9 Gebruik van wetenschappelijke kennis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "9 Gebruik van wetenschappelijke kennis"

Transcriptie

1 9 Gebruik van wetenschappelijke kennis In dit hoofdstuk wordt het gebruik van wetenschappelijke kennis a) geanalyseerd in alle onderzochte beleidsprocessen in de JGZ voor 4-19-jarigen in de vier GGD-regio's. Dit gebeurt afzonderlijk op het niveau van kennisgebruik door actoren (9.1) en kennisgebruik in besluitvormingsrondes (9.2). De twee afzonderlijke analyses sluiten aan op het in paragraaf beschreven gebruik van de data in deze studie. In paragraaf 3.3 waren de eerder in paragraaf 2.2 besproken theoretische begrippen ook al op deze twee niveaus geoperationaliseerd. Paragraaf 9.3 geeft een samenvatting van de conclusies over het gebruik van wetenschappelijke kennis in beleidsprocessen. 9.1 Kennisgebruik door actoren In de datamatrix van actoren zijn 133 actoren opgenomen uit de vier onderzoeksregio's. Van hen hebben 56 actoren (42%) wetenschappelijke kennis gebruikt (zie tabel 9.1.1). Bij de 56 'gebruikers' van kennis zijn gemiddeld in 3,89 gegevensbronnen aanwijzingen gevonden voor kennisgebruik (95%-betrouwbaarheidsinterval: 2,52-5,26). Het aantal gegevensbronnen waarin aanwijzingen zijn gevonden voor kennisgebruik door een actor wordt beschouwd als een indicator voor de 'intensiteit' van het kennisgebruik door die actor. Tabel 9.1.1: Totale kennisgebruik door actoren. Intensiteit van het kennisgebruik Aantal actoren % 0 (geen kennisgebruik) 77 58% % % 3 6 5% 4 5 4% 5 of meer 10 8% totaal % Het gebruik van wetenschappelijke kennis door actoren is in de paragrafen en uitgewerkt in vijf aspecten van kennisgebruik. Per aspect zijn daarbij twee of drie vormen van kennisgebruik onderscheiden: Aard van de gebruikte kennis: gebruik van (epidemiologische) feitenkennis en theoretische-modellenkennis over oorzaak-gevolg relaties. Inhoudelijk domein van de gebruikte kennis: gebruik van medisch-inhoudelijke kennis, gebruik van sociaal-wetenschappelijk inhoudelijke kennis en gebruik van 'andere' (meestal organisatorische) kennis. Mate van acceptatie van de kennis: gebruik van 'gevestigde' kennis uit de body of knowledge van een vakgebied en 'recente', mogelijk nog omstreden, kennis. Herkomst van de kennis: gebruik van regionaal verzamelde kennis en gebruik van (inter)nationale kennis. Wijze van kennisgebruik: rationeel versus rationaliserend kennisgebruik. De eerste vier aspecten zeggen iets over de kennis zelf. De eerste twee meer iets over de inhoud van de kennis en het derde en vierde meer iets over de achtergronden van de kennis. Het vijfde aspect zegt iets over de wijze waarop de kennis wordt gebruikt. In tabel is voor de verschillende vormen van kennisgebruik het percentage actoren weergegeven dat die vorm van kennis heeft gebruikt. Hiervoor zijn de dichotome indicatoren gebruikt met als waarden: wel gebruik van deze vorm van kennis, versus geen gebruik van deze vorm van kennis. a) De definities van de gebruikte begrippen en afkortingen kunnen worden teruggevonden in bijlage 1. Hoofdstuk 9. Gebruik van wetenschappelijke kennis 185

2 Deze indicatoren worden gebruikt wanneer het nodig is de analyse onafhankelijk te maken van het aantal beschikbare gegevensbronnen (zie ook paragraaf 3.2.3). Deze bewerking is nodig omdat het aantal gegevensbronnen per regio verschilt. Daardoor kunnen bij gebruik van de indicator 'intensiteit' schijnrelaties ontstaan. In een regio waar meer gegevensbronnen beschikbaar waren kunnen, door de gekozen operationalisatie van de indicatoren, voor alle vormen van kennisgebruik meer aanwijzingen worden aangetroffen dan in regio's waar minder gegevensbronnen beschikbaar waren. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de intensiteit van het hulpbronnengebruik (het aantal aanwijzingen voor het gebruik van een hulpbron door een actor). Bij het onderzoeken van de relatie tussen kennisgebruik en hulpbronnengebruik kunnen dan de genoemde schijnrelaties ontstaan. Dit probleem wordt opgelost door de indicatoren te dichotomiseren. Alle 11 indicatoren voor de verschillende vormen van kennisgebruik zijn afzonderlijk beoordeeld, omdat één actor meer vormen van kennis kan hebben gebruikt. Een actor kan bijvoorbeeld zowel regionale kennis als kennis uit de internationale literatuur hebben gebruikt. Daardoor kunnen de aantallen en percentages 'gebruikers' voor de verschillende vormen van kennisgebruik door actoren onderling niet worden opgeteld, ook niet per aspect van kennisgebruik. Onder aan de tabel is daarom afzonderlijk het totale kennisgebruik van de actoren weergegeven. In de laatste kolom is de intensiteit van het kennisgebruik weergegeven voor alleen de 'gebruikers' van deze vorm van kennis. Door deze berekeningswijze kan de intensiteit (het gemiddelde aantal aanwijzingen bij gebruikers) nooit lager kan zijn dan 1,00. Tabel 9.1.2: Kennisgebruik door actoren (meerdere combinaties mogelijk; n = 133). Vorm van kennisgebruik Actoren die kennis gebruiken aantal % Intensiteit van het kennisgebruik bij 'gebruikers' Aard: Feitenkennis 41 31% 3,07 Modellenkennis 35 26% 2,29 Inhoudelijk domein: Medisch-inhoudelijk 39 26% 2,83 Sociaal-wetenschappelijk 24 18% 1,38 Andere kennis 19 14% 2,79 Mate van acceptatie: Gevestigde kennis 40 30% 2,28 'Recente' kennis 44 33% 2,86 Herkomst: Regionale kennis 37 28% 3,03 (Inter)nationale kennis 35 29% 2,15 Wijze van gebruik: Rationeel gebruik 39 29% 3,10 Rationaliserend gebruik 16 12% 1,81 Totale kennisgebruik 56 42% 3,89 Ongeveer evenveel actoren gebruiken feitenkennis als modellenkennis (31% respectievelijk 26%). Het gebruik van feitenkennis door gebruikers hiervan lijkt iets intensiever dan het gebruik van modellenkennis door de gebruikers daarvan (gemiddeld 3,07 versus 2,29 aanwijzingen). Statistisch (T-toets voor 2 samples) is het verschil echter niet significant. Medisch-inhoudelijke kennis wordt door beduidend meer actoren gebruikt (26%) dan sociaalwetenschappelijke kennis en andere kennis (18% en 14%). Actoren die medisch-inhoudelijke kennis gebruiken doen dit ook intensiever dan actoren die sociaal-wetenschappelijke kennis gebruiken (2,83 versus 1,38; p < 0,10). Opvallend hierbij is dat voor de groep actoren die andere kennis gebruikt (vaak organisatie-onderzoek) dit ook relatief intensief doet (2,79). 186

3 Gevestigde en 'recente' kennis worden door ongeveer even veel actoren worden gebruikt (30% versus 33%). De intensiteit van het kennisgebruik is lager bij gebruikers van gevestigde kennis dan bij gebruikers van recente kennis (2,28 versus 2,86). Statistisch is het verschil echter niet significant. Bij de vergelijking van gebruik van regionale kennis met (inter)nationale kennis wordt een vergelijkbaar verschil aangetroffen als bij de gevestigde en recente kennis en de feiten- en modellenkennis. Ongeveer evenveel actoren gebruiken beide vormen van kennis (28% en 29%), maar regionale kennis wordt iets intensiever gebruikt dan (inter)nationale kennis (3,03 versus 2,15; niet significant). Rationeel gebruik van kennis wordt bij beduidend meer actoren aangetroffen dan rationaliserend gebruik (29% versus 12%). Actoren die kennis rationeel gebruiken doen dit intensiever dan actoren die kennis rationaliserend gebruiken (gemiddeld 3,10 versus 1,81 aanwijzingen). Hoewel het verschil groter is dan bij de eerder besproken vormen van kennisgebruik, is ook dit verschil statistisch niet significant. Kennisgebruik en de achtergrondgegevens categorie en regio JGZ-interne actoren gebruiken frequenter en intensiever kennis dan GGD-interne en GGDexterne actoren. Voor het totale kennisgebruik ligt de intensiteit voor alle JGZ-interne kennisgebruikers op 5,43 (bij 74% gebruikers), voor alle overige GGD-interne gebruikers op 2,94 (bij 53% gebruikers) en voor alle GGD-externe gebruikers op 1,45 (bij 18% gebruikers). In een logistische regressieanalyse (met de gedichotomiseerde variabele) is de odds ratio voor GGD-interne actoren ten opzichte van GGD-externe actoren voor het totale kennisgebruik 5,4. De odds ratio voor JGZ-interne actoren ten opzichte van GGD-externe actoren is beduidend hoger: 13,2. De aangetroffen verschillen zijn statistisch significant (p-waarden F-toets < 0.01). Voor de verschillende vormen van kennisgebruik worden overwegend vergelijkbare verschillen gevonden. Alleen voor regionale kennis, voor sociaal-wetenschappelijke en voor 'andere' kennis zijn de odds ratio's voor GGD-interne actoren iets hoger dan voor de JGZinterne actoren. Van de JGZ-interne actoren zijn de jeugdartsen (5,00 bij 75% kennisgebruikers), de jeugdverpleegkundigen (3,67 bij 75% gebruikers) en het management JGZ (4,00 bij 64% gebruikers) de meest intensieve kennisgebruikers. De federatieve actor JGZ-algemeen blijkt echter het meest kennis te gebruiken (18,50 bij 100% gebruikers). Dit is opmerkelijk, omdat de actor JGZ-algemeen vaak de externe representant van de afdeling JGZ is, in de praktijk meestal bij monde van het hoofd JGZ. Deze bevinding moet waarschijnlijk worden geïnterpreteerd in die zin dat wanneer de afdeling JGZ met externe actoren in het beleidsnetwerk wordt geconfronteerd, de afdeling als geheel (onder leiding van het afdelingshoofd ) wetenschappelijke kennis gaat gebruiken om in het beleidsproces de eigen standpunten kracht bij te zetten. Van de GGD-interne actoren scoren de GVO-functionarissen (2,67 bij 75% kennisgebruikers) en de federatieve actor 'GGD-algemeen' het hoogst (8,00 bij 75% gebruikers). Mogelijk speelt bij de laatste actor een vergelijkbaar fenomeen als bij de actor JGZalgemeen, wanneer GGD-externe actoren in het beleidsnetwerk komen. Zoals verwacht kon worden, gebruiken JGZ-interne actoren relatief vaak medischinhoudelijke kennis en GVO-functionarissen vooral sociaal-wetenschappelijke kennis. Voor de andere vormen van kennisgebruik zijn er geen duidelijke verschillen tussen deze groepen kennisgebruikers. Hoofdstuk 9. Gebruik van wetenschappelijke kennis 187

4 Opvallend is dat de epidemiologen relatief weinig kennis gebruiken. Drie epidemiologen konden in de matrix van actoren worden opgenomen. Bij twee van hen werd één aanwijzing voor kennisgebruik aangetroffen. Dit is beduidend minder dan bij de andere JGZ en GGDinterne actoren. Epidemiologen zijn blijkens deze resultaten meer producenten van kennis dan gebruikers van kennis in beleidsprocessen. Hierbij moet worden opgemerkt dat in Groningen (zie hoofdstuk 5) de jeugdarts-epidemioloog deel uitmaakte van een projectgroep, waarbij veel kennisgebruik is aangetroffen. In Utrecht was de epidemioloog tevens adjuncthoofd van de afdeling JGZ en is deze in de analyses beschouwd als behorende bij het management JGZ. Ook bij deze is kennisgebruik aangetroffen. Hierdoor is sprake van een onderschatting van het kennisgebruik door epidemiologen. Ook als hiermee rekening wordt gehouden, blijft het kennisgebruik door epidemiologen echter geringer dan dat door andere actoren. In grote lijnen worden weinig verschillen in kennisgebruik aangetroffen tussen actoren uit de vier onderzochte GGD-regio's. In Den Haag is het totale kennisgebruik (32% van de actoren) iets minder dan in de andere drie regio's (Utrecht 44%, Groningen 45% en Noord-Limburg 50%), maar dit verschil is statistisch niet significant (chi-kwadraat toets of: χ²-toets). Alleen voor feitenkennis (13% in Den Haag tegen Utrecht 33%, Groningen 39% en Noord-Limburg 43%; p < 0,05) en voor medisch-inhoudelijke kennis (13% in Den Haag tegen Utrecht 36%, Groningen 23% en Noord-Limburg 36%; p < 0,10) is het verschil wel significant. Rationeel kennisgebruik wordt in Noord-Limburg (50%) vaker aangetroffen dan in de andere regio's (Utrecht 22%, Groningen 26% en Den Haag 24%; p < 0,10) Onderlinge relaties tussen aspecten van kennisgebruik Het is niet verwonderlijk dat voor de drie aspecten van kennisgebruik: recente versus gevestigde kennis, feiten- versus modellenkennis en regionale versus (inter)nationale kennis, verschillen in dezelfde richting worden gevonden (zie tabel 9.1.2). In de praktijk is regionale kennis immers meestal recente feitenkennis uit bijvoorbeeld regionaal epidemiologisch onderzoek. En (inter)nationale kennis is vaker (ook) theoretische-modellenkennis die onderdeel uitmaakt van de gevestigde body of knowledge van een vakgebied ('de literatuur'). Om na te gaan of deze op praktijkkennis gebaseerde veronderstellingen empirisch kunnen worden gestaafd, zijn de onderlinge relaties tussen de vormen van kennisgebruik statistisch onderzocht. Hiervoor zijn opnieuw de gedichotomiseerde variabelen gebruikt. De analyse is alleen verricht op die 56 actoren waarbij een of meer aanwijzingen zijn gevonden voor enige vorm van kennisgebruik. Bij deze analyse blijken de onderlinge relaties tussen gebruik van recente kennis, feitenkennis en regionale kennis, p-waarden beneden de 0,10 te hebben (χ²-toetsen). Relaties van een van deze drie vormen met gevestigde kennis, modellenkennis of (inter)nationale kennis hebben alle p-waarden boven de 0,10 (tussen de 0,30 en 0,50). Onderlinge relaties tussen gebruik van gevestigde kennis, modellenkennis en (inter)nationale kennis hebben zelfs p- waarden beneden de 0,01 (χ²-toetsen). De eerder genoemde veronderstelling dat er sprake is van twee clusters van vormen van kennisgebruik: recente regionale feitenkennis en internationale modellenkennis uit de gevestigde body of knowledge, wordt door deze bevindingen gesteund. 188

5 9.2 Kennisgebruik in besluitvormingsrondes In de datamatrix van besluitvormingsrondes zijn de 57 rondes uit alle 20 beleidsprocessen in de vier GGD-regio's opgenomen. In 33 van deze rondes zijn aanwijzingen gevonden voor gebruik van wetenschappelijke kennis (58%). Deze 33 rondes komen uit 15 van de 20 beleidsprocessen (75%). Het gebruik van wetenschappelijke kennis in de netwerken van besluitvormingsrondes is in de paragrafen en uitgewerkt in vijf aspecten van kennisgebruik. Deze worden op dezelfde wijze aangeduid bij het kennisgebruik door actoren (zie paragraaf 9.1) In tabel 9.2 wordt voor de verschillende aspecten van kennisgebruik in de 57 rondes weergegeven in welk aandeel van de besluitvormingsrondes de onderscheiden vormen van kennisgebruik zijn aangetroffen. Alle 11 indicatoren zijn ook hier afzonderlijk beoordeeld, omdat ze in één besluitvormingsronde allemaal kunnen zijn gebruikt. In een ronde kan bijvoorbeeld zowel medisch-inhoudelijke als sociaalwetenschappelijke kennis zijn gebruikt. Daardoor kunnen de cijfers voor de verschillende vormen van kennisgebruik in besluitvormingsrondes niet worden opgeteld, ook niet per aspect van kennisgebruik. Daarom is afzonderlijk ook het totale kennisgebruik weergegeven. Tabel 9.2: Kennisgebruik in besluitvormingsrondes Vorm van kennisgebruik Besluitvormingsrondes waarin dit kennisgebruik is aangetroffen aantal % Aard: Feitenkennis 28 49% Modellenkennis 21 37% Inhoudelijk domein: Medisch-inhoudelijk 21 37% Sociaal-wetenschappelijk 19 33% Andere kennis 5 9% Mate van acceptatie: Gevestigde kennis 16 28% 'Recente' kennis 29 51% Herkomst: Regionale kennis 28 49% (Inter)nationale kennis 22 39% Wijze van gebruik: Rationeel gebruik 31 54% Rationaliserend gebruik 8 14% Totale kennisgebruik 33 58% 'Recente', mogelijk nog omstreden, kennis is beduidend vaker gebruikt dan gevestigde 'body of knowledge' kennis (p < 0,01; op basis van vergelijking van de betrouwbaarheidsintervallen van de puntschattingen volgens Taylor). Feitenkennis is iets vaker gebruikt dan modellenkennis (p < 0,05) en regionale kennis iets vaker dan (inter)nationale kennis (p < 0,10). Deze verschillen zijn echter klein. De inhoud van de gebruikte kennis was ongeveer even vaak medisch-inhoudelijk als sociaal-wetenschappelijk inhoudelijk. 'Andere' kennis (doorgaans organisatie-onderzoek) is beduidend minder vaak gebruikt. Kennis is bijna viermaal zo vaak rationeel als rationaliserend gebruikt (p < 0,01). Kennisgebruik en de achtergrondgegevens regio, thema en eindjaar van de besluitvormingsronde In Utrecht is in 7 van de 17 besluitvormingsrondes gebruik gemaakt van enige vorm van wetenschappelijke kennis. Dit is iets minder dan in Groningen (9 van de 14 rondes), Den Haag (9 van de 13 rondes) en Noord-Limburg (8 van de 13 rondes). De verschillen tussen de onderzochte GGD-regio's blijken statistisch niet significant (χ²-toets). Ook bij de verschillende vormen van kennisgebruik doen zich geringe verschillen voor, die echter geen van alle statistisch significant zijn. Opvallend is dat in Noord-Limburg in geen Hoofdstuk 9. Gebruik van wetenschappelijke kennis 189

6 enkele besluitvormingsronde sprake is geweest van rationaliserend kennisgebruik, terwijl dat in de andere regio's wel het geval was. Tussen de thema's bestaan wel statistisch significante verschillen in kennisgebruik (χ²-toets; p < 0,05). Bij algemeen JGZ-beleid is in 13 van de 17 rondes enige vorm van wetenschappelijke kennis gebruikt. Bij opvoedingsondersteuning is dat in 8 van de 12 rondes, bij buurtnetwerken in 1 van de 11, bij schoolgezondheidsbeleid in 8 van de 15 en bij bedplasbegeleiding in 3 van de 4 rondes. Bij beleid inzake buurtnetwerken wordt beduidend minder vaak wetenschappelijke kennis gebruikt dan bij de andere beleidsthema's. Dit geldt voor alle vormen van gebruik van kennis. Hoewel dat in deze studie niet is onderzocht, kan worden aangenomen dat de relatieve schaarste aan onderzoeksresultaten inzake de effectiviteit van buurtnetwerken hier van invloed is geweest (zie ook de literatuur bij paragraaf 4.3.2). Kijken we naar het eindjaar van de besluitvormingsrondes, dan zien we in vier van de vijf rondes die eindigen in de jaren enige vorm van kennisgebruik. Begin jaren negentig ( ) is dat in 10 van de 20 en eind jaren negentig ( ) in 19 van de 32 rondes. De lichte stijging in kennisgebruik tussen de eerste (50%) en de tweede helft van de jaren negentig (59%) is statistisch niet significant (χ²-toets). Deze geringe groei in kennisgebruik tussen de eerste en de tweede helft van de negentig is niet voor alle vormen van kennisgebruik gelijk. Groei wordt vooral aangetroffen bij recente kennis (van 40% naar 56%), feitenkennis (van 45% naar 50%) en bij regionale kennis (van 45% naar 50%). Voor gevestigde kennis en modellenkennis wordt geen verschil aangetroffen en voor (inter)nationale kennis zelfs een geringe daling (van 45% naar 38%). Dit duidt erop dat vooral recente regionale epidemiologische feitenkennis iets meer wordt gebruikt. Al deze besproken verschillen zijn statistisch overigens niet significant (χ²-toets). Onderlinge relaties tussen aspecten van kennisgebruik Ook voor kennisgebruik in besluitvormingsrondes is gezocht het bestaan van 'clusters' van aspecten van kennisgebruik. De analyse is alleen verricht voor de 33 besluitvormingsrondes waarin kennisgebruik is aangetroffen. De analyse is verricht middels χ²-toetsen (en, waar nodig vanwege kleine celvullingen, Fisher's Exact Toetsen). In eerste instantie is ook hier gekeken naar onderlinge relaties tussen het gebruik van recente kennis, feitenkennis en regionale kennis en naar onderlinge relaties tussen het gebruik van gevestigde kennis, modellenkennis en (inter)nationale kennis. De relaties zijn hier minder duidelijk dan op actorniveau. Gebruik van gevestigde kennis blijkt significant samen te hangen met modellenkennis (p < 0,05) en (inter)nationale kennis (p < 0,01). Gebruik van recente kennis hangt daarentegen wel samen met gebruik van regionale kennis (p < 0,01), maar niet met feitenkennis. Er worden zodoende duidelijke aanwijzingen gevonden voor het bestaan van een cluster (inter)nationale modellenkennis in de gevestigde body of knowledge, maar slechts gedeeltelijk voor het bestaan van een cluster recente regionale feitenkennis. De wijze van kennisgebruik en het inhoudelijk kennisdomein hangen niet duidelijk samen met de beide clusters. 190

7 9.3 Samenvattende conclusies Op basis van de in dit hoofdstuk beschreven bevindingen kunnen samenvattend de volgende conclusies worden geformuleerd over kennisgebruik in beleidsprocessen in de JGZ 4-19: Conclusies omtrent gebruik van wetenschappelijke kennis: Bij bijna de helft van de actoren (42%) en in ruim de helft van de besluitvormingsrondes (58%) is gebruik van wetenschappelijke kennis aangetroffen. 'Recente', mogelijk nog omstreden, kennis wordt meer gebruikt dan gevestigde 'body of knowledge' kennis. Meer actoren gebruiken recente kennis in meer besluitvormingsrondes. Epidemiologische feitenkennis omtrent incidenties en prevalenties wordt meer gebruikt dan theoretische-modellenkennis. Ook deze conclusie geldt zowel op actorniveau als op rondeniveau. Regionaal verzamelde kennis wordt meer gebruikt dan (inter)nationale kennis, zowel op actorniveau als op ronde niveau. Kennis wordt veel meer rationeel dan rationaliserend gebruikt, zowel op actorniveau als op ronde niveau. Op actorniveau wordt medisch-inhoudelijke kennis veel meer gebruikt dan sociaalwetenschappelijk inhoudelijke kennis en andere kennis. Op rondeniveau worden medischinhoudelijke en sociaal-wetenschappelijk inhoudelijke kennis ongeveer even veel gebruikt, maar beduidend meer dan andere kennis. Een beperkt aantal actoren blijkt in een relatief groot aantal besluitvormingsrondes sociaal-wetenschappelijke kennis in te zetten. JGZ-interne actoren (vooral JGZ-algemeen, jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en management JGZ) gebruiken vaker en intensiever kennis dan GGD-interne actoren (vooral GGD-algemeen en GVO-functionarissen) en zij weer vaker dan GGD-externe actoren. Epidemiologen gebruiken relatief weinig kennis. Vooral in beleidsprocessen inzake buurtnetwerken wordt weinig kennis gebruikt. Noch op actorniveau, noch op besluitvormingsrondeniveau is er sprake van duidelijke verschillen in kennisgebruik tussen de regio's. Er is een onderlinge samenhang tussen gebruik van gevestigde kennis, modellenkennis en (inter)nationale kennis, zowel op actorniveau als op rondeniveau. Een vergelijkbare relatie tussen gebruik van recente kennis, feitenkennis en regionale kennis, is op actorniveau zwakker en op rondeniveau alleen aantoonbaar tussen recente kennis en feitenkennis. Hoofdstuk 9. Gebruik van wetenschappelijke kennis 191

* geen reconstructie mogelijk (zie bijlage 8)

* geen reconstructie mogelijk (zie bijlage 8) 11 Netwerkkenmerken In dit hoofdstuk worden de netwerkkenmerken beschreven van de besluitvormingsrondes in de gereconstrueerde beleidsprocessen. In paragraaf 11.1 wordt eerst aangegeven welke besluitvormingsrondes

Nadere informatie

DEEL A. THEORETISCHE, METHODOLOGISCHE EN INHOUDELIJKE ACHTERGRONDEN...1

DEEL A. THEORETISCHE, METHODOLOGISCHE EN INHOUDELIJKE ACHTERGRONDEN...1 DEEL A. THEORETISCHE, METHODOLOGISCHE EN INHOUDELIJKE ACHTERGRONDEN...1 1 INLEIDING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK...3 1.1 Aanleiding tot het onderzoek...3 1.2 Probleemstelling...6 1.3 Vraagstelling en onderzoeksvragen...7

Nadere informatie

Kennis als hulpbron - samenvatting

Kennis als hulpbron - samenvatting Kennis als hulpbron - samenvatting Referentie: Gorissen WHM. Kennis als hulpbron. Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij beleidsvorming in de jeugdgezondheidszorg voor 4-19-jarigen. Proefschrift

Nadere informatie

3 Methodologisch-technische achtergronden

3 Methodologisch-technische achtergronden 3 Methodologisch-technische achtergronden 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de in het vorige hoofdstuk behandelde theoretische begrippen geoperationaliseerd in meetbare indicatoren. De operationalisatie

Nadere informatie

16 Methodologische discussie

16 Methodologische discussie 16 Methodologische discussie In dit hoofdstuk wordt de gebruikte onderzoeksmethode onderworpen aan een kritische beschouwing. In paragraaf 16.1 wordt ingegaan op de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid

Nadere informatie

8 Bedplasbegeleiding in Utrecht

8 Bedplasbegeleiding in Utrecht 8 Bedplasbegeleiding in Utrecht 8.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een vierde en laatste voorbeeld van een reconstructie en eerste analyse van een deelbeleidsproces, namelijk dat van de bedplasbegeleiding

Nadere informatie

17 Beschouwing en conclusies

17 Beschouwing en conclusies 17 Beschouwing en conclusies In dit hoofdstuk wordt gereflecteerd op de inhoudelijke resultaten van deze studie. Daarbij worden deze resultaten in verband gebracht met de probleemstelling (zie paragraaf

Nadere informatie

1 Inleiding en opzet van het onderzoek

1 Inleiding en opzet van het onderzoek 1 Inleiding en opzet van het onderzoek 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Deze studie vindt zijn wortels in een verwondering over het beperkte gebruik van epidemiologische kennis bij het vormgeven van lokaal

Nadere informatie

Kennis als hulpbron. Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij beleidsvorming in de jeugdgezondheidszorg voor 4-19-jarigen. Wim H.M.

Kennis als hulpbron. Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij beleidsvorming in de jeugdgezondheidszorg voor 4-19-jarigen. Wim H.M. Kennis als hulpbron Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij beleidsvorming in de jeugdgezondheidszorg voor 4-19-jarigen. Wim H.M. Gorissen Druk: Ponsen & Looijen B.V. te Wageningen ISBN: 90-393-2873-0

Nadere informatie

7 Opvoedingsondersteuning in Noord-Limburg

7 Opvoedingsondersteuning in Noord-Limburg 7 Opvoedingsondersteuning in Noord-Limburg 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een voorbeeld van een reconstructie en eerste analyse van het deelbeleidsproces inzake opvoedingsondersteuning in de GGD Noord-Limburg.

Nadere informatie

Gedetailleerde resultaten samenhang risicofactoren met gezondheid en ziekten

Gedetailleerde resultaten samenhang risicofactoren met gezondheid en ziekten Gedetailleerde resultaten samenhang met gezondheid en Combinaties van Achtergronddocument Gedetailleerde resultaten samenhang met gezondheid en Ervaren gezondheid Tabel 1: Roken, zwaar en : samenhang a

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Hypertensie en Diabetes Mellitus in Curaçao

Hypertensie en Diabetes Mellitus in Curaçao Hypertensie en Diabetes Mellitus in Curaçao Een ruimtelijke analyse gebaseerd op de verzamelde gegevens tijdens de census uit 2001 Sean de Boer Inleiding Dit artikel gaat in op het voorkomen van Hypertensie

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen

Nadere informatie

6 Schoolgezondheidsbeleid in Den Haag

6 Schoolgezondheidsbeleid in Den Haag 6 Schoolgezondheidsbeleid in Den Haag 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een tweede voorbeeld van een reconstructie en eerste analyse van een deelbeleidsproces, namelijk het proces inzake schoolgezondheidsbeleid

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Inhoudsopgave Algemene toelichting... 3 Legenda bij tabellen... 4 Deel 1 - Algemene

Nadere informatie

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam)

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam) Samenvatting Associatie tussen gehoorverlies en psychosociale gezondheid bij 18 tot 70 jarigen: eerste resultaten van de Nationale Longitudinale Studie naar Horen (NL-SH). J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M.

Nadere informatie

Relatie tussen gehoorverlies & psychosociale gezondheid

Relatie tussen gehoorverlies & psychosociale gezondheid Relatie tussen gehoorverlies & psychosociale gezondheid Eerste resultaten van de Nationale Longitudinale Studie naar Horen (NL-SH) Onderzoeksprogramma > Care and Prevention Janneke Nachtegaal, Sophia Kramer

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

Fysiek belastende arbeidsomstandigheden bij zelfstandige ondernemers in Vlaanderen

Fysiek belastende arbeidsomstandigheden bij zelfstandige ondernemers in Vlaanderen Technische nota Fysiek belastende arbeidsomstandigheden bij zelfstandige ondernemers in Vlaanderen 2007-2010 Brussel februari 2013 Inleiding Met de werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie & Arbeid

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Benchmark Axisopleidingen

Benchmark Axisopleidingen Benchmark Axisopleidingen In opdracht van: Platform Bèta Techniek In samenwerking met Ministerie van OCW HBO-raad Project: 2008.104 Datum: Utrecht, 22 december 2008 Auteurs: Guido Ongena, MSc. drs. Rob

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Gebruik mobiliteitsinstrumenten

Gebruik mobiliteitsinstrumenten Rapport Gebruik mobiliteitsinstrumenten Secundaire analyse in opdracht van Ministerie van Binnenlandsezaken en Koninkrijksrelaties Van Lucien Vermeer Datum 15-11-2018 1. Introductie Het stimuleren van

Nadere informatie

Technische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Technische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, februari 2009 Technische nota Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, februari 2009 Technische

Nadere informatie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie In het schooljaar 2014-2015 is de vernieuwde versie van Veilig leren lezen de kimversie

Nadere informatie

Korte Rapportage Analyse NSKO: oriëntatie op de sector gezondheid Arts en Auto Juni 2012

Korte Rapportage Analyse NSKO: oriëntatie op de sector gezondheid Arts en Auto Juni 2012 Korte Rapportage Analyse NSKO: oriëntatie op de sector gezondheid Arts en Auto Juni 2012 1. Achtergrond NSKO algemeen Het nationaal studiekeuze onderzoek (NSKO) brengt in kaart hoe Nederlandse jongeren

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA

GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA Management control: GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK 34 Jake Foster: beeld Verantwoordelijkheidscentra vormen binnen veel organisaties een essentieel onderdeel

Nadere informatie

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Paragraaf 10.1 : Populatie en Steekproef

Paragraaf 10.1 : Populatie en Steekproef Hoofdstuk 10 Statistische Variabelen (H5 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 10.1 : Populatie en Steekproef Les 1 : Herhaling Definitie Betrouwbaarheidsinterval (BI) Betrouwbaarheidsinterval (BI) = { de waarden

Nadere informatie

Meta-analyses naar de waarde van stedelijk openbaar groen

Meta-analyses naar de waarde van stedelijk openbaar groen Meta-analyses naar de waarde van stedelijk openbaar groen Mark Koetse Luke Brander Waarde van openbaar groen Stelling: Openbaar groen staat onder druk in stedelijke gebieden; Expliciete waardering van

Nadere informatie

Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering

Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering verschillen tussen uitstroom naar Bedrijf en Loondienst Inspectie Werk en Inkomen (februari 2006) 1 Inhoud \ Managementsamenvatting 3 1 Inleiding 4 2

Nadere informatie

Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn 3 10-11-2014

Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn 3 10-11-2014 Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn 3 10-11-2014 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 2 2. WINTERSIGNALERING... 3 3. ZOMERSIGNALERING... 6 4. CONCLUSIES... 9 1 1. Inleiding Inleiding Bureau ICE

Nadere informatie

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten RIJDEN ONDER INVLOED IN DE PROVINCIE NOORD-BRABANT. NAJAAR 1991 Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten R- 91-63 M.P.M. Ma thij ssen Leidschendam, 1991 Stichting

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

Combinaties van risicofactoren

Combinaties van risicofactoren Achtergronddocument Combinaties van risicofactoren Vóórkomen van risicofactoren en clustering Zowel overgewicht als roken clusteren met zwaar alcoholgebruik Zowel overgewicht als dagelijks roken gaan samen

Nadere informatie

Resultaten kim-versie van Veilig leren lezen blijven overtreffen

Resultaten kim-versie van Veilig leren lezen blijven overtreffen Resultaten kim-versie van Veilig leren lezen blijven overtreffen In het schooljaar 2014-2015 is de kim-versie van Veilig leren lezen op de markt gekomen. Inmiddels zijn veel scholen al aardig gewend aan

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Dutch Summary. Dutch Summary

Dutch Summary. Dutch Summary Dutch Summary Dutch Summary In dit proefschrift worden de effecten van financiële liberalisatie op economische groei, inkomensongelijkheid en financiële instabiliteit onderzocht. Specifiek worden hierbij

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

De minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat XP Den Haag. Datum 19 december 2016 Betreft Afwijkende wijze examineren - dyslexie

De minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat XP Den Haag. Datum 19 december 2016 Betreft Afwijkende wijze examineren - dyslexie > Retouradres Postbus 2730 3500 GS Utrecht De minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Locatie Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730 3500 GS Utrecht T 088 669 6000 F 088 669 6050

Nadere informatie

Spelen gemeentekenmerken een rol bij participatie?

Spelen gemeentekenmerken een rol bij participatie? Spelen gemeentekenmerken een rol bij participatie? Andy Vekeman, Jan Colpaert, Michel Meulders en Alain Praet (alain.praet@kuleuven.be) KU Leuven (Campus Brussel) In het verleden: streven naar een ruim

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 1 Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 Rotterdam, juni 2016 CED-Groep: Ellen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen staan telkens

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 6 Gezondheid en zorg Roelof Schellingerhout en Crétien van Campen

Bijlagen hoofdstuk 6 Gezondheid en zorg Roelof Schellingerhout en Crétien van Campen Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, december 2011

Technische nota. Brussel, december 2011 Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van zelfstandige ondernemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten. Resultaten uit de werkbaarheidsmetingen 2007 en 2010

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend

Nadere informatie

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013 7.2.4 Voorbeeld van een kwantitatieve analyse (fictief voorbeeld) In onderstaand voorbeeld werken we met fictieve data. Doel van dit voorbeeld is dat je inzicht krijgt in hoe een onderzoeksrapport van

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Het psychosociaal welbevinden van jongeren 4½ jaar na de cafébrand

Het psychosociaal welbevinden van jongeren 4½ jaar na de cafébrand Het psychosociaal welbevinden van jongeren 4½ jaar na de cafébrand maart 2006 GGD Zaanstreek-Waterland Mw. drs. G.A.M. van Nooijen Kooij, beleidsmedewerker GGD Zaanstreek-Waterland, projectleider Mw. ir.

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Ontwikkeling dagbereik 2012 mei Op Nederland gerichte televisiezenders

Ontwikkeling dagbereik 2012 mei Op Nederland gerichte televisiezenders Ontwikkeling dagbereik 212 mei 216 Op Nederland gerichte televisiezenders Over deze studie Veel is er al gezegd over het verval van het bereik van het medium televisie. Maar hoe sterk is dit effect? En

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Bijlage 1: Lijst van afkortingen en begrippen

Bijlage 1: Lijst van afkortingen en begrippen Bijlagen 291 292 Bijlage 1: Lijst van afkortingen en begrippen aanwijzing term die in deze studie wordt gebruikt voor een tekstfragment of een uitspraak in een interview waaruit aannemelijk wordt dat een

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek 4. SAMENVATTING Op 7 mei 2002 is in het Staatsblad 2002 nummer 201 de gewijzigde Tabakswet gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan wil de Keuringsdienst van Waren goed inzicht in de naleving van het onderdeel

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders spelen vaak een belangrijke rol in het leven

Nadere informatie

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding.

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding. Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding. SPSS is een alom gebruikt, gebruiksvriendelijk statistisch programma dat vele analysemogelijkheden kent. Voor HBO en universitaire

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Voorbeeld Performance Monitor

Voorbeeld Performance Monitor Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)

Nadere informatie

2 Theoretische achtergronden

2 Theoretische achtergronden 2 Theoretische achtergronden 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de begrippen besproken die nodig zijn om de in paragraaf 1.3.2 geformuleerde onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. In paragraaf 2.2

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie