Als je het in de vingers hebt, kun je er snel mee uit de voeten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Als je het in de vingers hebt, kun je er snel mee uit de voeten"

Transcriptie

1 Als je het in de vingers hebt, kun je er snel mee uit de voeten Structureel uitdagen van talenten binnen Wereldoriëntatie Handreiking Nora Booij, Margje van Muiswinkel en Esther de Boer, KPC Groep & Kris Verbeeck, M&O Groep

2 Deze uitgave maakt onderdeel uit van het product Als je het in de vingers hebt, kun je er snel mee uit de voeten. Dit product is voortgekomen uit een door KPC Groep en M&O Groep ingediend voorstel ten behoeve van de Call for Proposals , uitgezet door School aan Zet. Buiten het downloaden zijn alle rechten op dit product voorbehouden aan: School aan Zet Postbus 556, 2501 CN Den Haag Titel: Als je het in de vingers hebt, kun je er snel mee uit de voeten Auteur(s): Nora Booij, Margje van Muiswinkel, Esther de Boer en Kris Verbeeck Coördinatie: School aan Zet Vormgeving en fotografie: Joeri Multimedia School aan Zet wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van OCW, de PO-Raad en de VO-raad. 2

3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 2. Wat is excellentie / hoogbegaafdheid? 6 3. Waarom ander onderwijs in Wereldoriëntatie? Vanuit welk kader hebben we gewerkt? Hogere orde denkvragen Kenmerken van goede verrijkingsopdrachten Taxonomie van Bloom Talentontwikkeling Wat vraagt dit van leerkrachten? Werken aan de drie psychologische basisbehoeften Het verschil maken als leerkracht Rol van de leerkracht bij het begeleiden van kinderen Toetsen/evalueren Toetsen/evalueren van kennisdoelen Toetsen/evalueren van procesdoelen Tot slot 30 3

4 Hoofdstuk 1 Inleiding Deze handreiking behoort bij het eindproduct Als je het in de vingers hebt, kun je er snel mee uit de voeten en is ontwikkeld in het kader van een Call for Proposal voor School aan Zet. Doel van dit product is teams en leerkrachten handvatten geven voor het structureel uitdagen van talenten binnen Wereldoriëntatie in het Primair onderwijs. Met het uitdagen van talenten bedoelen we kinderen die extra uitdaging nodig hebben in het primair onderwijs. Het kan daarbij gaan om excellente kinderen (kinderen die in de I of A categorie scoren op CITO LOVS) en/of (hoog)begaafde kinderen. In de praktijk van de ontwikkelde lesideeën zien we echter ook dat leerkrachten de lessen met succes in de groep voor alle kinderen hebben ingezet. Er is dus geen strikte scheiding aan te geven welke kinderen wel en welke niet van deze lesideeën kunnen profiteren. Leerkrachten kunnen ze naar eigen inzicht in zetten. Wel zijn de lesideeën in beginsel ontwikkeld voor die kinderen die door de leerkracht aangemerkt worden als kinderen die extra uitgedaagd zouden kunnen worden om hun talenten beter te ontplooien. Bij deze handreiking hoort een katern over de Organisatie van het onderwijs ten behoeve van het uitdagen van talenten binnen Wereldoriëntatie en een katern met uitgewerkte lesideeën voor het uitdagen van talenten binnen Wereldoriëntatie. De lesideeën zijn ontwikkeld door leerkrachten van groep 5 tot en met 8 van diverse scholen, begeleid door adviseurs van KPC groep en M&O Groep. Bovendien zijn ze door deze leerkrachten zelf uitgeprobeerd in een ontwikkelpilot. Deze handreiking is bedoeld als achtergrond voor leerkrachten en teams. Samen met het katern over mogelijke organisatiemodellen en de uitgewerkte lesideeën stellen ze leerkrachten in staat zelf aan de slag te gaan met het verrijken van eigen lessen en het uitdagender maken van Wereldoriëntatie middels onderzoeks-, hogere orde- en / of ontwerp-vragen. De door de leerkrachten gemaakte lesideeën zijn exemplarisch en zijn ontwikkeld voor herkenbare Wereldoriëntatie thema s in de groepen 5 tot en met 8. De titel van het product Als je het in de vingers hebt, kun je er snel mee uit de voeten, is een uitspraak van één van de leerkrachten in de ontwikkel pilot en geeft precies aan wat we met dit product willen bereiken: Leerkrachten en teams inspireren en toerusten zelf op een eenvoudige wijze aanpassingen te doen in hun Wereldoriëntatie onderwijs. Met als doel het aanbod uitdagender te maken voor excellente en/of (hoog) begaafde kinderen. 4

5 De handreiking start met een korte introductie over excellentie en (hoog) begaafdheid en waarom het tegemoetkomen aan onderwijsbehoeften van deze kinderen een andere aanpak vraagt tijdens Wereldoriëntatie. Daarna gaan we in op het kader van waaruit we gewerkt hebben. Tot slot gaan we in op de vraag wat dit van leerkrachten vraagt en het onderwerp toetsen en beoordelen. 5

6 Hoofdstuk 2 Wat is excellentie/ hoogbegaafdheid? Uit onze ontwikkelpilot blijkt dat nog niet alle leerkrachten zicht hebben op de specifieke onderwijsbehoeften van excellente en/of hoogbegaafde kinderen. In het kort geven we informatie zodat iedereen die met deze handreiking werkt, basale kennis heeft. Onder excellente kinderen verstaan we in deze handreiking kinderen die bovengemiddeld scoren op de Cito LOVS toetsen (I- of A-score). Soms zijn deze kinderen hoogbegaafd, maar dat hoeft niet. We spreken in ieder geval wel van cognitieve begaafdheid, gezien de hoge scores. Hoogbegaafde kinderen halen niet altijd hoge scores op het CITO LOVS, maar hebben wel degelijk specifieke onderwijsbehoeften. Er zijn meerdere, niet eenduidige definities van het begrip hoogbegaafdheid. Een veel gebruikt model (zie ook dat gehanteerd wordt om hoogbegaafdheid toe te lichten is het interdependentiemodel van Renzuli / Mönks. Het model gaat ervan uit dat iemand hoogbegaafd is als hij beschikt over een hoge intelligentie (IQ hoger dan 130), motivatie (de wil en volharding om taken te volbrengen) en creativiteit (op een originele wijze oplossen van of bedenken van een probleem). Creativiteit: Het op originele wijze oplossen of bedenken van Hoogbegaafd problemen. Hoge intelligentie: Een IQ hoger dan 130 Creativiteit Motivatie: De wil en volharding om taken te volbrengen Hoge intelligentie Motivatie 6

7 De SLO hanteert een overzicht van kenmerken van hoogbegaafdheid. Deze geven we hieronder weer. Kenmerk Toelichting Sterk potentieel (Hoog)begaafde kinderen beschikken over een in aanleg aanwezig potentieel om tot uitzonderlijke prestaties te komen, behorend bij de beste 10%, op één of meerdere begaafdheidsgebieden Dynamisch De ontwikkeling van talent is een langdurig en dynamisch proces. Zowel persoonlijkheidseigenschappen als de interactie met de omgeving zijn mede bepalend voor de mate waarin het aanwezige potentieel tot zijn recht komt (Mönks, Heller en Gagné) Creatief denkvermogen Een (hoog)begaafde leerling beschikt over een hoge intelligentie in combinatie met een creatief denkvermogen (Renzulli, Mönks, Sternberg) Intrinsieke motivatie Daarnaast is er sprake van een intrinsieke motivatie (doorzettingsvermogen) om een taak te volbrengen wat zich onder andere uit in een sterke gedrevenheid wanneer iets hun interesse heeft (Renzulli, Mönks) (Hoog)begaafdheid is domein specifiek (Gardner, Heller en Gagné) Domeinspecifiek Meerdimensioneel (Hoog)begaafdheid is geen eendimensionaal begrip dat is uit te drukken in een criterium als een IQ score > 130. Een hoge score is wel een sterke indicatie van een hoge intelligentie, maar een lagere score sluit dit niet uit. (Hoog)begaafdheid omvat in ieder geval meer dan een hoge intelligentie en intelligentie omvat meer dan een IQ test meet (Gardner, Sternberg) Kenmerken begaafdheid Op een gemiddelde populatie heeft 10% van de kinderen kenmerken die kunnen duiden op (hoog) begaafdheid (Mönks, 1995), waaronder indicaties die duiden op een hoge intelligentie 7

8 Bron: Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (z.d.). (Hoog) begaafdheid. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van Enerzijds gaat het dus om een bepaalde graad van intelligentie, anderzijds speelt de omgeving een belangrijke rol om het aanwezige potentieel tot bloei te laten komen. Ook hier wordt de combinatie met creatief vermogen en motivatie gemaakt. Hoogbegaafden vertonen vaak meerdere van onderstaande kenmerken: Heeft een hoge intelligentie; Legt enorm snel verbanden; Heeft een grote woordenschat; Denkt stappen vooruit; Begrijpt een persoon voordat hij uitgesproken is; Kan snel leren, slaat vele stappen over en vult deze zelf in; Heeft een uitmuntend geheugen; Heeft vele interesses; Wisselt vaak van interesses; Is zeer perfectionistisch; Wordt graag serieus genomen; Stelt vele vragen; Heeft een sterk rechtvaardigheidsgevoel; Toont een grote ethische betrokkenheid en een sterk inlevingsvermogen; Is bekritiserend (voornamelijk op regels en structuren); Is autodidactisch (zelf lerend); Ziet verbanden waar anderen deze niet zien; Heeft aan apart gevoel voor humor en taal; Leert door te proberen; Bedenkt nieuwe theorieën; Speelt met kennis, maakt vreemde combinaties; Zet geleerde vaardigheden makkelijk op nieuwe gebieden in; Is ondernemend. Bron: Landelijk Informatie Centrum Hoogbegaafdheid (z.d.) Hoogbegaafdheid. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van Excellente en hoogbegaafde kinderen kunnen probleemgedrag gaan vertonen als ze onvoldoende uitdaging krijgen en het onderwijs niet in overeenstemming is met hun vermogens. Dit kan zich uiten in onderpresteren, gedragsproblemen, zich onbegrepen en zelfs ongelukkig voelen. Soms passen kinderen zich aan waardoor signaleren bemoeilijkt wordt. Op langere termijn kan dit toch voor problemen zorgen. Dit aanpassen kan al na de eerste paar weken op school starten. 8

9 Hoogbegaafde kinderen kunnen sterk van elkaar verschillen. Betts en Neihart (1988, 2010) hebben een gedetailleerde lijst samengesteld van verschillende typen hoogbegaafde kinderen. Zo onderscheiden zij: de succesvolle leerling (presteert goed, vermijdt uitdaging, vindt beloning zeer belangrijk, vaak faalangstig en afhankelijk); de uitdagende leerling (is creatief, verveelt zich snel, is onstabiel, energiek, impulsief, wars van autoriteit, eerlijk en direct); de onderduikende leerling (is onzeker, wil bij de groep horen, presteert onder, heeft een laag zelfbeeld, vermijdt uitdagingen en is verlegen); de opstandige leerling (is gefrustreerd, heeft een slecht zelfbeeld, onrealistisch zelfbeeld, afkeer van autoriteit, houdt van spanning en uitdaging, creatief, houdt niet van beloningen, bekritiseert, wordt vaak als problematisch ervaren); de dubbel-buitengewone leerling (combinatie met leer- en/of gedragsprobleem, kan woede tonen, heeft vaak een slecht zelfbeeld, is gevoelig voor ontmoediging, wordt soms beschouwd als een domme leerling); de zelfstandige leerling (is zelfverzekerd, zelfstandig, optimistisch, ondernemend, probeert veel uit, wil graag leren, heeft een afkeer van beperkingen en grenzen, heeft een hoge motivatie, is redelijk sociaal vaardig). Met uitzondering van de zelfstandige leerling betreft het hier in feite allemaal kinderen die, om hun eigen redenen, onderpresteren in ons huidige onderwijssysteem. Meer lezen? Betts, G. T., & Neihart, M. (1988). Profiles of the gifted and talented. Gifted Child Quarterly, 32 (2), De Boer, E., & Booij, N. (2011). Excellentie in ontwikkeling. Handreiking (hoog) begaafdheid. KPC Groep: Den Bosch. De Boer, E., Poell, J., & E. Schouten (2012). Excellentie in ontwikkeling. Werken met een persoonlijk leerplan. LPC: Den Bosch. Landelijk Informatie Centrum Hoogbegaafdheid (z.d.). Landelijk Informatie Centrum Hoogbegaafdheid. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (z.d.). Publicaties. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van Centrum voor BegaafdheidsOnderzoek Radboud Universiteit Nijmegen. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van 9

10 Hoofdstuk 3 Waarom ander onderwijs in Wereldoriëntatie? Hoogbegaafd betekent niet altijd dat je ook goed kunt plannen of reflecteren. De vermogens om hun meta-cognitieve vaardigheden te ontwikkelen lijken bij hoogbegaafde kinderen zeker aanwezig, maar dat betekent niet dat ze automatisch goed ontwikkeld zijn. Veelal kunnen hoogbegaafde kinderen het regulier aanbod in het onderwijs zo makkelijk aan dat ze op het gebied van de metacognitieve vaardigheden nauwelijks uitgedaagd worden waardoor ontwikkeling ook niet gestimuleerd wordt. (Hoog)begaafde kinderen die laten zien wat ze kunnen, blijken meer dan bij gemiddeld begaafde leeftijdsgenootjes te beschikken over metacognitieve vaardigheden, of deze in ieder geval beter toe te passen. In de praktijk blijkt echter vaak dat het gebruik van de metacognitieve vaardigheden van (hoog)begaafde kinderen niet uit de verf komt. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat (hoog)begaafde kinderen te weinig worden aangesproken op die metacognitieve vaardigheden, omdat de taken niet uitdagend of complex genoeg zijn. Het gevolg daarvan is dat de kinderen deze vaardigheden niet meer oefenen en dus ook in zekere mate verleren. Pas wanneer een (hoog)begaafde leerling weer wordt uitgedaagd, zal hij gebruik moeten gaan maken van metacognitieve vaardigheden. De hersenen van (hoog)begaafde kinderen functioneren waarschijnlijk op een effectievere manier dan bij normaalbegaafde kinderen. Ze hebben waarschijnlijk meer en stevigere banen in hun hersenen en goed ingerichte kapstokken in hun hersenen, waar ze kennis aan kunnen koppelen. Bovendien hebben ze ook de mogelijkheden en vaardigheden om die kennis te blijven uitbouwen (metacognitieve vaardigheden). Deze kapstokken of kennisstructuren zijn te vergelijken met uitgebreide mindmaps, die steeds worden aangevuld en aangescherpt. Door wetenschappers wordt de aaneenschakeling van deze ingewikkelde kennisstructuren en de mogelijkheid om deze te kunnen uitbouwen, dan ook wel gezien als de kern van intelligentie. De wetenschapper Sternberg (2003) geeft aan dat hoogbegaafde kinderen niet alleen sneller denken en zich meer herinneren, maar ook anders leren. Zij lossen problemen sneller op met andere oplossingsstrategieën dan normaalbegaafde kinderen. Daarom hebben hoogbegaafde kinderen het nodig om steeds weer uitgedaagd te worden. Om deze reden, maar ook om het bovengenoemde verlies van metacognitieve vaardigheden zijn wij van mening dat het onderwijs voor excellente en (hoog)begaafde kinderen meer uitdaging moet gaan bieden. 10

11 Gebaseerd op: De Boer, E., Poell, J., & Schouten, E. (2012). Excellentie in ontwikkeling. Werken met een persoonlijk leerplan. LPC: Den Bosch. Sternberg, R.J. (2003). Succesvolle Intelligentie. Hoe praktische en creatieve intelligentie succes bepalen. New York: Plume. In bovengenoemde publicatie worden allerlei factoren benoemd waarmee rekening gehouden zal moeten worden om het onderwijs aan excellerende en (hoog)begaafde kinderen te verbeteren. Blijkbaar is het huidige onderwijs nog onvoldoende in staat in te gaan op de leerbehoeften van deze kinderen. Dit wordt bevestigd door de vele basisscholen die wij in onze adviespraktijk tegen komen en die worstelen met de vraag hoe zij deze (hoog)begaafde kinderen meer kunnen stimuleren en uitdagen. Excellente en (hoog)begaafde kinderen kunnen zich vervelen zich in het onderwijs. Dat zien we maar al te vaak. Het aanbod lijkt veel te makkelijk en de opdrachten zijn niet uitdagend genoeg. Leraren blijken vaak onvoldoende toegerust om extra uitdaging te kunnen bieden binnen de setting van de reguliere schoolorganisatie. Om die reden zien we plusklassen ontstaan en gaan kinderen soms zelfs naar speciale scholen voor uitsluitend hoogbegaafde kinderen. Wij denken dat dit anders kan. Het fenomeen scholen en klassen voor deze doelgroep zal daarmee wellicht niet geheel overbodig worden, maar wij denken wel dat veel meer kinderen binnen hun eigen school en/of groep een passender aanbod zou kunnen krijgen. Met name omdat de oplossing ons inziens niet lijkt te liggen in kennisoverdracht van hele ingewikkelde concepten, maar veel meer in het afstemmen op, het kijken en luisteren naar het kind en het zoeken naar de juiste, uitdagende hogere orde denkvragen voor dit kind. Waarbij een zo optimaal mogelijke match gemaakt moet worden tussen de doelstellingen van de leerkracht en de interesses en motivatie van het kind. Deze motivatie en interesse ligt bij veel kinderen niet (of zeker niet alleen) bij ingewikkelder rekensommen en lees- of taal opdrachten. Wereldoriënterende onderwerpen kunnen rekenen op een grote belangstelling van veel kinderen en zeker van excellente en (hoog)begaafde kinderen. Dat is de reden waarom wij in eerste instantie aan de slag zijn gegaan met het vakgebied Wereldoriëntatie. Wij denken dat, wanneer een leerkracht eenmaal bedreven is in het formuleren van hogere orde denkvragen op deze vakgebieden en het betreffende kind goed kent, de leerkracht snel en eenvoudig in staat zal zijn om extra uitdaging toe te voegen aan ieder regulier thema of les Wereldoriëntatie. 11

12 Hoofdstuk 4 Vanuit welk kader hebben we gewerkt? 4.1 Hogere orde denkvragen Om excellente en (hoog)begaafde kinderen meer uit te dagen, menen we beroep te kunnen doen op diverse invalshoeken die momenteel zeer actueel zijn. Enerzijds wordt er vanuit de hoek van hoogbegaafdheid de nadruk gelegd op beter differentiëren / beter omgaan met verschillen door sterkere verrijkingsopdrachten te geven waarbij de kinderen worden uitgedaagd om dieper en anders na te denken aan de hand van hogere orde denkvragen. Onze informatie hierover hebben we gebaseerd op informatie van het landelijk informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling voor het primair en secundair onderwijs, gehuisvest bij de SLO (zie ook op Anderzijds maken we gebruik van informatie over talentontwikkeling vanuit het Wetenschapsknooppunt wetenschap en techniek. Dit wordt uitgewerkt in paragraaf 4.2. We kijken eerst wat de kenmerken zijn van goede verrijkingsopdrachten Kenmerken van goede verrijkingsopdrachten De projectgroep Omgaan met verschillen van SLO heeft in 2001 een onderzoek uitgevoerd naar de criteria waaraan uitdagend lesmateriaal moet voldoen (Bronkhorst e.a. (2001), zoals geciteerd door Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling, z.d.). Uit dit onderzoek blijkt dat verrijkingsstof aan de volgende criteria dient te voldoen: beroep doen op creativiteit; open opdrachten; hoog abstractieniveau; hoge mate van complexiteit; meerwaarde bieden ten opzichte van reguliere leerstof; stimuleren van onderzoekende houding; beroep doen op zelfstandigheid van de leerling; uitlokken van een reflectieve houding; beroep doen op metacognitieve vaardigheden; uitlokken van interactie. Bron: Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (z.d.). Criteria voor verrijkingsmateriaal. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van 12

13 Kinderen verleggen eigen grenzen, qua kennis, maar zeker ook qua vaardigheden. Het zijn activiteiten waarbij het nodig is om het geheel te overzien, om te plannen, om oplossingen te bedenken en vervolgens hierop te reflecteren. Hiermee ontwikkelen de kinderen hun meta-cognitieve vaardigheden Taxonomie van Bloom Voor een complexe taak heeft een leerling dus overzicht nodig en moet er gepland worden. Hierdoor worden de metacognitieve vaardigheden opnieuw getraind. Het is daarom van belang om excellente op een dusdanig niveau aan te spreken dat de metacognitieve vaardigheden aangesproken worden. Dit kan onder andere door het stellen van zogenoemde hogere orde denkvragen. Op deze vragen is het antwoord niet zo maar op te zoeken, er is ook vaak geen sprake van één goed antwoord. Meerdere antwoorden zijn mogelijk en het oplossen van de denkvraag vraagt van kinderen zogenoemde hogere-orde denkfuncties (analyseren, evalueren en creëren). Dat maakt dat vaardigheden als plannen, oplossingen bedenken, creatief denken en reflecteren op de door hen bedachte oplossingen. Kortom: door bij het ontwikkelen van lesideeën vragen en opdrachten op te nemen die een beroep doen op het hogere orde denken van kinderen wordt de leeractiviteit moeilijker, rijker en uitdagender voor kinderen. Om te werken aan hogere-orde denkvaardigheden is het model van Bloom (1956) een praktisch instrument. Dit model gaat uit van lagere-orde denkvaardigheden (kennis, begrip en toepassing) en hogere-orde denkvaardigheden (analyseren, creëren en evalueren). Verrijkingsopdrachten voor begaafde kinderen zullen vooral de hogere-orde denkvaardigheden moeten aanspreken om deze kinderen in staat te stellen daadwerkelijk te leren. Dat zijn dus vragen waarbij kinderen uitgedaagd worden om verbanden te leggen, relaties te zoeken, te motiveren of concluderen en nieuwe ideeën, gezichtspunten of ontwerpen te creëren. In onderstaand model wordt de Taxonomie van Bloom visueel weer gegeven. 13

14 Bronnen: Bloom, B.S. (ed.) (1956). Taxonomy of Educational Objectives, the classification of educational goals Handbook I: Cognitive Domai. New York: McKay. Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (z.d.). Blooms taxonomie. geraadpleegd op 18 juli 2014, van Met lagere orde denkvragen is het mogelijk om informatie te herhalen, informatie samen te vatten, leerstof toe te passen en te evalueren of kinderen de leerstof kennen. Dit zijn vragen die een beroep doen op onthouden, begrijpen en (deels) toepassen binnen bekende context. Hogere orde denkvragen zijn vragen die zich richten op het probleemoplossend vermogen van kinderen, die het kritisch nadenken stimuleren en die discussie uitlokken. Het gaat om vragen waarbij vaardigheden analyseren, evalueren of creëren nodig zijn om tot een goed antwoord te komen. Analyseren = de vaardigheid om informatie op te delen in onderdelen zodat de (organisatorische) structuur kan worden begrepen en bestudeerd. Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie et cetera) te kunnen beoordelen in relatie tot een bepaald doel. Creëren = de vaardigheid om met behulp van het geleerde nieuwe ideeën, oplossingen, en producten te ontwikkelen. De niveaus dienen om een onderscheid te maken in de complexiteit van het kennisniveau waar een beroep op wordt gedaan. Er wordt hiermee geen volgorde voorgeschreven waarin een bepaald niveau aan bod zou moeten komen. Het is dus niet zo dat eerst sprake moet zijn van onthouden en vervolgens van begrijpen of dat creëren pas mogelijk is na evalueren. Bij een rijke leeractiviteit worden in ieder geval wel meerdere niveaus aangesproken Bron: Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (z.d.). Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van In de katern met concrete lesideeën lichten we deze hogere orde denkprocessen verder toe en geven we handvatten voor het stellen van hogere orde denkvragen. Zie: Kansen voor uitdaging in de actualiteit. Verder lezen? Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (z.d.). Verrijkingslessen voor cognitief talent. Geraadpleegd op 18 juli 2014, 14

15 4.2 Talentontwikkeling Een tweede invalshoek van waaruit we de lesideeën hebben ontwikkeld is ontleend aan talentontwikkeling zoals die door het Wetenschapsknooppunt Wetenschap en Techniek wordt uitgewerkt. Hier wordt sterk ingestoken op talentontwikkeling van kinderen (dus ook bij de excellente en (hoog)begaafde kinderen). Vanuit het Wetenschapsknooppunt wordt het benutten van talent gestimuleerd door kinderen op een onderzoekende en ontwerpende wijze aan de slag te laten gaan. Binnen Wetenschap en Techniek is het vanzelfsprekend om te onderzoeken en te ontwerpen, iets dat kinderen van nature ook lijken te doen. Jonge kinderen verwonderen zich over van alles en nog wat, hebben een verkennende houding en zoeken actief naar oplossingen voor problemen. De empirische cyclus is vertaald voor het primair en voortgezet onderwijs, waarbij de nadruk ligt op een start van uit verwondering (onderzoekend leren) en het starten vanuit een probleem dat je wilt oplossen (ontwerpend leren). De empirische cyclus kan gehanteerd worden als een soort stappenplan waardoor je van a naar b komt, via een aantal vaste tussenstops. Het is dus heel belangrijk om de kinderen in de empirische modus te brengen en op die manier talenten te ontdekken en de wetenschappelijke houding die velen in de basis al bezitten te behouden en te ontwikkelen. Een voorbeeld: Om kinderen in aanraking te brengen met de empirische cyclus, doen kinderen onderzoek naar de vraag: Waar zorgt een ei voor in een pannenkoek? Kinderen veronderstellen dat het ei ervoor zorgt dat de pannenkoek aan elkaar plakt. Door het bakken van een pannenkoek zonder ei gaan kinderen na of hun hypothese klopt. De uitprobeerfase zelf leidt tot het trekken van conclusies, maar ook tot het stellen van nieuwe (onderzoeks)- vragen en een nieuwe hypothese. Ze doorlopen daarmee de volgende stappen van de empirische cyclus: Stap 1: Wat willen we weten? Stap 2: Hoe denken we dat het zit? Stap 3: Hoe gaan we onderzoeken of het klopt? Stap 4: Het onderzoek uitvoeren Stap 5: Wat is het resultaat? Stap 6: Is dat wat we hadden verwacht? Stap 7: Nieuwe vragen formuleren Bron: Gebaseerd op: Keulen, H. van. & Sol, Y. (2012).Talent ontwikkelen met wetenschap en techniek. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van Alle plus kinderen hadden de neiging het onderzoek te versimpelen. Dat was opvallend. (Leerkracht uit de ontwikkelpilot). 15

16 De verwachting dat meer getalenteerde kinderen, waaronder (hoog)begaafde kinderen, uit zichzelf moeilijker onderzoek gaan doen is niet vanzelfsprekend. Een aantal kinderen kiest voor de veiligste weg omdat ze bijvoorbeeld niet willen of durven laten zien dat ze iets nog niet weten. Daag daarom deze kinderen uit tot moeilijkere vragen te stellen en geef hen het (zelf)vertrouwen dat leren betekent ook dingen niet weten, ontdekken, doorzetten, leren door te doen en soms door fouten te maken. De rol van onderzoekend leren in een verrijkende opdracht Eén van de eisen aan een goede verrijkingsopdracht is dat de opdracht kinderen stimuleert tot een onderzoekende houding. Wetenschapsknooppunten van diverse Universiteiten hebben stappenplannen ontwikkeld voor onderzoekend en/of ontwerpend leren. Wetenschapsknooppunt Zuid Holland hanteert de volgende cyclus voor onderzoekend leren: 16

17 Het ontwerpend leren kent de volgende cyclus: Hoewel je voor onderzoeken en ontwerpen vergelijkbare vaardigheden zoals creatief denken nodig hebt, zijn ontwerpen en onderzoeken niet hetzelfde. De uitkomsten en ook de manier waarop die uitkomst wordt verkregen, verschilt. Onderzoeken is gericht op het vermeerderen van kennis en begint altijd met een vraag waar je antwoord op wilt krijgen. Vervolgens start het onderzoeksproces. Onderzoeken start vanuit verwondering, van daaruit ga je verder op verkenning en formuleer je je onderzoeksvraag. Je voert het onderzoek uit, trekt conclusies en presenteert dit aan de anderen. Ontwerpen begint met een probleem of behoefte en is gericht op het ontwikkelen van een oplossing. Hiervoor gebruik je een ontwerpproces. Je bedenkt ideeën hoe je iets kan aanpakken, maken, oplossen. Je ontwikkelt het en door het uit te proberen ga je na of het ontwerp werkelijk een oplossing biedt (testen) of dat er nog dingen moeten aangepast moeten worden. Als je iets wilt weten of begrijpen, volg je de onderzoekscyclus. Als je een probleem wilt oplossen door iets (nieuws) te maken, volg je de ontwerpcyclus. Bron: Wetenschapsknooppunt Zuid Holland (z.d.). Leidraad onderzoekend en ontwerpend leren. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van De stappen binnen de cyclus van onderzoekend én ontwerpend leren vormen, naast de theorie over hogere orde denkvragen, de basis van het format dat is gemaakt voor de door ons ontwikkelde verrijkende lesideeën bij Wereldoriëntatie. De volgende stappen hebben we verwerkt in het format voor het ontwikkelen van de lesideeën. 17

18 Afhankelijk van het onderwerp wordt langer of korter bij een bepaalde stap stil gestaan. 1. Introductie van probleem / en/of materiaal Ontdekken Kennis maken Aanrommelen Waar gaat het eigenlijk over? 2. Verzinnen van vragen / hypothese formuleren Wat wil je nog weten? Hoe zit het dan met? Hoe komt het dat? Hoe denk je dat? 3. Hoe ga je dit uit zoeken of uitvinden? Testsituatie ontwerpen Welk onderdeel zou je uit kunnen zoeken of kunnen testen? Hoe pak je het aan? Wat heb je daarbij nodig? 4. Uitvoeren: data verzamelen en vastleggen Testopstelling maken Test uitvoeren Uitkomsten opschrijven 5. Nadenken, evalueren, hypothese toetsen Kloppen de data met wat ik dacht? Waarom? Wat klopt een beetje of helemaal niet en waarom? 6. Rapportage Schrijf je eigen uitkomsten op en presenteer die aan anderen Zowel de invalshoek van de hogere orde denkvragen als die van het ontwerpend en onderzoekend leren vinden we de moeite waard om mee te nemen bij het ontwerpen van lesideeën binnen Wereldoriëntatie. Soms leent een thema zich bij uitstek voor ontwerpend leren, soms meer voor onderzoekend leren en soms is een hoge orde denkvraag meer op z n plaats. Niet ieder lesidee voldoet dus aan alle criteria van alle drie de hier genoemde invalshoeken. Het belangrijkste is dat alle lesideeën het mogelijk maken kinderen uit te dagen en metacognitieve vaardigheden van kinderen aan te boren en te stimuleren. Het grootste succes is dat de kinderen zo gemotiveerd zijn. Ze zijn 100% betrokken. (Leerkracht ontwikkelpilot) 18

19 De door ons ontwikkelde lesideeën sluiten aan bij onderwerpen die reeds in de gebruikte methode voor Wereldoriëntatie behandeld worden. De lesideeën zijn volgens een vast format opgebouwd. Eerst mogen kinderen het onderwerp waaraan ze gaan werken verkennen. Dat gebeurt vaak door hun voorkennis te activeren, door een filmpje te gaan bekijken of door in boeken of tijdschriften te lezen en te bladeren. Daarna worden er hogere orde denkvragen opgesteld. Samen met de kinderen worden deelvragen gemaakt die hen kunnen helpen om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Er wordt besproken hoe het eindproduct er uit kan zien. Vervolgens worden kinderen begeleid bij het plannen van de activiteiten, het komen tot een ontwerp of product of antwoord op de (onderzoeks)vraag en er wordt gekeken welke bronnen ze kunnen aanboren. Wanneer de kinderen klaar zijn volgt een presentatie en reflectie op het werk dat de kinderen gemaakt hebben. Er wordt geëvalueerd zowel op het proces, als op hetgeen geleerd is. Wanneer er een product ontworpen of gemaakt is, wordt ook het product geëvalueerd. Je rol als leerkracht is enerzijds kinderen ruimte bieden voor eigen inbreng, eigen ideeën, eigen vragen (autonomie), anderzijds hen houvast geven door hen te helpen bij het plannen of het vinden van goede bronnen. Tegelijkertijd geef je feedback op het proces: wat zijn ze aan het doen, is dat een goede stap, komen jullie dichter bij het doel etcetera. 19

20 Hoofdstuk 5 Wat vraagt dit van leerkrachten? Voor zowel kinderen als leerkrachten bevordert het de intrinsieke motivatie. (Leerkracht ontwikkelpilot) De bedoeling van deze handreiking is leerkrachten iets in handen te geven waardoor ze zelf in staat zijn om lessen aan te passen voor (hoog)begaafde / excellente kinderen. De leraar kan ideeën putten uit de 30 voorbeeldlessen en de uitgewerkte voorbeelden van hogere orde denkvragen bij actuele nieuwsitems. Onze bedoeling is het om leerkrachten zo te inspireren en toe te rusten dat ze in staat zijn zelf verrijkende lesideeën te maken. Goed verrijkingsonderwijs alleen is geen garantie voor succes. Ook de basisvoorwaarden voor leren, de competenties van de leraar, de relatie met de leraar en de communicatie van de school met de ouders zijn van belang. Daarom gaan we hier kort nader in op een aantal competenties van de leraar. 5.1 Werken aan de drie psychologische basisbehoeften Ik vind dit veel leuker dan het boek, want je mag alles zelf doen. (Lotte, leerling uit een groep van de ontwikkelpilot) Veel cognitief begaafde kinderen haken af in het onderwijs. Ze zijn niet (meer) gemotiveerd om aan de slag te gaan. Dat kan bijvoorbeeld omdat het te makkelijk is, omdat ze bang zijn om fouten te maken of omdat de leraar hen wel aan het werk zet, maar verder geen contact met hen heeft over hun werk. Motivatie is dus een belangrijk aandachtspunt voor leerkrachten, uiteraard bij alle kinderen, maar zeker bij deze kinderen. Om gemotiveerd te kunnen leren, is het van belang om tegemoet te komen aan de psychologische basisbehoeften van kinderen. Die basisbehoeften zijn door Deci en Ryan (2000) beschreven in de zelfdeterminatietheorie (ZDT). Zij onderscheiden de psychologische basisbehoeften relatie, autonomie en competentie. Relatie Kenmerkend voor de basisbehoefte relatie is dat een leerling zich veilig voelt, welkom voelt en geaccepteerd weet, opgenomen voelt in een breder sociaal netwerk en warme relaties met anderen aangaat. 20

21 Omgekeerd geldt ook dat doordat hij zichzelf kan zijn en zich geaccepteerd voelt, anderen ook kan accepteren en zichzelf kan laten zijn. Natuurlijk is hier een duidelijke rol weggelegd voor de leraar, maar zeker ook voor ouders en andere begeleiders. Het eigenaarschap is een succes en ook dat ze zelf hun vragen bedenken. (Leerkracht ontwikkelpilot) Autonomie* Onder de basisbehoefte autonomie wordt verstaan dat kinderen weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen. Dat betekent dat kinderen leren om zelf echte keuzes te maken, realistisch in te schatten en om metacognitieve vaardigheden toe te passen. Voor leerkrachten betekent dit dat initiatieven van kinderen gehonoreerd worden en dat hun ideeën en inbreng ook daadwerkelijk gewaardeerd worden. Het houdt ook in dat kinderen eigenaar zijn van hun leerproces bijvoorbeeld door ook inspraak te hebben in hoe ze iets aanpakken, hoe er geëvalueerd wordt, hoe iets gepresenteerd wordt et cetera. Competentie De basisbehoefte competentie duidt erop dat kinderen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen ook aankunnen en dat ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Ze hebben de wil om te leren en het gevoel daar ook in te kunnen slagen. Kinderen voelen zich bekwaam om het gewenst resultaat neer te zetten. Hierdoor ontwikkelen ze een positief of positiever zelfbeeld. Verrijkingsonderwijs speelt hierbij een grote rol, maar de rol van de leraar is hierbij essentieel. Bijvoorbeeld door kinderen te stimuleren om zelf te reflecteren op hoe ze het vinden, wat er nog beter zou kunnen, maar ook door duidelijke feedback op de doelen te geven en door kinderen gerust te stellen dat leren betekent proberen en niet altijd direct tot een geslaagde oplossing te komen. Sommige kinderen zijn bang om fouten te maken, voor schut te staan als iets niet direct lukt. Als leerkracht heb je een belangrijke taak om het zelfvertrouwen te stimuleren of mee op te bouwen. Het is opvallend dat kinderen uit de plusklas veel sturing nodig hebben. (Leerkracht ontwikkelpilot en plusklas) *Autonomie hangt nauw samen met structuur Het gaat hier om het woord structuur in de betekenis van ondersteuning. Ook hoogbegaafde kinderen hebben behoefte aan houvast. Ze vinden het soms eng om iets te doen wat ze nog nooit gedaan hebben en willen bijvoorbeeld een stappenplan dat hen zekerheid geeft. De aard van de ondersteuning kan verschillen, maar alleen ruimte geven voor autonomie en geen ondersteuning haalt het hele effect op de motivatie van kinderen weg. 21

22 Het is de kunst van de leraar om de kinderen die ondersteuning te bieden die ze nodig hebben. Dat kan zijn hen op weg helpen door hen een aantal sites te geven, een aantal boeken mee te brengen, hints te geven hoe ze iets kunnen aanpakken, een stappenplan te bieden, de planning met hen te maken, geregeld te checken met de kinderen of ze op de goede weg zijn, zelfvertrouwen te geven et cetera. Deze drie basisbehoeften zijn pedagogisch gezien voor alle kinderen van belang. Voor (hoog)begaafde kinderen lijken ze extra goed aan te sluiten op de kenmerken en behoeften van (hoog)begaafde kinderen. Zo wordt vaak gezegd dat (hoog)begaafde kinderen een sterke behoefte aan autonomie hebben (zie ook Van Gerven, 2009). Ook de behoefte aan relatie, gekoppeld aan de behoefte aan begrip is kenmerkend voor (hoog) begaafde kinderen. Meer lezen over motivatie en wat je daaraan kan doen als leraar? Bors, G. & L. Stevens (2011). De gemotiveerde leerling. Garant. Deci, E.L., & Ryan, R.M. (2000). The what and why of goal pursuits. Human needs and the selfdetermination of behavior. Psychological Inquiry, 11, Ros, A.; Castelijns, J.; van Loon, A.M.; Verbeeck, K. (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Coutinho, Bussum. 5.2 Het verschil maken als leerkracht Het volstaat niet alleen om de les volgens het format af te werken, maar ook om aan de component relatie en onderlinge interactie te werken. Paul Torrance (In: James T. Webb e.a. (2013) De begeleiding van hoogbegaafde kinderen heeft hoogbegaafde kinderen op latere leeftijd gevraagd: Welke mensen maakten echt verschil voor jou? Hun antwoorden waren onder meer dat deze mensen: laten merken dat kinderen, hun overtuigingen, hun gevoelens en hun gedrag belangrijk zijn; de kinderen helpen met het herkennen, uitdrukken en accepteren van hun gevoelens; laten merken dat ze hun eigen gevoelens begrijpen en accepteren; duidelijk maken dat ze het kind waarderen, niet alleen het vermogen om goed te presteren; uitleggen dat ze de unieke kwaliteiten van de kinderen waarderen; de kinderen toestaan en aanmoedigen om hun bijzondere interesses uit te leven; op bepaalde momenten tijd reserveren om met het kind door te brengen; aanmoediging en ondersteuning geven bij alle pogingen, niet alleen als die succes opleveren; het belang van productief samenwerken benadrukken en daarin ook een voorbeeld zijn. 22

23 In de publicatie pedagogische tact (Stevens & Bors., 2013) blijkt hoe belangrijk het is om een goede relatie aan te gaan met kinderen en dit in de interactie met de kinderen ook waar te maken. Een goede relatie start met authenticiteit en echt luisteren naar de leerling en een basis leggen voor respect voor elkaar. Een pedagogisch tactvolle relatie aangaan betekent werkelijk interesse hebben in wat in de leerling omgaat. Het betekent bijvoorbeeld niet reageren in de zin van: Jij bent toch hoogbegaafd, dus dan kan jij het toch zeker zelf uitzoeken. Het is belangrijk om vragen van de kinderen serieus te nemen, geen vooroordelen te hebben en open te staan voor wat de leerling je vraagt. Dat houdt in dat je ziet wat een situatie van je vraagt, dat je sensitief reageert, de betekenis ervan snapt en probeert te begrijpen wat er gaande is zonder te oordelen of te beoordelen. Weten wat je dan moet doen om goed te handelen en dat concreet ook doen. Tactvol handelen betekent de onderlinge relatie steeds overeind proberen te houden. Het is daarbij belangrijk om de kinderen te erkennen (talenten, emoties), jezelf te laten zien en de ander binnen te laten, de kinderen te vertrouwen en te accepteren wat zich voordoet zonder te oordelen of te veroordelen. Dat betekent ook wel duidelijke regels en grenzen aangeven waarbinnen de kinderen ruimte krijgen voor de eigen ontwikkeling. Pedagogisch tactvolle leraren hebben de volgende kenmerken: Zoeken het perspectief van de leerling en nemen hem onvoorwaardelijk serieus; Hebben uitdrukkelijk de intentie om de leraar te willen begrijpen; Reageren zo op de situatie dat de leerling zelf verder kan; Geven ruimte voor autonomie en stemmen af op wat de leerling nodig heeft om zelf verder te kunnen. Hieruit blijkt onder andere dat tegemoet komen aan de basisbehoefte relatie een wezenlijke competentie is van leerkrachten. Dat wil zeggen: de mate waarin leerkrachten in staat zijn een relatie met de leerling aan te gaan en een veilige situatie te creëren om het leren mogelijk te maken. Bronnen: Stevens, L., & Bors, G. (2013). Pedagogische tact. Driebergen: Garant. Verbeeck, K. (2014). De rol van de leraar in het zorgen voor sociale verbondenheid. In: Castelijns, J., van Loon, A., Ros, A., & Verbeeck, K. (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. p.103, Bussum: Coutinho. Meer lezen over pedagogische tact? Stevens, L., & Bors, G. (2013). Pedagogische tact. Driebergen: Garant. 23

24 5.3 Rol van de leraar bij het begeleiden van kinderen De rol van de leerkracht bij het begeleiden van deze kinderen is gevarieerd. Croft (2003) geeft aan dat leerkrachten die (hoog)begaafde kinderen begeleiden op verschillende manieren laten zien dat zij hen begrijpen en hen tegemoet komen in hun leerbehoeften. Zij zijn zich bewust (en laten dat ook zien) van de positieve (en soms ook negatieve) kenmerken van deze kinderen. Deze leerkrachten zorgen voor het faciliteren van autonomie, ontdekkend leren, snel denken, complexiteit, uitdaging, gedifferentieerde en eerlijke toetsing, samenwerkend leren (ook met de leerkracht), inspiratie, divergent en origineel denken. Zij investeren ook in competenties gericht op de emotionele kant zoals het begeleiden van perfectionistische of faalangstige kinderen die de lat hoog leggen. Net zoals ze de zienswijze van kinderen accepteren en begrip hebben voor het feit dat kinderen overgevoelig kunnen reageren. Het mag duidelijk zijn dat de rol van de leraar zeer belangrijk is in het welslagen van het verrijken van de leeractiviteiten van excellente en (hoogbegaafde kinderen. Bron: Croft, L.J. (2003). Teachers of the gifted. In: N. Colangelo & G.A. Davis (2003), Handbook of gifted education. Boston: Pearson education. 24

25 Hoofdstuk 6 Toetsen/evalueren Uiteraard stel je je als leerkracht ook de vraag hoe je gaat evalueren of toetsen als je op een andere manier je lessen vorm geeft. Evalueren kan twee functies hebben. Enerzijds gaat het om zicht te houden op de kennis die kinderen hebben opgedaan (met andere woorden: halen ze de gestelde doelen). In feite probeer je de prestatie van een kind te meten. Je kan die ook vergelijken met de andere kinderen. Het gaat om het evalueren van het leren. Aan de andere kant wil je ook het proces evalueren om de leerling ook in dat opzicht verder te helpen en om de ontwikkeling te volgen en te begeleiden (met andere woorden: is er vooruitgang in leren plannen, samen werken et cetera). De tweede manier van evalueren wordt ook wel evalueren om te leren genoemd (Castelijns, van Loon, Ros, & Verbeeck, 2014). Onderzoek wijst uit dat het toepassen van evalueren om te leren ervoor zorgt dat kinderen betere leerresultaten behalen, intrinsiek gemotiveerd zijn en leren om hun eigen leerproces te reguleren. (Castelijns, et al, 2014, p.108) Het volgende schema kan het verschil tussen evalueren van het leren en evalueren om te leren duidelijk maken. Evalueren van het leren Evalueren om te leren Functie Vaststellen wat geleerd is Kinderen ondersteunen en motiveren Moment Na afloop van het leren Tijdens het leren Werkwijze Maken van een toets, proefwerk, examen Reflecteren en dialoog: feedback, selfassessment, peerfeedback, werken met portfolio s Opbrengst Niveaubepalingen Vergelijken met anderen Bewustwording van en aanwijzingen voor het leren Rol leerling Beoordeelde (Mede)beoordelaar Bron: Castelijns, J., van Loon, A., Ros, A., & Verbeeck, K. (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. Bussum: Coutinho. 25

26 Het is zeer belangrijk om de eisen waaraan de kinderen moeten voldoen met hen op voorhand te bespreken. Op die manier weten ze ook waar ze naartoe werken. Het mooiste zou zijn als de kinderen zelf mede de eisen kunnen bepalen bijvoorbeeld waaraan moet een goede presentatie of een goed ontwerp voldoen? Of wat moeten we weten om ons doel te kunnen halen? Zo voelen ze zich eigenaar van het geheel en is beoordelen niet iets dat buiten hen plaats vindt. Vanuit motivationeel oogpunt is evalueren om te leren van groot belang. We zetten hier een aantal mogelijkheden van toetsen en evalueren van en om te leren op een rij, die specifiek van toepassing kunnen zijn op de door ons ontwikkelde lesdoelen. 6.1 Toetsen / evalueren van kennisdoelen Excellente en (hoog)begaafde kinderen kun je, net als bij rekenen al vaker gebeurt, vooraf toetsen. Zo kun je bij aanvang van een blok of thema reeds zien over welke kennis de kinderen beschikken ten aanzien van het betreffende onderwerp. Als uit de toets blijkt dat ze al voldoende kennis hebben, dan hoeven ze zich daar verder niet meer in te bekwamen en kunnen ze met de onderzoeksvragen, ontwerpvragen en/of hogere orde denkvragen aan de slag. Als blijkt dat er toch hiaten in kennis zijn, dan kunnen kinderen bijvoorbeeld informatie uit het boek die daar specifiek op ingaat doornemen. Of ze kunnen bepaalde delen van de reguliere les mee doen. Een toets of gesprek met de leerkracht maakt dan inzichtelijk of de kennisdoelen allemaal gehaald zijn. Een tweede aandachtspunt bij het evalueren van kennisdoelen is het toevoegen van hogere orde denkvragen in de toetsing. Differentiëren niet alleen in de lessen dus, maar ook bij de evaluatie en toetsing. Vragen uit de traditionele toetsen zijn meestal gericht op reproductie en toepassen (lagere orde denkvragen). Het is echter ook mogelijk om te toetsen op basis van de hogere orde denkvragen van Bloom. Hierdoor sluit je meer aan bij de manier waarop ze geleerd hebben en de uitdagende, hogere eisen die je als leerkracht eigenlijk aan excellente en (hoog)begaafde kinderen zou willen stellen. Het verschil tussen de traditionele manier van toetsen (T1 en R) en toetsen middels hogere orde denkvragen (T2 en I) wordt geïllustreerd in de volgende figuur. RTTI is een middel om vier te onderscheiden cognitieve niveaus van leren in kaart te brengen. R = Reproductie, het stampwerk T1 = Toepassen in een bekende situatie T2 = Toepassen in een nieuwe situatie I = Inzicht, kritische reflectie, verbanden en wetmatigheden aanbrengen 26

27 Bron: Docentplus (z.d.). RTTI Professionalisering van docenten. Geraadpleegd op 18 juli 2014, van T2 en I sluiten duidelijker aan bij de hogere orde denkvragen die gericht zijn op reflectie, verbanden aanbrengen, maar ook toepassen in andere situaties. T1 en R sluit aan bij de meer traditionele manier van toetsen. Kijk voor meer info over RTTI op de website ( Er kan ook middels speelsere vormen nagegaan worden of kinderen de gewenste kennisdoelen behalen. Excellente en (hoog)begaafde kinderen kunnen bijvoorbeeld een quiz maken voor de andere kinderen (met antwoordenboekje/blad). Op die manier wordt ook inzichtelijk welke kennis de kinderen zelf hebben opgedaan. Ook kunnen kinderen een (kennis)spel ontwerpen waarin spelers allerlei kennisvragen moeten beantwoorden (gebaseerd op het spel Triviant). 6.2 Toetsen / evalueren van procesdoelen Evalueren van procesdoelen 1: Jezelf inschalen Tijdens het werken zijn er ook diverse procesdoelen waarover je met elkaar in gesprek kunt gaan. Zo kan het maken van een presentatie bijvoorbeeld beoordeeld worden op punten als: het maken van een haalbare planning, het beantwoorden van de onderzoeksvraag, de samenwerking onderling, het presenteren en beantwoorden van de vragen van andere kinderen, doorzetten en omgaan met iets wat moeilijk of lastig was et cetera. Kinderen betrekken bij deze inschatting brengt reflectie op gang en betrekt hen meer bij de procesdoelen. Een voorbeeld hiervan is dat kinderen gevraagd worden zichzelf op diverse momenten gedurende het proces in te schalen op een aantal vaardigheden. Voordat ze starten met de opdracht, gedurende het proces en na afloop (kruisje zetten waar ze denken te staan. Dit kan er als volgt uit zien: 27

28 Samenwerking weinig voor tijdens na x x x goede samenwerking Plannen geen haalbare planning voor tijdens na x x x haalbare planning Houden aan afspraken afspraken niet nakomen voor tijdens na x x x afspraken nakomen Evalueren van procesdoelen 2: In rubricvorm verschillen aangeven Procesdoelen en de ontwikkeling daarbinnen kan omschrijven worden in termen van: in ontwikkeling, nog niet aanwezig, voldoende aanwezig, goed, excellent. Hiermee kun je als leerkracht aangeven wat je terug wilt zien en wat een kind nog kan doen om er beter in te worden. Een dergelijk schema kan kinderen veel inzicht en houvast bieden. Wanneer kinderen betrokken worden bij het opstellen ervan, zullen ze zich nog meer eigenaar voelen. 28

29 Bijvoorbeeld: Evaluatieonderwerpen Voldoende Goed Excellent Samenwerking Taken verdeeld en Taken verdeeld, Taken verdeeld, iedereen houdt zich geregeld overleg met geregeld overleg aan de afspraken. elkaar hoe ver ze zijn met elkaar, ieders en houden aan de aandeel wordt samen afspraken. besproken en wordt bekeken hoe het een geheel vormt. Je kan elkaar ook goed aanspreken op wat goed ging en anders moet en iedereen houdt zich aan de afspraken. Presenteren Iedereen presenteert Iedereen presenteert Iedereen presenteert een onderdeel een onderdeel. een onderdeel op een en doet dat vlot Daarbij worden originele en creatieve terwijl af en toe op voorwerpen of foto s manier waarbij de een blaadje wordt meegenomen om andere kinderen gekeken. zaken toe te lichten. van de klas actief Er wordt nauwelijks betrokken worden. gebruik gemaakt van Er wordt niet op een een blaadje waarop blaadje gekeken. gekeken wordt. Uiteraard zijn er nog meer manieren om het proces te evalueren. Voor verdere informatie verwijzen we naar: Castelijns J., & Segers, M., (2011). Evalueren om te leren. Toetsen en beoordelen op school. Bussum: Coutinho. 29

30 Hoofdstuk 7 TOT SLOT Uitdagend lesmateriaal maken voor cognitief begaafde kinderen vraagt meesterschap. Het betekent enerzijds je goed verdiepen in deze doelgroep, de algemene onderwijsbehoeften kennen, maar ook de specifieke onderwijsbehoeften en interesses van de betreffende kinderen in jouw groep. Niet één kind is immers hetzelfde. Anderzijds vraagt het overzicht van de doelen die je wilt behalen met deze lessen en deze kinderen en weten wat je ze mee wilt geven op het gebied van het leren leren. En tot slot vraagt het kennis van en ervaring met het verrijken van opdrachten door het stellen van hogere orde denkvragen, maar ook door kinderen de kans te geven zelf te laten onderzoeken of te ontwerpen en hen daarbij te begeleiden. We hopen dat deze handreiking samen met de uitgewerkte lessen en organisatiemodellen leraren kunnen helpen om met plezier aan de slag te gaan met het verrijken van hun lessen. Uit de ervaringen van leerkrachten uit de ontwikkel pilot blijkt dat ze een dergelijke manier van werken niet alleen als een verrijking zien voor de cognitief begaafde kinderen, maar ook als een verrijking voor hun eigen manier van lesgeven en voor het omgaan met en begeleiden van kinderen. En dat is het grootste compliment dat we hebben kunnen ontvangen. Ik heb weer een extra stukje plezier in het lesgeven teruggevonden! (Leerkracht ontwikkelpilot) 30

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016 Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016 1 vastgesteld dd. 22 april 2014 door MT De missie Op de Nutsscholen geven wij eigentijds onderwijs, passend bij wat de leerlingen

Nadere informatie

Welkom. ONDERZOEKEND excelleren. Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!!

Welkom. ONDERZOEKEND excelleren. Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!! Welkom ONDERZOEKEND excelleren Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!! Wat gaan we vandaag doen? Introductie onderzoekend leren + excellentie Nieuwe aanpak:

Nadere informatie

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus (Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus Linschoten juli 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Visie... 3 Doelgroep... 3 Signaleren... 4 Onderpresteerders... 4 Onderwijsbehoeften... 4 Begeleiding...

Nadere informatie

Stimulerend signaleren

Stimulerend signaleren Stimulerend signaleren SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Desirée Houkema /thema/stimulerend signaleren Talenten worden zichtbaar als ze gestimuleerd worden productief Dabrowski: overexcitabilities

Nadere informatie

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen productief Dabrowski: overexcitabilities asynchroon gevoelig complex Dweck: FIXED vs growth mindset intens scherpe waarneming plezier in creëren origineel snel opvallend gevoel voor humor rijke fantasie

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders Informatiebrochure voor ouders DE PLUSBUS In deze brochure vindt u algemene & praktische informatie over de plusklas De Plusbus. De Plusbus is onderdeel van Stichting Palludara. Inhoud Hoogbegaafd, nou

Nadere informatie

Kijk eens naar je eigen praktijk. Hoe en waar raakt onderzoekend leren aan jouw onderwijssituatie?

Kijk eens naar je eigen praktijk. Hoe en waar raakt onderzoekend leren aan jouw onderwijssituatie? Onderzoekend leren; kansen voor uitdagend onderwijs aan excellente Dr. Marieke Peeters, projectmanager Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU Onderzoekend leren geeft hoogbegaafde de kans om de

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003)

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003) Cijfers 1 Hoeveel hoogbegaafde leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 2,5% (Vele bronnen) Cijfers 2 Hoeveel A-leerlingen zijn er statistisch gezien in jouw klas? 25% (Cito) Cijfers 3 Welk

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

DEEL 4: Suggesties verrijkingsmateriaal voor de leerkracht

DEEL 4: Suggesties verrijkingsmateriaal voor de leerkracht Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen DEEL 4: Suggesties verrijkingsmateriaal voor de leerkracht Deze uitgave maakt onderdeel uit van het product Excellente gespreksvoering met excellente

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com. Doel Workshop

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com. Doel Workshop Rijke Lessen zetten je aan het denken Doel Workshop Het bieden van inzicht en handreikingen m.b.t.: Het zelf ontwerpen van lesmaterialen en projecten voor hoogbegaafde leerlingen Het vaardig maken van

Nadere informatie

HOOGBEGAAFDHEID EN EXCELLENTIE

HOOGBEGAAFDHEID EN EXCELLENTIE AANSLUITING PO-VO DIFFERENTIATIE HOOGBEGAAFDHEID EN EXCELLENTIE 22-4-2015 22-4-2015 (Hoog)begaafdheid en excellentie is een van de thema s waarop aansluiting tussen het PO en VO wordt gezocht. Dit document

Nadere informatie

Het perspectief van een kind of jongere zien. Coaching bij (dreigende) uitval

Het perspectief van een kind of jongere zien. Coaching bij (dreigende) uitval Het perspectief van een kind of jongere zien Coaching bij (dreigende) uitval 12 oktober 2017 T A L E N T Slim Begeleiden Albert Kaput Vastlopen Hoe ervaren jongeren de boodschappen die zij uit hun omgeving

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

De Begaafden Wijzer. Opzet cursus Excellent en begaafd (in het) onderwijs :

De Begaafden Wijzer. Opzet cursus Excellent en begaafd (in het) onderwijs : www.debegaafdenwijzer.nl Marijke Schekkerman Onderwijsdeskundige hoogbegaafdheid Korte Stammerdijk 17 1382 BL Weesp 06-22842667 debegaafdenwijzer@upcmail.nl Opzet cursus Excellent en begaafd (in het) onderwijs

Nadere informatie

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Beleid rond begaafdheid voor leerlingen van De Vosseschans Met ingang van het schooljaar 2009-2010 hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Dit wil niet zeggen dat

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Peergroeponderwijs. Dé Dag. Over het opzetten van een plusklas. 25 november 2016 Jaap Verouden

Peergroeponderwijs. Dé Dag. Over het opzetten van een plusklas. 25 november 2016 Jaap Verouden Peergroeponderwijs Over het opzetten van een plusklas Dé Dag 25 november 2016 Jaap Verouden jverouden@hetabc.nl Startopdracht Verzin zoveel mogelijk overeenkomsten tussen een kleerhanger en een koekoeksklok

Nadere informatie

25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen

25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen 25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen Soort spel en inhoudelijk doel Dit spel heeft iets weg van Triviant. Het doel van het spel is om in groepjes van min.

Nadere informatie

DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4)

DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4) Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4) Deze uitgave maakt onderdeel uit van het product Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen. Dit product

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Begaafdheid begeleiden!

Begaafdheid begeleiden! Begaafdheid begeleiden! Hellevoetsluis 24 november 2014 Liesbet Gommans M.Sc. orthopedagoog / schoolpsycholoog Centrum voor Begaafdheidsonderzoek () www.ru.nl/its/cbo 1 Programma Introductie Leren..? Signaleren:

Nadere informatie

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek,

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek, 4 INZICHTEN De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek, waarbij 37 trainers en coaches een seizoen lang intensief zijn gevolgd. Dit onderzoek

Nadere informatie

CBS De Holtenhoek. Plusgroep 2012-2013

CBS De Holtenhoek. Plusgroep 2012-2013 Plusgroep 2012-2013 Wanneer hoogbegaafd? CITO A of A+ scores na zes of twaalf maanden doortoetsen op Cito begrijpend lezen en rekenen De leerling voldoet aan een aantal kenmerken van hoogbegaafdheid Kenmerken

Nadere informatie

Opzet cursus Talentontwikkeling: Excellent en begaafd (in het) onderwijs :

Opzet cursus Talentontwikkeling: Excellent en begaafd (in het) onderwijs : Marijke Schekkerman Specialist in Gifted Education www.debegaafdenwijzer.nl e-mail: debegaafdenwijzer@upcmail.nl Opzet cursus Talentontwikkeling: Excellent en begaafd (in het) onderwijs : Aanleiding: Steeds

Nadere informatie

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

KINDEREN DIE MEER KUNNEN KINDEREN DIE MEER KUNNEN INLEIDING Op de IJwegschool staat het kind centraal. Het onderwijs wordt aangepast aan het kind en niet andersom. Doordat de leerkrachten handelingsgericht werken waarbij de onderwijsbehoeften

Nadere informatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie Beleidsprotocol Plusklas Dit protocol beschrijft kort en bondig onze visie op hoogbegaafdheid, de mogelijkheden die wij kunnen bieden aan de doelgroep en de vertaling naar de dagelijkse praktijk in school.

Nadere informatie

DEEL 5: Implementatietips voor de schoolleider en de leerkracht

DEEL 5: Implementatietips voor de schoolleider en de leerkracht Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen DEEL 5: Implementatietips voor de schoolleider en de leerkracht Deze uitgave maakt onderdeel uit van het product Excellente gespreksvoering met excellente

Nadere informatie

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van

Nadere informatie

Leren & Leven in het Kindcentrum

Leren & Leven in het Kindcentrum Leren & Leven in het Kindcentrum Leren & Leven Leren & Leven heeft een aanpak en een programma waarmee alle kinderen ondersteund en uitgedaagd worden in het ontwikkelen van hun unieke talenten. De aanpak

Nadere informatie

(H)erkenning van (hoog)begaafdheid. binnen passend onderwijs

(H)erkenning van (hoog)begaafdheid. binnen passend onderwijs (H)erkenning van (hoog)begaafdheid binnen SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Conferentie 8 september 2015 Een leven lang hoogbegaafdheid in ontwikkeling Desirée Houkema (H)erkenning van

Nadere informatie

Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen. Doelen workshop

Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen.   Doelen workshop Bijzonder Begaafd SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen /thema/dubbel-bijzonder Doelen workshop Je weet... wat de term dubbel bijzonder

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Het creatief vermogen vergroten

Het creatief vermogen vergroten Projectmatig werken binnen wereldoriëntatie Het creatief vermogen vergroten In mijn klas zie ik leerlingen die mee willen gaan met hun tijd. Ze vinden het belangrijk om mee te denken over maatschappelijke

Nadere informatie

Leerling volgen in hun ontwikkeling vanaf groep 1

Leerling volgen in hun ontwikkeling vanaf groep 1 Leerling volgen in hun ontwikkeling vanaf groep 1 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Middagconferentie 25 mei Versnellen & Verrijken Yvonne Janssen Doelen workshop Bewustwording van complexiteit

Nadere informatie

Doelgericht met vaardigheden aan de slag

Doelgericht met vaardigheden aan de slag Doelgericht met vaardigheden aan de slag SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling 16 april 2015 Allen van harte welkom! Nora Steenbergen-Penterman productief Dabrowski: overexcitabilities gevoelig

Nadere informatie

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid 1 Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster De missie van de Nutsscholen en de NHJ-Poolster Op de Nutsscholen geven wij eigentijds onderwijs, passend bij wat de leerlingen

Nadere informatie

Inleiding bij de handreiking

Inleiding bij de handreiking Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen Inleiding bij de handreiking 2 Inleiding bij de handreiking Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen: werken met MY POD Waarom aandacht

Nadere informatie

Het jonge kind uitgedaagd!

Het jonge kind uitgedaagd! Esther de Boer en Marijke Bertu, 29 november 2012 Het jonge kind uitgedaagd! Programma 1. Welkom 2. Wat is een ontwikkelingsvoorsprong? 3. Wat daagt het jonge kind uit? 4. Wat is er aan materiaal? 5. Waarmee

Nadere informatie

Doel van deze presentatie is

Doel van deze presentatie is Doel van deze presentatie is Oplossingsgericht? Sjoemelen? Evaluatie van de praktische oefening. Verbetersuggesties qua oplossingsgerichtheid (niet met betrekking tot de inhoud van de gebruikte materialen)

Nadere informatie

Basisarrangement begaafdheid deelregio Rheden Rozendaal

Basisarrangement begaafdheid deelregio Rheden Rozendaal Basisarrangement begaafdheid deelregio Rheden Rozendaal Uitgangspunten Het uitgangspunt van het onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen is dat de leerlingen zich in de zone van naaste ontwikkeling positief

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013

De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013 De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013 Welk kind mag bij u in de klas? Kind 1 Kind 2 Typering van een hoogbegaafde 1 Snelle slimme denker,

Nadere informatie

Stimulerend signaleren

Stimulerend signaleren Stimulerend Signaleren SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Middagconferentie juni 2015 Passend onderwijs voor begaafde leerlingen Desirée Houkema Stimulerend signaleren Talentontwikkeling

Nadere informatie

In je element met wie je bent!

In je element met wie je bent! In je element met wie je bent! SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Conferentie 'Bijzonder Begaafd' 28 september 2016 - Nieuwegein Desirée Houkema Doelen workshop Bewuste aandacht voor persoonlijke

Nadere informatie

Acadin voor talenten in uw klas!

Acadin voor talenten in uw klas! Acadin voor talenten in uw klas! Dé digitale leeromgeving met uitdagend onderwijsaanbod voor talentvolle leerlingen. Acadin voor talenten in uw klas! In het Bestuursakkoord primair onderwijs (2014) staat

Nadere informatie

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school Inleiding Je wilt gaan werken met Acadin. Het is aan te raden direct met een collega samen te werken. Ook is het goed Acadin als thema

Nadere informatie

Differentiëren, onderwijs passend maken. Schoolpsychologencongres 2017 Otto de Loor

Differentiëren, onderwijs passend maken. Schoolpsychologencongres 2017 Otto de Loor Differentiëren, onderwijs passend maken Schoolpsychologencongres 2017 Otto de Loor (o.deloor@netwerkonderwijsadviseurs.nl) Differentiëren, onderwijs passend maken Didactische, organisatorische en pedagogische

Nadere informatie

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities: Protocol hoogbegaafdheid Rotterdamse Montessorischool December 2017 Inhoud Algemene inleiding... 3 Doel van het protocol... 4 Signalering... 5 Onderbouw... 5 Midden- en bovenbouw... 5 Kerndoelen en verrijking...

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

Dubbel bijzondere leerlingen. Lilian Snijders

Dubbel bijzondere leerlingen. Lilian Snijders Dubbel bijzondere leerlingen Lilian Snijders Doelen workshop Je weet... wat de term dubbel bijzonder betekent vanuit welke visie begeleiding effectief vormgegeven kan worden wat de uitgangspunten zijn

Nadere informatie

Verrijkingsactiviteiten voor de groepen 1,2 en 3. Nora Steenbergen-Penterman 3 november 2011

Verrijkingsactiviteiten voor de groepen 1,2 en 3. Nora Steenbergen-Penterman 3 november 2011 Verrijkingsactiviteiten voor de groepen 1,2 en 3 Nora Steenbergen-Penterman 3 november 2011 Kenmerken van een (hoog)begaafde leerling Plenaire opdracht: Wat zijn voor jou de kenmerken van een (hoog)begaafde

Nadere informatie

FOLLOW YOUR SUN LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / Missie: ieder kind straalt!

FOLLOW YOUR SUN LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / Missie: ieder kind straalt! LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / 2019 Follow your Sun biedt 10 wekelijkse lessen van 1.5 uur waarin kinderen hun talenten en die van hun klasgenoten ontdekken en leren te gebruiken. Tijdens de

Nadere informatie

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek Beleid (hoog)begaafdheid Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek Uitgangspunt missie en visie n Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken

Nadere informatie

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

Protocol begaafdheid op de Curtevenne Parklaan 3, Kortenhoef Postbus 118, 1243 ZJ Kortenhoef (035) 656 10 19 info@curtevennesc hool.nl www.curtevennesch ool.nl Protocol begaafdheid op de Curtevenne Ieder kind uniek en toch lekker samen Niet

Nadere informatie

De consumerende leerling veroorzaken we zelf

De consumerende leerling veroorzaken we zelf De consumerende leerling veroorzaken we zelf Op naar meer eigenaarschap op middelbare scholen Jeroen Verhaaren Wat kom je doen? Wat wil je na dit uur bereikt hebben, wat is je doel? Op welke manier zou

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Bijzonder Begaafd. Doelen workshop. Eigen casus. Juni 2016. Passende ondersteuning voor 'dubbel bijzondere' leerlingen

Bijzonder Begaafd. Doelen workshop. Eigen casus. Juni 2016. Passende ondersteuning voor 'dubbel bijzondere' leerlingen Bijzonder Begaafd SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen /thema/dubbel-bijzonder Doelen workshop Je weet... wat de term dubbel bijzonder

Nadere informatie

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Astrid van den Hurk & Kris Verbeeck Verhogen van leerlingmotivatie bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Najaar 2013 Programma Opening en welkom Deelname

Nadere informatie

Masterclass: Van visie op talentontwikkeling. Nora Steenbergen-Penterman 9 december 2012

Masterclass: Van visie op talentontwikkeling. Nora Steenbergen-Penterman 9 december 2012 Masterclass: Van visie op talentontwikkeling tot ingebed beleid Nora Steenbergen-Penterman 9 december 2012 Dabrowski: overexcitabilities productief gevoelig scherpe waarneming Dweck: FIXED vs growth mindset

Nadere informatie

Excellente leerlingen die (niet) excelleren

Excellente leerlingen die (niet) excelleren Talent voor excelleren! KPC, 5 november 2009 Excellente leerlingen die (niet) excelleren Dr Lianne Hoogeveen Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) www.ru.nl/socialewetenschappen/cbo http://www.youtube.com/watch?v=yuldyzvb_ny

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

KLEUTERS MET EEN ONTWIKKELINGSVOORSPRONG

KLEUTERS MET EEN ONTWIKKELINGSVOORSPRONG KLEUTERS MET EEN ONTWIKKELINGSVOORSPRONG JESSICA MULDER - Opzet workshop - Inventarisatie vragen en behoeften - De zes profielen van het hoogbegaafde kind -In kaart brengen van een HB leerling a.d.h.v.

Nadere informatie

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is

Nadere informatie

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK Iedereen heeft er de mond van vol: Het beste uit de leerling halen Recht doen aan verschillen van leerlingen Naast kennis en vaardigheden, aandacht voor het

Nadere informatie

Day a Week School Doelstellingen

Day a Week School Doelstellingen Day a Week School Doelstellingen Oorspronkelijke versie: februari 2012, herzien in september 2019 Inleiding Day a Week School (DWS) heeft als hoofddoelstelling een zo breed mogelijke basis te leggen voor

Nadere informatie

Day a Week School Doelstellingen

Day a Week School Doelstellingen Day a Week School Doelstellingen Oorspronkelijke versie: februari 2012, herzien in 2018 Inleiding Day a Week School (DWS) heeft als hoofddoelstelling een zo breed mogelijke basis te leggen voor cognitieve

Nadere informatie

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Begaafde leerlingen komen er vanzelf... toch? Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Teambijeenkomsten Anneke Gielis Begaafde leerlingen

Nadere informatie

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

Protocol begaafdheid op de Curtevenne Parklaan 3, Kortenhoef Postbus 118, 1243 ZJ Kortenhoef (035) 656 10 19 info@curtevenneschool.nl www.curtevenneschool.nl Protocol begaafdheid op de Curtevenne Ieder kind is uniek en toch lekker samen. en

Nadere informatie

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014 Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Doelgroep:2.1. Wat zijn excellente leerlingen 2.2 Definitie die we hanteren 2.3 Excellente leerlingen in de schoolpraktijk

Nadere informatie

CREATIEF DENKEN in ONDERWIJS Worskhops, training, begeleiding en materialen.

CREATIEF DENKEN in ONDERWIJS Worskhops, training, begeleiding en materialen. in NDERWIJS Creativiteit en Creatief Denken Creativiteit is een unieke eigenschap van de mens. Kijk om je heen, alles wat verzonnen en gemaakt is, vindt zijn oorsprong in het menselijk brein. Dat geldt

Nadere informatie

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik Dit ben ik Op DOK12 verwerf ik kennis, vaardigheden en ontwikkel ik mij als persoon. Ik krijg ruimte om mijzelf goed te leren kennen, te zijn wie ik ben en mijn talenten te ontwikkelen. Ook leer ik oog

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

SWV Duin en Bollenstreek Infobijeenkomsten leerkrachten. Katwijk Noordwijk

SWV Duin en Bollenstreek Infobijeenkomsten leerkrachten. Katwijk Noordwijk SWV Duin en Bollenstreek Infobijeenkomsten leerkrachten Greetje van Dijk Jack Duivenvoorden Liesbeth Luycx Katwijk 31-5-2017 Noordwijk 7-6-2017 g.vandijk@onderwijsadvies.nl j.duivenvoorden@swv-db.nl liesbethluycx@gmail.com

Nadere informatie

Scholing en coaching t.a.v. motivatie en rekenen

Scholing en coaching t.a.v. motivatie en rekenen Scholing en coaching t.a.v. motivatie en rekenen Scholing en coaching t.a.v. motivatie en rekenen 1 Aanbieder M&O-groep B.V., Helmond: uitvoerder Kris Verbeeck i.s.m. een rekencoördinator die ook in de

Nadere informatie

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren Ada van Dalen Wat is W&T? W&T is je eigen leven W&T: geen vak maar een benadering De commissie wil onderstrepen dat wetenschap en technologie in haar ogen géén

Nadere informatie

Visie basisschool De Grasspriet

Visie basisschool De Grasspriet Visie basisschool De Grasspriet Kernwaarden? Welbevinden en relatie Ontwikkelen van talenten Zelfstandigheid autonomie Uitdagingen Samen leren en werken Betrokkenheid Welbevinden en relatie Ik ben uniek

Nadere informatie

P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat

P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat Pedagogisch bekwaam P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat Resultaat De meeste leerlingen voelen zich veilig en worden gestimuleerd en uitgedaagd om te leren. Ze zijn actief en betrokken

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

Doelen stellen voor persoonlijke ontwikkeling

Doelen stellen voor persoonlijke ontwikkeling Doelen stellen voor persoonlijke ontwikkeling SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Regionale conferenties maart 2018 Nora Steenbergen-Penterman Doelen workshop Je weet welke hulpmiddelen

Nadere informatie

Talentbeleid vastgesteld 24-9-2014

Talentbeleid vastgesteld 24-9-2014 Talentbeleid vastgesteld 24-9-2014 De begeleiding van hoogbegaafde kinderen in de Plusklas Procedure Welke kinderen in aanmerking komen voor de Plusklas wordt bepaald door de volgende procedure. De leerkracht

Nadere informatie

Hoogbegaafdheid en onderpresteren

Hoogbegaafdheid en onderpresteren Hoogbegaafdheid en onderpresteren Onderwijs Praktijk Texel Hoogbegaafdheid en onderpresteren Veel kinderen weten niet dat leren leuk kan zijn en weten niet wat ze nodig hebben om zich minder ellendig te

Nadere informatie

Denken kun je Leren!

Denken kun je Leren! Denken kun je Leren! Bekijk de twee vragen hieronder. Op welke manier verschillen deze twee vragen van elkaar? (Bedenk het antwoord voor jezelf draai je naar degene waar je het dichtste bij zit bespreek

Nadere informatie

Stimulerend Signaleren

Stimulerend Signaleren Stimulerend Signaleren SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Middagconferentie 15 oktober 2015 Passend onderwijs voor begaafde leerlingen Yvonne Janssen Talenten worden zichtbaar als ze gestimuleerd

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen

Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen Panamaconferentie 16-17 jan 2014 Greetje van Dijk g.vandijk@onderwijsadvies.nl Doelgericht verrijken Om welke leerlingen

Nadere informatie

Assessment as learning. Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school?

Assessment as learning. Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school? Assessment as learning Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school? Formatieve assessment, waarom zou je dat gebruiken? In John

Nadere informatie

opbrengstgericht werken in en door de sectie Met leerlingen reflecteren op de (gemaakte) toets

opbrengstgericht werken in en door de sectie Met leerlingen reflecteren op de (gemaakte) toets opbrengstgericht werken in en door de sectie Met leerlingen reflecteren op de (gemaakte) toets APS en KPC-groep Colofon Deze uitgave maakt onderdeel uit van de publicatie Opbrengstgericht werkin in en

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. http://bit.ly/1vqs19u. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. http://bit.ly/1vqs19u. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal: Natuur & Techniek het broeikaseffect Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Broeikaseffect In deze les staan de volgende hogere- orde denkvragen centraal: 1. Hoe zou je het broeikaseffect kunnen

Nadere informatie

DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL :58

DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL :58 DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL 2015 16:58 INHOUD VOORWOORD 3 JOUW CULTUURPROFIEL 4 ONDERZOEKEND VERMOGEN 6 PRESENTEREN 8 SAMENWERKEN 10 ZELFSTANDIG WERKEN 12 REFLECTEREND VERMOGEN 14 CREËREND VERMOGEN

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Stap 2 Leeractiviteiten ontwerpen

Stap 2 Leeractiviteiten ontwerpen Stap 2 Leeractiviteiten ontwerpen Bij het ontwerpen van een leeractiviteit is het belangrijk dat je vertrekt vanuit het doel dat je ermee hebt. Het overzicht leeractiviteit organiseren geeft een aantal

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie