit moet gepaard gaan met duurzame financiering die met regelmaat, door middel van audit en Health Account, geevalueerd wordt. 1.4 Voorts is de Raad van mening dat de beoordeling van de omvang van de problematiek van de ouderenzorg afhankelijk is van het aantal bestaande verzorgingshuizen en van wat de onderlinge verschillen zijn op het gebied van kwaliteit en veiligheid. De Raad acht het wenselijk dat inzicht wordt verschaft in het verschil in kwaliteit tussen enerzijds de door de overheid gesubsidieerde verzorgingshuizen en anderzijds de particuliere verzorgingshuizen, en acht dit onderscheid met name van belang vanwege de sturingsmogelijkheden en het toezicht op en de handhaving van kwaliteitsnormen. Ten aanzien hiervan zij opgemerkt dat de gesubsidieerde verzorgingshuizen een meer gespecialiseerde soort zorg aanleveren. Met behulp van de ontvangen subsidie is de stichting SABA meer in staat duurdere kracht in te huren, zoals verpleegkundigen, fysiotherapeuten, dietisten, ouderengeneeskundigen enz. 3

59 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 59 van 83 De stichting SABA heeft bovendien een overeenkomst met het Horacio Oduber Hospitaal (HOH), op basis waarvan twee ouderengeneeskundigen gedetacheerd worden bij de stichting SABA die door het HOH betaald worden. De stichting SABA krijgt naast een personeelssubsidie ook subsidie voor activiteiten en projecten. De particuliere verzorgingshuizen hebben geen vergelijkbare overeenkomsten met de HOH of met een andere medische zorginstelling. De clienten moeten zeif hun verblijf in een particulier verzorgingshuis bekostigen. De meeste clienten krijgen geen tegemoetkoming van het Land, met uitzondering van enkele (crisis)gevallen. De kosten voor een volledig uitgeruste bejaardentehuisiverzorgingshuis met professionele bezetting varieert van Aft 1.250,- (ouderen die voor zichzelf kunnen zorgen, douchen, eten, etc.) tot Afl ,- (ouderen die afhankelijk zijn van anderen) per persoon, per maand, Het Land heeft een aantal overeenkomsten gesloten met de stichting SABA en heeft hierdoor sturingsmogeiijkheden met betrekking tot de kwaliteit van de zorg. Patienten kunnen alleen via de Indicatie- en toewijzingscommissie voor de SABA, opgenomen worden in een tehuis beheerd door de stichting SABA. Hierdoor zijn de particuliere verzorgingshuizen in de praktijk meer toegankelijk dan de gesubsidieerde verzorgingsinstelling. Sommige particuliere (verzorgingshuizen) hebben verpleegpatienten als clienten. In 2009 werd een inspectie uitgevoerd bij de verzorgingshuizen. Na deze inspectie hebben leden van de inspectiegroep de verzorgingshuizen wederom bezocht. Gebleken was dat er nog punten waren voor verbetering die ongeacht het opnemen daarvan in het daarop betrekking hebbend advies van de inspectiegroep, toch niet waren verbeterd. lk acht dit een zorgwekkende ontwikkeling die het stellen van regels rechtvaardigt ter waarborging en bevordering van de veiligheid en kwaliteit van de zorg in tehuizen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van voiwassen personen die verzorgingsbehoeftig zijn.

60 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 60 van Onder dit punt wijst de Raad erop dat een aanzienlijk deel van de kwaliteitsnormen daadwerkelijke invulling zal krijgen in het door de houder op te stellen beleidsplan, welk plan per verzorgingshuis kan verschillen. Dit verschil is volgens de Raad niet bezwarend, indien duidelijk is welke minimumvereisten er op het gebied van kwaliteit en veiligheid van de ouderzorg gelden. De Raad adviseert een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, op grond van artikel 13 te concipieren, waarin voornoemde minimumvereisten zijn opgenomen en dit tegelijk met het ontwerp in werking te laten treden. Met betrekking tot deze opmerking zij uitdrukkelijk vermeld dat het onderhavige ontwerp, evenals de LKG, berust op het idee dat verleners van zorg zelf de primaire verantwoordelijkheid dienen te dragen voor de door hen aangeboden zorg. Deze zorg moet goed zijn, dat wil zeggen kwalitatief verantwoord zijn. Om dat doel te bereiken, dienen de verzorgingshuizen eerst hun beleid voor kwaliteitsbewaking en -bevordering op te stellen en geevalueerd worden door de overheid. Pas indien het veld van zorgverleners niet op adequate wijze hun verantwoordelijkheid kunnen dragen, zal de regering genoodzaakt zijn om over te gaan tot het stellen van de uitvoeringsregelingen op grond van voorgesteld artikel 13 van het onderhavige ontwerp. 1.6 De Raad noemt een aantal verplichtingen dat het ontwerp op de ouderenzorgaanbieders legt en vraagt daarbij zich af, in hoeverre de ouderenzorgaanbieders aan voornoemde verplichtingen zullen kunnen voldoen en in welke mate aan deze ouderenzorgaanbieders van overheidswege ondersteuning zal worden geboden ter realisering van deze voorschriften. Dienaangaande zij opgemerkt dat de desbetreffende beleidsdirectie deze groep ondersteuning zal bieden bij het ontwikkelen van een standaard beleidsplan en verslag. Het ouderenzorgplatform zal in samenwerking met de Afdeling 5

61 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 61 van 83 Ouderenzorg cursussen, trainingen en workshops organiseren om de particuliere en manteizorgers te informeren over kwaliteit van zorg. Tevens rijst bij de Raad de vraag in hoeverre de verhoging van de administratieve lasten voor de ouderenzorgaanbieders zal leiden tot verhoging van kosten van ouderenzorg voor de zorgverkrijgers en clienten. De Raad acht de uitbreiding van de toelichting met een beschouwing hierover wenselijk. Ten aanzien van deze opmerking van de Raad, zij vermeld dat een verhoging van de administratieve lasten niet per definitie betekent een forse verhoging van de kosten van ouderenzorg voor zorgverkrijgers en clienten. lk verwacht in eerste instantie geen forse kostenverhoging vanwege de ondersteuning vanuit de Afdeling Ouderenzorg van de beleidsdirectie. Met de ondersteuning in de vorm van standaardbeleidsstukken, cursussen, een zekere mate van begeleiding op het gebied van kwaiiteit, zuilen de kosten voor de houders in principe Iaag kunnen worden gehouden. Daarnaast speelt ook een rol dat de houders eerst zeif de kwaliteitseisen zulien moeten implementeren. Daarbij dient in het oog te worden gehouden dat niet elke verbetering een verhoging van de kosten met zich hoeft te brengen. Overigens is het niet de bedoeling om meteen over gaan tot het stellen van uitvoeringsregelingen op grond van voorgesteid artikel 13. De verwachting is dus dat een mogelijk oplopen van kosten over een langere periode zou kunnen plaatsvinden, waardoor de eventuele afwenteling van deze kosten op de clionten verspreid zou kunnen worden over een aantal jaren. 1.7 De Raad maakt een aantal opmerking ten aanzien van de versnippering van de toezicht- en handhavingwetgeving. De Raad noemt een viertal punten dat naar zijn mening bijdraagt tot deze versnippering. De Raad acht het noodzakeiijk dat wordt aangegeven waarom afwijkende regels zijn gesteld en adviseert voorts een algemene inventarisatie van toezicht en handhavingbepalingen in de Arubaanse wetgeving te doen uitvoeren ten einde ten behoeve van de opstelling van de landsverordening houdende algemene regels van bestuursrecht tot een eenduidige regeling op dat gebied te komen. 6

62 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 62 van 83 De Raad wijst er terecht op dat er verschillen voorkomen in de toezicht- en handhavingwetgeving. In de afgelopen jaren zijn op verschillende rechtsgebieden de toezicht- en handhavingbepalingen uitgebreid met de bestuurlijke handhaving. Als gevoig van voortdurende ontwikkelingen in de loop der jaren zijn op een aantal onderdelen verschillen ontstaan. Zoals de Raad opmerkt, is dit ontwerp gerelateerd aan de LKG, maar indertijd is, mede naar aanleiding van het advies terzake van de Raad, besloten om voor de ouderenzorg een aparte regeling voor te stellen. Alhoewel er verschillende bepalingen overeenkomsten met elkaar vertonen, is dit ontwerp een apart ontwerp waarin voorschriften die eigen zijn aan de ouderenzorg worden neergelegd. Derhaive client het ontwerp op zijn eigen merites te worden beoordeeld. In de LKG spreekt het voor zich dat het toezicht en de handhaving aan de Inspecteur gezondheidszorg is opgedragen. Voor de ouderenzorg zal de Inspecteur zeker een beiangrijke rot spelen met betrekking tot de zorginhoudelijke aspecten, maar ook andere aspecten van de ouderenzorg dienen te worden gecontroleerd, ten einde de kwaliteit van de ouderenzorg te bevorderen. Dit betekent echter dat mogelijkerwijs ook andere personen als toezichthouder kunnen worden aangewezen. Het aspect dat de Minister belast wordt met de bestuurlijke handhaving is niet nieuw. In verschillende Iandsverordeningen is dit reeds het geval. Ook is het gangbaar dat een Minister deze bevoegdheid mandateert aan een ambtenaar belast met de leiding van een onder zich ressorteerde dienst,. In de LKG, is vanwege de nadruk die op de zorginhoudelijke aspecten zijn vastgelegd, gekozen om deze bevoegdheden direct aan de betrokken functionaris te geven, in pleats van een afgeleide bevoegheid te creeren. Welke functionaris met deze bevoegdheden belast zal worden, zal te zijner tijd worden vastgelegd. Het is in ieder geval wel de bedoeling de Inspecteur gezondheidszorg (mede) te belasten met het toezicht op de naleving van dit ontwerp. De oorspronkelijke toezichtbepaling die met de Invoeringsverordening van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1997 no. 34) in de verschillende Iandsverordeningen is gevoegd, werd de procureur-generaal als 7

63 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 63 van 83 bestuursrechtelijke orgaan aangewezen om een machtiging tot binnentreden te geven. Dit zou mogelijk mede naar aanleiding van de Nederlandse Algemene wet op het binnentreden' zijn ingegeven: In de afgelopen jaren is in een aantal landsverordeningen geopteerd om deze bestuursrechtelijke bevoegdheid aan de rechter-commissaris te geven. De procureur-generaal heeft deze bevoegdheid sinds 1 oktober 1997 uitgeoefend en de Iaatste jaren is er een tendens om deze bevoegdheid aan de rechter-commissaris te geven. Alhoewel ik begrip heb voor deze opmerking van de Raad, beschouw ik deze een tijdelijke ontwikkeling van de wetgeving op het gebied van de bestuurlijke handhaving. Aan deze ontwikkeling zal door de normering daarvan in de Landsverordening houdende algemene bepalingen van bestuursrecht een einde komen. Voorme Id ontwerp is inrniddels aan de Raad ter advisering voorgelegd. Het vorenstaande geldt dan ook ten aanzien van de andere door de Raad aangegeven punten; daarover zal ook uitsluitstel worden gegeven in vorenvermeld ontwerp. 1.8 De Raad kwalificeert de in artikel 27 opgenomen herstelsanctie als een bijzondere last onder bestuursdwang. Bij de Raad rijst de vraag waarom in het ontwerp geen algemene bestuursdwangbevoegdheden zijn opgenomen en adviseert in het ontwerp daartoe over te gaan. Hierop zij geantwoord dat het in artikel 27 neergelegde sanctie bij toepassing daarvan reeds verstrekkende gevolgen zal hebben voor een houder, maar ook voor de clienten van een verzorgingshuis en hun familie. De toepassing van de bevoegdheid om de werkzaamheden stil te leggen dan wel het verzorgingshuis gedeeltelijk of geheel te sluiten, dient dus als een uiterste mogelijkheid te worden beschouwd, nadat alle andere in dit ontwerp voorgestelde, minder Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet op het binnentreden luidde tot 1 juni 1999 als volgt: 1. Bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden zijn: a. procureurs-generaal bij het gerechtshof; Dit onderdeel werd bij de Wet van 19 april 1999 (Stb. 194) aangepast. 8

64 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 64 van 83 ingrijpende, middelen zijn toegepast. Gedacht kan worden aan het opleggen van een last onder dwangsom dan wel een bestuurlijke boete. Indien de toepassing van deze handhavingmogelijkheden niet tot het gewenste resultaat hebben geleid, dan beschikt mijn ambtgenoot nog over de meest ingrijpende sanctie, namelijk het intrekken van de vergunning. Met het oog op het vorenstaande zal ik de suggestie van de Raad om nog de last onder bestuursdwang aan het ontwerp toe te voegen niet opvolgen. Het ontwerp bevat naar mijn mening reeds voldoende sanctiemogelijkheden. Overigens was de opneming van de last onder bestuursdwang in de LKG wel wenselijk, daar die landsverordening een meldingsplicht voor zorgaanbieders kent, in tegenstelling tot dit ontwerp, waarin een vergunningsplicht is opgenomen. 1 9 De Raad acht de weergave van de uitvoeringskosten eenzijdig, daar er andere kostenverhogende factoren voor de overheid te onderscheiden zijn, en wijst op een drietal daarvan. De Raad acht het, gelet op de ongelijkheid in financiering dat bestaat tussen de door het Land gesubsidieerde verzorgingshuizen en de particuliere verzorgingshuizen, dat deze ongelijkheid door de additionele vereisten van het onderhavige ontwerp groter zal worden. De Raad acht een uiteenzetting over de ongelijkheid wenselijk en adviseert de financiele paragraaf uit te breiden met een meer evenwichtige beschouwing op de aan de uitvoering van het ontwerp verbonden kosten en de eventueel overige te verwachten financiele consequenties voor het Land. Hierop zij medegedeeld dat de uitvoeringskosten door de invoering van een vergunningstelsel, het instellen en bijhouden van het register en de klachtenregeling omhoog zullen gaan. Echter, zal ook mogelijk inkomsten gegenereerd kunnen worden door het vergunningsrecht te koppelen aan een jaarlijks te betalen bedrag voor de exploitatie van een verzorgingshuis. Het verschil tussen de gesubsidieerde verzorgingshuizen en de particuliere verzorgingshuizen bestaat op dit moment at en heeft betrekking op het pakket aan eisen waaraan de gesubsidieerde verzorgingshuizen dienen te voldoen om 9

65 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 65 van 83 gesubsidieerd te blijven. De particuliere verzorgingshuizen hoeven momenteel niet te investeren op dit gebied. Met een vergunningstraject wordt deze ongelijkheid veranderd en zal dit voor de particuliere verzorgingshuizen kansen bieden voor professionalisering en kwalitatief goede zorg die bij elk verzorgingshuis gelijk geboden zal kunnen worden. Om tot deze professionalisering te komen zal er ondersteuning worden geboden vanuit de Directie Volksgezondheid, afdeling Ouderenzorg. Hiervan kunnen de verzorgingshuizen kosteloos gebruik maken. 2. Ontwerp- Iandsverordening 2.1 Onder dit punt stelt de Raad voor een definitie op te nemen voor het begrip "ouderenzorg". Hierop zij geantwoord dat dit advies van de Raad niet is opgevolgd, daar dit begrip in het ontwerp sled-its voorkomt in de omschrijving van het begrip "Minister". Wel is in de memorie van toelichting een uitgebreide omschrijving en toelichting van dit begrip toegevoegd. 2.2 De Raad stelt voor om de definitie van het begrip "client" aan te passen, daar het gebruik van het zorgjargon `transmurale in de definitie geen duidelijkheid verschaft. Hierop zij opgemerkt dat het in bepaalde gevallen niet kan worden vermeden om in wetgeving (zorg)jargon te gebruiken. In casu is van het zorgjargon "transmuraal" gebruik gemaakt. "Transmuraal" betekent letterlijk "door de gehele wand (van een orgaan) heen". In deze omschrijving wordt echter gedoeld op de transmurale zorg2. Aangezien de aanpassing hiervan of kan 2 "Transmurale zorg omvat vormen van zorg die, toegesneden op de behoefte van de patient, verleend worden op basis van afspraken over samenwerking, afstemming en regie tussen generalistische en specialistische zorgverleners, waarbij sprake is van een gemeenschappelijk gedragen verantwoordelijkheid met expliciete deelverantwoordelijkheden" (NRV, 1995). 10

66 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 66 van 83 doen aan de daarmee beoogde strekking van deze omschrijving, zal ik dit advies van de Raad niet opvolgen. 2.3 Het is de Raad niet duidelijk waarom de opsomming van voorgesteld artikel 2, tweede lid, niet is aangevuld met twee onderwerpen die wel in voorgesteld artikel 13 zijn opgenomen ter waarborging van het kwaliteitsniveau van de ouderenzorg, nl. de brandveiligheid en de hygiene. De aanvulling van artikel 2, tweede lid, is volgens de Raad wenselijk daar uit de toelichting op onderdeel e, met betrekking tot de brandveiligheid geen duidelijkheid daarop wordt verschaft, terwijl het van belang is dat ten aanzien van artikel 17, waarin de hygiene in een verzorgingshuis wordt gewaarborgd, ook bij de vergunningaanvraag informatie wordt gevraagd. Ook in het beleidsplan op grond van artikel 14 wordt de waarborging van de hygiene achterwege gelaten, daar het niet ter uitvoering van voorgesteld artikel 17 geldt. Hierop zij vermeld dat deze opmerking van de Raad heeft geleid tot aanvulling van voorgesteld artikel 2, tweede lid, met twee nieuwe onderdelen (onderdelen f en g). 2.4 Ten aanzien van de opmerking van de Raad over de wijziging van voorgesteld artikel 4, eerste lid, om te garanderen dat alle op grond van artikel 2, tweede en derde lid voorgeschreven bescheiden bij het aanvraagformulier dienen te zijn gevoegd voor het in behandeling nernen van de aanvraag zij vermeld dat het artikellid met een zinsnede ter realisering daarvan is aangevuld. 2.5 Ook adviseert de Raad, met het oog op de beslistermijn in voorgesteld artikel 4, tweede lid, om een afstemmingbepaling op te nemen met betrekking tot de beslistermijnen van de andere nodige vergunningen. Dienaangaande zij vermeld dat voorgesteld artikel 4, met een nieuw vierde lid, bevattende een afstemmingbepaling, is aangevuld. 11

67 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 67 van 83 Verder acht de Raad niet duidelijk op welke wijze de in voorgesteld artikel 4, derde lid, geregelde bekendmaking van de begunstigde beschikking dient te geschieden. Hierop zij geantwoord dat het nieuwe derde lid is aangevuld ter vastlegging van de wijze van bekendmaking. 2.6 Ten aanzien van de opmerking van de Raad om de zinsnede in voorgesteld artikel 5 te schrappen, zij vermeld dat dit advies is opgevolgd. 2.7 Onder dit punt adviseert de Raad allereerst ten aanzien van voorgesteld artikel 8, eerste lid, one een weigeringgrond aan dit artikei toe te voegen. Dit advies van de Raad is opgevolgd. Verwezen zij naar het nieuwe onderdeel a. Daarnaast rijst de vraag IA de Raad ten aanzien van onderdeel c van voormeld artikellid waarom niet de voorwaarde wordt gesteld dat de daarin bedoelde veroordeling onherroepelijk dient te zijn en vraagt om een verduidelijking. Hierop zij geantwoord dat deze opmerking van de Raad terecht is. Het woord `onherroepelijk' is abusievelijk niet bijgevoegd. Inmiddels is dit in onderdeel d (= oud onderdeel c) hersteld. 2.8 Ten aanzien van voorgesteld artikel 9, onderdeel f, vraagt de Raad zich ten eerste af, of deze intrekkinggrond slecht aangewend zal worden, indien de betrokken bestuurder aanblijft of ook indien de betrokkene zijn ontslag indient. Met betrekking tot deze opmerking van de Raad zij vermeld, dat vanwege het feit dat de intrekking van een vergunning een verstrekkende sanctie is, het juist is dat deze pas toegepast moet worden, indien inderdaad blijkt dat de betrokkene(n) niet uit het bestuur is (zijn) getreden na een onherroepelijke veroordeling van een misdrijf als bedoeld in onderdeel f. Indien de 12

68 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 68 van 83 betrokkene(n), ongeacht of het op eigen verzoek dan wel vanwege het bestuur wordt (worden) ontslagen, zal de toepassing van deze sanctie, met het oog op deugdelijkheid van bestuur, achterwege moeten blijven. Met het oog hierop is voorgesteld onderdeel f van artikel 9 aangepast. Ten tweede vraagt de Raad waarom het plegen van geweldmisdrijven niet als een intrekkinggrond is aangemerkt. Naar aanleiding van dit advies van de Raad is zowel artikel 8, eerste lid, onderdeel d als artikel 9, onderdeel f, aangevuld. 2.9 De Raad adviseert om in voorgesteid artikel 10, derde lid, onderdeel i, de aanduiding te veranderen in de status van de registratie van het verzorgingshuis. Dit advies van de Raad is opgevolgd Met betrekking tot de opmerkingen van de Raad onder dit punt ten aanzien van voorgesteld artikel 14 zij allereerst opgemerkt dat artikel 13 inderdaad een delegatiebepaling bevat. Het eerste lid bevat de delegatiebepaling ter invulling van de open norm van artikel 11 en artikel 12. In het tweede lid van artikel 13 zijn echter een aantal onderwerpen opgenoemd, waaraan de bedoeling is dat, indien daaraan geen uitvoering wordt gegeven door de houders, de regering tot nadere uitvoering daarvan zal overgaan. De regering beschouwt deze onderwerpen van zodanig belang dat deze opgesomd worden in voormeld tweede lid. lk ben het eens met de Raad dat ook de waarborging van de hygiene en de preventie van gezondheidsrisico's belangrijke onderwerpen zijn. Daardoor heb ik besloten deze onderwerpen aan het tweede lid van artikel 13 toe te voegen. De in voormeld tweede lid opgesomde onderwerpen dienen zeker een integraal onderdeel uit te maken van het beleidsplan van een houder. Indien dit niet het geval zou zijn, dan kan mijn ambtgenoot, belast met ouderenzorg, van zijn in het derde lid van voorgesteld artikel 14 gegeven bevoegdheid om een model 13

69 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 69 van 83 voor het beleidsplan vast te stellen, gebruikmaken. Dit model zal in ten minste en in ieder geval deze onderwerpen bevatten. Hierdoor zal ik het advies van de Raad om artikel 14 uit te breiden met artikel 17 niet opvolgen, omdat met het opnemen daarvan in voorgesteld artikel 13, tweede lid, reeds wordt bewerkstelligd dat deze onderwerpen onderdeel vormen van het beleidsplan. Verwezen zij in dit kader naar artikel 14, eerste lid, waarin bepaald wordt dat het beleidsplan betrekking moat hebben op de bij of krachtens artikel 13 gestelde voorschriften De Raad merkt verder op dat hij in voorgesteld artikel 15, eerste lid, een beschrijving van de kwaliteit van de geboden zorg on een waardering daarvan mist en adviseert dit artikeilid in deze zin aan te vullen. Ten aanzien hiervan zij opgemerkt dat in de aanhef van voorgesteld artikel 15, eerste lid is vermeld dat de houder in zijn versiag op de wijze van uitvoering van het beleidsplan moat ingaan. Dit houdt in dat hij op de wijze waarop hij uitvoering heeft gegeven aan artikel 11, 12 en de bij of krachtens artikel 13 gestelde voorschriften moat ingaan. Dit houdt dus in de kwaliteitseisen die nodig zijn om goede zorg aan to kunnen bieden. De opsomming bevat een drietal onderwerpen waarop in ieder geval zou moeten worden ingegaan, naast de wijze waarop het beleidsplan is uitgevoerd. Alhoewel ik het een dubbele vereiste acht, zal ik, gezien dat er kennelijk onduidelijkheid hierover bestaat, voornoemde opsomming aanvullen met de suggesties van de Raad. Verwezen zij roar het nieuwe onderdeel a van voorgesteld artikel Ten aanzien van de vraag van de Raad of verschillende houders een gezamenlijke klachtenregeling en klachtencommissie kunnen instellen, zij opgemerkt dat het inderdaad de bedoeling is dat voor de houders een met de LKG vergelijkbare situatie zal gelden. Het veld vrij is om to bepalen of zij zich aansluiten bij een centrale klachtencommissie of als het beter is om de verdeling in sectoren toe te passen. De mogelijkheden hiervoor zijn in voorgesteld artikel 20, in het nieuwe tweede lid toegevoegd. De verwachting is 14

70 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 70 van 83 wel dat het veld zal kiezen voor de meest kostenbesparende en tijdbesparende vorm Met betrekking tot voorgesteld artikel 21 adviseert de Raad om de beperking van het klachtrecht te heroverwegen. Allereerst zij vermeld dat ik niet eens ben met de interpretatie van de Raad dat een gedraging een activiteit vereist. Een gedraging kan ook een nalaten omvatten. Ten einde hierover geen misverstanden te laten bestaan, heb ik besloten om artikel 21 aan te passen en deze bepaling in voorgesteld artikel 20, eerste lid, neer te leggen. Daarbij heb ik het woord `gedraging' geschrapt en ik heb van de bewoordingen "enige handeling of nalaten" gebruik gemaakt. Daarbij heb ik aansluiting gezocht bij de in Nederland in de Wet Klachtrecht clienten zorgsector gehanteerde definitie van het begrip "gedraging".3 Daarnaast wordt als klachtgrond "de structuur van de organisatie' bijgevoegd. Dit zal als verzamelterm dienen ter onderscheiding van de middelen en het personeel. Het is een vangnet ter ondervanging van eventuele Ieemten De Raad acht het met betrekking tot voorgesteld artikel 24 wenselijk dat in de toelichting inzichtelijk wordt gemaakt wie het toezicht op de verzorginghuizen gaan uitoefenen en in hoeverre de desbetreffende diensten daartoe geequipeerd zijn. Hierop zij geantwoord dat in principe het de bedoeling is dat de Inspectie gezondheidszorg belast wordt met het toezicht op de ouderenzorg. Daarvoor zal van het in artikel 17, eerste lid, onderdeel c, van de LKG geboden mogelijkheid worden gebruik gemaakt. Hierdoor zullen de in die landsverordening opgenomen handhavingbevoegdheden van de Inspectie kunnen worden toegepast op het toezicht op de ouderenzorg. Het naast voornoemde mogelijkheid laten bestaan van voorgesteld artikel 24 is wenselijk, 3 gedraging: enig handelen of nalaten alsmede het nemen van een besluit dat gevolgen heeft voor een patient/client; 15

71 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 71 van 83 in het geval dat de expertise van een ander toezichthouder mogelijk zou zijn. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een persoon die een deskundigheid bezit op bouwkundig terrein. Ten aanzien van het tweede lid van voormeld artikel wijst de Raad op de discrepantie dat is ontstaan door de omschrijving van het begrip "bewoner". De Raad adviseert om een duidelijke onderscheid te brengen tussen deze twee verschillende bewonerbegrippen. Deze terechte opmerking van de Raad heeft geleid tot de schrapping van het begrip "bewoner" in artikel 1 en dientengevolge in alle andere artikelen waarin dit woord voorkwam als "de zorgverkrijger die in een verzorgingstehuis woonachtig is". Deze omschrijving is thans mede gegeven aan het begrip "client" (zie voorgesteld artikel 1). Aangezien de in het ontwerp opgenomen voorschriften van toepassing zijn op alle clienten (dus zij die inwonend zijn en zij die dagverzorging behoeven), en de benodigde zorg athankelijk van de situatie van elke client dient te worden bepaald (bijvoorbeeld de client die hulp heeft met baden en aankleden dient de hulpverlening daartoe te krijgen, terwijl de client die zeif daartoe in staat is, deze hulpverlening niet behoeft), kan het begrip "client" voor deze beide categorieen zorgverkrijgers worden gebruikt. Op grond van voorgesteld artikel 11 dient de zorg immers clientgericht te zijn De Raad merkt verder ten aanzien van voorgesteld artikel 24, tweede lid, onderdeel e, op dat de delen van het verzorgingstehuis waarin de bewoners wonen, als een woning in de zin van dit artikel dienen te worden aangemerkt, waardoor voor het binnentreden van die delen van het verzorgingshuis zonder toestemming van de bewoner een machtiging van de rechter-commissaris noodzakelijk zal zijn. Deze opmerking van de Raad is in zoverre terecht, indien er sprake is bij de verzorginghuizen van aparte woonruimte voor de betrokken ouderen; dit is by. het geval bij de aanleunwoningen. De bewoner van een aanleunwoning dient 16

72 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 72 van 83 zeif toestemming te verlenen voor het binnentreden in zijn woning. Indien die toestemming wordt geweigerd, dan dient er inderdaad een machtiging te worden verkregen. De meeste bestaande verzorgingshuizen beschikken echter niet over aparte ruimtes voor elke client, by. in de vorm van een slaapruimte. De eetruimte, de slaapruimte en eventuele recreatieruimte zijn gedeelde ruimtes en maken integraal onderdeel uit van het tedrif verzorgingshuis. Daarbij speelt vanzelfsprekend een rol het feit dat de meeste particuliere verzorginghuizen zich in een huis bevinden. De vraag is of in elke situatie van een `woning' in de zin van voormeld artikellid kan worden gesproken, dient mijns inziens ontkennend te worden beantwoord. Bij het gebruik van een ruimte, die oorspronkeiijk als woonruimte was bestemd, als bedrijfsruimte, kan niet meer worden gesproken van een woning. Overigens rijst dan de vraag. gezien dat er sprake is van gedeelte ruimtes, of de toestemming van een zorgverkrijger voor alle anderen bepalend is en ook op welke wijze de toezichthouder op dat moment kan weten welke zorgverkrijger in staat is om zijn wil (en dus ook voor anderen) te bepalen en die toestemming kan geven. Niet over het hoofd dient te worden dat verschillende van de zorgverkrijgers juist vanwege hun geestelijke gezondheidstoestand in een verzorgingshuis zijn opgenomen. Hierover is waarschijnlijk in de loop der jaren de nodige praktijkervaring en ook de nodige jurisprudentie ontwikkeld. De toezichthouders zullen van die ervaring en jurisprudentie gebruik kunnen maken. De aard van en in hoeverre het toezicht strekt, zal per toezichtsituatie door de betrokken toezichthouder moeten worden bepaald Met betrekking tot de discrepantie tussen de hoogte van de geldboete in voorgesteld artikel 41, eerste lid, en de hoogte van de bestuurlijke boete in voorgesteld artikel 28, tweede lid, zij opgemerkt dat naar aanleiding van deze opmerking van de Raad, de hoogte van de bestuurlijke boete wederom is bezien, en de hoogte van de bestuurlijke boete in voorgesteld artikel 28, tweede lid, is in overeenstemming gebracht met de hoogte van de geldboete in voorgesteld artikel 41, eerste lid. 17

73 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 73 van 83 Vervolgens acht de Raad het noodzakelijk dat toegelicht wordt in hoeverre de in voorgesteld artikel 22 opgenomen inhoudvereisten van een klachtenregeling een strafbare gedragen kunnen opleveren. Naar aanleiding van deze opmerking van de Raad is voormeld artikel geschrapt uit de strafbepaling. Het niet voldoen aan artikel 22 leent zich beter om bestuurlijk to worden gehandhaafd, daar het uiteindelijke doel is dat de houder een klachtenregeling instelt die aan de in artikel 22 opgenomen voorschriften voldoet. 3. Memorie van toelichting 3.1 Onder dit punt acht de Raad de relatie van dit ontwerp met de LKG onvoldoende duidelijk. Ook bij het bestaan van conflicterende regels zal volgens de Raad duidelijk moeten worden aangegeven welke regels in een dergelijk geval prevaieren. Hierop zij vermeld dat beide regelingen betrekking heeft op de kwaliteit van aangeboden zorg. Het verschil zit in de aard van die zorg. De LKG gaat over de gezondheidszorg in het algemeen en dit ontwerp betreft de ouderenzorg in het bijzonder. Het toezicht door de Inspectie zal in zekere mate bepalend zijn voor de verhouding tussen de LKG en dit ontwerp. Kwaliteitsbewaking door de klachtenregeling en rapportages aan de Inspectie over het kwaliteitsbeleid zullen belangrijke elementen daarbij zijn. 3.2 Met betrekking tot de opmerking van de Raad over de weergave van de inhoud van voorgesteld artikel 13 op pagina 4 van de toelichting zij vermeld dat deze is aangepast. 18

74 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 74 van Ten aanzien van de opmerking van de Raad over de toegevoegde waarde van paragraaf 5 zij vermeld dat deze is aangevuld. 3.4 De Raad merkt ten aanzien van de toelichting op voorgesteld artikel 6 op dat deze niet duidelijk is en adviseert deze aan te passen. Bovendien dient, indien het de bedoeling is dat bij de verkoop van een rechtspersoon door middel van aandelenoverdracht, dat deze rechtspersoon een nieuw vergunning moet aanvragen, in het ontwerp een verplichting hiertoe moeten worden opgenomen. lk ben het met de Raad eens dat een aandelenoverdracht niet hoeft te betekenen dat een geheel nieuwe vergunning aangevraagd dient te worden. Het is we! van belang dat de rechtspersoon aan de in het ontwerp opgenomen voorschriften blijft voldoen, zoals het voorschrift ten aanzien van de bestuurders. Overigens is de toelichting aangepast. 3.5 De opmerking van de Raad over de toelichting op voorgesteld artikel 27 ten aanzien van de onjuiste weergave van de wijze van handhaving van de last kan worden opgemerkt dat de desbetreffende passages zijn geschrapt. 3.6 Ten aanzien van de opmerking van de Raad over de toegevoegde waarde van de toelichting op artikel 31 zij vermeld dat daarin de kern van de bepaling wordt aangegeven, namelijk dat deze een recidivebepaling betreft. 4. Voorstellen voor redactionele verbeteringen De voorstellen voor redactionele verbeteringen zijn zoveel mogelijk zowel in het ontwerp als in de memorie van toelichting verwerkt. 19

75 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 75 van Conclusie en eindadvies lk veroorloof mij derhalve u het gewijzigde ontwerp en de daarbij behorende gewijzigde memorie van toelichting, wederom te doen toekomen en u in overweging te geven het ontwerp aan de Staten ter goedkeuring aan te bieden. De minister van Justitie, 20

76 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 76 van 83 Aan Zijne Excellentie de Gouverneur van Aruba, t.a.v. de Minister van Justitie L.G. Smith Boulevard 76 Alhier Uw brief: Uw kenmerk: Datum: Kenmerk: 26 maart 2015 LV-15 / juni 2015 RvA L.G. Smith Boulevard 8 Oranjestad, ARUBA T: (297) F: (297) E: info@rva.aw aabani oar,, ay,,,,4a. 5,c02, 13 Onderwerp: Ontwerp-landsverordening houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige personen (Landsverordening verzorgingshuizen) Naar aanleiding van bijgaande aan de Raad ter advies toegezonden ontwerp-landsverordening houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige personen (Landsverordening verzorgingshuizen), moge de Raad Uwe Excellentie het volgende berichten. 1. Algemeen 1.1 Met het onderhavige ontwerp wordt beoogd regels te stellen ter waarborging van de veiligheid en kwaliteit in verzorgingshuizen. Dit vanwege het feit dat de verwachte demografische ontwikkelingen de vraag naar zorgvoorzieningen, in bet bijzonder mar instellingen voor opvang begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging your doorgaans ouderen, zal laten toenemen. De Raad maakt ondermeer opmerkingen over de probleembeschrijving, de uitvoering, het toezicht en de handhaving alsmede de financiele consequenties van het ontwerp. De Raad heeft bij zijn toetsing betrokken zijn advies en het nader rapport inzake de Landsverordening kwaliteit in de gezondheidszorg (AB 2014 no. 74) LKG)1 alsmede zijn advies op de ontwerp-landsverordening kinderopvang (hierna OlvKo) Het ontwerp maakt - tezamen met de LKG, de OlvKo en de nog tot stand te brengen uitvoeringswetgeving - deel uit van een omvangrijk zorggerelateerd wetgevingsproject.3 Deze omstandigheid, die een aanzienlijke belasting vormt voor de aanwezige wetgevingscapaciteit, rechtvaardigt cen probleembeschrijving die een duidelijk en concrect inzicht geeft in de bestaande problemen ter zake de kwaliteit van de ouderenzorg. Daartoe volstaat niet de enkele verwijzing naar de demografische ontwikkeling hier ten lande, die heeft geleid tot een toename van - niet vanwege de overheid gesubsidieerde - aanbieders van ouderenzorg.4 Het ontwerp strekt immers niet tot het wegnemen van capaciteitsproblemen in verzorgingshuizen ten gevolge van de toenemende vergrijzing maar beoogd het veeleer regels te stellen met betrekking tot waarborging van de kwaliteit en veiligheid van die instellingen. Teneinde te kunnen bepalen of het ontwerp hieraan op een doelmatige wijze bijdraagt, is het nodig dat inzicht wordt verschaft in de kwaliteit en veiligheid van de bestaande ouderenzorg. Op dit onderdeel verschaft de Advies van 26 juni 2013, kenmerk RvA 29-13, Nader Rapport van 21 oktober 2014, kenmerk SMR/w-6? Advies van 23 augustus 2013, kenmerk RvA g' - /20 /Y Ri

77 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 77 van 83 RvA toelichting onvoldoende informatie. De Raad acht het dan ook van groot belang dat de stand van de ouderenzorg in Aruba wordt beschreven en eventueel bestaande problernen op het gebied van kwaliteit en veiligheid inzichtelijk worden gemaakt. 1.3 In de toelichting ontbreekt voorts een uiteenzetting van het ouderenbeleid van het Land binnen welk kader de onderhavige landsverordening van toepassing zal zijn. Thans is de situatie dat er voor een groot aantal personen gesubsidieerde zorg wordt verstrekt en vanwege capaciteitsproblemen op aanvulling daarvan door particuliere (niet gesubsidieerde) instellingen zorg wordt verleend. De vraag is wat de visie van de regering is ten aanzien van de inrichting van de zorg. Te denken valt daarbij aan het onderbrengen van de zorgcomponent in de algemene ziektekosten verzekering en de wooncomponent voor zover een persoon die niet zelf kan bekostigen onder sociale zaken. De regering heeft reeds aangegeven dat het subsidiebeleid aan herziening toe is en is het van belang het toekomstig kader te schetsen aangezien dit financiele consequenties kan hebben voor het Land. 1.4 Teneinde de omvang van de problematiek met betrekking tot de ouderenzorg te kunnen beoordelen, is het voorts van belang dat wordt aangegeven hoeveel verzorgingstehuizen die onder de werking van het ontwerp zullen vallen Aruba thans kent en wat de onderlinge verschillen zijn op het gebied van kwaliteit en veiligheid. Hierbij is tevens van belang dat wordt aangegeven of er verschil in kwaliteit bestaat tussen door de overheid gesubsidieerde en particuliere verzorgingstehuizen. Met name op het gebied van de sturingsmogelijkheden die de overheid heeft en het toezicht en de handhaving van kwaliteitsnormen is een dergelijk onderscheid van belang. 1.5 Evenals in de LKG is geschied, wordt de invulling en toepassing van de voorschriften opgenomen in het ontwerp overgelaten aan de zorgaanbieder.5 In het ontwerp betreft het de exploitanten van verzorgingshuizen. De Raad heeft over een dergelijke zelfregulering kritische opmerkingen gemaakt in zijn advies bij de LKG.6 Dit heeft geleid tot aanpassing van dat ontwerp en is voorzien in de mogelijkheid tot materiele normstelling door de overheid ter waarborging van de kwaliteit van de gezondheidszorg. De Raad heeft met instemming kennis genomen van het feit dat ook het onderhavige ontwerp voorziet in de mogelijkheid tot materiele normstelling met beekking tot de kwaliteit van de ouderenzorg (zie voorgesteld artikel 13). Niettegenstaande het voorgaande wijst de Raad er op dat een aanzienlijk deel van de kwaliteitsnormen daadwerkelijke invulling zal krijgen in het door de houder op te stellen beleidsplan (zie voorgesteld artikel 14). Dit beleidsplan kan per verzorgingstehuis verschillen hetgeen een verschil in kwaliteit en veiligheid tussen verzorgingshuizen teweeg kan brengen. Daartegen behoeft op zich geen bezwaar te bestaan indien duidelijk is welke minimumvereisten er op het gebied van kwaliteit en veiligheid van de ouderenzorg gelden. Met het oog hierop adviseert de Raad om een landsbesluit, h.a.m. op grond van voorgesteld artikel 13 te concipieren waarin voornoemde minimumvereisten zijn opgenomen en dit tegelijk met het ontwerp in werking te laten treden. 1.6 Het ontwerp legt naast de verplichting tot het verlenen van kwalitatief goede zorg ook een aantal beleidsmatige en administratieve verplichtingen op ouderenzorgaanbieders. Zo dienen deze vierjaarlijks een beleidsplan ter zake de invulling van de kwaliteit van de zorg en tweejaarlijks een verslag met betrekking tot het gevoerde beleid ter uitvoering van het beleidsplan op te stellen (zie de voorgestelde artikelen 14 en 15). Daarnevens wordt de verplichting tot de aanleg en het bijhouden van een zorgdossier opgelegd alsmede de verplichting tot inrichting van een klachtenregeling (zie de voorgestelde artikelen 16 en 20). Gezien het feit dat exploitanten van verzorgingshuizen thans voornamelijk gericht zijn op 5 MvT, p Zie noot 1. 2

78 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 78 van 83 RvA zorgverlening en de beleidsfunctie bij dergelijke instellingen veelal onvoldoende ontwikkeld zal zijn, vraagt de Raad zich of in hoeverre zorgaanbieders aan voornoemde verplichtingen kunnen voldoen en in welke mate van overheidswege ondersteuning zal worden geboden ter realisering van deze voorschriften. Tevens rijst de vraag in hoeverre de verhoging van de admlifistratieve lasten voor ouderenzorgaanbieders zal Leiden tot verhoging van kosten van ouderenzorg voor zorgverkrijgers en clienten. De toelichting ware met een beschouwing hierover uit te breiden. 1.7 De Raad neemt met instemming kennis van het feit dat de regering de totstandbrenging van een Landsverordening houdende algemene regels van bestuursrecht waarbij prioriteit wordt gegeven aan de opstelling van algemene voorschriften ter zake het toezicht op de naleving en de bestuurlijke handhaving van wettelijke voorschriften in voorbereiding heeft.7 In zijn advies inzake de ontwerp-landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving wees de Raad reeds op het gevaar van versnippering van de toezichts- en handhavingswetgeving hier te lande.8 De Raad moet helaas vaststellen dat ook het onderhavige ontwerp bijdraagt aan deze versnippering. Gerelateerd aan de LKG - die immers ook de waarborging van de kwaliteit van zorg ten doel heeft - is zorider nadere motivering niet duidelijk waarom: - in de LKG het toezicht op de naleving en de bestunrlijke handhaving van de voorschriften is opgedragen aan de Inspecteur gezondheidszorg9 (zijnde een ambtenaar) terwijl dit in het ontwerp is toebedeeld aan de minister belast met ouderenzorg; - in voorgesteld artikel 24, vierde lid, de rechter-commissaris de bevoegdheid wordt toegedeeld tot het verlenen van een machtiging tot binnentreden van een woning terwijl dat in de LKG is opgedragen aan de procureur- generaal;1 - in voorgesteld artikel 28, tweede lid, de uitvoeringsrichtlijnen en de grondslagen van de hoogte van de last onder dwangsom en bestuurlijke boete in een landsbesluit, h.a.m. dienen te worden geregeld terwijl dit in de LKG in een beleidsdocument kan geschieden;11 - niet is voorzien in een verbod op cumulatie van herstelsancties.' De Raad acht het noodzakelijk dat wordt aangegeven waarom deze afwijkende regels zijn gesteld en adviseert voorts een algehele inventarisatie van toezichts- en handhavingsbepalingen in de Arubaanse wetgeving te doen uitvoeren teneinde ten behoeve van de opstelling van een landsverordening houdende algemene regels van bestuursrecht tot een eenduidige regeling op dat gebied te komen. 1.8 De Raad kwalificeert de in voorgesteld artikel 27 opgenomen herstelsanctie als een bijzondere last onder bestuursdwang. De sanctie die op het niet nakomen van de voorschriften van de artikelen 11 (aanbieding kwalitatief goede zorg) en 17 (waarborging hygiene) is gesteld, is gehele of gedeeltelijke stillegging van de werkzaamheden in een verzorgingstehuis dan wel de gehele of gedeeltelijke sluiting daarvan. De Raad onderschrijft de opvatting van de regering dat het een zwaar ingrijpende sanctie is die proportioned client te worden toegepast en waarvan niet lichtvaardig gebruik client te worden gemaakt.13 De vraag rijst echter waarom in het ontwerp geen algemene bestuursdwangbevoegdheid is opgenomen zoals bijvoorbeeld wel is geschied in de LKG. Het opnemen van een dergelijke bevoegdheid zal meer ruimte bieden voor maatwerk in de handhaving van de betreffende voorschriften waarmee een proportionele toepassing van bestuursrechtelijke sancties wordt gediend. Bijkomend voordeel is dat aan een onrechtmatige situatie van overheidswege een einde kan worden gemaakt op kosten van de overtreder. Met name indien de overtreding de waarborging van de hygiene in een verzorgingstehuis betreft kan toepassing van een last onder bestuursdwang de effectiviteit van de handhaving vergroten. De 7 MvT, p. 7 en 8. 8 Advies van de Raad dd. 17 oktober 2012, kenmerk , onderdee Zie hoofdstuk 4 en 5 van de LKG. 10 Zie artikel 17, zevende lid, van de LKG. 11 Zie artikel 26, tweede lid, van de LKG. 12 Vgl. artikel 5:6 van de Nederlandse Algemene wet bestuursrecht. 13 MvT, p. 8 en 24. 3

79 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 79 van 83 RvA Raad adviseert in het ontwerp een algemene regeling van de last onder bestuursdwang op te nemen. 1.9 In de toelichting wordt gesteld dat de uitvoeringskosten van het ontwerp minirnaal zijn vanwege het feit dat het toezicht en de handhaving ervan veelal reeds uitgevoerd zijn of kunnen worden binnen de bestaande capaciteit van de relevante overheidsinstanties.14 De Raad acht deze weergave van de uitvoeringskosten eenzijdig. Naast de kosten die gemoeid zijn met het toezicht en de handhaving zijn er andere kostenverhogende factoren voor de overheid te onderscheiden. Het betreft ondermeer de kosten gerelateerd aan: - de vergunningsaanvraag en de behandeling hiervan (zie voorgesteld artikel 2 t/m 9); - de opzet en inrichting van een (longs elektronische weg raadpleegbaar) register van verzorgingshuizen (zie voorgesteld artikel 10); - de inrichting van een klachtenregeling van overheidswege alsmede de behandeling van klachten (zie voorgesteld artikel 26). Een ander aspect betreft de ongelijkheid in financiering door het Land van personen die in een door het Land gesubsidiecrd verzorgingshuis zijn opgenomen of in een particulier verzorgingshuis. Deze ongelijkheid zal groter worden vanwege de additionele vereisten van onderhavige landsverordening. In het ontwerp dient uiteengezet te worden of deze ongelijkheid zal blijven bestaan en zo niet wat de financiele consequenties clan-van zullen zijn. De Raad adviseert om de fit' lanciele paragraaf in de memorie van toelichting uit te breiden met een meer evenwichtige beschouwing op de aan de uitvoering van het ontwerp verbonden kosten en de eventueel overig te verwachten financiele consequenties voor het Land. 2. Ontwerp-landsverordening 2.1 Noch in voorgesteld artikel 1 noch in voorgesteld artikel 11 is een definitie opgenomen van (ouderen)zorg. Dit begrip is echter het centrale begrip in het ontwerp. De gestelde icwaliteitseisen betreffen it-rimers dat begrip. In deze zij ook gewezen op het feit dat in de LKG het begrip zorg wel is omschreven. Met het oog op een juiste afbakening van de reikwijdte van het ontwerp, de waarborging van een juiste onderscheiding van het begrip zorg in de LKG alsmede ter bepaling en verduidelijking van wat onder het begrip (ouderen)zorg in het ontwerp dient te worden verstaan, wordt geadviseerd het begrip (ouderen)zorg te definieren. Wellicht dat daarbij elementen uit de definitie van het begrip (verzorgingshuis' kunnen worden aangewend. 2.2 Het gebruik van het woord `transmurale' in de definitie van het begrip client zoals voorgesteld in artikel 1 van het ontwerp acht de Raad onwenselijk vanwege het feit dat dit woord zelf nadere definitie behoeft en het op voorhand derhalve niet duidelijk is wat ermee wordt bedoeld. Er lijkt sprake van zorgjargon hetgeen client te worden vermeden. De definitie van het begrip client ware derhalve aan te passen. 2.3 Niet duidelijk is waarom in de in voorgesteld artikel 2, tweede lid genoemde opsomming van informatie die bij een vergunningaanvraag voor de exploitatie van een verzorgingshuis dient te worden verschaft niet is opgenomen: - informatie betreffende de waarborging van de algemene- en brandveiligheid (bijvoorbeeld een evacuatieplan); - informatie betreffende de waarborging van de hygiene in het verzorgingshuis. Naar 's Raads mening dienen de onderwerpen die op grond van voorgesteld artikel 13 ter waarborging van het kwaliteitsniveau van de ouderenzorg kunnen worden geregeld in gedelegeerde regelgeving ook opgenomen te worden in de opsomming van voorgesteld artikel 2, tweede lid. Dit teneinde een juiste afweging van belangen bij de vergunningverlening te waarborgen. 14 MvT, p. 9. 4

80 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 80 van 83 RvA Dit klemt temeer nu de toelichting op onderdeel e, van het tweede lid van voorgesteld artikel 2 lijkt aan te geven dat het beleidsplan (dat ook dient te worden overgelegd bij vergunningaanvraag) zich beperkt tot de weergave van de missie en de visie van de instelling op de vormgeving van de zorg.15 Onduidelijk is of de waarborging van de algemene- en brandveiligheid zijn weerslag zal vinden in het beleidsplan. Hierin ware duidelijkheid te verschaffen. Ten aanzien van de waarborging van de hygiene in een verzorgingshuis zij nog opgemerkt dat de verplichting daartoe rechtstreeks voortvloeit uit voorgesteld artikel 17. Deze omstandigheid rechtvaardigt dat daarover informatie wordt verschaft bij de vergunningaanvraag. In dit kader zij opgemerkt dat het op grond van voorgesteld artikel 14, eerste lid op te stellen beleidsplan geen beleid inzake de waarborging van de hygiene zal bevatten vanwege het feit dat voornoemd artikel niet ter uitvoering geldt van voorgesteld artikel Uit de redactie van voorgesteld artikel 4, eerste lid blijkt niet onomstotelijk dat ook alle op grond van voorgesteld artikel 2, tweede en derde lid voorgeschreven bescheiden bij het aanvraagformulier dienen te zijn gevoegd voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Voorgesteld artikel 4, eerste lid bepaalt slechts dat hiertoe het aanvraagformulier volledig moet zijn ingevuld. Beoogd zal zijn te regelen dat slechts volledige aanvragen voorzien van de voorgeschreven bescheiden in behandeling zullen worden genomen. Voorgesteld artikel 4, eerste lid ware derhalve te wijzigen. 2.5 Naar aanleiding van de in voorgesteld artikel 4, tweede lid opgenomen beslisterrnijn van twaalf weken rijst de vraag hoe de afstemming is geregeld met andere noodzakelijke vergunningen ten behoeve van een verzorgingstehuis. Zo zal bijvoorbeeld voor een nieuw te bouwen verzorgingstehuis ook een bouwvergunning vereist zijn. De kans bestaat dat de bouwvergunning eerder wordt verleend dan de exploitatievergunning zoals voorgesteld in het ontwerp waardoor de bouw kan aanvangen maar nog ongewis is of tot exploitatie kan worden overgegaan. Geadviseerd wordt een afstemrningsbepaling op te nemen met betrekking tot andere benodigde vergunningen. Voorts is niet duidelijk hoe de in voorgesteld artikel 4, derde lid geregelde bekendmaking van de begunstigende beschikking client te geschieden. 2.6 Voorgesteld artikel 5 bepaalt dat voorschriften en beperkingen verbonden aan een exploitatievergunning te glen tijde kunnen worden gewijzigd of aangevuld. Het gebruik van de zinsnede te alien tijde doet naar 's Raads mening de indruk wekken dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals bijvoorbeeld het rechtszekerheids- of zorgvuldigheidsbeginsel, niet of slechts beperkt van toepassing zijn. De Raad neemt aan dat dit niet beoogd is. Ook op wijziging of aanvulling van aan een vergunning verbonden voorschriften zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur onverkort van toepassing. De betreffende zinsnede ware derhalve te schrappen. 2.7 Ten aanzien van voorgesteld artikel 8, eerste lid adviseert de Raad aan de opsomming van de weigeringsgronden toe te voegen: het niet overleggen van de in voorgesteld artikel 2, tweede lid genoemde bescheiden. Dit vanwege het feit dat in dat geval niet tot een deugdelijke belangenafweging kan worden gekomen. De vergunningaanvrager zou echter wel in staat moeten worden gesteld om binnen een redelijke termijn de ontbrekende bescheiden aan te leveren. Met betrekking tot de in voorgesteld artikel 8, eerste lid, onderdeel c opgenomen weigeringsgrond rijst de vraag waarom niet de voorwaarde wordt gesteld dat de veroordeling wegens enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel enig misdrijf tegen de zeden of fraude onherroepelijk dient te zijn. In de intrekkingsgrond zoals opgenomen in artikel 9, onderdeel f 15 MvT, p

81 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 81 van 83 RvA van het ontwerp is deze voorwaarde wel opgenomen. Een verduidelijking in deze acht de Raad gewenst. 2.8 In voorgesteld artikel 9, onderdeel f is de onherroepelijke veroordeling van een of meer bestuurders wegens enig misdrijf tegen het leven gericht, dan wel enig misdrijf tegen de zeden of fraude als grond voor de intrekking van een exploitatievergunning opgenomen. Onduidelijk is of deze intrekkingsgrond slechts in het geval de onherroepelijk veroordeelde bestuurder aanblijft als bestuurder van het verzorgingshuis zal worden aangewend of dat ook in het geval de betreffende bestuurder zelf ontslag neemt intrekking van de exploitatievergunning kan volgen. Een nadere toelichting ter zake is gewenst. In dit kader rijst tevens de vraag waarom het plegen van geweldsmisdrijven geen intrekkingsgrond op zou dienen te leveren in de zin van voorgesteld artikel 9, onderdeel f. Ook met betrekking tot deze vraag is een nadere toelichting gewenst. 2.9 In voorgesteld artikel 10, derde lid, onderdeel i wordt de status van het verzorgingshuis als gegeven aangeduid dat in het register van verzorgingshuizen client te worden opgenomen. De Raad acht deze aanduiding op zichzelf zonder reele inhoud. Bedoeld is immers de status van de registratie van het verzorgingshuis aan te geven.16 De Raad adviseert derhalve het op te nemen gegeven in die zin aan te duiden Voorgesteld artikel 14, eerste lid schrijft de opstelling van een beleidsplan voor waarin de houder beschrijft hoe uitvoering zal worden gegeven aan de artikelen 11, 12 en 13. De Raad merkt op dat artikel 13 een delegatiebepaling is waaraan een houder geen uitvoering kan geven. Het geeft slechts de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels van regeringswege. Voorts vraagt de Raad zich of waarom in het beleidsplan geen beschrijving van de wijze waarop de waarborging van de hygiene en de voorkoming van gezondheidsrisico's in een verzorgingshuis dient te worden opgenomen. Het komt de Raad voor dat deze eisen een elementair onderdeel van de algehele kwaliteit van de ouderenzorg vormen. De Raad adviseert om in voorgesteld artikel 14, eerste lid de opsomming van de artikelen waaraan het beleidsplan nadere uitvoering geeft uit te breiden met voorgesteld artikel Artikel 15, eerste lid van het ontwerp duidt de onderwerpen aan waarop de houder in zijn tweejaarlijks verslag client in te gaan. De Raad mist hierin een beschrijving van de kwaliteit van de geboden zorg en een waardering daarvan. De waarborging van kwalitatief goede ouderenzorg is immers het doel van het ontwerp. Geadviseerd wordt voorgesteld artikel 15, eerste lid in deze zin uit te breiden Naar aanleiding van de in voorgesteld artikel 20 geregelde verplichting tot instelling van een klachtenregeling door een houder rijst de vraag of verschillende houders een gezamenlijke klachtenregeling en klachtencommissie kunnen instellen. Hiervan zou een kostenverlagend effect kunnen uitgaan voor de verzorgingshuizen Voorgesteld artikel 21 bepaalt dat een klacht kan worden ingediend over een handeling of gedraging jegens een bewoner of client. De Raad vraagt zich of waarom het klachtrecht wordt beperkt tot actieve gedragingen jegens een bewoner of client. Het zou tevens mogelijk moeten zijn om te klagen over meer statische onderwerpen zoals bijvoorbeeld de hygiene of de veiligheid. Ook het nalaten van het bieden van goede zorg zou onderwerp van een klacht moeten kunnen zijn. De Raad adviseert voornoemde beperking van het klachtrecht te heroverwegen. 16 MvT, p

82 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 82 van 83 RvA Met betrekking tot de in voorgesteld artikel 24 opgenomen standaard toezichtbepaling acht de Raad het wenselijk dat in de toelichting inzichtelijk wordt gemaakt wie het toezicht op de verzorgingshuizen zal gaan uitvoeren en in hoeverre de betreffende dienst(en) daartoe geequipeerd is. In artikel 24, tweede lid, onderdeel e van het ontwerp wordt de toezichthouder de bevoegdheid tot het binnentreden van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner toegekend. De Raad wijst er op dat het begrip bewoner in voorgesteld artikel 1 is gedefinieerd als een zorgverkrijger die in een verzorgingshuis woonachtig. Dit is echter niet de bewoner waarop in het betreffende onderdeel wordt gedoeld. De Raad adviseert dan ook een duidelijke onderscheiding aan te brengen tussen deze twee verschillende bewonersbegrippen Wellicht ten overvloede merkt de Raad op dat delen van verzorgingshuizen waar de bewoners wonen aangemerkt dienen te worden als woningen in de zin van voorgesteld artikel 24, tweede lid, onderdeel e.17 Voor het binnentreden van die delen van het verzorgingshuis zonder toestemming van de bewoner zal derhalve een machtiging van de rechter- commissaris noodzakelijk zijn In voorgestel artikel 41, eerste lid is de strafbaarstelling van verschillende voorschriften opgenomen. De strafmaat is een gevangenisstraf van ten hoogste 6 jaren of een geldboete van de vijfde categoric (maximaal Afl ,-). Mede gezien het feit dat ook de in voorgesteld artikel 28, tweede lid opgenomen bestuurlijke boete gedeeltelijk betrekking op de in voorgesteld artikel 41, eerste lid beschreven strafbare gedragingen heeft, acht de Raad het noodzakelijk dat wordt gemotiveerd waarom de strafmaxima van de bestuurlijke boete (max. Afl ,-) en de strafbepaling (Afl ,-) zover uiteenlopen. De Rand adviseert de verhouding tussen de strafbaarstellingen in voorgesteld artikel 41 en de bestuurlijk beboetbare feiten zoals geregeld in voorgesteld artikel 28, tweede lid integraal te herzien en op elkaar of te stemmen en de uitkomst van deze berziening haar weerslag te geven in de memorie van toelichting. De Raad acht het voorts noodzakelijk dat wordt toegelicht in hoeverre de in voorgesteld artikel 22 opgenomen inhoudsvereisten van een klachtenregeling een strafbare gedraging kunnen opleveren. 3. Mentorie van toelichting 3.1 De beschrijving van de relatie van het ontwerp met de LKG" is onvoldoende duidelijk. Er wordt slechts aangegeven dat de voorschriften van het ontwerp niet afdoen aan de voorschriften van de LKG. Indien er echter conflicterende regels bestaan tussen het ontwerp en de LKG dan ware deze in de toelichting aan te duiden waarbij tevens zou moeten worden aangeven welke regels in een dergelijk geval prevaleren. 3.2 De weergave van de inhoud van voorgesteld artikel 13 op pagina 4 van de toelichting kornt rues overeen met de tekst van dat artikel. Het artikel voorziet immets niet in een aanwijzingsbevoegdheid maar betreft een delegatiemogelijkheid. 3.3 Paragraaf 5 van de memorie van toelichting bevat slechts een aanduiding van de inhoud van Hoofdstuk 4 van het ontwerp en heeft daarmee geen toegevoegde waarde. 3.4 De toelichting op voorgesteld artikel 6 voor wat betreft de niet overdraagbaarheid van de vergunning en de daaraan verbonden verplichting tot aanvraag van een nieuwe vergunning in het geval van overdracht van een verzorgingstehuis is onduidelijk. In de eerste plaats wordt gesteld dat de vergunning slechts geldt voor de rechtspersoon aan wie zij is verleend en dat wanneer de 17 Vergelijk HR , nr MvT, p. 3. 7

83 Scan nummer 6 van 6 - Scanpagina 83 van 83 RvA onderneming ophoudt te bestaan, de vergunning van rechtswege vervalt. De Raad wijst er op dat er een juridisch onderscheid bestaat tussen een rechtspersoon en de aan die rechtspersoon verbonden onderneming. De Raad neemt aan dat is bedoeld te regelen dat wanneer de rechtspersoon ophoudt te bestaan, de vergunning van rechtswege vervalt. In dit licht zij er op gewezen dat ingeval een verzorgingshuis wordt geexploiteerd door een naamloze vennootschap de verkoop en levering van die vennootschap door middel van een aandelenoverdracht niet tot gevolg heeft dat de vergunninghouder (rechtspersoon) verandert. Dat is immers nog steeds de betreffende vennootschap. De toelichting stelt echter dat alsdan de rechtsopvolger een nieuwe vergunning client aan te vragen.19 De Raad is van oordeel dat een dergelijke verplichting - indien dit noodzakelijk wordt geacht - geen rechtskracht heeft door opneming in een memorie van toelichting. Hiertoe client deze verplichting in het ontwerp te worden opgenomen. Geadviseerd wordt de toelichting op voorgesteld artikel 6 opnieuw te redigeren. 3.5 De toelichting op voorgesteld artikel 2720 stelt abusievelijk dat het in voorgesteld artikel 27, eerste lid getegelde bevel (bedoeld zal zijn de last) kan worden gehandhaafd met behulp van een last onder dwangsom. Deze weergave is onjuist. De betreffende last kan op grand van artikel 27, tweede lid van het ontwerp slechts worden gehandhaafd door stillegging van de werkzaamheden, dan wel de gehele of gedeeltelijke sluicing van het verzorgingshuis. Onder verwijzing naar de onderdelen 1.7 en 1.8 van dit advies zij voorts nog opgemerkt dat handhaving van de in voorgesteld artikel 27, eerste lid bedoelde last door middel van een last onder dwangsom een cumulatie van herstelsancties op zou leveren hetgeen bestuursrechtelijk niet is toegestaan. De toelichting op voorgesteld artikel 27 ware derhalve aan te passen. 3.6 De toelichting op voorgesteld artikel 3121 bevat slechts een herhaling van dit artikel en heeft daarmede geen toegevoegde waarde. 4. Voorstellen voor redactionele verbeteringen Voorstellen voor redactionele verbeteringen zijn in de marge van zowel het ontwerp als de memorie van toelichting aangegeven. 5. Conclusie en eindadvies. De Raad kan zich voor het avenge met de inhoud en de doelstelling van het onderhavige ontwerp verenigen en geeft u in overweging dit aan de Staten aan te bieden, nadat met het voorgaande rekening zal zijn gehouden. S re an s, De Voorzitter, mr. dr. H.A. van der Wal mr. F.M. S. Goedgedrag 19 MvT, p. 13. MvT, p MvT, p. 27.

2015 no. 61 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2015 no. 61 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2015 no. 61 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 11 december 2015 houdende regels inzake inrichtingen ten behoeve van de opvang, begeleiding, behandeling, verzorging of verpleging van verzorgingsbehoeftige

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Intitulé : LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Citeertitel: Landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving

Nadere informatie

2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving (Landsverordening bestuurlijke handhaving

Nadere informatie

2014 no. 57 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 57 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2014 no. 57 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 27 november 2014 houdende regeling van een bijzondere heffing ten behoeve van de Centrale Bank van Aruba (Landsverordening koersmargevergoeding

Nadere informatie

2017 no. 38 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 38 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 38 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 15 juni 2017 houdende regels voor de waarborging en de bevordering van de kwaliteit in de kinderopvang (Landsverordening kinderopvang) Uitgegeven,

Nadere informatie

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 *************************

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 ************************* Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen Citeertitel: Sanctieverordening 2006 Vindplaats

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 30 augustus 2016 houdende regels ter beperking van het gebruik, de verstrekking en de verkoop van tabaksproducten (Landsverordening beperking

Nadere informatie

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder. Intitulé : Bioscoopverordening Citeertitel: Bioscoopverordening Vindplaats : AB 1990 no. GT 12 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder Artikel 1 1. Het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren

: LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren Intitulé : LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren Citeertitel: Leerplichtverordening Vindplaats : AB 2011 no. 82 Wijzigingen: Geen Artikel 1 1. In

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen Citeertitel: Sanctieverordening 2006 Vindplaats

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen Citeertitel: Landsverordening brandweer Vindplaats : AB 1991 no. 64 Wijzigingen: AB 1993 no. 68; AB 1997 no. 34 1. Algemene

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Landsverordening van 4 december 1989 houdende regelen met betrekking tot het ter beschikking stellen van arbeidskrachten: tekst in P.B. 1989, no 73; gewijzigd bij: 1. Landsverordening van de 11de september

Nadere informatie

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 1. Televisieverordening Citeertitel: Televisieverordening Vindplaats : AB 1988 no. GT 68 Wijzigingen: AB 1997 no. 33, 34 ============================================= 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

2014 no. 74 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 74 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2014 no. 74 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 15 december 2014 houdende regels voor de waarborging en bevordering van de kwaliteit in de gezondheidszorg (Landsverordening kwaliteit in de

Nadere informatie

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN 79 Volksgezondheidswetgeving Landsverordening beperking vestiging medische

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Hinderverordening Citeertitel: Hinderverordening Vindplaats : AB 1988 no. GT 27 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 Artikel 1 1. Het is verboden zonder vergunning van de minister van Justitie en

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen (Tekst geldend op: 23-02-2007) Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

2011 no. 82 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2011 no. 82 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2011 no. 82 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren (Leerplichtverordening) Uitgegeven, 28 december 2011 De minister van

Nadere informatie

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over

Nadere informatie

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================ Intitulé : LANDSVERORDENING houdende nieuwe regels ter zake van de verplaatsing van de zetel van bepaalde rechtspersonen naar en vanuit Aruba Citeertitel : Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ====================================================================

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ==================================================================== Intitulé : Monumentenverordening Citeertitel: Monumentenverordening Vindplaats : AB 1991 no. GT 46 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Citeertitel: Calamiteitenverordening Vindplaats : AB 1989 no. 51 (Inwtr. AB 1992 no. 36) Wijzigingen:

Nadere informatie

2014 no. 51 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 51 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2014 no. 51 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 17 oktober 2014 tot wijziging van de Landsverordening vlag, wapen en volkslied (AB 1991 no. 101) (hernieuwde vaststelling vlagkleuren; aanwijzing

Nadere informatie

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================ Intitulé :LANDSBESLUIT van 19 juli 1990 no. 55, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de Vestigingsverordening bedrijven Citeertitel

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen ten aanzien van de kwaliteit van peuterspeelzalen;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen ten aanzien van de kwaliteit van peuterspeelzalen; RAADSBESLUIT Datum en nummer 17 februari 2006, nummer De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 00-00-2005 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening minimumlonen Citeertitel: Landsverordening minimumlonen Vindplaats : AB 1989 no. GT 26 Wijzigingen: AB 1992 no. 81; AB 1993 nos. 2, 77; AB 1994 nos. 66, 67; AB 1995 no. 84;

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT van 29 december 1998 no. 20, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de Vuurwapenverordening Citeertitel:

Nadere informatie

Datum en nummer 2 juni VERORDENING KWALITEITSREGELS PEUTERSPEELZALEN 2010

Datum en nummer 2 juni VERORDENING KWALITEITSREGELS PEUTERSPEELZALEN 2010 RAADSBESLUIT Datum en nummer 2 juni 2009 0900945 De raad van de gemeente Hendrik- Ido- Ambacht; Gelezen het voorstel van het college Burgemeester en wethouders Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ====================================================================

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ==================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 23 juni 2010 ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Sanctieverordening 2006 (AB 2007 no. 24) Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, 06jos14047; raadsstuk ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, 06jos14047; raadsstuk ; Verordening peuterspeelzaalwerk Rotterdam 2007 De raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, 06jos14047; raadsstuk 2007-592;

Nadere informatie

Klachtenreglement. Documenteigenaar : Nicoline Hendriks Versie : 3.2 Datum : 2 juli 2012 Revisiedatum : 2 juli 2015

Klachtenreglement. Documenteigenaar : Nicoline Hendriks Versie : 3.2 Datum : 2 juli 2012 Revisiedatum : 2 juli 2015 Klachtenreglement Documenteigenaar : Nicoline Hendriks Versie : 3.2 Datum : 2 juli 2012 Revisiedatum : 2 juli 2015 Max Ernst GGZ Velperweg 27 6824 BC Arnhem Postbus 2051 6802 CB Arnhem T 088 270 12 20

Nadere informatie

1965 No.10. Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening).

1965 No.10. Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening). HOOFDSTUK IX ARBEIDSBEMIDDELINGSVERORDENING 1965 No.10 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening).

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 27 Landsverordening uitzonderingstoestand 1 1 Afkondiging en opheffing van een uitzonderingstoestand Artikel 1 1. Ingeval buitengewone omstandigheden

Nadere informatie

VERORDENING KWALITEITSREGELS PEUTERSPEELZAALWERK

VERORDENING KWALITEITSREGELS PEUTERSPEELZAALWERK VERORDENING KWALITEITSREGELS PEUTERSPEELZAALWERK De raad van de gemeente Etten-Leur; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 maart 2005 inzake de verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk.

Nadere informatie

Klachtenreglement WIJeindhoven

Klachtenreglement WIJeindhoven Klachtenreglement WIJeindhoven 1 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 3 Wraking en verschoning... 3 Artikel 4 Indiening van de klacht... 4 Artikel 5 Behandeling van de klacht... 4

Nadere informatie

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën Intitulé : Landsverordening accijns minerale oliën Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën Vindplaats : AB 1989 no. GT 56 Wijzigingen: AB 1994 no. 3; AB 1997 nos. 33, 34; AB 2002 no. 87(inwtr.

Nadere informatie

1. Het doel van dit reglement is een praktische uitwerking te geven van de bepalingen van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

1. Het doel van dit reglement is een praktische uitwerking te geven van de bepalingen van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Klachtenreglement Allerzorg Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. zorgaanbieder: Allerzorg; b. directie: de directie

Nadere informatie

Klachtenreglement Klachtenportaal Zorg

Klachtenreglement Klachtenportaal Zorg Klachtenreglement Klachtenportaal Zorg De onafhankelijke klachtenregeling voor cliënten (en hun vertegenwoordigers en nabestaanden) van zelfstandige zorgaanbieders en zorgaanbieders in kleinschalige zorginstellingen.

Nadere informatie

2016 no. 48 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 15 september 2016 tot wijziging van de Vergunningsverordening

2016 no. 48 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 15 september 2016 tot wijziging van de Vergunningsverordening 2016 no. 48 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 15 september 2016 tot wijziging van de Vergunningsverordening (AB 2002 no. GT 1) Uitgegeven, 22 september 2016 De minister van Justitie, A.L.

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 580 Beschikking van de Minister van Justitie van 21 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Monumentenwet BES, zoals

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 509 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 177 Wet van 4 mei 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de aanpassing van het klachtrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Klachtenregeling cliënten De Hoven

Klachtenregeling cliënten De Hoven Klachtenregeling cliënten De Hoven Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. zorgaanbieder : Stichting De Hoven b.

Nadere informatie

Klachtenregelement Senas-zorg

Klachtenregelement Senas-zorg Klachtenregelement Senas-zorg 1 Klachtenregeling voor zorgaanbieders die geen instellingen in stand houden die zijn aangemerkt als Bopz-instelling. Voorwoord Deze regeling is een variant van de algemene

Nadere informatie

Klachtenreglement FortaGroep

Klachtenreglement FortaGroep Klachtenreglement FortaGroep Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze klachtenregeling wordt verstaan onder: a) zorgaanbieder: de rechtspersoon die de

Nadere informatie

Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden

Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden CVDR Officiële uitgave van Leeuwarden. Nr. CVDR7044_1 17 mei 2017 Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden (Rb. 17-01-2000, nr. 72) HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

2013 no. 4 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 4 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 4 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA Tekst van de Landsverordening toezicht trustkantoren (AB 2009 no. 13) zoals deze luidt na de laatstelijk daarin aangebrachte wijzigingen bij de landsverordening van

Nadere informatie

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr. CVDR Officiële uitgave van Oegstgeest. Nr. CVDR40220_2 8 november 2016 VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST 2005 De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Intitulé : LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Citeertitel: Landsverordening erkenning buitenlandse diploma's Vindplaats : AB 1995

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 219 Wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving LANDSVERORDENING ORGANISATIE BLOEDVOORZIENING

Volksgezondheidswetgeving LANDSVERORDENING ORGANISATIE BLOEDVOORZIENING LANDSVERORDENING ORGANISATIE BLOEDVOORZIENING 175 Landsverordening organisatie bloedvoorziening (P.B. 2003, no. 68) Landsverordening van de 13 de mei 2003 houdende regels met betrekking tot de organisatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

************************* AB 2010 no. 99 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 08 januari 2014 *************************

************************* AB 2010 no. 99 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 08 januari 2014 ************************* Intitulé : LANDSVERORDENING van 31 december 2010 houdende regels inzake het verstrekken van een toeslag aan werknemers in de private sector die een beperkt loon genieten en aan personen die een ouderdoms-,

Nadere informatie

Klachten regeling. Opgemaakt:

Klachten regeling. Opgemaakt: Klachten regeling Opgemaakt: 06-12-2017 U mag ervan uitgaan dat wij onze uiterste best doen om de hulpverlening zo goed mogelijk te verlenen. Toch kan het gebeuren dat u niet tevreden bent over de zorg

Nadere informatie

KLACHTENREGELING. Inhoudsopgave

KLACHTENREGELING. Inhoudsopgave N.B.: Momenteel wordt gewerkt aan een klachtenregeling voor de organisatie SCO Delft e.o. Tot de nieuwe regeling beschikbaar is, zijn de twee bestaande regelingen van kracht (één voor het voortgezet onderwijs,

Nadere informatie

2014 no. 75 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 75 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2014 no. 75 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 15 december 2014 tot wijziging van de Landsverordening beroep in belastingzaken (AB 2001 no. GT 12) in verband met de invoering van hoger beroep

Nadere informatie

--------------------------------------------- ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

--------------------------------------------- ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: Dwjz11-086 --------------------------------------------- Landsverordening houdende regels inzake het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Landsverordening terbeschikkingstelling arbeidskrachten)

Nadere informatie

Klachtenreglement voor klanten Super Sociaal

Klachtenreglement voor klanten Super Sociaal Omschrijving: reglement m.b.t. het behandelen van klachten van klanten door een onafhankelijke commissie. Inhoud 1. begripsomschrijvingen 2. samenstelling klachtencommissie 3. indiening van de klacht 4.

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2006 b e s l u i t

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2006 b e s l u i t VERORDENING KWALITEITSREGELS PEUTERSPEELZALEN 2007 De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2006 gelet op artikel 149

Nadere informatie

Klachtenregeling Staring College

Klachtenregeling Staring College Klachtenregeling Staring College Het bevoegd gezag van het Staring College, gelet op de bepalingen van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. zorgaanbieder : Recacare; b. raad van bestuur

Nadere informatie

Heeft u een klacht, dan kunt u daarover op verschillende manieren contact met ons opnemen:

Heeft u een klacht, dan kunt u daarover op verschillende manieren contact met ons opnemen: KLACHTENREGLEMENT Dagelijks Leven doet er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het zijn dat er iets gebeurt waar u niet tevreden over bent. Graag horen we dit van u, zodat wij onze

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT. In deze regeling wordt verstaan onder:

KLACHTENREGLEMENT. In deze regeling wordt verstaan onder: KLACHTENREGLEMENT INLEIDING Shared Value Groep hecht sterk aan een goede en transparante relatie met haar klanten. Het verlenen van diensten is en blijft echter mensenwerk, hoe zorgvuldig daarbij ook te

Nadere informatie

Procedure Awb klachten

Procedure Awb klachten Procedure Awb klachten (Niet zorg gerelateerd) Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden 2017 Het dagelijks bestuur van de Veiligheids-en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM), Overwegende

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening

: LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening Intitulé : LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening Citeertitel: Invoeringsverordening Landsverordening voorkoming en bestrijding

Nadere informatie

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement 1.2.04 20130426 cliënten ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1.1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 609 Regels omtrent ruimtevaartactiviteiten en de instelling van een register van ruimtevoorwerpen (Wet ruimtevaartactiviteiten) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Protocol Pagina 1 van 7

Protocol Pagina 1 van 7 Protocol Pagina 1 van 7 Inhoud 1. Inleiding.... Begripsomschrijvingen... 3 3. Indiening van de klacht... 4 4. Behandeling van de klacht door de klachtencoördinator... 5 5. Het verzamelen van informatie

Nadere informatie

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 DECREET van 15 september 1981, houdende vaststelling van regelen inzake het verlenen van vergunningen voor het uitoefenen van enig bedrijf of beroep (Decreet Vergunningen Bedrijven en Beroepen) (S.B. 1981

Nadere informatie

Vindplaats : AB 2000 no. 28 (Inwtr. AB 2001 no. 106) ==================================================================== Artikel 1

Vindplaats : AB 2000 no. 28 (Inwtr. AB 2001 no. 106) ==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsverordening vrije zones 2000 Citeertitel: Landsverordening vrije zones 2000 Vindplaats : AB 2000 no. 28 (Inwtr. AB 2001 no. 106) Wijzigingen: AB 2005 no. 76 Artikel 1 1. Voor de toepassing

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Klachtenregeling Nourdam Zorg B.V. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. zorgaanbieder Nourdam Zorg B.V. b. raad

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 2013 no. 60; AB 2013 no. 96; AB 2018 no. 34 ====================================================================

Wijzigingen: AB 2013 no. 60; AB 2013 no. 96; AB 2018 no. 34 ==================================================================== Intitulé : LANDSVERORDENING van 31 december 2010 houdende regels inzake het verstrekken van een toeslag aan werknemers in de private sector die een beperkt loon genieten en aan personen die een ouderdoms-,

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 *** Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen in verband met de invoer van een certificaat als bewijs

Nadere informatie

Klachtenreglement cliënten zorgboerderijen

Klachtenreglement cliënten zorgboerderijen Klachtenreglement cliënten zorgboerderijen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 1 Hoofdstuk 2 Klachtopvang... 3 Artikel 2 Bij wie kan een cliënt terecht

Nadere informatie

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Klachtenreglement cliënten zorgboerderij / Coöperatie Limburgse Zorgboeren (CLZ)

Klachtenreglement cliënten zorgboerderij / Coöperatie Limburgse Zorgboeren (CLZ) Klachtenreglement cliënten zorgboerderij / Coöperatie Limburgse Zorgboeren (CLZ) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 2 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 2 Hoofdstuk 2 Klachtopvang... 3 Artikel

Nadere informatie

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners.

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners. Klachtenreglement Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1.1 De zorgaanbieder: Gezinssupport.nu. 1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Klachtenreglement onafhankelijke. Klachtencommissie. Voor het vrijwilligerswerk in Haarlem en omstreken

Klachtenreglement onafhankelijke. Klachtencommissie. Voor het vrijwilligerswerk in Haarlem en omstreken Klachtenreglement Voor het vrijwilligerswerk in Haarlem en omstreken Haarlem, december 2012 1 Art. 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1.1 De organisatie: Organisatie die gebruik maakt van de diensten van de Onafhankelijke

Nadere informatie

KLACHTENREGELING STICHTING KLACHTENCOMMISSIE GEZONDHEIDSZORG

KLACHTENREGELING STICHTING KLACHTENCOMMISSIE GEZONDHEIDSZORG KLACHTENREGELING STICHTING KLACHTENCOMMISSIE GEZONDHEIDSZORG Deze klachtenregeling is voor zorgorganisaties aangesloten bij de Stichting klachtencommissie gezondheidszorg. Artikel 1 Begripsbepalingen In

Nadere informatie

Klachtenregeling Datum: 1 november 2014

Klachtenregeling Datum: 1 november 2014 Klachtenregeling Datum: 1 november 2014 Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. Steunpunt SO Fryslân ( hierna steunpunt): een Steunpunt als bedoeld in de Wet

Nadere informatie

Klachtenreglement (Aangesloten bij Klachtenportaal Zorg)

Klachtenreglement (Aangesloten bij Klachtenportaal Zorg) Klachtenreglement (Aangesloten bij Klachtenportaal Zorg) thuis zorg comfort Inhoudsopgave 3 Artikel 1 begripsbepalingen 3 Artikel 2 Informele oplossing en indienen van een klacht 4 Artikel 3 Buiten behandeling

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. Gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikel 12, 14 en 15 van de Monumentenwet

Nadere informatie

Klachtenregeling van Smartonderwijs

Klachtenregeling van Smartonderwijs Klachtenregeling van Smartonderwijs Wanneer kunt u een klacht indienen? U kunt een klacht indienen als u vindt dat Bernadette Sanders, eigenaar Smartonderwijs, niet heeft geleverd wat in het contract is

Nadere informatie